Als de maan verschijnt, en de zon verdwijnt, dwaal ik af in gedachten. Een witte wolk ontrekt me het zicht, helder te kunnen denken. Een beeld vorm ik voor mijn ogen, troebel en onbewogen. Mijn hart zal ik het geven, on gevoel te beleven. Een hartstocht zal het voelen, als wit licht om je heen.
Als de maan verdwijnt, en de zon verschijnt, daalt de schemer voor mijn ogen. Geen mens zal ooit voelen, als warmte om je heen. De verbondenheid beleven, die ik verloren ben.