Als twee mensen elkaar liefhebben en ze willen hun liefde doen standhouden moeten ze dezelfde richting kiezen en dezelfde weg gaan want alleen zo kunnen zij dichter bij elkaar komen
De klaproos die in al haar eenvoud een ontwakende weide siert danst op het lied van de leeuwerik die het begin van de zomer viert opgetooid in het zuiverste gewaad een bloedrood zacht fluwelen kleed geeft ze aan de enkeling die haar ziet het rijk gevoel van een groot poëet antwoordt ze op de vraag van de schilder die haar pracht niet echt vatten kan geeft ze zich aan kleine kinderhanden waarin ze langzaam sterven zal De klaproos die in al haar eenvoud één dag zomer heeft gegeven aan de poëet, de schilder en het kind zal voor altijd blijven leven
al heb je stekels ben je niet mooi kijkt er niemand naar je om uit je hart komen de mooiste bloemen tevoorschijn 's nachts vouw je je blaadjes dicht bij het ochtendgloren toon je je ware schoonheid mooi en afstandelijk
pure pracht en kracht niemand neemt die van je af trots en waardig straal jij tussen rots en steen