NAAR HOMEPAGE

Onderzoeksjournalistiek

Inhoud blog
  • Michel Nihoul en de getuigenis van de familie V
  • Portret van 'De Reus' van de Bende van Nijvel
  • Het mysterie rond de verdwijning van Tamara Morris
  • De moord op Carola Titze
  • De dode getuigen van Marc Dutroux: Alexandre Gosselin
  • De moord op Christine Van Hees
  • De verdwijning van Liam Vanden Branden
  • Guy Jespers: van onderzoeksrechter tot moordverdachte
  • De moord op André Cools
  • Komt het Monster van Woensdrecht volgend jaar vrij?
  • De jacht op de CCC - De Zaak
  • Michel Stockx en de verdwijning van Nathalie Geijsbregts
  • De overval op de Delhaize in Aalst
  • De bomaanslag op de Kredietbank in Leuven
  • Een ex-premier voor 63 miljoen - Histories
  • Toch denkt Jefke dat daar nog ergens miljoenen liggen - Douglas De Coninck
  • De ontvoering van Paul Vanden Boeynants
  • De verdwijning van Kim en Ken
  • De Bende van Nijvel - Panorama
  • Welkom in Hotel Dutroux - Douglas De Coninck
  • Dutroux en de dode getuigen - ZDF
  • De moord op Gina Pardaens - Werkgroep Morkhoven
  • De X-dossiers - Zembla
    Foto
    Zoeken in blog

    Onderzoeksjournalistiek over ophefmakende gerechtszaken in België
    Op zoek naar de volledige waarheid achter het nieuws
    Informatie die je nog niet wist over belangrijke gerechtelijke dossiers in België. Feiten die nauwelijks of niet aan bod kwamen in de mainstream media.
    07-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michel Nihoul en de getuigenis van de familie V
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Michel Nihoul, de gewezen Brusselse zakenman die in 1996 samen met Marc Dutroux, Michelle Martin en Michel Lelièvre opgepakt werd bij het uitbreken van de zaak-Dutroux, is op 23 oktober 2019 op 78-jarige leeftijd overleden. Michel Nihoul werd tot 5 jaar cel veroordeeld voor drugshandel en bendevorming in autozwendel. Voor de ontvoering van kinderen werd Nihoul vrijgesproken. Nihoul kwam - omdat hij ook nog een straf wegens oplichting uitzat - vrij in 2006.

    Laten we even teruggaan naar die zomer van 1996. Niets is zo deplorabel als een vakantie met acht mensen die in een chalet onder het geluid van de tikkende regen op elkaars lip zitten te kijken. De strips waren uitgelezen, op de camping kon Karaoke niemand nog boeien. Het bleef maar regenen. Mevrouw V had zich neergelegd bij een mislukte vakantie. Maar toen, die ochtend, scheen plots de zon. 'Luister kinderen', klapte moeder in de handen. 'Wat gaan we vandaag doen?' 'Zwemmen!' gilden de kleinsten. 'In Bertrix is er een mooi zwembad', stelde Daan, de oudste zoon, voor.' Om vijf voor twee in de namiddag arriveert op de parking van het zwembad van Bertrix de overvolle minibus van de Vlaamse familie V.

    Twee parkeerplaatsen verder staat een fonkelnieuwe rode BMW serie 5. Vader V geeft acht monden de kost door te werken in een autofabriek en draait bewonderend rond het glimmende koetswerk. Dan valt zijn oog op de verroeste witte bestelwagen ernaast. Na de zomer wil het gezin een nieuwe wagen kopen en vanuit die optiek levert het wrak heel wat stof tot hilariteit. 'Bezie dat hier eens', lacht mevrouw V. 'Kijk, hij gaat zijn knalpot verliezen. En met die banden geraakt hij ook niet ver meer.' Oma probeert door de donkere raampjes naar binnen te gluren, maar geeft brommend op: 'Net een varkenstal.'

    Aan het zwembad wacht de familie een tegenvaller. Het is gereserveerd voor een groep gehandicapte kinderen en gaat pas om drie uur weer open voor het publiek. De vier jongste kinderen gaan stoeien op het speelplein naast het zwembad. Tegen het poortje leunt een donkerharige man met een snor. 'Die man viel op omdat er daar verder zo weinig volwassenen waren', zegt mevrouw V later. 'Bij de ingang van de atletiekpiste, enkele meters verder, stond nog een ander bizar heerschap naar de kinderen te kijken. Pafferig gezicht. Haar in een scheiding. Omvangrijke buik. Wit hemd, donkerblauwe kostuumbroek.' Op het speelplein zelf bemerkt mevrouw V nog drie vrouwen. Twee moeders aan een glijbaan en, afgezonderd op een bank, een blonde vrouw met een losjes gebonden paardenstaart. Naast haar staat een buggy waarin een baby ligt te slapen. Terwijl mevrouw V en haar man op de oprit overleggen - wachten of een ander zwembad zoeken? - loopt een jonge magere kerel voorbij. 'Een nonchalant type met een jeansbroek en een leren vest. Hij liep recht op die met de snor af en wisselde enkele woorden. Toen liep hij naar die dikke en fluisterde wat. Daarna vatte hij post aan de deur van het zwembad.'

    Ook het cafetaria is dicht. Ander zwembad dan maar. Het is twintig na twee. Mevrouw V roept naar de kinderen. Dat is het moment dat ze zich achteraf het scherpst herinnert. 'De twee mannen aan de omheining draaiden zich om en keken mij aan. Ze praatten met elkaar op fluistertoon, in het Frans. Ze bleven me maar aanstaren.' Als een kloek die haar kuikens telt, keert moeder V zich bij het verlaten van de plek nog eens om. Dat doet ze altijd sinds ze op een zaterdag de kleinste thuis vergat en dat pas merkte bij de aankomst in de supermarkt. 'Die mannen aan het zwembad keken ons nog steeds na, de hele tijd. Het was echt rààr hoor.'

    Laetitia Delhez is op vrijdag 9 augustus ontvoerd, omstreeks 21 uur, toen ze uit het zwembad van Bertrix kwam. Ze werd vanuit de bestelwagen aangesproken door Michel Lelièvre. Daarop greep Dutroux haar langs achteren vast en duwde haar in de wagen. Nog twee andere getuigen hebben de witte bestelwagen aan het zwembad ook gezien: een non en een student. De non zag de bestelwagen in de vooravond, de student vroeg in de namiddag. Omstreeks 13 uur, denkt hij. Dus gaat iedereen, ook de rijkswachter in Bouillon, er logischerwijze vanuit dat Dutroux, Nihoul en co al op vrijdagmiddag in Bertrix waren. Het is de student die de speurders op het juiste spoor bracht van Dutroux omdat hij zich een deel van de nummerplaat herinnerde.

    Op vrijdag 16 augustus maakt België kennis met Mare Dutroux, Michèle Martin, Michel Lelièvre en Michel Nihoul. In de chalet te Poupehan geeft één van de kinderen een gil wanneer de verdachten op het kleine beeldschermpje van de tv verschijnen. 'Zij waren het, honderd procent zeker', zegt mevrouw V. Allevier. We hebben ons toen het hele weekeinde zitten afvragen of we naar de rijkswacht zouden stappen of niet. Tenslotte hadden ze de daders al.' 'Misschien', oppert vader, 'is het voor het gerecht wel interessant om te weten dat de bende daar 's namiddags al stond.' De ouders beslissen dat alleen zijzelf en hun oudste zoon zullen getuigen. 'Daan herinnerde zich vooral Nihoul, die aan de atletiekpiste stond', zegt mevrouw V. 'Daan zit in een sportclub en wou de piste bekijken. Hij heeft daar twintig minuten lang schouder aan schouder gestaan met Nihoul.' Wie moeder V hoort praten over zwembad, atletiekpiste en speeltuin, denkt spontaan aan een immens sport- en recreatiecomplex. De enige manier om te begrijpen hoe dicht deze mensen met hun ogen op de situatie zaten, bestaat erin om zelf naar Bertrix te gaan en even de omgeving in je op te nemen. Alles heeft zich afgespeeld binnen enkele vierkante meters.

    Mevrouw V heeft geen flauw idee in welk wespennest ze zich stort, wanneer ze op maandag 19 augustus de deur openduwt van de gammele openbare telefooncel op het pleintje van Poupehan. Even later rijden twee rijkswachters van de brigade Bouillon met hun combi het kampeerterrein op om de verklaringen van vader en moeder op te nemen. Waren in Bertrix op 9 augustus, herkenden Dutroux, Lelièvre, Martin en Nihoul, noteren ze kort. Aan de familie vragen ze om twee dagen later nog even naar het bureau te komen. In Bouillon krijgen vader, moeder en zoon die woensdag een niet echt van werkijver overlopende rijkswachter tegenover zich. Voor hem is de zaak-Dutroux zo klaar als een klontje. De daders zijn gearresteerd. Het enige wat deze mensen kunnen bijbrengen, zijn zaken die men in Neufchâteau al weet. Het valt hem wel op dat de drie Vlaamse toeristen hun best doen om zich de twintig minuten zo accuraat mogelijk voor de geest te halen. In hun relaas zitten kleine elementen die de speurders zullen natrekken en die kloppen: de kleur van de buggy van Michèle Martin, de broek van Dutroux, het hemd van Nihoul…

    Pro forma wordt haar gevraagd wat ze zich verder nog van die bewuste dag kan herinneren. 'Die avondmarkt', merkt vader V op. 'We zijn na het zwemmen nog door het dorpje Rochehaut gereden. Daar was die avondmarkt.' De rijkswachter draait zich om, wenkt een collega.

    'Zeg, die avondmarkt in Rochehaut, wanneer was dat ook alweer?

    Laat eens denken. Ik heb daar nog zelf het verkeer staan regelen. Was dat niet op de dag van de ontvoering van Laetitia?

    Ja, die vrijdag. Dat moet toen geweest zijn.'

    Na de vakantie heeft de kroostrijke familie V de draad van het normale gezinsleven weer opgenomen. De kinderen gaan naar school. De keuken wordt verbouwd. Er wordt nog steeds uitgekeken naar een nieuwe familiewagen. Af en toe krijgt de familie bericht van de Brusselse Gerechtelijke Politie, die een deel van het onderzoek Nihoul voert. Als contactpersoon krijgt ze commissaris Philippe Beneux toegewezen. Hij is de Nederlandstalige rechterhand van Georges Marnette. Eind september heeft de familie V een afspraak met Beneux om samen naar de gevangenis van Aarlen te rijden voor een confrontatie met Nihoul achter spiegelglas. 'Die confrontaties, dat was nogal een organisatie', mijmert mevrouw V. 'Mijn man, mijn zoon en ik reden eerst naar Brussel. Vandaar vertrokken we dan met twee GP-speurders naar Aarlen. Mijn man had speciaal verlof moeten nemen. Aan de eerste rit bewaart mevrouw V weinig goede herinneringen. Ze vond het vreemd dat Beneux haar onderweg al lijkt te willen voorbereiden op een afknapper. 'Die commissaris zei ons dat ze al genoeg hadden tegen Nihoul en dat het niet erg zou zijn als we hem niet zouden herkennen. Wij keken elkaar aan. 'We zullen zelf wel zien of we hem herkennen', antwoordde mijn man.'

    In zijn memoires schrijft Nihoul dat hij nooit ofte nooit heeft getracht zich te onttrekken aan een verhoor. Onschuldig als was, was hij altijd paraat om dat te demonstreren, zelfs wanneer hij zich ziek voelde. Die dag is daar weinig van te merken. De Vlaamse familie krijgt Nihoul niet te zien. 'We hebben drie uur zitten wachten in dat zaaltje', weet mevrouw V nog. Toen kwamen ze ons zeggen dat Nihoul niet uit zijn cel wilde komen omdat hij zich niet lekker voelde. Goed, wij terug naar Brussel. Korte tijd later hoorden we een bericht op de radio: 'De confrontatie tussen Michel Nihoul en de kroongetuigen van Bertrix is niet doorgegaan. De getuigen uit Vlaanderen hebben zich namelijk teruggetrokken.' Paf, daar sta je dan. We hebben geprotesteerd, maar de mensen van de GP zeiden dat we ons daar niets van aan moesten trekken.'

    Het gerucht blijkt hardnekkig en haalt de volgende dag bijna alle kranten. Virginie Baranyanka verklaart zonder blikken of blozen in de tv-journaals dat de getuigen uit Bertrix hebben toegegeven dat ze zich hebben vergist. Op 11 oktober wordt een nieuwe poging tot confrontatie ondernomen. Dit keer lukt het wel. Vader, moeder en zoon herkennen de buikige man aan het zwembad formeel. 'Het was Nihoul, zeker weten', vertelt mevrouw V. Daarmee is de kous niet af. Er moet een proces-verbaal worden opgesteld over de confrontatie. Commissaris Beneux verhoort haar.

    'Het was hem. Die man die ik aan het zwembad van Bertrix zag. Ik ben honderd procent zeker.

    Hoeveel procent zegt u?

    Honderd procent.

    Honderd procent zekerheid kunt u nooit hebben, mevrouw. Zo kan ik dat hier niet noteren.'

    Mevrouw V is wat van haar stuk gebracht en na wat discussie over percentages, wordt een compromis bereikt. 98 procent. 'Ik had nooit eerder een confrontatie meegemaakt', zegt ze. 'Wist ik veel hoe dat in zijn werk ging. Achteraf hoorde ik van mijn man en mijn zoon dat er tegenover hen door de andere GP'ers geen punt was van gemaakt of ze nu honderd procent of absoluut zeker waren.' Achteraf blijkt dat van de drie na de confrontatie opgestelde processen-verbaal die van zoon Daan het duidelijkst is. Daar staat: '... herkent formeel Michel Nihoul als zijnde de persoon die op 9 augustus 1996 aanwezig was te Bertrix en die aan het begin van de namiddag geleund tegen het hek van de adetiekpiste stond. Hij droeg een blauwe pantalon en een wit hemd met lange mouwen.'

    Dat is anders niet wat de pers over de Vlaamse familie schrijft. 'Tijdens een confrontatie, vorige zaterdag, herkenden getuigen die Nihoul bij de verdwijning van Laetitia in Bertrix meenden gezien te hebben, hem niet', heet het enkele dagen later in Het Nieuwsblad. En wanneer het Franstalig weekblad Le Vif een jaar later uitpakt met een groot dossier-Nihoul, klinkt het zo: 'Een moeder van zes kinderen meent in Nihoul de man te herkennen die ze aan het speelplein in Bertrix zag, maar zonder 100 procent zeker te zijn.'

    Weken verstrijken. Wanneer het gezin V iets over zichzelf in de pers leest, heet het consequent dat zij volstrekt ongeloofwaardig zijn of zich hebben teruggetrokken. Op 28 januari 1997 wordt het mevrouw V teveel en belt ze naar het kabinet van justitieminister Stefaan De Clerck. Deze informeert in de maand februari 1997 bij de Luikse procureur-generaal Anne Thily. 'De familie is ten zeerste verwonderd via de pers te moeten vernemen dat de getuigen die Nihoul herkenden, zich zouden teruggetrokken hebben', aldus De Clerck, die er in zijn brief op aandringt dat de familie nogmaals zou worden verhoord. Dit gebeurt op 5 maart 1997. Vader, moeder en zoon herhalen hun verklaringen, moeder V laat acteren: 'Wanneer uit de processen-verbaal van de rijkswacht of van de Gerechtelijke Politie niet zou blijken dat ik Nihoul herkend heb, dan is dit gebaseerd op een misverstand bij de rijkswacht te Bouillon, mede gezien het taalverschil tussen de verbalisanten en mijzelf (ik spreek geen Frans). Ook bij de confrontatie via het doorkijkvenster heb ik Nihoul formeel herkend. Ik ben er mij van bewust dat de heer Beneux van de gerechtelijke politie te Brussel aan mijn getuigenis twijfelde, maar ik was en ik ben nog steeds formeel dat ik Nihoul op 09.08.1996 te Bertrix heb gezien en als dusdanig op foto en bij de confrontatie heb herkend.' De berichtenstroom stopt niet, integendeel. De pers heeft beslist dat de familie zich teruggetrokken heeft, en terugtrekken zal ze zich. Op een dag belt mevrouw V naar een Vlaamse krant. Ze krijgt een journalist aan de lijn die haar onomwonden verwijt dat er van haar hele verhaal 'niets klopt' en dat hij dat weet van 'iemand van de gerechtelijke politie van Brussel'. De journalist geeft haar nog te kennen dat ze misschien beter achter de kookpotten zou gaan staan.

    Een gevoel van vijandigheid heeft de familie al langer. Bij een terugrit huiswaarts na een confrontatie met Michèle Martin wordt haar auto kilometerslang gevolgd. In februari 1997 krijgt de familie te kampen met telefoonterreur. 'We belden naar mijnheer Beneux, die ons zei dat we ons daar niks van moesten aantrekken.' In dezelfde periode wordt moeder V ei zo na van haar sokken gereden terwijl ze voor haar woning in een bushokje staat te wachten. Daarna trachten twee mannen hun huis binnen te dringen. Moeder V noteert de nummerplaat van de twee mannen, maakt die over aan de politie en komt niet meer te weten dan dat het een huurwagen betrof. 'Op de duur waren we écht bang', zegt mevrouw V. 'Meerdere keren hebben we eraan gedacht om onze getuigenis inderdaad terug te trekken. Om van al die ellende af te zijn. Wij hebben die Nihoul er nooit van beticht dat hij dat meisje ontvoerd heeft. Ik weet alleen dat we hem gezien hebben, die namiddag aan het zwembad van Bertrix, samen met Dutroux.'

    Philippe Beneux blijft er twee jaar na datum rustig bij, en meent dat hem niks te verwijten valt. Hij en zijn mannen hebben destijds als gekken aan het dossier-Nihoul gewerkt, zegt hij. Ik denk dat ik die moeder goed heb ingeschat. Ik heb haar inderdaad gezegd dat ze nooit honderd procent zeker kon zijn en ook dat ze zich niet verplicht moest voelen om hem te herkennen. Maar dit was het probleem: zij voélde zich verplicht. En met haar wellicht ook de andere familieleden. Ik geloof rotsvast in de goede trouw van die mensen, maar een gerechtelijk onderzoek hoort à charge en à décharge te verlopen. Ik heb dus netjes genoteerd wat ze zei, ook al had ik door wat ik inmiddels wist: de grootste twijfels.'

    Er is inderdaad iets wat de Vlaamse familie niet weet. Voor de dag waarover zij beweren Michel Nihoul te hebben gezien in Bertrix, vrijdag 9 augustus 1996, heeft de man een alibi als een huis. Wanneer Michel Nihoul op 27 augustus - vreemd genoeg pas elf dagen na zijn arrestatie - voor het eerst op de proppen komt met zijn alibi, wordt dit aanvankelijk dijenkletsend weggelachen door de speurders. Het is afkomstig van niemand minder dan Michel Vander Eist. Deze gewezen advocaat is na de ontvoering van oud-premier Vanden Boeynants door het Brusselse assisenhof tot acht jaar cel veroordeeld, onder meer wegens het verschaffen van een vals alibi aan leden van de bende rond Patrick Haemers. Een dubieuzere alibiverschaffer is in België niet te vinden. Nihoul vertelt dat hij in 1989 in de gevangenis kennis heeft gemaakt met Vander Eist, dat ze vrienden geworden zijn en dat ze die bewuste vrijdag bijna de hele dag samen op pad zijn geweest. Op het ogenblik dat in Bertrix Laetitia werd ontvoerd, zat hij op een barbecue in de tuin van Vander Eist in Iinkebeek.

    'In Bertrix ben ik al twintig jaar niet meer geweest', zegt Nihoul. 'Die vrijdag de negende was ik bijna de hele dag samen met Michel Vander Eist.' Daags nadat Nihoul dit heeft gezegd, wordt Vander Eist bij de GP uitgenodigd om zijn verhaal te doen. De ех-advocaat lijkt wel zoiets te hebben verwacht, en beschrijft van uur tot uur waar ze op vrijdag 9 augustus samen zijn geweest. Met deze gegevens voor ogen, is het onmogelijk dat de Vlaamse familie Nihoul die dag omstreeks 14.00 uur aan het zwembad in Bertrix kan hebben gezien.

    In de maanden en jaren die op zijn arrestatie volgen, zal heel België zich een mening vormen over het al of niet betrokken zijn van Michel Nihoul bij de zaak-Dutroux. Het natrekken van het alibi van Nihoul verloopt echter met de routine van een handtasdiefstal.

    Begin 1997 wint de overtuiging veld dat Philippe Beneux justitie een hoop tijd en energie heeft bespaard door de Vlaamse familie te 'ontmaskeren'. Tijdens de zomervakantie van 1997 trekt de familie V opnieuw naar de Ardennen, maar beleeft er geen vermeldenswaardige avonturen meer. Dat gebeurt wel enkele weken later, wanneer moeder V het bezoek krijgt van een ploeg van het RTBf-programma 'Au Nom de la Loi'. Ze heeft ermee ingestemd om één keer - onherkenbaar - voor de televisie haar verhaal te doen. Het wordt een afknapper. Het programma heeft alles weg van een ode aan Michel Nihoul, 'slachtoffer van de gerechtelijke dwaling van de eeuw'. Aan de hand van een reconstructie van het alibi voor 9 augustus wordt de familie genadeloos de grond ingeboord. Van de belofte om onherkenbaar blijven - met behulp van een wazig beeld - is weinig in huis gekomen, merkt ze de volgende ochtend, wanneer ze bij de bakker wordt begroet: 'We hebben u gisteravond gezien op tv.' Het wordt mevrouw V teveel. Met haar boodschappentas nog in de hand, belt ze die ochtend naar het justitiepaleis van Neufchâteau. Met een benepen stemmetje vraagt ze naar procureur Bourlet. Ze krijgt hem vrij snel aan de lijn.

    'Mijnheer Bourlet, ik zal het maar meteen zeggen: wij trekken ons terug als getuigen.

    Terugtrekken? Waarom?

    Wij zijn al die miserie meer dan beu, mijnheer. Niemand neemt ons ernstig als we zeggen dat er rare dingen gebeuren rond ons huis. En gisteren op televisie... Die journalist was supervriendelijk toen hij bij ons thuis kwam… En toen, dat programma...

    Terugtrekken is een probleem, mevrouw. Wij kunnen uw verklaringen niet zomaar uit dat dossier verwijderen. Als u zich echt wilt terugtrekken, dan zit er niets anders op dan te laten acteren dat u al die tijd gelogen heeft.

    Mijnheer de procureur, wij zijn een christelijke familie! Als er één ding is dat wij nooit doen, dan is het liegen. Ik weet het verdorie toch goed genoeg', roept mevrouw V uit. 'Het was die dag dat we naar het zwembad zijn gegaan en daarna nog naar de avondmarkt.' Het gesprek kabbelt nog even verder. Net voor hij wil inhaken, krijgt Bourlet een ingeving.

    'Waar was die avondmarkt eigenlijk?

    In Rochehaut. Maar dat hebben we vorig jaar al allemaal uitgelegd aan de rijkswacht van Bouillon.'

    Michel Bourlet woont zelf in de buurt van Rochehaut, en houdt zelf ook van avondmarkten. Hij krabt even in zijn haar en verbleekt. Niet eens een uur later vertrekt vanuit Neufchâteau een speurdersteam naar Bouillon Het keert terug met een vel papier: 'Betreft: U.V 584.2 - P.RP/Watrisse - Avondmarkt in Rochehaut. Mijnheer, het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Bouillon, in haar zitting van 4 juni 1996, neemt acte van uw schrijven van 24 mei jongstleden, waarbij u vraagt een avondmarkt te mogen inrichten te Rochehaut op donderdag 8 augustus van 17 tot 23 uur (...)'

    Zelden heeft een onbenullig administratief stuk zoveel waarde gehad als de kennisgeving van burgemeester Pierret van Bouillon dat hij toestemming geeft voor de organisatie van een avondmarkt in Rochehaut. In één klap is elke contradictie tussen het relaas van de familie V en de realiteit van de zaak-Dutroux verdwenen. Het is bijna niet te vatten dat het een jaar moest duren, want in feite stak de ongemeen simpele oplossing eind 1996 al in het dossier. Hoe was de zaak-Dutroux ook alweer begonnen? Met een student in Bertrix die de bestelwagen van Dutroux opmerkte en de nummerplaat noteerde, toch? Ook de student zweert op het hoofd van zijn moeder dat hij de bestelwagen die vrijdag in de vroege namiddag heeft opgemerkt. Even diep nadenken bracht hem tot een kapitale correctie. Hij zag de bestelwagen niet in de vroege namiddag van vrijdag 9, maar van donderdag 8 augustus. Zijn oriëntatiepunt is de getuigenis van zijn zus. Die had enkele uren voor de ontvoering van Laetitia een man zien plassen in de vestiaire van het zwembad. Die bestelwagen stond daar een dag eerder, realiseerde de student zich. Marc Dutroux en Michel Lelièvre hebben bekend dat zij, alvorens Laetitia te gaan ontvoeren, een verkenningsrit hebben uitgevoerd in Bertrix. Dutroux heeft toen trouwens een fiets gestolen voor zijn zoon, weet Lelièvre nog.

    Vrij snel blijkt dat de rijkswachter die de tweede verklaring van de familie V opnam, zich inderdaad heeft vergist over de datum van de avondmarkt. 'Ja, wat wil u', blikt mevrouw V later terug. 'Bij de rijkswacht van Bouillon zeiden ze ons dat die avondmarkt op vrijdag was doorgegaan. Die mensen zullen het wel weten, dachten we.' De kleine onoplettendheid van de rijkswachter heeft voor het dossier-Nihoul grote gevolgen. Het hele onderzoek rond het alibi van Nihoul, nu voor 8 augustus, moet een jaar na datum helemaal worden overgedaan. De familie V zal in totaal elf keer ondervraagd worden. Wat ze precies die dag gedaan hebben, wie ze gezien hebben. 'Ze vroegen ons zelfs wat we daar gekocht hadden', zegt mevrouw V. 'Ook dat wist ik nog goed: een Ardense salami, twee T-shirts en een paar bokalen artisanaal fruitsap. Die hele dag zit in ons geheugen gebeiteld. Wij waren getuige van een klinkende ruzie tussen twee marktkramers. Een verkoper van model veranda's was met een volgeladen vrachtwagen naar het hoogste punt van de steile helling gereden en dreigde te kapseizen. Hij stond op het terrein van een andere handelaar. De politie is toen moeten tussenkomen.'

    Er wordt navraag gedaan bij de politie van Bouillon. Dat van die veranda-handelaar klopt. De drie gezinsleden krijgen opnieuw een reeks foto's te zien van de auto's en wrakstukken uit de achtertuin van Dutroux. Ze halen er de bestelwagen van Dutroux uit - hij had er twee - die ze op de parking van het zwembad hebben staan bewonderen. Het is dezelfde wagen als diegene die de student heeft aangewezen.

    Naast de Vlaamse familie verklaarden nog zeven andere getuigen in Bertrix dat ze Nihoul in Bertrix hadden gezien. Sommigen spraken van 8 augustus, anderen twijfelden over de exacte dag. Mevrouw M.H. is formeel dat ze Nihoul de avond voor de ontvoering heeft gezien op het Croix-Mauray-plein in Bertrix. Een jonge kokkin van de nabijgelegen camping heeft Nihoul even na middernacht aan de kant van de weg zien staan, naast de stilstaande bestelwagen van Dutroux. Onze dagtaak zat erop, ik reed met een groep vrienden naar huis', vertelt ze. 'We kwamen ter hoogte van Herbeumont, vlakbij Bertrix. Daar stond die bestelwagen. We vertraagden, omdat het leek alsof ze autopech hadden. Daardoor kon ik de mensen die ernaast stonden goed bekijken. Over één van hen ben ik formeel. Dat was Nihoul. Ik herinner me dit zo goed omdat de rijkswacht heel snel na de verdwijning van Laetitia op de camping al navraag kwam doen.’ Het duurt tot het voorjaar van 1998 tot Raymond Drisket en de twee collega's die hij dan nog overhoudt met de moed der wanhoop nog enkele huiszoekingen gaan verrichten bij Michel Vander Eist. De taak van de speurders is haast ónmogelijk: anderhalf jaar na de feiten nagaan of Nihoul daar toen was of niet.

    Vander Eist maakt het de speurders overigens niet makkelijk. Na de zaak-Dutroux heeft hij het land verlaten, om in Gambia een hotelproject op te starten. Bij een van zijn occasionele aanwezigheden in België, in mei 1999, worden hij en zijn levensgezellin nog maar eens verhoord. En dan wordt het ongelofelijke plots waar. Hij komt terug op zijn eerdere verklaringen over die achtste augustus. Vander Eist betwist dat hij het met kwaad opzet deed. Alles berustte op een kleine vergetelheid, heet het. 'Destijds hebben ze mij tussen de soep en de patatten gevraagd waar en wanneer ik Nihoul in de dagen voor de ontvoering heb gezien', legt hij ons uit. 'Ik dacht dat we op 8 augustus hadden staan schilderen. Blijkbaar heb ik mij vergist. Als dat allemaal zo belangrijk was, dan had men dat in 1996 maar moeten verifiëren', zegt Vander Eist. Zou u mij zovele jaren later kunnen vertellen wat u op 8 en 9 augustus 1996 hebt gedaan, tenzij u die dag gehuwd bent of jarig was?'

    Bij de Brusselse Gerechtelijke Politie reageert men geprikkeld op het intrekken van het alibi. Vander Eist is jarenlang advocaat geweest en weet beter dan wie ook hoe verstrekkend de gevolgen van zijn verklaringen kunnen zijn, merkt men in die hoek op. Als hij nu komt beweren dat wij de gangen van Nihoul voor 7 en 8 augustus tussen de soep en de patatten hebben nagetrokken, dan liegt hij', zegt een GP'er. 'Wij zijn daar toen drie volle dagen mee bezig geweest. En toen was er geen sprake van twijfel hoor. Toen was hij zo formeel als hij maar zijn kon: op 8 augustus had hij met Nihoul staan schilderen. Ik vind dit héél vreemd.'

    Mede op basis van het vermeende alibi van Michel Nihoul voor de ochtend en vroege namiddag van 9 augustus 1996 werd de getuigenis van de familie V nooit geloofd, en is de link tussen de ontvoering van Laetitia Delhez in Bertrix en de aanwezigheid van Michel Nihoul bij de verkenningsrit van Marc Dutroux aan het zwembad van Bertrix nooit bewezen. Op het proces-Dutroux werd Nihoul vrijgesproken voor medeplichtigheid bij de ontvoering van kinderen.

    Tot op de dag van vandaag staat er in de Vlaamse media te lezen:

    "Een Vlaamse familie die met vakantie was geweest in de Ardennen deed er nog een schep bovenop. Ze hadden Michel Nihoul, met grote zekerheid, herkend aan het zwembad van Bertrix toen Laetitia Delhez daar op 9 augustus 1996 werd ontvoerd. Samen met Dutroux en Lelièvre. Later bleek dat ze daar toch niet zo zeker meer van waren. En uiteindelijk bleek het om valse verklaringen te gaan."


    Uit: "De X-dossiers: Wat België niet mocht weten over de zaak-Dutroux" door Annemie Bulté, Douglas De Coninck en Marie-Jeanne Van Heeswyck

     

     

    07-11-2019 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)
    Categorie:Affaire Dutroux
    Tags:Michel Nihoul, Marc Dutroux, Michel Lelièvre, Michelle Martin, Laetitia Delhez, Sabine Dardenne, An en Eefje, zaak-Dutroux, Bertrix, witte bestelwagen, kinderontvoering, Michel Vander Eist, Philippe Beneux, Michel Bourlet, Neufchâteau, familie V
    >> Reageer (0)
    24-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Portret van 'De Reus' van de Bende van Nijvel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een alcoholverslaafde man die extreemrechtse praat verkocht en zot was van wapens. Weinig flatterende woorden heeft Denise Vandyck (57) niet over voor haar ex-man. Ze heeft het over Christiaan Bonkoffsky, de ex-rijkswachter uit Dendermonde die ervan verdacht wordt 'De Reus' te zijn van de Bende van Nijvel.

    Chris Bonkoffsky (zelf werd hij liever Kris met een K genoemd) was van Poolse afkomst en werd geboren op 4 april 1954. Hij was de zoon van een officier van de landmacht en nogal militaristisch ingesteld, was naar de rijkswachtschool geweest. Hem kozen ze uit voor die eerste lichting, vijftien man sterk. Bij de Groep Diane, de elite-eenheid van de rijkswacht die in 1972 was opgericht, zochten ze in die beginperiode naar rekruten met ballen aan hun lijf. Lefgozers. Chris werd uitgekozen voor die eerste lichting, vijftien man sterk. En hij was in de speciale eenheid meer dan in zijn element. "Hij was een vechtjas en een wapenfreak", zegt een man die in diezelfde periode actief was bij de Groep Diane en Bonkoffsky kende. Ne zot."

    "Er waren heel wat mensen die heel goed werk deden bij Diane. Er was ook een bende cowboys die systematisch ver over de schreef ging. Mannen die met mitraillettes in de aanslag binnenstormden als ze een louche café moesten controleren. Die mannen én vrouwen hardhandig aanpakten. Die zwarten en Marokkanen tegenhielden op straat, hun cravatte door het autoraampje trokken, de ruit dichtdraaiden en begonnen te rijden. Van die bende was Bonkoffsky de zwaarste."

    "We lachten ook wel wat met hem", zegt een ander lid van de Groep Diane. "Omdat hij zo mager was. Knoken-en-vel noemden we hem. Hij was goed in judo, maar zijn schouder ging altijd uit de kom. Maar hij trok die er wel altijd zelf weer in." Ook bij volgende generaties leden van de speciale eenheden bleef 'den Bonno', zoals hij door zijn collega's genoemd werd, een ronkende naam. De man van de eerste lichting die eender welke deur durfde intrappen, zonder zich veel zorgen te maken over wat erachter zat. Degene die altijd nog een stap verder ging dan zijn kameraden. In de tweede helft van de jaren ‘70 werd het de rijkswacht duidelijk dat de cowboys bij de Groep Diane de hele brigade een slechte naam gaven. Dus moesten de rotte appels eruit. In 1981 vloog Chris Bonkoffsky, na heel wat tuchtproblemen, buiten bij de elite-eenheid. Directe aanleiding was een schietincident op de luchthaven van Zaventem. Daarbij werd een collega net niet doodgeschoten. Zelf heeft hij tegen zijn familie steeds volgehouden dat zijn wapen gemanipuleerd werd en hij er werd ingeluisd.

    Volgens zijn broer was Chris heel verbitterd na het incident. Hij vraagt zich nu dan ook af of het niet de bedoeling was om Bonkoffsky op die manier te rekruteren. "Misschien zaten collega’s van hem op dat moment al bij de bende. Als hij dan geschorst werd bij de elitegroepen, zouden ze hem gemakkelijk kunnen oppikken." Na zijn ontslag bij de Groep Diane werd Bonkoffsky rijkswachter in Aalst, waar hij zijn loopbaan eindigde als wijkagent.

    In 1991, zes jaar nadat de Bende van Nijvel voor het laatst heeft ­toegeslagen, leerde hij Denise Vandyck (57) kennen in café De Witte Hond in Dendermonde. Bonkoffsky bleek een vaste tooghanger die whisky en Hoegaarden als water verslond. In 1992 trouwde het koppel. Alleen al het huwelijksfeest bleek een totale ramp. Met een ­bruidegom die, hevig aangeschoten, voor de ogen van dertig genodigden met het servies smeet. Omdat zijn nieuwe schoonvader vriendelijk had geweigerd om naast zijn moeder te gaan zitten. "Hij is die avond afgevoerd door zijn eigen collega’s van de rijkswacht. Stel je die scène voor", zegt Denise. Meermaals moest ze hem diep in de nacht gaan ophalen, ergens ladderzat uit de kantine van de Aalsterse politiebrigade gesukkeld. "Samen met zijn maten van de rijkswacht zoop hij daar goedkope whisky." Iets wat hij destijds ook steevast ’s ochtends, voor de nieuwe shift begon, deed. "Chris was toen al alcoholverslaafd en begon de dag steevast met jenever. Er was geen houden aan." Het huwelijk hield amper 3 maanden stand. "Hij had af en toe zijn goede momenten, maar eigenlijk was hij één dronken vat vol frustratie. Iemand die niet graag over zijn verleden praatte. Al zei hij ook wel soms dat hij fier was op zijn tijd bij de Groep Diane."

    Eind de jaren ’70, begin jaren ‘80 was Chris Bonkoffsky actief in het carnavalsmilieu van Dendermonde. Zo was hij ondervoorzitter van de carnavalsvereniging 'de Tijlvrienden'. Verkleed als olijke piraat, paradeerde hij als 'Gille' met zijn maten door de straten van Dendermonde. "We zaten vaker wel dan niet samen aan de toog", zegt een vriend uit die tijd. "Chris was iemand die niet opviel. Ne zenuwachtige tiep, dat wel. Kon geen twee minuten stilzitten op zijn stoel. Hij had een zwarte band in karate, jiujitsu en judo. En hij ging heel erg op in zijn gevechtssporten. Ik zag hem soms met zijn blote vuisten tegen een bakstenen muur kloppen. Om zijn vuisten te harden, zei hij dan. Ook zijn ex-vrouw Denise herinnert zich zijn fascinatie voor gevechtsport. "Hij was daar maniakaal mee bezig. Vandaar ook de twee samoeraizwaarden in de slaapkamer. Toen ik op een dag zei dat ik vreesde dat die zwaarden op een nacht op onze hoofden zouden vallen, zei hij iets heel eng: Je moest eens weten wat hier allemaal in huis verstopt ligt."

    Bonkoffsky pensioneerde in 2011 als lokaal politieagent en overleed op 14 mei 2015 op 61-jarige leeftijd in Aalst. Hij werd door zijn toenmalige huisgenoot dood aangetroffen. Volgens zijn omgeving was hij toen vereenzaamd en alcoholist.

    Bronnen: Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, De Morgen











    24-10-2017 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (19 Stemmen)
    Categorie:Bende van Nijvel
    Tags:Bende van Nijvel, Christiaan Bonkoffsky, Chris Bonkoffsky, roofmoord, overval, banditisme, Tueurs du Brabant, Delhaize, Aalst, Reus, Killer, riotgun, Dendermonde, Groep Diane, Staatsveiligheid, Delta-cel, Tijlvrienden, carnaval, piraat, Bouhouche, Beijer
    >> Reageer (1)
    12-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het mysterie rond de verdwijning van Tamara Morris
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tamara Morris (26) werd op vrijdag 17 maart 2006 het laatst gezien door haar vriend Frank Verbiest, toen die rond 8.40 uur 's ochtends de gezamenlijke woning in Aarschot verliet. De jonge vrouw had een dag vrijaf genomen zodat ze boodschappen kon doen ter voorbereiding van het weekend en het koppel had voor de lunch afgesproken in een café in de buurt van de woning. Daar kwam Tamara nooit opdagen. De toestand van het appartement deed vermoeden dat ze halsoverkop was vertrokken, maar enig ander aanknopingspunt was er niet.

    Het Leuvense gerecht nam de verdwijning onmiddellijk zeer ernstig en organiseerde verschillende zoekacties, die allemaal zonder resultaat bleven. Het laatste signaal van haar gsm werd opgevangen in de buurt van Linden, een deelgemeente van het Vlaams-Brabantse Lubbeek op zowat 20 kilometer van haar woonplaats. Maar behalve dat er een logistiek magazijn van haar vroegere werkgever in de buurt van het gsm-signaal ligt, konden geen andere sporen gevonden worden.

    Zeven maanden na haar verdwijning vonden wandelaars de portefeuille van de jonge vrouw in het Chartreuzenbos in Holsbeek. Onderzoek wees uit dat de portefeuille er maar een dag had gelegen, maar ook dat leverde geen verdere aanwijzingen op.

    Nog enige tijd later, net een jaar na haar verdwijning, werd de gsm van Tamara herkend op het netwerk in de regio Namen, weliswaar met een andere simkaart. De nieuwe eigenaar kon aantonen dat hij het toestel op een tweedehandsmarkt had gekocht zodat ook dit spoor doodliep. Sindsdien was het stil rond de verdwijning, ook al probeerde haar vriend Frank Verbiest de aandacht gaande te houden via zijn website zoektamara.be.

    Stoffelijke resten gevonden na 3 jaar

    Het was de hond van een lerares die op dinsdag 10 maart 2009, laat in de namiddag in het bos van Forkechamps, in Tinlot (bij Hoei), op de stoffelijke resten van Tamara Morris botste. Volgens de vrouw lag er een skelet, half verscholen tussen bladeren en braamstruiken. Naast de beenderen lag een beha, precies opgevouwen. De vrouw belde de politie. De speurders kamden het terrein uit en vonden een rits en enkele juwelen: een armband en twee oorbellen. Eentje daarvan met een kruisje als hanger. Tamara's vriend Frank herkende het juweeltje. Ook Betty Aerts, de moeder van Tamara, bevestigde dat het juweel van haar dochter was: "Het was een cadeau voor haar plechtige communie. Ze deed het nooit uit. Mijn zoon van 19 draagt het andere kruisje." Een dag later bevestigde DNA-onderzoek formeel dat het effectief om de vermiste Tamara Morris ging.

    Hoe Tamara Morris om het leven is gekomen en hoe haar lichaam in Hoei is terechtgekomen, blijven echter tot de dag van vandaag onbeantwoorde vragen. "De lijkschouwing heeft geen duidelijk waarneembare sporen van geweld aangetoond," verklaarde Patrick Vits, woordvoerder van het Leuvense parket. Verder konden de deskundigen ook niet met zekerheid zeggen of Tamara Morris werd misbruikt voor haar dood. Maar het feit dat haar beha naast haar lag, laat vermoeden van wel. Op haar lichaam zijn verder geen sporen gevonden van messteken of schotwonden. Wurging is wel mogelijk, maar het strottenhoofd bleek niet beschadigd. Verder vermoeden de speurders dat Tamara kort na haar verdwijning in maart 2006 gestorven is.

    Kwaad opzet

    Tamara's vriend Frank is er altijd van overtuigd geweest dat er kwaad opzet in het spel was. "Sommige mensen gaan er van uit dat ze is weggelopen of dat ze zich van het leven beroofde. Maar iedereen die Tamara goed kent, weet dat dat onzin is. Er waren geen relatieproblemen. We stonden op het punt een huis te bouwen, hadden net onze zomervakantie gepland", vertelde hij enkele weken na haar verdwijning. Ook de moeder van Tamara zegt dat ze nooit heeft geloofd dat haar dochter was weggelopen om een nieuw leven te beginnen. "Ze was zo niet: weglopen zonder iets te zeggen. We hebben dat nooit normaal gevonden. Plots was ze weg. Zonder geld. En ze had haar bed niet opgemaakt. Dat was niets voor Tamara. We hebben haar écht overal gezocht. Vergeefs."

    Ook het gerecht gaat nu uit van kwaad opzet. "Alleen al door de afgelegen locatie waar ze is gevonden", zegt Patrick Vits van het parket in Leuven. Tamara had geen enkele link met Hoei, waar haar lichaam werd gevonden. Een jaar na haar verdwijning werd haar gsm gevonden in Andenne, dat is niet zo ver van Hoei. Wellicht is dat geen toeval. Daar had iemand haar toestel verpatst op een rommelmarkt.

    Het telefonieverkeer van Tamara werd onderzocht. Behalve haar broer en haar vriend Frank heeft niemand Tamara die vrijdag gebeld. De dader moet dus iemand geweest zijn die aan haar deur heeft gestaan. Er zijn geen sporen van geweld gevonden. Tamara moet die persoon dus gekend hebben, want ze is vrijwillig meegegaan. Het hele huis lag er wanordelijk bij. Ze is dringend voor iets weggeroepen en was niet van plan om lang weg te blijven.

    Na de arrestatie van seriemoordenaar Ronald Janssen begin 2010, werden alle onopgeloste moorden van de voorbije jaren nog eens van onder het stof gehaald. Maar al vrij snel werd duidelijk dat Janssen niet de moordenaar van Tamara Morris kon zijn.

    Het is nu al meer dan 10 jaar geleden dat Tamara verdween. Frank Verbiest heeft ondertussen een nieuw leven opgebouwd. Hij woont ook niet meer in hun vroegere stek. Toch blijft hij het onderzoek van nabij opvolgen. "Elk jaar ga ik het dossier inkijken en hoop ik dat er een nieuw element opduikt", zegt hij. Maar vermits het om een lopend gerechtelijk onderzoek gaat, waarin nog steeds onderzoeksdaden worden verricht, is het parket bijzonder karig met informatie. "Ergens loopt er nog steeds iemand rond die de moord op Tamara op zijn geweten heeft. We weten ook nog altijd niet waarom ze dood moest. Dagelijks passeer ik wel een aantal keer aan onze vroegere woonst. Maar op een gegeven moment moet je verder, anders ga je er zelf onderdoor", besluit hij.

    Bronnen: Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, De Standaard, Gazet van Antwerpen

    12-09-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (30 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Tamara Morris, verdwijning, vermist, moord, onopgelost, cold case, Aarschot, Chartreuzenbos, Lubbeek, Holsbeek, Linden, Forkechamps, Tinlot, Hoei, Andenne, gsm, Ronald Janssen, Frank Verbiest, Betty Aerts, Patrick Vits
    >> Reageer (0)
    19-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De moord op Carola Titze
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Deze week is het 20 jaar geleden dat de zaak-Dutroux uitbarstte. Op 15 augustus 1996 werd de zes dagen tevoren ontvoerde Laetitia Delhez bevrijd uit een kelder in het huis van Marc Dutroux in Marcinelle, samen met Sabine Dardenne, die er ook al bijna drie maanden opgesloten zat. Na de euforie over de goede afloop van deze twee verdwijningszaken kwam de ontnuchtering. Op 17 augustus werden de lichamen van Julie en Mélissa opgegraven in de tuin van een huis dat Dutroux bezat in Sars-la-Buissière, en nog twee weken later de lichamen van de vermiste meisjes An en Eefje. Dit zijn feiten die in het collectieve geheugen van zowat elke Belg zitten.

    Maar wat weinigen zich wellicht nog herinneren is dat er op 11 juli, een maand vóór de lichamen van Julie en Mélissa werden ontdekt, nog een ander lichaam werd teruggevonden. Het gaat om de 16-jarige Carola Titze uit Duitsland die een week eerder op onrustwekkende wijze verdween in De Haan. Er werden echter nooit bewijzen gevonden om ook deze moord aan de bende van Dutroux te linken en de zaak-Titze werd na verloop van de jaren geklasseerd als 'cold case'. Tot op de dag van vandaag werd de moordenaar van Carola nooit gevonden.

    Sunparks De Haan

    Vrijdag 28 juni 1996. Het belooft een mooie zomer te worden voor de Vlaamse kust. Rainer Titze uit het Duitse Vechta, zo'n zestig kilometer van Bremen, heeft met zijn vrouw, zoon en dochter Carola een bungalow in het vakantiepark Sunparks in De Haan gehuurd. Ze willen tot 12 juli aan onze kust van een deugddoende vakantie genieten.

    Carola – 1,70 meter groot, slank, lang donkerbruin haar, bruine ogen en lange wimpers – heeft al een mooi zomerkleurtje als ze op vrijdag 5 juli rond 9.45 uur Sunparks verlaat voor een wandeling naar het strand. Ze belooft haar ouders tegen de middag terug te zijn en maakt een afspraak met een vriendin om in de loop van de namiddag te gaan zwemmen. Om 10 uur ziet een vader van een vriendinnetje haar weggaan. Maar Carola keert niet terug naar bungalow 612. Ook 's anderendaags niet. Even wordt nog gedacht dat Carola met vrienden naar het festival van Rock Torhout is vertrokken. Maar als ze ook na het weekend nog altijd spoorloos blijft, verspreidt het parket van Brugge een opsporingsbericht.

    Als ook dat zonder gevolg blijft en Carola evenmin in Duitsland opduikt, worden de grote middelen ingezet. Een honderdtal mariniers van de Belgische Zeemacht, agenten van de politie van De Haan en van de gerechtelijke politie van Brugge starten op 11 juli een grootscheepse zoekactie in de buurt van het vakantiedomein Sunparks. De dichtbegroeide bosjes en het struikgewas tussen het vakantieoord en de duinen van De Haan en Wenduine worden centimeter per centimeter uitgekamd.

    Kort na de middag klinkt een vreselijke gil: "Een lijk!" Het is dat van Carola Titze. Het lijk ligt op amper 40 meter van het wandelpad dat veel gasten van Sunparks en de camping ernaast gebruiken om naar het strand te gaan. De politie heeft alle moeite om vader Rainer in bedwang te houden. Hij wil zijn kind zien, maar het lichaam is te vreselijk verminkt. Haar lichaam is zo zwaar toegetakeld dat de precieze doodsoorzaak moeilijk te achterhalen is, maar wellicht werd Carola gewurgd. Carola droeg nog steeds de kleren die ze aanhad bij haar verdwijning.

    De zoektocht naar Carola maakt plaats voor die naar haar moordenaar. Al snel werd de link gelegd met Marc Dutroux en Lelièvre. An en Eefje werden immers in Oostende gekidnapt, wat niet zo bijster ver is van De Haan. Maar als blijkt dat Carola het laatst is gezien in discotheek The Deep in het gezelschap van een jonge Duitser, spitst het onderzoek zich op die piste toe. Ook de dagen voordien is Carola al in zijn buurt gezien.

    Robotfoto

    Het gerecht verspreidt een robotfoto van de jonge kerel, die gezien zijn accent wellicht uit het voormalige Oost-Duitsland stamt. Hij pochte met zijn strafrechtelijk verleden in Duitsland en beweerde onder begeleiding van de sociale dienst van de jeugdrechtbank in De Haan te verblijven. Wellicht logeerde hij in een stacaravan of mobilhome in het gezelschap van twee andere jongens en een begeleider.

    Maar de nauwe samenwerking tussen de Belgische politiediensten en de Duitse Kriminalpolizei, en de opsporingsberichten in de Belgische en Duitse media, leiden niet tot een spoor van de lustmoordenaar. Ook niet als in 2001 Brugse speurders nog eens op onderzoek gaan naar Duitsland met foto's die vijf jaar eerder zijn genomen in de dancing waar Carola is gezien. Mogelijke getuigen worden in het Duitse opsporingsprogramma Kripolife opgeroepen zich te melden, maar de gouden tip blijft uit.

    Mobilhome van Dutroux?

    In mei 2009 komt de moord op Carola Titze opeens weer in het nieuws, als een anonieme speurder van de Zeemacht zich bij het zien van een reportage over Dutroux op France 2 opeens meent te herinneren dat hij destijds in De Haan een mobilhome heeft gezien die heel sterk op die van Marc Dutroux geleek. "Het was hetzelfde voertuig. Een grote Amerikaanse, in bruin en beige. Maar ik kan nu niet meer zeggen of het om dezelfde mobilhome gaat als degene die ik in de uitzending over Dutroux zag", zei de speurder in La Dernière Heure. "Ik heb me altijd afgevraagd waarom men destijds geen verband heeft proberen te leggen tussen de verdwijning van An en Eefje en de moord op Carola", zegt de man nog. "Ik herinner me de mobilhome in De Haan nog zeer goed. Niet het soort mobilhome dat je op elke hoek van de straat aantreft."

    Er is echter één groot verschil tussen de zaak-Titze en de kindermoorden van Dutroux. Dutroux nam zijn slachtoffers mee om ze nadien te misbruiken. Carola werd op een boogscheut van haar tijdelijk vakantieverblijf gevonden.

    Begin 2010 wordt het dossier Titze opnieuw onder de loep genomen naar aanleiding van de bekentenissen van Ronald Janssen in andere moorddossiers. Janssen pleegde zijn eerste verkrachtingen al toen hij begin de jaren negentig in Leuven studeerde. Het onderzoek leverde echter niets op.

    Nog niet vergeten

    "De zaak Titze is nog niet vergeten", zegt burgemeester Christine Beirens van De Haan. "Het is geen actueel gespreksonderwerp meer, maar iedereen in de gemeente kent de zaak en kan perfect de plaats aanduiden waar het lichaam van de 16-jarige werd gevonden. Preventief kan je echter niet zo veel doen. Tijdens de zomer zijn er in De Haan meer politiepatrouilles. Maar geen enkele kustgemeente kan dergelijke gewelddaden tegenhouden. Niemand is er vrij van. Gelukkig is deze moordzaak niet het eerste waar de mensen aan denken als ze aan onze rustige en groene badplaats denken", besluit Beirens.

    Bronnen: De Standaard, Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws

      
                          Carola Titze                                                        Robotfoto van de vermoedelijke dader

    19-08-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (16 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Carola Titze, Vechta, Duitsland, zaak-Titze, verdwijning, ontvoering, vermist, moord, onopgelost, De Haan, Sunparks, The Deep, Wenduine, Marc Dutroux, Michel Lelièvre, zaak-Dutroux, An en Eefje, mobilhome, Ronald Janssen, Kripolife, Christine Beirens
    >> Reageer (1)
    21-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dode getuigen van Marc Dutroux: Alexandre Gosselin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Het is iets met steentjes in de borststreek geweest, of zoiets. In de dan nog anonieme rue Daubresse in Jumet krijgen de buren in de zomer van 1995 van dochters Francine en Yvette te horen dat de operatie is mislukt en dat ze de lieve oude man nooit meer zullen zien. Een inwendige bloeding tijdens de operatie. Maar hun vader, zeggen ze, had toch een lang en mooi leven gehad. In een stad als Charleroi zijn mensen geneigd direct te tekenen voor een leeftijd van 89 jaar.

    Alexandre Gosselin had in de jaren dertig een lapje grond gekocht in de toen nog niets dan levenslust uitstralende straat in het centrum van Jumet. Hij had er zijn eigen atelier opgetrokken en het huisje verbouwd. Metaal bewerken, dat was zijn leven. 'Mensen zoals ik gaan niet op pensioen', zei hij vaak. Mijnheer Gosselin was perfect gelukkig met wat hij had opgebouwd, en hoe hij dat had gedaan. Hij had 48 vrienden zien sterven aan long- en andere aandoeningen die volgens hem verband hielden met de chemische troep uit de fabrieksschouwen. Hij was milieubewust voor iedereen dat zo'n beetje werd. In zijn atelier kon je van de grond eten. Hij kweekte groenten in zijn tuintje en sprak kennissen aan over de kwaliteit van hun voedsel. Alexandre Gosselin bezat twee huizen in de rue Daubresse: het grote, met het bijhorende atelier op het nummer 63-65 en de houten chalet op het nummer 67. Wie de man in de laatste jaren van zijn leven zag, vermoedde een kwieke zeventiger, of misschien zelf een zestiger. Alexandre was veel ouder. Op 13 januari 1993, goed twee jaar voor hij zou gaan, was zijn vrouw gestorven. Ze was al een poosje ziek. Veel andere oude mannen gaan er op zo'n moment onderdoor, hij niet. Hij zag het enkel als een signaal om het wat rustiger aan te gaan doen, en besloot zijn atelier te verkopen.

    De koper heette Bernard Weinstein. De Fransman wordt tot vandaag door Marc Dutroux omschreven als 'de beste vriend die ik ooit had', ook al vermoordde Dutroux hem eind 1995 eigenhandig. Ja, zegt hij, omdat Weinstein een van de twee mannen was die hem in juli 1995 de in Grâce-Hollogne ontvoerde achtjarige meisjes Julie Lejeune en Melissa Russo 'brachten' en kort daarop in paniek raakte. 'Na enkele weken, twee maanden ongeveer, wou hij dat de meisjes verdwenen', zegt Dutroux. 'Ik denk dat hij hen wou doden. Hij zei me dat hij bereid was om dat te doen.' En dus moest de boeman dood.

    Op 31 januari 1992, heeft Weinstein 1 miljoen frank betaald aan Alexandre Gosselin. De oude man trekt zich terug in de chalet. Ruimte zat daar, voor hem alleen. 'Aanvankelijk was de verstandhouding tussen mijn vader en Weinstein goed', zegt dochter Francine Gosselin. 'Dat verminderde toen mijn vader op een dag politiemensen in de tuin van Weinstein bemerkte. Weinstein zei dat hij was betrapt bij het stelen van een graafmachine samen met een vriend, die hij evenwel niet had verklikt. Mijn vader heeft toen geprobeerd om hem terug op het rechte pad te brengen. Ze woonden vlakbij elkaar, mijn vader nodigde Weinstein regelmatig uit om bij hem tv te komen kijken en gaf hem vaak wat te eten en te drinken.' Volgens dochter Francine bekoelde de vriendschap snel.

    Haar vader haalt op zeker ogenblik een tweede wapen in huis en legt het schietklaar onder zijn bed. Wie of wat hij vreest, daarover kan weinig twijfel bestaan: 'Hij legde me uit dat Bernard Weinstein er vaak 's nachts op uit trok', zegt Francine. 'Hij vond dat verdacht. Enkele weken voor zijn dood vertelde mijn vader me dat Weinstein een rode pastille in de waterbak van zijn hond had gelegd. Volgens wat mijn vader vertelde, zat Weinstein in de zetel en liet hij zijn arm op een bizarre manier tot boven de bak hangen. Toen de hond weigerde van het water te drinken, vond mijn vader dat vreemd en ontdekte hij de rode pastille op de bodem. Hij was erg boos. U moet weten dat zijn hond zijn hele veiligheid betekende (...). Hij vertelde me ook hoe op zekere dag de hond in het holst van de nacht blafte. Mijn vader werd gewekt en nam zijn geweer. Hij opende het raam en hoorde Weinstein roepen: "Niet schieten, ik ben het." Mijn vader vond het gedrag van Weinstein bijzonder vreemd.'

    Het is 28 juni 1995 wanneer mijnheer Gosselin met hevige pijnen naar het Hôpital Civil in Charleroi wordt overgebracht, waar hij twee dagen later zal worden geopereerd en op 4 juli zal sterven. Op 24 juni 1995, vier dagen daarvoor, zijn Julie en Mélissa ontvoerd. Nog anderhalve maand later, in de nacht van 22 op 23 augustus, schaken Marc Dutroux en Michel Lelièvre in Oostende An Marchal en Eefje Lambrecks. De stoffelijke resten van de twee Hasseltse meisjes worden een jaar later ontdekt onder een laag beton in het atelier in de rue Daubresse 63-65.

    Reeds voor papa's dood, zegt Francine Gosselin, liet Bernard Weinstein heel duidelijk verstaan dat hij graag ook de houten chalet wou: 'Daardoor was mijn vader een beetje geprikkeld. Weinstein had al voorstellen gedaan. Hij wou absoluut het huis van mijn vader, om alle ongemakken met de buren te vermijden en om wat comfortabeler gehuisvest te zitten.'

    We mogen aannemen dat dat laatste de verklaring is die Weinstein zelf opgaf, en enige verwondering is dan wel op zijn plaats. Weinstein groeide op als clochard aan de oevers van de Seine in Parijs, en bleef zich zijn hele leven als dusdanig gedragen. Hygiëne was voor hem een abstract begrip, het liefst omringde hij zich met rotzooi en verkoos hij een zo klein mogelijke ruimte om in te leven. Toen de twee dochters op 31 oktober 1995 met Weinstein in de chalet hadden afgesproken om de verkoop te regelen, merkten ze dat hij alvast allerlei spullen naar binnen had gesleept en vanop het nog aangesloten telefoontoestel vrolijk converseerde met - naar achteraf bleek - Marc Dutroux en de moeder van Michel Lelièvre. Weinstein, de man die ze altijd hadden gekend als een marginale sukkel, scheen nu goed te boeren. In de chalet bemerkten de zussen een reusachtig tv-toestel met een plat beeldscherm, een ding dat in 1995 een vijfde moet hebben gekost van wat Weinstein voor de chalet wou betalen: 500.000 frank. De verkoop zou niet doorgaan. In het BBL-kantoor in Lodelinsart bleek dat de hem door zijn moeder vanuit Parijs beloofde storting van 500.000 frank nog niet was aangekomen. Weinstein ondertekende een intentie tot aankoop die geldig bleef tot 15 november, en liet daarna niks meer van zich horen. Hij zou immers worden gedood door zijn 'beste vriend'. Bij gebrek aan nieuws verkochten de dochters de chalet dan maar aan een ander.

    Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen we stellen dat de resten van An en Eefje in de rue Daubresse werden begraven in de periode waarin Weinstein er de alleenheerschappij had over de twee huizen. Had Alexandre Gosselin op dat ogenblik nog geleefd, dan was hij een hoogst vervelende getuige geweest. Het is ook in deze periode, begin november 1995, dat Dutroux en Weinstein de chalet gebruikten om er drie jongelui te gijzelen en te verdoven.

    'Mijn vader is een natuurlijke dood gestorven', zegt Francine Gosselin. 'Er is geen enkel element dat me doet denken aan een verdachte dood. Het is niet in een operatiezaal dat figuren als Weinstein of Dutroux zullen toeslaan.' Toch denkt niet iedereen er zo over. Peter Rochow, een van de verdachten in het luik-autozwendel van het dossier-Dutroux en vader van een van de drie gegijzelde jongelui, was een oude kennis van Gosselin. Ook Dutroux kende hij, en ook diens vaardigheden als self made pillendokter. 'Alexandre Gosselin verkeerde in goede gezondheid, zowel fysiek als mentaal', zegt Rochow. 'Volgens mij had hij honderd jaar moeten worden. Hij hield een groot schrift bij, waarin hij alle mogelijkheden tot het beperken van pollutie noteerde. Hij was erg hygiënisch en lette heel erg op zijn gezondheid. Als ik nu de evolutie in de zaak Weinstein-Dutroux zie, stel ik me vragen over de doodsoorzaak van mijnheer Gosselin.'

    In de nacht van 2 op 3 januari 1997, vier maanden na de ontdekking van de stoffelijke resten van An en Eefje, komt een onbekende de houten chalet in brand steken. Een boze burger, verblind door woede over al wat hier was gebeurd, zo wordt gedacht. Paul Marchal, de vader van An, is niet overtuigd. De huizen in de rue Daubresse zijn hem door de jaren heen blijven intrigeren. Wanneer hij zich rot voelt, stapt hij wel eens in de auto, rijdt hij naar Jumet en maakt hij een praatje met de buren. Per slot van rekening situeert zich hier het laatste teken van leven van zijn dochter naar wie hij een jaar lang elke dag heeft gezocht. Meer dan eens sprak Paul Marchal Langlois aan over de brand. Hij kreeg te horen dat de zaak in handen lag van het parket in Charleroi, en dat de dader nog niet was gevonden. Ten einde raad trok hij zelf wat op onderzoek. 'Degene die de chalet in brand stak, heeft dat op een erg professionele manier gedaan', weet hij inmiddels. 'Dit was geen impulsieve gek die na een nachtje stappen een blik benzine en een aansteker uit zijn schuur haalde. Twee meter naast die chalet stond een ander houten gebouw. Mensen die hier wat vanaf weten, verzekeren me dat het een hele kunst is om een brand zo efficiënt te plannen.'

    Voor Paul Marchal kan er weinig twijfel over bestaan: in de rue Daubresse lagen nog sporen, en die zijn begin 1997 uitgewist. Niet alleen door die brand. 'Kort daarna, zo vertelden de buren me, is daar dan op een nacht een man aangekomen met een professionele graafmachine. Die kwam daar wat in de grond woelen, iets zoeken, zo mag je veronderstellen. Dat werd opgemerkt door buurtbewoners, die de rijkswacht belden. Die kwam ook ter plaatse. Ik stelde er vragen over aan Langlois. Hij antwoordde dat hij hier niets van afwist.' Want ook de brand behoort, strikt juridisch gesproken, niet tot het thema van zijn onderzoek.

    Het lijk van Alexandre Gosselin kon niet worden onderzocht door justitie. Het werd op 6 juli 1995 gecremeerd. De oude man had daar zelf op aangedrongen. Crematie, zo had hij gezegd, is milieuvriendelijker.

    Auteur: Douglas De Coninck (uit het boek 'Dode Getuigen: dertig mensen die niet zullen spreken op het proces-Dutroux', uitgeverij Houtekiet)


    Enkel een sober monument verwijst vandaag nog naar de plaats aan de rue Daubresse
    in Jumet waar in 1996 de lichamen van An Marchal en Eefje Lambrecks zijn gevonden.

    21-04-2016 om 15:14 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (13 Stemmen)
    Categorie:Affaire Dutroux
    Tags:Marc Dutroux, Bernard Weinstein, Alexandre Gosselin, dode getuigen, rue Daubresse 63-65, Jumet, Charleroi, chalet, graafwerken, An Marchal, Eefje Lambrecks, An en Eefje, Michel Lelièvre, Peter Rochow, proces-Dutroux, Jacques Langlois, Paul Marchal
    >> Reageer (0)
    18-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De moord op Christine Van Hees
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Die avond beleeft brandweerman Norbert Vanden Berghen het meest bewogen moment uit zijn loopbaan. 'De telefoon stond al de hele dag roodgloeiend. We hadden verschillende branden en ongelukken, op een gegeven moment zelfs drie tegelijk.' Het is maandag 13 februari 1984. Om 20.47 uur komt er via de 906-lijn weer een melding. Er zijn rookwolken gezien in het oude vervallen herenhuis op het terrein van de oude champignonkwekerij in Oudergem, vlakbij de campus van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Nog voor de brandweer ter plaatse is, wordt al een tweede brand gemeld, daar vlakbij. Ook uit de keldermond van de champignonkwekerij zelf komt rook.

    Terwijl de ene ploeg het verlaten herenhuis doorzoekt, daalt de andere met zaklampen af in de kelder. Luitenant Vanden Berghen behoort tot de tweede ploeg. 'We zagen een smeulende stapel houten kistjes. Omdat het vuur bijna was uitgedoofd, schopten we ertegen.' Wat dan tevoorschijn komt, zal voor eeuwig op het netvlies van de brandweerman gebrand blijven. Hij ziet een verkoolde menselijke romp. Een deel van het hoofd is weggebrand. Van handen en voeten blijft weinig over. 'Het was een meisje. Ze lag op haar buik, ze was naakt. Armen en benen waren aan elkaar gebonden met ijzerdraad, dat ook rond haar hals zat gedraaid. Haar benen waren naar achteren gebogen. Verschrikkelijk.'

    In de smeulende hoop vinden de deskundigen van het Brusselse parket wat persoonlijke bezittingen van het slachtoffer: juwelen, verkoolde stukjes van een T-shirt, een bh. De speurders staan voor een raadsel. Hun eerste indruk is dat het slachtoffer uit vrije wil met haar moordenaars is meegegaan. Voor het gezelschap in de kelder afdaalde, is het slachtoffer blijkbaar nog in het huis geweest waar de eerste brandhaard was ontdekt. Ook daar zijn voorwerpen gevonden die verband lijken te houden met de moord.

    Wanneer Pierre en Antoinette Van Hees de volgende avond op RTL melding horen maken van de ontdekking van het lijk van een meisje, enkele straten verderop, slaat hun de schrik om het hart. Hun dochter Christine (16) is de vorige avond niet thuisgekomen. Er verstrijkt nog anderhalf etmaal alvorens de Brusselse gerechtelijke politie (GP) de uitbaters van de krantenwinkel op de Diamantlaan uitsluitsel kan komen brengen: het was hun dochter Christine. De ouders moeten stukjes schoolschrift en juwelen gaan identificeren. Het lijk krijgen ze niet te zien. Daar is reden toe. In hun autopsieverslag wagen de onderzoeksartsen Rillaert en Voordecker zich niet aan een uitspraak over de doodsoorzaak. Alvorens te worden verbrand, is het meisje zo veelvuldig en op zo veel plaatsen mishandeld, dat met geen mogelijkheid kan worden gezegd welke foltering haar fataal geworden is. In zijn eerste rapport vermeldt dokter Voordecker sporen van wurging. Later doen de artsen in hun verslag, terloops, nog een vaststelling: het slachtoffer menstrueerde niet op het moment van overlijden. Het is een klein detail dat pas dertien jaar later van belang zal blijken. De ouders krijgen nog een tweede schok te verwerken. Hun dochter is die ochtend niet naar school geweest. Men zegt dat ze wel vaker spijbelde.

    Het was de periode van de new wave. Christine Van Hees was een dromerige tiener. Ze hield van U2 en voerde in de maanden voor haar dood met haar ouders meer dan één discussie over kleding en uitgaan. Christine was ook een sportief meisje. Eens per week ging ze schaatsen of zwemmen. Ze ging naar school in Anderlecht, waar ze veel vrienden had. Het laatste teken van leven gaf ze die namiddag omstreeks 17.20 uur aan twee vrienden in de Wayezstraat te Anderlecht. Ze maakte een praatje met haar vriendin Chantal en toonde de laarzen die ze diezelfde ochtend had gekocht (of gekregen van iemand). Tijdens dit gesprek merkte ze Didier op, haar vroegere scoutsleider. Chantal en Didier zagen Christine naar het metrostation Sint-Guidon stappen. Van daaruit was het een halfuurtje rijden tot aan station Pétillon, vlakbij haar huis. Het moet allemaal snel gegaan zijn. Bewoners van de Strategiestraat hoorden om 18.50 uur het gegil van een meisje. Wat ze hoorden, klonk als: 'Non, pas ça! Arrêtez! Maman!'

    Wie in het midden van de jaren tachtig aan de VUB studeerde, kent de urban legend. Hier hebben dolgedraaide punkers een satanische offermis opgevoerd. De zaak lijkt simpel. De al sinds mensenheugenis leegstaande champignonkwekerij is in 1984 een wildernis van puin. Geregeld komen punkers er jointjes roken, alvorens naar het Kultuurkaffee te trekken. In zoverre hij daar tijd voor kan vrijmaken, is dit het spoor waar de Brusselse onderzoeksrechter Eloy zich in vastbijt. Eloy is bij het Brusselse parket ook verantwoordelijk voor de zoektocht naar de linkse terreurgroep CCC. Dat is veel voor één mens. Eloy krijgt een hartaanval, en later ook een zenuwinzinking.

    De Irokees

    Op 1 oktober 1985 wordt de zaak in handen gegeven van de nieuwe, veelbelovende onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen. Van Espen erft een dossier met een hoofdverdachte. Het is Serge Clooth, één van de punkers die vaak in de oude champignonkwekerij werden gezien. Clooth, bijgenaamd 'de Irokees', is een markante figuur. Knalrode hanenkam, legerlaarzen, verslaafd aan lijm. In 1983 heeft Clooth twee maanden gevangenisstraf opgelopen voor een gewelddadige diefstal. Later volgt een veroordeling wegens desertie. Op 13 september 1984 wordt hij gearresteerd op verdenking van de moord op Christine Van Hees. Bij een huiszoeking is op zijn kamer een schoolschrift van haar aangetroffen. Clooth ontkent, bekent, ontkent, bekent, ontkent... Zijn advocaat wijt de wispelturigheid van zijn jonge cliënt aan het feit dat de GP bekentenissen beloont met drugs. Komen die er niet, dan zegt Clooth dat hij van niks weet. Er is slechts één constante factor in zijn verklaringen: hoe dat schriftje op zijn kamer kon belanden, is hem echt een raadsel. Hij vermoedt dat iemand het daar heeft gelegd om hem 'erin te luizen'. De punker zal zestien keer worden verhoord, elf keer zijn versie wijzigen en drie jaar, twee maanden en vier dagen in voorarrest zitten.

    In verslagen van psychiaters heet het dat Serge Clooth 'ernstig mentaal gestoord' is en 'geen controle heeft over zijn daden'. Wanneer Clooth op 17 november 1987 wordt vrijgelaten en ontslagen van rechtsvervolging, is Didier de Quévy zijn advocaat geworden. De Quévy trekt naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waar de Belgische staat in 1991 veroordeeld wordt wegens het overschrijden van de redelijke termijn van voorhechtenis. De Quévy verdedigt in die tijd wel meer marginalen. Hij is ook de raadsman van een zekere Marc Dutroux uit Marcinelle.

    Begin 1992 heropent de Brusselse GP het onderzoek naar de moord op Christine Van Hees van voor af aan. Voor het eerst wordt moeder Antoinette Van Hees verhoord en komt er een buurtonderzoek. Dat leidt tot een nieuw spoor. Vier jaar lang zal er nog worden gezocht naar de eigenaar van een zwarte auto met een gouden adelaar op de motorkap. Omwonenden zagen zo'n auto in de dagen voor de moord verdachte rondjes maken. Ook dit spoor loopt dood.In juni 1996 krijgen de ouders bericht van het Brusselse parket. Het dossier wordt gesloten. 'In hun brief hadden ze het over uw dochter Claudine', herinnert Pierre Van Hees zich. 'Om u een idee te geven hoe intens ze met de zaak bezig waren.'

    Op woensdag 4 september 1996 heeft onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte in Neufchâteau een onderhoud met rijkswachtadjudant Patriek De Baets van de financiële sectie (3COS) van de Brusselse Bijzondere Opsporings Brigade (BOB). De Baets is een Vlaming. Hij leidt het onderzoek naar de financiële handel en wandel van Marc Dutroux. De telefoon rinkelt. Ene 'Tania uit Gent' tracht Connerotte iets duidelijk te maken, maar haar Frans is even onbegrijpelijk als zijn Nederlands. Connerotte geeft de lijn door aan De Baets. Via Tania komt De Baets in contact met een meisje dat 'iets wil zeggen over Michel Nihoul'. Het meisje heeft meer te vertellen dan dat, zo blijkt snel. Gezien haar verzoek tot anonimiteit wordt ze in de processen-verbaal X1 gedoopt. 'Wij staren in de afgrond', verklaart Marc Verwilghen, voorzitter van de enquêtecommissie in de zaak-Dutroux, wanneer hij eind 1996 via via melding heeft horen maken van de getuigenis van X1. Tijdens een tv-debat voorspelt een journalist van Le Soir dat België niet lang meer zal bestaan. De zaak-Dutroux, legt hij uit, is een detail.

    Getuige X1

    Een kleine, verrassend zelfzekere vrouw van 27 jaar die een compleet ongeloofwaardig levensverhaal opdist. Als baby geplaatst bij haar grootmoeder in Knokke. Daar opgevoed als kindhoertje. Tot haar tiende in Knokke als koopwaar uitgestald in hotelkamers. X1 legt uit hoe ze als puber nu en dan haar aanranders op de televisie zag. Met als ondertitel: minister, burgemeester, baron, of gedelegeerd bestuurder van een bank of een topbedrijf. Dat deze lieden haar verkrachtten, zegt X1, daar viel mee te leven. Moorden, dat was het probleem. Het genot van de cliëntèle ging gelijk op met de angst van het kind. Hun opperste vorm van genot stond gelijk aan de opperste vorm van angst: doodsangst. Voor de praktische organisatie en bewaking van hun uitspattingen deden de notabelen volgens X1 een beroep op kleine criminelen, zoals haar eigen pooier, T., of figuren als Marc Dutroux, Michel Nihoul en Bernard Weinstein. Wat moet je met zo'n getuigenis, in een periode dat het hele land 'tot op het bot' staat te roepen? Onderzoeken, beveelt Connerotte.

    Er is iets dat adjudant De Baets bij het eerste verhoor van X1, op 20 september 1996, opvalt. Ze twijfelt niet. Met een morbide gemak noemt ze namen van vroegere klasvriendinnen die haar verhaal ten dele kunnen bevestigen (en dat ook doen), geeft ze geheime adressen op van notabelen (ze kloppen), beschrijft ze interieurs (ze kloppen) en vertelt ze over 'Marc', die onhandige ellendeling die ze in het begin van de jaren tachtig samen met onder meer 'Mich' over zich heen kreeg. 'Dutroux had twee Duitse herders', flapt X1 eruit. 'Ze heetten Brutus en Sultan.' Wat later wordt bij Marc Dutroux, in de marge van een ander verhoor, geïnformeerd naar zijn honden. Dutroux schrikt op en weigert te antwoorden. Michelle Martin is zich van geen kwaad bewust. Een van de twee honden leeft nog. 'Het beest heeft het huis in Marcinelle bewaakt toen Julie en Mélissa er opgesloten zaten. Hij heette Sultan', zegt Martin. In de pers verschijnt in die dagen veel, héél veel, over Dutroux. De naam van de hond is nooit vermeld. Hoe kan X1 ze dan kennen?

    X1 zal zeventien keer worden verhoord. Elk van deze verhoren zal van de eerste tot de laatste minuut worden gefilmd. Dat gebeurt op advies van experts. X1 lijdt aan wat in de psychologie dissociatie genoemd wordt. Om zich een traumatiserende gebeurtenis te herinneren, moet zij gaan zoeken in een deel van haar geheugen dat ze voor zichzelf heeft afgesloten. Erover praten, doet het slachtoffer de traumatische gebeurtenis herbeleven. Maar X1 weet van wanten. Wanneer ze het moeilijk krijgt, zwijgt ze desnoods uren aan een stuk. Huilen doet ze nooit. 'Ze hebben mij nooit geleerd hoe ik verdriet moet uiten', verontschuldigt ze zich.

    In de avond van 31 oktober, tijdens haar vijfde verhoor, laat X1 de naam Christine vallen. Ze vertelt hoe het meisje, na langdurig te zijn gefolterd, verbrand werd in de kelder van een vervallen pand in het Brusselse. Het gebeurde in de nasleep van een seksfuif die een vol weekeinde duurde en waarop, voegt ze later aan haar relaas toe, eerst haar eigen baby van vijf maanden was gedood. Als straf. Als aanwezigen noemt X1 Michel Nihoul, Marc Dutroux, Michelle Martin, Annie Bouty, T., Bernard Weinstein, een Brusselse advocaat, een koppel uit Gent en 'een onbekende'. X1, in haar verhoor op 31 oktober 1996, procesverbaal nummer 116.988: 'Ze hebben Christine afgemaakt. (...) Dutroux en Nihoul bonden haar op een speciale manier vast. Ik moest een mes in haar vagina steken. (...) Ze zeiden me dat ik haar moest doen zwijgen. Christine werd eerst op een tafel vastgebonden. (...) Ze begeleidden mijn hand, ik werd verplicht haar te wurgen, zo niet dan zou ik hetzelfde lot ondergaan. Christine werd meermaals verkracht. Daarna werd ze losgemaakt, om opnieuw te worden vastgebonden. Handen en voeten werden op haar rug samengebonden. Uiteindelijk hebben ze haar in brand gestoken.' Aan het einde van het verhoor beschrijft X1 het huis waar het gebeurde. Later geeft ze meer uitleg over de aanleiding tot de strafexecutie: 'In het netwerk had je de ervaren meisjes, zoals ikzelf, die al op prille leeftijd door hun ouders waren afgestaan. Je had ook meisjes die waren benaderd door een volwassene, en stap voor stap het netwerk werden binnengeloodst. Wij moesten die meisjes onder onze hoede nemen. Deden ze iets fout, dan werden wij gestraft. Zo werkte het.

    'Met Christine ging het helemaal mis. Ze was onwennig. Drie of vier maanden voor haar dood had ze Nihoul leren kennen. Die heeft haar van alles beloofd. Pas op het laatst heeft ze gemerkt hoe het er er echt aan toeging. Ze wou eruit stappen, vertelde ze me. Ze zei dat ze een dagboek had en dat ze dit op een geheime plek verborgen hield. Ik zei: praat er dan toch over met je ouders en vraag dat ze je beschermen. Ik heb toen de stommiteit begaan dit aan een ander meisje te vertellen. Die had net een pak slaag gekregen omwille van Christine en ging bij Nihoul klikken over dat dagboek. Onmiddellijk hebben ze de executie gepland. Ze moest dood, als voorbeeld voor ons.'

    X1 in haar achtste verhoor, 18 november 1996, proces-verbaal nummer 116.991: 'We werden allebei naakt in een auto geduwd. Na een rit van twintig minuten kwamen we aan op een plaats met veel onkruid en puin. Er hing een vreemde geur, de grond was koud en vochtig. (...) We kwamen terecht in een huis, op een verdieping. Daarna zijn we afgedaald in een grote kelder. Daar werd Christine losgemaakt en dan weer vastgebonden, als een konijn. Ze werd opnieuw verkracht en met een mes bewerkt. (...) Er waren kaarsen. (...) Ze werd door een van de aanwezigen op verschillende plaatsen in haar lichaam gestoken met een stuk metaal dat boven een brandende kaars was verhit. Op een gegeven moment depte iemand het bloed in haar vagina met een Tampax-tampon. (...) Op het einde heeft hij (de advocaat, red.) met zo'n stuk metaal haar hand doorboord. Daarna hebben ze benzine over haar gegoten en haar in brand gestoken.'

    Aan het einde van haar verhoor tekent X1 op een vel papier een plattegrond van het huis waar de folteringen volgens haar plaatsvonden. Wat ze tekent, is een vrij klassiek patroon voor een Brussels herenhuis, een berg puin die een tuin moet zijn geweest en een ingang naar een kelder. Er zijn enkele opvallende details. Drie krulletjes in de keuken stellen vleeshaken voor. De twee vierkantjes zijn houten tafels die door de oude bewoners waren achtergelaten. In wat de hal moet voorstellen, tekent X1 een dikke streep die er dwars doorheen gaat. Dat was een zware metalen buis waar ze bij haar aankomst over was gestruikeld, legt ze uit. Wie op het onzalige idee is gekomen daar een buis aan te leggen, weet X1 ook niet. Voor al wie zich een oordeel wil vormen over de geloofwaardigheid van X1, is het nuttig te weten dat de speurders van de 3COS begin november geen kennis hebben van het onderzoek dat de GP destijds heeft gevoerd. Nadat ze X1 voor het eerst over 'Christine' hoorden praten, zijn enkele BOB'ers wel in de archieven gaan neuzen. Ze vinden wat oude persknipsels terug over de moord op Christine Van Hees. Daar kan X1 haar kennis niet vandaan hebben. De pers geeft de meest uiteenlopende versies over de toestand waarin het lijk is aangetroffen.Op 4 december gaan de speurders op het Brusselse parket het dossier 64/85 van onderzoeksrechter Van Espen ophalen. Wat ze dan te zien krijgen, doet bij enkelen van hen de stoppen doorslaan. Ze vinden een gedetailleerde beschrijving van de voorwerpen die op de plaats van het misdrijf zijn aangetroffen. Er wordt onder meer melding gemaakt van stompjes kaars en een van bloed doordrenkte Tampax-tampon. Het zijn slechts enkele regeltjes in een gerechtelijk dossier dat, opeengestapeld, twee meter hoog is.

    Spijker

    De versie van X1 blijkt op bepaalde punten preciezer dan het oude dossier. Daarin heet het meerdere keren dat Christine Van Hees met prikkeldraad is vastgebonden. In de meeste krantenartikelen was eveneens sprake van prikkeldraad. 'Niet waar', zegt X1. 'Het was een elektrische kabel waarvan het omhulsel is gesmolten.' De speurders trekken naar de griffie van het Brusselse parket en vinden de kabel. Het is een elektrische kabel waarvan het omhulsel is gesmolten. In het autopsierapport wordt met geen woord gerept over een metalen voorwerp dat door de polsen van Christine zou zijn geslagen. Na dagenlang bladeren valt het oog van een BOB'er op het proces-verbaal 30.14.321/84, dat de politie van Oudergem in de avond van 13 februari 1984 heeft opgesteld. Daar staat: 'Un clou est planté dans le poignet gauche'. Wat later vinden ze de spijker op de griffie. Het is een gigantische spijker. Tijdens de verificaties die de speurders van de BOB begin 1997 verrichten, blijkt dat de spijker destijds een punt van discussie is geweest tussen de onderzoeksartsen en de mannen die als eersten ter plaatse kwamen. De Oudergemse politieman De Kock zegt dat hij de artsen heeft gewezen op de spijker, maar dat die hem hebben geantwoord dat ze zelf heus wel wisten hoe ze een autopsie moesten verrichten. Brandweerman Norbert Vanden Berghen en zijn collega Yvan Leurquin worden dertien jaar na de feiten nog eens verhoord. Ook zij spreken van een spijker en zeggen niet te kunnen begrijpen hoe de artsen die konden vergeten.

    Op 21 januari 1997 wordt de 59-jarige José Ginderachter verhoord. Hij is de zoon van de vroegere uitbater van de champignonkwekerij en heeft nog in het herenhuis gewoond. Wanneer de beschrijving van X1 wordt voorgelegd aan Ginderachter, kan deze niets anders zeggen dan: 'Die persoon moet daar geweest zijn.' Of het nu gaat over de drie vleeshaken in de keuken, het motief in de vloertegels, de twee houten keukentafels, een regenton op de binnenplaats of de toegang tot de champignonkwekerij, Ginderachter kan alles alleen maar bevestigen. De man kan ook verklaren waarover X1 die avond is gestruikeld: 'Die buis in de hal, dat was een onderdeel van de oude vloerverwarming die door het verwijderen van een plankenvloer bloot was komen te liggen.' Advocaat van de duivel spelende, zou je kunnen veronderstellen dat X1 ooit in Oudergem verzeild is geraakt en toevallig de oude champignonkwekerij heeft bezocht. Vermeldenswaard is dat X1 op het ogenblik van de feiten 15 jaar oud was en in Gent woonde. De kwekerij werd een jaar later gesloopt om plaats te maken voor een blok sociale woningen. Maar is wat zij vertelt over de daders niet al te kras? Dutroux en Nihoul, samen aan het moorden in 1985? Was het niet zo dat zij elkaar pas in 1995 leerden kennen?

    'Dames en heren, wij hadden X1 niet nodig om deze moord op te lossen', slaat een speurder van de 3COS de leden van de commissie-Verwilghen met stomme verbazing, wanneer hij daar in oktober 1997, achter gesloten deuren, wordt gehoord. De man heeft maandenlang zitten wroeten in het oude dossier van de GP. Zijn conclusie is de volgende: 'De namen van de daders die X1 aanwijst, staan sinds 1984, weliswaar indirect, vermeld in het dossier.' Uit de getuigenissen uit dat jaar blijkt dat Christine van Hees in de maanden voor haar dood een dubbelleven leidde. Ze spijbelde al eerder. Ze kreeg hiervoor, zonder dat haar ouders dit wisten, een ziektebriefje bij dokter Hallard. Op de schaatsbaan had ze volgens vriendinnen en haar broer 'een zekere Marc' ontmoet. Françoise Dubois, de gewezen echtgenote van Marc Dutroux, kan de speurders begin 1997 vertellen dat hij die schaatsbaan regelmatig bezocht. Christine ging ook vaak naar de lokalen van het radiostation van Nihoul. Aan een vriendin had Christine in grote lijnen verteld dat zij met een dubieuze groep volwassenen omging die haar zowel aantrok als afstootte.

    DNA-tests

    Nadat onderzoeksrechter Damien Vandermeersch in 1998 de leiding over het dossier overnam, werden een aantal op de plaats van de moord teruggevonden voorwerpen opnieuw onderzocht. Het ging onder meer om een sigarettenpeuk. Het staat niet vast dat deze voorwerpen iets te maken hebben met de daders. Zeker is wel dat DNA-tests in 1984 nog niet mogelijk waren. Maar in 1998 wel. Vandermeersch gaf professor Cassiman (KUL) de opdracht de (partiële) DNA-stalen te vergelijken met de genetische codes van alle verdachten die het dossier-Van Hees ooit kende. Het gaat niet alleen om Dutroux en Nihoul, maar ook om enkele mensen die destijds langdurig in voorarrest zaten. Ze behoorden tot een groepje punks dat destijds was opgemerkt in de ruïnes van de champignonkwekerij. Alle tests waren negatief. Extreem belangwekkend voor het onderzoek was die vaststelling niet. Van sommige oude 'verdachten' in de X1-piste beschikte het parket immers niet over genetisch materiaal. Dat is evenmin het geval voor alle vroegere punks.

    In 2011 deden de speurders van de moordsectie van de Brusselse federale gerechtelijke politie nog een ultieme poging, nadat ze het dossier lieten lezen door de "Cold Cases"-afdeling. Er werd gezocht naar de inzittenden van een donkerkleurige Pontiac Firebird Trans Am, die in de omgeving van de feiten gezien was en vijftien mensen, leden van een Brusselse rockabilly-band, werden ondervraagd en moesten DNA-stalen afleveren maar ook deze twee pistes leverden geen succes op.

    Op 13 februari 2014 was het exact dertig jaar geleden dat Christine vermoord werd. Het dossier werd een laatste keer voor de Brusselse raadkamer gebracht, die officieel de verjaring vaststelde. Eén van de gruwelijkste moordzaken van de afgelopen decennia blijft hiermee voor altijd onopgelost.

    Auteurs: Annemie Bulté en Douglas De Coninck

      
                                   Christine Van Hees                                 Serge Clooth werd lang verdacht van de moord

    18-03-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (41 Stemmen)
    Categorie:Getuige X-1
    Tags:Christine Van Hees, champignonmoord, champignonnière, champignonkwekerij, Oudergem, kindermoord, pedofilie, X1, Jean-Claude Van Espen, Damien Vandermeersch, Serge Clooth, Didier de Quévy, Jean-Marc Connerotte, Patriek De Baets, Marc Dutroux, Michel Nihoul
    >> Reageer (0)
    02-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verdwijning van Liam Vanden Branden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Liam Vanden Branden is laatst gezien op vrijdag 3 mei 1996 rond 17 uur. Hooguit een kwartier later was hij verdwenen. Liam was twee jaar en twee maanden oud. Het was een druilerige dag. Liam's grootmoeder had Liam en zijn broertje Levy (bijna een jaar ouder) afgehaald en meegenomen naar haar huis. Ze moest nog iets doen op de bank, en ze liet Liam en Levy en hun neefje Mike onder de hoede van Sandra, de zus van moeder Daniëlle Huysmans. De kinderen speelden in huis.

    Misschien heeft Liam de deur opengekregen, of misschien was ze al open. In elk geval is hij buitengeraakt, en sindsdien is men elk spoor kwijt. Toen ze naar de bank wilde vertrekken, merkte de grootmoeder dat de voordeur open stond, en ze deed die op slot. Liam's fiets en zijn papfles stonden toen naast de deur. Aangenomen wordt dat Liam al buitengeglipt was op het moment dat zijn grootmoeder vertrok. Levy had niets gezien. Zijn neefje Mike is een beetje ouder, en later vertelde hij de speurders dat hij een man met een baard had gezien. Maar is dat geen fantasie? De politie is in elk geval voorzichtig met dit verhaal. Zo had Mike ook al eens verteld dat Liam verdronken was. Een psycholoog had de indruk dat Mike links en rechts dingen heeft opgeraapt en daar zijn eigen verhaal mee bouwde.

    Sandra, die in de keuken bezig was en Liam niet meer zag, is hem in en rond het huis gaan zoeken en heeft naar de bank gebeld om te horen of hij niet mee was met haar moeder. Dat bleek niet het geval. Vervolgens heeft Sandra een man met een auto opgemerkt. Ze heeft hem toegeroepen of hij een kind had gezien, maar de man heeft niet gereageerd. Hij is ingestapt en weggereden. Sandra heeft drie letters van zijn nummerplaat genoteerd, en onder hypnose heeft men geprobeerd de rest te achterhalen maar dat is niet gelukt.

    Zennegat

    Liam's grootmoeder woont aan het Zennegat vlakbij Mechelen. Veel huizen staan daar niet. In de winter zie je daar weinig volk. Maar de plek heeft charme en vanaf de lente lokt ze toeristen en wandelaars. Aan de overkant is er een drukbezocht café, en daar is Sandra hulp gaan halen. Niemand had de jongen zien rondlopen. Een aantal klanten uit dat café is Liam mee gaan zoeken. Twee van hen hebben in de verte iemand met een kind gezien, maar de ene beschrijft een man en de andere een vrouw.

    In het begin werd niet uitgesloten dat Liam in het water gesukkeld zou zijn. Het Zennegat is de plaats waar de Leuvense vaart, de Zenne en de Dijle samenstromen. Iets verderop komt daar nog de Nete bij. Het ligt zo voor de hand, dat je automatisch aan het water denkt. Al heel snel stond daarom voor de politie vast dat Liam verdronken was. 's Anderendaags werd de hele omgeving afgedregd met alle mogelijke middelen: een helicopter van de rijkswacht en een tweede van Eric Geboers, de motorcrosser die destijds een helikopterbedrijf uitbaatte. De politie liet speurhonden uit Nederland overkomen, en verder waren er vrijwilligers om het gebied uit te kammen. Ook de mensen van het "Hulpfonds voor Ontvoerde en Verdwenen Kinderen" en van "Marc et Corinne" hebben er snel hun schouders ondergezet. Ondertussen werd het onderzoek verder op het water toegespitst, maar Liam werd niet gevonden.

    Vader Dirk Vanden Branden is ervan overtuigd dat Liam niét verdronken is. Vlak voor de woning van de grootouders ligt een betonnen keringsmuur, die ongeveer even hoog is als Liam zelf. Hier en daar zijn er wel trapjes, maar die muur is ongeveer een meter breed, en ernaast ligt er nog een strook van pakweg een meter vóór je in de saskom terecht komt. De sasseniers waren daar de hele dag aan het versassen geweest, en zij zijn ervan overtuigd dat ze Liam daar niet gezien hebben. Ze hebben meteen de sasdeuren gesloten toen ze hoorden dat de peuter vermist was.

    De verdwijning van Liam vond plaats in dezelfde maand als de ontvoering van Sabine Dardenne. Eerder waren ook al de twee Waalse meisjes Julie en Mélissa ontvoerd door de bende-Dutroux. Daarom werd van in het begin ook rekening gehouden met een mogelijke ontvoering. In het beste geval door iemand die het verlies van een eigen kind niet kon verwerken, en dan is het niet ondenkbaar dat Liam vandaag de dag nog steeds in leven is. In het allerongunstigste geval is hij in een netwerk terechtgekomen. Je zit aan het Zennegat op 5 minuten van de snelweg Brussel-Antwerpen. Maar alle aanwijzingen liepen dood en de verdwijning van Liam Vanden Branden werd een "cold case".

    Hans V.

    Tot in 2004, acht jaar na de verwijning van Liam, de cel Verdwijningen van de federale politie plots begint te graven in een tuin in Willebroek. Een nieuwe getuigenis heeft de speurders namelijk op het spoor gezet van ene Hans V., een pedofiel van Duitse origine die in Willebroek woonde in 1996 en in 2003 stierf in de gevangenis van Brugge.

    Die Hans V. was in mei 1996 verschillende keren op zijn fiets gesignaleerd in de buurt van het Zennegat in Mechelen waar op 3 mei van dat jaar de kleine Liam in de tuin van zijn grootmoeder aan het spelen was. Tot dan was de naam van de pedofiel nog niet opgedoken in het dossier. Het was pas na een getuigenis in een programma op de regionale zender RTV dat iemand zich meldde met die info. Het was bekend dat de man soms kinderen meelokte naar zijn tuin, waar toen een paar speeltuigen stonden, en daar dan foto's van hen nam en hen misbruikte. Voor die feiten is hij ook veroordeeld, meer dan eens. Hij zat in 1969 ook al vast wegens pedofiele praktijken.

    De dag na de verdwijning van Liam Van den Branden bleek Hans V. graafwerken te hebben uitgevoerd in zijn tuin in Willebroek. Speurders hebben daarover aantekeningen gevonden in een dagboek van de man. Dat dagboek werd gevonden tussen de oude dossiers van V. De buren van zijn huis op de Ringlaan in Willebroek herinneren zich niet veel meer over hem. Behalve dat hij "een rare vent" was waar kinderen niet veilig bij waren. Begin 2000 verdween hij. Sindsdien is zijn huis al drie keer van eigenaar veranderd.

    In de tuin van Hans V. werd evenwel niets gevonden. Volgens parketwoordvoerder Frank Vennekens is de afgegraven grond zeer zorgvuldig onderzocht. "Als er sporen in de lagen vaste grond hadden gelegen, hadden we ze gevonden", zegt Vennekens. De twee lijkhonden die ook werden ingezet, hadden interesse voor enkele plaatsen in de grond, maar uiteindelijk zijn daar enkel resten van watervogels teruggevonden.

    Woudjongen

    Nog eens acht jaar later komt de zaak van de verdwenen Liam opnieuw in de media. De Duitse politie onderzoekt in 2012 of Liam mogelijk de 17-jarige 'woudjongen' Ray is, die 9 maanden eerder plots in Berlijn opdook. Ray beweerde dat hij vijf jaar met zijn vader in een bos had gewoond, nadat zijn moeder verongelukt was. De Berlijnse speurders hadden na 9 maanden nog altijd geen idee wie Ray was. Daarom probeerde Interpol oude verdwijningsdossiers aan de zaak van de woudjongen te koppelen. En daar hoorde ook Liam Vanden Branden bij, die op dat moment ongeveer even oud zou zijn als de 'woudjongen'. Maar na een DNA-analyse loopt ook dit spoor dood.

    Nog in 2012 werd een aflevering van de VT4-serie 'Vermist' opgenomen onder leiding van regisseur Jan Verheyen. Het scenario vertoont sterke overeenkomsten met de zaak-Liam. Er werd ook gefilmd in de buurt waar Liam verdween. Voor het scenario werd samengewerkt met de Cel Vermiste Personen. De laatste jaren zijn er verder geen onderzoeksdaden meer verricht in de zaak-Liam. Het dossier is op dit ogenblik ook niet meer in handen van een onderzoeksrechter. Op 16 februari 2016 startte Child Focus een opvallende campagne op sociale media en op digitale schermen in grote Belgische stations en Brusselse metrohaltes. De traditionele opsporingsberichten komen door een 3D-techniek in beweging en laten een audioboodschap weerklinken. Child Focus hoopt daarmee toch nog een doorbraak te forceren in 'cold cases'. In de campagne werd ook Liam Vanden Branden vertoond, die vandaag 22 jaar zou zijn.

    Bronnen: De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen, Humo, VTM

    02-03-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (39 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Liam Vanden Branden, verdwijning, ontvoering, vermist, pedofilie, kindermoord, Mechelen, Zennegat, Leuvense vaart, Cel Vermiste Personen, Child Focus, Hans V., woudjongen, bosjongen, Ray, DNA, Frank Vennekens, verouderingsfoto
    >> Reageer (0)
    17-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guy Jespers: van onderzoeksrechter tot moordverdachte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De hele zaak begint met een doodgewone routinecontrole door de toenmalige rijkswacht. Die houdt op 20 februari 1977 in Gent een auto tegen met een defect achterlicht. Aan het stuur zit Jacques (Jacky) Van Renterghem, garagist en klusjesman van Luc De Cramer. De rijkswachters merken dat de man behoorlijk zenuwachtig is, terwijl dit toch enkel om een defect achterlicht gaat? Zij vinden dit verdacht en gaan over tot een controle van het voertuig. Enkele ogenblikken later treffen ze in de koffer van Jacky's auto voor miljoenen Belgische franken aan juwelen, goud en aandelen aan. Van Renterghem wordt meteen aangehouden en de gerechtelijke molen komt op gang. Zo luidt het begin van één van de meest spraakmakende processen in België van de 20ste eeuw.

    Tijdens de ondervragingen van Van Renterghem klinkt steeds weer dezelfde naam. 'Jespers'. Het Justitiepaleis in Gent gonst van de geruchten. Maar wie was Jespers? Guy Jespers was toen een jonge onderzoeksrechter te Gent, en hij kende een glansrijke carrière. Hij was welstellend, had succes bij de vrouwen, en boekte het ene succes na het andere als magistraat. Tijdens processen ging hij zeer joviaal om met betrokkenen en journalisten. Bovendien stond zijn benoeming tot Procureur des Konings, een rechterlijke topfunctie, praktisch als een paal boven water. Maar op die dag, 20 februari 1977, op de dag dat Van Renterghem wordt aangehouden, verandert alles.

    De waardevolle lading die in zijn koffer werd ontdekt, is eigendom van het bejaard echtpaar Vandenhende-Ledoux. Nadat mevrouw Ledoux enkele weken eerder in haar appartement was overvallen, werd haar door de rijkswacht aangeraden om haar waardevolle bezittingen in een bankkluis te bewaren, wat ze ook deed. Toen ze daags nadien haar kluis weer openmaakte, was alles verdwenen. De volledige twintig miljoen frank aan juwelen, goud en effecten; haar hele fortuin. Van Renterghem bekent dat hij dit samen met zijn baas Luc De Cramer heeft gestolen. Samen met deze buit wordt in Van Renterghems auto ook een map aangetroffen waarop de naam van een hooggeplaatst magistraat vermeld staat. Het blijkt om Guy Jespers te gaan. Jespers is een goede vriend van De Cramer, en het feit dat hij - een magistraat - betrokken zou kunnen zijn bij een miljoenenroof, is vrijwel meteen nationaal voorpaginanieuws.

    Nieuwe aanklachten

    Bovendien doet Van Renterghem tijdens een andere ondervraging enkele nieuwe uitspraken. Hij beschuldigt Jespers niet alleen van overval en diefstal (Jespers zou volgens hem ook medeplichtig geweest zijn aan de miljoenenroof), maar ook van moordpoging en zelfs moord! De Cramer heeft zichzelf ondertussen aangegeven bij de rijkswacht. Hij hoopt echter dat zijn vriend de onderzoeksrechter zijn juridische macht en invloed zal aanwenden om hem te beschermen. Jespers onderneemt echter niets van die aard. Wanneer mevr. De Wilde, de onderzoeksrechter die zich met deze zaak bezighoudt, aan De Cramer vertelt dat hij niet moet rekenen op hulp van Jespers, verandert hij radicaal van tactiek. Hij doet plots enkele onthutsende verklaringen over Jespers, 'de vriend die hem verraden heeft'. Onderzoeksrechter De Wilde is - als mens en als magistraat - geschokt door wat ze hoort. Jespers is immers haar collega, en hij heeft zijn kantoor nota bene naast het hare!

    De volgende dag wordt Jespers aangehouden. Het nieuws van de arrestatie verspreidt zich als een lopend vuurtje en haalt in slechts enkele uren de wereldpers. Jespers staat nu terecht voor moord en moordpoging op zijn vrouw, Rosine De Sutter, voor diefstal met geweld, voor valsheid in geschrifte en voor het onwettelijk bezitten van een vuurwapen. Zelf ontkent hij elke betrokkenheid bij de aanklachten.

    Roof en moordpoging

    Dit is De Cramer's versie van de feiten. Jespers was volgens De Cramer betrokken bij de diefstal uit de bankkluis. Meer zelfs, Jespers zou de opdracht daartoe gegeven hebben en zou hem zelfs de sleutel en de cijfercombinatie gegeven hebben. De Cramer beweert dat het een 'combine' was tussen Jespers en mevr. Ledoux. Zij zou zelfs de opdracht tot de roof gegeven hebben. Nadat de diefstal aangegeven was, zou de buit in het geheim terugkeren naar mevr. Ledoux. Zij wou op die manier de successierechten op de erfenis van haar (op dat moment doodzieke) man omzeilen. Jespers zou als beloning een deel van de buit krijgen. U kunt zich hierbij natuurlijk de vraag stellen waarom die een dergelijke misdaad zou begaan, als hij zelf al zo welstellend was. Bovendien zette hij hierdoor zijn baan én zijn goede naam op het spel.

    Guy Jespers had een buitenechtelijke relatie met Ghislaine Clyncke. Ook zijn vrouw, Rosine De Sutter, had een affaire. Jespers zou De Cramer dan opgedragen hebben een bom in de auto van zijn vrouw te plaatsen. Die ontploffing heeft daadwerkelijk plaatsgevonden, maar men heeft toen nooit onderzocht of het om een aanslag ging. De Cramer zegt dat hij de bom plaatste, maar op zo’n manier dat Rosine De Sutter nooit gewond zou raken. Naar eigen zeggen had hij Rosine zeer graag… Door de bom te installeren wou hij enkel bekomen dat Jespers voldoende zou afgeschrikt zijn om nog een nieuwe poging te ondernemen. Een rijkswachter getuigt echter dat mevr. De Sutter veel geluk heeft gehad. Bij het ontploffen van de bom in haar auto was ze met open portier aan het manoeuvreren. Had ze op dat moment in een normale positie achter het stuur gezeten, dan had ze het misschien niet meer kunnen navertellen, want bij de ontploffing was er een grote scherf (afkomstig van het blusapparaat) in de bestuurderszetel gevlogen.

    In een interview met Canvas (11 maart 2004) benadrukt De Cramer stellig dat hij het verhaal niet verzonnen heeft. Toch doet hij een verbazende onthulling voor de cameralens. De Cramer beweert dat Rosine De Sutter op de hóógte was van de bomaanslag die hij moest beramen. Mevr. De Sutter zou geweten hebben dat ze zich op een afgesproken tijdstip niet in haar auto mocht bevinden, omdat er op dat moment een bom in het voertuig zou ontploffen. Had hij deze verklaring echter tijdens zijn proces gedaan, dan was hij wellicht niet beschuldigd van 'moordpoging', omdat het slachtoffer op de hoogte was van én akkoord ging met de aanslag. Weet De Cramer na al die jaren niet meer hoe de vork juist in de steel zat? Of gaat het hier om een fabel van de man die - zonder concrete bewijzen te kunnen voorleggen - een onderzoeksrechter in de cel praatte?

    Moord of ongeval?

    De Cramer is op dreef. Tijdens de urenlange ondervragingen van collega onderzoeksrechter Nicole De Wilde legt de spraakvaar over zijn vriend Jespers de ene hallucinante getuigenis na de andere bloot. De Wilde weet niet wat ze hoort. Na de mislukte moordpoging met de autobom beschuldigt De Cramer Jespers nu noch min noch meer van moord op diens vrouw.

    Rosine De Sutter was volgens de verklaring van Jespers destijds op 26 juni 1976 jammerlijk verdronken in haar bad, na een vermoeiende tennispartij in de loodhete zon en het nemen van enkele slaappillen in combinatie met sterke drank. De beide echtgenoten leefden wat naast elkaar, maar van ruzie of jaloersheid was nooit sprake. Ze hielden de schijn hoog voor de jonge kinderen in huis. Niemand had bij het jammerlijke accident toen stilgestaan. Het leven ging dra verder en kort nadien doet vriendin Clincke haar intrede in de villa.

    Maar nu beweert De Cramer bij De Wilde plots dat Jespers zijn vrouw toen moedwillig gedrogeerd had en vervolgens verdronken in haar bad. Volgens De Cramer belde Jespers hem die avond op met de mededeling dat hij dringend moest komen. Toen De Cramer het huis betrad, stond Jespers op de overloop met zijn half slapende vrouw in zijn armen, liep naar de badkamer en deed de deur op slot. De Cramer, die vermoedde wat de bedoeling was, smeekte hem om 'het' niet te doen, maar even later ging de deur terug open en lag Jespers' vrouw dood in bad. Dit verhaal wordt later op het proces door de advocaten van de verdediging op hoongelach onthaald. Immers, waarom zou Guy Jespers zijn vriend als een soort getuige bellen vóór hij zijn vrouw had vermoord? "Hij wist niet dat ik er zo snel al zou zijn", was het verrassend simpele antwoord van De Cramer. Maar wetsdokters getuigden dat ze geen aanwijzingen voor misdadig opzet vonden, behalve inderdaad een lichte dosis slaapmedicijn, onvoldoende om iemand te verdoven. En had Jespers bij de ondervragingen niet spontaan toegegeven dat zijn vrouw zeer regelmatig slaappillen nam?

    Sleutelclub

    De zaak-Jespers leidde ook naar het Meetjesland, meer bepaald naar Eeklo. Velen beweren dat hier de 'sleutel' (zoek de woordspeling) ligt tot alle geheimen die tijdens het proces niet konden worden opgehelderd. De Eeklose Sleutelclub was een geheim gezelschap met leden uit de hogere kringen van het Meetjesland. Er zouden onder andere officieren van de toenmalige rijkswacht, magistraten, rijke zakenlui, politici en zelfs ministers lid van geweest zijn. Door haar beperkt lidmaatschap was de Sleutelclub een verzameling van dichtbevriende koppels. Ze kwamen op geheime locaties in en rond Eeklo in grote privévilla's bijeen, waar de mannelijke deelnemers willekeurig een kamersleutel uit een hoed kozen, en dan op zoek gingen naar de gesloten kamerdeur waarop de sleutel paste. In die kamer wachtte dan een 'gewillig' vrouwelijk lid van deze originele seksclub op haar toevalspartner.

    In het Meetjesland gonsde het dra van de roddels en verdachtmakingen. Namen werden gesuggereerd. De pers had er maandenlang een stevige kluif aan. In een later stadium werden enkele zelfmoordpogingen, echtscheidingen en andere ongevallen in dronken toestand aan de uitspattingen van deze wilde seksfeestjes toegewezen. Maar nooit lekte enig concreet bewijs of aanknopingspunt voor deze geheimdoenerij uit. Als ondertussen ook de rijkswacht het bestaan van deze louche organisatie aan de oren komt, begint het gerecht er zich mee te moeien. Het dossier komt in handen van onderzoeksrechter Guy Jespers terecht.

    Deze moet de omvang van het gebeuren meteen hebben ingeschat, want hij stelt onmiddellijk een zeer discreet onderzoek in. Hij stuurt twee rijkswachters naar verdachte locaties waar de leden vermoedelijk bijeen komen, en laat onopvallend nummerplaten van bezoekers noteren. Wanneer Jespers de lijst doorneemt van de betrokken personen, beslist hij het ganse dossier mee te nemen naar zijn huis. Waarom weet niemand met zekerheid. Of zijn Eeklose vriendin Ghislaine Clincke op dat moment al met hem in contact is, is niet geweten. Vast staat dat de Sleutelclub een gevaarlijk onderwerp was om over te schrijven. Het stoute Gentse stadsblad Metro kwam destijds (in 1983, vijf jaar na de uitspraak van het proces) met schokkende documenten aanzetten die de denkpiste van een opgezet spel zouden kunnen ondersteunen. Daags nadien werd een brandbom in de redactiekantoren gegooid waarop een groot deel van hun burelen afbrandde. Tevens werd de gehele oplage van Metro in beslag genomen op bevel van toenmalig minister van justitie Willy De Clercq, nadat zijn naam door Metro in verband was gebracht met, jawel, de Eeklose Sleutelclub.

    Jespers zwijgt

    Op dat zelfde moment is Jespers inmiddels al de meest genoemde kandidaat voor het ambt van Procureur des Konings, een rechterlijke topfunctie. Toch wordt zijn aanstelling op het laatste moment geweigerd en wordt een Gents vrederechter in zijn plaats benoemd. Kregen enkele magistraten schrik dat Jespers de namen uit het sleutelclubdossier openbaar zou maken? En wilden ze hem tegenhouden voordat hij het bijna onschendbare ambt van Procureur des Konings zou bekleden? Of was het professionele jaloezie dat tegen de populaire Jespers speelde?

    Tijdens zijn proces dreigt Jespers in een plotse uitbarsting om 'namen te noemen', waarop hij prompt door zijn advocaat tot de orde wordt geroepen. Een andere advocaat roept tijdens het proces "Meneer de voorzitter, weet u dat ik onder druk sta van het Parket-Generaal?", waarop de voorzitter lijkbleek de zitting schorst. Is die druk van hogerhand de reden voor Jespers' stilzwijgen? Het is opvallend hoe Jespers zich nauwelijks verdedigt op het proces. Zelfs vriendin Clincke vertrouwt ons veel later toe dat zij hem zelf diverse keren tot meer verzet heeft aangespoord.

    Vraagtekens

    Jespers wordt telkens opnieuw geconfronteerd met de zelfverzekerde en gemakkelijke prater Luc De Cramer, die door alle advocaten van het proces (ook die van Jespers en Van Renterghem) beschreven wordt als 'een geboren en handig verteller'. Deze trekt op die manier alle aandacht naar zich toe, en zorgt ervoor dat het grootste deel van de beschuldigingen tegen Jespers op zijn eigen vroeger afgelegde verklaringen worden gebaseerd.

    Het proces blijkt er een met veel vraagtekens en weinig overtuigend bewijsmateriaal. Veel gerechtelijke dwalingen komen in dit dossier aan het licht: bepaalde getuigen werden gewoonweg niet gehoord en verklaringen zonder meer weggeklasseerd. Zo stond op het proces de uitgebrande wagen van Rosine De Sutter als bewijsmateriaal in de rechtszaal opgesteld. Maar dra bleek dat de wagen maandenlang onbewaakt op een autokerkhof had gestaan vooraleer door experts grondig onderzocht te zijn. En dus kon tijdens deze periode om het even wie nog om het even wat 'vlug' geënsceneerd hebben... De Cramer speelt het ganse proces lang een dubieuze rol. Gedetineerden vertellen dat hij al zijn beschuldigingen op slag zou intrekken indien Jespers hem maar vrijpleitte van de diefstal. Dit alles staafde de veronderstelling dat er mogelijk sprake kon zijn van een valselijke 'combine' tegen Jespers, iets dat hijzelf ook altijd heeft volgehouden. Speelden De Cramer en het gerecht onder één hoedje om Jespers het zwijgen op te leggen?

    Het vonnis

    Na negen maanden (!) proces is iedereen zichtbaar uitgeput. Ook bij de leden van de volksjury eist de vermoeidheid zijn tol. Op hun schouders rust nu de zware taak om 'in eer en geweten' te beslissen of Guy Jespers, Luc De Cramer en de andere beschuldigden al dan niet schuldig zijn aan de opgesomde aanklachten. Zij trekken zich terug om te beraadslagen. Het vonnis valt liefst negen uur later, op 21 januari 1978. Jespers wordt vrijgesproken van moord (bad), maar schuldig bevonden aan de moordpoging (bom) op zijn vrouw, alsook aan de diefstal van het fortuin van het echtpaar Ledoux-Vandenhende. Hij krijgt voor dit alles twintig jaar. De Cramer wordt veroordeeld voor diezelfde moordpoging en diefstal en krijgt vijftien jaar toegemeten. Van Renterghem wordt enkel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan de diefstal.

    Het vonnis en de strafvordering komen bij de betrokkenen keihard aan. Jespers komt buiten als een gebroken man. Maar ook De Cramer is verrast door de strafmaat, had vrijspraak gepleit en valt enkele momenten later flauw in de kelder van het Gentse Justitiepaleis. Ook de advocaten reageren teleurgesteld en onthutst. De advocaten van Jespers hadden gehoopt dat de jury geen geloof zou hechten aan de verhaaltjes van 'fantast' De Cramer. Daarover zegt De Cramer's advocaat Leo Martens later tegen de reporters van Canvas: "Als je zijn dossier leest, dan moet die man wel geniaal zijn om het allemaal zo te hebben kunnen construeren. Want, als het niet waar is, noem ik het een constructie. En als het een constructie is, noem ik het geniaal."

    Meester Jean Van Londersele, advocaat en vriend van Jespers, bracht hem na de uitspraak een bezoek in de gevangenis. Op zijn beurt verwijt hij Jespers dat hij - ondanks herhaalde dreigingen -  zijn mond niet had opengedaan tijdens het proces, en dat hij daardoor voor een stuk aan de basis lag van zijn eigen veroordeling. Jespers antwoordde hem: "Ik was leeg. Ik heb altijd aan de andere kant van de balie gestaan, nooit dáár. Ik was alles kwijt, ook mijn persoonlijkheid. Ik had geloof in de justitie." Het antwoord van een gebroken man die op dat moment nog niet besefte dat het lot nog een andere duistere wending voor hem in petto had...

    Na het proces

    Jespers zit zijn zware straf uit. Vijf weken na zijn proces trouwt hij in de gevangenis met zijn geliefde Ghislaine Clincke. Hij onderneemt ondertussen verschillende pogingen om zijn zaak voor het Hof van Cassatie te mogen verdedigen. Alle verzoeken worden evenwel afgewezen. Twee jaar later, begin 1980, krijgt Jespers in de gevangenis van Nijvel een herseninfarct. Hij wordt naar de ziekenboeg van de gevangenis van Sint-Gillis overgebracht, waar dokters hem twee zware injecties in de halsslagader geven. Dat blijkt achteraf een serieuze medische blunder te zijn.

    Guy Jespers verandert van dan af in een wrak. Hij kan niet meer eten of praten. De hele rechterkant van zijn lichaam is verlamd. Ghislaine houdt vol dat ze hem opzettelijk hebben platgespoten, 'om hem alsnog het zwijgen op te leggen'. Na enkele dagen gaat het iets beter met hem. Maar hij blijft hulp nodig hebben om zich te wassen en om te eten. Zowel Ghislaine Clincke als Jean Van Londersele, een vriend-advocaat van Jespers, vertellen aan de journalisten een meelijwekkende anekdote. Op een bepaald moment in het ziekenhuis bracht hij een flesje naar zijn mond om te drinken, maar wat hij niet besefte was dat het flesje geen water bevatte, maar wel zijn aftershave… Na enkele weken krijgt hij een betere behandeling in een Ukkelse kliniek. Hij wordt er deskundig begeleid door een logopediste voor zijn spraak, en een ergotherapeute en kinesitherapeute voor zijn motoriek.

    Drie maanden later wordt Jespers op medische gronden (voorlopig) vrijgelaten. Hij mocht zich in den beginne echter niet meer in Oost-Vlaanderen vestigen. Samen met Ghislaine zwerft hij onrustig rond van de ene naar de andere locatie o.m. in Antwerpen en Zeebrugge. Hij wordt nog steeds door een logopediste begeleid voor zijn nauwelijks verbeterd spraakgebrek. Maar de kinderachtige behandeling, waarbij hij korte zinnetjes als 'Jantje is ziek' leert formuleren, doet de eens zo trotse Jespers pijn. In de nazomer van 1980 gaat het al beter met hem. Hij kan al weer - zij het moeizaam - een partijtje biljart spelen met zijn nog steeds grote schare vrienden. Hij wordt op 5 juli 1981 echter getroffen door een nieuwe medische aandoening: epilepsie.

    Meesteroplichter

    Tijdens haar bezoeken in de gevangenis heeft Ghislaine ondertussen kennisgemaakt met de vrouw van William Vandergucht, een meester-oplichter van formaat. Een tijdlang werd hij ook verdacht van moord op een handlanger. Maar bij gebrek aan bewijzen viel die aanklacht op zijn proces weg. Vandergucht werd uiteindelijk veroordeeld voor de jarenlange oplichting als verzekeringsagent van zijn verzekeringsmaatschappij 'De Vaderlandsche', waarmee hij in totaal een slordige 107 miljoen Belgische frank (2,65 miljoen euro) had buit gemaakt. Hij kreeg daarvoor in 1978 5 jaar cel. Eens in de cel broedde hij al snel op een nieuw duivels plan. En de vrouw van Jespers zou straks daarin onvermoed een tijdelijke hoofdrol gaan spelen.

    Tijdens zijn opsluiting was hij goed bevriend geraakt met Guy Jespers. Na zijn vrijlating (1983) begint Vandergucht een vriendschappelijke relatie met een bankdirecteur van de Gentse ASLK-bank (nu BNP Paribas). In die tijd was de ASLK een staatsinrichting, en dit paste volledig in zijn plan om zich op de Staat, verantwoordelijk voor zijn opsluiting, te wreken. Vlak voor de Paasvakantie van 1983 zoekt Vandergucht zijn vriend de bankdirecteur op. Hij deelt hem mee dat hij op de eerstvolgende vrijdag een cheque van 77 miljoen frank (bijna 2 miljoen euro) zal storten en meteen cash wil afhalen. Er moet op die dag dus zeker genoeg geld in de Gentse bankkluis aanwezig zijn. De bankdirecteur gaat - nietsvermoedend (!) - akkoord. Op dat moment gaat Vandergucht even langs bij Ghislaine Clincke. Hij vraagt haar om hem een cheque van 10.000 frank (250 euro) uit te schrijven als tijdelijke lening en belooft haar een hoog percentage opbrengst bij teruggave zeer binnenkort. Ghislaine, die op dat moment in zware financiële moeilijkheden verkeert en een snel extraatje goed kan gebruiken, hapt toe. Ze schrijft hem een cheque uit van 10.000 frank. Daarna zet Vandergucht er stiekem 3 cijfertjes vóór, zodat bovenaan de cheque een duizelingwekkend totaalbedrag prijkt van 76.910.000 frank.

    De oplichting

    Met die cheque trekt hij die vrijdag naar de ASLK-vestiging in Gent. De cheque wordt aanvaard, wellicht op aandringen van de bankdirecteur, die zijn vriend-klant goed wou soigneren. Er wordt verteld dat een speciale politie-escorte het geldtransport begeleidde van de Nationale Bank in Brussel naar Gent. Tijdens de overhandiging van de indrukwekkende hoop cash geld zette de bankdirecteur zelfs extra veiligheidspersoneel in om Vandergucht te beschermen tegen mogelijke roofpogingen!

    Vandergucht borg het geld zorgvuldig op in 2 meegebrachte valiezen en vluchtte zo snel mogelijk veilig het land uit. Omwille van het verlengd Paasweekend duurde het nog tot de volgende dinsdag vooraleer werd ontdekt dat de cheque niet gedekt was. Meteen worden de grote middelen ingezet om de meesteroplichter te vinden. Maar die is ondertussen het land al uit, met een vals diplomatiek paspoort en niemand weet waar hij zit. De aprilvis was gelukt. Want geloof het of niet, die beruchte vrijdag waarop William Vandergucht zijn ongedekte cheque inde, was op… 1 april. Het bankpersoneel en de directeur konden er alvast niet mee lachen… Maar vooral Ghislaine Clincke niet, die ondanks haar naïeve medewerking met lege handen achterblijft. Vandergucht had haar eventjes gebruikt en dan aan haar lot overgelaten. Zoals hij ook deed met vrouw en kinderen. Ghislaine beseft dat ze gefopt is en zit nu zelf in de diepste miserie. Ze wordt aangehouden voor medeplichtigheid en vertoeft een tweehonderdtal dagen in de cel, waarna ze - wegens gebrek aan bewijzen – en wegens haar ondergeschikte rol, wordt vrijgelaten. Vandergucht zelf hing in het voor justitie onbereikbare Spanje de grote Jan uit en nodigde de Vlaamse pers bij hem uit voor uitgebreide exclusieve interviews. Nadien werd het plots stil rondom hem en hij bleef jarenlang spoorloos, tot hij negen jaar later in Nice (Frankrijk) dood in zijn auto werd aangetroffen. Hij had een hartstilstand gekregen.

    Een deel van het gestolen bedrag werd kort na de oplichting al gerecupereerd, de rest heeft hij allicht verkwanseld. De bankbiljetten konden al die tijd niet worden getraceerd omdat het bankpersoneel verzuimd had de nummers te noteren. Jespers zelf had van Clincke’s medewerking al die tijd geen weet. Hij heeft wel meegewerkt met het onderzoek. Hij was immers al vrij en wou zijn echtgenote zo vlug mogelijk terug bij hem als bijstand in zijn dagelijkse miserie. Guy Jespers stierf aan kanker op 20 juni 2002, en nam al zijn geheimen, die hem zijn functie, zijn vrijheid, zijn eer, zijn gezondheid, en bijna zijn leven kostten, mee in het graf…

    Conclusies

    Over het proces Jespers zijn achteraf nog jarenlang diverse boeken, zelfs een film, verschenen. Allemaal met een eigen visie of teneur. Maar steeds met als hoofdtoon 'twijfel'. Na bijna 40 jaar is het niet meer nodig of mogelijk deze zaak een objectieve nabeschouwing te geven. Echte bewijzen tegen Jespers kwamen op het proces nooit duidelijk aan het licht. En de rol van zijn collega’s, die hem vanaf de eerste dag zonder bewijzen als verdachte opvoerden voor pers en publiek en bijna triomfantelijk opsloten, heeft de massa onmiddellijk en definitief in 2 kampen verdeeld: believers en non-believers. De waarheid werd negen maanden lang tevergeefs nagejaagd.

    De hoofdpersoon is al jaren dood. Zijn kinderen gaan goedschiks kwaadschiks in het Gentse door het leven, zij het voor een groot deel anoniem. De Cramer, Van Renterghem en hun respectievelijke vrouwen schuwen de belangstelling. En Ghislaine Clincke leeft - in gezelschap van een zoon van haar - anoniem op een Gents appartement aan de Gentse Zuid. Ze wil niet meer over de zaak geïnterviewd worden, en is veel zaken vergeten of heeft ze bewust verdrongen. Eén zaak staat vast: Jespers zelf heeft zijn onschuld al die jaren hardnekkig staande gehouden. En De Cramer heeft evenveel jaren zijn mening over de schuld of onschuld van Jespers evenveel maal veranderd of aangepast.

    Auteurs: Luiz De Baets en Piet De Baets - verschenen in Taptoe

    17-02-2016 om 17:58 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Assisenzaken
    Tags:Guy Jespers, Luc De Cramer, Van Renterghem, Vandenhende-Ledoux, Rosine De Sutter, Ghislaine Clyncke, autobom, onderzoeksrechter, proces Jespers, Nicole De Wilde, Sleutelclub, Eeklo, William Vandergucht, Mijn Vriend, Fons Rademakers
    >> Reageer (0)
    20-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De moord op André Cools
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Niettegenstaande de vele communautaire en andere spanningen in België, is politiek geweld bij ons zo goed als onbestaande. Oud-premier Marc Eyskens zei het ooit zeer bloemrijk: "In België vloeit de zever overvloedig, maar bloed vloeit er nooit!" Donderdagmorgen 18 juli 1991 vond de uitzondering plaats die deze regel bevestigt. Om half acht ’s ochtends in Luik op de parking van het appartementsgebouw waar hij woonde, kogelde een onbekende de PS-toppoliticus André Cools neer.

    De komst van de hulpdiensten kon niet baten. Het was geleden van 1950 dat een parlementslid in functie vermoord werd. Ook toen ging het om een Luiks politicus, de communist Julien Lahaut die een week voordien de eedaflegging van kroonprins Boudewijn had verstoord met de kreet "Vive la République!"

    André Cools was jarenlang de absolute alleenheerser in de PS(B). Hij was tien jaar voorzitter geweest en lange tijd vicepremier. Hij was één van de architecten van het afgeschoten Egmontpact dat onder meer een regeling bood voor Brussel-Halle-Vilvoorde, via een tijdelijk inschrijvingsrecht in Brussel. Hij was ook Minister van Staat. Toen hij vermoord werd, was zijn actieve politieke carrière grotendeels voorbij.

    Hij was nog burgemeester van het kleine Flémalle en parlementslid. Toch bleef hij nog 'sterke man' binnen de PS. Al leed hij in Brussel wel invloedverlies omdat voorzitter Guy Spitaels zijn opgang aan het maken was als 'Dieu'. Maar in Luik deelde André Cools nog altijd de lakens uit.

    Hij kon politieke carrières maken of kraken. Zo lanceerde Cools Laurette Onkelinx op de Luikse PS-lijst, dochter van Cools-compaan Gaston Onkelinx, vakbondsman en later PS-senator.

    In zijn nadagen bekommerde Cools zich ook om de lamentabele economische toestand in zijn thuisstad Luik. Hij zag hoe de Generale Maatschappij steeds minder investeerde in de regio. Hij betreurde de neergang van de staalindustrie (Cockerill-Sambre, Tubemeuse) en de wapenindustrie (FN).

    Met geld van allerhande overheidsinstellingen (Omob, intercommunales,…) probeerde hij de Luikse economie op te vijzelen. Hij ging daarbij zonder al te veel scrupules te werk. Hij zei ooit: "Vanden Boeynants is de gangster van de privésector" en hij voegde eraan toe dat hij "de gangster van de openbare sector" was.

    Zoon Marcel Cools wond er geen doekjes om: "Als een wet hem niet aanstond omdat die de uitvoering van zijn plannen bemoeilijkte of verhinderde, dan bruskeerde hij de wet gewoon." Dat gaf hij zonder verpinken toe: "ik misbruik mijn macht, maar ik doe dat in het belang van de Waalse Gemeenschap."

    Dat leverde resultaat op. Zo was Cools de stuwende kracht achter de uitbouw van de luchthaven van Bierset. Cools stond ook bekend om zijn koleriek karakter. Hij deinsde er niet voor terug iemand verbaal de grond in te boren.

    Dat leverde hem ook veel vijanden op. Hij had dan ook al herhaaldelijk doodsbedreigingen ontvangen. Hij had daarom ook geregeld een pistool op zak. Cools had het over zijn 'ange gardien', zijn bewaarengel. Hij had ooit aan de flamboyante oud-premier Vanden Boeynants gezegd dat hij vreesde niet op een normale manier aan zijn einde te zullen komen. Cools had VDB na diens ontvoering zelfs gezegd: "Mijn beste, jij en ik zijn niet gemaakt om in bed te sterven."

    Onderzoeksrechter Ancia deed speurwerk naar alle Luikse schandalen. En toen waren er heel wat stinkende potjes 'hangende', zoals onder meer het parkeermeterschandaal, het schandaal rond illegaal begraven gifvaten op een terrein in het Seraing van Guy Mathot en uiteindelijk ook de Agusta-affaire.

    Cools-getrouwen, met onder meer Philippe Moureaux op kop, hadden het Luikse gerecht getipt. In zijn nadagen had Cools erover geklaagd dat de Luikse PS niets gekregen had van de smeergelden die bij de helikopteraankoop zouden zijn betaald. De moord op André Cools baarde meteen één van de grootste naoorlogse politieke schandalen…

    Eind '88 had de rooms-rode regering Martens 46 Italiaanse helikopters gekocht. Bevoegd defensieminister was de PS’er Guy Coëme. Door de moord op Cools waren de schijnwerpers op die aankoop gevestigd. Uiteindelijk bleek dat Agusta voor zo’n 50 miljoen Belgische frank smeergelden had betaald om de aankoop binnen te rijven. Het geld was op een Zwitserse rekening gestort. De Agusta-affaire veroorzaakte een stortvloed aan ontslagen bij socialistische excellenties. Eerst PS'ers, de "drie Guys" (Mathot, Coëme, Spitaels).

    Daarna Vlaamse socialisten, Willy Claes als NAVO-secretaris-generaal en Frank Vandenbroucke als minister van buitenlandse zaken. Claes was bij de helikopteraankoop in '88 minister van buitenlandse zaken. Frank Vandenbroucke werd pas in '89 partijvoorzitter. Hij stootte in een kluis op een restant niet-aangegeven geld. Hij sprak toen de woorden uit "verbrand het geld", maar penningmeester Mangé heeft die opdracht nooit uitgevoerd.

    Uiteindelijk bleek dat ook de Franse vliegtuigbouwer Dassault smeergeld had betaald die naar beide socialistische partijen was gegaan. Dat gebeurde voor de modernisering van de F16-straaljagers. In 1998 veroordeelde het Hof van Cassatie tal van socialistische kopstukken zoals Guy Spitaels en Willy Claes.

    Zonder de moord op André Cools was er wellicht nooit een Agusta-affaire geweest. De smeergeldzaak was vermoedelijk nooit uitgelekt. Maar omdat het een mogelijk motief voor de moord op Cools was, kwam de affaire volop in de schijnwerpers.

    De familie Cools klaagde er zelfs over dat onderzoeksrechter Ancia al haar energie investeerde in de Agusta-affaire en niet langer in het oplossen van de moord. Onderzoeksrechter Ancia gebruikte de moord zelfs als breekijzer om de nodige informatie te krijgen over de Zwitserse rekening waarop het smeergeld was gestort.

    Ancia bezorgde het Zwitserse gerecht een verklaring met als boodschap dat de opheffing van het bankgeheim nodig was om 'de moord op een Belgische Minister van Staat' op te lossen. Met dat argument ging het heilige Zwitserse bankgeheim eraan en gaf de zogenoemde 'Kasma-rekening', waarop het Agustageld was gestort, al zijn geheimen prijs.

    Met de hulp van een spijtoptant raakte ook de moord opgelost. Twee Tunesische huurmoordenaars hadden André Cools afgemaakt voor de som van 150.000 frank. Ze waren ingehuurd door figuren uit het Luiks-Italiaanse misdaadmilieu.

    Uitgerekend op het kabinet van Waals PS-minister Alain Van der Biest waren er twee medewerkers die uit dat dubieuze milieu afkomstig waren: privé-secretaris Richard Taxquet en chauffeur Pino Di Mauro.

    Via het kabinet verrijkten ze zich. Ze gingen zogezegd voor de partij geld ophalen bij bedrijven en ze staken het zelf op zak. Met een kabinetswagen trokken ze ook naar Liechtenstein om een pakket gestolen aandelen te verzilveren. Ze konden zich dat soort praktijken permitteren omdat minister Van der Biest in hun handen een willoze figuur was. Ze voerden hem dronken en ze sloten hem op in zijn bureau of ze namen hem mee naar bordelen.

    André Cools was die praktijken ter ore gekomen. Hij had zich al laten ontvallen dat die 'mandolinespeler' (privésecretaris Taxquet) weg moest. Volgens tal van Coolsisten was André Cools van plan om Van der Biest bij de verkiezingen van eind '91 af te voeren. Hij zou geen verkiesbare plaats meer krijgen en dus ook geen Waals minister meer worden.

    Cools was dus voor de zakkenvullende kabinetsmedewerkers een sta-in-de-weg want hij zou een einde maken aan hun lucratief kabinetsleven. Ze vonden op Sicilië uiteindelijk twee Tunesische druivenplukkers die bereid waren om Cools af te maken. De moord op de PS-topman had dus niets te maken met het grote politieke corruptieschandaal van Agusta, maar wel met ordinaire criminaliteit. Alain Van der Biest zelf pleegde op 18 maart 2002 zelfmoord.

    In januari 2004 werd Richard Taxquet na een proces van 12 weken veroordeeld tot 20 jaar cel als brein voor de moord. Zijn kompaan Domenico Castellino kreeg eveneens een gevangenisstraf van 20 jaar. Zowel Taxquet als Castellino zijn intussen voorwaardelijk vrij. De Tunesische doders werden in Tunesië tot 25 jaar veroordeeld.

    Het proces slaagde er evenwel niet in een motief of de opdrachtgever(s) te bepalen.

    Toch is de moord op André Cools voor verschillende redenen een politiek sleutelmoment. Het bracht een aantal corruptieschandalen aan het licht die de partijfinanciering in een totaal ander daglicht plaatsten. Zo werd partijfinanciering door de overheid een vanzelfsprekendheid. Ook bracht de moord een twijfelachtige kabinetscultuur aan het licht.

    Bronnen: VRT Nieuws, Het Laatste Nieuws

    20-01-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (15 Stemmen)
    Categorie:Politieke misdrijven
    Tags:André Cools, PS, moord, Luik, Flémalle, Guy Spitaels, Guy Coëme, Guy Mathot, drie Guys, Willy Claes, Agusta, Dassault, helikopter, smeergeld, corruptie, schandaal, Alain Van der Biest, Richard Taxquet, Domenico Castellino, Pino Di Mauro, Véronique Ancia
    >> Reageer (0)
    05-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Komt het Monster van Woensdrecht volgend jaar vrij?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In 1994 was er Dutroux. En 3 jaar eerder was er Ludo De Beukelaer. Het 'Monster van Woensdrecht', zoals hij ook wel genoemd werd, ontvoerde en vermoordde begin jaren negentig 2 kinderen in de Antwerpse kempen en ontvoerde en verkrachtte daarnaast nog minstens 6 andere meisjes. De Beukelaer werd in september 1992 door een rechtbank in het Nederlandse Breda tot twintig jaar celstraf veroordeeld en een terbeschikkingstelling van de regering met dwangverpleging.

    Sinds 2003 verblijft de geweldenaar in een psychiatrische instelling. Op 1 april 2011 was zijn straf volledig uitgezeten. De advocaat van de dader ijvert dan ook al een tijd voor een voorwaardelijke vrijlating of begeleid verlof. Tot opluchting van de nabestaanden oordeelde de voorzitster van de rechtbank in Breda in 2015 dat de man nog met te grote stoornissen kampt en verlengde zijn verblijf in de psychiatrische instelling met 2 jaar. Volgens de rechtbank is er bij De Beukelaer immers nog altijd sprake van een persoonlijkheidsstoornis en is de kans op herhaling te groot als de dwangverpleging zou komen te vervallen.

    Rita Eggermont, de mama van de vermoorde Inge Breugelmans, woonde de zitting bij. 'Ook na 22 jaar wilde ik hier absoluut bij zijn. Ik ben bezorgd om de maatschappij. Als ik al die kostbare kinderen zie rondlopen, dan denk ik steeds: Er mogen geen nieuwe slachtoffers vallen', zegt ze. 'Eigenlijk zou die man geen nieuwe kans meer mogen krijgen. Ik wil niet dat hij opnieuw in de samenleving komt.'

    In de kofferbak van de ontvoerder

    6 oktober 1991. Catherine is zeventien. Zoals elke zondag maakt ze zich klaar om te gaan joggen. Een lange toer door het groen, langs het militaire domein in Brasschaat, en dan richting Wuustwezel. Het is een vaste gewoonte: op zondagochtend loopt ze, samen met haar vader. Vandaag vertrekt ze bij hoge uitzondering alvast zonder hem. Hij wil altijd als eerste aankomen, waarna zij een hele dag uitgeteld in de zetel hangt. Ze denkt: ik neem een voorsprong, aan het eind van de toer haalt hij me wel in. Maar opeens zit daar, als een smakeloos cliché in een weekendfilm, een man achter een rododendron. Alleen: de man is echt. Hij heeft een snor. En een mes, en een plan.

    Als ze hem ziet, is het al te laat: ze loopt recht in zijn armen. Hij grijpt Catherine met beide handen vast - het mes moet hij inmiddels weggestoken hebben - en sleept haar naar zijn wagen, die even verderop in een zijwegje geparkeerd staat. Een kleine wagen, ziet ze, type Golf, of een kleine Peugeot. Ze heeft weleens lachend horen zeggen dat je 'wel weet waar je moet slaan' als je door foute types wordt benaderd, maar tegen een psychopaat bij wie de adrenaline door de aderen giert, valt weinig te beginnen, en Catherine is klein en tenger gebouwd.

    Als ze merkt dat haar pogingen om zich los te worstelen niets uithalen, laat ze zich vallen. Maar onafwendbaar, meter per meter, komt de openstaande koffer van de wagen dichterbij. Ze begint nu hardop te smeken voor haar leven: 'Alsjeblieft, néé. Néé.' Concrete gedachten - aan doodgaan, verkracht worden, eenzaam begraven worden op een afgelegen plek in het holst van de nacht - komen niet in haar op. De diepe, wezenloze paniek die haar overspoelt laat maar ruimte voor één gedachte: wég. Níét in die koffer. Níét in die auto.

    En al die tijd, gedurende de minutenlange schermutseling, geeft de man geen krimp. Hij zucht niet, hij vloekt niet als ze hem raakt, hij gromt niet. Catherine wordt in de koffer geduwd. De koffer valt dicht. De man stapt in en start de wagen. En dan geeft ze - tegen beter weten in - een duw tegen het kofferdeksel. Het gaat open. Ze struikelt de koffer uit en rent voor haar leven. In de achteruitkijkspiegel ziet de man haar ontsnappen, maar hij rijdt gewoon door.

    De ontvoering van Catherine, vertelde Ludo De Beukelaer later aan de politie, was niet voorbereid. Het was een impulsieve daad geweest. Hij had zijn wagen op een verlaten wegje in een bos geparkeerd. Toen Catherine langskwam, had hij toegeslagen.

    Achteraf zou blijken dat Catherines T-shirt vol gaatjes zat. Het had dubbel geplooid tussen het kofferslot gezeten. Haar T-shirt had haar leven gered. Maar 2 andere kinderen hadden minder geluk.

    Lange lijst van slachtoffers

    Twee maanden na de mislukte ontvoering van Catherine, op 30 december 1991, sloeg het Monster van Woensdrecht opnieuw toe. Die dag werd de veertienjarige Inge Breugelmans uit Wuustwezel ontvoerd, misbruikt en vermoord. De verdwijning van Inge gebeurde midden de feestdagen. 'Het kerstfeest was de laatste gebeurtenis waarbij we nog allemaal samen waren', zegt de mama van Inge. Een gebeurtenis die ook in het collectieve geheugen van de Kempenaren geprent staat, want meer kinderen verdwenen in die periode.

    Op 27 april 1992 vertrok Ines Van Muylder (16) uit Essen naar de Chiro-happening Dag van Jan en Alleman. 'Papa, het wordt een plezante dag', waren haar laatste woorden. Amper een kilometer verder werd ze aangereden, ontvoerd en misbruikt. Beide meisjes werden door De Beukelaer begraven in een bos in het Nederlandse Putte. Op 28 april 1992 werden hun lichamen gevonden.

    Verder was er ook nog de ontvoering en verkrachting van Eva (11), poging tot verkrachting van Issa (15), Sevarina (13) en An. Voor de verkrachting van zijn stiefdochter Else wordt De Beukelaer uiteindelijk vrijgesproken.

    Op 30 december 2011, precies 20 jaar na haar verdwijning, werd een monument onthuld voor Inge Breugelmans in Wuustwezel.

    Voorlopig blijft De Beukelaer dus nog in de psychiatrische instelling waar hij momenteel verblijft. Tot in 2017. Dan moet de rechter opnieuw beslissen of het Monster van Woensdrecht klaar is om opnieuw in de samenleving te worden losgelaten of niet.

    Bronnen: Het Nieuwsblad, Humo, Omroep Brabant, NOS


          Inge Breugelmans                 Ines Van Muylder

    05-01-2016 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Ludo De Beukelaer, Monster van Woensdrecht, ontvoering, verdwijning, verkrachting, moord, misbruik, pedofilie, Inge Breugelmans, Wuustwezel, Ines Van Muylder, Essen, Catherine, Issa, Sevarina, Else, persoonlijkheidsstoornis, psychiatrie, TBS, Breda, Putte
    >> Reageer (1)
    27-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De jacht op de CCC - De Zaak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De afgelopen twee weken stond heel België in de ban van de terreurdreiging en de jacht op de daders van de dodelijke aanslagen in Parijs. Maar het is niet de eerste keer dat ons land massaal op zoek is naar terreurverdachten. En ook niet de eerste keer dat het leger gemobiliseerd wordt om strategische doelwitten te beschermen.

    Tussen 2 oktober 1984 en 6 december 1985 worden in ons land 27 bomaanslagen gepleegd. De aanslagen worden opgeëist door de CCC (Cellules Communistes Combattantes), een extreemlinkse terreurgroep. Een groot verschil met het huidige moslimterrorisme is wel dat de CCC haar aanslagen vaak vooraf aankondigde. Toch werden 2 brandweermannen gedood en raakten er in totaal 28 mensen gewond.

    De politie en inlichtingendiensten komen vrij snel te weten dat een zekere Pierre Carette een bepalende rol in deze terreurgroep speelt. Maar het duurt wel erg lang vooraleer de harde kern van de CCC gearresteerd wordt. Hierdoor ontstonden allerlei complottheorieën die suggereerden dat de Belgische veiligheidsdiensten zelf betrokken waren bij de bomaanslagen van de CCC.

    Ondertussen waarde er in dit land een ware angstpsychose. Een heel veiligheidsapparaat, tot en met het leger, werd gemobiliseerd om de terroristen te arresteren. 'De jacht op de CCC' is het ontluisterende verhaal van een politieapparaat in de jaren '80 dat niet altijd even adequaat reageerde op de terreuraanvallen. In het spoor van politie en justitie reconstrueren de programmamakers aan de hand van archiefbeelden, reconstructies en interviews hoe die zaken werden aangepakt en opgelost. Rechercheurs, wetenschappelijke politie en onderzoeksmagistraten leggen uit hoe ze de waarheid trachtten te achterhalen. 'De zaak' was een vijfdelige reeks documentaires van de VRT over ophefmakende gerechtszaken in België.



    Bron: bendevannijvel.com

    27-11-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    Categorie:Aanslagen CCC
    Tags:De Zaak, VRT, CCC, Cellules Communistes Combattantes, bom, bomaanslag, terreur, terrorisme, extreemlinks, RAF, Action Directe, Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Didier Chevolet, Pascale Vandegeerde, 80s, ParisAttacks, moslimextremisme, terreurdreiging
    >> Reageer (0)
    13-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michel Stockx en de verdwijning van Nathalie Geijsbregts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In februari 1991 verdwijnt Nathalie Geijsbregts (10) uit Leefdaal spoorloos. Het staat vrijwel vast dat ze het slachtoffer is geworden van vrachtwagenchauffeur Michel Stockx, die veroordeeld is voor de moorden op Jessica Laven uit het Nederlandse Hoorn en twee Duitse jongens. Volgens een ex-rechercheur die bij het onderzoek betrokken was, moet Stockx veel meer moorden hebben gepleegd, maar door onderlinge concurrentie bij de politie is dat nooit onderzocht.

    Op dinsdag 26 februari 1991 om half acht ’s morgens wordt de tienjarige Nathalie Geijsbregts door haar ouders afgezet aan de bushalte op de hoek van de Boskee en de Foksweg in Leefdaal, een deelgemeente van Bertem bij Leuven. Ze is 1,35 meter lang, heeft blond haar en ze draagt een paarse jas met een lichtbruine pelskap en groene skibroek. Ze heeft een zwarte boekentas bij zich. Maar als de schoolbus komt, is Nathalie al vertrokken. Getuigen herinneren zich dat ze een grijze auto, vermoedelijk een Toyota, hebben gezien, met een man die over de geopende motorkap gebogen stond, dichtbij de halte van de schoolbus. Vermoedelijk is Nathalie na een smoesje bij hem ingestapt of met geweld in de auto getrokken. Er wordt nooit meer iets van haar vernomen. Een sobere gedenksteen met de tekst: "Nathalie, waar je ook bent, je bent steeds bij ons. 26/02/1991. Vermist" herinnert aan het 24 jaar oude drama.

    Michel Stockx

    Als in december 1991 de van oorsprong Belgische vrachtwagenchauffeur Michel Stockx wordt ontmaskerd als een drievoudig kindermoordenaar, wordt er nog niet direct een verband gelegd met de verdwijning van Nathalie, dat gebeurt pas veel later. Hoewel er duidelijke aanwijzingen zijn dat Michel Stockx de dader moet zijn, legt hij geen bekentenis af. "Hij had drie moorden bekend, dat vond men genoeg om hem te veroordelen, de rest hebben ze erbij laten zitten," zegt een oud-rechercheur enigszins verbitterd. "Als ze mij toen mijn gang hadden laten gaan, had hij er veel meer bekend, daar ben ik van overtuigd. Bij mij legde hij zijn eerste bekentenis af, hij was doodsbang voor mij. Maar toen werd ik van het onderzoek afgehaald: een ander team moest met de eer gaan strijken." De oud-politieman wil niet met zijn naam worden genoemd. Hij wordt nog altijd emotioneel als hij terugdenkt aan de affaire. "Ik ben ervan overtuigd dat hij in heel Europa veel meer kinderen heeft vermoord. De man was internationaal vrachtwagenchauffeur, hij kwam overal."

    Michel Louis Marie Stockx is geboren op 17 januari 1942 in Lochristi bij Gent. Vanaf zijn veertiende komt hij in aanraking met justitie vanwege ontucht met kinderen. Later blijkt dat hij zelf door priesters seksueel is misbruikt. Hij verhuist naar Assen in Nederland, waar hij in 1976 trouwt met de Nederlandse Patty D.; ze krijgen één kind. Hij werkt als vrachtwagenchauffeur bij een bedrijf in Drente. In 1981 wordt hij gearresteerd voor acht ontuchtzaken. De rechtbank in Zwolle veroordeelt hem tot zes jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling. Echtgenote Patty verlaat hem - op advies van de psychiater - bijna onmiddellijk met hun dan driejarige dochtertje.

    Marco, Salim en Jessica

    Hij weigert van begin af aan de hem in de Groningse Van Mesdagkliniek voorgestelde psychotherapie, toch mag hij in mei 1986 op onbegeleid verlof. Hij keert niet terug, maar binnen de kliniek maakt men zich geen zorgen, hij wordt alleen op de telex gezet. Dat verhindert hem niet weer gewoon aan het werk te gaan. In het uitgaansleven ontmoet hij een vrouw met wie hij een relatie start. Eind augustus 1986 wordt hij, min of meer bij toeval, aangehouden en weer teruggebracht naar de Van Mesdagkliniek. Begin mei 1987 komt hij weer vrij.

    Op 22 juli 1989, op de terugweg van een rit naar Italië, is hij met zijn vrachtwagen in het Duitse Mainz. Bij het zwembad weet hij de 13-jarige Marco Weisser uit Wiesbaden te verleiden tot een ritje in de vrachtwagen. Welke jongen van 13 wil dat niet? Een dag later wordt Marco dood aangetroffen op een parkeerplaats bij Paderborn. Een jaar later, in augustus 1990, ontvoert hij opnieuw een Duits jongetje, Salim Thattil (9). Deze dumpt hij in het struikgewas op een parkeerplaats bij Lelystad in Nederland.

    Weer een jaar later, op zaterdag 27 juli 1991, pikt hij de 11-jarige Jessica Laven uit het Nederlandse Hoorn op bij het zwembad. Haar lichaam wordt vier dagen later in Groningen aan de kant van de weg gevonden. Na uitvoerige aandacht in de media komt er in september een tip binnen dat Michel Stockx de gezochte man zou kunnen zijn. Op 6 september wordt er huiszoeking gedaan, maar Michel weet de politie lang op het verkeerde been te zetten: hij lijkt een alibi te hebben. Na twee maanden vezelonderzoek komt het Gerechtelijk Laboratorium tot de conclusie dat een rood-witte vezel die in de personenauto van Michel Stockx is gevonden, past bij het t-shirt dat Jessica had gedragen. De doorbraak komt pas als Salim Thattil in het onderzoek wordt betrokken. Uit de aantekeningen van Stockx lijkt dat hij in Neustadt is geweest op de dag dat Salim daar verdween. Hij ontkent, maar als de rechercheurs aan de hand van de tachograaf aantonen dat hij in Mainz was op de dag dat Marco Weisser daar spoorloos verdween, geeft hij eindelijk toe. Maar inmiddels is er een competentiestrijd losgebarsten tussen 'Lelystad' en 'Hoorn'. Een rechercheur van Lelystad heeft de eerste bekentenis weten los te krijgen. "Als ik door had kunnen gaan, had hij er veel meer bekend, dat weet ik zeker. Maar ze vonden mijn methode niet goed, zeiden ze. Maar daar ging het helemaal niet om, Hoorn – waar de zaak van Jessica Laven draaide – wilde met de eer strijken, ik moest oprotten," zegt de oud-rechercheur. Stockx wordt in oktober 1991 veroordeeld voor de moord op de 3 kinderen in Duitsland en Nederland.

    Terpentine

    Hoeveel moorden Michel Stockx nog meer heeft gepleegd, zal altijd een geheim blijven: de man is op 18 september 2001 bezweken aan brandwonden die hij opliep in de Scheveningse strafgevangenis. Hij was in de werkplaats bezig met arbeidstherapie, toen hij een fles terpentine zou hebben omgegooid. Daardoor raakte hij in paniek en stootte een TL-buis stuk. Hierdoor zou kortsluiting zijn ontstaan waardoor hij volgens getuigen in een mum van tijd in lichterlaaie stond. De conclusie was dat het een ongeluk was, onder gedetineerden gaat al vanaf het begin het verhaal dat er opzet in het spel was: kindermoordenaars zijn niet populair in de bajes.

    Bushalte

    In januari 1998 vertelt een medegevangene in Scheveningen dat Stockx aan hem zou hebben bekend dat hij ook Nathalie Geijsbregts heeft vermoord en wordt hij hierover ondervraagd door de Belgische politie. Aanvankelijk kon Stockx opnieuw een alibi voorleggen: volgens zijn tachograaf was hij op 26 februari 1991 immers in Metz. Maar het alibi van Stockx wankelt. De speurders hebben aanwijzingen dat hij met zijn tachograaf heeft geknoeid en vrachtbrieven heeft vervalst. Michel Stockx wordt nu ook officieel beschuldigd van de moord op Nathalie Geijsbregts. Hij stond de dag ervoor met zijn vrachtwagen op ruime afstand van Leefdaal geparkeerd. Hij zou een Belgische Toyota hebben gestolen en daarmee op zoek zijn gegaan naar een prooi. Hij trof Nathalie, die even alleen bij een bushalte stond. Hij zal haar, net als de anderen, dezelfde dag nog hebben misbruikt en vermoord en vervolgens hebben weggewerkt.

    Speurders zoeken langs de E25 ten noorden van Maastricht naar het stoffelijk overschot van Nathalie. Ze vermoeden dat Stockx het lichaam van het meisje daar heeft gedumpt. Vier dagen later wordt de zoektocht zonder resultaat gestaakt. In mei 2000 volgt een nieuwe zoektocht, dit keer langs de snelweg Metz-Straatsburg in Phalsbourg. Michel Stockx zou daar op de dag van de ontvoering een onverklaarbare stop gehouden hebben. In september 2000 wordt Stockx "uitgeleend" aan de Leuvense BOB. Hij wordt uitgebreid ondervraagd, maar zonder resultaat. In april keert hij terug naar zijn cel in Scheveningen. Kort daarna overlijdt hij in de gevangenis.

    DNA vernietigd

    De ouders van Nathalie hebben ernstige bedenkingen bij het onderzoek in Nederland. Volgens hen zou de politie zeer belastend bewijsmateriaal hebben verbrand: drie kinderslipjes die in de spullen van de kindermoordenaar uit Assen waren gevonden, werden vernietigd, waardoor er nooit meer nieuw DNA-onderzoek naar kan worden gedaan. Dat er met de huidige DNA-technieken veel meer uit die spullen te halen zou zijn dan destijds, staat wel vast, maar het materiaal is er dus gewoon niet meer. Het zou te veel ruimte in beslag hebben genomen. En dit terwijl nagenoeg vaststaat dat Michel Stockx buiten de drie kindreen waarvoor hij veroordeeld werd, wellicht ook Nathalie Geijsbregts en de Nederlandse Cheryl Morriën heeft vermoord.

    Cheryl Morriën

    Want er is inderdaad ook nog Cheryl Morriën uit IJmuiden. Als het vijfjarig meisje in augustus 1986 op klaarlichte dag spoorloos verdwijnt, is Michel Stockx op vrije voeten: hij is niet teruggekeerd van proefverlof. Als hij in juni 1992 voor de rechtbank in Alkmaar terechtstaat voor de drie moorden die hij wel heeft bekend, doet de rechter een dringend beroep hem. "U zou nog een goede daad kunnen verrichten door op dit moment eerlijk te vertellen of u dat gedaan hebt of niet. Ook ten opzichte van die ouders zou u die goede daad doen. Doet u die ouders en mij nu dit plezier." Er valt een diepe stilte, de spanning is te snijden. Dan zegt hij, ontnuchterend: "Ik blijf bij mijn verklaring." Zoals hij nooit een bekentenis heeft afgelegd over iets dat niet bewezen kon worden.

    Vier minuten

    De ouders van Nathalie zijn voor 99 procent overtuigd dat Michel Stockx de dader is, maar de onzekerheid blijft. In de loop der jaren duiken er nog andere verdachten op, maar al deze sporen lopen dood. Zo is er de 48-jarige verpleger Hugo N. uit Rotselaar, die na onderzoek echter niets met de zaak te maken blijkt te hebben. Zelfs seriemoordenaar Michel Fourniret wordt een tijdje verdacht. In 2006, vijftien jaar na haar vedrwijning, laten de ouders van Nathalie een verouderingsfoto maken, waarop te zien is hoe Nathalie eruit zou zien op 25-jarige leeftijd. Aanplakbiljetten met deze foto en een oproep werden in België en de buurlanden verspreid. Vader en moeder Geijsbregts zijn na het drama gescheiden: het verdriet om hun kind dreef hen uit elkaar. Eerder al hadden ze een kind kort na de geboorte verloren.

    De Leuvense speurders die destijds het dossier van de verdwijning in handen hadden, zijn intussen gepensioneerd. Voor Alain Remue van de Cel Vermiste Personen is de verdwijning van Nathalie Geijsbregts een symbooldossier. Hij is een persoonlijke vriend van de familie geworden. "Telkens we ergens een lichaam vinden van een jonge vrouw van ongeveer de leeftijd die Nathalie nu zou hebben, zijn Eric en Anita één van de eerste mensen die ik bel", vertelt Alain Remue. Eric Geijsbregts, de vader van Nathalie, blijft tot op de dag van vandaag naar zijn verdwenen dochter zoeken: "Alles bij elkaar heeft Nathalie vier minuten alleen aan die bushalte gestaan. Vier minuten!"

    Bronnen: H.J. Korterink, Het Nieuwsblad, VTM, Humo

    13-11-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (30 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Nathalie Geijsbregts, Marco Weisser, Salim Thattil, Jessica Laven, Cheryl Morriën, ontvoering, verdwijning, vermist, kindermoord, DNA, pedofilie, Michel Stockx, Stokx, Leuven, Leefdaal, Boskee, Cel Vermiste Personen, Child Focus, Alain Remue, Patrick Vits
    >> Reageer (0)
    09-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De overval op de Delhaize in Aalst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Op zaterdag 9 november 1985, vandaag exact 30 jaar geleden, bereikt de terreur van de Bende van Nijvel een absoluut hoogtepunt. In het Delhaize-warenhuis aan de Parklaan in Aalst is het omstreeks halfacht drukker dan op andere zaterdagen. De feestdag van 11 november valt dit jaar op een maandag en de klanten houden daar bij hun inkopen rekening mee. Op het moment dat een Volkswagen Golf GTI de parking opdraait, rijdt aan de andere kant van het warenhuis de rijkswachtpatrouille belast met de verscherpte bewaking van het warenhuis weg.

    Uit de Golf stappen drie gewapende mannen, het aangezicht verborgen achter sjaals en bivakmutsen. Evenals in Eigenbrakel en Overijse verklaren getuigen later dat de gangsters gekleed waren in lange overjassen of parka’s en dat ze militaire gevechtsschoenen droegen. Zoals bij de vier voorgaande overvallen is ook hier sprake van een 'reus' van minstens 1m90, die de leiding over het overvalcommando heeft. Een commando dat met militaire discipline en trefzekerheid optreedt.

    Als ze via de achteringang het warenhuis binnenkomen, breekt onmiddellijk paniek uit. De gangsters schieten met hun riotguns op alles wat beweegt en verschillende mensen raken gewond. De 'reus' schiet van op minder dan een meter twee klanten neer die hem voor de voeten lopen. De kassiersters moeten hun kassa’s leegmaken en ook een kleine brandkoffer blijkt voor de overvallers niet te zwaar.

    De hele operatie neemt geen drie minuten in beslag, een tijdspanne waarin de overvallers minstens veertig schoten afvuren. Op de parking wordt het en waar bloedbad. Een negenjarige jongen, zijn ouders en zijn zusje worden neergemaaid. Enkel de jongen zal de slachting overleven. Klanten die al hun auto zitten worden beschoten.

    De Golf GTI rijdt achterwaarts de parking af. Vanuit de geopende kofferruimte schiet ‘de reus’ zonder ophouden. De inmiddels gealarmeerde politie komt ter plaatse maar moet het wat vuurkracht betreft tegen de Bende afleggen. De Golf GTI raast weg over de Ninoofsesteenweg. Een politiewagen en een R4 van de rijkswacht proberen de veel snellere Golf te achtervolgen, maar moeten die poging na zeven kilometer stopzetten.

    De schok en het onderzoek

    De politiediensten van Aalst, op de parking van de Delhaize, staan er verslagen bij. Ze realiseren zich nu pas de volle omvang van het drama. Acht slachtoffers zijn er gevallen tijdens de overval van het militair commando
    en evenveel zwaargewonden. Op de plaats van het drama hebben de speurders ook een safarihoedje gevonden, het hoedje dat de Reus droeg tijdens de waanzinnige raid. Aan de hand van de zweetafscheiding slaagt het lab erin de bloedgroep te bepalen, O+. Het merkwaardige toeval wil dat tijdens de overval op de Colruyt in Nijvel in september '83 de reus een gelijkaardig hoedje verloor.

    In het warenhuis en op de Delhaize-parking vinden de speurders ook zowat overal hulzen. De speurders schrikken nogal als zij merken dat het gaat om eendenhagel, 'plastic Legia', van zwaar kaliber. De patronen waarmee werd geschoten waren, zo blijkt, gevuld met 9 hetzij met 12 loden bollen, met een gezamenlijk gewicht van 32 gram. Voldoende om op berenjacht te gaan. Een dergelijk soort munitie werd in het verleden overigens ook gebruikt door de Groep Dyane. Het valt de speurders ook op dat er nogal wat kaliber 9-hulzen bij zijn, die al eerder werden gebruikt en opnieuw werden gevuld. Een praktijk die ruim bekend is in milieus van elite-schutters.

    De rijkswacht van het versterkte district Aalst en de gerechtelijke politie van Aalst slaan de handen in elkaar en zetten zich aan het opstellen van ellenlange getuigenverhoren. Iedereen wordt gevraagd naar een precieze beschrijving van de daders, maar ook naar hun gestalte en kleding, een opvallend of tekenend detail. Op basis van de hele reeks verhoren zullen de eerstvolgende dagen robotfoto’s gemaakt worden. Maar aangezien de mannen gemaskerd waren, stelt men ook silhouttetekeningen samen, waarop elk detail wordt aangegeven. Het verloop van het hele gebeuren wordt op een maquette weergegeven. De speurders gaan systematisch en nauwkeurig te werk. Zo ontsnapt ook niet de man die, haast onopgemerkt, tussen de klanten liep tijdens de overval, alsof hij de hele operatie moest 'dekken' ingeval er iets zou mislopen. De man die met een helderkleurige Mercedes gekomen was.

    Ook raken de speurders er na verloop van tijd alsmaar meer van overtuigd dat er in feite twee Golf GTI’s werden gebruikt. Een antracietgrijze, gebruikt door de drie moordenaars, en een groene, die als observatiewagen dienst deed en voorheen gebruikt werd in Overijse en Eigenbrakel. Van die laatste wagen slaagt men erin de vluchtroute deels te reconstrueren, dankzij een koppige jeeprijder die de moorddadige bolide in zijn vlucht was nagereden. De wagen reed vanuit Aalst naar Ninove, vandaar naar Leerbeek, Herfelingen en Bièrges. Daar raakte de jeeprijder het spoor bijster. Om één uur ’s nachts wordt aan het kerkhof in Grimbergen een Golf GTI gevonden, identiek aan de overvalwagen. Het gaat om een wagen die twee uur na de overval werd gestolen op de Kunstlaan in Brussel. De wagen is een dwaalspoor. Gelegd door de Bende van Nijvel?

    Sporen ontdekt van vierde man

    Steeds meer tekenen wijzen er op dat de vierde man, die deelnam aan de moorddadige overval te Aalst, is kunnen ontkomen langs een vluchtweg achter de parking van Delhaize. Op die vluchtweg, die door de gerechtelijke diensten inmiddels met nadarbarelen is afgesloten, zijn immers sporen te zien van een auto. Wat nog meer is, enkele getuigen zagen op 31 oktober, dus meer dan een week voor de overval, in die omgeving verdachte personen. De politie van Aalst, die door deze getuigen op die 31ste oktober ’s avonds onmiddellijk werd gealarmeerd, heeft toen ook verdachte bewegingen gezien.

    Dat alles houdt in dat de politie van Aalst reeds op 31 oktober verdachte zaken vaststelde rond de Delhaize. Het is niet uitgesloten dat op die dag de bende de streek nauwkeurig is komen verkennen en ook een mogelijke tweede vluchtweg heeft uitgestippeld. Vermits er nu sprake was van vier overvallers, van wie er echter maar drie met de snelle Golf langs de voorkant zijn ontsnapt, zou het best kunnen dat die vierde man de alternatieve vluchtweg heeft genomen.

    Hij zou daar met een auto hebben postgevat – vandaar de sporen van autobanden op een wandelweg waar anders nooit auto’s komen – om zijn trawanten zo nodig langs daar te kunnen ontzetten. De wandelweg, twee meter breed, is berijdbaar. Men kan er zelfs twee kanten uit, naar de steenweg op Ninove en naar de Parklaan, vanwaar men telkens langs de gewone wegen kan ontkomen.

    Slotscène in het bos

    Een dag na de overval merkte een jogger een uitgebrande Golf op in het Bois de la Houssière en alarmeerde de politie. Die vond de verkoolde resten van een spiksplinternieuwe, donkergroene driedeurs GTI met schuifdak, die eind september gestolen was op de parkeerterreinen van d’Ieteren in Erps-Kwerps, met daarin de zwart geblakerde boorddocumenten van twee Golf GTI’s. De politie trof tussen de verkoolde resten ook hulzen aan die afgeschoten werden met de twee riotguns die de Bende gebruikt had in Aalst en bij haar eerdere moordaanslagen in Overijse en Eigenbrakel. Die nacht was er vlakbij nog een andere Golf opgemerkt, donkergroen of blauw, en zeker geen splinternieuw model.

    Een frituuruitbater in de buurt van de zwaaikom van het Kanaal van Ronquières was rond middernacht gewekt door dichtslaande autoportieren. De man, die al een paar keer ongewenst bezoek had gekregen, had zijn karabijn bovengehaald en was aan het raam gaan kijken. Hij zag twee mannen bij de donkere oude Golf staan. Vlakbij was een grote bleke break geparkeerd. De mannen bij de Golf waren bezig een nummerplaat te vervangen.

    Een derde kerel bleef de hele tijd in de wagen zitten. Een andere ooggetuige heeft dezelfde scène eveneens gezien, en vertelde dat een van de drie inzittenden naar de oever van het kanaal was gestapt, en hoe er vervolgens iets op het water leek te drijven, mogelijk een plastic zak. Na een kwartier reden beide voertuigen met gedoofde lichten weg. Een jaar later ontdekten duikers die Delta had ingeschakeld op die plek in het kanaal het geldkoffertje van de Aalsterse Delhaize, samen met andere overvalsouvenirs.

    Was de 'Killer' van de Bende van Nijvel tijdens de vlucht neergeschoten door de politie en 's anderendaags door zijn kornuiten uit zijn lijden verlost en gedumpt? Feit is dat agent Eddy Nevens vier keer gevuurd heeft op de vluchtende GTI op de parking van de Delhaize in Aalst. Opscheppen doet die agent normaal niet. Hij is ook niet zeker dat hij raak trof. Zijn 'gevoel' als schutter zegt hem dat één schot goed was. Feit is ook dat na Aalst de Bende geen enkele overval meer pleegde.

    Een week van terreur

    Na de meest huiveringwekkende week uit de jongste Belgische geschiedenis, vier CCC-aanslagen op banken, een overval op een geldtransport waarbij twee doden vielen en de terreuractie van de Bende van Nijvel tegen de Delhaize van Aalst, waarbij acht mensen in koelen bloede werden terechtgesteld, verkeert de bevolking in een schoktoestand. Deze bloedige week valt samen met de beslissende fase in de formatiebesprekingen op het kasteel van Stuyvenberg. Op zondagmorgen 10 november komt op verzoek van formateur Martens het crisiscomité in allerijl bijeen.

    Nemen aan het spoedberaad deel: rijkswachtcommandant Bernaert en zes demissionaire ministers: Gol, Nothomb, Grootjans, Dehaene, Vreven en De Croo. In Aalst heeft de rijkswacht op onvoorstelbare wijze geblunderd en allicht de kans verkeken om de Bende van Nijvel een beslissende slag toe te brengen. Bizar genoeg lijkt het crisiscomité zich daar niet aan te storen. Het vindt klaarblijkelijk dat de rijkswacht niet heeft gefaald en, meer nog, het breidt de macht van de rijkswacht zelfs uit.

    Zogezegd om tijd te winnen, het had 41 minuten geduurd eer men de parketmagistraat had bereikt om het politiealarm af te kondigen na het bloedbad in Aalst, beslist het crisiscomité de bevoegdheid voor het geven van een politiealarm over te hevelen van de magistratuur naar de rijkswacht. Zoals na het Heizeldrama wordt het falen van de rijkswacht beloond met machtsuitbreiding.

    Diezelfde dag, 10 november, neemt Jean Gol deel aan een RTBF-debat, geflankeerd door procureur Francis Poelman en substituut André Vandoren. De magistraten voelen zich zichtbaar niet op hun gemak voor de camera’s en zijn alleen onder druk van hun minister bereid gevonden aan de uitzending mee te werken. Ze zijn dan ook spaarzaam met het verstrekken van informatie. Alleen procureur Poelman verwekt even opschudding met de uitlating: "We kennen de reus van de Bende van Nijvel." Waarop wacht het gerecht dan om zijn signalement te verspreiden of hem te laten arresteren?

    Bron: bendevannijvel.com

    09-11-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Bende van Nijvel
    Tags:Bende van Nijvel, roofmoord, overval, banditisme, Delhaize, Aalst, Parklaan, Ninoofsesteenweg, Reus, Killer, riotgun, Golf GTI, Bois de la Houssière, Ronquières, Jean Gol, Francis Poelman, André Vandoren, Delta-cel, Eddy Nevens
    >> Reageer (0)
    05-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bomaanslag op de Kredietbank in Leuven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Paracommando’s in de straten, onrust onder de bevolking. Nee, we spreken niet over de recente terreurdreiging. Tijdens de jaren ’80 waren bomaanslagen en schietpartijen schering en inslag. De CCC hield ons land twee jaar lang in de greep van angst en terreur. Exact 30 jaar geleden, op 5 november 1985, blies de extreemlinkse groepering de Kredietbank op het Ladeuzeplein in Leuven op.

    De 'Cellules Communistes Combattantes'. Voor de meeste huidige studenten iets waar ze nog nooit van gehoord hebben. Voor de vorige generatie bittere ernst. De werkwijze van de CCC: bomaanslagen op kapitalistische en politieke doelwitten. Tussen 1984 en 1985 pleegden ze veertien aanslagen in België met 28 gewonden en 2 dode brandweermannen als gevolg. Bij het opblazen van de toenmalige Kredietbank vielen geen doden, maar de materiële schade was groot. Terreur in het pre-9/11-tijdperk.

    De aanslagen van de Strijdende Communistische Cellen waren gericht tegen de "vijanden van het communisme". De eerste bom ontplofte op 2 oktober 1984 in een vestiging van het Amerikaanse bedrijf Litton in Evere. De dag erop volgde een aanslag bij de Duitse machinefabriek MAN in Groot-Bijgaarden en op 8 oktober explodeerde een brandbom bij de multinational Honeywell, opnieuw in Evere. Een week later, op 15 oktober, is het Liberaal Studiecentrum in Elsene aan de beurt, kort daarna gevolgd door een aanslag op twee zendmasten van het leger in Bierset en het secretariaat van de CVP in Gent (toenmalig premier Wilfried Martens kreeg toen zelfs politiebescherming). Op 11 december 1984 werd op vijf plaatsen tegelijk (Estival, Gages, Gastuche, Glaaien en Itter) een NAVO-pijpleiding opgeblazen. In een paar maanden tijd had de CCC een nietsontziend spoor van vernieling getrokken. Daarna hielden de daders zich even gedeisd en doken onder.

    Vanaf maandag 4 november 1985 begint de Cellules Cummunistes Combattantes aan een nationale bommencampagne. Die dag pleegt de CCC een aanslag in Etterbeek. Op dinsdag 5 november is Charleroi 's ochtends aan de beurt en Leuven in de namiddag. Om half drie in de namiddag komen twee mannen de Kredietbank op het Ladeuzeplein binnen. Een bomkoffer wordt vastgemaakt aan een trapleuning en intussen worden pamfetten (foto onder) uitgedeeld. Het bankgebouw en de toenmalige parking op het Ladeuzeplein worden onmiddellijk ontruimd. Een half uur later ontploft de bom. Er valt een lichtgewonde door rondvliegend glas. In de lokettenzaal is een ware ravage aangericht (zie foto's). Enkele getuigen hebben de daders recht in het gezicht gezien en herkennen later de robotfoto van een eerdere aanslag. De Bank of America is op 4 december 1985 het laatste doelwit van de CCC.

    De aanslagen worden gepleegd met dynamiet gestolen uit een steengroeve. Een deel van de explosieven wordt later ook gebruikt bij een mislukte aanslag door Action Directe en bij een mislukte aanslag van de Rote Armee Fraktion.

    De CCC heeft het vooral gemunt op banken en bedrijven, en wil geen menselijke slachtoffers maken. Zo verwittigt de groep de autoriteiten als er een aanslag zal plaatsvinden of worden er brieven gelegd met een waarschuwing op.

    Toch vallen er ook dodelijke slachtoffers. Op 1 mei 1985 bracht de CCC een bestelwagen tot ontploffing aan de voet van het gebouw van het Verbond der Belgische Ondernemingen (VBO) in Brussel. Twee brandweermannen kwamen om het leven en talloze gebouwen raakten beschadigd in de wijk rond het Centraal Station en de Kunstberg. In totaal geraakten 28 mensen bij hun aanslagen gewond. De dood van de brandweermannen zal de leider van de CCC, Pierre Carette, later een "accident de parcours" noemen, omdat de rijkswacht het had nagelaten de twee mannen op tijd te waarschuwen.

    Op 16 december 1985 worden de vier belangrijkste leden van de CCC - Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Didier Chevolet en Pascale Vandegeerde - opgepakt als ze hamburgers zitten te eten in een Quick-fastfoodrestaurant in Namen. Hiermee komt een einde aan de terreuraanslagen en de angstpsychose waarin ons land 2 jaar leefde.

    De vier worden op 21 oktober 1988 voor het hof van assisen in Brussel veroordeeld tot levenslang. Vooral de dood van de twee brandweerlieden bij de aanslag op het gebouw van het VBO in Brussel weegt zwaar door bij die beslissing. De vier zien zichzelf als politieke gevangenen.

    Op 4 februari 2000 mag Pascale Vandegeerde, vijftien jaar na haar arrestatie, als eerste de gevangenis vervroegd verlaten. Op 10 februari is ook Didier Chevolet op vrije voeten. En in juni van datzelfde jaar trekt Bertrand Sassoye de gevangenispoort achter zich dicht. Pierre Carette, die als de leider wordt beschouwd, mag pas op 25 februari 2003 de gevangenis verlaten.

    In juni 2008 wordt Carette opnieuw opgepakt voor het schenden van de voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. Een van die voorwaarden is dat hij "geen activistisch politiek contact mag opnemen met zijn kompanen". Een week later beslist de strafuitvoeringsrechtbank dat hij niet opnieuw de cel in moet, omdat er geen bewijs is dat de contacten met zijn ex-kompaan Bertrand Sassoye niet pacifistisch zijn.

    Tot op vandaag is Pierre Carette niet afgestapt van zijn gewelddadige extreemlinkse ideeën van de jaren '80.

    Bronnen: Isabelle Dekeyzer (deredactie.be), Karel Peeters (Veto), Het Nieuwsblad (foto's)

    05-11-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (13 Stemmen)
    Categorie:Aanslagen CCC
    Tags:CCC, Cellules Communistes Combattantes, bom, bomaanslag, terreur, terrorisme, extreemlinks, RAF, Action Directe, Pierre Carette, Bertrand Sassoye, Didier Chevolet, Pascale Vandegeerde, KB, Kredietbank, Ladeuzeplein, Leuven, Litton, Honeywell, VBO, 80's
    >> Reageer (0)
    28-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ex-premier voor 63 miljoen - Histories
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Uitzending van het Canvas-programma 'Histories' uit januari 2001. De ontvoering van de flamboyante en controversiële politicus-zakenman Paul Vanden Boeynants (VDB) op 14 januari 1989 was het begin van een affaire die overal in België op verbazing en ongeloof werd onthaald.

    Het gerecht tast aanvankelijk volledig in het duister. Het eerste echte contact met de ontvoerders komt er op 30 januari 1989 via mijnheer 'Léon'. 'Léon' - naar alle waarschijnlijkheid Patrick Haemers - belt Jean Natan op, een relatie van Paul VDB. De eis is een losgeld van 63 miljoen Belgische frank. De onderhandelingen gebeuren los van de politie. Op 10 februari 1989 overhandigt Jean Natan in Genève het gevraagde bedrag. Drie dagen later wordt VDB door zijn ontvoerders vrijgelaten aan het station van Doornik. De gijzeling is voorbij.

    Later wordt Patrick Haemers, een sleutelfiguur in de ontvoering, samen met zijn vriendin in Brazilië aangehouden. Op 19 april 1993 begint het proces tegen de bende. Een kleine maand later pleegt Haemers zelfmoord in zijn cel. 'Een ex-premier voor 63 miljoen' reconstrueert deze ontvoeringszaak. Het archiefmateriaal wordt aangevuld met exclusieve beelden, reconstructies en gesprekken met bevoorrechte getuigen. Een documentaire van Dirk Leestmans.

    28-10-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    Categorie:Ontvoeringen
    Tags:Histories, Canvas, Paul Vanden Boeynants, VDB, ex-premier, PSC, Patrick Haemers, Philippe Lacroix, Basri Bajrami, bende-Haemers, ontvoering, kidnapping, losgeld, 63 miljoen, Le Touquet, BSR, Kaplan Murat, gevangenis,ontsnapping, Harry Van Oers, Jean Natan
    >> Reageer (0)
    23-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toch denkt Jefke dat daar nog ergens miljoenen liggen - Douglas De Coninck
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In het kippenhok misschien. Of in een sok onder een matras. Jefke Peeters, 23 jaar geleden medeontvoerder van Anthony De Clerck, verdenkt zijn toenmalige kompaan Danny Vanhamel ervan een deel van het losgeld achter te hebben gehouden. Niks van, zegt Vanhamel. Maar waarom liep Jefke-met-enkelband dan zo'n risico? Douglas De Coninck op zoek naar de mogelijke restantjes van 256,6 miljoen Belgische frank aan losgeld.

    "Wij zijn de ontvoerders van Anthony. Wij stellen vast dat gij onze boodschap goed hebt ontvangen. De losprijs die wij u vragen: 2 miljoen Franse Franken, 1 miljoen gulden, 1 miljoen Duitse marken, 6 miljoen Amerikaanse dollar. Onze voorwaarden die gij eerder hebt ontvangen niet vergeten. De vrijlating van Anthony zal alleen gebeuren wanneer wij de losprijs zullen hebben nagekeken en gecontroleerd."

    Bij de brief, op 12 februari 1992 door Jozef Peeters en Salvatore Calatabiano verstuurd naar Dominiek De Clerck in Wielsbeke, zat een geluidscassette: "Dag mama en papa. Hier spreekt uw zoon Anthony. Met mij is alles goed. Ik kom niets tekort. Ik weet nu toch dat jullie gisteren op tv geweest zijn en dat papa alles zal doen om mij terug te krijgen. Wees niet ongerust, want ik word heel goed behandeld en krijg wat ik wou. Ik heb zelfs een computerspel gekregen en veel boeken. Ik mis jullie en hoop vlug bij jullie thuis te zijn."

    Wat vonden we het toch grappig. Moeder Martine De Clerck voor de tv-camera's, twee dagen na de ontvoering, in het parochiezaaltje in Belsele: "Anthonyke, gij zijt ne toffe jongen". Was dit echt? Was dit Vlaanderen? En was die vader, Jan De Clerck, textielmagnaat, wel 'zuiver op de graat'? Hoe vaak is niet herhaald dat justitie zoveel meer aandacht had voor Anthony dan voor andere verdwenen kinderen?

    Er was dat ene moment, 22 september 1997, vijf jaar na de feiten. Jan en Martine De Clerck in Brussel gearresteerd op verdenking van financiële fraude. Wie voerde Het Belang van Limburg op als leverancier van deskundige commentaar? Daniël Vanhamel, aan de telefoon vanuit de nor: "Ik ben wel in mijn nopjes dat ze nu beseffen wat het betekent opgesloten te zitten, je kinderen achter glas te moeten zien. De familie heeft ons altijd als uitschot beschouwd." Ja, hoe zou die daartoe gekomen kunnen zijn?

    "In de rechtszaal voelde je dat niet, maar daarbuiten hing een lacherig sfeertje", zegt advocaat René Verstringhe, die op het assisenproces de burgerlijke belangen van de familie De Clerck verdedigde. "Het ging hier wél om een jongen van elf die op een ochtend, op weg naar school, door mannen met bivakmutsen en een revolver uit de auto gesleurd werd en een maand lang in een cel opgesloten zat. Die psychische terreur, op hem, op de familie... Ik vind dat bijzonder ernstige feiten, sorry."

    Dat we geneigd zijn het allemaal zo lollig te vinden, is mede te danken aan de strapatsen van Daniël - 'zeg maar Danny' - Vanhamel en Jozef - 'Jefke' - Peeters, in een populaire krant treffend omschreven als de Gaston en Leo van de Belgische misdaad. Ervaren gangsters hebben een vluchtplan. Die ochtend, 4 februari 1992, iets na achten, kwamen Vanhamel, Peeters en kompaan Isidro Sanchez na hun vertrek uit Belsele in hun Mercedes met een spartelende Anthony in de koffer 20 minuten vast te zitten in de ochtendfile op de E17 nabij de Kennedytunnel.

    Het idee was in 1989 gerijpt in de gevangenis van Lantin, waar Vanhamel, Peeters en Sanchez samen opgesloten zaten en uit de krant meenden te kunnen opmaken dat de publieke opinie 'positief' stond tegenover de bende rond Patrick Haemers. Die had oud-premier Paul Vanden Boeynants ontvoerd. Vanhamel, ooit vechtersbaasje bij de Limburgse motorbende Born Losers en als Vlaamse James Dean opgevoerd in het BRT-jongerenprogramma Inspraak, adoreerde Haemers. Naar zijn voorbeeld pleegde hij, met hulp van Peeters, eind 1988 een gewapende overval op een Securitas-geldtransport in Berloz.

    Eind 1991 hadden ze een beter plan: de ontvoering van de dochter van de Nederlandse miljonair Leon Melchior. Ze hadden de omgeving verkend en foto's verzameld van zowel de dochter als Melchiors secretaresse, Christiane Gielen - kwestie van geen stommiteiten te begaan. Op 13 december 1991 werd in een BMW in Maastricht een met kauwgom achter het stuur bevestigd briefje opgemerkt: "Uw dochter werd ontvoerd maar wordt goed behandeld! Het losgeld bedraagt 200 kg staven goud (24 karaat) verpakt in zakjes van 20 à 25 kg plus 4 miljoen dollar in gebruikte biljetten van 100 VS-dollar eveneens verpakt in jute zakken (geen serienummers!)."

    Het plan was tot in de perfectie verlopen. Tot Vanhamel, Peeters en Sanchez in de gehuurde chalet in het Ardense Engreux de zak van het hoofd van hun gijzelaar trokken. Die zei: "Ik ben Christiane Gielen". Voorzien van een biljet van 100 frank werd de jonge vrouw een dag later vrijgelaten in de buurt van Riemst.

    De bende-Vanhamel ging in Knokke graaf Leopold Lippens observeren. Nadat Calatabiano op diens domein per abuis de zoon van de conciërge had vastgegrepen en daarbij een schoen verloor, werd ook dat plan opgeborgen. Vanhamel kocht de Trends, las iets over het vermogen van Jan De Clerck, en vergat even dat de publieke opinie mogelijk anders zou reageren op de ontvoering van een kind.

    Op 5 februari, een dag na de ontvoering van Anthony, stond Vanhamel al met stip bovenaan de lijst verdachten van onderzoeksrechter Leo Tas in Dendermonde. Dat werd er niet beter op na de eerste losgeldbrief, opgesteld in schabouwelijk Frans, in dezelfde stijl en op dezelfde tekstverwerker als bij Gielen. Er kwamen tips uit 'het milieu', onder meer via de later in opspraak gekomen BOB'er Willy Van Mechelen. Hij was de flik die al na één dag zei: "Da's Vanhamel, zeker weten".

    Vanhamel? Dat was dan goed nieuws. Die zou Anthony vast geen haar krenken. "We wisten ongeveer alles", zegt een speurder van toen. "Het probleem was dat we niet wisten waar Anthony zat en wie hem bewaakte. Zolang we de jongen niet hadden, moesten we Vanhamel met rust laten."

    Nadat in de nacht van 27 februari een eerste poging tot overhandiging van losgeld fout liep - en Vanhamel even oog in oog stond met rijkswachters, die hem lieten gaan - verkoos hij niet langer te communiceren met oom Dominiek De Clerck, maar met de pastoor van Belsele. Diens telefoonlijn zou de politie vast niet aftappen, dacht hij. Op de lijn in de pastorie hoorden de speurders nu het onmiskenbare Limburgse dialect van de prime suspect. De rijkswacht mobiliseerde al zijn flitscamera's in de omgeving van Belsele. Op één beeld was de Fiat Uno (en nummerplaat) van moeder Vanhamel te zien, kort nadat in de brievenbus van de pastorie een brief en een cassette met de stem van Anthony waren gedropt.

    Na een eindeloos parcours van onder zitbanken op autosnelwegparkings gekleefde briefjes met instructies - met wéér Vanhamel die zich om de haverklap liet flitsen - gooide een stroman van de familie De Clerck in de avond van 4 maart 1992 in Maarheeze, nabij Maastricht, drie tassen vol geld over een hek, waar ze werden opgepikt door medeplichtigen Calatabiano en Ivon Huber. Later in de avond leverden zij de tassen in Lummen af bij Vanhamel en Peeters. Van daaruit ging het naar militair Patrick Houdmeyers, een neef van Vanhamel. In diens garage werden de biljetten op de grond uitgestrooid en berekeningen gemaakt. Hier lag voor 256.616.000 Belgische frank.

    Het tellen van de buit is voor een crimineel doorgaans de ultieme sensatie. Dat is het in Lummen iets minder als blijkt dat de biljetten vochtig zijn. Er zit overduidelijk een of ander 'spul' op. Het werk van de aan de Duitse Bündeskriminalamt verbonden chemicus Filippo Finnochiaro, zo blijkt later. Hij beklaagt er zich op het assisenproces over dat de Belgische speurders de biljetten na het aanbrengen van zijn chemische wondermiddel te snel op elkaar hebben gestapeld zodat ze zijn gaan klitten: "Normaal mag dat niet gebeuren".

    Normaal knallen ontvoerders in zo'n geval hun gijzelaar neer en vertrekken ze met de noorderzon. Niet zo in Engreux. Nadat hij een maand lang de tijd heeft gedood met strips en een computerspel ziet Anthony in de namiddag van 6 maart 1992 zijn bewakers Isidro Sanchez en Thaci Din verwoed de chalet poetsen, zijn spelconsole in een vuilniszak proppen en strips verbranden. Omstreeks 21.45 uur die avond rinkelt de bel in een huis in Massenhoven. Daar staat een jongen: "Ik ben Anthony De Clerck en ik zou graag naar mijn mama en mijn papa bellen".

    Tussen geldoverdracht en vrijlating is 48 uur verstreken. Tijd zat, zou je denken, voor een enkeltje Brazilië. Niet zo in Lummen. Als de speurders in de vroege ochtend van 7 maart aanbellen bij Vanhamel ligt die gewoon thuis in bed. Idem dito bij Peeters en Sanchez. Tijdens de huiszoeking bij Vanhamel zien de speurders hoe zijn vrouw Marina Krawinckel iets door de wc-pot spoelt. In de door de rijkswacht over de tuin uitgespreide drek worden papiersnippers opgevist waarop na wat gepuzzel te lezen is: "Wij zweren... - weg zullen... - geen..."

    Het is een fragment uit een gecodeerde boodschap die Dominiek De Clerck op 20 februari had moeten uitspreken voor tv-camera's. Verborgen boodschap: "Wij gaan op uw eisen in". Vanhamel was die avond niet tijdig thuis voor het tv-journaal, dus zijn vrouw had vlijtig genoteerd. Ontkennen had geen zin meer. De chalet in Engreux zou misschien nooit zijn gevonden als een Luikse medeplichtige niet op het dwaze idee was gekomen om die na de drie arrestaties in een bui van paniek in de fik te steken.

    "Moordenaars, dat kan toch niet?!", krijste Danny Vanhamel toen het Gentse assisenhof hem op 22 december 1994 net als Peeters en Sanchez veroordeelde tot levenslange dwangarbeid. Vijf medeplichtigen kregen lichtere straffen. Krawinckel, Houdmeyers en een secundair hulpje bij de ontvoering van Gielen zagen zich vrijgesproken.

    Vanhamel en Peeters gingen in hongerstaking, klaagden in brieven aan de media steen en been over 'klassejustitie' en trokken al van in 1999 verbaal ten strijde tegen justitieminister Verwilghen die "onder de invloed van de familie De Clerck" hun rechtmatige eis voor een vervroegde vrijlating zou dwarsbomen.

    Jefke Peeters mocht in april 2004, na twaalf jaar, de gevangenis verlaten. Hij kreeg van de dienst elektronisch toezicht een enkelband om. Sinds oktober 2004 geniet ook Danny Vanhamel dat voorrecht. Onder voorwaarden. Elke niet-werkgebonden verplaatsing dient gemeld aan de justitieassistent. Niet op café gaan. Geen contact hebben met medeveroordeelden van weleer.

    Zaterdag 20 november 2004. In de garage van de villa in de Priesterse Heidestraat in Lummen, dezelfde villa als waar de politie destijds de beerput kwam leegpompen, staat Vanhamel rustig te schilderen als achter hem een vertrouwde stem klinkt. Jefke Peeters is 's ochtends met zijn kleindochter in Lummen naar de begrafenis van zijn schoonbroer gegaan, heeft na afloop wat pinten gedronken en is samen met het kind even tot hier gereden.
    "Wij zagen dat meteen", klinkt het op de dienst elektronisch toezicht. "Op het computerscherm zag je het signaal van de ene gedetineerde oplichten in de box van de andere. En juist díé. Alle alarmsystemen gingen af." Zaterdagavond zitten Danny en Jefke weer in de gevangenis. Geïnterpelleerd door zijn justitieassistent, zei Peeters: "Dat bezoek aan Danny, dat was de grootste stommiteit van mijn hele leven". Het is waar, met die zaak-Anthony is het om de een of andere reden altijd lachen geblazen.

    In eerste instantie liet Peeters de wereld via advocaat Jan Keulen weten dat zijn bezoek niets dan nobels had beoogd. "Hij ging naar Vanhamel om hem te vragen een brief te schrijven aan de familie", aldus Keulen, maandag. Inmiddels krijg je van de advocaat maar twee woorden meer te horen. "Geen" en "commentaar".

    Volgens zowel Vanhamel als Peeters duurde de conversatie "twintig minuten". De computer van de dienst elektronisch toezicht laat wat anders zien: 36 minuten. "Een beetje lang voor een gesprek waarover Vanhamel nu beweert dat zijn deel zich ertoe beperkte Peeters de deur te wijzen", vindt men daar.
    Toch is het zo gegaan, houdt Michel Du Tré, advocaat van Vanhamel vol: "Mijn cliënt heeft meteen gezegd: 'Ben je gek geworden? Dit mag niet, ga weg!' Hij kon er niks aan doen dat Peeters in die garage bleef staan. En ja, dat verhaal over die brief aan de familie De Clerck, dat is natuurlijk quatsch. Als dat de bedoeling was, hoefde Peeters enkel zijn advocaat te vragen om mij aan te schrijven."

    Waarover spraken Peeters en Vanhamel dan wel? "Geld", verduidelijkte Marina Krawinckel (42) in enkele kranten. Om zich een dag later te corrigeren: "Ik weet niet precies waarover het gesprek tussen Danny en Jefke ging. Over geld maar zeker niet over losgeld dat is betaald voor de vrijlating van Anthony."
    Kan ook niet, zegt advocaat Du Tré. "Het voor de vrijlating van Anthony betaalde losgeld is in 1992 allemaal teruggevonden. Het is heel eenvoudig. Vanhamel en Peeters zijn ook veroordeeld voor die Securitas-roof in 1988. Securitas speelde het hard en eiste van mijn cliënt de terugbetaling van 40 miljoen frank. Dat is een astronomisch bedrag dat hij nooit bij elkaar zal krijgen, hoe hard hij ook werkt. Toch, puur uit principe, handhaaft de firma het loonbeslag."

    De advocaat haalt er de cijfers bij. Na een voorbeeldig parcours in de gevangenis kreeg Vanhamel de enkelband om omdat hij kon voldoen aan de laatste van alle voorwaarden: een baantje vinden. Hij ging als chauffeur aan de slag bij de Kringloopwinkel in Lummen. "Hij verdient een kleine 1.250 euro netto per maand", zegt Du Tré. "Daarvan moet hij maandelijks 700 euro afbetalen aan Securitas. Peeters is voor dezelfde feiten veroordeeld en zit ook met zo'n afbetalingsplan. Het water staat hem tot de lippen. Hij staat onder budgetbeheer. Straks wordt zijn huis openbaar verkocht. Volgens mij is hij uit pure wanhoop bij Vanhamel langsgegaan."

    En toch. In het naar de hoogste regionen van het ministerie van Justitie doorgestuurde dossier zegt Vanhamel: "Peeters kwam me spreken over de verdeling van de buit." Welke buit? Jawel, die. Vanhamel kon zijn ex-kompaan enkel op het hart drukken dat er niks meer was, maar zo te horen was Jefke Peeters ook na 36 minuten nog niet helemaal overtuigd.

    Het strafdossier vertelt de lichtjes hilarische geschiedenis van het losgeld, in maart 1992. Vanhamel, Peeters en Sanchez zaten al in de cel. Hun namen en foto's prijkten dagelijks op de voorpagina's. Toch dachten Marina Krawinckel, Patrick Houdmeyers en zijn vrouw Sabine Vervloesem nog een kans te zien om het losgeld uit de klauwen van justitie te houden. Het stel kwam medio maart langs bij Krawinckel met een koffer vol vochtige guldens. Krawinckel dacht wel raad te weten met 'dat spul' van de politie. Ze stak de hele berg guldens in de wasmachine. De akte van beschuldiging: "Zij werden gestreken en per pakje van 100 biljetten gestoken (...). Tevens werden dollarbiljetten uit de koffer gehaald dewelke door Krawinckel werden gewassen en in de droogtrommel gestopt. De biljetten werden door Krawinckel en Vervloesem gestreken."

    Een heler werd gevonden in de figuur van Guy Awouters uit Hasselt, die nog had geholpen bij de ontvoering van Gielen. Hij ging in Nederland op pad met het gewassen en gestreken geld, liep recht in de armen van een undercoveragent en werd op 18 mei 1992 gearresteerd in Diegem in het bezit van 350.100 dollar en 600.000 gulden. Inmiddels was een deel van het losgeld in Luik bij helers terechtgekomen en ook daar kon de politie nagenoeg alles onderscheppen. Toch wettigt het strafdossier de indruk dat Vanhamel en Krawinckel her en der nog wat hadden verstopt. Zij wezen justitie op 22 mei 1992 de weg naar het kippenhok achter het huis van de ouders van Vanhamel. Daar lag voor 3 miljoen frank aan dollars, marken en guldens in een plastic zak tussen het stro. Een laatste schijf werd gevonden nadat een van de helers ruzie kreeg met zijn vriendin. Op 3 juni 1992 belde zij de politie met de melding dat er 'iets' bij haar op zolder lag.

    Zoveel hoopjes geld, her en der. En altijd weer Marina Krawinckel die wasmachine en strijkijzer hanteerde. Jefke Peeters is straks dakloos. Vanhamel, zo kon Jefke met eigen ogen zien, woont nog steeds in die leuke villa. Met zwembad.

    In verschillende media was sprake van zo'n 37 miljoen frank die nooit zou zijn teruggevonden. "Klopt niet", zegt advocaat René Verstringhe (familie De Clerck): "Er is een verschil tussen wat de familie aan losgeld heeft betaald en het totale financiële verlies dat ze leed. Of je nu Jan De Clerck heet of niet, probeer maar eens in één dag 250 miljoen frank bij elkaar te krijgen." Ook begin 1992, toen de kleine Anthony nog spoorloos was en alle media beheerste, was het woord sentiment van geen tel in het bankwezen. Jan De Clerck klopte aan bij de Nationale Bank van België die de francs, dollars, guldens en marken liet overkomen uit het buitenland. Voor transport, verzekering en 'vernietiging' (door de chemische stof werden de biljetten bij voorbaat waardeloos gemaakt) rekende de Nationale Bank blijkens het strafdossier 37.333.822 frank aan. "Die kosten heeft de familie helemaal zelf gedragen", zegt Verstringhe. "37 miljoen frank, dat is toch al niet meer om mee te lachen."

    Maar het losgeld zelf is integraal teruggevonden?
    "Niet integraal. Een klein deel is ergens via dat circuit van zwarte helers 'in de natuur' verdwenen. Het ging, als ik het goed herinner, niet om een astronomisch bedrag hoor." Na het proces was sprake van 5 miljoen frank. "Dat zal er al dichter bij zitten, al maakt het weinig uit. Als iemand al die vreemde valuta (buiten de dollars inmiddels allemaal vervangen door euro's, DDC) na al die jaren uit een of ander putje tevoorschijn haalt, wat moet hij er dan mee? Naar de bank gaan? Dat chemische spul gaat er nooit af. Die biljetten worden onmiddellijk herkend als waardeloos."

    Eind 1992 scheidden Vanhamel en Krawinckel. De villa kwam op haar naam te staan. Het paar hoopte het zo te vrijwaren voor een door de familie De Clerck geëist bewarend beslag. De familie eiste 5 miljoen frank. "Maar ze stemde achteraf in met een dading", zegt advocaat Michel Du Tré (Vanhamel). "Hoewel hij in de gevangenis zat, wist mijn cliënt 1,5 miljoen frank bij elkaar te krijgen om de De Clercks uit de betalen. Die hebben daar toen mee ingestemd en formeel afgezien van elke verdere claim. Dat lijkt me een heldere indicatie dat er geen losgeld meer circuleert. Als er nu sprake is van 1,5 of 5 miljoen frank die is 'zoek geraakt', vergeet dan niet dat er in 1992 allerlei dubieuze operaties zijn uitgevoerd tegen wisselkoersen die niet echt overeenstemmen met die op de beurs."

    Al sinds de jaren zeventig heeft Vanhamel geen job meer gehad. Toen Christiane Gielen werd ontvoerd, gebeurde dat omdat hij financieel aan de grond zat. Van maart 1992 tot vorige maand verrichtte hij wat onderbetaalde klusjes in de gevangenis. Ja, Marina Krawinckel heeft een handelszaak. Maar toch. Die villa. Dat zwembad. Door ons gecontacteerd, kreeg Marina Krawinckel last van een hevige hoestbui: "Kunt u misschien later eens terugbellen?"

    Twaalf jaar na de feiten stond de ene ontvoerder van Anthony De Clerck voor de deur bij de andere. De één zit op droog zaad, de ander bewoont een villa met zwembad. Het gesprek duurde 36 minuten en ging dixit Danny Vanhamel over 'de verdeling van de buit', die er volgens hem niet meer is. Hij is wel de man met de villa. Geïnterpelleerd door zijn justitieassistent zei Peeters: "Dat bezoek aan Danny, dat was de grootste stommiteit van mijn hele leven". Het is waar, met die zaak-Anthony is het om de een of andere reden altijd weer lachen geblazen.

    Auteur: Douglas De Coninck - verschenen in De Morgen op 27/11/2004

    23-10-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (20 Stemmen)
    Categorie:Ontvoeringen
    Tags:Anthony De Clerck, zaak-Anthony, ontvoering, losgeld, buit, Jan De Clerck, tapijt, Daniël Danny Vanhamel, Jozef Jefke Peeters, Isidro Sanchez, Salvatore Calatabiano, Marina Krawinckel, Patrick Houdmeyers, Christiane Gielen, Leo Tas, Engreux, Michel Du Tré
    >> Reageer (0)
    16-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ontvoering van Paul Vanden Boeynants
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bende-Haemers hield politicus dertig dagen in Frankrijk vast

    Wat zegt u de naam Paul Vanden Boeynants? Je hoeft de Slimste Mens ter Wereld niet te zijn om spontaan de woorden premier, VDB, pijp, ontvoering en "trop is teveel" te noemen. Op 14 januari 2014 was het precies 25 jaar geleden dat de voormalige premier en ex-minister van Defensie door de bende-Haemers gekidnapt werd.

    Kan iemand zich anno 2015 voorstellen dat Elio Di Rupo, Yves Leterme of Guy Verhofstadt - net als Paul Vanden Boeynants allen Belgische ex-premiers - door een gangsterbende ontvoerd zouden worden? Nauwelijks. Waarom leek zoiets in 1989 bij de Brusselse slagerszoon en toppoliticus dan wel aannemelijk? Ons land was in de jaren tachtig toen wel wat gewoon. Maar toch.

    Het werd nog erger: terwijl de minister van Staat halfnaakt lag vastgeketend in een vakantiewoning in het Noord-Franse Le Touquet, begonnen speurders en media in zijn thuisland te twijfelen aan de echtheid van zijn ontvoering. Kon het niet dat Vanden Boeynants - tegen wie een procedure liep om zijn parlementaire onschendbaarheid op te heffen - zelf zijn ontvoering geënsceneerd had? De vraag stellen was ze beantwoorden.

    Wat had de man dan misdaan om zoveel wantrouwen te verdienen? Niet veel. Of toch niet veel dat bewezen kon worden. Want VDB werd dan wel in verband gebracht met smeergeldaffaires op defensie, met drugstrafieken in bevroren vlees, met extreemrechtse staatsgrepen, met de Bende van Nijvel, met louche praktijken in de Brusselse vastgoedsector, met roze balletten en later ook pedofiele netwerken, uiteidelijk liep hij in 1986 enkel een veroordeling op voor fiscale fraude. Een misdrijf dat in de Brusselse volkscafés bovendien op brede sympathie kon rekenen. 'Het is ne linkador, ne pei mè vossekluute', klonk het daar toen aan de toog. En bij de volgende stembusgang in 1988 bezorgden de Brusselaars hem een kletterende verkiezingsoverwinning.

    Genadeloze gangsters

    We zijn slechts enkele maanden later - de 69-jarige Vanden Boeynants is dan volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid - wanneer hij op 14 januari 1989 om 18.20 uur zoals altijd zijn wagen parkeert onder zijn appartement aan de Brusselse Franklin Rooseveltlaan. 'Ik begaf me naar de traphal, toen ik plots besprongen werd door twee mannen - een grotere en een middelmatige - met bivakmutsen', herinnerde Vanden Boeynants zich later op het proces.

    'Ze dachten dat een bejaarde geen kracht meer heeft, maar mispakten zich. Ik heb gevochten als een leeuw. Pas toen ik een klap op mijn hoofd kreeg en even buiten westen raakte, moest ik mij gewonnen geven. Intussen was een wagen met een derde gemaskerde voorgereden. Ik werd op de achterbank gegooid en terwijl een van de gangsters me een revolver in de nek duwde, bonden de anderen mijn handen en voeten vast en trokken een bivakmuts over mijn hoofd.' Op de plaats van de feiten bleven drie sporen achter: een schoen, zijn onafscheidelijke pijp en zijn gehoorapparaat.

    Drie lange en bange uren duurde de rit naar de schuilplaats van de daders, een vakantievilla in de Noord-Franse badplaats Le Touquet. Daar werd VDB in een donkere, lege kamer geduwd. Dertig eindeloze dagen zou hij er doorbrengen in volslagen duisternis, zonder tijdsbesef, op een dieet van water en conserven en omringd door gangsters die geen woord met hem wisselden.

    Vanden Boeynants had er tijdens zijn gevangenschap het raden naar wie zijn gijzelnemers waren. Dat was maar goed ook, want de bende van Patrick Haemers, Philippe Lacroix en Basri Bajrami had tussen 1983 en 1989 een genadeloze reputatie opgebouwd: in paracommandostijl overvielen ze geldtransporten, banken en postkantoren. Viel daarbij al eens een dode, dan was dat maar zo. Toen het gerecht in 1994 de rekening maakte, had de bende zo'n tweehonderd miljoen Belgische frank buitgemaakt en vier doden op zijn geweten.

    Briefjes over en weer

    'De eerste dagen heb ik doodsangsten uitgestaan', vertelde VDB na zijn vrijlating. 'De gangsters zwaaiden voortdurend met wapens. Als oud-militair ben ik niet snel bang, maar ik wist totaal niet wie de vijand was. Toen ze na vier dagen enkele kranten binnengooiden, sloeg de schrik me helemaal om het hart. Ik las daar dat ik in handen was van de Brigades Socialistes Révolutionaires (BSR), een bende politieke terroristen. Maar een dag later stelden ze me gerust: die BSR was een truuk om de speurders op een dwaalspoor te zetten. Ik was opgelucht, ze wilden enkel geld en ik wilde mijn vrijheid. We konden beginnen te onderhandelen.'

    Achteraf lekte uit dat Vanden Boeynants eerder toevallig en pas veertien dagen voor zijn ontvoering als doelwit uitgekozen was: toen de bende op 31 december aan de Azurenkust oudejaarsavond vierde, kwam er per toeval een boek over de rijken der aarde op tafel. Toen een van de aanwezigen enkele persknipsels bovenhaalde over het vermeende fortuin van VDB was de keuze bezegeld. 'We hadden nog enkele rijkaards in reserve - nee, ik noem geen namen - maar die hadden we uiteindelijk niet nodig', gaf Basri Bajrami ooit toe.

    In Le Touquet had Vanden Boeynants na veertien dagen - geheel naar zijn natuur - zelf de touwtjes in handen genomen. Toen hij bekomen was van de eerste schrik draaide hij in zijn hoofd de knop om. 'Ik had gezworen dat ik geen traan zou laten en dat ik niet zou sterven in dit rovershol. Védébé, tu ne vas pas crever ici, praatte ik mezelf in. Die gedachte heeft me recht gehouden', zei hij met veel zin voor dramatiek op de historische persconferentie na zijn vrijlating.

    Meer zelfs, niet de gangsters of de politie maar VDB zelf bepaalde hoe, waar (in Genève) en door wie (raadsman Jean Natan) het losgeld overhandigd zou worden. En om de ontluistering van Haemers en co compleet te maken, pingelde hij eindeloos van het losgeld af tot de bende genoegen nam met een schamele 63 miljoen oude Belgische franken.

    'Elke communicatie verliep schriftelijk', zei VDB. 'Dat ging zeer moeizaam: zij dachten dat ik miljardair was en ik probeerde ze af te schepen met een aalmoes. Maar dat pakte niet. Op een dag stopten ze een dreigbriefje onder de deur: Genoeg de slimmerik gespeeld, het hangt ons de keel uit, drijf het niet te ver. We willen vierhonderd miljoen. Anders gaat eerst je pink eraf, dan je rechteroor en daarna gaan we je kleindochter halen. Het was misschien bluf, maar toch...'

    'Gelukkig schreef een journalist de volgende dag dat de hardnekkige geruchten over 850 miljoen smeergeld die ik zogezegd ontvangen had, vals waren. Van dan af raakten de onderhandelingen uit de impasse. Twaalf dagen hebben we briefjes over en weer geschreven. We zijn gestopt aan 63 miljoen. Waarom 63 miljoen? Omdat we gemarchandeerd hebben zoals ik dat op de beestenmarkt in Anderlecht geleerd had. Het had even goed 60 of 65 miljoen kunnen zijn.' Typisch Vanden Boeynants. Altijd het onderste uit de kan halen.

    Tot twintig tellen

    De vrijlating van Vanden Boeynants op 13 februari was pure In de Gloria, althans volgens Basri Bajrami die VDB in een Lada van Le Touquet naar Doornik bracht. 'De buit was binnen en we wilden VDB liever vandaag dan morgen lossen, maar door de jaarlijkse endurocross krioelde het van het volk in Le Touquet', zegt Bajrami. 'Toen de kust na het weekend weer veilig was, hebben we de ogen van VDB met watten afgeplakt, we hebben hem een zwarte bril opgezet en hem op de achterbank van de wagen geduwd.'

    'In Doornik heb ik hem losgemaakt en tegen een muur gezet. Ik heb hem zijn horloge teruggegeven en wat geld voor een taxi en ik heb hem gewaarschuwd. Pas op, ik hou je in de gaten: je telt tot twintig en pas daarna mag je de bril afzetten en hulp zoeken. Goed, ik verstopte mij achter een hoekje en in gedachten heb ik meegeteld. En jawel, precies op de twintigste tel zette de premier zijn bril af. Dat was zo perfect, ik heb mij een breuk gelachen.'

    Maar de pret van Bajrami was snel voorbij, want 's anderendaags al werd hij - als verdachte van een reeks holdups - opgepakt in het Franse Metz. Toen de politie tot haar stomme verbazing in zijn zakken ook zo'n vijf miljoen van het VDB-losgeld vond, leidde dat in verscheidene schuifjes tot de moeizame ontmanteling van de hele bende. Haemers, die op dat moment samen met zijn vriendin Denise Tyack en zijn collega-gangster Alex Zeyen in Rio de Janeiro in Brazilië zit, wordt snel opgespoord. Op 27 mei 1989 pakt de Braziliaanse politie hen op. In maart 1990 wordt het drietal uitgeleverd aan België.

    Vanden Boeynants had intussen andere besognes. Een groot trauma had hij blijkbaar niet overgehouden aan de gijzeling, want nog dezelfde dag van zijn vrijlating was hij alweer de meester-tacticus die zich afvroeg hoe hij de situatie imagogewijs in zijn voordeel kon beslechten. Het leverde haast hilarische tv-beelden op die tot het collectieve geheugen behoren: VDB die twee dagen later - nog steeds ongeschoren en met veel theater - op een persconferentie aan de fotografen vraagt om op te houden met flitsen, want zijn ogen konden nog geen fel licht verdragen.

    Niemand nog in de cel

    Het Brusselse gerecht had twee tumultueuze assisenprocessen nodig om zeven leden van de bende van Haemers te berechten. Philippe Lacroix en Basri Bajrami slaagden er in tussentijd nog in om spectaculair uit de cel te ontsnappen. Samen met Kaplan Murat gijzelen ze de inspecteur-generaal van het Belgisch gevangeniswezen, Harry Van Oers. Bovenop de voorruit van hun vluchtwagen hebben ze een personeelslid gelegd, een hallucinant maar iconisch beeld uit de jaren 90. Ze worden later weer ingerekend en tot de doodstraf veroordeeld. Patrick Haemers wachtte het tweede proces niet af en pleegde zelfmoord in zijn cel. Vijf andere verdachten kregen zware celstraffen.

    Twintig jaar na de ontvoering zit niemand van de bende nog achter de tralies. Basri Bajrami kwam in 2004 vrij en keerde terug naar zijn vaderland Macedonië. Philippe Lacroix behaalde in de cel een regentaatsdiploma. Ook hij werd in 2004 vrijgelaten. Eerst gaat hij als leerkracht in het volwassenenonderwijs aan de slag. Momenteel geeft hij Nederlands en Engels in het secundair onderwijs. Paul Vanden Boeynants overleed op 8 januari 2001 in een ziekenhuis in Aalst.

    Auteur: M. Daniels

    16-10-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    Categorie:Ontvoeringen
    Tags:Paul Vanden Boeynants, VDB, ex-premier, PSC, Patrick Haemers, Philippe Lacroix, Basri Bajrami, bende-Haemers, ontvoering, kidnapping, losgeld, 63 miljoen, Le Touquet, BSR, Kaplan Murat, gevangenis,ontsnapping, Harry Van Oers, Denise Tyack, Alex Zeyen
    >> Reageer (0)
    25-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verdwijning van Kim en Ken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De jaren negentig zullen in België altijd herinnerd worden als het decennium met de vele verdwijningszaken van jonge kinderen. Eén daarvan is de verdwijning van Kim en Ken. Dit was nog vóór Julie en Melissa, vóór An en Eefje.

    Kim (11) en Ken (8) Heyrman gingen op 4 januari 1994 met een vriendje voetballen in de Antwerpse Noordwijk. Daarna zouden ze bij hem blijven slapen. Maar als het tweetal de volgende ochtend nog niet thuis is, raakt Tinny Mast, de moeder van Kim en Ken, ongerust. Al snel blijkt dat de 2 kinderen, die laatst zijn gezien aan het Sportpaleis, nooit bij hun vriendje zijn aangekomen. Twee weken lang kamt moeder Tinny met vrienden en buurtbewoners Antwerpen uit: de haven, leegstaande huizen. Het levert niets op.

    Aanvankelijk ging de politie ervan uit dat de kinderen van huis waren weggelopen maar al snel werd Tinny Mast zelf verdacht. Door de politie wordt ze urenlang ondervraagd. Mast: "Ik was plotseling een verdachte, ondanks mijn alibi. Sindsdien is de relatie met de politie niet goed. Ze namen het mij kwalijk dat ik zelf op zoek ging, dat ik de pers zocht. Ze waren boos dat ze al die tips moesten nagaan. Kim en Ken waren toch weggelopen?"

    De verdwijningszaak werd nationaal nieuws toen vijf weken later, op 11 februari 1994, Kims dode lichaam werd teruggevonden in het Asiadok in de haven van Antwerpen. Na een autopsie bleek ze seksueel misbruikt en met messteken vermoord te zijn. Twee weken later wordt op dezelfde plek een trui van Ken gevonden. Sindsdien ontbreekt elk spoor van hem. Het lichaam van Ken Heyrman werd nooit teruggevonden.

    Over de wijze waarop het onderzoek naar de verdwijning van Kim en Ken destijds werd gevoerd, is veel discussie. Marc Ruyters, hoofdinspecteur van de afdeling jeugdzaken van de criminele recherche in Antwerpen, was zo fijngevoelig om in het bijzijn van Kims moeder, Kim 'dat hoertje in haar witte doodskist' te noemen. Hij deed eerst een uitgebreid onderzoek naar een crimineel die op het moment van de feiten in de gevangenis zat. Daarna startte hij een tweede onderzoek waarin hij begon met de verdachte de vraag te stellen: "Hebt u Kim en Ken vermoord?" De verdachte zei "Nee", waarop Ruyters het onderzoek meteen afsloot.

    Zelf is Tinny Mast er van overtuigd dat Ken het slachtoffer is geworden van een pedofilie-netwerk. De zaak Zandvoort, die in 1998 een grote handel in kinderporno in Nederland blootlegde en door sommigen gelinkt wordt met de zaak Dutroux, bewijst volgens Mast het bestaan van een internationaal netwerk van handelaren. Kinderen, met name in België en Nederland, werden misbruikt voor foto's en films die grof geld opbrengen. De diskettes van de Zandvoortse bende met duizenden foto's, betoogt Mast, zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Zo is ze ervan overtuigd dat de jongen die het tv-programma 'Tros Vermist' ontdekte op een pornofoto van internet, haar Ken is. Mast: "Ik ben er zeker van. De computerfoto van Ken, waarop te zien is hoe hij er nu uit moet zien, lijkt sprekend op de internet-foto. Zelfs zijn grootouders zeggen dat het Ken is. En wat zegt de politie? Dat ze mij de foto al eerder hadden laten zien en dat ik Ken toen niet had herkend. Maar die foto is mij nooit getoond. Nooit."

    Verder is er de moord op de 15-jarige Katrien De Cuyper, die op 17 december 1991 verdween. Zes maanden na haar verdwijning werd ze dood gevonden, gewurgd nadat ze in zoutzuur was ondergedompeld. Katrien werd voor het laatst levend gezien terwijl ze de bar 'Les Routiers' verliet. Die bar ligt in Asiadok, vlakbij de plaats waar het lijk van Kim werd gevonden. Op de bovenverdieping van dit café bevonden zich destijds de bureaus van 'X-Kiss', een obscuur porno-bedrijfje dat gelinkt wordt aan de zaak Zandvoort. Op foto's die in beslag genomen werden naar aanleiding van deze zaak, was niet alleen Katrien De Cuyper te zien, maar meende de moeder van Ken ook haar vermiste zoon te herkennen. En op dezelfde plek vlakbij studio X-Kiss waar Katrien verdwenen was, werd twee weken na de ontdekking van het lijk van de vermoorde Kim, door een onbekende de trui van de vermiste Ken neergelegd.

    Een andere piste, die bijna volledig uit de publiciteit is gebleven, leidt ook naar de zaak Dutroux. Hoofdpersoon is Steve Tanghe (37). Eind jaren zeventig werd hij voor het eerst veroordeeld  wegens mishandeling van minderjarigen. Vanaf 1996 zit hij in een gesloten inrichting in Merksplas, na de ontvoering van een 9-jarig meisje.

    Tanghe woonde in Antwerpen vlakbij de woonplaats van Kim en Ken. Vanuit Merksplas schreef Tanghe wanhopige brieven, onder meer naar zijn ex-vrouw. Daarin staat: "Ik weet nog veel meer van Kim en Ken." Daaraan voegde hij toe, dat hij wel vijf jaar celstraf op de koop toe wilde nemen. Tanghe blijkt ook één van de verdachten in de zaak Dutroux te kennen, de Griek Mikhael Diakostavrianos. In de jaren tachtig zouden Michel Nihoul, Tanghe en de Griek betrokken zijn geweest bij vrouwenhandel, met Cyprus als centrum. Procureur Bourlet, destijds belast met de zaak Dutroux, hechtte echter weinig geloof aan de verklaringen van Tanghe die 'niet geheel toerekeningsvatbaar' beschouwd werd.

    Op 10 maart 2014, twintig jaar na zijn verdwijning, werd Ken officieel dood verklaard. Van de dader ontbreekt nog steeds elk spoor. "Het onderzoek ligt al lang stil", zegt de moeder van Kim en Ken. "Ik blijf met het gevoel zitten dat ze niet alles hebben onderzocht. Ik zou willen vragen dat de Cel Verdwijningen nog één keer gaat zoeken. Ik weet wel dat het weinig realistisch is dat ze nog iets vindt, maar dan hebben ze tenminste geprobeerd."

    Bronnen: VTM, Gazet van Antwerpen, Theo Koele, Stieven Ramdharie, Werkgroep Morkhoven

    25-09-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (25 Stemmen)
    Categorie:Verdwijningen
    Tags:Kim en Ken, verdwijning, Ken Heyrman, Tiny Mast, Tinny Mast, Werkgroep Morkhoven, Zandvoort, Asiadok, Antwerpen, Les Routiers, X-Kiss, Steve Tanghe, Marc Dutroux, Michel Nihoul, Diakostavrianos, mensenhandel, pedofilie, kindermisbruik, Katrien De Cuyper
    >> Reageer (0)
    19-09-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bende van Nijvel - Panorama
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tweedelige uitzending van Panorama uit 1995 over de Bende van Nijvel. In november 2015 is het 30 jaar geleden dat de bende een bloedige overval pleegde op het Delhaize-warenhuis in Aalst. Tijdens die overval stierven acht mensen. In totaal maakte de bende 28 doden en ruim 40 gewonden. De bende was actief tussen 1982 en 1985. De leden van de Bende van Nijvel (in het Frans aangeduid als Tueurs fous du Brabant) werden nooit ontmaskerd en ook hun motieven zijn tot op heden niet bekend. Het politieonderzoek verliep in de beginfase volgens sommigen chaotisch en onzorgvuldig. Hierdoor én omdat het aantal doden en gewonden hoog was maar de buit relatief gering, werd de bende vaak gezien als een organisatie met politieke motieven die bescherming genoot van hogerhand. Bewijzen voor deze stelling zijn evenwel nooit gevonden.

    Op 12 mei 2014 werd, 28 jaar na de laatste overval, een 68-jarige man opgepakt die verdacht werd van deelname aan de overvallen in Eigenbrakel en Overijse. Hij werd op 10 juli 2014 weer vrijgelaten. Of hij nog verdacht is, is niet bekend.

    De Panorama-uitzendingen op de toenmalige BRTN bieden een goed overzicht van de feiten, de daders, het onderzoek en het motief van de Bende van Nijvel.

    19-09-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:Bende van Nijvel
    Tags:Bende van Nijvel, Panorama, BRTN, roofmoord, overval, banditisme, Delhaize, Eigenbrakel, Overijse, Aalst, Nijvel, Reus, Killer, Westland New Post, Borinage, Philippe De Staercke, Patrick Haemers, Madani Bouhouche
    >> Reageer (0)
    26-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom in Hotel Dutroux - Douglas De Coninck
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Op maandag 3 maart 2003 begonnen voor de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) in Luik de debatten over wie nu al of niet naar het assisenhof moest worden doorverwezen in het dossier-Dutroux. Paul Marchal, vader van de vermoorde An, wil nog een paar extra verdachten op de beklaagdenbank, onder wie een naamgenoot: de vroegere Blankenbergse hoteluitbater Marcel Marchal. Wie is die andere Marchal? 'Een doodbrave burger', zegt zijn advocaat Pierre Chevalier. Een mensenhandelaar met banden met de Bende van de Miljardair, zegt het vergeten Brugse strafdossier. Een kennis van Marc Dutroux, zegt het vergeten deel van het dossier in Neufchâteau. 'De man in wiens hotel ik die avond An en Eefje zag binnengaan', zegt de buurman. Kroniek van een hopeloos onvolledig onderzoek.

    Als hem vooraf was gezegd dat dit hem een hartinfarct, een schadeclaim van 5 miljoen frank en de sluiting van zijn winkel zou kosten, dan had slager V. uit Blankenberge de deur niet geopend. Het was 5 maart 1996, kwart voor acht 's ochtends. Slapen had V. vanwege het gebonk en het gekrijs achter de dunne muren nauwelijks gekund. Op de stoep zat nu een Portugees sprekend tienermeisje dat zich met een hysterische huilbui aan de 59-jarige beenhouwer vastklampte. "Ze riep help police!", zegt V. Enkele seconden later stond zijn buurman-hoteluitbater in zijn winkel. "Hij gaf haar vier meppen en riep dat ze 'van hem was'. Ik heb toen de rijkswacht gebeld."

    Later op de dag worden hoteluitbater Marcel Marchal en zijn echtgenote gearresteerd op last van de Brugse onderzoeksrechter Denolf. Het Braziliaanse meisje legt in een 23 pagina's lange verklaring uit hoe ze naar België is gelokt om in het hotel te werken als kamermeisje, maar hoe die functie werd heromschreven tot 'iets drinken met de klanten en dan mee naar boven gaan'.

    An en Eefje gezien

    Marcel Marchal is een in 1957 in Schaarbeek geboren Belg, die een lange tijd in Duitsland en Brazilië rondzwierf alvorens begin 1995 in het centrum van Blankenberge Hotel Brazil te openen. Hotel of bordeel? Dat is tot vandaag een punt van discussie. Slager V.: "Zodra Marchal weer uit de cel kwam, veranderde mijn leven in een hel. Vechtpartijen, dreigementen... Hij gooide vanuit het raam ooit een soort zuur naar mijn hoofd en zei me, telkens als ik er langs kwam, tergend traag: 'Tu es mort.' Elke dag was er wat. Ik durfde mijn huis niet meer uit. Na een jaar kwam dat hartinfarct en heb ik mijn zaak gesloten.

    "U diende geen klacht in? "Jawel, dertig of veertig keer. Op het commissariaat stuurden ze me altijd naar agent C., 'want die deed die zaak'. C. kende ik goed. Ik heb hem tientallen keren dat bordeel zien binnengaan. Hij was goed bevriend met Marchal en kreeg daar gratis Duvel. Al mijn aangiften verdwenen in zijn prullenmand. In juli 1996, nadat ik was ontslagen uit het ziekenhuis, werd ik weer opgewacht door Marchal en een kompaan. Ze sloegen me neer en stampten op mijn borst. Ik belde dokter en politie, voegde het doktersattest toe aan de klacht. 's Anderendaags wachtte Marchal me op straat op. Hij zwaaide triomfantelijk met het origineel van dat doktersattest."

    Slager V. is een getormenteerd man, die alle kenmerken vertoont die uit de hand gelopen burenruzies nalaten. Mensen in de buurt omschrijven hem als zo iemand die voor elk akkefietje de politie belt en die ook meteen van corruptie beschuldigt als die de oorzaak van zijn onvrede niet meteen in de boeien klinkt. Op één punt is wat mijnheer V. zegt echter verifieerbaar. Wanneer twee collega's van C. op 20 maart 2001 worden verhoord door de federale politie van Neufchâteau, klinkt dat zo: 'Zij bevestigen dat C. inderdaad zeer dikwijls bij Marchal in het hotel zat, maar zelden om dienstredenen... Zij zeiden ons dat ze nu wel begrijpen waarom Marchal nooit werd vervolgd voor de feiten waarvan V. het slachtoffer werd.'

    Een van de vele aangiften waarover V. beweert dat ze in de prullenmand belandden, zou moeten dateren van eind augustus 1995: "Dat was nadat ik 's ochtends Het Laatste Nieuws had zitten lezen. Daar stonden foto's van de enkele dagen eerder aan de kust verdwenen An Marchal en Eefje Lambrecks. Ik herkende ze meteen. Ik had ze de avond van hun verdwijning rond middernacht voor het hotel gezien (leidt ons mee naar het voetpad voor zijn deur, ddc). Hier stond Marchal, in het midden de twee meisjes en daar Marc Dutroux. Ik kon toen geen naam plakken op dat gezicht, maar ik had die vent wel al een paar keer gezien in het hotel."

    "Het was daar altijd een komen en gaan van Braziliaanse, Afrikaanse of Oostblok-meisjes. Die avond zag ik hoe twee blanke, zo te zien gewone Vlaamse meisjes naar binnen werden geleid. Dat viel me op. Ik heb verder niets gezien en niets te vertellen. Het is best mogelijk dat die twee meisjes een minuut later weer zijn buiten gegaan. Weet ik veel."

    Hotel Brazil lag exact 35 meter verwijderd van het casino waar An en Eefje in de avond van 22 op 23 augustus 1995 als proefkonijnen dienden in de hypnoseshow van Rasti Rostelli. In de 'reconstructie' die justitie maakte van hoe zij naar de tramhalte stapten, zitten tot vandaag enkele gaten. Bij het verlaten van het casino worden ze om 23.45 uur gefilmd door een bewakingscamera. Het is echter al 00.45 uur wanneer ze in de tram richting Oostende stappen. Ze laten daarvoor twee trams vertrekken die hen naar Westende hadden kunnen brengen, waar ze met een groep vrienden uit Hasselt verbleven. De tram van 00.45 uur zou niet verder gaan dan Oostende, waardoor de meisjes te voet verder moeten.

    De rest van het verhaal is grotendeels bekend. An en Eefje worden ergens in Oostende - de exacte plaats is onbekend - gekidnapt door Dutroux en Michel Lelièvre. Een jaar later worden hun stoffelijke resten teruggevonden in Jumet.

    Een geweldig toeval

    De begrafenissen in Hasselt zijn al voorbij wanneer op 1 oktober 1996 plots speurders uit Neufchâteau aanbellen in Hotel Brazil. Ze zijn gewapend met een huiszoekingsbevel van onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte. Het is niet de getuigenis van V. (die men in Neufchâteau dan nog niet kent) die hen hierheen heeft geleid, maar een vodje papier dat op 24 augustus 1996 is aangetroffen in Dutroux' huis in Marcinelle. Daarop staat: '050/42.63.82 - Marcel - Hotel Brazil - Blankenberge - Avant 8h - 12h à 13h - après 18h.' Het handschrift is van Dutroux.

    Dat is allemaal één groot toeval, zegt Marcel Marchal wanneer hij wordt verhoord. Een jeugdvriend van hem, ene Nicolo M., is een marginale figuur uit Charleroi, die in autowrakken deed en zo al een paar keer bij Dutroux in Sars-la-Buissière was aanbeland. Nicolo M. kwam er blijkbaar vaak. Op dag 1 van de zaak Dutroux, 13 augustus 1996, is hij er aanwezig wanneer Dutroux er wordt gearresteerd. M. verblijft meestal in Hotel Brazil in Blankenberge.

    Marchal zegt zelf ook al eens op visite te zijn geweest bij Dutroux. Hij zegt dat hij toen in een naburig café werd aangesproken door Dutroux' buurman. 'Die vroeg me of ik voor hem een paar vrouwen kon vinden, ik heb geantwoord dat ik mij niet bezig hou met vrouwenhandel', legt Marchal op 16 oktober 1996 uit. Het is de laatste keer dat de speurders de kans krijgen hem iets te vragen. Kort daarna verlaat hij België en hangt er een groot bord 'Te koop' voor Hotel Brazil. Twijfels blijven, onder meer over de notitie 'Photo porno avec enfant' die tijdens de huiszoeking in de agenda van Marchal is opgemerkt.

    Bij burenruzies heb je bepaalde zekerheden. Als buurman A hoort dat er bij B een huiszoeking is verricht in het kader van de zaak Dutroux, kun je er donder op zeggen dat in een mum van tijd de hele buurt op de hoogte is. Dat gebeurt in de Langestraat te Blankenberge niet. V. heeft niets gemerkt van de huiszoeking. Van zijn kant lijkt Marchal V. ervan te verdenken dat hij naar de groene lijn van Connerotte heeft gebeld, of zoiets.

    Met zijn spaargeld heeft V. aan de overzijde van de straat een flatgebouw opgetrokken. Een van zijn huurders daar heet Luz Oral Espina. Op 7 augustus 1993 was de tot Belg genaturaliseerde Filippijnse ex-prostituee een bekende Belg. Samen met Knack-journalist Chris De Stoop hield ze een korte, geëmotioneerde toespraak tijdens de begrafenis van Koning Boudewijn. Luz Oral Espina was kroongetuige in het boek 'Ze zijn zo lief mijnheer', en ook in het gerechtelijke en parlementaire onderzoek tegen de Bende van de Miljardair, het grootste netwerk van vrouwenhandel dat ooit in de lage landen werd blootgelegd.

    Het is 10 oktober 1996, negen dagen na de huiszoeking bij Marchal. In de keuken van V. zit Luz Oral Espina met hem achterstallige huur te bespreken. De telefoon van V. gaat. Aan de lijn hangt Luz' ex-echtgenoot Patrick Van den Berghe.

    Die laat V. weten dat hij nu echt wel moet uitkijken met Marchal. Hij heeft met een Duitse huurmoordenaar contact opgenomen om voor eens en voorgoed een einde te maken aan al dat geklik bij de politie. En dus belt V. de rijkswacht. In aanwezigheid van eerste wachtmeesters Eddy De Klerck en Dirk Loeys vormt hij opnieuw het nummer van Van den Berghe, en zet hij de luidspreker op. In pv 101.240 melden de rijkswachters: 'Wij horen duidelijk dat Van den Berghe zegt dat Marchal Marcel aan een zekere Jurgen heeft gevraagd om V. te vermoorden. Van den Berghe herhaalt dit tijdens het gesprek wel drie keer.' Later verduidelijken ze: 'Van den Berghe deelde ook mee dat Marchal een goede kennis was van Dutroux, en dat ze samen zaken deden op het gebied van mensenhandel.'

    Een grap? Een macabere toevalligheid? In september 1998 komt in Neufchâteau een eindeloze correspondentie op gang tussen procureur Michel Bourlet en onderzoeksrechter Jacques Langlois, waarbij Bourlet redenen opsomt om het Blankenbergse spoor verder uit te spitten, en Langlois om dat vooral niet te doen. Bourlet legt uit dat er naast V. ook nog een mevrouw is die An en Eefje die nacht, vergezeld van "enkele mannen", in de richting van het hotel zag lopen. Er is ook een Blankenbergse prostituee die (anoniem) getuigt dat de ontvoering van An en Eefje gebeurde "in opdracht van het milieu".

    In een brief van 30 september 1998 stelt Bourlet zich ook vragen bij de medewerking die hij kreeg van de lokale politiediensten in Blankenberge. Die hebben niet alleen - per ongeluk - de in maart 1995 in beslag genomen bezoekersfiches van Hotel Brazil zoek gemaakt, ze hebben Neufchâteau op 15 oktober 1996 ook laten weten dat Marcel Marchal 'al geruime tijd niet meer in Blankenberge vertoeft'. Bourlet: 'Hij is door onze diensten nog verhoord op 16 oktober 1996!'

    Het zal uiteindelijk duren tot maart 2001 voor Langlois ermee wil instemmen om nog een paar zaken te laten verifiëren. Maar dat valt moeilijk. Volgens de laatste berichten zit Marchal ergens in Brazilië. Nicolo M. is van de aardbol verdwenen. Jurgen, de 'huurmoordenaar', zit in Duitsland een zware celstraf uit voor... moord. Patrick Van den Berghe? Die zit in Spanje. Ook in de gevangenis. Drugshandel. Een en ander geeft minstens een vage impressie over hoe beenhouwer V. aan zijn hartinfarct kwam.

    Hij zegt dat u al zijn klachten in de prullenmand gooide. Politieagent C.: "Dat is pure laster. Dit draaide allemaal om een uit de hand gelopen burenruzie. Geloof mij: mijnheer Marchal was een doodbrave burger en mijnheer V. een ambetanterik." Herinnert u zich iets van een melding over An en Eefje? "Niets, maar het zou me niets verbazen als mijnheer V. nu komt beweren dat ik ook die klacht zou hebben genegeerd. Kom zeg..." U kwam vaak in Hotel Brazil? "Ja, maar uitsluitend in dienstverband. Voor het overige wens ik geen commentaar te geven."

    Hotel of bordeel?

    Marcel Marchal had een advocaat: VLD-kamerlid en oud-staatssecretaris Pierre Chevalier. Hij zal op zeker ogenblik per deurwaarder een schadeclaim van 5 miljoen frank laten afleveren bij V. voor 'gepest en getreiter'. Chevalier blijft erbij dat zijn cliënt een bovenste beste kerel was en diens buurman een stalker. "Het enige wat telt", zegt Chevalier, "is het vonnis van de rechtbank in Brugge over dat dossier-mensenhandel. Marchal is toen bij verstek vrijgesproken. Hebt u daar ooit al van gehoord, van iemand die bij dergelijke aanklachten bij verstek wordt vrijgesproken? Dat geeft toch een idee? Dat dossier was een lege doos. Het enige wat daarin stak, was laster."

    Een ex-BOB'er die destijds het onderzoek hielp voeren: "Toen de zaak voor de rechtbank kwam, was dat Braziliaanse meisje verdwenen. Nergens nog een spoor van terug te vinden. Het hof werd geconfronteerd met lege bankjes aan beide kanten, zoals in dossiers van mensenhandel wel vaker gebeurt. De verdachte was het land uit, de klaagster ook. Daarom werd geen veroordeling uitgesproken."

    Was Hotel Brazil nu een bordeel of een hotel? Een blik in het dossier 32/96 van onderzoeksrechter De Nolf geeft een idee. In het hotel is in 1995 een reeks brieven in beslag genomen waarin Marchal met een man in Brazilië overlegt over de "import" van Braziliaanse vrouwen in België. Zijn telefoonverkeer is nagetrokken. Een van de mensen waarmee hij om de haverklap aan de lijn hangt, is Robert Theuns. Theuns was de eigenaar van het Gentse cabaret City Corner en werd in 1998 veroordeeld als een van de kopstukken op het proces tegen de Bende van de Miljardair.

    Het was in Theuns' cabaret dat Luz Oral Espina ooit aan de slag moest als 'karakterdanseres', een bestaan waarvan ze werd bevrijd doordat een klant, Patrick Van den Berghe, verliefd op haar werd. Hij moest haar wel 'vrijkopen'. Ook het Braziliaanse meisje dat slager V. die ochtend in zijn zaak aantreft, is het voorwerp van een 'contract' met een Belg die haar met een maandelijkse afbetaling zou 'kopen'. Hetzelfde overkwam in 1984 een andere karakterdanseres in de City Corner. De Braziliaanse Maria Dos Santos werd er diep in de ogen gekeken door een oudere man die haar zou 'kopen' en huwen. Hij heette Victor en is de vader van Marc Dutroux.

    Banden tussen de Bende van de Miljardair en verdachten uit het dossier-Dutroux? Die werden al eerder gelegd. Een ex-portier van een van de vele cabarets van de Bende meldde zich al in 1996 in Neufchâteau met de mededeling dat oplichter Michel Nihoul een erg goede kennis was van Marc Verbesselt, een van de absolute kopstukken.

    Het is 17 maart 2001 wanneer Luz Oral Espina wordt ondervraagd door Neufchâteau. Zij sluit zich resoluut aan bij de stelling van agent C. en Chevalier. "Ik heb hier nooit iets van gemerkt", antwoordt ze op de vraag of Hotel Brazil een bordeel was. 'Ik heb nooit iets gezien dat in die richting zou wijzen.' Ook van het telefoongesprek, nochtans bijgewoond door twee rijkswachters, kan ze zich niets herinneren: 'Voor mij is hetgeen u aanhaalt nooit gebeurd.'

    Aangezien zij buiten slager V. zowat de enige is die nog kon worden teruggevonden en Dutroux desgevraagd zweert "nooit een voet in dat hotel te hebben gezet", is de zaak voor Langlois tegen 15 juni 2001 glashelder. Hij stuurt een brief naar Bourlet: 'Wat de aanwezigheid van Dutroux, Marchal en An en Eefje in Hotel Brazil betreft, stel ik vast dat deze informatie in strijd is met de verklaringen van de twee verdachten, Dutroux en Lelièvre (...) en geformuleerd is in een conflictueuze context tussen Marchal en V. (...). Ik ben niet van plan om een rogatoire commissie naar Spanje te sturen om Patrick Van den Berghe te verhoren.' Einde van het onderzoek.

    Er was nog iets

    Tijdens de debatten voor de raadkamer in Neufchâteau eiste Paul Marchal dat naast de andere verdachten ook Rasti Rostelli, diens cameraman, café-uitbater Ernst Van Kruchtem én Marcel Marchal zouden worden doorverwezen naar het assisenhof in de zaak Dutroux. "Niet omdat ik sta te roepen dat al die mensen tot 'een netwerk behoren', zoals sommigen graag beweren, maar omdat die mensen valse verklaringen hebben afgelegd", zegt Paul Marchal. "In het dossier vult men bijvoorbeeld het 'gat' tussen 23.45 en 00.45 uur op door te beweren dat An en Eefje, na door de bewakingscamera te zijn gefilmd, zijn teruggekeerd naar het casino. Om een videoband van de hypnoseshow te kopen. Het management van Rostelli had daar zo'n standje en houdt vol dat de meisjes een band hebben besteld. Dat is gelogen. Nergens is een bestelbon teruggevonden. Bovendien hadden An en Eefje de nodige 1.100 frank niet op zak. Ze waren zo goed als blut. Ze waren ook perfect op de hoogte van de uurregeling van de tram. Daar hadden ze de vorige dag in Westende nog over zitten discussiëren met hun vrienden. Ik vraag me nu al jaren af waar dat gemanipuleer voor nodig is."

    De raadkamer in Neufchâteau veegde op 17 januari veel van de tafel, maar beaamde wel dat er te weinig geweten is over de rol van Marcel Marchal en de drie anderen. De raadkamer oordeelde dat een en ander in het zogeheten dossier-Dutroux-bis moet worden heronderzocht. Paul Marchal en zijn advocaten willen zo lang niet wachten en gaan maandag voor de KI in Luik de doorverwijzing van het viertal bepleiten. "Wij willen gewoon de kans krijgen om hen de vragen te stellen die gesteld moeten worden. In de dagen voor hun verdwijning liepen enkele figuren uit het zware nachtleven aan de kust achter An en Eefje aan. Dat staat allemaal in het dossier. We weten ook dat Dutroux vaak in Blankenberge kwam, dat hij daar een boel mensen kende. Ik koppel hier geen 'theorie' aan vast. Ik wil gewoon weten wat er met mijn dochter is gebeurd."

    Overdreven veel vlijt kan de speurders in Neufchâteau op dat punt niet worden verweten. Als je wilt begrijpen hoe het kan dat Luz Oral Espina niets merkte van wat er in Hotel Brazil gebeurde, lijkt het een logische reflex om Patsy Sörensen te bellen. De speurders deden het niet. Wij wel.

    In de zomer van 1996 logeerde Sörensens dochter Julie De Ceuster, toen achttien, bij Luz. Ze had een vakantiejob aan de kust, en dat leek een handige oplossing. "Ik heb daar twee dagen gezeten", zegt Julie De Ceuster. "In dat appartement dus, recht tegenover dat hotel. Ik had er al meteen een heel naar gevoel. Ik vertrouwde die Van den Berghe niet, en die lui errond ook niet."

    In de avond van 2 juli 1995 rijdt De Ceuster met de fiets via de kustbaan, de plek waar Dutroux en Lelièvre zeven weken later de achtervolging inzetten op An en Eefje. "Opeens reed een auto naast me", vertelt Julie. "De bestuurder gebaarde me te stoppen. Kwam er een andere wagen, dan versnelde hij en wacht hij me even verder op. Dat herhaalde zich een paar keer, ik schoot in paniek. Iets voor Blankenberge ben ik van mijn fiets gesprongen en over de kustbaan weggelopen. Ik heb me in de jachthaven verstopt. 's Avonds is Patsy uit Antwerpen overgekomen en zijn we naar de politie gestapt om aangifte te doen." Er is één klein ding. Toen Julie De Ceuster een jaar later op tv de beelden van Marc Dutroux zag, herkende ze hem meteen: "Dat was die man in de auto. Wij hebben toen wat geïnformeerd en kregen te horen dat dat niet kon, aangezien Dutroux toen in het buitenland zat. De nummerplaat die ik had onthouden, verwees volgens de politie van Blankenberge naar een vrachtwagen. Dat was het dan."

    Julie De Ceuster, inmiddels zelf actief in de strijd tegen de illegale prostitutie, heeft na al die jaren nog altijd enige schroom om het te vertellen. "Dan zeggen ze: 'Ja ja, Marc Dutroux in Blankenberge. Het zal wel.' Nu, niemand hoeft mij te geloven."

    Het dossier-Dutroux telt inmiddels 400.000 pagina's. Voor een kopie van de klacht van Julie De Ceuster was helaas geen plaats.

    Auteur: Douglas De Coninck - verschenen in De Morgen op 01/03/2003

    26-08-2015 om 00:00 geschreven door webmaster  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (19 Stemmen)
    Categorie:Affaire Dutroux
    Tags:Marc Dutroux, Hotel Brazil, Blankenberge, Langestraat, Marcel Marchal, Luz Oral Espina, Patrick Van den Berghe, Michel Nihoul, Michel Lelièvre, mensenhandel, ontvoering, Bende van de Miljardair, Robert Theuns, Marc Verbesselt, An Marchal, Eefje Lambrecks
    >> Reageer (0)


    Categorieën
  • Aanslagen CCC (2)
  • Affaire Dutroux (5)
  • Assisenzaken (1)
  • Bende van Nijvel (3)
  • Getuige X-1 (2)
  • Ontvoeringen (3)
  • Politieke misdrijven (1)
  • Verdwijningen (6)

  • Bezoek ons op


    Archief per week
  • 04/11-10/11 2019
  • 23/10-29/10 2017
  • 12/09-18/09 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015

    E-mail ons

    Druk op onderstaande knop om ons te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs