M-decreet-improvisatie:
geen logopedie en andere paramedische ondersteuning voor inclusie-leerlingen,
ouders moeten externe ondersteuning zoeken en betalen
Commissie onderwijs 10
december: ontbrekende logopedische
ondersteuning voor inclusie-leerlingen en ouders die een beroep moeten doen op externe
steun en hier ook voor betalen. Kathleen Krekels (N-VA) bracht dit
probleem ter sprake in de commissie onderwijs. Dit bewijst eens te meer dat het
M-decreet totaal geïmproviseerd werd ingevoerd.
Minister Crevits en andere leden van de commissie onderwijs
wilden de ernst van dit probleem niet
echt (h)erkennen; ze fietsten er omheen of pakten uit met weinig realistische
toekomstplannen.
Het feit dat de vertegenwoordigers van Sp.a en Groen, twee
grote voorstanders van het M-decreet, zich niet mengden in het debat, is ook
veelbetekenend
1.Groot
probleem: ontbrekende paramedische ondersteuning, logopedie e.d. Probleemverwoording
door Kathleen Krekels (N-VA): We zijn
dit schooljaar gestart met het M-decreet, maar veel scholen gingen met dit
principe al eerder aan de slag. Hierdoor kwam er een grote diversiteit in de
klas, waar het gangbare klasmanagement in het gewone onderwijs niet altijd even
goed op voorzien was. Scholen hebben er met vallen en opstaan in geïnvesteerd,
maar dat heeft littekens achtergelaten. Ouders merkten dat hun kinderen
onvoldoende bijsturing kregen en zochten de nodige ondersteuning elders, bij
een logopediste of kinesiste. (Noot: in het buitengewoon onderwijs is deze
ondersteuning voorzien en de ouders moeten er dus ook niet voor betalen.
We
waarderen het feit dat Kathleen Krekels dit probleem aankaartte binnen de
commissie onderwijs. Dit is 1 van de vele problemen waarvoor we in onze
bijdragen over het M-decreet in Onderwijskrant tijdig gewaarschuwd hebben.
Tevergeefs. Uit het recente debat over
die vraag in de commissie onderwijs blijkt eens te meer dat minister Crevits en
andere commissieleden de ernst van het probleem niet echt willen
(h)erkennen en dan maar uitpakten met uitvluchten of niet-realistische voorstelen. . Zo werd o.m. voorgesteld dat logopedisten niet zelf meer logopedie moeten geven, maar gewoon maar aan leerkrachten moeten uitleggen hoe deze dat zelf moeten doen.
2. Vraag van Kathleen
Krekels (ex-leerkracht)
Minister, op 13
oktober 2015 meldt De Standaard een stijging van 65 procent voor het aantal
aanvragen logopedische hulp. De krant pakt uit met de kop Ouders sturen
kinderen naar logopedist om uit te blinken op school. Met deze insteek lijkt
De Standaard te suggereren dat de stijging veeleer te maken heeft met een
luxeprobleem. Vier dagen later, op 17 oktober 2015, nuanceert De Standaard in
een nieuw artikel met de titel Wij willen er geen superkinderen van maken dat
het de ouders niet alleen te doen is om het verbeteren van de schoolse
prestaties, maar omdat het zorgbeleid niet altijd voldoende is uitgebouwd om
aan alle zorgvragen van leerlingen te voldoen. Ook het onderzoek van de
Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen over buitenschoolse
hulpverlening en zorg op school lijkt dit verhaal te beamen.
Minister, ik vind dit een belangrijke vraag omdat het
onderwerp me zorgen baart. We zijn dit schooljaar gestart met het M-decreet,
maar veel scholen gingen met dit principe al eerder aan de slag. Hierdoor kwam
er een grote diversiteit in de klas, waar het gangbare klasmanagement in het
gewone onderwijs niet altijd even goed op voorzien was. Scholen hebben er met
vallen en opstaan in geïnvesteerd, maar dat heeft littekens achtergelaten. Ouders
merkten dat hun kinderen onvoldoende bijsturing kregen en zochten de nodige
ondersteuning elders, bij een logopediste of kinesiste.
De leerkrachten waren dan vaak opgelucht dat ouders die
beslissing voor externe hulp namen omdat ze voelden dat ze te kort kwamen en op
die manier toch de geruststelling hadden dat de nodige ondersteuning werd
geboden. Zo konden ze zelf hun aandacht meer richten op degenen die enkel op
hen konden rekenen. Op die manier is er een vicieuze cirkel ontstaan, en dat
kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. De externe hulp zou zich moeten beperken
tot kinderen die niet voldoende gebaat zijn met zorgondersteuning op school.
Die zorgondersteuning op school moet uiteraard van een bepaalde kwaliteit zijn.Minister,
hoe interpreteert u de stijgende trend in logopedie-aanvragen? Hoe ziet u de
plaats van logopedische ondersteuning in het kader van het zorgcontinuüm?
-
Minister
Hilde Crevits
De toename van het aantal kinderen dat buitenschools
therapie volgt, roept inderdaad vragen op, vooral omdat logopedie vaak wordt
gevolgd voor de ondersteuning van het schoolse leren. Deze ondersteuning moet
in de eerste plaats schoolintern worden geboden. We weten immers uit een
onderzoek van 2012 dat kinderen uit kansarme milieus veel minder een beroep
doen of kunnen doen op betalende buitenschoolse hulp. Ik zal in het verslag de
link naar dit onderzoek laten opnemen. Het staat op de website van Onderwijs
Vlaanderen. Het is een onderwijskundig beleids- en praktijkgericht
wetenschappelijk onderzoek (OBPWO). (NvdR: Crevits weet maar al te best dat er
voor de meeste inclusieleerlingen geen ondersteuning voorzien is!)
Op initiatief van de Vlaamse overheid kwam tijdens de vorige
legislatuur een engagementsverklaring tot stand tussen de Vlaamse
onderwijswereld en de Vlaamse Vereniging voor Logopedisten (VVL) over de plaats
van logopedische hulpverlening binnen de zorg op school. In die situaties waar
er duidelijk nood is aan een planmatige en intensieve individuele ondersteuning
die de mogelijkheden van de onderwijssetting overstijgt, is een samenwerking
tussen meerdere partners aangewezen. Ik bedoel daarmee het kind, ouders,
school, CLB en buitenschoolse logopedie. Deze partners werken dan complementair
samen en in onderling overleg streven ze het optimale ontwikkelingspad voor elk
kind na.
Op 18 september 2013 ondertekenden enkele vertegenwoordigers
uit het onderwijsveld samen met de VVL een engagementsverklaring dat een kader
aanreikt voor dit samenwerkingsproject. Ik zal die engagementsverklaring ter
beschikking stellen. Naar aanleiding van het wetenschappelijk onderzoek, dat
enkele zeer interessante inzichten geeft, vraag ik de Vlor om die
engagementsverklaring opnieuw onder de loep te nemen. Dat is de kapstok om
gebeurlijk wat bijsturing te kunnen doen.
4.Kathleen Krekels (N-VA)
Minister, u hebt de belangrijkste zaken zoals de
engagementsverklaring aangehaald. Ik vind het vooral belangrijk dat we een
evenwicht vinden tussen de professionaliteit van de logopedisten die we als
onderwijzer heel goed kunnen gebruiken en de taken die de school zelf heeft. Het
feit dat het M-decreet is uitgewerkt, maakt het er niet gemakkelijker op. De
diversiteit in de klassen is vergroot. Voor leerkrachten is die externe hulp
soms een ruggensteun omdat ze het zelf allemaal niet meer kunnen waarmaken.
Daarom is het belangrijk dat u aangeeft dat die
ondersteuning in de eerste plaats tijdens de schooluren moet kunnen gebeuren.
Dat wil niet zeggen dat de logopedisten zomaar in de school moeten komen. Er
moet ook een grens blijven, ieder moet zijn ding kunnen doen. De kwaliteit van
het zorgbeleid moeten we heel goed in het oog houden om de moeilijkheden die
diversiteit met zich meebrengen, voldoende te kunnen ondersteunen.
5.Jo De Ro (Open
Vld) (maakt zich o.i. illusies)
U hebt het M-decreet aangehaald. Leerkrachten moeten geen
volwaardige logopedisten worden, maar er zijn zaken waarop ze kunnen letten en
die ze kunnen toepassen in hun lessen. De overdracht van die ervaring van het
buitengewoon naar het gewoon onderwijs kan een absoluut pluspunt worden op
middellange termijn van pre-waarborg en waarborg. De weinige gesprekken die ik
al heb gehad met pre-waarborgteams hebben die hoop gevoed. Dit is absoluut geen
luxe, want veel mensen kunnen zich geen logopedie veroorloven. Ik hoop dat we
de ervaring van het buitengewoon onderwijs langzaamaan kunnen toepassen voor de
kinderen die het nodig hebben in het gewoon onderwijs, bijvoorbeeld via de
waarborg en de pre-waarborg.
6. Kathleen Helsen
(CD& V): maakt zich eveneens illusies over haalbaarheid van een
operatie - die ook geen centen mag kosten en intussen zitten de leerkrachten en
ouders met de problemen.
Minister, ik wil me vooral aansluiten bij wat collega De Ro
heeft gezegd, namelijk dat het zeer interessant en belangrijk is om zo snel
mogelijk de expertise die in het buitengewoon onderwijs aanwezig is, in het
gewoon onderwijs in te zetten. In het buitengewoon onderwijs zijn ook
logopedisten aan de slag, maar ook mensen uit andere disciplines die nuttig
kunnen zijn in het gewoon onderwijs. In de toekomst kunnen we hopelijk meer en
meer bekijken hoe experts vanuit verschillende disciplines kunnen worden
ingezet. In het verleden hebben we gemerkt dat nogal wat leerlingen de stap
naar het buitengewoon onderwijs hebben gezet, net omdat daar de
multidisciplinariteit aanwezig was en ook gratis werd aangeboden. Diezelfde
kinderen hadden misschien in het gewoon onderwijs kunnen blijven als ze daar
ook de nodige ondersteuning hadden gekregen zonder dat de ouders ervoor moesten
betalen. Bepaalde kinderen konden inderdaad in het gewoon onderwijs blijven met
ondersteuning van logopedie, omdat hun ouders het konden betalen. Hopelijk
kunnen we de stap die we vorige legislatuur hebben gezet, deze legislatuur
verder uitbreiden en komt dat de meest kwetsbaren ten goede.
7. Jo De Meyer
(CD&V)
Dit is een heel interessante en terechte vraag. Na het
M-decreet wordt zorg in het gewoon onderwijs hoe dan ook belangrijker. Ik
verwijs hier naar mijn vraag van vorige week en herhaal ten overvloede dat als
scholen kiezen voor logopedisten of orthopedagogen bij het aanstellen van
zorgcoördinatoren of mensen die heel specifieke uren invullen, dat voor de
school en de kinderen een zege kan zijn, maar dan moet de overheid er wel voor
zorgen dat deze mensen op een normale manier kunnen worden vergoed. Dat
impliceert dat de bekwaamheidsvereisten worden aangepast, want deze mensen
dienen volgens mij niet steeds een pedagogisch getuigschrift te hebben. Ik
herhaal dus nogmaals mijn pleidooi van vorige week.
8. Minister Hilde
Crevits
Ik heb zeer weinig extra vragen gehoord, wel extra
pleidooien en uiteraard een vraag van de heer De Meyer, die aansluit op zijn
vraag van vorige week over de verloning van de ergotherapeuten.Ik ben het er
zeker mee eens dat een van de heel positieve effecten van het M-decreet kan
zijn dat leerkrachten die overstappen, op de klasvloer ondersteuning kunnen
bieden. Dat hoor ik ook in mijn gesprekken met een van onze 180 leerkrachten
die overstappen. Als ze bovendien kunnen helpen bij het bekwamen van
lerarengroepen, dan kan dat een zeer positief effect hebben en ervoor zorgen
dat er intern in de scholen spontaan aandacht wordt besteed aan zaken waar
vroeger sowieso minder aandacht voor was.
9. Kathleen Krekels
(N-VA)
Ik sluit me uiteraard aan bij de opmerkingen die werden
gemaakt. Ik heb nog een praktische vraag, minister. U zei dat de Vlor een
opdracht heeft gekregen in verband met de engagementsverklaring. Zal de
opdracht worden gegeven, is ze al gegeven en weet u hoeveel tijd de Vlor nodig
zal hebben om ze uit te voeren?
10. Minister Crevits
De Vlor krijgt zeer snel de opdracht, maar uit een gesprek
dat ik met de Vlor heb gehad, bleek dat ze vinden dat ik hen wel erg vaak voor
allerlei zaken inschakel. Ze hebben dus heel veel werk, maar ze geven ook goede
adviezen. Ik laat het dus aan hen over te bepalen wanneer ze met de opdracht
rond kunnen zijn.
|