3.3 Kritisch-constructief volgen van het beleid:
luis in de pels
beleidsverantwoordelijken
Beginselverklaring van 1977: We willen op
beleidsvlak ernstig genomen worden en zouden graag zien dat praktijkervaringen
veel meer zouden meespelen bij beleidsbeslissingen.
Het beïnvloeden en kritisch volgen van het
onder-wijsbeleid was van meet af aan een heel belangrijke doelstelling. Als
tijdschrift dat een kritische waak-hondsfunctie wou vervullen, lieten we
telkens op tijd onze stem horen, meestal
tijdig en niet achteraf als het kalf al verdronken is. Zo anticipeerden we in
Onderwijskrant al vele jaren op het
debat over de hervorming van het secundair onderwijs. Op die wijze konden we het
ook beter stofferen en beïnvloeden.
Naar aanleiding van 20 jaar Onderwijskrant bestempelde Hein De Belder ons in De
Standaard als de luis in de pels van de beleidsmakers: Onderwijskrant is de tribune
vanwaaraf redactieleden hun vermaningen uitspreken en ervoor zorgen dat in het
vlees van de beleidsvoerders altijd een angel zal zitten. Als Feys en Co
onder een auto zouden lopen, dan zou het muisstil worden in onderwijsland. De
Belder stelde verder: Het
is de grote verdienste van Onderwijskrant dat een aantal ontsporingen werden
voorkomen en/of achteraf weer afgezwakt of rechtgezet. In
2008 stelden we met voldoening vast dat onze kritische analyse van de
hervormingsplannen bevestigd werd in het Nederlands rapport-Dijsselbloem van de
parlementaire onderzoekscommissie.
We hoopten dat het nieuwe Vlaamse beleid vanaf 1989 doordachter en serener
zou verlopen, maar kwamen bedrogen uit. In een balans van dit beleid in 2001 luidde de conclusie van Misjoe
Verleyen en Ann Peuteman: Als we bedenken wat de opeenvolgende
ministers van Onderwjs allemaal hebben bedacht, doorgevoerd en afgeschaft, dan
zijn de goede schoolresultaten van onze leerlingen eigenlijk een echt mirakel
(Knack, 12 december 2001). Dit mirakel is mede te danken aan het verzet tegen
de afbraak vanwege Onderwijskrant en vele anderen, aan de lippendienst vanwege
de praktijkmensen, aan het feit dat het vaak bij mooi klinkende slogans bleef
zonder concrete uitwerking en uitvoering ...
Een oud-leraar,-directeur en
-kabinets-medewerker drukte zijn beoordeling van het beleid zo uit: Het onderwijs wordt omgeven en
gekanaliseerd door de administratie
(topambtenaren), door de onderwijs-koepels, door sociologen en
onderwijskundigen, door het bedrijfsleven, waardoor de stem van op het veld
geen weerklank vindt. Dat leidt al decennia tot frustraties bij de gewone
onderwijsgevenden, temeer daar pogingen tot onderwijsvernieuwingen legio zijn,
de vernieuwingsdrift mateloos is en de beste stuurlui vaak aan wal staan. Het
is een zittende klasse die een staande klasse permanent bevoogt. Het politiek
correcte denken is het grote paradigma van de smaakmakers in het onderwijs. (Res Publica, oktober 2012). De meeste
beleidsmakers en nieuwlichters gingen/gaan ook ten onrechte uit van de
maakbaarheid van de maatschappij en van het onderwijs en van de almacht van de
school. Veel politici en onderwijsbobos ge-loofden in een volledige
pedagogisering en vervol-making van de maatschappij. Ze gedroegen zich hierbij
als onheilsproften én verlossers uit de ellende. De beleidsmakers geloofden
vooral ook in top-down-ingrepen en
toverformules.
Met onze beleidscampagnes boekten we behoorlijk veel succes. Een paar voorbeelden. In 2012 dacht iedereen
dat de hervorming van de structuur van het s.o. al beklonken was en dat verder
verzet niets meer kon uithalen. We staken een tandje bij. We reageerden met een
petitie die door 13.000 mensen ondertekend werd, vertolkten onze visie tijdens
een hoorzitting, deden het nodige lobbywerk ...
We stellen met tevredenheid vast dat de brede/gemeenschappelijke graad
er dan toch niet komt, dat onderwijsvormen als aso mogen blijven bestaan, dat
er geen structuurhervorming komt ...
Onze campagne tegen de moderne wiskunde en voor het herwaarderen en
optimaliseren van het klassieke reken- en wiskundeonderwijs, duurde meer dan 20 jaar. Nu er opnieuw
gewerkt wordt aan een nieuw leerplan, zullen we die operatie weer aandachtig
moeten volgen. In de jaren negentig
hadden we wel iets meer succes verwacht van onze acties tegen de uitholling van
de taalvakken. In het vooruitzicht van de nieuwe eindtermen en leer-plannen
publiceerden we het voorbije jaar alvast eens te meer onze kritische analyses
op de blog Onderwijskrant Vlaanderen en elders. We voeren ook al 20 jaar campagne
voor de invoering van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van
het kleuteronderwijs en zullen dat blijven doen zolang het nodig is. We merken
vandaag in de Gazet van Antwerpen dat bepaalde leden van de commissie onderwijs daar wel oor naar hebben. De
context van de komst van een groot aantal vluchtelingen is vermoedelijk een
gunstig moment om dit actiepunt opnieuw
kracht bij te zetten.
Aan de hand van de 175 nummers van Onderwijskrant kan men het debat
over de hervormingen vanaf de jaren 1970
vrij goed reconstrueren. Dit is heel iets anders dan de afstandelijke en brave
beschrijving van het officieel onderwijsbeleid in bijvoorbeeld het boek Een
kwarteeuw onderwijs in eigen beheer (Acco, 2013) van Fannes, Vranckx,
Depaepe en Simon. De auteurs geven dit ook grif toe. In de inleiding lezen we:Het gekozen bronnenmateriaal
betreft in de eerste plaats teksten en documenten van de beleidsmakers. ... Het
gebruik van deze bronnen maakt dat de tekst onvermijdelijk gekleurd is door het
zelfdiscours van de beleidslieden (pagina 10). Met de bekentenis over
zelfdiscours hebben de professoren
Depaepe en Simon zichzelf voor
kritiek willen indekken. Bij de geraadpleegde literatuur komt Onderwijskrant
niet eens voor. Op pagina 42 wordt Onderwijskrant wel even vermeld, maar
tegelijk wordt de verkeerde indruk gewekt alsof onze campagne over niveauverlaging
in het onderwijs (O-ZON-2007) enkel begaan was met het lot van de sterke
leerlingen. We stelden nochtans expliciet dat de zwakkere leer-lingen nog het
meest de dupe waren van niveau-
verlaging.
Sinds het Vlaams onderwijs in 1989 totaal auto-noom werd, merkten we
overigens dat de kranten en de media zich steeds meer aansloten bij de visie
van de beleidsmakers en veel minder openstonden voor kritische stemmen dan in
de periode 1970-1990. Leraren en docenten bekenden ook minder kleur en deden
aan zelfcensuur. In 1982 kreeg ons themanummer Moderne wiskunde: een vlag op
een modderschuit veel aandacht in de pers. Als gevolg daarvan keerde het
wiskundetij en mochten we 1500 exemplaren bijdrukken en verspreiden. Onze
recente publicaties over de hervormingsplannen s.o. kregen echter weinig aandacht in de pers en op TV. Dit was
ook het lot van onze petitie van 2012 die door 13.000 mensen in een mum van
tijd ondertekend werd.
In het interview van 1997 in De Standaard
vond De Belder terecht dat andere onderwijstijdschriften en -bladen, de
media, de universitaire onderwijskundigen ... al te weinig begaan waren met het
kritisch volgen van het beleid. Sinds de
lovende bijdrage van De Belder werden we echter nog meer persona non grata
voor Guy Tegenbos en zijn Standaard. Vanaf Tegenbos aantreden rond 1989 was
dit al het geval. We werden sinds die tijd niet als niet bestaand behandeld, gewoon doodgezwegen. Tegenbos was voorheen
woordvoerder van het duo Coens-Monard. Onze kritiek op het onderwijsbeleid en
naderhand ook op Tegenbos permanente stemmingmakerij, was er blijkbaar te veel
aan. Zo verkondigde Tegenbos vanaf september 1991 en gedurende 25 jaar dat het
Vlaams onderwijs maar van matige kwaliteit was (internationaal gezien) en al te
duur. We lieten niet na telkens het tegendeel aan te tonen.
Ook in publicaties van de onderwijskoepels wordt Onderwijskrant meestal
doodgezwegen. De leer-krachten, directies en schoolbesturen mogen blijk-baar
niet vernemen dat Onderwijskrant hun plannen voor de hervorming s.o.,
bestuurlijke schaalvergroting ... niet genegen zijn. Dit wijst tegelijk op de
vrees voor de grote respons. Een markant voor-beeld. Begin 2007 lanceerde
Onderwijskrant de O-ZON-campagne over
niveaudaling e.d. die veel instemmende reacties uitlokte. In september publiceerde het verbond van het
katholiek secundair onderwijs een dik themanummer van Nova et Vetera om onze
aantijgingen te weerleggen -zonder de naam van Onderwijskrant en O-ZON te
vermelden. Zelfs de visie van de
achterban, van de vele leerkrachten en directies s.o. die de O-ZON-stellingen onderschreven,
werd genegeerd. Ook in publicaties van GO! was dit het geval. En toch brachten
O-ZON en Onderwijskrant in korte tijd een breed debat op gang. Een belangrijk
debat ook in het perspectief van de nieuwe eindtermen en leerplannen waarbij
het gevaar voor verdere ontscholing en ontstoffing niet denkbeeldig is.
3.4 Goed doordachte theorievorming &
praktijkgericht studiewerk
*In de beginselverklaring van 1977 klonk het: We betreuren de kloof tussen deskundigen in hun ivoren
wetenschappelijke toren en de sleutelaars in de praktijk, boordevol goede wil,
energie en praktijkervaring. We ervaren een gebrek aan kritische bezinning
over onderwijsideeën en de onderliggende mens-, maatschappij- en toekomstvisie.
We streven naar blikverruimende informatie over het onderwijs en het
onderwijsbeleid die duidelijk en betrouwbaar is, naar deskundige analyses en
een meer doeltreffende en gefundeerde aanpak.
We wilden de lezers ook laten kennis maken met de hogere onderwijskunde
en met de conclusies van wetenschappelijk onderzoek, maar betreurden de te
grote kloof tussen de theorievorming en de onder-wijspraktijk. Ook de voorbije
jaren stelden we vast dat de beleidsmakers al te veel heil verwachtten van
empirisch onderwijsonderzoek, van de universitaire expertisecentra en Steunpunten
en van de zondagse onderwijskunde.
Naar de parktijkmen-sen werd/wordt weinig geluisterd. En de vele relevante
en praktijkgerichte publicaties - de doordeweekse onderwijsexpertise -
krijgen weinig of geen aandacht. Nooit wordt er naar verwezen - ook niet in
publicaties van de VLOR. In de vele
officiële hoorzittingen krijgen enkel universitaire onderzoekers het woord.
Tegelijk lieten/laten onderwijsonderzoekers
zich al te graag voor de kar van de sponsorende overheid spannen.
We streefden als Onderwijskrant naar
theorievorming en expertise die veel verder reikt dan het strikt positief
wetenschappelijk onderzoek. In onze eigen publicaties illustreerden we dat onze
theorievorming en standpunten in sterke mate ook gebaseerd waren/zijn op de ervarings-
en praktijkkennis van leerkrachten uit het verleden en heden. Dat blijkt
bijvoorbeeld in onze standpunten omtrent de structuur van het s.o, het jaarklassensysteem, de directe instructie,
buitengewoon en inclusief onderwijs,
zittenblijven, B-attesten (zie bijdrage in dit nummer) ..... Dit komt ook tot uiting in onze vakdidactische publicaties over
lezen, rekenen. Bij het opstellen van onze directe systeemmethodiek (DSM) voor het aanvankelijk lezen putten we
veel inspiratie uit getuigenissen van leerkrachten, uit vroegere methodische
aanpakken en leerboekjes, uit de negatieve reacties destijds op de grote
propaganda van inspectie e.d. voor het
globaal lezen à la Decroly in de jaren
vijftig ... Ook onze publicaties over rekenen, meten en metend rekenen,
metkunde, spelling ... kwamen grotendeels
zo tot stand.
De voorbije 38 jaar besteedden we ook veel aandacht aan de o.i. manklopende
studies over zittenblijven, democratisering en sociale discri-minatie,
schooluitval, spelling, nieuwe leren, e.d. Veel aandacht ging ook naar de
kritische analyses van de zichzelf opvolgende modes binnen de onderwijskunde en
(vak)didactiek. Zo besteedden we kritische analyses aan het oprukkende constructivistisch
en competentiegericht leren. In 1974 had redactielid Raf Feys in Persoon en
Gemeen-schap al afstand genomen van de rage van het gesloten didactisch model
van de operationele doelstellingen en doel-middel-programmering dat o.a. door
de professoren Mager, De Corte en De Block als een wondermiddel werd voorgesteld.
Toen Eric De Corte e.a. jaren laten een
andere extreme visie propageerden - het open didactisch model van het
constructivisme, pakten we ook die andere extreme visie aan ook in debatten
aan de Universiteit Limburg en de KUL-Kortrijk.
3.5 Instrumentalisering van
vernieuwingen
Bij de start van Onderwijskrant in 1977 schreven we ook dat we de
instrumentalisering/materialisering van
vernieuwingen belangrijk vonden zoals
het opstellen van doorwrochte
methodieken en leer-pakketten. We wilden
hierbij alle onderwijsniveaus en de lerarenopleidingen betrekken. We publiceerden
veel vakdidactische bijdragen, waren actief in commissies voor de eindtermen en
leerplannen, adviseerden educatieve uitgeverijen ...
Naast gestoffeerde en onderbouwde bijdragen en analyses wilden we
aanvankelijk ook veel praktijk-verslagen van leerkrachten publiceren. We namen
de eerste jaren een aantal praktijkverslagen op, werkmateriaal voor thematische
wereldoriëntatie e.d.. We stelden echter vast dat een tijdschrift zich niet
goed leent voor dergelijk materiaal en anderzijds dat praktijkmensen niet vlug
in de pen kruipen. Voor het samenstellen en
publiceren van lijvige ideeënbundels voor thematische wereldoriëntatie,
geschiedenis en natuurkennis richtten we daarom in 1980 een apart
(Projecten)fonds op. Dit Projectenfonds verspreidde in de periode 1980-1999 een
30.000 thematische ideeënbundels over heel Vlaanderen.
4 Actietijdschrift & campagnes
Onderwijskrant is een project dat verder reikt dan het uitgeven van een
tijdschrift, het was/is ook een actiegroep en een actietijdschrift. We pakten
geregeld uit met specifieke en dringende campagnes en acties. Bij de
verschillende hervormingen en nieuwe decreten vanaf 1977 hebben we steeds
actief en constructief geparticipeerd aan het debat en geregeld ook actie
gevoerd. We besteedden niet enkel aandacht aan het bestrijden van bepaalde
opvattingen en hervormingsplannen, maar stelden steeds alternatieven voor. Het
kritisch en tegelijk constructief volgen van het onderwijsbeleid was en blijft
één van onze prioriteiten. We gaan ervan uit dat progressieven zich niet mogen
opsluiten in hun werk aan de basis of in de onderwijsoppositie, ze moeten ook
proberen het beleid te beïnvloeden.
Bij de verschillende hervormingen en nieuwe decreten vanaf 1977 hebben we
geregeld campagnes opgezet en lobby-werk gepresteerd: de hervormingen van de
Ierarenopleiding, VSO, VLO, OESO-voorrapport van 1991, begeleiding en
nascholing, inspectie,
leerplichtverlenging, eindtermen, zorgverbreding en gelijke
onderwijskansen, onderwijsvoor-rangsbeleid, nondiscriminatiebeleid,
besparingsbeleid, schaalvergroting, hervorming hoger onderwijs buiten de
universiteit en enveloppefinanciering, Bolognahervorming, inspectie,
doorlichting & accreditatie, hervorming secundair onderwijs,
PMS-hervorming, eindtermen en leerplannen, inclusief onderwijs, recente plannen
voor comprehensivering secundair onderwijs ...
Voor het lobbywerk deden we eveneens een beroep op politici ook uit
oppositiepartijen. Zo konden we via André Denys
(VLD) in 1995 bereiken dat scholen hoger onderwijs met 600 studenten
zelfstandig mochten blijven, dat de betoelaging lineair werd i.p.v. meer centen
naargelang de hogeschool groter was, enz. In verband met de hervorming van het
s.o. spraken we de voorbije jaren ook de politieke partijen aan. Een drietal partijen waren luister-bereid,
andere niet. Het leidde niet enkel tot een uitnodiging van de hoofdredacteur
als spreker op een hoorzitting, maar beïnvloedde ook de politieke standpunten
omtrent de hervorming van het s.o. Onderwijskrant stelt zich ten aanzien van de
politici en andere beleidsverantwoordelijken
onafhankelijk op. Het verraste ons wel dat bepaalde
beleids-verantwoordelijken die niet open stonden voor een gesprek, achteraf
betreurden dat anderen profijt hadden gehaald uit onze s.o.-campagne.
Naast de Onderwijskrant als actie-instrument, maak-ten redactieleden ook
gebruik van andere kanalen om de besluitvorming te beïnvloeden: colloquia, kranten, petities, lezersbrieven, mede
oprichten van allerhande actiegroepen,organisatie colloquia sa-men met de
Stichting Lodewijk de Raet, actieve deelname aan een zestal nationale
onderwijsdagen rond 1980 (1000 deelnemers in 1981 in de Blan-dijnberg).
Redactieleden participeerden ook in allerhande commissies. Verschillende
redactieleden engageerden zich b.v. zowel binnen de eindtermen- als binnen de
leerplancommissies voor wiskunde en wereldoriëntatie en engageerden zich op het
vlak van de bijscholing en het maatschappelijk dienst-betoon.
5 Enkele campagnes van Onderwijskrant
*De geslaagde campagne rond de moderne wiskunde in 1982. Meteen na de
publicatie van Mo-derne wiskunde: een vlag op een modder-schuit (april 1982)
en de vele aandacht in de pers was het wiskunde-tij gekeerd. Er verschenen geen
zegebulletins meer. Zelfs een rabiate voorstander als prof. Warrinnier die ons in 1982 nog fel bekampte,
draaide achteraf bij. We voerden de
jaren erop verder actie rond wiskunde en werkten begin de jaren negentig mee
aan de opstelling van de nieuwe eindtermen en leerplannen wiskunde. Zo slaagden
we erin om uit de leerplannen lager onderwijs van 1998 extreme opvattingen te
bannen: zowel het extreem van de hemelse
abstracte wiskunde als dit van de aardse, contextgebonden en
construc-tivistische wiskunde (à la
Freudenthal Instituut). 4 jaar geleden werd Onderwijskrant nog vanuit Nederland
gefeliciteerd voor het afhouden van de Freudenthal-wiskunde binnen het lager
onderwijs. Zo voorkwamen we ook een wiskunde-oorlog rond constructivistische
wiskunde als in de VS, Canada, Nederland ...
*In 1991 voerden we een intense campagne voor de invoering van
zorgverbreding en we vonden gehoor bij minister Van den Bossche en zijn
kabinetschef Roger Peeters. Jammer genoeg deed men iets later een beroep op de
Steunpunten CEGO-Leuven, NT2-Leuven en Diversiteit en leren -Gent, die een on-derwijsvisie vertolkten die haaks
staat op effectief achterstandsonderwijs en NT2 overbodig vonden.
*Vanaf 1991 bestreden we de vele nefaste hervormingsplannen voor het hoger
onderwijs en de lerarenopleidingen, de enveloppefinanciering e.d. . Later
voerden we ook actie tegen de plannen voor de academisering van de lerarenopleidingen,
de Bologna-hervorming, de radicale flexibilisering , de outputfinanciering, de
accreditatie-aanpak ... We stonden soms alleen in die strijd, maar de voorbije
jaren bleek dat onze kritiek op Bologna, enveloppefinanciering,
outputfinanciering, flexibilisering, accreditatie ... bevestigd werd.
*We besteedden sinds 1982 wel bijzonder veel aan-dacht aan de vele
hervormingen van de leraren-opleidingen en participeerden in dit verband aan
tal van studie- en actiegroepen. We bereikten hiermee een en ander en konden
ook de academisering van de geïntegreerde opleidingen voorkomen. We betreuren tegelijk dat de
beleidsmakers geen rekening hielden met de voorspelde nefaste gevolgen van tal
van hervormingen. Zo wilden we dat de sector van de lerarenopleidingen een
aparte sector bleef zoals in bijna alle landen het geval is; maar Monard en Co
wilden hier per se het afwijkende Nederlandse voor-beeld volgen
en de lerarenopleidingen integreren binnen de multisectorale
hogescholen.
*In januari 2007 richtten we de actiegroep O-ZON (Onderwijs Zonder
ONtscholing) op om de ontscholing en niveaudaling te bestrijden en vormen van
herscholing te stimuleren. O-ZON stuurt aan op een herwaardering van
basiskennis, basisvaardigheden, doorzettingsvermogen, niveaubewaking,
professionaliteit van de leerkracht ...
We publiceer-den sindsdien een boek en honderden paginas over de
O-ZON-thematiek. Deze actie kende een
groot succes. Uit recentere enquêtes bleek dat de overgrote meerderheid van de
leerkrachten, docenten en professoren het O-ZON-gedachtegoed onderschreven. In
het perspectief van de nieuwe eindtermen en leerplannen waaraan momenteel
gewerkt wordt, is de O-ZON-thematiek weer vrij actueel. We proberen dit ook aan
te kaarten bij leden van de commissie onderwijs. Zo verheugt het ons dat enkele
commissieleden op 2 juli j.l. tijdens een vergadering zich zorgen maakten over
de taalbeheersing van de leerlingen. Op de commissievergadering van 11 januari
2007 waren er nog een paar commissieleden die de O-ZON-kritiek afwezen en de
collegas opriepen om expliciet afstand te nemen van onze campagne.
*De voorbije 15 jaar besteedden we ook opvallend veel bijdragen en
themanummers aan de hervormingsplannen voor het secundair onderwijs. Met het nodige succes: de
brede/gemeenschap-pelijke eerste graad komt er niet, de B-attesten werden in
ere hersteld ... Op 7 oktober gaf
Crevits in het Vlaams Parlement zelfs toe dat Vlaanderen inzake sociale
doorstroming (= gelijke kansen) heel goed scoorde. We contesteerden al in 2002
de conclusies van de Rondetafelconferentie. Onze petitie van mei 2012
werd vlot door 13.000 mensen ondertekend ook al werd ze na drie weken al
geboycot. Zo doorprikten we ook de fabel van de grote consensus waarmee de
beleidsverantwoor-delijken voortdurend uitpakten. We slaagden erin de monopolisering van het
debat door de voor-standers te doorbreken. Uit latere enquêtes bleek eens te
meer dat de overgrote meerderheid van de praktijkmensen die voorgestelde
hervormingen niet genegen waren.
In onze petitie van 2012 focusten we het meest op de nefaste gevolgen van
een gemeenschappelijke en bredere graad. In dit verband bestreden we ook de
vooropgestelde knelpunten: de stelling
dat onze gedifferentieerde eerste graad dé probleemcyclus was. De
structuur van onze eerste graad
leidde zogezegd tot grotere
sociale discriminatie, schooluitval en zittenblijven, nefaste waterval,
afremming van sociale doorstroming, zwakke leerresultaten voor de zwakkere
leerlingen ... We toonden aan dat de hervormers precies de sterke kanten van
onze eerste graad, de vlotte (her)oriëntering, de B-attesten als knelpunten
voorstelden.
We voorspelden ook dat de voorstanders er nooit zouden in slagen om deze
algemene principes omtrent een gemeenschappelijke en bredere graad te
doorbreken. De koepel van het katholiek onderwijs deed wel een poging om een
deel van de principes te concretiseren, maar gaf al vlug die poging op. Onlangs
nog bevestigde minister Crevits dat die brede en gemeenschappelijke eerste
graad en andere structuurhervormingen
er dan toch niet zouden komen. We besteedden gestoffeerde bijdragen aan andere
hervormingsvoorstellen als de invoering van zgn. domeinscholen. De voorbije
maanden hoorden we ook hier niet veel meer over. We mogen dus stellen dat we
een geslaagde campagne tegen de geplande structuurhervormingen voerden.
*In verband met inclusief onderwijs, voeren we al 20 jaar campagnes tegen
de vele hervormingsplannen, voorstellen van drie professoren om het
buiten-gewoon onderwijs op te doeken (1996),
de adviezen en rapporten van de VLOR en van het verbond van het
katholiek buitengewoon onderwijs, de vele
door de VLOR-secretaris vervalste citaten in het VLOR-advies van
1998, ... In februari 2007 lanceerden we een
inclusie-petitie. We stelden o.a. dat inclusie enkel zinvol was voor leerlingen
die voldoende profijt konden halen uit het volgen van de gewone lessen en bekritiseerden
LAT-inclusie (learning apart together) of exclusie binnen de klas. We lieten de
beleidsverantwoordelijken weten dat een grote meerderheid van leerkrachten en
directies gekant waren tegen inclusie van leerlingen die het grootste deel van
de lessen niet kunnen volgen. We wezen er ook op dat dit tot de ontwrichting
van het buitengewoon onderwijs zou leiden.
We slaagden er in om de aanvankelijke inclusie-ontwerpen af te zwakken,
maar stellen jammer genoeg vast dat de beleidsmensen geen rekening hielden met
het feit dat de overgrote meerderheid van de
praktijkmensen het M-decreet niet haalbaar vond. We stellen vast
dat toch veel kinderen die het
curriculum geenszins kunnen volgen in het gewoon onderwijs terecht kwamen. Het
M-decreet nam hieromtrent geen sluitend standpunt in. We sloten ons aan bij de
actie van ouders als de moeder van Flo die vinden dat hun kind rechtstreeks naar het buitengewoon
onderwijs moet kunnen i.p.v. nood-gedwongen te moeten verkommeren in het gewoon
onderwijs. We stelden ook voor om samen
met een aantal ouders naar de rechter te trekken om daar het recht op
(rechtstreeks) buitengewoon onderwijs af te dwingen. We zijn ervan overtuigd
dat die ouders gelijk zouden halen via
de rechtbank net zoals in Duitsland het
geval is.
9 Inzet voor (vak)didactiek
en invloed klaspraktijk
Een aantal redactieleden
investeerden de voorbije 38 jaar ook veel energie in alles wat te maken
heeft met de curricula en (vak)didactiek, met wat er in klas gebeurt. We streefden ook hier zowel het behoud van de
vele sterke kanten en traditie van ons Vlaams onderwijs na, als vernieuwing in
continuïteit. Enkele voorbeelden.
We zijn fier dat
we de voorbije decennia onze stempel konden drukken op het wiskunde-onderwijs
en hierbij voor het lager onderwijs zowel het extreem van de hemelse
moderne wiskunde als het extreem van de aardse en constructivistische
Freudenthal-wiskunde konden wegwerken. Naast de vele bijdragen in Onderwijskrant
publiceerden we hier ook drie boeken over: Rekenen tot honderd, Meten en
Metend Rekenen en Meetkunde (uitgeverij Plantyn). In Nederland kwam er de voorbije 10 jaar veel kritiek op
de constructivistische en aardse wiskundevisie van het Freudenthal Instituut
die al te sterk ingang had gevonden in het Nederlands onderwijs. Critici als
prof. Jan van de Craen beriepen zich de voorbije jaren op de kritiek die we van-af 1988
formuleerden.
*We merken dat praktisch alle recente(re) leesmethodes
in Vlaanderen en Nederland grotendeels gebaseerd zijn op onze directe
systeem-methodiek (DSM) die we al rond
1990 via Onderwijskrant breed verspreidden. In 1996 pleitte de directeur van
het Steunpunt NT2-Leuven, Koen Jaspaert, nog voor de globale
leesmethodiek. Ook de Freinescholen pleitten destijds voor een globale
leesmethodiek à la Freinet. Vanaf de jaren zeventig deden we ons best om die
foute visies de kop in te drukken. Tegelijk werkten we aan ons alternatief, de
directe systeemmethodiek.
Ook Veilig leren lezen dat destijds zwoer bij de zgn. stuctuurmethodiek
van C. Mommers, schakelde in recentere versies grotendeels op onze DSM over.
Ontwerpers van de laatste versie deelden mee dat hun methode geen
structuurmethode meer was, maar aansloot bij onze DSM. Op vraag van een paar
uitgevers gaven we ook her en der mondeling uitleg. De laatste keer leverde dat
ons een Hollandse peperkoek en een paar Bol.com-bonnen op. Raf Feys en Pieter
Van Biervliet publiceerden in 2010 ook het boek Beter leren lezen
(Acco, 200 paginas), waarin naast de eigen DSM-methodiek ook de geschiedenis
van de vele soorten lees-methodes wordt beschreven.
*We stimuleerden en stoffeerden met succes de uitwerking van
systematische spellingpakketten ook al stond dit haaks op de visie in de
eindtermen en leerplannen. Redactielid Pieter Van Biervliet patroneerde
de uitgave van een eerste spelling-pakket. Raf Feys publiceerde in 1991
vereenvoudigde regels voor de spelling van de werkwoordsvormen. We vonden ze
onlangs nog in een Nederlandse publicatie terug.
*Ander redactieleden waren heel actief op het vlak van het werken met
kinderliteratuur, filosoferen met kinderen ...
*In de eerste 20 jaargangen was er opvallend veel aandacht voor
wereldoriëntatie. Ook met de brede verspreiding van een 30-tal leerpakketten
thematische wereldoriëntatie (1980-1993) via ons Projectenfonds stimuleerden we de uitwerking van rijke
W.O.-themas. Tegelijk propageerden we het behoud van voldoende cursorische
aanpak voor de klassieke zaakvakken in de hogere leerjaren. We werkten ook mee aan een cursorische
methode voor geschiedenis en aardrijkskunde. Jammer genoeg werd in de
leerplannen van 1998 en in de praktijk minder aandacht geschonken aan de cursorische
zaakvakken. Het is dan ook geen toeval dat we b.v. voor natuurkennis zwakker
scoorden voor TIMSS en voor de eindtermenevaluatie. De beleidsmakers grepen
vorig jaar in en eisten dat wetenschappen (gecombinered met techniek) weer een
afzonderlijk domein werd. We begrijpen niet waarom niet hetzelfde gebeurde met
de andere zaakvakken.
10 Besluit
We zijn best tevreden over het werk dat de voorbije 38 jaar gepresteerd
werd, over de respons en over de invloed op de onderwijspraktijk en op het
onderwijsbeleid. Met de Onderwijskrant-website en met recentere initiatieven -blog, facebook
& twitter - bereiken we nog een breder publiek. Wat de toekomst brengt,
valt moeilijk te voorspellen. Maar sinds nummer 50 luidt het parool: we
publiceren minstens nog een volgend
nummer. En zo bereikten we al nummer 175. Op naar 200?
|