Bekend neerlandicus Marc van Oostendorp in tijdschrift Neder-L: Ik ben voor het afschaffen van alle spellingregels. Kinderen wordt wijsgemaakt dat ze deze later nodig hebben".
In het leerplan van het Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (1998) lazen we inzake spelling al volgende relativerende uitspraak : "Spellingafspraken raken de essentie van de taal niet. Een slechte spelling maakt een taal niet slechter, en een goede spelling maakt een taal niet beter". De meeste leerkrachten en burgers ergeren zich aan zo'n standpunt. Bijdragen als deze van Van Oostendorp kunnen opstellers van nieuwe leerplannen straks in de verleiding brengen om het belang van spelling nog sterker te relativeren. We staan even stil bij de argumenten van Van Oostendorp.
Zelf publiceerden we in 1991 een aantal (vereenvoudigde) spellingregels voor de spelling van de werkwoordsvormen. In het onderwijs maken we voor de spelling van de werkwoordsvormen e.d. ook meestal nog gebruik van regeltjes.
Een paar dagen geleden publiceerde de neerlandicus Marc van Oostendorp nog eens zijn bijdrage van 10 januari 2013 over spelling in zijn tijdschrift Neder-L. Zijn boodschap luidt: spellingregels zijn onzin, ze dienen geen enkel doel. We ergeren ons al lang aan het feit dat een aantal universitaire neerlandici spelling helemaal niet belangrijk vinden en in elk geval het aanleren van spellingregels overbodig vinden. In het begin van de jaren zeventig verdedigden heel wat Nederlandse neerlandici nog de zogenaamde odeklonje-spelling. In het tijdschrift MOER verschenen er een aantal bijdragen over. Ook Vlaamse neerlandici pleitten in die tijd nog voor de odeklonje-spelling in het tijdschrift VONK e.d.
Marc van Oostendorp pleit geenszins voor de odeklonje-spelling of voor de zoveelste andere spellingvereenvoudiging, maar redenering klopt volgens ons niet. Hij vertrekt van de stelling: In de eerste plaats zullen mensen ook zonder expliciete regels min of meer hetzelfde blijven schrijven, je schrijft namelijk om begrepen te worden, en dan ben je niet gebaat bij een plotseling zeer afwijkend woordbeeld. Er zijn per slot van rekening ook geen uitspraakregels en toch praten de mensen niet zomaar naar believen, zoals het hen uitkomt. Het feit dat van Oostendorp geen onderscheid maakt tussen het leren spreken van een taal en het leren schrijven, lijkt me al een grote misvatting.
De stelling dat mensen/leerlingen zonder regels min of meer hetzelfde zullen schrijven omdat iedereen toch schrijft om begrepen te worden", lijkt ons al te simplistisch en totaal in strijd met de werkelijkheid. En de stelling dat het bij het schrijven enkel belangrijk is dat de boodschap begrepen wordt, klinkt ons vertrouwd in de oren. In de ontwerp-eindtermen Nederlands lazen we in 1993 ongeveer hetzelfde. Spellingfouten waren niet meer belangrijk als de boodschap maar begrepen werd. We hebben hier kritisch op gereageerd.
Van Oostendorp besluit dan: Inderdaad, er wordt veel te veel tijd besteed in het onderwijs aan idiote spellingregels omdat de kinderen wordt wijsgemaakt dat ze deze later nodig hebben bij het schrijven van sollicitatiebrieven. Inderdaad, het is onzin om van iedere houtbewerker te verlangen dat hij al die rare regeltjes leert.
|