Over leren programmeren op jonge leeftijd als nieuw vak en over 'gevaarlijke' uitspraak van prof. Verschaffel over 'Internationaal onderzoek dat zou uitgewezen hebben .." .(DS 1 april)
(1)Beoordeel elk vak op zijn eigen waarde : zie bijlage
Programmeren, oké, maar ook zwemmen en Latijn
Kristoffel Demoen, voorzitter vakgroep Letterkunde, UGent
Digitale geletterdheid is onontbeerlijk in een modern leerplan, schrijft Kristoffel Demoen. Maar dat mag niet ten koste gaan van de minder harde vakken. Want die menswetenschappen vormen ons als mens en mogen dus niet ondergesneeuwd geraken in het debat over de eindtermen.
Passage:
Beoordeel en vergelijk verschillende disciplines op hun eigen waarde. Wetenschappen, wiskunde, technologie en informatica zijn cruciaal voor onze toekomstige privacy en veiligheid, werkgelegenheid, gezondheid en mobiliteit, zoals Giovanni Samaey en Jacques Van Remortel terecht aanstippen. Zonder ingenieurs, geneeskundigen en ondernemers is er geen welvaart en vooruitgang, geen geld voor sport en cultuur.
Maar zwemlessen zullen ook nodig blijven: leerlingen moeten leren onze steeds langer levende lichamen fysiek paraat te houden en daar plezier aan te beleven. En we moeten hen ook voorbereiden op een zinvolle invulling van hun vrije tijd, op een verantwoorde besteding van hun middelen, op een genuanceerde omgang met economische en sociale ongelijkheid, culturele en politieke verschillen. Op ethische beslissingen, omgaan met ziekte, verlies en mislukking. En daar vervullen de menswetenschappen een cruciale rol.
Latijn hoort daar thuis, net als andere taalvakken, geschiedenis, filosofie en levensbeschouwing of esthetica. Je leert er niet (zozeer) abstract denken, maar (vooral) omgaan met niet-exacte gegevens, met concrete vraagstukken waar niet één antwoord juist is, waar je moet interpreteren, rekening houden met ambiguïteiten, argumenten afwegen of je inleven in andere culturen en overtuigingen.
Hopelijk wordt daarmee ook rekening gehouden bij het debat over de eindtermen dat voor deze herfst werd aangekondigd. Ik ken alvast enkele 18-jarigen die klaar zijn om aan zon debat deel te nemen.
Commentaar:
Belangrijke vragen bij de samenstelling van een curriculum voor het basis-onderwijs zijn ook:
*Welke kennis en vaardigheden leert men het best op een jonge leeftijd: b.v. taal. Er zijn zaken die minder leeftijdsgebonden zijn.
*In het basis-onderwijs moeten we ook voorrang verlenen aan basis-vaardigheden en basis-kennis als lezen, schrijven, woordenschat ... die fungeren als BASIS voor het leren van andere vaardigheden en kennis.
(2) Ik heb inzake het belang van leren programmeren op jonge leeftijd veel moeite met uitspraken als deze van prof. Lieven Verschaffel (onderwijskundige) die in De Standard stelde dat leren programmeren vooral ook belangrijk was voor het leren van 'algemene probleemoplossende vaardigheden.
Verschaffel -die ook de vakdidactiek wiskunde doceert - zou moeten weten dat b.v. niet alleen de propagandisten van het extreem van de abstracte en 'hemelse' Moderne Wiskunde' de New Math voorstelden als ideaal voor het leren van algemene probleemoplossende vaardigheden (en dat zelfs het liefst van in de kleuterschool), maar ook de propagandisten van het andere extreem, de aardse, contextgebonden en constructivistische wiskunde à la Freudenthal lnstituut. En beide extreme visies kozen merkwaardig genoeg de Zwitserse psycholoog en constructivist Jean Piaget als boegbeeld ter legitimering van hun theorie. Scherm a.u.b. als onderwijskundige niet te vlug met 'Internationaal onderzoek heeft aangetoond' ...