Kennis Nederlands
& integratie in superdiverse maatschappij
In een aantal pleidooien over superdiversiteit wordt de
indruk gewekt dat door de multiculturaliteit de thematiek van de integratie en
het belang hierbij van de kennis van het Nederlands niet zo belangrijk meer
zijn. De Vlaamse samenleving en schoolbevolking zijn zijn inderdaad in tal van
regios superdivers geworden. Dit is o.i. geen argument om het belang van de
kennis van het Nederlands te minimaliseren; integendeel: een gemeenschappelijke
taal is nog belangrijker in een superdiverse maatschappij en school.
Pleidooien voor superdiversiteit gaan vaak samen met
pleidooien voor het relativeren van het belang van integratie en van de kennis
van het Nederlands. Ook prof. Maurice Crul, pleit in zijn boek
Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie voor het radicaal verlaten
van de klassieke visie op integratie. Dit kwam ook tot uiting in zijn
opiniebijdrage in De Morgen van zaterdag 18 januari: j.l.: Multiculturalisme
is dood, rechts-populisme is achterhaald. Volgens Crul en andere
propagandisten van de superdiversiteit is het niet langer duidelijk aan welke
opvattingen en gebruiken minderheden zich moeten aanpassen. Het klassieke
integratieproject zou voorbijgestreefd zijn. Hieruit trekken sommigen de
conclusie dat het opdoeken van de integratie-idee ook betekent dat de kennis
van het Nederlands veel minder belangrijk geworden is. Ook Ides Nicaise
fulmineerde al in De school van de ongelijkheid (2007) tegen het
verderfelijke assimilatiespoor en tegen NT2. Kris Van den Branden,
ex-directeur Steunpunt NT2 Leuven, schaarde zich in zijn blog Over
superdiversiteit, onderwijs en erbij horen van 2 februari j.l. achter de
superdiversiteitsideologie. Hij neemt vooreerst afstand van de visie van
minister Geert Bourgeois die de integratie en de kennis hierbij van het
Nederlands heel belangrijk vindt. Van den Branden is steeds tegenstander
geweest van NT2-onderwijs en concludeert in dezelfde lijn: Zou het kunnen dat
de verdere kwaliteitsverhoging van het Vlaamse onderwijs minder afhangt van
didactische spitsvondigheden dan van ons vermogen om elke leerder het gevoel te
geven dat hij/zij erbij hoort? Over NT2 rept hij met geen woord; het zou
volstaan dat die leerlingen het gevoel krijgen erbij te mogen horen.
In het rapport Biedt het concept integratie nog
perspectief? (december 2013) nam het Nederlands Sociaal en Cultureel
Planbureau terecht afstand van het schrappen van het integratie-concept vanwege
superdiversiteit-ideologen. Het Planbureau wil niet zomaar het belang van
integratie en van de kennis van het Nederlands hierbij laten vallen. We citeren
even. Dat vanwege superdiversiteit niet langer duidelijk is aan welke
opvattingen en gebruiken minderheden zich moeten aanpassen, en dat daardoor
iedereen zich aan iedereen gaat aanpassen lijkt ons een vreemde voorstelling
van zaken. Alsof verschuivende getalsmatige verhoudingen ertoe leiden dat
centrale elementen van een cultuur van de ontvangende samenleving als vanzelf
en zonder problemen mee gaan schuiven.
Superdiversiteit strijkt cultuurverschillen niet glad en met
superdiversiteit zijn de discussies over de betekenis van verschillende normen
niet beslecht. In Europees verband bestaan er tal van activiteiten, zowel
beleidsmatig als in het onderzoek, die vertrekken vanuit het concept
integratie. Het is belangrijk om hierop te kunnen blijven aansluiten.
Integratie als (beleids)concept is nog steeds waardevol. Deze argumenten voor
en tegen afwegend zijn wij van mening dat integratie als (beleids) concept in
ere gehouden moet worden. Het integratievraagstuk speelt nog in volle omvang,
en dan is het vreemd om dit niet als zodanig te benoemen. We merken overigens
dat prof. Crul wel de superdiversiteit verdedigt, maar zich tegelijk geen tegenstander
toont van intensief NT2.
In een recent debat
wees de ruimdenkende filosoof Philippe Van Parijs terecht op het belang van het
kennen van de taal van de streek - ook voor de sociale integratie en cohesie:
Sprekers van nieuwe talen met lagere status leren best de taal van de streek
waar ze gaan wonen omdat anders de sociale cohesie, de maatschappelijke
samenhang onder druk dreigt te komen. Mensen die elkaars taal niet kennen,
kunnen moeilijk samen-leven. Het gebrek aan kennis van de lokale taal, werkt
ook de sociale mobiliteit van de nieuwkomers tegen, wat leidt tot economische
achterstand. Tenslotte is de kennis van het Nederlands noodzakelijk om
volwaardig burger te kunnen zijn in Vlaanderen en bijvoorbeeld het politieke en
maatschappelijke debat te kunnen volgen, laat staan er aan deel te nemen."
(Meer uitvoerig in E-book 1-Google: The linguistic territoriality principle:
right violation or parity of esteem?)
Bijlage
In 2009 manifesteerde de Gentse academicus ICO Maly
(momenteel: KifKif)zich als een radicale taalachterstandnegationist. Docent
Eddy Bonte (Hogeschool Gent & later NVAO-medewerker) ergerde zich mateloos
aan de sterke relativering van de kennis van het Nederlands, zoals dit o.a. tot
uiting kwam in Ico Malys boek De beschavingsmachine. Wij en de Islam (EPO,
2009) en in standpunten van Jan Blommaert. Een verontwaardigde Eddy Bonte
schreef op zijn blog als reactie: Ico Maly vertelt een wansmakelijk verhaal:
Nederlands leren werkt bij allochtonen niet emanciperend, maar discriminerend.
Ja, lees het opnieuw: allochtonen die Nederlands kennen hebben geen werktuig
van emancipatie maar van discriminatie in handen. Hoe Maly dat bewijst? Simpel:
in bepaalde gevallen is kennis van het Nederlands een voorwaarde, bijv. om een
sociale woning te kunnen huren. Conclusie van Maly: hier spreekt men
Nederlands wordt gebruikt om te discrimineren
. Nederlands kennen werkt o.i.
wel emanciperend, zoals de kennis van elke taal altijd emanciperend werkt.
Natuurlijk kan men de voorwaarde kennis van het Nederlands contesteren, zoals
men het bezit van papieren als noodzakelijke voorwaarde kan contesteren, maar
dat doet niets af aan het feit dat wie Nederlands kent daar in Vlaanderen zijn
voordeel mee doet.
Jammer genoeg wordt deze opinie ook gesteund door een andere
Gentse academicus, met name Jan Blommaert, en de groep KifKif, zodat veel
zichzelf progressief noemende Vlamingen in deze open val trappen. In de VS
twijfelt niemand aan het nut van de Engelse taal: wie niet slaagt voor de
taaltest TOEFL, kan het vergeten. In Nederland hoor je het discours van Maly en
Blommaert niet, in Frankrijk is het Frans de taal van de République, in Spanje
leert elke vreemdeling meteen Spaans.
... De waarheid luidt dat het valse discours van Maly en
Blommaert invloedrijke allochtonen ertoe zal aanzetten de kennis van het
Nederlands te contesteren en zo de derde en binnenkort de vierde generatie
verder het getto zal induwen ... De waarheid luidt dat een bepaald soort
Vlamingen de allochtonen in deze zelfcastratie steunt, hun slachtofferrol
voedt, hun achterstand vergoelijkt (nu met een academisch sausje) en ze
paternalistisch behandelt als een bende achterlijke tsjoek-tsjoeks. Daarom noem
ik het een wansmakelijk verhaal. No pasaran.
|