Belangrijkste
onderwijsexperts, de leraars, buiten spel bij onderwijshervormingen. Ook EPO-sociologen Nicaise, Van Houtte
minachten
(ervaringskennis) van leerkrachten
1.Negatie
van (ervarings)kennis van praktijkmensen
In het Rapport Dijsselbloem over de vervreemding van het
onderwijsbeleid in Nederland, lezen we: De beleidsmakers negeerden de kennis van de
belangrijkste onderwijsexperts, de leraars. De praktijkmensen werden niet geraadpleegd door de beleidsmakers
en hervormers. Ook in de context van de hervormingsplannen
voor ons secundair onderwijs - tijdens de vele hoorzittingen en bij het opstellen
van de hervormingsplannen - werden
de leraars, de praktijkmensen, niet
geraadpleegd. Tijdens de hoorzittingen
b.v. werden een 20-tal experts uitgenodigd, maar geen enkele leraar.
De bekende Nederlandse
socioloog Van Doorn hekelde enkele jaren geleden al de grote bemoeizucht van sociologen e.d. met
het onderwijsbeleid en het feit dat ze zoveel invloed uitoefenden op het beleid
: Intellectuelen hebben zich te veel
opgeworpen als ideologen, vertegenwoordigers van de wetgevende rede die de
ervaringswijsheid van de gemiddelde burger bij voorbaat afdoen als een
manifestatie van vooroordelen, onbegrip en onwetendheid. Democratie is de
politiek van het menselijk tekort en in die politiek dient common sense het
uitgangspunt te vormen. Maar de tendens is onmiskenbaar: de wetenschap nestelt
zich meer en meer in het hart van de politiek. Het punt is echter dat
voorspellen té moeilijk voor de (mens)wetenschap is. Precies daarom hebben we
de politiek, die de eigen broek moet ophouden. Het is dan ook niet de politiek
die steeds wetenschappelijker wordt, maar de wetenschap die zich steeds breder
maakt omdat de politiek het laat lopen. Sommige wetenschap, denk ik op kwaaiere
momenten, is politiek met voetnoten.
Ook Sommer zette
in de Volkskrant met een verwijzing naar Van Doorn vraagtekens bij deze gang
van zaken en bij de verwetenschappelijking
van het onderwijs(beleid). Sommer
stelde: Iedere beginnende methodoloog
weet dat naarmate wetenschappelijke uitspraken harder, worden, het belang ervan
met rasse schreden afneemt, (Vk, 7.4.09). Hij zette vraagtekens bij wat
hij de nieuwe hype noemde : de
verwetenschappelijking van het onderwijs. Politici moeten volgens hem dan
ook niet te rade gaan bij b.v. sociologen, want die kunnen niet vertellen wat
goed onderwijs is. Ze moeten, aldus ook
Sommer, in de eerste plaats naar leraars
en ouders luisteren.
2.EPO-sociologen
Nicaise, Van Houtte
minachten de (ervarings)kennis- en wijsheid van de leerkrachten
en pretenderen dé waarheid te bezitten
De sociologen Van Houtte en Nicaise schrijven in het Voorwoord
van hun EPO-boek Het Onderwijsdebat dat de vele kritiek op de hervormingsplannen - vooral vanwege de
leraars - irrationeel en onproductief
is. Tegelijk pretenderen zij de wetenschappelijke
evidentie pro hervorming te verkondigen en dat er bij de wetenschappers
eensgezindheid hieromtrent bestaat. Zij werken met argumenten en de
tegenstanders van de hervorming met slogans. We citeren even hun betoog in het Voorwoord.
Nicaise, Van Houtte, Spruyt & Kavadias stellen zich voor
als onderwijsdeskundigen en beweren: De
geplande hervorming van het secundair onderwijs doet stof opwaaien. Dat doet ze nu al een paar jaar.
Vooral bij het begin en het einde van het schooljaar worden opiniepaginas
volgeschreven en laaien de debatten bij momenten hoog op. Dat debat wordt niet altijd
netjes gevoerd. Onderwijs beroert. Daardoor haalt de emotie het al eens van de
rede, worden argumenten vervangen door slogans en worden de grootste
doembeelden van stal gehaald. Zon debat is zelden productief. Dit boek tracht
de rede een grotere plaats te geven in het debat. Het is geschreven door een
groep wetenschappers die de onderwijshervorming nauw volgen, die in het
verleden onderzoek verrichtten naar themas die nauw aansluiten bij die
hervorming, of de hervorming zelfs bepleit hebben. De afgelopen jaren is er
inderdaad veel onderzoeksmateriaal verzameld over het Vlaams (secundair) onderwijs.
Dat studiemateriaal kan beter gebruikt worden dan tot nog toe het geval was.
Het huidige onderwijsdebat mist immers diepgang en gaat vaak voorbij aan de
wetenschappelijke evidentie die voorhanden is.
|