Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    03-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs: hervormbng s.o.: enquête Knack (21 aug.) & reacties

    Leraars wijzen eens te meer hervorming s.o.af (Knack-enquête 21 augustus)                                  Hervormers beschuldigen leraars van zelfgenoegzaamheid, onwetendheid...

     1 Leraars wijzen hervorming massaal af

    Uit deel 1 van de Knack-enquête dat op 21 augustus verscheen bleek dat de 1004 bevraagde leraren de geplande hervorming van het s.o. massaal afwezen en dat slechts 1% helemaal akkoord ging. We lazen in Knack: “De weerstand tegen de hervorming van het secundair onderwijs is écht overweldigend. 80,7% van de leerkrachten geeft aan de hervorming niet te steunen. Ook bij de ouders is een stevige meerderheid (65%) tegen. Slechts 1 % van de leraren gaat helemaal akkoord en 18% eerder akkoord. In het algemeen secundair onderwijs ligt de tegenstand zelfs op meer dan 85%. Volgens 59,5% heeft het secundair onderwijs überhaupt geen nood aan een grondige inhoudelijke hervorming. Eén ding is duidelijk: de mensen op het terrein verwerpen de hervorming massaal. ... Meer dan 80% van de leraars vindt ook dat de hervormers voorbij gaan aan de echte problemen van het onderwijs en noemt de hervorming een slechte zaak. (De Grote Hervorming die niemand wil” “Knack, 21 augustus). 57% van de leerkrachten is er ook van overtuigd dat de hervorming in de praktijk al bij al weinig zal veranderen, minder ingrijpend zal zijn dan officieel wordt voorgesteld.

    Minister Smet, Georges Monard, de onderwijskoepels, de kranten, de hervormingslobby … proberen al jaren de burgers wijs te maken dat er een breed draagvlak voor de hervorming bestaat. Met Onderwijskrant tonen wij al jaren aan dat dit geenszins het geval is. Net zoals de leraren wezen we er ook telkens op dat de hervormers voorbij gaan aan de echte problemen als de niveaudaling, nivellering e.d. De enquête van IVOX (Knack) verraste ons niet. Ze bevestigt wat we allang weten uit vroegere peilingen & polls en de duizenden reacties van leraren en directies in de kranten(websites) en elders. Heel zelden tref je leerkrachten of directeurs aan die het opnamen voor de hervorming. Het is wel merkwaardig dat in het VLOR-advies over de hervorming de grote weerstand van de praktijkmensen niet vertolkt werd.

    Als gevolg van de tegenvallende lerarenpeilingen stelden minister Smet en zijn hervormingsleger hun strategie bij. De boodschappers, de leraars, hebben ongelijk, ze baseerden zich enkel op oneliners, ze zijn behoudsgezind, enzovoort. De hervormers gingen in de aanval en probeerden op een slinkse wijze de geloofwaardigheid van de praktijkmensen te ontkrachten door ze als onwetend, conservatief en zelfgenoegzaam voor te stellen. In deze bijdrage bekijken we de Knack-enquête en vooral ook de reacties op de afwijzing van de hervormingsplannen door de hervormers en door de hervormingsgezinde pers.

     2 Knack-enquête bevestigt vorige peilingen

    De internetpetitie van Onderwijskrant (mei 2012) werd door 13.000 personen onderschreven – vooral leraars en docenten/professoren. Zonder boycot van de petitie zouden er nog veel meer ondertekenaars geweest zijn. Uit de VUB-lerarenpeiling (mei 2013) onder leiding van prof. Wim van den Broeck bleek “dat slechts 0,7% helemaal voor is en 5,9% eerder voor”. We citeren nog een aantal conclusies: “Een grote meerderheid denkt dat de leerlingen geen baat zullen hebben bij de hervormingen (62,1% en 24,1% onbeslist) en vindt de hervorming niet haalbaar (69,8% en 21,7% onbeslist). Bijna twee derden meent dat het niveau van sterkere leerlingen erop achteruit zal gaan en een even grote groep gelooft niet dat het niveau van zwakkere leerlingen erop vooruit zal gaan. Opvallend is ook dat naarmate de leerkrachten meer onderwijservaring hebben, de afwijzende houding sterker is en dat is ook het geval indien leerkrachten aangeven zich geïnformeerd te hebben over de hervorming. Ruim drie kwart van de leerkrachten (76,7%) gelooft niet dat de bekende waterval in het secundair onderwijs kan worden opgelost door de onderwijsvormen af te schaffen, zoals voorzien in de hervormingsplannen. De meeste leerkrachten verwachten ook niet dat de kans op zittenblijven kleiner zal worden met de hervorming, noch dat er meer leerlingen met een diploma zullen afstuderen. Van het uitstel van studiekeuze verwacht de meerderheid niet dat dit zal zorgen voor een meer bewuste keuze.”

    De bevraging bij 1750 ingenieurs door de ingenieursvereniging IE-net (augustus 2012) wees uit dat 76 % van de ingenieurs uit de bedrijfswereld de huidige structuur wilden behouden. De basisconclusie luidde: “De huidige vorm van aso, tso en bso slaagt erin dat zoveel jongeren overeenkomstig hun talenten op de juiste plaats terecht komen op 18 jaar.” De visie van de bedrijfsingenieurs stond haaks op het standpunt van hun VOKA-koepel. Minister Smet, Georges Monard, Dirk Van Damme (OESO), Mieke Van Hecke (Guimardstraat), Guy Tegenbos (De Standaard) … wekken dus ten onrechte de indruk dat men vanuit het bedrijfsleven aandringt op drastische structuurhervormingen. In vrij recente standpunten durft ook de VOKA-koepel niet meer expliciet stellen dat de onderwijsvormen opgedoekt moeten worden.

    De COC-lerarenvakbond bevestigde de grote weerstand bij de leraars: “De Knack-enquête bevestigde wat wij al in een open brief van 2 juni schreven. Er is geen draagvlak voor de hervorming van het secundair onderwijs bij de leraren en blijkbaar ook niet bij de ouders. Naast andere zaken werd ons toen lichtzinnigheid verweten. Zelf zegt minister Smet dat hij veel tijd geïnvesteerd heeft in het overleg met koepels en vakbonden. En dat er blijkbaar nadien iets scheelde aan de informatiedoorstroming naar de leraarskamer. Dat is echt een lichzinnige bewering, want hoe kan er nu informatiedoorstroming zijn als er ( bij gebrek aan overleg) geen informatiedoorstroming was.” De ACOD-vakbond die een gemeenschappelijke middenschool tot 16 jaar propageerde, reageerde niet op de Knack-enquête die heel duidelijk maakte dat deze vakbond vervreemd is van de achterban.

     3 Leraars: hervormers negeren echte problemen

     In de Knack-enquête werd de leraars ook gevraagd naar wat voor hen de échte problemen van het Vlaamse onderwijs zijn. We lezen: “Meer dan 80% van de leraars vindt ook dat de hervormers voorbij gaan aan de echte problemen van het onderwijs”. 85,9% van de leraars zijn er wel nog terecht van overtuigd dat het niveau bij ons hoger ligt dan in de buurlanden, maar 53% is sterk van overtuigd dat de kwaliteit van het onderwijs de voorbije tien jaar gedaald is. De leerkrachten hekelden de groeiende administratieve mallemolen en maken zich vooral zorgen over de hervormingszucht van de overheid (76%). Niettegenstaande minister Smet en de hervormers geregeld stelden dat er in het secundair onderwijs de voorbije decennia weinig hervormd werd, zijn de leerkrachten het hier niet mee eens. Ze hekelen de hervormingsdrift. En terecht.

    We lezen verder in het Knack-verslag over de enquête een passage die voor wat controverse zorgde. Knack schreef: “Aan de fenomenen die de concrete aanleiding vormden voor de onderwijshervorming, zoals het watervalsysteem hechten de leerkrachten amper belang.” Dit werd door de hervormers geïnterpreteerd alsof de leraars blind zijn voor dit volgens hen grote knelpunt. De vraagstelling in de enquête was vooreerst hier vrij onduidelijk: “Hoe evalueert u ‘de voorbije tien jaar’ het watervalsysteem?” 29,5 % beoordeelt dit als zeer negatief. Dit duidt volgens Knack op onverschilligheid voor dit groot probleem. In feite is het zo dat de leerkrachten en directies afstand doen van de negatieve en affectief geladen term waterval. De meesten beschouwen de overstapjes (b.v. na 1 of 2 jaar aso, naar tso) eerder als overstapjes die gunstig zijn voor de leerlingen in kwestie en niet als nadelig. Via die overstapjes komen de leerlingen tijdig in een passende onderwijsrichting terecht. Knack volgt hier de interpretatie van het zgn. watervalsysteem door de hervormers en vindt dat de leerkrachten zich hier ten onrechte niet om bekommeren.

    Ook het verwijt dat het Vlaamse onderwijs te veel focust op de sterkere leerlingen (denk aan slogan:‘Ons onderwijs is enkel sterk voor de sterkere leerlingen’) wijzen de leerkrachten van de hand. Tegelijk spreekt 75% van de leerkrachten tegen dat er in het huidige systeem te weinig inspanningen geleverd worden voor de zwakkere leerlingen. De leraars maken zich wel zorgen over het toenemende aantal leerlingen met specifieke zorgnoden (kinderen die bijvoorbeeld dyslexie of ADHD hebben, en dus extra begeleiding nodig hebben), toename van anderstalige leerlingen.

     We wijzen er nog op dat wij en vele anderen ook altijd gesteld hebben dat inzake optimale ontwikkelingskansen e.d. een investering in het basisonderwijs veruit het meeste rendement oplevert. Dit bleek overigens ook uit onderzoek van Heckman en Becker. Ook Johan Van Overtveldt, hoofdredacteur van Trends, pleitte dan ook onlangs voor een prioritaire investering in het basisonderwijs (Hervorm het lager onderwijs!) Vóór haar recente bekering tot de hervorming van het s.o. was dit ook de opvatting van Mieke Van Hecke, chef katholiek onderwijs. Maar net zoals met de invoering van het VSO (Vernieuwd secundair onderwijs) destijds, verwacht men nu ten onrechte veel heil van een investering in het s.o.

      4 Reactie persmensen: leraars willen niet vernieuwen

      De Knack-hoofdredacteur Michel Vandersmissen was blijkbaar niet zo gelukkig met de (tegenvallende) uitslag van de eigen Knack-enquête. Vermoedelijk had hij verwacht dat de leraars en ouders de hervorming zouden steunen. In zijn commentaar beschuldigde hij zomaar de leraars van behoudsgezindheid. Vandersmissen schreef: “Veel mensen verkiezen de zekerheid van het status-quo boven de onzekerheid van de verandering. .. Dat is ook zo in het onderwijs. Maar veranderingen en evolutie zijn nuttig en nodig. Ook het onderwijs moet zich aanpassen. ... 80 procent van de leraars vindt dat er geen nood is aan een grote hervorming. Over de kwaliteit van het onderwijs maken zij zich zelfs nauwelijks zorgen en het zo verguisde watervalsysteem lijkt geen echte bekommernis te zijn. Dirk Van Damme (OESO) zei onlangs nog dat hij ontgoocheld is over sommige leerkrachten. ‘Ze sluiten zich op in hun eigen klas en negeren verandering rondom hen.‘ In Knack van deze week gaat Van Damme nog een stap verder en zegt hij dat ‘inzake professionaliteit het onderwijs trager is geëvolueerd dan andere beroepsgroepen’. Vlaamse leraars hebben een vrij grote vrijheid binnen de muren van hun school en klas. Zij zijn het nauwelijks gewoon tegengesproken te worden. Dat verklaart wellicht waarom ze niet happig zijn op door de politiek opgelegde veranderingen. Misschien moeten ze op schoolreis naar Finland of Canada, waar het systeem van teamteaching school maakt.“ Ook het feit dat de Knack-enquête vergezeld ging met negatief commentaar van Georges Monard en Dirk Van Damme toont aan dat Knack - net als de meester kranten en media – toch het liefst de machtshebbers naar de mond praat.

     Guy Tegenbos sprak zich in tal van commentaarstukken in De Standaard minachtend uit over de conservatieve leerkrachten die behoudsgezind zijn. Op 28 september klonk het: “Angst van de verandering doet ons onderwijs terrein verliezen. Misschien moeten we een heel groot reisbudget vrijmaken om leraars ...in staat te stellen in de buur- en andere landen te gaan vaststellen dat je ook kwaliteit kan bereiken en misschien zelfs meer als je dingen anders gaat doen dan ze gisteren deden.”

     Leraar Johan De Donder reageerde op 20 september in DS op een uitval Van Tegenbos van 19 september (“Hoezo, leraren scholen zich niet bij?). We citeren een paar passages. De Donder schreef: “In het redactioneel commentaar van Tegenbos lezen we o.a.: ‘Onze leerkrachten zijn goed en gedreven, maar niet genoeg gevormd en ondersteund om voortdurend beter te doen. Het is niet abnormaal dat leraars anders denken als hen nooit geleerd is betere resultaten te bereiken.’ (NvdR: hier suggereert Tegenbos dat de Vl. leerlingen geen al te beste resultaten bereiken.) “Dus opnieuw een frontale aanval tegen de leraren en die getuigt van veel onwetendheid over wat er op het veld gebeurt. Waar haalt de auteur het om zo’n onzinnige stellingen te poneren? …Maar ik begrijp het. Dat zo’n tachtig procent van de leraren tegenstander is van structuurhervormingen waarvan ze overtuigd zijn dat ze het onderwijs niet verbeteren, kunnen sommigen in de pers en in de politiek moeilijk aanvaarden. Minister Van Onderwijs Pascal Smet gelooft zijn leraren zelfs niet. Nochtans weten die leraren, de best geplaatste ervaringsdeskundigen, dat iets wat goed is, niet moet veranderd worden. Iets wat niet goed is, dáár moet worden aan gesleuteld. “

     In Klasse van september en oktober werd met geen woord gerept over de Knack-enquête. In het septembernummer werd tegelijk Finland als een onderwijsparadijs voorgesteld en Vlaanderen als een achterlijk land waar de leraars nog punten geven, zinloos huiswerk e.d. In een interview dat op 8 september op de website van ‘De Wereld Morgen’ verscheen, manifesteert de (nieuwe) hoofdredacteur van Klasse zich als trouwe soldaat van Smets hervormingsleger. Politicoloog Pieter Lesaffer lamenteert er over de zelfgenoegzame leerkrachten die de hervormingen durven afwijzen.

     Peter Mijlemans beschuldigde in zijn redactioneel commentaar in Het Nieuwsblad van 21 augustus eveneens de (kritische) leraars: “Het probleem is dat de leraren het waarom van de onderwijshervorming niet inzien. Hoewel er geen specialist noch beleidsmaker te vinden is die niet beklemtoont dat die urgenst is om internationaal aan de top te blijven. ... De Masterplaningrepen kwamen er om de kwaliteit van het onderwijs weer op te krikken. Volgens allerhande nationale studies zakt die al jaren gestaag. Vooral omdat er te weinig aandacht is voor de mindere leerlingen. De echte besognes van de leerkrachten, zo leert de enquête van Knack, zijn van heel praktische, dagelijkse aard. ...Misschien moet daar eerst iets worden aangedaan vooraleer een mens aan de grote theorieën toe is.” Mijlemans beweert hier dat de leraars zich niet eens bewust zijn van de niveaudaling. Niets is minder waar. Het zijn de praktijkmensen en de critici van de hervorming die hier al lange tijd op wijzen. In de leraarsenquête van Het Nieuwsblad van augustus 2011 wezen 76 % van de leraars op de niveaudaling en nivellering.

      5 Reacties Onderwijskoepels: minimalisering van verzet

      Raymonda Verdyck (Gemeenschapsonderwijs): “Ik stel heel wat koudwatervrees vast bij de leerkrachten in het secundair onderwijs. Het is natuurlijk zo dat er een Masterplan is goedgekeurd. De misschien wat abstracte uitgangspunten van de hervorming moeten nu nog concreet vertaald worden. Op dat moment wordt zo’n hervorming voor de leerkrachten ook tastbaarder dan nu het geval is en zal er veel vrees ook verdwijnen.” Commentaar: uit de VUB-studie bleek precies dat de meest geïnformeerde leerkrachten het meest afstand nemen van de hervorming.

      Chris Smits (Secretaris-generaal VVKSO) in Het Nieuwsblad van 21 augustus. “De kritiek verstomt wanneer we grondig uitleggen waarom dit nodig is. De onderwijshervorming die voorligt is wel degelijk nuttig. Maar ik geef toe dat de hervorming nog onvoldoende is uitgelegd aan de leerkrachten op het terrein. We zijn daar op dit moment nog volop mee bezig. En we merken dat, wanneer we grondig hebben uitgelegd waarom dit nodig is, de kritiek bij leerkrachten toch wat verstomt. De resultaten van deze enquête zijn natuurlijk wat ze zijn, maar ik acht de situatie niet hopeloos. Tenminste, als we goed blijven uitleggen waarom deze hervorming nu zo nodig is.“ We hebben zelf zo’n uitlegsessie voor directies en schoolbesturen meegemaakt, van verstomming van de vele kritiek was geenszins sprake.

      Reactie van Mieke Van Hecke (Knack, 28 augustus): “Het verbaast me niet dat de meerderheid van de leraars nee zegt tegen de geplande onderwijshervorming. Maar daarom hoeft ze niet in de vergeetput te geraken.” Sinds 2012 heeft Van Hecke steeds verkondigd dat er een breed draagvlak bestond in het katholiek onderwijs. Nu krabbelt ze blijkbaar wat terug. Ze zwijgt ook in alle talen over de weerstand bij veel directies en schoolbesturen. Leraar Dirk Bosmans repliceerde: “Ik hoor het Mieke Van Hecke al zeggen: "Dit betekent dat 20% van de leerkrachten voor de hervorming zijn, en de anderen hebben het niet goed begrepen. Wij gaan door." Van Hecke geeft nu de kritische prakijkmensen ongelijk, maar in de pderiode 2004-2011 was zij zelf nog tegenstander van de structuurhervormingen (zie afzonderlijke bijdrage over de wonderbare/strategische draai van 180 graden van Mieke Ven Hecke).

      Van Hecke gaat in Knack vervolgens in de aanval tegen de (kritische) leraars: “Het verontrust me dat leraars en ouders het watervalsysteem niet als een probleem ervaren. In de geesten bestaat er wel een hiërarchie tussen de onderwijsvormen en die bemoeilijkt de studiekeuze.” Van Hecke heeft in het verleden nog zelf beweert dat overstappen naar een andere richting veelal een ‘meeval’ betekende en geen ‘waterval’. In ‘Dag Allemaal’ van 17 september 2011 werd ze nog geprezen voor haar stelling dat “jongeren die van de ene richting naar de andere overstappen niet ‘zakken’, maar maken de overstap maken naar een richting die beter past bij hun talenten.” Dit is ook de mening van de praktijkmensen en ouders. Van Hecke weet dat ook wel, maar maakt hier moedwillig gebruik van een onduidelijk geformuleerde enquête-vraag om te beweren dat de leraars de grote knelpunten niet willen zien.

     Van Hecke stelt verder: “Er kan evenmin ontkend worden dat een op de drie leerlingen het secundair onderwijs verlaat met minstens één jaar schoolse achterstand. Een structuurwijziging is nodig.” Die 33% leerlingen hebben vooreerst geen jaar schoolse achterstand, maar zijn gewoon ouder dan 18 jaar. Het betekent ook niet dat die 33% een jaar hebben overgezeten in het s.o. In het eerste jaar s.o. is dit amper 2,8% dankzij de gedifferentieerde structuur – en buiten de grootsteden nog een flink stuk minder. Een groot aantal zittenblijvers is ook geen probleem van dé structuur van hét secundair onderwijs, maar komt enkel voor in de grootsteden en regio’s met veel allochtone leerlingen en armoede – net zoals het probleem van de zgn. ongekwalificeerde uitstroom.

     Van Hecke besluit: “In onze samenleving overheerst een intellectualistisch denken dat abstracte kennis hoger inschat dan praktische vaardigheden.” Precies het Masterplan en het VVKSO-voorstel met hun aso-isering van de eerste graad waarbij de technische opties grotendeels worden geschrapt, getuigt van een groot misprijzen van technische kennis/vaardigheden. Een VVKSO-kopstuk vond het zelfs geen probleem als leerlingen pas na het 4de jaar aso naar het tso overstappen. De invoering van het VSO destijds betekende eveneens een sterke aderlating voor de tso-scholen en de VTI’s in het bijzonder. Daarom precies werd de aso-isering van de eerste graad door minister Herman De Croo in 1975 al teruggeschroeft. In het tweede jaar werden weer intensieve technische opties ingevoerd – tot zelfs 10 lesuren per week.

      Van Hecke stelde in De Morgen van 31 augustus: “Er mag nog geen decreet komen op dit moment. We moeten bijvoorbeeld nog de hele maatschappelijke discussie voeren over wat er in algemene vorming zit. Het dossier is gelopen zoals wij het gedroomd hadden. Er is de tijd genomen om een analyse te maken, we (?) hebben een visie bepaald en we gaan die nu aftoetsen. We gaan stapje bij stapje en bij elke stap kijken we of het nog goed loopt en sturen we desnoods bij. Zo voer je toch beleid? ... We zullen de komende maanden verantwoorden waarom we ja hebben gezegd. Als je als school niets wil doen, dan kan dat best.” Vervolgens wekt ze de (sussende) indruk dat het b.v. volstaat dat een aso-school er nog één technische richting aan toevoegt: “Voeg daar nog (bij een aso-school) secretariaat-moderne talen aan toe en je hebt alle abstractieniveaus. Dat is precies wat we nu vragen.” Als het volstaat dat aso-scholen een technische richting als secretariaat-moderne talen of sociaal-technische aan hun aso-pakket toevoegen, dan is dat inderdaad voor aso-scholen niet moeilijk. Zo was er een aso-directeur die er op TV prat op ging dat zijn eerste graad ook de optie handel aanbiedt en vond dat zijn school dus al werkte volgens het Masterplan. Maar dan zal je de tso/bso-scholen enorm veel concurrentie aandoen en minder leefbaar maken. Dan is het spreekwoordelijk hek van de dam en krijgen we een ware schooloorlog. Dat is wellicht niet de bedoeling, maar zou wel het gevolg zijn.

      Opvallend is ook dat Van Hecke soms de indruk wekt dat de Guimardstraat en de hervormers allang over een concreet hervormingsplan beschikken en dat al tal van scholen gestart zijn met de hervorming of al morgen kunnen starten. Ook de ministers Smet en Peeters wekten die indruk. Nu geeft Van Hecke toe dat er momenteel enkel een algemene visie bestaat en dat die nog moet afgetoetst worden aan de praktijk. Er is nog veel tijd nodig om uit te maken wat algemene vorming precies inhoudt, om de vele studierichtingen te screenen, om de magische matrix concreet in te vullen en uit te testen ... Sinds de visietekst van mei 2012 publiceerde de Guimardstraat nog geen concretere analyses en plannen. Veel geblaat ook over de zegeningen van matrixen en domeinscholen, maar geen concrete uitwerking. Het lijkt wel op een impasse. Pas bij de concrete invulling van de vakken voor de eerste graad e.d. zal ook blijken dat de inhoudelijke voorstellen en nieuwe vakken niet haalbaar zijn.

     6 Reactie Van Damme en Monard: conservatieve & elitaire leraars

      6.1 Van Damme: leraars zijn elitair en selectief ingesteld

     Knack liet in hetzelfde nummer (21 augustus) twee voortrekkers van de hervorming de afwijzing door de leraars en ouders becommentariëren. Knack vond het blijkbaar niet nodig om ook een vertegenwoordiger van de 80% leraars die de hervorming afwijzen commentaar te laten geven.

     Net zoals de andere hervormers repliceert Van Damme op de afwijzing van de hervorming met de stelling dat leerkrachten behoudsgezind zijn en nog even elitair en selectief ingesteld als in de jaren zestig: “De professionaliteit in het onderwijs is trager geëvolueerd dan bijvoorbeeld bij artsen. Veel leerkrachten hebben nog een mentaal beeld over onderwijs en samenleving uit de jaren vijftig en zestig. Toen volstond het om de 10 à 20 procent beste leerlingen te selecteren voor leidinggevende functies in de samenleving. De rest werd opgeleid om arbeider of bediende te worden. Maar intussen is de samenleving drastisch veranderd. Er is een mondiale concurrentie om talenten en innovatie. Door nog altijd op de oude manier te selecteren, laten wij veel talent verloren gaan.”

     “Pedagogisch is het een groot probleem dat (volgens de enquête) het watervalsysteem voor de leerkrachten geen grote zorg is.” Commentaar: de leraars verwerpen enkel het gebruik van de foute en affectief geladen term ‘waterval’ omdat ze de overstapjes van een leerling naar een andere studierichting eerder als een ‘meeval’ beschouwen dan als een ‘waterval’. Van Damme beschuldigt verder: “Leerkrachten willen sterke en minder sterke leerlingen blijven selecteren. Kijk naar de rel van vorig jaar, toen minister Smet suggereerde om B-attesten af te schaffen. Dat raakte aan de kern van wat leraars denken dat ze in klas moeten doen. Ze zitten vast in een achterhaald selectieparadigma. ... Als je de leraars vraagt wat de functie van toetsen en proeven is, krijg je steevast als antwoord: de goede en de slechte leerlingen scheiden. Een evaluatie als pedagogisch instrument om leerlingen in de best mogelijke richting te begeleiden, is volledig afwezig. ... Een negatief resultaat in het onderwijs wordt te gemakkelijk aan de begaafdheid van de leerling toegeschreven en niet aan de kwaliteit van het onderwijsproces en de deskundigheid van de leraar. Met iets meer efficiëntie en professionaliteit kunnen veel meer leerlingen tot een hoger niveau van kennis en vaardigheden worden gebracht.”

     Van Damme neemt hiervoor eerst een loopje met de geschiedenis, de democratisering van de jaren vijftig-zestig. Hij wekt de indruk dat het uitselecteren van een beperkte elite in die tijd centraal stond. Hij verzwijgt dat er in die tijd al sprake was van een sterke democratisering en sociale doorstroming van de arbeiderskinderen. Veel leerlingen participeerden toen al aan het aso - en iets later aan het hoger onderwijs. Als medewerker van het Leuvens CSPO-doorstromingsonderzoek merkten we in 1969 dat ook de meeste arbeiderskinderen met een behoorlijke uitslag lager onderwijs naar het aso doorstroomden. In de jaren zestig telden we zelfs veel meer studenten in sterke universitaire richtingen dan op vandaag. Veel tso-leerlingen werden later industrieel ingenieur en een aantal zelfs burgerlijk ingenieur – zoals ere-rector André Oosterlinck, geboren in 1946. Die professionele ingesteldheid van de leraars in de jaren zestig was blijkbaar vrij effectief. Ook het niveau van de modale leerling eind lager onderwijs was in die tijd hoger dan op vandaag. (Ook Monard wekte in het Knack-gesprek ten onrechte de indruk dat in 1961 het s.o. nog voorbehouden was voor een kleine elite.)

     Vandenbroucke, Monard, Smet ... stelden steeds dat het Vlaamse onderwijs te veel focuste op de sterkere leerlingen. De leerkrachten zeggen in de Knack-peiling dat het onderwijs sterk begaan is met de zwakkere en te weinig met de sterkere. In zijn repliek beschuldigt Van Damme de leerkrachten echter van het focussen op de sterkere leerlingen, van een selecterende ingesteldheid, van het misbruiken van B-attesten in functie van de selectie van de betere leerlingen. Verderop beschuldigt hij ze tegelijk van het tegenovergestelde: van het te weinig begaan zijn met de sterkere leerlingen (zie 6.2).

     6.2 Van Damme: leraars te weinig begaan met sterkere leerlinge

     Volgens de enquête vinden de leraars dat ons onderwijs nog degelijker is dan in de buurlanden, maar de meesten stellen tegelijk dat er sprake is van een niveaudaling en nivellering. Dit is allang het standpunt van de praktijkmensen. De beleidsmensen en hervormers ontkenden dit steeds. Volgens de enquête vinden de leerkrachten ook dat de leerwinst meer bewaakt en gemeten moet worden.

     Waar Van Damme eerst stelde dat de leerkrachten vooral de slechte en de goede leerlingen willen scheiden, stelt hij plots verderop in het gesprek dat de leerkrachten zich vooral richten op de middenmoot en hiermee nivelleren: “Jammer genoeg is het gelijkekansenonderwijs in een opdracht voor de leerkracht om zich vooral te richten op de middengroep. Nivellering wordt dan een risico. Ik verwijt dat aan de pedagogische begeleiders, inspecteurs en lerarenopleiders.” Commentaar: het was uitgerekend het duo Vandenbroucke-Van Damme dat destijds uitpakte met de slogan ‘Ons onderwijs is sterk voor de sterke leerlingen, maar zwak voor de zwakkere’. Het zijn de beleidsmakers die steeds ontkend hebben dat er sprake kon zijn van niveaudaling en die het Onderwijskrant kwalijk namen dat ons tijdschrift in 2007 een O-ZON-campagne voerde tegen de nivellering en niveaudaling.

      In zijn repliek op de stelling dat het niveau en de leerwinst meer bewaakt moet worden, stelt Van Damme: “Het is moeilijk om de leerwinst vast te leggen. Daardoor is het een alibi-argument geworden: zolang we de leerwinst niet kunnen meten, kijken we ook niet naar andere objectieve kwaliteitsgegevens.” Van Damme suggereert hiermee opnieuw dat het de leraars zijn die niveauverlaging en nivellering ontkennen. Van Damme stelt ten slotte ook nog: ”De proeftuinscholen die door minister Vandenbroucke werden opgestart, hebben met succes de principes van de hervorming uitgetest. Helaas is er geen strategie geweest om die positieve experimenten te vertalen voor het hele secundair onderwijs.” Commentaar: de dure proeftuinprojecten van het duo Vandenbroucke-Van Damme hebben weinig of niets opgeleverd en daarom durfden de beleidsmakers ze ook niet eens evalueren.

     Besluit: omwille van hun afwijzing van het Masterplan waaraan Van Damme zijdelings meewerkte, probeert hij de leraars voortdurend in de verdomhoek te duwen. Hij vertelt niets positiefs over ons onderwijs en over de leerkrachten. Ons onderwijs is elitair en tegelijk nivellerend en de leerkrachten zijn zelfgenoegzaam en mentaal blijven steken in de jaren vijftig/zestig. Ook de lerarenopleiding deugt niet. Waar Van Damme destijds als kabinetschef mede verantwoordelijk was voor dwaze slogans als “goed voor de sterke leerlingen, zwak voor de zwakke ‘ en ‘de kloof dempen’ en voor de negatie van de nivellering, schuift hij nu de nivellering in de schoenen van de leraars.

      6.3 Monard: leraars denken microscopisch behoudsgezind, elitair ...

     Monard replikeerde op de tegenvallende Knack-enquête met “De leerkrachten stellen zich defensief op, terwijl de samenleving en de arbeidsmarkt razendsnel evolueren. Beleidsmensen redeneren op macroniveau, leraars op microniveau. Ze willen weten wat de hervorming concreet inhoudt voor hun school, leerlingen en werk. ...” Op de stelling ‘acht op de tien leraars en twee derden van de ouders geven aan dat ze de hervorming niet steunen, antwoordt filosoof Georges Monard sofistisch: “Het onderwijsveld is verdeeld. De enquête geeft aan dat zowat de helft van de leraars (?) en ouders openstaan voor een hervorming, maar ze zijn voorzichtig. Er is nog nooit een onderwijshervorming op papier gezet die van meet af aan door een grote meerderheid werd gesteund. Er is wel te weinig uitleg gegeven en er zijn te weinig debatten met het onderwijsveld geweest.” Monard zet de uitslag van de enquête naar zijn hand. Volgens de enquête was slechts 1% van de leraars integraal voorstander van de hervorming; Monard maakt er de helft van en zwijgt over de weerstand vanwege de ouders en directies. Monard stelde steeds dat er de voorbije 4 jaar heel veel debat was geweest en dat er een breed draagvlak bestond. Nu erkent hij wel dat er geen breed draagvlak bestaat.

     Monard beweert vervolgens dat de leraars zich ook elitair opstellen: “Evaluaties dienen momenteel hoofdzakelijk om de bokken van de schapen te scheiden, en om vervolgens de zwakkere leerlingen naar tso of bso te sturen en veel sterkere naar aso. Zo krijgen technische scholen een slechte reputatie. ... “In de praktijk richt ons onderwijs zich voornamelijk op de gemiddelde leerling. De verschillen tussen de leerlingen nemen toe, maar de vraag hoe leerkrachten daar in klas rekening mee moeten houden, is nauwelijks aan de orde. Ook niet in de lerarenopleiding.” Monard maakt een karikatuur van het onderwijs en pakt uit met differentiatie als tovermiddel.  

     7 Reactie en verwijten van minister Smet

     In de bijdrage ‘Koude douche voor onderwijskoepels die Masterplan steunen’ in Het Nieuwsblad (23 augustus) lezen we: “Het grote probleem, denkt Smet, is het gebrek aan info. We hebben het akkoord afgesloten in volle examenperiode, dat was niet het moment om de leraren daarmee lastig te vallen. Die les moeten we dus wél trekken: er moet meer info komen. Maar dat wisten we in juni ook al, lang voor deze enquête. We zullen iedereen bij de uitvoering betrekken. En dan- daar ben ik van overtuigd - zullen we we een draagvlak creëren. Smet denkt zelf dat een traditionele weerzin tegen verandering aan de basis ligt van de afkeuring door leraren en ouders. In de enquête leest Smet vooral de noodzaak om ermee verder te gaan.” En dan volgt de beschudiging van de leraars: “Veel ouders en leerkrachten zien het watervalsysteem niet eens als een probleem. In Vlaanderen wil men te snel etiketteren en in hokjes steken, terwijl wij gaan voor een bredere eerste graad. Dat toont aan dat ge moet durven in te grijpen.”

     In HLN van 24 augustus stelt Smet: “Is er weerstand tegen onze hervormingen. Dat zal wel. Onderwijs en hervormingen dat gaat niet samen. Maar het is van moeten. Anders zitten we binnen tien jaar met een overgroot probleem. (cf. reactie op de weerstand tegen invoering van de Moderne wiskunde van minister Vermeylen in 1970). Enfin, ik hecht aan de peiling weinig belang. (U trekt er geen lessen uit?) Toch wel dat we de ouders goed moeten inlichten en onze leerkrachten nauw betrekken bij de uitvoereing van de hervormingen. Want hun weerstand heeft te maken met onwetendheid. Wie het hervormingsplan grondig gelezen heeft, geeft applaus. Maar veel leerkrachten baseren zich bij hun oordeel op een paar oneliners die hen zijn komen aanwaaien. Waarom zou ik geloven dat de grote meerderheid tegen de hervorming is? .. Ik geloof nooit dat ik de leraarskamer tegen heb. ...

     

     Natuurlijk is het belangrijk om de leerkrachten, ouders en leerlingen mee te krijgen in zo’n ingrijpende hervorming. Maar dan nog moet een politicus doen wat hij moét doen. De goede raad van Luc Van den Bossche indachtig werk ik op lange termijn. Ik kies ervoor om een goede minister van Onderwijs te zijn. Of ik daarmee populair word: ik zie het wel. Een politicus moet de mensen niet naar de mond praten. Hij mag geen schaap zijn dat de kudde blindelings volgt, want dan gaan we met zijn allen de afgrond in.” ... Weet u wat mij opvalt in de peiling van Knack? De enigen aan wie mén niet gevraagd heeft wat ze ervan vinden, zijn diegenen om wie het gaat: de leerlingen zelf. Een kind spendeert in het onderwijs minstens 15 jaar van zijn leven in het systeem. Als er nadien amper iemand te vinden valt die les wil geven in het systeem waarin hij al die jaren school heeft gelopen, dan is er toch iets grondig mis met de aantrekkingskracht van ons onderwijs? Als het zo inspirerend is als sommigen denken, hoe komt het dan dat het zo moeilijk is om nieuwe leerkrachten te vinden? Deze hervorming is precies wat ik vier jaar geleden in gedachten had, maar daarom is het nog geen egotrip. Kris Peeters (CD&V) staat er helemaal achter. En in het partijblad van de N-VA noemen ze dit een zeer goede hervorming. ... “

     

    In De Standaard van 12 oktober haalde Smet nog eens uit naar de leraars. Prof. Wouter Duyck reageerde op Twitter: “Leraars die het niet eens zijn met Smet, zullen het geweten hebben: Laster! Dit is een leugen! U kletst uit uw nek! Grof.”

     8 Reacties van politieke partijen

     Sp.a: “Pascal heeft vier jaar lang met iedereen gepraat. En de onderwijskoepels waren toch akkoord met de hervorming? Zij spreken toch namens de scholen en de leerkrachten. Het mag duidelijk zijn dat Smet niet van plan is veel te veranderen aan zijn plannen. “ In HLN van 20 augustus lezen we: “De Vlaamse oppositiepartijen Groen, Open Vld en Vlaams Belang zijn niet verrast door de resultaten van de enquête. Ze omschrijven het akkoord van enkele maanden terug als een ‘flauw afkooksel’ of een ‘halfslachtig compromis’ en roepen de meerderheid op haar huiswerk over te doen. Volgens Groen-fractieleidster Elisabeth Meuleman bestaat er een rechtstreeks verband tussen het gebrek aan draagvlak bij ouders en leerkrachten enerzijds en het ‘slechte onderwijsbeleid’ van minister Pascal Smet anderzijds. ‘Het probleem met het draagvlak is al langer bekend. Het is de verantwoordelijkheid van onderwijsminister Pascal Smet, die enorm veel tijd verprutste’, sneert Meuleman. Ze verwijt de minister dat hij de problemen van de leerkrachten onvoldoende onderkend heeft. ‘Leerkrachten moeten mee betrokken worden in een hervorming van het onderwijs. Alle ministers die nu enkele maanden voor de verkiezingen de tour van de scholen doen om een slechte hervorming alsnog te gaan verkopen, hadden dat beter vier jaar geleden gedaan als start van het hervormingsproces. Luisteren naar onderwijsspecialisten is absoluut nodig, maar ook luisteren naar leerkrachten, leerlingen en ouders is noodzakelijk.”

     Marleen Vanderpoorten (Open Vld) herinnert aan de moeizame manier waarop het compromis binnen de meerderheid tot stand kwam en de soms tegengestelde verklaringen die de coalitiepartners daarover aflegden. "Wanneer we kijken naar het parcours dat de Vlaamse meerderheidspartijen hebben afgelegd om tot hun compromis te komen, kan het niet anders dan dat er geen draagvlak bestaat voor hun plannen", vindt de voormalige onderwijsminister. "Hoe kan men als beleidsmaker hopen op een breed maatschappelijk draagvlak indien de beleidsmakers zelf geen gemeenschappelijk vlak delen?" Vlaams Belang-fractieleider Joris Van Hauthem merkt op dat de voorstanders van de hervorming steeds schermden met het aanwezige draagvlak. Dat was er misschien bij de meerderheidspartijen en de koepels, maar in geen geval bij de leerkrachten zelf, aldus Van Hauthem. ‘Als een zo significante meerderheid van het lerarenkorps de onderwijshervorming van de Vlaamse regering naar de prullenmand verwijst, is het niet meer dan logisch dat de Vlaamse regering de gecontesteerde delen onverwijld afvoert.’

    Ward Schelfhout reageerde: “Ik stam nog uit een tijd van respect voor een leerkracht. Ik ga er dus van uit dat die mensen echt wel wisten waarover de hervorming inhoudelijk ging toen ze hun scepsis uitten. Met andere woorden, ivorentorenminister Smet en zijn adviseurs zwammen als ze wat over voorlichting en betrekken wauwelen om hun onwrikbare gelijk te bewijzen. Anderzijds kan de oppositie ook een veeg uit de pan gebruiken, Vanderpoorten zit eigenlijk op één lijn met Smet, alleen het feit dat zijzelf geen minister was en het politiek parcours van de voorstellen wijst ze af. Groen wil gewoon nog veel verder gaan in de richting die de onderwijskrachten afwijzen, dictatuur van de "experten" tegen de onderwijzers in, nochtans, voor een niet onaanzienlijk deel een stuk natuurlijke achterban van die partij.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs