Onderwijs. Grootschalige scholengroepen: veel meer nadelen dan voordelen (Raf Feys)
Grootschalige
scholengroepen: veel meer nadelen dan voordelen
Rector
Rik Torfs: schaalvergroting in het onderwijs leidt veelal tot vervreemding
1.Prof.
Peter Vlerick: hoorzitting loopbaanpact 17 jan 2013
Schaalvergroting heeft, theoretisch gezien wellicht een aantal positieve economische
effecten, bijvoorbeeld budgettair. Tegelijk kunnen er evenwel heel wat minder
positieve sociale effecten opduiken. Uit wetenschappelijk onderzoek en
ervaring in de ziekenhuissector waarin schaalvergroting welbekend is, weet de
spreker dat schaalvergroting in het onderwijslandschap, om redenen van bestuurlijke
efficiëntie, gepaard kan gaan met een verhoogde mate van formalisatie of bureaucratisering (bijvoorbeeld regels,
procedures enzovoort), een toename van de horizontale complexiteit
(bijvoorbeeld grotere teams of werkeenheden/meer studenten/meer personeel) en verticale
complexiteit (bijvoorbeeld meer hiërarchische niveaus). Dit alles neemt toe, terwijl tegelijk elke
school deels afstand moet doen van de
eigen autonomie en cultuur, met implicaties ook voor de arbeidscontext van
de leerkrachten (bijvoorbeeld jobeisen). Prof. Vlerick vreest dan ook op
termijn voor nog meer demotivering bij
de praktijkmensen. Hij ziet ook weinig gegadigden om in een dergelijk
multinational-concept als CEO op te treden.
2. Prof. Eric Verbiest: minder i.p.v. meer pedagogisch
leiderschap (dec. 2013)
Volgens minister Smet
en het VSKO zal de bestuurlijke schaalvergroting er vooral toe leiden dat de
directeurs zich meer kunnen inlaten met
hun pedagogische taak. In de praktijk merken we echter precies het omgekeerde.Prof. Eric Verbist getuigde op een
recente VVKBaO-studiedag dat de ervaringen in Nederland met schaalvergroting
veelal een omgekeerd effect sorteren (Forum, december 2013, p. 8). We
citeren even: In functie van het takenpakket van de directeur was er
inderdaad de verwachting dat de bestuurlijke schaalvergroting voor de directeur
een taakverlichting zou meebrengen. Zo zou de directeur zich vooral op het
kernproces van het onderwijs kunnen richten: het onderwijsleerproces. Maar
bijhet realiseren van de bestuurlijke
schaalvergroting liep het evenwel mis.
In de praktijk blijkt dat nogal wat grote schoolbesturen zelf voor planlast en
werkdruk bij de schooldirecteurs zorgen. Concreet dienen schooldirecteurs
toch nog eenzelfde takenpakket als voorheen in te vullen. Maar directies zelf
gaan ook niet steeds vrijuit. Directeurs
gingen zich soms meer op administratieve taakgebieden focussen. Proberen ze
zo de moeilijkere aspecten van het educatief leiderschap wat te ontvluchten?
Prof. Verbist concludeerde: Een structurele ingreep, zoals een
bestuurlijke schaalvergroting, is dus geen garantie om het onderwijskundig
leiderschap van de directeur meer gewicht te geven.We voegen
er aan toe: het tegendeel is waar. Zelfs de invoering van de
scholengemeenschappen had al een negatief effect. Directeurs geven momenteel
minder pedagogische leiding, er zijn veel minder klasbezoeken, minder
niveaucontrole via door de directeur zelf afgenomen testjes voor spelling, e.d.
3.Adviesbureau
Berenschot: minder i.p.v. meer bestuurlijke efficiëntie & geldverspilling
Twee onderzoekers van
het Nederlands adviesbureau Berenschot stelden
vorig jaar vast dat er bij onderzoek van grootschalige scholengroepen in Nederland
bleek dat er geen bestuurlijke schaalvoordelen optraden en dat de
(bestuurlijke) overhead-efficiency niet hoger, maar zelfs lager is
(Rapport: Wie heeft de overhead gezien?, zie Internet).
Schaalvergroting
zorgde dus niet voor meer bestuurlijke efficiëntie. In grote scholengroepen wordt altijd een bovenlaag (koepel, overhead)
gecreëerd waar veel geld naar toe gaat ten koste van het lesgebeuren,
aldus de onderzoekers. Erger nog dan de
grotere bestuurlijke omvang is de wijze waarop bestuurd wordt het afstandelijk bestuur, en dus ook minder
betrokkenheid bij de organisatie, al te vaak onbeschaamd graaien aan de top ...
Ook politici beseften dat de schaalvergroting te ver was doorgeschoten en veel
nadelige effecten en bestuurlijke problemen opleverde. Het begrip de
menselijke maat en small is beautiful deden hun herintrede in politieke
milieus. Er is ook een streven naar defusie
en er werd een fusietoets ingevoerd. Volgens het subsidiariteitsprincipe moeten
de verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau liggen.
Uit de invoering van grootschalige
hogescholen blijkt dat schaalvergroting er leidde tot afstandelijk bestuur en
tot omvangrijke hogeschoolkoepels, tot
complexiteit allerhande, tot vervreemding, tot demotivering van docenten, vaak ook
geldverspilling, schoolbesturen die weinig afweten van hoger onderwijs ...Volgens de concepttekst van het VSKO zal men
ook net als in het hoger onderwijs werken met enveloppefinanciering die
rechtstreeks toegekend wordt aan het bovenschools bestuur. De
vooropgesteldeenveloppefinanciering
leidde in het hoger onderwijs tot besparingen en tot allerlei perverse effecten
als b.v. minder bevoegde docenten.
De 7 lerarenopleidingen in Nederland die
autonoom bleven (met 600 à 900 studenten) presteren stukken beter dan deze die
toetraden tot multisectorale hogescholen: de beste accreditatie-beoordeling,
meer docenten en centen, meer democratisch en nabij bestuur, bestuursleden die
iets afweten van de lerarenopleiding (ook in Vlaamse hogescholen is dit laatste
veelal niet het geval). Geen enkele van de 7 lerarenopleidingen denkt eraan toe
te treden tot een hogeschool. Dit jaar slaagde een 8ste Nederlandse lerarenopleiding
erin omweer autonoom te worden.
5.
Bezorgde DIVO-directeurs (vrij s.o.) (DIVO-bulletin: juni 2013)
Wat zal de inbreng van directies in degeabsorbeerde
schoolbesturen nog kunnen en mogenzijn?Wat zal
de relatie van de pedagogisch gedreven en verantwoordelijke
directeur/directieteamzijn ten opzichte
van de zich vernieuwend professionaliserende raden van bestuur?Gaan de schoolbesturen niet alleen vanuit
patrimonium - waarvoor administratieve oplossingen bestaan - maar ook vanuit
opvoedingsprojecten en studieaanbod reageren?
6. F.
Brinckman: Lid directiecomité Jezuïetencollege Turnhout
Voor het hervormingsplan grote scholengroepen
is er bij de achterban geen draagvlak. De leerkrachten vrezen onduidelijkheid en chaos. Schoolbesturen van
heel wat vrije scholen zijn bezorgd dat hun pedagogisch project en dus ook de
vrije keuze van onderwijs verloren gaat. Bovendien is er geen wetenschappelijke
onderbouw voor grote bestuurlijke entiteiten. ... Onderzoeken naar de goede
schoolgrootte, zowel uit economisch-financieel als uit pedagogische oogpunt,
verwerpen unaniem supergrote schoolentiteiten van duizenden leerlingen. In te
grote scholen (groepen) neemt de sociale cohesie af. Wanneer dit cement
afbrokkelt, neemt ook het welbevinden en dus ook de leermotivatie af. Ook in
Nederland komt men terug van de té grote scholengroepen. Je hoort meer en meer
het woord 'defusie'. Ervaring en onderzoek wijzen uit dat megascholen er meer
nadelen opleveren dan voordelen, niet alleen economisch, maar ook pedagogisch.
... De commissie Dijsselbloem (2008) die enkele jaren geleden het tanende
Nederlandse onderwijs doorlichtte, was ook niet mals voor de managers aan de
top van de piramide. ... Naast een financieel-economische en een pedagogische
reden, is er nog een derde argument dat tegen té grote scholengroepen pleit.
Omdat alle scholen binnen die grote scholengroep zullen verplicht worden om één
financieel beleid te voeren, verliezen die scholen hun financiële autonomie -
de werkingsmiddelen worden immers in één pot gestoken. Hierin verschillen de
nieuw op te richten scholengroepen van de huidige scholengemeenschappen. De top van de piramide die over de
werkingsmiddelen beschikt, kan haar eigen directieven opleggen aan de lokale
directies, die slechts uitvoerders worden. Wie niet financieel autonoom is,
kan immers geen eigen pedagogisch beleid voeren, inspelend op de concrete
noden.
Noot: Massaal verzet
tegen schaalvergroting en enveloppefinanciering in 1995-1996
In de Beleidsprioriteiten
1995-1996 van het duo Van den Bossche-Monard (gesteund door A. Boone, secr.-gener. VVKSO) was de
centrale gedachte schaalvergroting s.o.
gekoppeld aan enveloppefinanciering naar het model van het hoger
onderwijs.
Er kwam in1995-96 massaal
protest vanwege schoolbesturen en scholen, de onderwijsvakbonden, de
ACW-vakbond, het ACOD ... Het was ook een belangrijk thema van een betoging en
staking in februari 1996. Het bestuur en de directies van het St. Jozefsinsituut van Torhoutschreven een
vlammende brief naar de leden van de Vlaamse Raad en de
onderwijsverantwoordelijken van de eigen onderwijskoepel (A. Boone e.a.).
De Torhoutse scholengroep schreef o.a.: De
geplande schaalhervorming is te weinig onderbouwd met degelijk studie- en
cijfermateriaal dat de effecten op macro-, meso- en micro-gebied kwalitatief en
kwantitatief beschrijft. ...Enveloppefinanciering kan ook enkel begrepen worden als een blinde
maatregel die de onmacht van de Vlaamse Gemeenschap tot uiting brengt om het
onderwijs volgens een rationeelnormenplan te beheren. ...
Onderwijs. Behandel ongelijke mensen niet gelijk Lezing over het belang van kennis in het onderwijs
Prof. Wouter Duyck waarschuwt er voor het cognitieve element
van het onderwijs kennis, begrijpen, informatieverwerking, enz. te
verwaarlozen.
- Karin Dedecker (Doorbraak, 26.02.2014)
De Werkvloer, het lerareninitiatief dat de stem van de
onderwijsverstrekkers wil laten horen, organiseert een reeks lezingen over
onderwijsthemas. In het Brugse Sint-Kruis gaf de Gentse psycholoog prof.
Wouter Duyck een bevlogen lezing over studiekeuze en over het belang van
cognitieve vaardigheden. Duyck heeft zich in het onderwijsdebat gestort nadat
hij tot zijn eigen verbazing had vastgesteld dat de inzichten uit de cognitieve
psychologie nauwelijks een rol bleken te spelen in de discussie.
Vele voorstanders van de onderwijshervorming benadrukken de
uiteenlopende sociaal-economische achtergronden van de leerlingen. Bestaande
sociale ongelijkheid zou via het onderwijs bestendigd worden. Wordt er in de
huidige onderwijsstructuur dan geen enkele maatregel genomen om deze parameter
te ondervangen? Duyck wijst op de GOK-maatregel: een regeling die bepaalt dat
scholen met een talrijke groep sociaal-economische kwetsbare leerlingen ook
beduidend meer leerkrachten krijgt. In vergelijking met de andere OESO-landen
doet Vlaanderen al veel aan remediëring.
Door de sterke focus op SES (Sociaal-Economische Status)
raakt het belang van de cognitieve vaardigheden ondergesneeuwd. Daar komt nog
eens bij dat vele voorstanders van de hervorming met klem beweren dat de factor
aanleg geen enkele rol mag spelen in het onderwijsdebat, omdat het om een
verouderde en achterhaalde theorie zou gaan. Duyck is op dit punt formeel: de
impact van aanleg wordt vandaag door niemand in de psychologische vakwereld
betwist. Hetzelfde werd in de eerste lezing van De Werkvloer ook al door prof.
Wim Van den Broeck benadrukt.
Methodologisch hamerde Duyck voornamelijk op de relevantie
van longitudinaal onderzoek (onderzoek dat loopt over meerdere decennia) en
vooral ook van meta-analyses. Als buitenstaander krijg je al gauw de indruk dat
voor elke studie die A beweert, er in een wip een andere studie kan worden
gevonden die B verdedigt. Meta-analyses zijn overkoepelende studies die het
reeds verrichte onderzoekswerk over een bepaald vraagstuk kritisch kunnen
evalueren. Volgens Duyck wordt de koers van het beleid soms gestuurd door wetenschappelijk
onderzoek dat volgens die meta-analyses weinig representatief blijkt te zijn.
Zo is de wetenschappelijke evidentie dat een vroege studiekeuze negatieve
sociaal-economische effecten zou impliceren, mager. Anderzijds concludeert
Duyck dat een vroegere studiekeuze wel degelijk een positief effect heeft op de
leerprestaties.
Kennis als brandstof
Maar waarom zijn die leerprestaties eigenlijk zo belangrijk?
Volgens Duyck blijkt uit meta-analyses dat betere cognitieve vaardigheden,
kennis dus, niet alleen leiden tot grotere voordelen op micro-niveau (zoals
meer voldoening over het werk of een hoger salaris), maar ook op macro-niveau.
Cognitieve vaardigheden kunnen worden beschouwd als noodzakelijke brandstof die
de welvaart en het welzijn van de hele maatschappij ten goede komt! Ten slotte,
en helemaal niet onbelangrijk: de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden
biedt de beste garantie op sociale mobiliteit voor leerlingen uit zogenaamde
lagere sociale klassen.
In plaats van alle heil te verwachten van grote
structuurhervormingen, raadt Duyck aan meer in te zetten op een fel verbeterde
studieoriëntering en op een minder vrijblijvend taalbeleid. Taal- en
schoolachterstand zijn onmiskenbaar met elkaar verbonden: een vervroeging van
de leerplicht zou dus beduidend meer vruchten afwerpen dan een remediëring van
de sociale effecten in het secundair onderwijs. Want dat zouden vijgen na Pasen
zijn.
Tijdens de lezing benadrukte de spreker geregeld dat hij
zijn commentaar gaf vanuit het perspectief van zijn eigen discipline. Naar
aanleiding van een vraag uit het publiek gaf hij bijvoorbeeld aan dat ook
doorgedreven onderwijs in de moedertaal van allochtone leerlingen tot een
lichte (zij het bijna verwaarloosbare) verbetering van de cognitieve
vaardigheden zou leiden. Maar daarmee sprak hij zich uitdrukkelijk niet uit
over de praktische haalbaarheid en de sociale implicaties van de invoering van
zon geïndividualiseerd taalonderwijs.
Een rode draad doorheen de hele lezing was het gevaar
gelijke kansen als synoniem te beschouwen voor egalitaire gelijkheid. De
spreker beëindigde zijn uiteenzetting dan ook met een veelzeggend citaat van
Thomas Jefferson: There is nothing more unequal than the equal treatment of
unequal people.
Vandaag, donderdag 27 februari, organiseert De Werkvloer om
20 uur in het Gentse Sint-Bavohumaniora, Reep 4, een derde lezing. Prof. Wim
Van den Broeck belooft vuurwerk over sociale ongelijkheid in het Vlaams
onderwijs: feiten en fictie. Doorbraak nam in december een interview af met
Wim Van den Broeck: 'Elke vorm van mislukken uit het kinderleven willen bannen,
is kortzichtig'.
Onderwijs. Actie Vakbondsfront tegen M(erde-)decreet
Actie van Vakbondsfront i.v.m. M-(inclusie)decreet en oproep Onderwijskrant voor hardere actie
Mail onze boodschap aan de Vlaamse parlementsleden: De [em]M[er] loopt over!
Beste Collega
Het M-decreet moet binnenkort goedgekeurd worden in het Vlaams Parlement. Het Gemeenschappelijk Vakbondsfront Onderwijs schreef een ultieme brief aan de leden van het Vlaams Parlement. De onrust is groot, de [em]M[er] loopt over! Als het Vlaams Pa...rlement instemt met dit decreet zoals het nu voorligt, legt zij verplichtingen op aan de scholen maar komt ze haar eigen verplichtingen niet na. Het is onze plicht om de leden van het Vlaams Parlement hierop te wijzen, want de goedkeuring van dit decreet zal veel wrevel veroorzaken in de scholen. Niet omdat scholen geen goed onderwijs willen bieden aan alle leerlingen - dat willen zij juist wel - maar omdat zij dat goed onderwijs niet meer zullen kunnen garanderen.
Ook hebben de scholen zelf nog heel wat vragen over de doelstellingen van dit decreet en de impact ervan op hun werking. Voor het onderwijspersoneel is de maat vol. De [em]M[er] zal overlopen als dit decreet zonder meer wordt goedgekeurd! Wij vragen om minstens de inwerkingtreding van dit decreet uit te stellen tot op het ogenblik waarop Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Wij vragen deze maatregelen: - Voorzie een stevig kader voor de nodige opleidingsprogrammas voor leraren. - Zet de nodige middelen in om de leerlingen in de klas individueel te kunnen ondersteunen. - Zorg voor de nodige financiële ruimte om schoolgebouwen en de omgeving onmiddellijk te kunnen aanpassen als dat nodig blijkt. - Trek voldoende leraren aan en voorzie in een ondersteunende omkadering zodat leraren zich met hun kerntaak kunnen bezighouden, namelijk onderwijs verstrekken. - Teken het competentieprofiel uit van de begeleiders van de leraren en leidt die begeleiders eerst op. - Werk een professionaliseringstraject en -structuur uit voor de leraren van het gewoon basis- en secundair onderwijs.
Stuur een mail naar de leden van het Vlaams Parlement Mail onze boodschap - De emmer loopt over! naar de leden van het Vlaams Parlement. Klik hier. Verspreid deze oproep bij je collegas, vrienden, kennissen en zet iedereen aan het mailen. Zo kunnen we onze boodschap kracht bijzetten!
Commentaar Onderwijskrant: het Vakbondsfront zou moeten overgaan tot hardere actie: betoging, staken ...tegen het M(erde)-decreet.Meer weergeven
Onderwijs. Lzing over sociale (on)gelijkheid in ons onderwijs. 27 februari Gent
Prof. Wim Van den Broeck (VUB) belooft vuurwerk op de derde
lezing van De Werkvloer. Na deze lezing zal over sociale ongelijkheid in het
Vlaams onderwijs anders gepraat moeten worden. Absoluut niet te missen.
Donderdag 27 februari 2014, 20u00. Sint-Bavohumaniora Reep 4 Gent
Al 15 jaar verspreiden onze beleidsmakers, Georges Monard,
onderwijssociologen (als Nicaise, Jacobs, Van Houtte ...), kopstukken van
bepaalde onderwijskoepels ... de kwakkel dat ons Vlaams onderwijs kampioen
sociale discriminatie is. Zij verzwegen ook steeds de onderzoeken waaruit het
omgekeerde bleek. Onderwijskrant heeft die aantijgingen steeds weerlegd. De
sociale discriminatie was volgens de hervormers van het s.o. te wijten aan de
differentiatie in onze eerste graad s.o. Ons s.o. moest structureel hervormd
worden. Naast een nog meer gemeenschappelijke en nivellerende eerste graad wil
men ook kunstmatige domeinscholen oprichten - ook al bestaan die nergens ter
wereld.
Prof. Wim Van den Broeck brengt morgenavond in Gent verslag
uit over zijn recente studie over deze thematiek. Onderwijskrant zal aanwezig
zijn.
Onderwijs. Kritisch commentaar bij PISA in focus: rapport over relatie met beroep ouders
Kritisch commentaar
bij PISA in Focus: over relatie tussen
beroep ouders en PISA-scores: Do
parents occupations have an impact on
student performance?
PISA 2012 asked participatingstudentsabouttheirparents occupations. Managers are considered
the most highly-skilled, followed byprofessionals; technicians and associate professionals; clerical support
workers;service and sales workers;
skilled agricultural, forestry and fishery workers; craftand related trades workers; plant and machine
operators and assemblers; andworkers in
elementary occupations. (Het rapport
bevat geen aparte scores voor Vlaanderen!)
De algemene en vanzelfsprekende conclusie luidt:
Studentswhoseparentsworkinprofessionaloccupationsgenerallyoutperform otherstudentsin mathematics,while studentswhoseparentsworkin
elementaryoccupations tend to
underachieve compared to their peers
KRITISCH COMMENTAAR BIJ ONGENUANCEERDE CONCUSIES.
(1)Thestrengthof therelationshipbetweenparentsoccupationsandstudentperformancevariesconsiderablyacrosscountries:for example,whenitcomesto mathematicsperformance,thechildrenofcleanersinShanghai-China outperform thechildrenofprofessionals inthe UnitedStates.COMMENTAAR: in landen waar de sociale
mobiliteit al een lange traditie kent, zal er uiteraard meer correlatie zijn
met het beroep van de ouders. In de jaren zestig kende de sociale mobiliteit in
Vlaanderen een minder lange traditie dan op vandaag en was de correlatie met
het beroep dan ook kleiner.
(2) Het PISA-rapport
concludeert al te vlug:Some school
systems (b.v. Finland) manage to high-quality education to all students,with student performance regardless of what their parents do for a
living.
*Finlands performance in mathematics is better than that of Germany.
However, in Germany, the children of professionals are among the worlds best
performers in mathematics, and outperform Finnish children of professional
parents by a wide margin. COMMENTAAR: Dit
komt uiteraard omdat Finland relatief weinig toppers kent. Volgens velen is dit
een gevolg van de nivellerende gemeenschappelijke cyclus lager s.o. Ook Vlaanderen
kent veel meer toppers dan Finland.
*At the same time,
in Finland, the children of parents who work in manual occupations and elementary occupations outperform German
students whose parents work in these occupations.
COMMENTAAR: Dit is o.i. vooral een gevolg van het feit dat
de groep (hand)arbeiders in Duitsland (en ook in Vlaanderen) veel meer
allochtone en anderstalige leerlingen telt dan in Finland .Dit is ook een gevolg van het feit dat de 12-15 jarigen in Finland bijna uitsluitend
algemeen vormende vakken als wiskunde krijgen.Een aanzienlijk deel van de
leerlingen in Duitsland, Vlaanderen krijgen tevens een behoorlijk aantal uren technische/beroepsgerichte
vakken. In de PISA-studie wordt jammer geen waarde gehecht aan de technische
kennis en vaardigheden van de 15-jarigen. De PISA-kopstukken opteren voor een
comprehensieve lagere cyclus met uitsluitend aso-vakkenen willendie keuze opdringen aan de
scholen.