In
de laatste maanden van het jaar betekent een heldere nacht vaak koud
weer en in het ergste geval vorst aan de grond.
De
kans op gladheid is inmiddels reëel.
In
het binnenland heeft het koude weer op enkele stalen en houten
bruggen al geleid tot de eerste lokale gladheid van het seizoen. Dat
is overigens vrij laat. Vorig jaar konden de eerste strooiwagens ruim
twee weken eerder de weg op.
De
eerste gladheid van het seizoen is vaak verraderlijk. Op de gewone
wegen is er niets aan de hand en de argeloze weggebruiker verliest op
bijvoorbeeld een brug opeens de grip op de weg. De gladheid op
de brug is nauwelijks te zien, omdat er een dun ijslaagje op het
asfalt ligt. Het verschil tussen een nat wegdek en een ijslaagje is
moeilijk te zien, zeker bij een laagstaande zon.
Bruggen
en viaducten
Gladheid
treedt in het najaar vrijwel altijd het eerst op bij bruggen. Dit
heeft alles te maken met de dikte van het asfaltlaagje op een stalen
of houten brug. Op een brug is de laag slechts enkele centimeters dik
en kan het asfalt snel afkoelen. Op gewone snelwegen is de laag vele
malen dikker en dat reageert trager bij het afkoelen in het najaar.
Ook speelt de nog warme ondergrond een grote rol. In het voorjaar zal
deze dikke laag ook trager opwarmen en is de ondergrond nog koud; dan
zijn de gewone wegen langer koud dan de bruggen.
Fietspaden
Niet
alleen bruggen hebben dun asfalt, ook fietspaden hebben een dun
laagje. Fietspaden kunnen daarom gemakkelijk 1 à 2 graden kouder
worden dan de weg ernaast. Ze reageren bij koud weer hetzelfde als
viaducten. Op- en afritten slijten minder, deze worden minder
vaak vervangen. Op- en afritten van de snelweg hebben daarom vaak een
minder dikke asfaltlaag en worden dus sneller glad.
|