Deze vogels worden als bont beschouwd , maar blijven dus steeds verder opbleken ...

Mottle's vererven recessief en komen voor zover ik weet alleen bij deze Fisheris voor !

Hieronder staat een mottle Fisheris van Kurt Verstappen die tot verbeelding spreekt ...

Op de foto zie je een dominant bonte fischeris die ik gekocht heb van Kurt Verstappen en die veel bont en een mooie tekening heeft ... Ik heb nog niet veel mooie bonte fisheris gezien , maar wel mooie mottle fisheris op BVA tentoonstellingen ! Meestal zijn deze bonte fisheris zo van die vuil-bonte vogels die precies slecht in de veren zitten ... Deze bonte fischeris zijn dan enkel wat gebleekt op de rug en in de vleugels en absoluut niet mooier dan de pastel-ino's ! Aangezien ik gedurende een lange periode enkel bonte fisheriemannen heb gehad , heb ik uiteindelijk een blauwe bewezen pop en een blauwe dominant bonte bewezen pop aangeschaft ... Ondertussen was mijn dominant bonte fischerisman van op deze afbeelding hierboven evenwel doodgebeten in mijn gezelschapsvolière ! In 2013 en 2014 heb ik nu mijn eerste veel-bonte fischeris kunnen kweken in een grote vogelkooi : de blauwe en de blauwbonte pop heb ik samen met een olijf-bonte man gekoppeld omdat de blauwbonte echt handtam en nogal agressief was ! Bij deze "gedwongen" koppeling was er dus voldoende afleiding en ook voldoende plaats zodat ik mijn blauwbonte pop en mijn mooiste olijfbonte man niet zou kwijtspelen ... Momenteel heb ik uit mijn dominant blauw-bonte pop reeds enkele opvallend bonte fischeris en uit mijn gewone blauwe pop enkele éénkleurige fischeris gekweekt ... Mijn olijf-bonte fischerisman is dus waarschijnlijk recessief bont omdat er uit de gewone blauwe pop nog geen bonte fischeris jongen voortkwamen !

Vorig jaar kocht ik op twee verschillende plaatsen een oranjekop binsenmannetje en een roodkop binsenwijfje ... Ik plaatste ze in volière samen met bonte kanaries en bonte japanse meeuwen ... Het wijfje legde in verschillende nestkastjes en toen bij de meeuwtjes één bruin jong met enkel bont aan de vleugels opgroeide , was ik ontgoocheld want het waren immers opvallend bonte ouders ! Het jong stierf en de binsenastrilden legden en broedden opnieuw in vaste nestplaats ... Groot was mijn verbazing toen in het nest weinig-bonte jongen lagen en ik dacht al dat het opnieuw bonte Japanse meeuwen waren ! Het bleken wel degelijk twee jonge binsenastrilden met bont in de vleugels ... Dit jaar heb ik het mannetje met het meeste bont aan een zus gekoppeld om zodoende meer-bonte oranjekoppen te bekomen ! Momenteel heb ik reeds twee jongen op stok de ene met extra bont op kopje en de andere met extra bont aan kopje , befje en staartje  ... Op de foto zie je dat laatste jong : spijtig dat het bont in het masker valt maar het zal alleszins een uniek exemplaar blijven ! De vraag is nu of het een toevalstreffer is of dat er mogelijk andere factoren meespelen ...  Waarschijnlijk is deze recessieve bonte mutatie toevallig opgetreden omdat de ouders beide split voor bont waren ! Ik heb met de jaren veel binsenastrilden gezien met weinig bont in de vleugels : dus zullen er ook wel vele onzichtbare splitten voor bont zijn bij gekweekte binsenastrilden ...

Wie graag het ganse jaar wil genieten van meesjes in zijn tuin , hoeft enkel een aantal nestkastjes op te hangen en wat voedsel te verstrekken ! De beste nestkastjes zijn de bruine of de rode van vijftien euro die voorlopig terug in handel zijn want die zijn ideaal van afmeting en materiaal ... Je vindt deze wellicht in de doe-het-zelf of in de tuincentra in jouw buurt ! Ik heb er een collectie van vijf ophangen waarvan de oudste reeds vijftien jaar meegaan ... Zodoende heb ik ieder jaar verschillende nestjes mezen in de tuin die echt een lust voor het oog en het oor zijn ! Soms ziet men de koolmezen aan invliegopening pikken omdat deze wat te klein is ... Men kan dan het invlieggat wat vergroten met een houtvijl want te groot is echt geen probleem vermits de ringmussen geen bedreiging meer vormen en de koolmezen en pimpelmezen dan beiden de nestkast kunnen "veroveren" ! Men mag evenwel niet vergeten om regelmatig het nestkastje te controleren : eens in en onder de nestkast kijken en deze wat uitkuisen of de insecten verwijderen ... De oriëntatie van deze nestkastjes is normaal gezien van weinig belang , deze moeten dan wel steeds onderaan vocht doorlaten (gevaar regen) en minimaal twee meter hoog (gevaar katten) en in de schaduw (gevaar zon) hangen ! Je moet bovendien geen schrik van nestcontrole hebben bij het broeden en bij de kleine jongen , alleen in het begin tijdens het leggen van de eieren niet storen en wanneer de jongen in de veren zitten geen controle meer tot na het uitvliegen ... Enkel wanneer na het uitvliegen het oude nest verwijderd wordt , is bij de mezen een tweede ronde mogelijk want ze bouwen zelden in of op oud nest omwille van het vuil en de insecten ! Als voedsel verstrek ik meestal mezenbollen en pindanootjes in de herfst en de winter en alleen maar pindanootjes of overschotten van eivoer tijdens de kweek van de mezen in de lente en de zomer ... Voor de winter moeten de nestkastjes zeker gereinigd worden want deze zijn dan dikwijls de vaste slaapplaatsen van de kweekkoppeltjes ... Men kan bovendien aan of onder de nestkastjes netjes pindanootjes of mezenbollen ophangen of vastprikken ! De mezen worden dan meteen gelokt en gevoed zodat er eigenlijk ook geen voedertafel meer nodig is ... Tenslotte is het plezant om een tak onder een afdak te hangen of een houdertje op ramen te plaatsen zodat men pindanetjes en mezenbollen droog kan houden en de meesjes bij het raam komen !