Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
Mijn leesbelevingen
door Emma
20-05-2013
Leren leven
Momenteel lees ik De
ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera. Op pagina 71 las ik
het volgende:
Het meisje dat in plaats van naar iets hogers
te streven dronkaards bier moet brengen en s zondags de was van haar
familieleden doet, vergaart in zich een grote reserve aan vitaliteit, waarvan
mensen die aan de universiteit studeren en boven de boeken geeuwen, niet kunnen
dromen. Tereza is meer belezen dan zij, weet meer af van het leven dan zij, maar
zal zich dat nooit realiseren. Wat degene die gestudeerd heeft onderscheidt van
degene die zichzelf heeft opgewerkt, is niet de mate van kennis maar het
verschil in vitaliteit en zelfbewustzijn.
Met wat Kundera hier
zegt ben ik het helemaal eens. Nu ik volgend jaar zelf naar de universiteit zal
gaan en daar boven de boeken zal zitten geeuwen, heb ik me al dikwijls
afgevraagd wat het me nu eigenlijk zal bijbrengen. Een diploma misschien. En
kennis. Maar ik denk niet dat het me minder wereldvreemd zal maken.
Integendeel, ik ben bang dat ik door een oude en verdwenen wereld te bestuderen
minder voeling zal krijgen met de huidige, echte maatschappij. Ik wil geen
saaie, wereldvreemde maar belezen professor worden. Wat beteken ik dan voor de
wereld? Wat draag ik bij? Ik zal niet de minste vaardigheid verworven hebben na
mijn studies. Misschien weet ik hoe ik een bron moet onderzoeken of een artikel
moet schrijven, maar ik zal niet weten hoe ik iemand die gewond is moet helpen
of hoe ik een auto moet repareren of hoe ik moet solliciteren of hoe ik geld
moet verdienen. Ik zal niet geleerd hebben om de was te doen of om te werken
voor mijn geld, want ik word onderhouden door mijn ouders. Ik ben bang om
uitermate nutteloos te zijn en na mijn studies in een wereld terecht te komen
waar ik niets van afweet.
Dat benijd ik in mensen die een stiel leren en aan het werk gaan. Onmiddellijk
komen zij terecht in het echte leven. Ze leren zichzelf onderhouden, doen
mensenkennis op en weten dat ze dat doen wat ze goed doen. Zij dragen bij tot
de maatschappij, de economie. Ik heb bewondering voor mensen die hun eigen zaak
uit de grond hebben gestampt of zich opgewerkt hebben tot waar ze willen zijn.
Die mensen hebben leren vechten. Dat heb ik nooit moeten doen en ik denk dat ik
het binnenkort ook nog niet zal moeten doen. Tot nu toe heb ik alles altijd in
de schoot geworpen gekregen, ik heb nog nooit echt moeite voor iets moeten
doen. Pas wanneer je dat hebt moeten doen en je iets bereikt hebt, denk ik dat
je leven inhoud krijgt, en niet door boeken te lezen of te discussiëren met
andere belezen individuen.
Oké, weet dat er ook boekenwurmen en schrijvers nodig zijn in onze
maatschappij. Ik kan veel bewondering hebben voor iemand als Kundera of De
Coninck en ik geloof dat zij bijdragen tot het algemeen welzijn. Maar ik denk niet dat ik zo iemand zal worden. Daarvoor heb ik niet
het juiste talent.
Misschien lijk ik nu wat pessimistisch. Zo bedoel ik het niet: ik heb zin om te
gaan studeren en ik denk dat het iets voor mij zal zijn. Ik durf misschien
zelfs te hopen dat ik er goed in zal zijn. En nadien zie ik wel. Het leven en
de maatschappij zullen wel op me afkomen en ik zal proberen me erop voor te
bereiden. Maar als dat er niet van komt is dat geen ramp: uiteindelijk zal ik het
leven toch leren leiden door ondervinding. En ik kijk er alvast naar uit!
Vandaag lag het
programmaboekje van Den Egger voor het seizoen 13-14 in de brievenbus. Hoera!
Het belooft weer een cultureel jaar te worden! Ik heb al een lijstje gemaakt
met alle voorstellingen die ik wil gaan bekijken. Ik moet alleen nog nakijken
of ze op de juiste dagen vallen, want ik durf wel eens te vergeten dat ik
volgend jaar door de week in Leuven zal zitten. De enige voorstelling die ik
absoluut hoop te kunnen zien is Hier is wat ik denk, de nieuwe zaalshow van
Wouter Deprez.
Ik weet nog dat mijn neef enkele jaren
geleden met Kerstmis de dvd van zijn voorstelling WAR cadeau kreeg. Maar
omdat hij die al had, hebben mijn zus en ik hem gekregen. Van zodra we die show
bekeken hadden, waren we fan. We keken hem keer op keer opnieuw en vonden zijn
grappen steeds grappiger en zijn poëtische intermezzos steeds mooier.
Op een bepaald moment kreeg mijn moeder van een vriendin een kleine
gedichtenbundel. Geschreven door Wouter Deprez himself en getiteld Waarom je moeder en ik bijna altijd een
kamerjas dragen. Het boekje bevat brieven aan zijn pasgeboren zoon, die op een
vlotte, leuke en tedere manier geschreven zijn. Ik werd nog meer fan.
Niet veel later, intussen al een drietal jaar geleden, kwam hij naar Den Egger
met zijn show Je zal alles worden. Mijn zus en ik daar natuurlijk heen. Na de
geweldige voorstelling kon je ook zijn nieuwe gedichtenbundel kopen. En laten
handtekenen. Dit keer heette die Gelukkig heeft je moeder twee oren. Opnieuw
boordevol met hartverwarmende en een-glimlach-op-je-gezicht-toverende briefjes, waarvan hieronder een voorbeeld.
Ik ben superfan.
Ik zal er dus voor zorgen dat ik komend jaar naar zijn voorstelling kan gaan. Ondertussen
heb ik ook op zijn site gekeken, en gezien dat er alweer een nieuw boekje is!
Hopelijk brengt hij dat dan mee!
XXXXII
Je roept: Mevrouw!,
en even later weer:
Mevrouw!
En daarna, bij de volgende
mevrouw, tot mijn
stomme verbazing:
Drie mevrouw!
Ik denk: Het zal toch niet
waar zijn? Hij zal toch niet
hoogbegaafd zijn?
Eén en twee kende hij al.
Maar drie?
Zopas heb ik me het
laatste nieuwe album uit de stripreeks 'De Kiekeboes' aangeschaft,
'Schijnheilig bloed'. De strips van De
Kiekeboes heb ik altijd graag gelezen. Ze zijn leuk getekend, bevatten ludieke
personages en zijn vaak ook erg grappig. Als je het mij vraagt, zijn strips
vooral erg ontspannend. Ze behoren tot mijn bed- en toiletlectuur.
Dit is echter ooit anders geweest. Toen ik nog jonger was waren strips namelijk
mijn enige lectuur. Ik las niet graag boeken, hoewel mijn moeder allerhande
pogingen ondernam om me aan de boeken de krijgen. Ik zou er meer uit leren.
Mijn taalinzicht en woordenschat verruimen. Maar ik vond boeken te saai of te
dik. De enige die ik wel wilde lezen waren die waarvan mijn oudere zus zei dat
ze leuk waren. Die durfde ik wel aan. Nu ik erover nadenk ging het ook zo bij
eten dat ik meende niet te lusten: ik wou alleen proeven als mijn zus eerst
ging en zei dat het nog wel lekker was. Wanneer ik dan dat boek gelezen had en
het me bevallen was, bleef ik het opnieuw lezen. Zo heb ik 'Overleven op Krokodileiland'
van Anthony Horowitz wel een tiental keer gelezen. Dit was natuurlijk ook niet
wat mijn moeder voor ogen had. Ze wou graag dat ik af en toe een nieuw boek
las. Een iets moeilijker boek misschien ook.
Maar ik bleef halsstarrig weigeren. Om haar toch wat gunstiger te stemmen,
schakelde ik over naar de kwaliteitsvollere strip zo noemde ik het graag,
tenminste. Deze vond ik in de Gobelijn te Leuven. In dit met strips volgepropte
winkeltje ging een heel nieuwe wereld voor me open. Duizenden strips in alle
maten en kleuren. Alles wat me er interessant uitzag nam ik mee. Ik keerde
terug om vervolgnummers in te slaan van de reeksen die me aanspraken en keek
uit naar de dag wanneer een nieuw nummer van mijn favoriete reeks zou verschijnen.
Ik was een echte stripfanaat.
Maar mettertijd, door vrienden die me hun favorieten aanraadden en ja, ik
geef het toe door opdrachten op school, ging ik lezen. Boeken lezen. En
stilaan besefte ik dat een goed boek met een goed verhaal geen plaatjes en
tekstballonnen nodig heeft om je aandacht vast te houden. Ikzelf had geen
plaatjes en tekstballonnen meer nodig om graag te lezen. Bovendien kon ik in
een boek een heel verhaal in één ruk uitlezen. Ik hoefde niet te wachten op een
nieuw nummer om het vervolg ervan te weten.
Toch heb ik tijdens mijn stripboekenperiode ook enkele pareltjes ontdekt. De
grootste parel blijft voor mij Murena, een stripreeks die zich afspeelt in
het oude Rome. Prachtig getekend en gebaseerd op teksten van Tacitus en
Suetonius. Als ik nog niet verzot was op de Oudheid, dan heeft deze strip het
hem wel gedaan.
Maar goed, zo ben ik dus aan de boeken geraakt. Ik heb mijn horizon verbreed.
Al wil ik er toch nog even op wijzen dat ik in Schijnheilig bloed zojuist een
nieuw woord heb leren kennen (een scapulier). Misschien toch niet zo dom dus,
die strips.