Net als de vorige jaren hebben de cuplopers (= de 177 lopers die in het eindklassement van de Marathon- en Ultracup 2016 staan) weer voor kwaliteit en kwantiteit gezorgd.
1. Kwaliteit: De cuplopers behaalden niet minder dan 84 van de 231 podiumplaatsen of 36.5%. Vooral bij de ultralopen en bij de kleinere marathons kruidden de cuplopers de wedstrijd. Tegen het professionele en buitenlandse geweld in de grote citymarathons kunnen ze evenwel niet opboksen.
2. Kwantiteit: Bij 6 van de 28 organisaties maakten zij meer dan 50% van het deelnemersveld uit. Bij nog eens 11 andere meer dan 25%. Enkel bij de grote organisaties ligt dit cijfer door het grote deelnemersaantal fors lager.
De Great Breweries Marathon was dit jaar de absolute topper met 80 cuplopers. De Antwerp Marathon staat net als vorig jaar op plaats 2 met 69 cuplopers. De wedstrijden van Joeri Schepers in Aalter bekoorden respectievelijk 60 en 48 cuplopers. De LPM te Genk scoorde met 52 behoorlijk goed.
Brussel en Steenbergen waren met 48 en 47 cuplopers ook nog zeer populair. De Trailmarathon Het Leen, Limburgs Zwaarste, Monschau, Spijkenisse en de Durme-Schelde Marathon haalden redelijke cijfers met meer dan 30 cuplopers.
Amiens deed het nog slechter dan vorig jaar met slechts 5 cuplopers. Het WK eind november, de verre verplaatsing en de taalbarrière zijn vermoedelijke oorzaken.
Er waren dit jaar iets minder cuplopers dan vorig jaar. Heel wat onder hen liepen in het begin van het seizoen veel wedstrijden en enkelen raakten gekwetst. Dit zorgde ervoor dat de wedstrijden die later op het seizoen kwamen minder cuplopers telden.
Elke wedstrijddag kwamen gemiddeld 32 of 18% van de cuplopers in actie.
De uitvallers bij een marathon, een 50K of 100K staan niet in deze statistieken. Dus bij deze wedstrijden stonden er vaak nog iets meer cuplopers aan de start dan uit deze statistieken blijkt.