1. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 17/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
De Joegoslavische Bisschoppelijke Conferentie
Woorden als "op basis van de tot nog toe gevoerde onderzoeken, kan er niet worden vastgesteld dat men te maken heeft met bovennatuurlijke gebeurtenissen en onthullingen" houden een dubbelzinnig compromis in tussen wat er gebeurde in Medjugorje en het standpunt van Bisschop Zanic.
Maar de aantrekkingskracht van Medjugorje bleef voortduren. Enkele bisschoppen kwamen officieel op bezoek begin juni 1991. Nog maar een aantal dagen daarvoor hadden zij in Mostar een Commissie opgezet voor het pastorale leven in de parochie van Medjugorje [deze Commissie mag niet verward worden met de officiële commissies die zijn ingesteld om de authenticiteit van de verschijningen te onderzoeken]. Aan het hoofd van deze Commissie stond Mgr. Franko Komarica, de Bisschop van Banja Luka. Leden waren onder meer Vinko Puljic, aartsbisschop van Sarajevo, Slobodan Stambuk, bisschop van Hvar en Pavao Zanic, bisschop van Mostar-Duvno-Trebinje-Mrkanje, bevoegd voor Medjugorje. Verder bestond de Commissie nog uit vier raadgevers. Alle vier de bisschoppen vierden hierop, samen met de priester en de bedevaarders een plechtige Eucharistieviering. De hoofdcelebrant was Bisschop Zanic en Aartsbisschop Vinko Puljic gaf er de preek. Hierdoor bevestigden ze Medjugorje als een plaats van gebed en verering, waar mensen dichter tot God komen.
De Commissie voor het pastorale leven in de parochie van Medjugorje besloot daarop om op 17 juni 1991 samen te komen. Echter, één dag ervoor werd Slovenië aangevallen door Servië, waardoor officieel de oorlog uitbrak in Joegoslavië. Het land zou langzaam maar zeker uiteen vallen. Maar samen met het uiteenvallen van het land, viel ook de Bisschoppelijke Conferentie van Joegoslavië uiteen.
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 160]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Onderbreking van het Passieverhaal
Zondag 9 maart 1823
Had zij vreselijk te lijden, dan kwam er meestal een stil en minzaam kind tot haar, in een groen kleedje. Tevreden, hoewel uiterst ongemakkelijk, zat het op de smalle, harde rand van haar bed, liet het zich zonder te wenen van de ene arm in de andere nemen of ook neerzetten op de vloer. Het was altijd even vriendelijk en goedgezind, keek haar voortdurend aan en troostte haar en dat kind stelde het Geduld voor.
Was zij ten gevolge van haar ziekte, zo niet door overgenomen leed, geheel uitgeput en bracht een feestdag of het aanraken van een relikwie haar in contact met een heilige, met een der verheerlijkste ledematen van het lichaam van de bruid van Jezus Christus, zo zag ik, dankzij haar, slechts beelden uit de kindertijd van deze heiligen, terwijl mij anders hun gruwelijke martelingen tot in de minste bijzonderheden beschreven werden.
Wanneer God haar, in haar grote pijnen, in haar volledige uitputting, troost en opbeurende kracht, of ook enige onderrichting, ja, zelfs enige waarschuwing of berisping deed toekomen, zo geschiedde dit altijd in kinderlijke beelden en vormen. Wist zij in haar grote nood en bedruktheid zichzelf niet meer helpen, zo voelde zij zich dikwijls bij het insluimeren, en wel dadelijk in een of andere moeilijke situatie uit haar kinderjaren, uit haar prille jeugd verplaatst en geloofde dan vast, ja gaf ze met woorden en gebaren in haar slaap te kennen, dat zij een arm, vijfjarig boerenkind was en wenend gevangen zat in een doornhaag, waar zij doorheen had willen kruipen.
Steeds kwamen, in dergelijke gevallen, die kinderscènes haarscherp overeen met werkelijke jeugdbelevenissen, en in de vergelijking, waartoe zij werden aangevoerd, klonk het dan: "Wat zit je daar zo te schreien? Ik zal je alleen verlossen, indien je, uit liefde tot mij, geduldig blijft zitten en bidt." Naar zulk een vermaning had zij reeds als kind, vastzittend in de doornhaag, geluisterd. Als volwassen vrouw, bekneld in haar lijden, luisterde zij er even gewillig naar, en wakker wordend, moest zij lachen om de "haag" die haar gevangen had gehouden, en om het tweevoudig middel tot haar bevrijding [geduld en gebed], dat haar al medegedeeld was, toen zij hier nog als een klein meisje rondliep, maar dat zij echter zo nalatig uit het oog verloren had, doch nu terstond, getrouw en zeker van het goede resultaat, ging aanwenden.
Aldus werden keer op keer, op een even verrassende als ontroerende wijze, door de diep zinnebeeldige betekenis, die feiten uit haar kindertijd met betrekking tot gebeurtenissen van een latere datum, klaarblijkelijk duidelijk gemaakt: dat in het leven van de enkeling, niet minder dan in de gang der historie, een zekere "voorbeeldigheid" zich voordoet dan aan de enkeling, zoals aan de mensheid in de historische loop, een goddelijk voorbeeld gegeven is, het voorbeeld van de Verlosser, wat zij met een hogere kracht moest nastreven om boven de beperkingen van hun natuurlijke ontwikkeling heen te stijgen en op te groeien tot de volmaakte mannelijke leeftijd van Christus, opdat Gods wil zou geschieden, hier op de wereld, zoals in de hemel, en Zijn Rijk ons toekomen zou.
Vandaag nu vertelde zij de volgende, haar nog in het geheugen hangende fragmenten van de beelden die gisterenavond, toen de vigilie van het Sint Jozeffeest begon, de reeks Passievisioenen onderbroken hadden.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 160]
Preken
Alles wat ge meer zegt komt van de duivel
Is het niet verwonderlijk, broeders, dat de goede God ons een speciaal gebod heeft moeten geven om ons te verbieden om Zijn naam te ontheiligen? Hoe kunnen Christenen zich overleveren aan de duivel om het te dienen als een instrument, door middel waarvan hij God vervloekt, dezelfde God die zo goed is voor ons en ons zulke grote gunsten bewijst?
Hoe kan een tong die door het Heilige Doopsel is toegewijd en die zo dikwijls Zijn aanbiddelijk Lichaam heeft genuttigd, zich laten misbruiken om haar Schepper te vervloeken? Kan een Christen dat doen, als hij werkelijk gelooft dat zijn tong hem alleen is gegeven om de naam van God te zegenen en te loven? Ge zult het er in ieder geval met mij over eens zijn dat het een afschrikwekkende zonde is, die de goede God als het ware dwingt om allerhande rampen over ons uit te storen en ons prijs te geven aan de duivel, wiens trouwe dienaren wij zijn. Deze zonde doet iedereen die het geloof nog niet helemaal heeft verloren, de haren ten berge rijzen. En toch, hoe groot, hoe ontzettend en afschuwelijk zij ook is, er bestaat geen enkele zonde die zo veelvuldig voorkomt als vloeken, godslasteringen en verwensingen. Zelfs uit de mond van kinderen die ternauwernood hun Onze Vader kunnen bidden, hoor je vloeken die onheil af kunnen roepen over een hele parochie. Ik zal u dus uitleggen, broeders, wat ge onder vloeken, godslasteringen en verwensingen dient te verstaan. Probeer intussen rustig te slapen, zou ik zeggen. Dan zult ge op de dag des oordeels verworpen worden omwille van zonden waarvan ge niet weet dat ge ze hebt bedreven, en uw onwetendheid zal geheel en al aan uzelf te wijten zijn.
Om te kunnen begrijpen, broeders, hoe groot deze zonde is, zoudt ge de diepte moeten peilen van de belediging die zij de goede God aandoet. Maar dat is ons, stervelingen, niet gegeven. Neen, broeders, alleen de hel, alleen de woede van een almachtige God die zich op de hellemonsters koelt, zou in staat zijn om ons de grootte van deze belediging te doen beseffen. Nee, nee, broeders, later we er niet verder op ingaan, alleen het eeuwige vuur kan dit geheim verklaren. Het is trouwens ook niet mijn bedoeling. Ik wil u alleen het verschil laten zien dat er tussen vloeken, godslasteringen, verloocheningen, verwensingen en ongepaste taal bestaat.
Velen hebben van deze dingen geen zuiver begrip en ze verwarren het ene met het andere. Dat heeft tot gevolg dat bijna niemand van u zijn zonden belijdt zoals het behoort. En zodoende loopt ge gevaar slechte biechten te spreken en uzelf in het verderf te storten. Het tweede gebod, dat ons verbiedt valse of onnodige eden te zweren, luidt als volgt: "Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet zonder reden gebruiken." Het is alsof de Heer ons zegt: Ik beveel u Mijn Naam te eerbiedigen, want deze is Heilig en aanbiddelijk. Ik verbied u Hem te onteren door hem te gebruiken ter bekrachtiging van de leugen, van de gerechtigheid of zelfs van de waarheid, als daartoe niet voldoende reden bestaat. En Jezus Christus zegt zelfs dat we op geen enkele manier mogen zweren.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 160]
Hoofdstuk 22. Ziekte
Nicky: Wanneer een dokter het leven van een patiënt ontneemt, moet de ziel van de patiënt dan een resterende tijd dat deze anders had blijven leven op aarde, lijden het Vagevuur of moet de dokter zelf het lijden later ondergaan? Maria: De dokter zelf, en als hij niet verandert en dit stopt met de biecht, boete en herstel volgens zijn eigen overeenstemming, zo niet zullen zijn familie en de volgende generaties de gevolgen hiervan duur moeten betalen.
Nicky: Lieve Hemel! Kent u gevallen waar de volgende generaties moesten lijden en hoe, op welke wijze moesten ze lijden? Maria: Ja, ik ken dergelijke gevallen. Een geval dat ik mij nu herinner gaat over een schoondochter van een dokter die regelmatig euthanasie pleegde op zijn patiënten. Zij heeft vele kinderen verloren, alhoewel zowel de moeder als de vader volledig gezond waren en de dokters voor een volkomen raadsel over de oorzaak van haar doodgeboren kinderen stonden. Het lijden dat het koppel in hun vroege jaren moest dragen was een gedeeltelijk herstel voor de euthanasie van die dokter. Dat is Gods gerechtigheid.
Nicky: Betekent dit dat elke dokter, die meewerkt aan abortus, zijn familie daarna zal moeten lijden voor de kinderen die hij heeft gedood, en dit gedurende de tijd dat de kinderen normaal zouden hebben geleefd, zoals God hun leven had gepland? Maria: Ja, tenzij ze er onmiddellijk mee ophouden en het goedmaken, betekent het zeker dat!
Nicky: Ik heb gehoord dat, vóór het uitbreken van de oorlog in Joegoslavië, de steden Sarajevo, Mostar en Vukovar eveneens de steden waren waar men het gemakkelijkst een abortus kon laten uitvoeren. Als het op Gods rechtvaardigheid aankomt, is dan het gevolg dat deze steden het meeste schade leden tijdens de oorlog? Maria: Zeer zeker. Waar men zich richt op zonden tegen het leven, zal God zijn Gerechtigheid schikken volgens een onvermijdelijk patroon. Laat dit een voorbeeld zijn voor de regeringen, gerechten en dokters uit het Oosten, zowel als het Westen!
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 4]
Lucias Eerste Communie
De dag die de parochiepriesters hadden vastgelegd voor de plechtige Eerste Communie van de kinderen van de parochie, kwam dichterbij. Met de kennis in het achterhoofd dat ik de Catechismus reeds kende en ook reeds zes jaar oud was, dacht mijn moeder dat ik nu reeds mijn Eerste Communie kon doen. Daarom zond zij mij mee met mijn zus Carolina naar de Catecheselessen die de parochiepriester aan de kinderen gaf, als voorbereiding voor deze grote dag. Ik ging steeds stralend van geluk in de hoop om spoedig mijn God voor de eerste maal te mogen ontvangen. De priester gaf zijn les en zat vooraan neer op een verhoog. Hij riep mij bij hem en als het een of ander kind niet kon antwoorden op zijn vraag, vroeg hij aan mij om het antwoord in de plaats te geven, om hen zo in verlegenheid te brengen.
De laatste dag voor de Eerste Communie, de grote dag, was gekomen en de priesters had verteld dat alle kinderen naar de kerk moesten komen in de voormiddag om zo zijn uiteindelijke beslissing te kunnen maken wie zijn Eerste Communie mocht doen. U kunt zich voorstellen hoe teleurgesteld ik was toen hij me naast hem riep, me streelde en zei dat ik moest wachten tot ik zeven jaar was! Ik begon onmiddellijk te wenen, en net zoals ik bij mijn eigen moeder zou hebben gedaan, lag ik mijn hoofd op zijn knieën en snikte. Net op dat moment kwam er een andere priester, die geroepen was om te helpen met de biecht, de kerk binnen. Toen hij mij zo zag liggen vroeg hij om de reden van mijn tranen. Toen hij alles had vernomen, nam hij me mee naar de sacristie en het mysterie van de Eucharistie. Daarna nam hij mij bij de hand en bracht mij bij de parochiepriester en zei: "Vader Pena, u mag dit kind haar Communie laten doen. Zij begrijpt beter dan de anderen wat zij doet." "Maar zij is maar pas zes jaar oud," wierp de goede priester tegen. "Dat geeft niet! Ik neem de verantwoordelijkheid daarvoor op mij." "Dan is het goed," zei de goede priester tot mij: "Ga nu maar gauw uw moeder vertellen dat u morgen uw Eerste Communie mag doen."
6. Film Romero [10/11]
In El Salvador breekt er eind de jaren '70, na reeds vele jaren van onrust, een burgeroorlog uit tussen de junta en marxistische rebellen. Een groep jonge officieren werpt het regime omver met steun van de VS. Er kwam een regerings-junta, waarin christendemocraten, sociaaldemocraten en zelfs communisten deelnamen. Een bloedige strijd waarin doodseskaders actief waren brak uit, onder de leiding van extreem-rechtse Roberto d'Aubuisson. De Amerikaanse overheid, die al jaren 'een dreiging van het communisme' vanuit Zuid-Amerika ervaart, steunt achter de schermen het militaire bewind van El Salvador. Het leger en de politie krijgt training in de VS en wordt voorzien van wapens om aan de macht te blijven. De VS heeft wel geleerd van Vietnam om achter de schermen te opereren, officieel blijft de Amerikaanse betrokkenheid beperkt tot advies.
Er vielen in totaal 75.000 slachtoffers, waarvan in 1980 wellicht de bekendste: de aartsbisschop Oscar Romero.Nog vijftig dagen eerder had hij op de Leuvense Universiteit het eredoctoraat ontvangen. De film over Mgr. Oscar Arnulfo Romero [1917-1980] begint net voor hij tot aartsbisschop werd benoemd van San Salvador. De vrome en ietwat verlegen pastoor Romero, die in Rome theologie had gestudeerd, was al bisschop toen hij gepromoveerd werd tot aartsbisschop van de hoofdstad van het middenamerikaanse land El Salvador. Behoudsgezinde kringen hadden zijn benoeming toegejuicht. De film laat zien hoe Romero op korte tijd een diepgaande verandering ondergaat én teweeg brengt. De openingsscène is een sleutel in dat verhaal: Romero ontmoet pater Rutilio Grande, een jezuïet in wie hij veel vertrouwen heeft en die pastoor is bij de armen. De moord op pater Grande schudt als het ware Romero wakker. Hij groeit uit tot een kerkvader, die het opneemt voor de onderdrukte bevolking. Deze is voortdurend het slachtoffer van een vuil politiek conflict waarin verschillende machten en krachten de aartsbisschop zoeken te manipuleren. Romero zelf zoekt de dialoog, maar moet ervaren dat de machtigen niet willen weten van onderhandelen. Het einde is bekend: sluipschutters schieten hem op 24 maart 1980 neer, terwijl hij in een hospitaalkapel voorgaat in de eucharistie.
Deze Amerikaans-Mexicaanse speelfilm uit 1989 duurt 105 minuten en staat onder regie van John Duigan. Acteurs zijn Raul Julia [Oscar Romero], Richard Jordan [Rutilio Grande], Ana Alicia [Arista Zelada], Tony Plana [Morantes], Harold Gould [Francisco Galedo].
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 32: Voorbij de grenzen van de kennis [Aflevering 213]
De Renaissance had geboorte gegeven aan de Verlichting. En wat "verlichte" mensen niet konden verklaren, werd eenvoudigweg ontkend of genegeerd, vooral geesten. De wetenschap kon veel minder verklaren dan ze beweerde, maar ze had controle over veel van de media zoals boeken, tijdschriften, en kranten die hun eigen visie gaven op een heelal zonder het bovennatuurlijke. In Parijs was de eerste publiciteit op komst en mode zou al gauw verder gaan dan de gedurfde stijlen uit de Middeleeuwen. De wetenschap, en niet de Kerk, zou spoedig heersen als leider van culturele zaken en de wetenschap zou een godsdienst worden waarbij de mens in het middelpunt staat. In Engeland en Frankrijk was er reeds het idee dat het menselijk verstand een nieuwe aarde of "gouden tijdperk" kon creëren.
Wat kon de mens niet? Wat kon hij niet verklaren? Had hij al niet de zwaartekracht aangetoond en dat sterren of kometen met wiskundige termen konden verklaard worden?
Toch waren er altijd mysterieuze kleine gebeurtenissen die voorbij de grenzen van de kennis gingen. Hoewel de materialisten het niet zagen, werd de sluier opgelicht. Er was het geluid van stormen. Rouwend gekreun. Een rare tijd. Een heel rare tijd. Kwade geesten en nog meer uitbarstingen van de builenpest. De koorts doodde in Londen 68.596 mensen en een jaar later, in 1666, woedde er in dezelfde stad gedurende een week een brand, en gingen markten, kades, het Gildehuis, dertienduizend huizen en vierentachtig kerken in rook op.
Alsof dat nog niet genoeg leed was, verklaarden datzelfde jaar zowel de Fransen als de Nederlanders de oorlog aan Groot-Brittannië, een land dat de bron was van occultisme.
De onderaardse rook die uit de openzwaaiende deur kwam, werd elk decennium donkerder.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 107]
Hoofdstuk 6: Tussen Genève, Parijs en Rome
De wonde
De protestantse overheid waarmee de Gemeenschap verbonden was (hervormde Kerk in Frankrijk en protestantse Vereniging in Frankrijk) werd niet geraadpleegd over de inrichting van het colloquium. Het sensatiebericht in de pers ergerden te diep sommige gevoeligheden. Er volgde een vinnige briefwisseling tussen de prior van Taizé en dominee Bourguet, voorzitter van de hervormde Kerk in Frankrijk. Maar het moeilijkste moest nog komen.
Van 29 oktober tot 1 november ging de Xe algemene vergadering van het protestantisme door in Montbéliard. Voor het eerst werden, naast de zeven Kerken van de protestantse Vereniging in Frankrijk (FPF), ook de vertegenwoordigers van de buitenlandse protestantse bewegingen, van de protestantse leken en van de interkerkelijke kringen uitgenodigd. Op die manier werd Broeder Roger uitgenodigd om aan de werkzaamheden deel te nemen, nog voor het herfstgebeuren. In Montbéliard kreeg hij de gelegenheid zich nader te verklaren met Visser t Hooft die uitgenodigd was om een toespraak te geven over de Zending van de Kerk. Hij had ook een uitvoerig gesprek met dominee Bourguet waarin hij zijn spijt uitdrukte voor de scherpe brieven die hij hem eerder had toegezonden. Hij ontmoette zelfs enkele verdedigers. Dominee Boegner, toen nog enkele maanden voorzitter van de FPF, gaf Taizé in zijn Algemeen Verslag een warm compliment, wel getemperd door enig voorbehoud: "Er wordt licht gezegd dat de voorzitter van de protestantse Vereniging in Frankrijk zijn goedkeuring geeft aan al wat de gemeenschap van Taizé doet, inspireert, uitdrukt in haar liturgische en oecumenische leven. Die goedkeuring werd me nooit gevraagd. En was ze gevraagd, ik had ze geweigerd. [...] Waarom zou ik niet zeggen dat we met velen zijn die de gemeenschap van Taizé graag mogen, niet door de begane vergissingen, maar door de gevaren die ze ontmoette en niet altijd kon vermijden vanwege haar diepe trouw aan de hervormde Kerken en de fundamentele doctrine van de hervormers." Zeker koesterde dominee Boegner illusies door te geloven dat Taizé steeds de fundamentele doctrine van de hervormers genegen was: de afstand zal duidelijk groeien in de komende jaren.
De openbare steun van een geëerde figuur van het protestantisme als Boegner volstond echter niet om de tegenspraak te weren. De protestantse pers stond kritisch tegenover het colloquium van Taizé en maakte gewag van de twist in Montbéliard. De zaak dook weer op na een bijdrage in "Paris Match" van 19 november. Toen kende dit weekblad de hoogste oplage. Het nummer van 19 november met 1.600.000 exemplaren bracht een reportage van zes paginas over Taizé. Onder de pakkende titel Taizé: zal dit dorp katholieken en protestanten verzoenen?, brachten Robert Serrou en Maurice Croizard vele fotos en vurige commentaar over de Gemeenschap, de Broeders, de prior. Maurice Manificat bevestigde dat in zijn eindschrift over Taizé: "Dit artikel openbaarde Taizé aan de menigte en wekte de nieuwsgierigheid van de journalisten voor deze protestantse gemeenschap op." Een maand later stond Taizé op de korte inhoud van de succesrijke uitzending "Cinq colonnes à la une," terwijl enkele weken later Broeder Roger uitgenodigd werd op het beroemde literair magazine "Lectures pour tous" van Pierre Desgraupes. Van toen af was Taizé niet meer uit het nieuws weg te denken.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 47]
Woordenboek: Letter D
Drusilla II
Familiebanden
Livia Drusilla [30 januari 59/58 v.Chr. - Rome, 29 n. Chr.], die na de dood van haar man in 14 n. Chr. "Iulia Augusta" werd genoemd, was de vrouw van Gaius Iulius Caesar Octavianus [die de eretitel Augustus zou aannemen] en de machtigste vrouw onder het principiaat. Ze trad verscheidene keren op als regent en trouwe adviseur van Augustus.
Zij was een centrale figuur in de Julisch-Claudische dynastie [met elke keizer van deze dynastie was ze wel op een of andere manier verwant] en was de "first lady" van het Imperium Romanum. Ze had bovendien een grote politieke invloed, wat zéér ongewoon was voor een Romeinse matrona. Zoals haar echtgenoot Augustus een rolmodel werd voor de latere keizers, zou zij dat worden voor de keizerinnen. Daarnaast was ze ook nog eens onmetelijk rijk, onder andere door te erven van haar echtgenoot en van de Joodse prinses Salomé I.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 62]
Het wonder van Middelburg [Leuven], België [1374]
Nadat de vrede weer was hersteld werden de Hostie en de bebloede doek op 27 september 1803 gebracht naar de kapel van een ziekenhuis dat gerund werd door Augustijnenzusters. Dit was noodzakelijk omdat de kapel van het klooster van de Augustijnenbroeders door de revolutionairen ernstig was beschadigd. Een maand later, op 20 oktober 1803, werden de relieken terug gebracht naar de kerk van de Heilige Jakobus, waar ze op echtheid werden onderzocht. In deze kerk worden de bebloede doek en het deel van de Hostie nog steeds bewaard.
In deze tijd werd de doek uitgeleend aan een kerk van de Augustijnenbroeders in Nijmegen in Nederland. Bij zijn terugkeer op 13 januari 1808 werd de doek opnieuw bewaard in de kerk van de Heilige Jakobus. Dat jaar werd er ook een speciale reliekenschrijn gemaakt om deze doek in te bewaren. De doek is geplaatst achter een kleine cirkel van glas, welke is geplaatst in een ring van kostbaar metaal. Dit is weer geplaatst in een monstrans bestaand uit een kristallen cilinder, gesloten aan de bovenkant, en ban boven versierd met een gouden kruis. De doek is duidelijk zichtbaar.
Het deel van de Wonderlijke Hostie, welke bewaard wordt in Leuven, is lichtelijk bruin en kleiner dan de Hostie oorspronkelijk was, maar nog wel steeds duidelijk herkenbaar als vlees. De Hostie en de kleine kelk, waar de Hostie op rust, worden in een reliekenschrijn bewaard, die gemaakt is in 1803 en bevinden zich achter een kristal in het midden van een gouden kruis. Als deze reliekschrijn wordt uitgesteld op het hoofdaltaar, of meegedragen wordt in een processie, dan wordt er een nieuwe geconsacreerde Hostie geplaatst achter de kelk waarop de Wonderlijke Hostie rust.
Alle belangrijke papieren over de geschiedenis, de reizen en de onderzoeken naar de wonderlijke relieken worden bewaard in de kerk van de Heilige Jakobus. De Hostie en bebloede doek worden in deze kerk nog steeds bewaard, maar de kerk zelf is ontoegankelijk voor het publiek omdat de grond waarop de kerk staat aan het verzakken is, en het gebouw daardoor onveilig is.
11. Recente heiligenlevens
Zalige Ivan Mertz [1893-1928]
Na zijn mislukte operatie kreeg Ivan hersenvliesontsteking. Vader Vrbanek diende de laatste sacramenten toe, en omdat Ivan niet kon spreken vroeg de priester hem nadien: "Je offert je leven voor de Kroatische Arenden, is het niet?" Ivan knikte met zn hoofd ter bevestiging.
Een paar dagen later ontving Ivan een telegram uit Rome, waarin de Paus zijn zegen stuurde. Ivan was nog steeds bij bewustzijn toen ze hem het nieuws vertelden en dit, komende van de paus die hij zo liefhad, was een troost in zn laatste momenten.
Ivan stierf, in aanwezigheid van zijn ouders en dierbaarste vrienden, op donderdag 10 mei 1928. Het nieuws van zijn dood verspreidde zich snel, toen de klokken van de kathedraal in Zagreb luidden ter ere van hem. Voorheen luidden de klokken enkel bij de dood van een bisschop. Kort na zn dood schreef de 'Catholic Weekly': "Hij droeg nooit het gewaad van een priester, maar hij was een pilaar van Gods kerk!"
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 52]
Aan haar broer Jean-Marie
Lourdes, februari 1864
Lieve broer,
Het is lang geleden dat ik nog lets van je hoorde; waarom die veronacht-zaming? Elke gelegenheid die zich voordoet om je te schrijven, grijp ik aan, maar jij antwoordt nooit: je stelt je ermee tevreden mij via mijn familie te laten weten dat je het goed maakt.
Omdat ik het onbevredigend vond je slechts te schrijven, heb ik je voor je feest een beurs gestuurd waaraan ik enkele verloren uurtjes gewerkt heb, terwijl jij denkt voldoende te doen door mij na verloop van enkele weken kortaf te schrijven dat je het presentje dat ik je stuurde, ontvangen hebt, en dat je me bedankt voor mijn aandacht. Is dit de manier waarop een broer met zijn zus omgaat?
Als ik je niet beter kende, zou mijn hart hierdoor erg bedroefd zijn. Word dus een beetje wakker uit je onbekommerdheid, mijn lieve broer, en toon je zus de levendige vriendschap die er van nature zou moeten zijn tussen mensen die zo innig verenigd zijn door de bloedband. Beschouw de reprimandes die ik je geef, als een bewijs van de oprechte vriendschap van je zus,
Tot ziens, ik omhels je genegen
[niet ondertekend]
13. Ongeschonden Lichamen: Clara van Assisi [1193/94-1253]
Brief: De Spiegel
Hieronder volgt nog een brief van Clara aan de abdis Agnes van Praag, oorspronkelijk geschreven in het latijn. Laat u niet weerhouden door de weerbarstige tekst. Je voelt dat er tussen haar en ons eeuwen liggen. Daarom moet er een brug geslagen worden. Maar als dat gebeurd is dan valt er veel te ontdekken in deze zorgvuldig gecomponeerde brief!
Deze brief is waarschijnlijk door Clara kort voor haar dood geschreven in 1253. Haar zus Agnes wordt genoemd, die vermoedelijk in verband met de ziekte van Clara naar San Damiano is gekomen om haar bij te staan. Tussen de abdis van het klooster in Praag, Agnes van Praag en Clara is er een warme vriendschap gegroeid in de loop der jaren. Al kon er niet altijd geschreven worden omdat een brief overbrengen dan riskant was.
Over de indeling die de inhoud van de brief verduidelijken kan, leest u verderop.
In de literatuur van de tijd van Clara is de spiegel een belangrijk theologisch symbool. Hier wordt de spiegel gebruikt voor de manier waarop God de schepping te boven gaat en toch ook weer in die schepping is te kennen. De schepping weerspiegelt dan, op een wazige manier de schoonheid van de Verborgene. Het is een voorbeeld zonder vlek. De taal is bijbeltaal verweven met de eigen taal. De mystiek is bruids- mystiek. Voor een beter begrip loont het soms de moeite een bijbeltekst na te slaan. De bruidsmystiek (vanaf vers 28) komt voort uit een geleefd leven met Christus. Met Jeruzalem wordt de kerk bedoeld in haar meest hemelse gestalte.
14. Bartholomeüs Holzhauser: 14 profetieën
Profetie 9
De zesde periode van de Kerk zal aanvangen met de machtige Koning en de Heilige Paus, zoals hiervoor vermeld en dit zal zo blijven duren tot de openbaring van de antichrist. Tijdens deze periode zal God zijn hele Kerk troosten voor de kwellingen en de grote beproevingen die ze tijdens de vijfde periode heeft moeten ondergaan. Alle landen zullen Katholiek worden en er zullen roepingen komen zoals nooit voorheen en de mensen zullen enkel kijken naar het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. De mensen zullen in vrede leven en dit zal worden toegestaan omdat de mensen vrede met God zullen willen sluiten. Zij zullen leven onder de bescherming van de grote Koning en zijn opvolgers.
Vertaling: Chris De Bodt
15. Valentina Papagna
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn.
27 maart 2010
De hele nacht heb ik veel lijden ervaren, dat mij is gegeven. Ik werd aangevallen door slechte geesten. Ik riep de Heer ter hulp, maar hij kwam niet tussenbeide, omdat Hij de aanvallen toeliet. Uiteindelijk nam ik het kruis en bad ik de geloofsbelijdenis en daarna het Onze Vader. Halfweg dit gebed verscheen er een zo'n halve meter grote zuil van rode en oranje vlammen naast mij.
Vanuit de vlam sprak er een stem tot mij en ik herkende de stem van de Heer, die zei: "Mijn kind, klaag niet over wat u meemaakt. Ik heb u uitverkoren om mij wil te doen. Ik heb u voor Mijzelf geschapen. Dit is de weg die ik voor heb uitgetekend. Aanvaard het, alsof er geen andere wegen zijn voor u. U bent in dit alles niet alleen. Wij zijn tezamen, we zijn één in allen. Wees dankbaar en betuig mij deze dank."