1. recentste boodschap van Onze Lieve Vrouw van Anguera
Boodschap 3301 van 03/04/2010
Lieve zonen en dochters, zoek de Heer die van u houdt en op u wacht met open armen. U leeft in een tijd van grote geestelijke verwarring en het moment is gekomen om ja te zeggen aan de oproep van de Heer. Laat het kwaad uw hart niet overnemen. U behoort de Heer toe. Ik kom uit de hemel om u te leiden op de weg naar goedheid en heiligheid. Deins niet terug. Let op. Laat niets voor morgen wat u nu moet doen. Heb moed. Ik zal ten beste spreken bij Mijn Jezus voor u. Wanneer u het gewicht van het kruis voelt, roep dan om Jezus. Hij alleen is uw alles en u kunt niets doen zonder Hem. Een schokkende gebeurtenis zal gebeuren in Duitsland. De dood zal passeren en Mijn arme kinderen zullen een zwaar kruis ondervinden. Ga voorwaarts op de weg die ik u heb aangewezen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
2. Opnieuw een aardbeving boven magnitude 7
Een zware aardbeving met een magnitude van 7,2 heeft zondagavond de Mexicaanse staat Neder-Californië getroffen. De schok werd tot in de Amerikaanse steden Los Angeles en San Diego gevoeld. Er zijn voorlopig twee doden geteld. De aardschok deed zich voor ten zuidoosten van de stad Tijuana in Neder-Californië, de staat die in het noordwesten van Mexico aan de VS grenst. Het epicentrum ligt op 26 km ten zuidwesten van de Mexicaanse stad Guadalupe Victoria. De stad Mexicali, op dertig kilometer van het epicentrum, is het zwaarst getroffen. Daar werden voorlopig twee doden geteld.
De kracht van de aardbeving zorgde ervoor dat de schok tot in het zuiden van Californië [LA en San Diego], Arizona [Phoenix] en Nevada [Las Vegas] te voelen was. Heel wat gebouwen daverden er volgens de Los Angeles Times op hun grondvesten. Het nieuws werd bevestigd door het Amerikaans Geofysisch Instituut [USGS]. "De laatste keer dat we in de regio zo'n krachtige aardbeving hebben gehad, was in 1992," zegt Lucy Jones van USGS. "Toen ging het om een aardbeving met magnitude van 7,3."
3. L'Aquila, een jaar later
Gisteren was het een jaar geleden dat de stad L'Aquila in Centraal-Italië werd verwoest door een aardbeving, waardoor ruim driehonderd mensen om het leven kwamen. Het meeste puin ligt nog steeds in de straten van de spookstad en van wederopbouw is nog geen sprake. Eerst moet 4,5 miljoen kubieke meter puin worden geruimd, waarvoor nog geen oplossing is gevonden.
De bewoners van L'Aquila waren de besluiteloosheid zat en steken sinds een maand zelf de handen uit de mouwen. "Het volk van de kruiwagens," worden ze in de volksmond al genoemd. Deze ludieke actie van burgerlijke ongehoorzaamheid [men moest er de verboden zone voor binnendringen) is sinds een maand de vaste zondagochtendbesteding van vele L'Aquilanen. Een derde van de gebouwen in de stad is dusdanig beschadigd dat ze niet of nauwelijks te redden vallen, maar tot nu toe wordt alles in de stad gestut met staalconstructies. Dat heeft al 80 miljoen euro gekost en is volgens critici een verspilling van geld, werk en tijd. Men zou sneller moeten besluiten welke gebouwen afgebroken moeten worden en welke absoluut gespaard.
Ook de daklozenopvang is nog niet definitief geregeld. De tentenkampen zijn weliswaar verdwenen, maar nog steeds bivakkeren ongeveer vijfduizend mensen in hotels en bijna duizend in de politiekazerne waar vorig jaar de G8-top plaatsvond. De dure, aardbevingbestendige nieuwbouwhuizen die premier Silvio Berlusconi beloofde zijn er wel gekomen, maar ze bieden onderdak aan nog geen 15.000 mensen, ongeveer een derde van het totaal aantal daklozen. Nog eens vijfduizend mensen zijn alsnog ondergebracht in goedkope, houten woonunits. Critici vinden dat het geld dat is uitgegeven aan de dure nieuwbouw, beter besteed had kunnen worden aan de wederopbouw van de stad. De goedkope woonunits waren goed genoeg geweest voor een tijdelijke opvang, vinden velen.
Kritiek is er ook op de geldverspilling voor de opvang van de circa vijfduizend daklozen die al een jaar in hotels wonen. Dat kost de staat dagelijks zo'n 350.000 euro. Veel hoteleigenaren wachten overigens nog steeds op hun geld van de afgelopen maanden. Niet alleen door de regering in Rome voelen de inwoners van L'Aquila zich in de steek gelaten, ook de G8 komt zijn beloftes aan de stad niet na. De leiders van de rijkste westerse industrielanden en Rusland beloofden vorig jaar tijdens de top in de stad hulp bij de wederopbouw, maar alleen Frankrijk, Duitsland, Rusland en Kazachstan voegden de daad bij het woord. De andere wereldleiders lieten het afweten.
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 128]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
Toen Pilatus deze ernstige woorden uit Jezus mond vernam, voelde deze zich geschokt en sprak nadenkend tot Hem: "Gij zijt dus een koning?" En Jezus antwoordde: "Gij zegt het: ja, ik ben koning. Ik ben geboren en in deze wereld gekomen om te getuigen van de Waarheid en ieder die uit is op de Waarheid, luistert naar Mijn stem." Pilatus keek onze Heer in de ogen en zei, terwijl hij opstond: "Waarheid? Wat is waarheid?" Er werd nog een en ander gezegd, dat ik mij niet juist meer herinner.
Jezus voor Pilatus
Pilatus ging terug naar het terras. Hij kon Onze Heer niet begrijpen, maar wist nu genoeg van Hem, waaruit hij de zekerheid had, dat Jezus geen koning was die de keizer schade zou berokkenen, dat Hij geen aanspraak maakte op een Rijk in deze wereld en een Rijk uit een andere wereld baarde de keizer zorg nog kommer, en hij riep van op het terras tot de priesters: "Ik vind helemaal geen schuld in deze mens." De vijanden van Jezus ontstaken thans in een nieuwe woede en een stroom van beschuldigingen lieten zij thans tegen Hem los. De Heer echter zweeg en bad voor die arme mensen, en toen Pilatus Hem de vraag stelde: "Hebt gij niets op al hun aanklachten in te brengen?" sprak Jezus ook geen enkel woord, zodat Pilatus, in hoge mate verwonderd, tot Hem zei: "Ik zie wel dat zij tegen u met leugens omgaan." [Hij gebruikte voor leugens een andere uitdrukking, die ik vergeten ben] De aanklagers echter staakten hun woedend getier en riepen: "Wàt, vindt gij geen schuld in hem? Is dit misschien geen schuld, dat hij het volk opruit door zijn leer te verspreiden over het hele land, van Galilea af tot hier?"
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 128]
Preken
Net als de anderen
We kunnen zelfs zeggen dat de zonde van de hoogmoed overal gevonden wordt waar mensen zijn. Zij vergezelt de mens bij alles wat hij doet en zegt. De hoogmoed is een onkruid dat wortel schiet. Luister een ogenblik en ge zult het zien. Jezus Christus geeft er ons een voorbeeld van in het evangelie, waar hij spreekt over de farizeeër die naar de tempel ging om er te bidden. Hij stond recht overeind en zei met luide stem, zodat iedereen hem zien en horen kon: "O God, ik dank U dat ik niet ben als de andere mensen die beladen zijn met zonden. Ik wijd mijn leven aan het goede en aan uw dienst." Kijk, dat is echt het type van een hoogmoedige: in plaats van God te danken omdat Hij zo goed is geweest Zich van hem te bedienen om het goede te doen, beschouwt hij dat alles alsof het van hemzelf kwam en niet van de goede God. Laten we er iets verder op ingaan en ge zult zien dat bijna niemand van deze kwaal uitgezonderd is. De ouden van dagen, evenmin als de jongelui, de armen evenmin als de rijken. Allemaal gaan zij trots op wat zij zijn en wat zij gedaan hebben, of liever: op wat zij niet gedaan hebben. Iedereen prijst zichzelf en hoort zich graag prijzen. Iedereen bedelt om de lof van de mensen en tracht er zich op alle mogelijke manieren van te verzekeren. Daarop is het hele leven, ook van de meeste Christenen, gericht.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 128]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Als we iemand kennen die bijvoorbeeld als kind veel geleden heeft onder zijn of haar ouders, of de omgeving, kan een Arme Ziel die persoon dan beschermen tegen satans voortdurende aanvallen door deze wonden, die uiteraard nog steeds openblijven tot wanneer deze persoon, laat ons zeggen, hulp heeft gezocht bij een priester of door een dokter op te zoeken? Maria: Zeer zeker en de Arme Ziel kan deze ook naar de juiste persoon leiden. Ik heb weet van gevallen waar precies zulke dingen gebeurden en enkele dagen later hebben de Arme Zielen mij verteld dat zij het waren die waren tussengekomen.
Nicky: Wat gebeurt er als iemand vraagt om hulp voor iets dat niet volledig heilig is? U hebt eerder gezegd dat de Arme Zielen niet tussenkomen in dergelijke gevallen? Maria: Neen en neen! Als iemand hulp vraagt voor iets met slechte bedoelingen, zullen zij nooit ter hulp snellen! Enkel satan zal iemand met slechte bedoelingen helpen, maar hij kan uiteraard ook hun activiteiten nabootsen.
Nicky: Weet u van een zaak waar zij aan iemand verschenen die daarna dingen vroegen die niet echt zuiver waren? Maria: Ja. Tijdens een vreselijk auto-ongeluk, verschenen drie zielen aan de bestuurder en zeiden hem: "En nu gaat u ons helpen!" Zij hadden hem duidelijk geholpen omdat de auto minstens een keer over kop was gegaan en hij precies op zijn plaats gebleven was en daarna uitstapte zonder één enkele schram. Toen het hem duidelijk was dat hij door hen van een zekere dood beschermd was, wenste hij nog meer hulp van hen bij het invullen van de verzekeringsdocumenten. Nu liet hij Missen voor hen opdragen en woonde deze ook bij, met de gedachte dat zij hem hierbij ook zouden helpen. Maar al spoedig werd het hem duidelijk dat ze hem niet hielpen omdat hij geen cent terugtrok van de verzekering. Hij maakte zich hierover kwaad en leek maar niet te begrijpen waarom zij hem niet hadden geholpen. In werkelijkheid had hij niet de volledige waarheid verteld aan de verzekeringsmaatschappij, en aldus een onterechte vergoeding had gevraagd. Deze oneerlijkheid bracht hem alleen maar meer tegenspoed.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Documentaire: The End Times [2/7]
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 182]
De Maagd wou hier niets van horen. Ze vertelde Juan dat hij als tussenpersoon gekozen was en dat hij het opnieuw moest proberen. De volgende dag, een zondag, ging Juan hiermee akkoord en ging opnieuw naar de kanselarij.
De bisschop wou echter meer bewijs. Hij vroeg een teken. Hij stuurde ook mannen om Juan Diego te volgen en te zien wat hij van plan was. Ze verloren hem echter op onverklaarbare wijze uit het oog nabij de brug naar Tepeyac, waar Juan opnieuw de Maagd ontmoette en haar vertelde dat de bisschop nog altijd niet echt geloofde en één of ander bewijs wilde.
"Goed en wel, mijn beste," antwoordde Maria, "je zal hier morgen terugkeren zodat je het teken waar de bisschop om vroeg naar hem kan brengen. Hiermee zal hij je geloven, hij zal niet aan je twijfelen of je verdenken, en weet, mijn beste, dat ik je bekommernis, inspanning en vermoeidheid omwille van mij zal belonen. Ga nu! Ik verwacht je hier morgen."
De volgende dag, maandag 11 december, kwam Juan niet opdagen omdat zn oom, Juan Bernardino, ernstig ziek was geworden door een vorm van de pest die cocolztli noemde. Op dinsdag ging Juan een priester halen om de laatste sacramenten toe te dienen en probeerde om de heuvel heen te lopen zodat de Maagd hem niet zou zien en hem tegenhouden. Zn oom had een priester nodig en hij was gehaast.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 73]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
Eerste ontmoeting met Pius XII
De reis vond dus plaats. Hun gewoonte van geheimhouding getrouw, wachtten Roger Schutz en Max Thurian bijna een jaar om het bekend te maken en dan nog slechts aan acht uitgekozen correspondenten, in vertrouwelijk opzicht: de eerwaarde Couturier en zijn medewerker pater Villain, de dominicaan Yves Congar, de jezuïeten Jean Daniélou en Robert Rouquette, de anglicanen Neill en Tomkins en Visser t Hooft.
De moeder van de prior en zijn zus Geneviève vergezelden hem. Aangekomen in Rome op 11 maart werden Roger Schutz en Max Thurian al s anderendaags in het Vaticaan toegelaten: op de twaalfde woonden ze in de Sixtijnse Kapel de mis bij, opgedragen voor de tiende verjaardag van de kroning van Pius XII. s Anderendaags werden ze op de Gregoriaanse universiteit ontvangen door de jezuïet Charles Boyer, docent theologie en verantwoordelijk voor het blad Unitas. In Rome was hij een van de meest opmerkelijke figuren in het katholieke unionisme, ook bezorgd om de houding van de Heilige Stoel te verdedigen. Hij vroeg zijn protestantse bezoekers om begrip en geduld, terwijl hij een positieve mening uitte over de conferentie van Amsterdam waarin hij een verkondiging van de Geest ontwaarde. Later schreef hij: "Ze verduidelijkten me dat de professie drie geloften inhield: persoonlijke armoede, eeuwig celibaat, gehoorzaamheid aan de prior." Dergelijk perspectief kon Rome alleen maar behagen.
Op 15 maart werden de twee stichters op het Staatssecretariaat ontvangen door Mgr. Montini die ze als bijzonder verstandig en diep spiritueel bestempelden, onder de indruk van zijn openheid en zijn streven naar bedaren.
Mgr. Montini nochtans rechtvaardigt de stroeve katholieke houding in de oecumenische dialoog: "Rome komt hard over, maar dit is haar zending. De Kerk is op Petrus gebouwd en die steen is soms hard." De twee bezoekers waren ook gevoelig voor de enkele mogelijke hervormingen die de rechterarm van de paus niet uitsloot, zowel over de taal in de liturgie als het celibaat voor de priesters.
Roger Schutz en Max Thurian weerhielden alleen de positieve kanten van hun audiëntie bij de paus op 16 maart. De heilige vader liet een mogelijkheid doorschemeren tot officieuze deelname van de katholieke Kerk aan de toekomstige bijeenkomsten met waarnemers en liet hopen op een oproep tot gebed voor de eenheid van de Kerk ter gelegenheid van het aankomende Heilig Jaar.
"Deze reis werd gezegend, geloof ik, en kan vruchtbaar zijn," schreef Max Thurian korte tijd naar zijn thuiskomst.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 41]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Zijn verhouding tot de Joden
Behalve de specialisten in Romeinse geschiedenis zijn er weinige lezers van het Nieuwe Testament die zich rekenschap geven van de vooraanstaande rol die Julius Caesar heeft gespeeld in de geschiedenis van de Joden uit Palestina en de diaspora tijdens de laatste jaren van zijn bewind [49-44 v. J.C.] De Joodse Oudheden van Flavius Josephus houden uitreksels in van een reeks officiële documenten die betrekking hebben op politieke beslissingen van Caesar voor de Joden. Ondanks hun onvolledige staat kan er het belangrijkste uit opgemaakt worden.
In het kort dient eraan herinnerd dat in 63 v. J.C. Pompeius Judea had veroverd. Nadat hij de regerende hogepriester Aristobulus II had afgezet en opgesloten, verving hij hem door zijn broer Hyrcanus II. Toen dus werd Pompeius gesteund door Hyrcanus en de politieke Palestijnse leider Antipater [uit Idumea] die bekend raakte en vader was van Herodes de Grote.
Toen de rellen tussen Caesar en Pompeius uitbraken in 49 v. J.C. vroegen Caesar en zijn aanhang de steun van de Joden. Ze bevrijdden de door Pompeius afgezette Aristobulus II uit de Romeinse gevangenis en gaven hem de steun van twee legioenen om Pompeius in Syrië aan te vallen. Dit plan mislukte want de aanhangers van Pompeius hadden Aristobulus gevangen genomen in Rome nog vóór hij naar Syrië kon inschepen. Maar, na de dood van Pompeius, door zijn nederlaag in de slag bij Pharsalus [48 v. J.C.], liepen hogepriester Hyrcanus II en Antipater over naar de overwinnaar.
Aan het hoofd van de drieduizend Joodse soldaten nam Antipater actief deel aan deze strijd. Van zijn kant was Hyrcanus in keizer Caesars gunst gevallen door de Joden uit Egypte aan te sporen de keizer te ondersteunen. Als beloning bevestigde Caesar Hyrcanus als hogepriester en etnarch van de Joden en verleende hij aan Antipater het Romeinse burgerschap, de titel van procurator van Judea en stelde hem vrij van belastingen. Zo bevorderde Caesar de opkomst van de Herodiaanse dynastie die bijna een eeuw lang over Palestina zou regeren.
Bovenop de al toegestane voordelen gaf Caesar aan Hyrcanus de haven van Jaffa en andere steden die Pompeius aan de Joden had onttrokken. Hij liet ook toe de wallen van Jeruzalem weer op te trekken en hij stelde de Joden van de gebieden die hij beheerde vrij van legerdienst. Caesar toonde zich ook mild tegenover de Joden van de diaspora. Hij bevestigde het Romeinse burgerschap van de Joodse gemeenschap in Alexandrië en beschermde de godsdienstvrijheid van de Joden in Klein-Azië.
Zodoende was Caesar een held in de ogen van de Joden uit de hele Romeinse wereld. Toen Caesar in 44 v. J.C. vermoord werd op de Idus werd hij meer door de Joden dan door een andere natie betreurd: "De diepe openbare droefenis," schrijft Suetonius, "betreuren vele buitenlanders volgens hun eigen gewoonten, waaronder vele Joden die meerdere nachten na elkaar rond de brandstapel stonden." In 42 vóór J.C. werd Caesar vergoddelijkt en voortaan vereerd als divus Julius.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 61]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Tweede Wonder
Twee dagen later, op 17 augustus, was er een priester in gebed in de kerk van de Heilige Maria van Provenzano. Zijn aandacht werd gericht op iets wits dat kwam van de offerkist die zich in zijn Prie-Dieu [klein gebedsaltaar] bevond. Hij zag dat het een Hostie was en ging naar de andere priesters van de kerk, die op hun beurt de aartsbisschop en de broeders van de Kerk van de Heilige Franciscus inlichtten.
Toen de offerkist werd geopend in de aanwezigheid van de priester en de afgevaardigde van de aartsbisschop, vonden ze een groot aantal Hosties, sommige bedekt met spinrag. De Hosties werden vergeleken met ongeconsecreerde Hosties die in de kerk van de Heilige Franciscus gebruikt werden, De Hosties bleken het zelfde formaat te hebben en ze hadden het zelfde symbool, wat bekende dat ze door de zelfde bakkerij gebakken waren. Het aantal Hosties was precies gelijk aan het geschatte aantal Hosties die gestolen waren ... 348 hele Hosties en zes halve Hosties.
Omdat de offerkist maar eens per jaar werd geopend waren de Hosties bedekt met een laag stof wat zich daar had verzameld. Nadat ze voorzichtig door de priesters van het stof ontdaan waren, werden de Hosties geplaatst in een ciborie in het tabernakel van het hoofdaltaar van de Kerk van de Heilige Maria. De volgende dag bracht, in aanwezigheid van een grote menigte dorpelingen, de aartsbisschop Alessandro Zondadari de Heilige Hosties in een plechtige processie terug naar de kerk van de Heilige Franciscus.
12. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
Na de eucharistie begon hij aan de gewone taken in de stallen : de dieren voederen, stallen schoonmaken, water halen voor de dieren en klanten helpen. Hij was ook een smid die paarden besloeg. Hiervoor gebruikte hij een speciaal soort gereedschap, een "puhamante," die nu als een relikwie bewaard wordt in het museum van de Martelaars van de Clarissen in Barbastro.
Ceferino was geen saai iemand. Hij bezocht foren in de naburige dorpen en miste geen enkel feest dat door zijn mede-zigeuners werd georganiseerd. Hij nam deel aan processies en de activiteiten van de verschillende religieuze organisaties waartoe hij behoorde. Daarbij waren de Genootschap van de Nachtelijke Aanbidding en Eucharistische Verenigingen, de Vincentius à Paolo-vereniging, en de Broederschap van de Franciscaanse Derde Orde waarin hij een belangrijke functie bekleedde. Hij woonde dagelijks de Mis bij en ontving het Heilig Sacrament.
Op middelbare leeftijd was Ceferino "groot, slank, in goede gezondheid, met een sterke geest en een goed voorkomen." Maria de los Dolores, die de Zalige kende, herinnert zich hem als een grote, slanke man, en de kleine jongens uit de omgeving zagen hem als "de fantastische gentleman met een overweldigende persoonlijkheid, groot, mager en met goede manieren." Andres Jimenez, een zigeuner, voegt nog iets toe aan de beschrijving van Ceferino: "Hij was een mooie man. Hij kleedde zich elegant met een pak en vest. Hij had een horlogeketting die neerhing uit zijn vest en verdween in een kleine zak. Hij had een wandelstok bij zich."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 22]
De boodschap van Lourdes
In de tijd van Bernadette was de Grot een vuile, duistere, vochtige en koude plek. Men noemde de Grot de "varkensschuilplaats," omdat men er soms de varkens naar toe leidde. Daar wilde Maria verschijnen, helemaal wit, helemaal puur, als teken van Gods Liefde, d.w.z. teken van wat God in elk van ons wil bewerken. Het contrast is hemelsgroot tussen deze duistere en vochtige Grot en de aanwezigheid van de maagd Maria, de "Onbevlekte Ontvangenis." Dat herinnert ons aan het Evangelie: de ontmoeting van de rijkdom van God en de armoede van de mens. Christus is gekomen om te zoeken wat verloren was.
In Lourdes is Maria verschenen in een vuile en duistere Grot, op de plaats die Massabielle heet, oude rots, om ons te zeggen dat God naar ons komt daar waar wij zijn, in het hart van onze ellende en onze verloren zaken. De Grot is niet alleen de plaats van een aantal gebeurtenissen, een geografische plaats, het is ook de plek waar God ons teken doet om ons zijn hart en ons eigen hart te ontsluieren. Het is een oord waar God ons een boodschap brengt, die geen andere is dan deze van het Evangelie. God komt ons zeggen dat hij ons bemint ... dat is heel de inhoud van de Boodschap van Lourdes: en dat hij ons bemint zoals wij zijn, met onze successen, maar ook met onze kwetsuren, onze broosheid en onze beperkingen.
Op 18 februari, bij de derde verschijning, spreekt de Maagd voor de eerste keer. Zij zegt tot Bernadette, die haar papier en potlood voorhoudt om haar naam op te schrijven, zegt "de Dame": "Dat is niet nodig." Het is een buitengewoon woord. Het wil zeggen dat Maria in een liefdesrelatie met Bernadette wil treden. Het hart wordt aangesproken. In de Bijbel is het hart van de mens de kern van zijn persoonlijkheid, het diepste van het menszijn. Bernadette wordt zo uitgenodigd om haar hart te openen voor die Boodschap van Liefde.
14. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 19
Op een dag was ik op een grote vlakte helemaal alleen met God. Jezus verscheen aan mij een toonde mij van op de top van een heuvel een mooie zon aan de horizon. Hij zei bedroefd: "De wereld gaat voorbij en mijn Tweede Komst is nabij. Wanneer de zon aan het ondergaan is, weet dan dat de dag nabij is en dat de nacht spoedig zal vallen. Eeuwen zijn voor mij als uren. Kijk naar deze zon en zie hoeveel ze nog te reizen heeft en schat de tijd die overblijft voor de wereld."
Vertaling: Chris De Bodt
15. Ongeschonden Lichamen: Catherine Labouré
Geheimzinnige edelstenen
In december 1830 verschijnt Maria een derde maal aan zuster Catharina en toont haar het tableau waarop de medaille is afgebeeld. Aan de vingers van de Allerheiligste Maagd schitteren edelstenen van waaruit lichtstralen op de aarde schijnen. Maar uit sommige edelstenen komen geen stralen: "De edelstenen waar niets uitstraalt stellen de genaden voor die men mij vergeet te vragen," zegt de Maagd Maria: "Je zult me niet meer zien maar je zult mijn stem horen tijdens je gebeden." Zuster Catharina voelt zich vastgezet door het hernieuwde verzoek van de Heilige Maagd en de gehoorzaamheid aan haar biechtvader die niets meer wil horen over die "hersenspinsels." Daar Onze Lieve Vrouw niet op haast heeft aangedrongen legt ze zich maar het stilzwijgen op.
Wonderdadige Medaille
Op 30 januari 1831 vindt haar inkleding plaats en wordt ze ingezet in het hospitium van Enghien, in een voorstad van Parijs. Daar is ze op bekend terrein: het kippenhok, de tuin, de duiven en even later de koeien. Maar de innerlijke stem dringt bij haar aan dat ze de medaille laat slaan. Pater Aladel wordt weer geraadpleegd die op zijn beurt de "zaak" aan een collega voorlegt. Vervolgens wenden beiden zich tot monseigneur de Quélen, aartsbisschop van Parijs. De verschijning van Maria gezien in het licht van het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis, ontmoet bij de prelaat meer dan een gewillig oor: "Geen enkel bezwaar tegen het laten slaan van de Medaille, het is geenszins in strijd met het geloof en de vroomheid. Over de aard van het geziene moeten we ons onthouden van een voorbarig oordeel, evenals aan de omstandigheden waaronder het plaatsvond geen ruchtbaarheid geven. Laat die medaille heel eenvoudig worden verspreid. En aan de vruchten zullen we de boom kennen."
16. Monsters van de Rivier Kwai [deel 2]
Hij schiep er genoegen in om ons te martelen
Na 60 dagen werken aan de spoorlijn, zonder een dag rust, hadden we de gevreesde rots bereikt die onze weg versperde voor de volgende 450 tot 500 meter. Het zien alleen al van die rots moet genoeg geweest zijn voor één van de gevangenen, die smeekte om hem vrij te laten.
Alistair Urquhart
Ik wist niet dat er iemand ontsnapt was, tot er op een morgen een kerel het kamp werd in gesleept. Hij was afgrijselijk geslagen geweest; hij was gezwollen en vol bloed en zo goed als onherkenbaar. De vertaler zei: "Deze man is heel slecht. Hij probeert te ontsnappen. Niet goed!". Twee bewakers wierpen hem op de grond voor ons en deden hem knielen. Hij smeekte niet om genade. Hij wist wat zijn lot was en wachtte stil af.
De Zwarte Prins, die zich speciaal voor deze gelegenheid leek uitgedost te hebben, kwam met grote stappen dichterbij en trok zijn samuraizwaard. Hij pookte de gevangene in de rug om hem te doen rechtzitten. Dan hief hij zijn zwaard op en er volgende een moment dat zo gruwelijk was dat ik nauwelijks kon geloven dat het gebeurde.
Ontsnappingspogingen hadden de dood tot gevolg
Dit was één van de vele voorbeelden van barbaarsheid op de spoorlijn die ik uit mijn hoofd trachtte te bannen. Maar ik kon niet ontsnappen aan het ijzige gesuis van het zwaard terwijl het door lucht kliefde, of het ziekelijke geluid toen het de nek van onze kameraad raakte, gevolgd door de doffe bons van zijn hoofd dat op de grond viel.