We logeren de komende 4 weken in een Togolees hotel, gelegen op een heuvel in Sokodé met een prachtig uitzicht over de stad. Deze wordt uitgebaat door Monsieur mama en Madame Natascha. Een wekker is hier alvast overbodig, de tientallen moskeeën rondom wekken je met veel plezier vanaf 4u30.
Juju en Juju, 2 lieve dames die werken voor Monsieur mama
zorgen ervoor dat we hier niets tekortkomen. Zo mogen we zelf onze menu
samenstellen. Aangezien we sinds ons vertrek uit België nog geen groenten
gezien hadden, hebben we gesmeekt om deze in het menu te verwerken. Het
resultaat: 1 kg groene boontjes met brood als middagmaal. Annelore was voorzien
op een claustrofobische muskietentent, voor onze muskietennetten werden er bij
aankomst meteen gaten in het plafond geboord. Er wordt goed voor ons gezorgd!
Gelukkig zijn we 3 gedoopte girls zonder veel gêne die het
niet erg vinden om te douchen en naar de WC te gaan in een badkamer zonder
deur. Douchen doen we immers toch niet langer dan nodig gezien het ijskoude
water. Dat water komt wel van pas om met een emmer onze WC door te spoelen.
Met onze girlpower gaat het nog steeds niet beter: als je
niet snel genoeg bent, lukt het zelfs niet om je eigen fles water open te doen.
Ook de vuilnisbak weten we hier nog steeds niet staan.
Boodschap aan mama en papa: al veel muggenbeten maar nog geen malaria.
Terwijl de man voor ons zijn 4de dubbele whiskey achteroversloeg, landden we voor het eerst op Afrikaanse bodem. Na een korte
tussenlanding in Ghana vlogen we richting Lomé. Tijdens het 2de deel van de
vlucht werd de volledige cabine "grondig" gedesinfecteerd door de
stewardessen, wij als passagiers inclusief 😉 Eenmaal in de luchthaven van Lomé raakten onze paspoorten bedolven onder
een gigantische stapel en zagen we deze pas enige tijd later terug. Dankzij
onze mooie glimlach mochten we zonder veel problemen met onze 9 valiezen de
douane passeren. Bij het verlaten van de luchthaven vielen we onmiddellijk uit
de toon, dit was te merken aan de 100den starende blikken die onze richting
uitkwamen.
Madame Afi Atsu en Siba pikten ons snel uit de menigte en namen ons
op sleeptouw door Lomé, waar het verkeer geregeld wordt door agenten met een
zaklamp. Aangekomen op onze slaapplaats werd het ons al snel duidelijk dat onze
girlpower hier niet zo geapprecieerd werd als in België. Zo was het absoluut
verboden om onze valiezen zelf naar binnen te dragen. Toen Siba ons 100 meter
verder aan een restaurant afzette met de auto, stond Afi Atsou erop dat hij ons
na een uur terug zou komen oppikken. Ze wou absoluut niet dat ons iets zou
overkomen.
De volgende dag vertrokken we met enige vertraging door een
kapotte ruitenwisser (ruitenwissers zijn absoluut noodzakelijk: zie foto) al
slalommend en toeterend naar Sokodé. Onderweg zorgde Siba ervoor dat we niets
te kort kwamen. Tien kilo fruit rijker arriveerden we uiteindelijk op onze
verblijfplaats voor de komende 4 weken in Sokodé. Ook hier werden we hartelijk
ontvangen door Monsieur Mama en Madame Natasha, en zij zorgden voor een
Belgische maaltijd met frietjes waardoor we ons meteen op ons gemak voelden.
Boodschap aan mama en papa: we hebben nog geen malaria. ;-)