In
een van de nagelaten gedichten (1958-1982) uit De volière van mijn hart voorspelde Mark Meekers: Ik stort mijn woorden in het archief van de
toekomst. Hij heeft nagelaten om zijn neo-experimentele verzen uit de
sixties en de seventies te publiceren maar een halve eeuw later maakt hij deze
nalatigheid goed. De
teksten blijven springlevend (de auteur eveneens).
Ze
zijn weergegeven zonder enige opsmuk, in de spelling van toen en met inbegrip
van de on-volmaaktheden. Meekers ademde gedichten, leefde met het woord, zag de
dingen en het leven door een dichterlijk oog: poëzie was dagelijks voedsel voor
de geest.
Zijn
volièrevogels hebben vele kleuren: romantisch getint als ze de natuur bezingen,
maar soms ook bijtend met de ironie en het sarcasme van de cartoonist. De
chansonnier legt er zijn ritme in. In het sterk visuele en beeldende karakter,
vinden we de kunstschilder terug.
Op
een vrij traditionele inzet volgt een neo-experimentele periode, waarbij alle
registers worden opengetrokken: magische en surrealistische accenten,
associaties, evocaties, snippers automatisch schrift, repetitieve poëzie,
klankgedichten en zoveel meer. Het wordt een taaldronken feest van metaforen en
speelse woordserpentines. Vanaf 1975 komt er meer versobering en wordt de
behoefte om de inhoud directer weer te geven dwingender.
Deze
gedichten vormen de aanloop tot de latere, eerder klassieke bundels en de
succesrijke doortocht langs de wedstrijdjurys, die Meekers tot de meeste
bekroonde Vlaamse dichter maken.
zo sidderen de veren
serafijnen celestieus verfijnd.
als jachtigjonge engelen
het albasten appelspel versinteld
in de bosbomen, in
vlug-vervedeld ijlen van vurige schaduwen betoverd,
loverbes en bospilaren,
o zo overvol van voelen vervuld de gulden
odorante oden doorwaadbaar
xylofaan geduld
overal openrimpelend
frisse fruitfrivolen violen van vingerverzoening
verzinnetinteld
zielezingen, tinnen zalig zijn in de lijfskokette
kring
van de drie gratiën
gracieus
door wateren klederen
omgeven in zilverhuiverende huid gehuld
de handen geweven,
vervormd tot puur spel van handrond rinkelende
pozen pinkpirouetten,
zuiver rose-ruising, azuur-glazuur tot glas,
glamouren gleisen
lievelingen van louter lust als van fleuren veulens saffraan
in de vilten roes van
vlugvoetige jeugd verstoeid
als bloemen die
verstuiven tot echos in de koperen bosbladstilte
satijn samaritaan, zo
schone schimmels, schroomvallig schoon schalmein .
OP DE PUNT VAN DE PEN
- Ik las zojuist je
Volière. Ik ben zeer getroffen omtrent de eenvoud, kwaliteit, diepgang,
opmerkingsgeest, vakmanschap, de scherp- en fijnzinnigheid, zang, kleur, poëzie
enz. Lang geleden nog zoiets lichtvols gelezen. (Serge Largot, brief 1981)
- Deze prille worp laat
niet meteen invloeden zien.
(Jacob Baert 2015)
Mark Meekers (Marcel Rademakers) zat voor de twaalfde maal de KRUIP IN JE PEN Poëziewedstrijd voor.
De uitslag werd bekendgemaakt tijdens een diner waarop de deelnemende studenten van de Universiteit Hasselt en de Hogeschool PXL uitgenodigd waren.
JURYVERSLAG
De juryleden Hilde Imberechts, Ria Snellinx, Jee Kast, Herman Rohaert en Mark Meekers (voorzitter) kwamen op donderdag 14 januari 2016 samen in de UHasselt. Sofie Hoste fungeerde als (niet stemgerechtigd) secretaris. De jury hield rekening met poëtische zeggingskracht, originaliteit, inhoud en verwoording van de tweeëndertig ingezonden gedichten. Buiten het winnende gedicht waren de overige inzendingen aan elkaar gewaagd. Na grondige lectuur en afweging van de kwaliteiten van elke tekst kwam de jury tot een unaniem besluit.
Voegwoorden als 'Doch, Maar, Vermits' (alle drie met een hoofdletter): wie durft daar een gedicht rond te maken? Een origineel onderwerp, een ode aan voegwoorden die discreet, bescheiden, schuchter zijn en liever, veel liever iets suggereren of voorzichtig via een omweg aanduiden dan uit te bazuinen wat ze te zeggen hebben. Tegelijkertijd weten ze zelf heel goed wat ze willen en vinden ze, zelfbewust als ze zijn, dat men ze maar moet begrijpen en respecteren zonder verdere verheldering. Is dit een metataalgedicht of eerder een metaforische boodschap, zou het kunnen, misschien, wie weet, dat die voegwoorden 'vrouwelijk' zijn of voor het 'vrouwelijke' staan? In ieder geval is het gedicht 'Relaas van de geletterde stilte' een fascinerend gedicht dat, geheel terecht, met de eerste prijs gaat lopen. De Kruip in je pen Poëzieprijs 2016 gaat verdiend naar Gayel Van De Moosdijk, studente verpleegkunde aan de Hogeschool PXL.
De tweede prijs gaat naar 'Ze is zoveel meer...' Een eenvoudig, pretentieloos, mooi vers uit de pen van Lise Bertels, studente aan de faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen van de UHasselt. De schrijfster schept een beeld van een vrouw, "dat zeldzame, een waarheid die ik vertrouw", "de wijsheid die naar me lacht". Een vrouw waar ik de vinger niet op kan leggen, in mysterie gehuld. Een prachtig wezen dat naar het einde van de tekst haar moeder blijkt te zijn. Dit is zoveel meer, een rijm zonder dat het rijm geforceerd is, zonder dat het gekunsteld is. Hetgeen er verteld wordt, is eenvoudig zonder makkelijk te zijn, het verloop vrolijk en muzikaal. Zelfs op muziek gezet zou het kunnen klinken vond de jury. Het is zoveel meer dan een gewoon gedichtje in een wip geschreven: het klinkt spontaan en tegelijkertijd afgewogen.
Tegen de romantische achtergrond van oceanisch natuurgeweld schetst de dichter in brede contrasterende zinnen het lot van een drenkeling, die wacht op zijn reddingsboot. Hij voelt zich echter hoopvol, gedragen en geleid door iets hogers, dat hij betempelt als "licht... in donkere tijden". Voor de knappe, meeslepende wijze waarop de actualiteit hier onder woorden gebracht wordt, verdient 'Licht van mij' van Sara Benyahya, studente rechten aan de UHasselt, de derde prijs.
Met de eerste eervolle vermelding wordt een gedicht bedacht dat opvalt door de gedegen constructie, waarbij de strofen van het kwatrijn logisch bij elkaar aansluiten. De taal verrast door een boeiend spel van tegenstellingen en talrijke (niet altijd gelukte) neologismen en medische termen. Het ziekenbezoek wordt afgesloten met een knap, ironisch slot waarin gehuicheld medeleven aan de kaak wordt gesteld. Het gedicht 'Beziek' werd geschreven door Mille Vermeulen van de opleiding Business aan de Hogeschool PXL.
Voor de tweede eervolle vermelding kiest de jury voor een gedicht dat zowel qua inhoud als qua vorm eerder klassiek is. Het melancholische thema is de verdwijning van de natuur als gevolg van de opkomst van de steden, en hoe - meer bepaald - de bomen in die situatie steeds standhouden. De opbouw van het gedicht is vormvast: vier kwatrijnen, een herhaling in de eerste en laatste strofe en een vrij strak rijmschema, dat gelukkig natuurlijk klinkt. Enkele verrassingen in de woordkeuze en een doordachte zinswending haalden ons over de streep: dat bomen niet klagen, "ligt niet in hun aarde", ook al kunnen ze door de huizen de stad niet meer zien. Xavier Bellefroid, student aan Hogeschool PXL - education, krijgt voor zijn gedicht 'De stem van een boom' een verdiende eerste eervolle vermelding.
nodigen u en uw vrienden uit op zondag 15 juni 2014 om 16.00 uur
in de Kapittelzaal van Abdij Keizersberg, Mechelsestraat 202 te Leuven
op de voorstelling van zijn Parnassusbloemlezing
Salto Vitale
170 Gedichten van MARK MEEKERS
Inleiding door GERDA DE PRETER
PROGRAMMA
o Dichter Gerda de Preter leidt Salto Vitale in.
o Annemie Fransen, Dianne Nuyts en Johan van Cauwenberge lezen voor uit Salto Vitale.
o Gitarist Jan Wouters verzorgt de muziek.
o Uitgever Leo Peeraer overhandigt het eerste
exemplaar.
o Receptie.
Salto Vitale brengt een selectie uit
vijftien bundels en dertig jaar poëzie. Mark Meekers heeft zonder omkijken zijn literaire weg gevolgd
eigenzinnig, wars van enig compromis of commercialiteit (Gerda de Preter). Hij
beschikt over een indrukwekkend creatief taalgebruik, over pakkende metaforen
en vernuftig taalspel (Thierry Deleu). Zijn themas zijn de natuur, het
existentiële, kunst en kunstenaars als Rembrandt, Van Gogh, Rops e.a. De
combinatie van beeld en gedicht is haast van een onaardse schoonheid (André Oyen). Het mededogen
voor de kleine of zwakkere mens treft: Je staat te kijken van Meekers
inleving in de materie (Dirk Blockeel). Hugo Claus en Mark Meekers zijn de
meest bekroonde Vlaamse dichters (De Standaard), dus mocht een selectie uit de
bekroonde gedichten niet ontbreken. Deze poëzie is een ode aan het
bestaan zelf, niet een salto mortale in het theater van de tijd, maar een salto
vitale naar het vangnet van de eeuwigheid (Gerda de Preter). Stuk voor stuk
prachtige, ijzersterke gedichten (Juliën Holtrigter).
MARK MEEKERS (Blaasveld, 1939) was stichter/voorzitter van de
dichtersgroepen Mengmettaal en Concept, dorpsdichter
van Doel, poëzie-ambassadeur van Vlaams-Brabant, eregast op het Woordfees in
Windhoek. Zijn gedichten zijn opgenomen in talrijke tijdschriften en
bloemlezingen. Hij is eveneens actief als beeldend kunstenaar (Marcel
Rademakers).
AANKOOP: Salto
Vitale kan verkregen worden door overschrijving van 20,00 (192 blz.) (plus verzendkosten: 3/exemplaar) op
rekening IBAN BE08 4310 5290 8113, BIC KREDBEBB van
Uitgeverij P, Sint-Antoniusberg 9 te 3000 Leuven, met vermelding
van Salto Vitale.
INFO: Uitgeverij
P, Sint-Antoniusberg 9 te 3000 Leuven, T 016 23 12 45 E contact@uitgeverijp.be
In 2009 schreef Mark Meekers het gedicht Emigranten bij een tekening van Eugeen
Van Mieghem. Het handelt over de uitwijkelingen die via de Red Star Line een
nieuw leven begonnen in de Verenigde Staten. Het werd gepubliceerd in de bundel
Orpheus in de haven, gecomponeerd
rond de figuur en het werk van Eugeen Van Mieghem (1875-1930).
EMIGRANTEN
have en goed bijeengescharreld, zelfs hun
schaduw ingepakt. niets laten ze achter,
geen kruimel, geen verleden. de kraag hoog
opgezet tegen de oude wereld waaruit ze
met gewijde kaarsen en heilige verontwaar-
diging verdreven zijn. de toekomst in een
laken geknoopt, hoop onder de hoed. oud-
testamentische baarden en een ratjetoe van
talen die elkaar vinden in het woord New York.
koffers en koppen ontsmet (de Red
Star Line
staat op haar ster en strepen). geen vlooi
mag het beloofde land in, enkel armeluizen.
op de loopbrug reikhalzen ze al naar Ellis
Island, waar ze hun schoenen met goud ver-
zolen, het vuil onder de nagels verzilveren,
licht met 7 wijdopen armen op hen wacht.
-
Mark Meekers
Uit: Orpheus in de
haven, uitg.: Eugeen Van Mieghem Stichting, Antwerpen, 2006, 88 p., 36
gedichten, 41 tekeningen van Van Mieghem
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen) Tags:Mark Meekers, Marcel Rademakers, Van Mieghem, Red Star line, Antwerpen, poëzie, gedichten, literatuur, nieuws
25-09-2013
MARK MEEKERS OP HET "WOORDFEES" IN NAMIBIÃ
Mark Meekers (Marcel Rademakers)
Mark Meekers (Marcel
Rademakers), dichter-schilder, werd als "meest bekroonde Vlaamse
dichter" door de Universiteit van Namibië en de krant Die
Republikein uitgenodigd om het Nederlandstalig gedeelte van het "WOORDFEES(t)"
(2-7 september 2013) in Windhoek stem te geven. Prof. dr. Chrisna Beuke-Muir
nam het initiatief en mag trots op een geslaagde eerste uitgave terugblikken. Zij
doceert niet alleen, maar staat ook Jo Decaluwe terzijde op de planken: met veel gevoel brachten zij
het stuk Liefdesbrieven van de Amerikaanse dramaturg A.R. Gurney en zong zij
samen met haar zoon, Jan-Willem, Afrikaanse liederen. Die veelzijdigheid kwam
ook tot uiting in de samenstelling van het programma: een musical, drama, dans,
schrijfcursussen, interviews met vertegenwoordigers van de verschillende
culturen in Namibië. Het gezongen woord kwam aan bod bij de chansonniers Stef
Bos en Koos Kombuis.
En natuurlijk waren er de boekvoorstellingen en
interviews met romanciers en dichters uit Namibië en Zuid-Afrika. Uit Vlaanderen
was Mark Meekers te gast, hij ging in op de uitnodiging Khi da ! hoa, Kom
met ons praat! die als ondertitel van het festival fungeerde. Samen met Prof.
S. Huigen gaf hij twee colleges aan de vierdejaars Neerlandistiek. Hij zette er
zijn visie op poëzie uiteen, sprak over de bronnen en de drijfveren van zijn
gedichten en vertaalde in samenspraak met de studenten zijn gedichten naar het
Afrikaans. De meeste studenten hoorden voor het eerst Nederlands en vergeleken
dit met het Afrikaans, ttz. Nederlands in de tropenzon gerijpt.
Er stonden eveneens twee poëzieprogramma's rond zijn werk geprogrammeerd:
"Dit Reën" ("Het Regent"), met prof. Aldo Behrens, hét
monument van de Namibische toneelwereld, en "Op Jou Merke!" ("Op
Uw Plaats!"), met Jo Decaluwe, die ook als acteur in twee fel gesmaakte
toneelstukken optrad.
Tijdens een 'skrywerspraatjie' werd Meekers doorprof. Jacques van der Elst, voorzitter van de
Afrikaanse Taalraad geïnterviewd over zijn poëtische prestaties en zijn werk
als beeldend kunstenaar. Hij noemde de kunstenaar een kleurmannetje, het
Afrikaans voor gekko: geen misse benaming om de veelzijdigheid van de auteur te
beklemtonen. Hij vergeleek de schilder met Claus en Armando, situeerde de
componist-zanger onder de eerste Vlaamse chansonniers en toonde aan hoe deze
drie kunstvormen harmonisch in depersoon van de dichter samenvloeien. Hij onderstreepte het politieke en
sociale engagement in de poëzie met gedichten rond Doel, armoede in Tanzania en
het actuele hackingschandaal. Het humoristisch-ironisch tikje kwam in de fel
gesmaakte haikus en senryus aan bod. De belangstelling voor beeldende kunst
illustreerde hij met één (Rembrandt-)gedicht uit de zeven bundels aan kunstenaars
gewijd. Het volle leven sprak uit een romantisch liefdesvers Sentimenteel,
dat de dichter op aanvraag meermaals voorlas.
De talrijke toehoorders prezen dictie en voordracht,
waren enthousiast over de gedichten en erg emotioneel aangesproken (de enige
natte plek in dit droë land). Zelfs de luisterliedjes uit de jaren zestig
werden geapprecieerd en galmden meerdere malen door de zaal.
Het guesthouse (Vista) van Koos en Fransette was de
ideale plaats om met de talrijke genodigden uit Namibië en Zuid-Afrika van
gedacht te wisselen: Tossie van Tonder, Stef Bos, Koos Kombuis, Jan-Willem
Beuke, Piet van Rooyen, Christine Barkhuizen, Marié Blomerus en vele anderen. Het
was een hartverwarmende ontmoeting, met vriendelijke open mensen, ver van de
bekrompen literaire cenakels. Ik heb nergens zoveel en gul gelach gehoord als
hier in dit droge land, ver van de achterbakse kneuterigheid van ons
schimmelige land. Het zette ons ertoe aan om de hoofdstad Windhoek te
verkennen: brede lanen, veilige straten, vele openbare gebouwen, die
hoogstandjes van architectuur zijn. Het is een feest voor het erfgoed, de
minste muur of villa uit de Duitse tijd is gerestaureerd. Bijna iedereen
verstaat Afrikaans en je wordt er vrolijk van om uitdrukkingen en woorden te horen
als spoedbreker voor verkeersdrempel, spookasem voor suikerspin of jij
moe nie kak maak nie voor je moet geen ruzie maken Waar vind je nog namen van dorpen als
Welkom, Geluk, Vredeshoop, Lekkerwater, Sprookjesbos of Sukses? Het
is een onmetelijk land, waar de natuur nog ongestoord verder wandelt, op de
zanderige wegen om het halfuur een wagen je kruist, stress zinloos lijkt. Geen
muffe Vlaamse spruitjes, maar gezonde lucht! De duinen scheren hier de hoogste
toppen ter wereld, de canyons graven (op één na) het diepst zich in.
Familiegeest, gedienstigheid en godsdienstigheid, gulheid en stilte zijn hier
vanzelfsprekend. Het leven is hier zoveel échter. Het moet iets met de
weidsheid van het landschap en de bonkende zon te maken hebben
MARK MEEKERS ontvangt de HERMAN J. CLAEYSPRIJS VOOR POEZIE
Mark Meekers (Marcel Rademakers) en Herman J. Claeys
De Herman J. Claeysprijs voor poëzie is een
initiatief van de Antwerpse Pipelines vzw en De Muzeval, een dichtersinitiatief
in Literair Café Den Hopsack aan de Grote Pieterpotstraat 24. De prijs is een
eerbetoon aan de anarchist, atheïst, bekend Provo, medestichter van Pipelines,
auteur, dichter, boekhandelaar, uitgever, plastisch kunstenaar en oprichter van
café De Dolle Mol in Brussel, Herman J. Claeys (+ 2009).
Het thema van de Herman J. Claeys-prijs was 'Censuur', een fenomeen waarvan
Herman meerdere malen het slachtoffer werd. De prijs werd donderdag uitgereikt
in De Groene Watermankelder in Antwerpen.
Juryvoorzitter
Henri-Floris Jespers dankte Pipelines vzw, die ondanks beperkte financiële
middelen, de herinnering aan leven en werken van Herman levendig houdt, ook
door de toekenning van poëzieprijzen. Hij dankte de juryleden, Lucienne
Stassaert , Bert Bevers, Koen Calliauw, Peter Holvoet-Hanssen en Jan van Veen. Zij
kregen 85 gedichten te lezen, alle onder schuilnaam ingezonden. Na grondige
bespreking bleek duidelijk dat er een consensus bestond over de drie te
bekronen gedichten.
De eerste prijs ging naar het gedicht 'Sprakeloos'
van Mark Meekers (Marcel Rademakers).
Het bekroonde gedicht, 'Sprakeloos' werd gelezen door Henri-Floris Jespers.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen) Tags:Herman J. CLaeys, Pipelines, De Muzeval, Den Hopsack, Mark Meekers, Marcel Rademakers, poëzie, literatuur, Antwerpen, Henri-Floris Jespers, poëziewedstrijd, Lucienne Stassaert, actualiteit, De Groene Waterman,
SLUITSTEEN, 20 jaar Mengmettaal, schrijversgenootschap
SLUITSTEEN, 20 jaar
Mengmettaal, schrijversgenootschap, Uitgeverij P, Leuven, 2012, 80 p. ( ISBN
978-94-91455-15-5 NUR 306)
(Inhoud:
inleiding, bloemlezing, biobibliografische gegevens, activiteiten (1991-2012),
poëzie in tuinen, parken en publieke plaatsen, poëziewedstrijden, poëzieateliers,
publicaties)
Mengmettaal
was een groep van een dertigtal dichters uit de regio Oost-Brabant, opgericht
door Mark Meekers (Marcel Rademakers), met Leuven als ankerplaats. De auteurs
waren pluralistisch, stonden open voor andere culturen en kunstvormen. Zij waren
maatschappelijk betrokken, bewogen en uitgedaagd door taal.
- In
de Mengmettaal-poëtica primeerde de inhoud, vent kwam vóór vorm. Scherp werd
dit geformuleerd in de oneliner: Poëzie
is software voor de ziel. Toch waren we niet wars van vernieuwing als ze
poëtisch functioneel was. We wensten een poëzie die niet levensvreemd klonk en
durfden tegen de verbale lart pour lart-acrobatiek in, de sociale functie van
poëzie beklemtonen. We wilden een ruim publiek uit alle bevolkingslagen
bereiken Leuven en omstreken zullen Mengmettaal missen. De groep heeft sowieso
bijgedragen tot geestelijk en cultureel welzijn. Maar 20 jaar is héél lang voor
een literaire vereniging. Het werd tijd om feestelijk af te ronden (Mark
Meekers / Marcel Rademakers), art.: Sluitletter, inleiding, p. 4-7)
- Ik
beschouw nog steeds veel van mijn collegas Mengmettalers als mijn dichterlijke
voorbeelden, van wie ik heel veel kan opsteken, vooral met betrekking tot mijn
Nederlandse taalbeheersing. (Bernard De Coen)
- Mengmettaal
was uitzonderlijk: elke dichter werd gerespecteerd in zijn eigen
zeggingskracht. Voor MMT was er niet één zaligmakend poëtisch universum. Elke
dichter ondernam zijn eigen queeste. Mengmettaal gaf een stem aan die
zoektocht. (Gerda De Preter)
- Mengmettaal
was uniek omdat het al die egos kon bundelen, ook al zijn de vooropgestelde
pogingen om elkaars poëzie keihard te beoordelen blijven steken in ons
individualisme. (Wim Menheer)
- De
chaotische, licht anarchistische vergaderstijl van Mengmettaal was voor mij een
verademing na de strak gedirigeerde en op efficiëntie gerichte vergaderringen
in het zakenleven. (Mark Naessens)
- MMT
intrigeerde mij al lang. In een stad waar koor- en theaterleven bloeien was een
dichterscollectief op zijn plaats. een collectief heeft meer invloed op de
samenleving, denk ik. (Chantal Sap)
-
Voor poëzie is voetvolk nodig, anders valt de piramide in elkaar. MMT is
schoon voetvolk geweest, het was niet vies de eigen poëtische taal te lenen om
sociaal-artistiek geëngageerd te zijn. Er was veel serendipiteit: we stapten
mee in wat ons kwam toegewaaid en ieder was telkens vrij om al of niet mee te
doen. (Karel Sergen)
- De
literaire waarde van de groep was zeer divers, vaak ook complementair, wat voor
mij een pluspunt was. Wat mij het meest boeide: de samenwerking met andere
kunstvormen en de vaste wil om verstaanbare en toegankelijke poëzie te brengen.
(Luc Vandeborght)
- Ik
ben als Mengmettaler twee jaar oud. Neen, ik ben niet de jongste. Wij waren
immers een vruchtbare familie! (Ann Van Dessel)
Wie
meer wil weten over het dichterscollectief Mengmettaal en de bloemlezing Sluisteen
kan afstemmen op Radio Centraal (Antwerpen), die op woensdag 5juni (2013) enwoensdag 12juni,
telkens van17.00uur tot 18.00 uur een uurtje aan
hun poëzie besteedt.Aan bod
komen gedichten van Guido Cloet, Bernard Decoen, Alex Konovaloff, Mark
Naessens, Mark Meekers (Marcel Rademakers), Chantal Sap, Karel Sergen, Diana
Van Quathem, Alfred Warrinnier, Reine Wellens, Lieve Devijver en Vincent Oko.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen) Tags:poëzie, literatuur, schrijversgenootschap, Mengmettaal, publicatie, Uitgeverij P,, Wim Menheer, Karel Sergen, Mark Meekers, Marcel Rademakers, Gerda De Preter, Mark Naessens, Verba, An Van Dessel, Cyriel Gladines, Herman Rohaert, Luc Vandeborght
25-02-2013
PENNENVRUCHTEN 2013
PENNENVRUCHTEN 2013, verzamelbundel van de gelijknamige poëziewedstrijd, uitg.: PHL, Universiteit Hasselt, Xios, Hasselt 2012, 86 p.
VOORWOORD
Het doet deugd de 76 gedichten van deze zesde Kruip in je Pen-poëziewedstrijd te
mogen lezen. Ze zijn nog niet aangetast door het virus van de gekunsteldheid,
professionalisme, hermetisme, postmodernistisch abracadabra of andere zichzelf
bedruipende literaire producten. De ingezonden verzen zijn soms charmant naïef
maar meestal oprecht, open, authentiek en getuigen van wat binnenin een (jonge)
mens roert en broedt. Het is goed om zien hoe in onze hectische tijd, van
oppervlakkigheid en commercie 76 dichters in spe uit de tredmolen stappen, op
de rem staan om drukte opzij te schuiven en rust en stilte op zich laten
inwerken. Een gedicht bestaat in de eerste plaats uit stilte en pas daarna uit
woorden. Het levert geen verloren tijd op, geen verloren geld, maar een
rijkelijke rente aan zelfkennis en verdieping.
In talrijke gedichten staat de auteur stil bij zichzelf.
Hij zoekt zijn coördinaten in de maatschappij, toetst zijn verhouding tot de
anderen af. Vooral de doorvoelde ontmoeting met een persoon staat bij velen
centraal. In deze liefdesgedichten is het niet altijd rozengeur en maneschijn,
maar dikwijls een pijnlijke breuk, die onder woorden gebracht wordt en dus
beter te verwerken is. Wie zichzelf gevonden heeft, is gewapend tegen de
uniformisering van de geesten, zal attenter in het leven staan, beter de echt
wezenlijke dingen uit de overvloed aan faits-divers, amusementjes en
schijnwaarden kunnen ziften. Poëzie transformeert
alles wat ze aanraakt; ze verhevigt en vernieuwt onze waarneming door ons de
dingen met frisse ogen te laten ervaren, ze stoot door onze vertrouwdheid en
gewoontes heen die het ware zicht op de wereld verduisteren, argumenteerde
Shelley (1821) reeds in zijn A defence
of Poetry (p. 256-275). Poëzie is dus menselijk gezien, uiterst utilitair
en efficiënt. In slechts enkele verzen treedt de dichter buiten zijn
kleine biosfeer en toont hij empathie, heeft hij oog voor de natuur of is sociaal
betrokken.
Onder invloed van de successen van wetenschap en
techniek meent men alles in regels en reglementen te moeten gieten. Op die
manier meent men het leven te kunnen beheersen en zekerheid te hebben. Poëzie
is een van de weinige vrijplaatsen waar nauwelijks regels of codes gelden. Maak
er gebruik van om ongehinderd je pen haar gang te laten gaan. Het wekt dan ook verbazing
dat er nog heel wat bindend rijmwerk voorkomt. Slechts enkele dichters lukken
er in om ondanks deze rijmdwang hun tekst een ongedwongen, ongewrongen,
natuurlijk karakter mee te geven.
Een gedicht is een plaats om zijn dromen te vertalen
in woorden en dus een eerste stap naar de verwerkelijking. In de ingezonden teksten overheerst een eerder
nuchtere instelling. Er werden flink wat prozagedichten ingezonden.
Wijdlopigheid en herhaling zijn hierbij een probleem, clichés ontsieren soms.
Gevoel en intuïtie werd tot voor kort nog afgedaan als
nutteloze dromerijen. Als romantische reactie kwam de oververhitte emocultuur
op. Het gedicht was altijd al een plaats waar het hart mocht spreken. In de
inzendingen komen inderdaad kreten, emoties, droefheid, vreugde, ironisch
tandengeknarsen verontwaardiging voor.
Maat houden is hier de gulden regel; maak er geen tranendal van. Een gedicht is
een uitstap, een verkenning, een uitvinding om op een eigen, originele wijze
wat ons beroert onder woorden te brengen. Een tegengif tegen de verzakelijking
van zowat alles in onze maatschappij, tot en met de persoonlijke contacten toe.
Een gedicht is maar gedicht als er met de taal gewerkt
wordt. In heel wat verzen is dit het geval en soms mondt die poging uit in puur
taalplezier. Dan zijn we gelukkig. Maar er bleven nog heel wat mogelijkheden
ongebruikt. Er ligt nog een uitgestrekt poëtisch continent klaar om aangeboord
te woorden: metaforen, vergelijkingen, ritmiek, zuivere lyriek, verwondering en
andere kleine mirakels. Wat minder kommer en kwel, wat meer geluk en schoonheid
mag. De natuur is op een enkele eik of schelp na schaars aanwezig in de
gedichten. Als we Shelley mogen geloven is een
dichter een nachtegaal die in het donker zit en zingt om zijn eigen eenzaamheid
op te vrolijken met aangename geluiden (p. 255). Dit moet zoet klinken in
Limburgse oren Waar blijven de -desnoods
rappende- nachtegalen?
Voor de zesde maal werd de poëziewedstrijd
Kruip in je Pen uitgeschreven voor studenten van de Universiteit Hasselt,
Xios, Hogeschool Limburg en de Provinciale Hogeschool Limburg. De jury was
samengesteld uit Greet Hendrix, Ria Snellinx, André Janssens, Jee Kast en Mark
Meekers (Marcel Rademakers) (voorzitter). Ze kwam samen op dinsdag 5 februari
in de PHL. Greet Roosen fungeerde als niet-stemgerechtigd secretaris.
De jury hield rekening met poëtische zeggingskracht, originaliteit,
inhoud en verwoording. Ze stelde met genoegen vast dat niet alleen het aantal
deelnemers maar ook de kwaliteit van de aangeboden gedichten in stijgende lijn
gaat (op één smakeloze inzender na, die eerder op een gratis maaltijd aasde dan
op een zinvolle tekst). Geen enkel gedicht blonk echt uit zodat de beoordeling
er niet gemakkelijker om werd.
De
tweede eervolle vermelding is voor Route
de lamitié, een gedicht van Lore
ALDERS, studente BEW aan de U Hasselt. Het is een gaaf, actueel
liefdesgedicht waarin het rijmwerk heel natuurlijk klinkt. Het laat zich zonder
nutteloze complimenten kritisch en humoristisch uit in bewoordingen die we
terugvinden in avontuurlijke realitysoaps als Koh-lanta of Expeditie
Robinson.
De eerste eervolle vermelding valt Alexandra
SCHOUTEN,
studente van de Madfaculty, te beurt met Palliatief. In dit gedicht zijn de woorden doordacht
geplaatst. Een sombere tekst die je bij je nekvel grijpt, hoewel het hier en
daar inboet aan kracht door vaak voorkomende beelden. De volharding in de
bewoording en de nauwgezette interpunctie houden de tekst wel recht. Een
innerlijke strijd die heel gelaten wordt weergegeven. Met een sterk einde,
alsof je door de ziekte uit je eigen lichaam wordt geduwd. Een mooi beeld. Het
gedicht is meeslepend in al zijn somberheid en nodigt uit om herlezen te
worden. Puik werk.
In
het gedicht Compact Disc zit voldoende muziek om de derde prijs te
verdienen. Het werd geschreven door Didier
LUYTEN, eveneens student aan de PHL (Healthcare). Dat zelfs een
dagdagelijks gebruiksvoorwerp gevoelens kan oproepen, bewijst dit gedicht. De
jury apprecieerde de bijzonder originele en consequent volgehouden beeldspraak.
De twee zijden van een dun cd-schijfje - spiegelend aan de voorzijde, een te
beschrijven blad daaronder weerspiegelen mooi de emoties van de dichter: de
vraag om ontcijferd te worden is de vraag om verliefd te mogen worden en te
kunnen zingen. Als geen ander is hij erin geslaagd een poëtische tekst te
brengen met twee lagen die elkaar perfect overlappen.
De
tweede prijs gaat naar Wat ik zei
van Elien VALKENEERS, studente
Business aan de PHL. Het gedicht is een lappendeken waar begin- en eindwoord de
naad is die alles aan elkaar naait. Soms is de naad wat dunnetjes, maar de
tekst kabbelt als een 'train of thought' voorbij. Een vlotte tekst die
verwarring en liefde tegen elkaar uitspeelt. Elke zin is een nieuwe vol twijfel
en onverwachte wendingen, verwondering en terwijl je in dit spel van woorden
verder leest vraag je je af, waar dit naartoe gaat en het eindigt met ik weet
het niet meer. En heel het gedicht lost op in het niets. Sterk. Een
toegankelijke tekst, hoezee, die we ook heel graag op het podium zien.
Na urenlang wikken en wegen besloot de jury unisono de eerste prijs, de Pennenvruchten Poëzieprijs 2013 toe te
kennen aan het gedicht Liefde in net
geen lente van Yannick BLERVACQ,
student Education aan de PHL. Hoe vat je een trauma in woorden, wanneer enkel
stilte op zijn plaats is? Liefde in net
geen lente omschrijft op een serene wijze, in ritmisch afgewogen,
klanktechnisch zuivere versregels hoe immens verdriet kan zijn, hoe mooi en
oprecht inleving kan klinken. De jury looft de dichter voor de sobere maar
krachtige beelden die een beklemmende realiteit respectvol weergeven. Zou de
golf van emoties die Vlaanderen overspoelde, treffender verwoord kunnen worden?
Liefde in net geen lente: een
getuigenis van persoonlijke betrokkenheid, een meer dan terechte winnaar van
deze zesde editie.
MARK MEEKERS: 'HINK-STAP-SPRONG', essays over haiku
MARK MEEKERS
(MARCEL RADEMAKERS) tracht in 10 ESSAYS
OVER HAIKU een antwoord te geven op veelgestelde vragen:
Schrijft Van Rompuy goede haiku's? Is een haiku schrijven gemakkelijk? Zijn al die
regels niet in strijd met de dichterlijke vrijheid? Moet uitsluitend
de natuur erin voorkomen? Hoe
belangrijk is verwondering? Zijn het
vooral vrouwen die haikus schrijven? Mag er
gelachen worden in een haiku of alleen maar in een senryu? Waarom sluit
men de haiku uit van de grote literatuur? Is de haiku
verouderd? Hoe kunnen we hem actualiseren?
Een vijftigtal verassende
haikus illustreren de tekst.
een jonge
merel
nippend aan
mijn whiskyglas
straks komt
de kater(Mark Meekers / Marcel Rademakers)
DE AUTEUR: Mark Meekers (Marcel Rademakers) (wonend in Heverlee) studeerde Moderne
geschiedenis. Hij gaf 63 publicaties in boekvorm uit: 21 poëziebundels, 1
roman, monografieën, bloemlezingen en verzamelbundels. Hij schreef
kortverhalen, essays en recensies. Oprichter van het dichterscollectief
Mengmettaal, voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Vereniging Concept,
dorpsdichter van Doel (2007-09), poëzie-ambassadeur van Vlaams-Brabant (2009). Hugo Claus en Mark Meekers zijn de meest
bekroonde Vlaamse dichters (Het goud van de Vlaamse Letteren / Poëziekrant
/ De Standaard). Onder zijn echte naam Marcel
Rademakers is hij eveneens actief als beeldend kunstenaar. Hij richtte de
internationale groepen Lumen Numen en Fusion op, exposeerde in binnen- en
buitenland. Zijn visuele poëzie en beeldpoëmen maken de brug naar het beeldend
werk van Marcel Rademakers. (www.markmeekers.be / www.marcelrademakers.be)
PRODUCTIEDETAILS van HINK-STAP-SPRONG: ISBN 9781291136869 / Copyright: Mark Meekers (Standaard
copyrightlicentie) / Editie: 2013 / Uitgever:
Demer Uitgeverij / Taal: Nederlands / Pagina's:
103 / Bindwijze: Perfect gebonden paperback / Inkt binnenkant: Zwart-wit / Gewicht:
0,2 kg / Afmetingen (centimeter): 15,6 breed x 23,39 hoog