MARIANNE POSMAN brengt verslag
uit over talent in Groot-Maldegem.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Talent in het centrum van Groot-Maldegem was
alomtegenwoordig in de jaren 40/50/60.
Herinneringen van Nico Vercruysse. (Centrum
Deel I).
Familieschets.
Nico Vercruysse geboren in 1937, was
de zoon van Medard Vercruysse en Alice De Lille en woonde tijdens zijn
jeugdjaren in de winkel naast Metalunion
op de Marktplaats nr. 21. Metalunion
was in 1853 eigendom van de familie Tytgadt Emiel en had daarna ontelbare bestemmingen
waarvan de laatste Metalunion, Zelfbediening De Smul, Blomme en nu Spar De
Linde. Nico werd soms Nico De Lille
genoemd, naar de familienaam van zijn moeder.
Op de foto van links naar rechts: Marleen
Vercruysse (1947) op de arm van grote zus Diane Vercruysse, Suzanne Vercruysse,
Denise Vercruysse, Medard Vercruysse en echtgenote Alice De Lille en vooraan de
enige zoon Nico Vercruysse, voor hun zaak op de Marktplaats, 21. Opzij staat
oma, Helena Van Houcke, de moeder van Alice De Lille, voor het kantoor van
Metalunion.
Nicos
vader Medard Vercruysse trok ten
oorlog als 20-jarige brancardier tijdens W.O. I samen met dokter René Timmerman (1892), die getrouwd was met Irena Potvliege,
uit de Nieuwstraat, 7.
Medard
Vercruysse (23 10 1894) was de jongste van een groot gezin
met o.a. Gustaaf, Camiel, Theofiel, Harry en Barbara, Florence, Marie en
Angelique. Het gezin Vercruysse was afkomstig uit de Moerhuizestraat.
Florence
Vercruysse is 102 jaar geworden. Theofiel Vercruysse, getrouwd met Emma Willems
was pijke (of suisse met de hellebaard) in de kerk voor W.O. II, een soort
voorganger van kerkbaljuw Pierre Borgonjon uit de Noordstraat. De zoon van
Theofiel, Prudent Vercruysse (1908), vlasbewerker, was getrouwd met Alice Danneels (1907) van t Bazarke in de Noordstraat 12 / 26 en
zij hadden drie kinderen Mariëtte (1933), Anny (1936) en Eric (1945). Harry Vercruysse
(1898) was spoorwegarbeider en woonde in de Waleweg in Adegem. De twee zussen
Marie en Angélique woonden samen in de Gentsesteenweg. Gustaaf Vercruysse
woonde in het korte eindje van de Brielstraat rechtover het huis van de H.
Familie. Omer Vercruysse getrouwd met Hedwige De Coninck was de zoon van
Gustaaf dus de neef van Nico. De vader van Hedwige was de
eerste uitbater van de Schouwburg, zij speelde piano achter het doek van de
cinemazaal op de eerste verdieping. De tantes van Hedwige en Myrna De Coninck
woonden rechtover de Velodroom in de Duizend
Schorten in de Mevr. Courtmanslaan 94 A. Myrna ging helpen in de winkel en nam
later de zaak over en verkocht er jarenlang stevig huishoudlinnen.
Alice De Lille was afkomstig van
Den Akker, een heerlijke volkse buurt dichtbij het centrum. Haar vader was latte pletter (lattenkliever). Latten
zijn stroken schors om plafonds af te dekken tussen de balken. Alice had drie
broers, Louis, Nico en Cornelis De Lille.
Louis De Lille verkocht jukeboxen in de talrijke cafés die Vlaanderen rijk was.
Nico De Lille huurde een kaaswinkel naast Metalunion. Nelis De Lille, getrouwd met
Alice Roels was ijsventer voor W.O. II. Hij verkocht zijn ijsronde aan Yvonne en
werd de uitbater van t WIT PAARD,
een gekend café met groot terras in de zomer, in de Markstraat, 38. Dat café werd later ook uitgebaat door Gilbert Verstuyf. Gilbert had twee beeldschone
dochters Myriam en Rina. t Wit Paard werd nog later overgenomen door Louis De
Clerck en Laura Ardeel, de ouders en grootouders van de uitbaters van het
huidige Dolce Vita.
Nico Vercruysse was de vierde van de
vijf kinderen van Medard en Alice Vercruysse - De Lille, die aanvankelijk in de
Gentsesteenweg nr. 36 woonden. Tijdens de oorlog verhuisde het gezin naar de Marktplaats,
naast Metalunion. Ze namen de melk- en kaaswinkel
van nonkel Nico De Lille over, die naar Zwevegem verhuisde en later naar Pecq aan de Schelde, in de provincie Henegouwen.
Nico Vercruysse mocht tijdens de vakantie vaak gaan logeren bij zijn oom.
Alice
en Medard Vercruysse De Lille hadden vijf kinderen. Diane, Suzanne, Denise,
Nico en Marleen. Diane Vercruysse - Devleesschouwer
(1924) was de echtgenote van pasteibakker
Lubin Blomme (1922) in de Koningin Astridlaan aan het spoorwegviaduct. Lubin
en Diane deden de markten maar verkochten ook thuis boterkoeken, taart en
allerhande heerlijke lekkernijen. Suzanne
leerde een Engelsman kennen en trok naar Engeland na de oorlog om er te
trouwen. Haar echtgenoot is pas overleden, 93 jaar oud. Denise (
) was getrouwd met
een legerofficier in Mortsel en Marleen (1946),
de jongste is uitgeweken naar Eksaarde en woont afwisselend in Frankrijk en in Spanje.
Nicos
vader was schrijnwerker-timmerman. Alice De Lille verkocht boter en melk in
haar winkel naast Metalunion op de Markt. De tuinen van sommige huizen van de Markstraat
lopen door tot in het Boudewijn Lippensstraatje maar de strook huizen waar nu BNP Paribas Fortis, de Bonne Shoe en Spar De Linde gevestigd
zijn aan de bushalte op de Markt hadden/hebben geen tuin. Op de muur die de
strook huizen afbakent hangen nu nog metalen
ringen, waarschijnlijk was aan de huidige bushalte, een aanlegplaats voor
koetsen en voertuigen en werden de paarden er vastgemaakt aan de muur en verzorgd
door een hoefsmid tijdens de tussenstop. Er was vroeger een inrijpoort aan die
kant van de markt.
Nico was nog vrij jong tijdens Wereldoorlog
II maar hij woonde op de markt waar de Duitsers een groengele barak geplaatst
hadden als commando post met kantoren tussen het Klooster van de Zusters Maricolen
en de brandweerloods. De Duitsers kwamen bij hen in de winkel boter en melk halen. Ze
moesten tenslotte ook eten en drinken en zij hadden er zeer waarschijnlijk niet
om gevraagd om in Maldegem terecht te komen. Zij waren misschien ook liever
thuis gebleven bij hun gezin maar Hitler had er anders over beslist, met alle
nare gevolgen voor allen. Nico herinnert zich de Duitse bezetting nog goed.
Vanuit zijn slaapkamerraam keek Nico uit op de
Markt met de grote Linden, gekapt in 1962, de Boterhalle (1940 1984) waar
boter en biggen verkocht werden en die later dienst deed als opslagplaats van
het blusmateriaal voor de Brandweerkazerne en het Standbeeld van de
Gesneuvelden. Nico mocht op de markt, op de straat of rond de kerk spelen. De
woning van de familie Vercruysse had immers geen tuin en na schooltijd en
tijdens de vakanties trok hij op verkenning in het centrum met zijn
schoolvriendjes: Jacky De
Coussemaker van het café De Norton, Jacky
de zoon van slager Omer Van den Abeele, de zoon van Ernest Danneels (1905) uit de Markstraat, Hubert
Cochuyt de zoon van loodgieter Guillaume
Cochuyt (Koekoek) uit de Stationsstraat, Jackie Bonte, zoon van het café van Kaafke Bonte en Bonaventura De Lille (1922) zoon van de
bakker uit de Noordstraat o.a. Hij kende ook de zoon van Jozef Vandenbroucke en Alexa Van Hoecke, handelszaak voor drank en schoolbenodigdheden
uit de Stationsstraat, 1.
Soms
ging Nico bliekjes en markleuzen vangen in de Ede die pas eind jaren 60 overwelfd werd, van het
centrum naar t Veldeke in de Speyestraat. De Ede was maar 30 centimeter diep
en je kon er gewoon in stappen. Hij ging vaak aan het station zitten om het
laden en lossen van steenkool en andere producten van de treinwagons naar de
vrachtwagens gade te slaan. Er werd ook gespeeld in de Patronage, op de hoek van de Mevrouw Courtmanslaan, rechtover
de ingang van het Koninklijk Atheneum. Op dit perceel stond ook het huis van garage R. en
R. Elias, Courtmanslaan 7, later de woning van August
Standaert en Madeleine Elias. Het was op dat perceel doorlopend over de Kanunnik
Andrieslaan dat de patronage stond. Het was een rechthoekig gebouw uit de tijd
van pastoor Bouckaert, eind 19de eeuw, waar men kinderen op zondag aangenaam en
godvruchtig bezighield en waar toneeltjes werden opgevoerd enz. De patronage
wordt vaak vernoemd in 't Getrouwe Maldegem. Het gebouw is afgebroken voor de
aanleg van de Kanunnik Andrieslaan, een verbindingsstrook pas ontstaan tijdens de
jaren dertig onder het bewind van de Familie De Lille. Van de tuin van de
Broeders en de Broederschool, nu speelplaats Zusters Maricolen, kon men naar
die patronage.
Toen Nico
negen jaar was mocht hij alleen te voet naar t Hertenkamp (nu Drongengoed) gaan in Ursel. Hij kan nu nog altijd
exact de weg beschrijven die hij toen liep als kind. Hij startte in de
Nieuwstraat, liep naar het station, de Stationsstraat, via Eelveldekalseide
naar Kleit en verder door een bosrijk gebied. Toen hij eraan kwam was de poort
dicht en had hij bovendien geen geld.
Hij keerde langs dezelfde weg terug en hij had geen hert gezien. Hij mocht ook
gaan spelen op het veldvliegplein langs
de Eelveldekalseide. Toen hij tien jaar was werd zijn jongste zus Marleen geboren
en moest hij heel vaak met het kindje gaan wandelen in de buggy. Hij kon op die
manier het centrum verder verkennen en een praatje maken met de mensen onderweg,
maar de lange, avontuurlijke ontdekkingsreizen waren afgelopen.
Nico volgde
lager onderwijs in de Broederschool, na de tijd dat Broeder Overste trouwde met
de dochter van een slager uit de Noordstraat. Hij had les van Broeder Raymond en de meesters De Lobel, Richard
Cromheecke (1910) en Paul Standaert.
In zijn vrije tijd was Nico lid van de kajotters o.l.v. E.H. Doom. De kajotters
vergaderden in een zaaltje in het café van de Gilde. Later zijn de kajotters
verhuisd naar een zaaltje in het Jeugdhuis, naast het grote gebouw, de Brouwerij
Van Mullem. Rechtover het Jeugdhuis in nr. 52 woonde onderwijzer Paul Standaert
(1905) met zijn moeder Cockuyt Leonie
(1874), weduwe van bakker Bonaventura
Standaert, die er een snoepwinkeltje had. Vlakbij Huize Van Mullem, (of
Apotheek Robert Lippens of het Jeugdhuis) woonde Chistella Verstrynge die snoep en andere kleinigheden verkocht. De
kajotters voerden toneelstukjes op en repeteerden tijdens de bijeenkomsten. De
jeugd kwam vaak in contact met de onderpastoors die het op zich namen de jeugdige
bevolking te begeleiden. E.H. Doom en
zijn illustere voorganger E.H. Pieter Geerts
(1907) woonden in de huizen rond de kerk tegen de Noordstraat. Nico was bezeten
van muziek. Nico had zelfs een groot
dansorgel met muziekplaten en ingebouwd slagwerk, dat hij mocht onder
brengen in een van de koetshuizen van René
en Elise Van Hyfte De Brée in de Westeindestraat. Die dansorgels
produceerden heerlijke muziek in cafés en danszalen. Nico nam enthousiast deel
aan allerlei activiteiten in het centrum, o.a. De Matrozenbruiloft.
Feest van de Markstraat, Matrozen bruiloft
1947.
Toen in
1947, de herbergiers Henri De Backer en Elodia Dhondt (nu
helft van de Standaard Boekhandel Marktstraat, rechtover Praatcafé De
Troebadoer) voorstelden om leven in de brouwerij te brengen in het centrum van
ons dorp na de moeilijke oorlogsjaren werd een kleurrijke stoet de Matrozen bruiloft in de Markstraat georganiseerd
met de jongeren uit de buurt. Nico Vercruysse liep helemaal vooraan met een wit papieren matrozenpakje dat scheurde
onderweg. Hij droeg het plakkaat dat het thema van de optocht verduidelijkte.
Achter Nico liepen twee knappe jonge mannen met punthoed voor de kleine
verklede, feestelijke bruidspaartjes, in matrozenkledij. Die jongemannen,
inwoners van het centrum waren Aimé Dheuninck
met accordeon uit de Stationsstraat. Aimé
Dheuninck was de broer van André Dheuninck. Aimé (01/11/1930 - 28/01/2006) heeft
het grootste deel van zijn leven in Nieuwpoort gewoond en ligt daar ook
begraven. De andere jongeman is Carlos De Brée, later zaakvoerder van de gekende
handelszaak Parfumerie Penelope, aanvankelijk
in de Noordstraat, later en tot op heden in de Markstraat. Het kleine jongentje
in het begin van de bruidsstoet zelf was Jackie
Van den Abeele, zoon van slager Omer, broertje van Monique, ooit zaakvoerster van de gekende Bloemenzaak Bij Monique in de Mevr. Courtmanslaan. Carlos De Brée
was toen een zestienjarige knaap. Hij was de zoon van Robert De Brée (1906) en
Rosa Verstuyf (1905) die een kapsalon
had in de Noordstraat nr. 2. De stoet van de Matrozenbruiloft loopt voorbij de nog
steeds succesvolle zaak Penelope en
op het einde zie je de terrassen van de cafés op de hoek van de Marktstraat.
Als jonge knaap was Nico verbonden met het
centrum van Maldegem en maakte kennis met talrijke inwoners die er een druk
maar gezellig handelsleven op na hielden, die meestal thuis woonden en werkten
en er elk op hun eigen specifieke manier hun talenten benutten om hun boterham
te verdienen, de ene met al wat meer boter dan de ander, de een met wat meer verbeeldingskracht
dan de ander. De ondernemingszin in de talrijke handelszaken in het centrum van
Maldegem vroeger en nu is een talent dat groeit en bloeit dank zij de
onuitputtelijke en creatieve inzet van de zaakvoerders. Maldegem was 70 jaar geleden en is nu nog een druk winkelcentrum
met spraakmakende en ondernemende mensen die door hun verlangen er bij te horen
zich lieten en laten gelden op allerlei terreinen. Met
dank voor de fotos en de informatie aan de Heren Nico Vercruysse, Carlos De
Brée, Piet Lippens, Walter Notteboom, D. Dheuninck en Mevr. F. De Bruyckere, L.
Verschorre en Godelieve Van Landegem. (Markstraat deel I, wordt vervolgd). Met dank aan ons regionaal
blad Vrij Maldegem voor het publiceren van de reportages
(Drukkerij-Uitgeverij Van Hoestenberghe N.V. Boudewijn Lippensstraat 11,
Maldegem).
en laten
|