Vorig weekend was het mij in de sauna ook al opgevallen, tatoeages zijn niet langer versieringen die exclusief voorbehouden zijn voor de lichamen van schorriemorrie en zeebonken. De dag van vandaag heeft bijna iedereen er. Je hoeft niet langer te behoren tot het tuig met borstelige baarden en grommende motoren om je vel te laten etsen met stripfiguren, tribals of vuurspuwende draken. In sommige middens gaat het zelfs zó ver dat ik mij afvraag of het misschien toevallig een verplichting is geworden. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Neem nu de voetballers. Je kan tegenwoordig geen wedstrijd op televisie meer bekijken of van de 22 spelers op het veld lopen er driekwart van keel tot pols versierd als waren het levende kleurboeken. Vorige week zag ik er zo nog eentje scoren. De bal hing nog niet goed en wel in de netten of hupla, het shirt was al uitgetrokken om uitgebreid aan publiek en cameras te showen waarmee zijn afgetrainde bast ingekleurd was. Wat was me dat? Wel vijftig figuurtjes en teksten stonden her en der op voor- en achterkant van het spelerslijf gesméten. Echt waar, beste lezer, gewoon blind erop gesmeten. Er zat totààl geen orde of samenhang in. Niks. Gewoon lukraak tekeningetjes neergepoot. Eerlijk gezegd deed de man mij denken aan een mobilhome met een voorruit vol tolstickers. Of erger nog, zon oude reiskoffer die bemazeld is met een stickertje van elke vroegere vakantiebestemming.
Nóg erger wordt het als het toevallig grondig fout loopt bij het injecteren van de tatoeage zelf. Kimberley Vlaeminck, de achttienjarige wereldster uit Kortrijk, herinneren we ons nog allemaal. Maar Kimberley is lang niet de enige. Neem nu Jonathan Legear, bijvoorbeeld. De voetballer bij Anderlecht, die in navolging van Julius Caesar, kwam, zag en overwon. Veni Vidi Vici sprak de Jules in 47 voor Christus tot de senaat, maar helaas had de tatoeëerder van Legaer zijn Latijnse niet volledig afgewerkt en sindsdien loopt de flank van Anderlecht met Vini Vidi Vici op zijn voorarm. Dubbele pech, want het slaat nergens op en bovendien, waar moet je daarmee naartoe? Voor Kimberley Vlaeminck viel dat nogal mee. Akkoord het domste gansje van Kortrijk staat dan wel met zessenvijftg sterretjes op haar muilke, maar zo groot waren die sterretjes nu ook weer niet. En daarenboven, voor een sterretje, niet groter dan een stuk van twee Euro kan je bij Carglass terecht. t Is in een kwartiertje gepiept. Dan heeft Legaer minder chance, zou ik zo denken..
Nuja, begrijp mij niet verkeerd, waarde lezer, ik ben geen tegenstander van tatoeages. Integendeel. Ik zal ook nooit iemand veroordelen die zich op duidelijk of minder zichtbare plaatsen laat versieren met één of meerdere symbolen voor het leven. Iedereen doet het tegenwoordig. Neem nu onze postbode, die allerlei vreemde tekens op zijn vingers staan heeft. Of mijn overbuurvrouw met haar vlindertje op haar schouderblad. Zelfs de apothekeres, die mij mijn asperientjes verkoopt, heeft een vuurrood hartje op de binnenkant van haar pols. Al moet ik toegeven dat ik dat laatste toch een beetje raar vind. Persoonlijk zou ik toch van een apothekeres verwachten dat ze eerder voor een groen kruis zou kiezen dan voor een rood hartje, maar soit. Bovendien schijnt de knappe pillendraaister ook een zwart roosje in haar schaamstreek te hebben, maar dat gerucht heb ik helaas alleen maar van horen zeggen
Ik moet toegeven dat ik zelf ook geen onbeschreven blad ben, wat tatoeages betreft. Links en rechts op mijn schouders staan de symbolen voor de geboorte van mijn twee kinderen en net boven mijn rechter enkel staat een teken dat gelinkt is aan mijn huwelijk. Mijn eega heeft overigens precies hetzelfde teken, net boven haar linker enkel. Trouwringen waren in die tijd namelijk nog duurder dan tatoeages. Vandaar.
Wat ik mij ook vaak afvraag is hoeveel mensen getatoeëerd zijn zonder dat het zichtbaar is. Een beetje zoals de wilde geruchten over het zwarte roosje van mijn apothekeres. Stel je voor dat plots zou uitkomen dat Inge Vervotte over heel haar ranke flank een zwarte panter heeft staan, die woest klauwt en daarbij met zijn rechter voorpoot maar op een haartje na haar linker tepeltje mist
Akkoord, het is niet meer dan gissen, maar geef toe, het zou kunnen. Wie zou Vervotte dan nog de tante nonneke van de Belgische politiek durven noemen?
Of beter nog, wat indien plots zou blijken dat Herman Van Rompuy een vervaarlijk ogende draak over heel zijn rug en zijn gat heeft staan? Zo één met vlammende ogen op een blauwe achtergrond en met twaalf gele sterren rond zijn vuurspuwende muil. Nigel Farage zou zich wel twee keer bedenken alvorens hij Van Rompuy nog eens het charisma van een natte dweil zou toedichten. Zeker weten.
Afijn, om maar te zeggen dat tattoos iets van alle tijden is, maar toch vooral een verschijnsel is wat de laatste jaren enorm aan populariteit heeft gewonnen. Van Ôtzi, de ijsmummie uit de Alpen, die zon vijfduizenddriehonderd jaar geleden leefde, wordt beweerd dat hij negenenvijftig tatoeëringen had, maar stel hem daarmee vandaag op een gemiddeld voetbalveld of festivalterrein en ze schijten hem uit voor mietje. Tijden, ze veranderen.
Ik herinner mij nog goed de tijd toen ik in de lagere school zat. Van een nieuwe onderwijzer die op school toekwam, werd al snel gefluisterd dat hij een tatoeage had staan. Niemand had ze ooit gezien, maar de veronderstelling werd gretig gevoed door het feit dat de man zomer en winter een hemd met lange mouwen droeg. De goegemeente was ronduit geschoffeerd. Ouders waren angstig en vroegen zich onder elkaar af wat er met kun kinderen zou gebeuren als ze een jaar lang in zijn klas zouden zitten. Wat kwam dat crapuul zoeken op onze school en zou hij de kinderen in het verderf sleuren? Paniek alom. Een bajesklant geeft les op onze school. Het dorp was in gevaar.
Dan gaat het er de dag van vandaag wel eventjes anders aan toe. Een paar weken geleden had mijn teerbeminde namelijk spontaan ja gezegd op de vraag of we niet een weekendje als vrijwilligers wilden komen koken tijdens een schooldriedaagse in Westende. Lisa was één van de leraressen, die de twintig pubers van het tweede middelbaar begeleidde. Al van bij het begin ontstond er commotie onder het jonge grut over deze jonge, knappe docente Nederlands. Heeft mevrouw De Putter een tattoo of niet? Eén van de leerlingen dacht namelijk van die kleine, symmetrische tribal-vleugeltjes onderaan haar rug gezien te hebben, toen de juf voorovergebogen zat op een stoel.
Ik kan het amper geloven, zei ik. Lisa lijkt mij niet het type om met zon reetgewei rond te lopen. Maar toen ik het haar vroeg, lachte ze alleen maar mysterieus.
Heb je dan toch een tattoo?, vroeg ik.
For me to know, for you to find out, zei ze. Maar schrik niet, mijn rockchick-gehalte zou wel eens groter kunnen zijn dan je denkt
.
Mijn fantasie was geprikkeld. Alle mogelijke vormen en themas van tatoeages fantaseerde ik op alle mogelijke plekken van haar jonge, strakke lijfje. Niets leek mij te matchen met de type vrouw die ze was. Het enige wat ik overhield en wat mogelijks bij haar zou passen, leek mij een gitzwarte orchidee op de wreef van haar voet, een traan juist onder haar naveltje of een afdruk van een hondenpootje op haar bips. Ik heb helaas niet kunnen achterhalen of Lisa nu al getatoeëerd is of niet, maar als ze ooit van plan zou zijn om een tattoo-shop binnen te stappen om één van mijn voorstellen op haar velletje te laten vereeuwigen, dan mag ze mij altijd bellen. Ik kom zeker kijken.
Over bellen, komen kijken en verborgen tattoos gesproken, er is er zo nog eentje die mij bijzonder intrigeert. Trouwe lezers van mijn columns zijn al langer op de hoogte van mijn hongerig verlangen naar de First Lady van onze gemeente. Maanden zijn alweer voorbij gevlogen. Meerdere keren is ze mij in die periode al voorbij gereden, voorbij gestapt,
en nog steeds doet ze alsof ik lucht voor haar ben. Het kan toch niet dat ze nog steeds onwetend zou zijn over mijn Luctoriaans en brandend verlangen naar haar. Veel meer nog dan de knappe Lisa, beheerst mijn burgemeesteres mijn wildste dromen.
Zou zij getatoeëerd zijn, vraag ik mij af? In mijn verbeelding zie ik het zo voor me: het beeld van de eindeloze polders op haar rugje, de kabbelende kreken op haar zachte buik en twee prachtige vleugels op haar schouderbladen. Daarboven, in de sierlijke letters van het CD&V-logo, de tekst Alis Volat Propriis
Zij vliegt op eigen vleugels.
Prachtig! Maar, wanneer landt ze eens bij mij?
Luctor
|