Inhoud blog
  • Sex sells
  • De koningin van Fellini
  • Virtueel café
  • Een fluitje van een cent
  • Déja vu
  • Tijd voor een Wereldmannendag?
  • Luctor on stage
  • Hamerende heipalen en ziedende gitaren
  • Airwick
  • De warme bakker
  • Irish coffee
  • Liefde in de sneeuw
  • De ACN-generatie
  • iPod-kisses
  • En daarmee basta!
  • Uitvinding: lul met snuif-functie
  • Geëtst voor het leven
  • Sauna
  • Het jaar van de spiegel
  • Vuurwerk
  • 2010: toen wandelen weer mogelijk was, een regering ónmogelijk was en het kerkcrapuul in bloei stond
  • 2009: En toen kwam een olifantje met een lange slurf...
  • 2008: Alleen de aandelen van rolstoelen gingen de hoogte in
  • 2007: Le jour de gloire est arrivé!!!
  • Winter, niets dan ellende
  • België - Belgique: liefde met een vervaldatum
  • De pet van mijn opa
  • Wat is Kerst?
  • De zak van Sinterklaas
  • Niet elk einde is een nieuw begin
  • Mijn engelen slapen nog
  • Let's talk about sex
  • Wat is oud?
  • Fees(t)boek?
  • Nooit meer oorlog
  • Luctor for president
  • Trein
  • Nestbevuiling
  • Zappen is slecht voor de lijn
  • Brief aan mijn ouders
  • Cirque De l'Enfer
  • Logisch denken
  • De pure mens: een specimen dat nog op twee plaatsen te vinden is
  • Mag er een beetje gel in?
  • Recht in je schoenen
  • tien-tien-tien, de dag des Heeren
  • Trouwen is houwen!
  • In het land van de Heilige Annick, waar Chinezen thuis zijn.
  • David Robert Jones
  • Gazettenklap
  • I Still Haven't Found What I'm Looking For...
  • Venus en Mars
  • De macht van de paardenkracht
  • Dinsdagen
  • Oorden van verderf
  • Het verdriet van België
  • Bloemen op mijn graf
  • Als eieren zo groot
  • Over banken, elektriekers en Pukkelpop...
  • Dood en leven weerspiegelen in water
  • Niets mag nog.
  • Linda
    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • wèr ar joe, Luctor?
  • niet volledig onbaatzuchtig...
  • pedagogische academie basisonderwijs
  • Gelukkige verjaardag!
  • Herkenning

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Mijn favorieten
  • Go2
  • open directory project
  • Sente XL - de onafhankelijke website over Sint-Laureins
  • Een eigenzinnige kijk in het leven van een kunstfotograaf
  • columns in Limburg: eine inne daag neet geschrieven, eine inne daag neet gelaef
  • Copyright:
    Deze teksten zijn auteursrechterlijk beschermd.
    Schending van het auteursrecht, waaronder wordt verstaan een verveelvoudiging en verspreiding zonder de vereiste voorafgaande toestemming van de auteur is een misdrijf!
    de wereld van Luctor
    Homo Sapiens non urinat in ventum
    Een bescheiden column over hoe een oud kind de wereld rondom zich ervaart...
    08-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ACN-generatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dat mijn kinderen sms’jes sturen en ontvangen in een soort Bargoens waar ik geen fluit van begrijp, daar kan ik eigenlijk nog inkomen. Mobieltjes bestonden in onze tijd nog niet; hoe zouden wij, oudjes, dan een taal hebben kunnen ontwikkelen die past bij het hippe en blitse gsm-wereldje van vandaag? Zeg trouwens nooit meer gsm of mobieltje, want het jonge grut kijkt je dan aan alsof je uit de tijd van de oermens stamt. Nééé, tegenwoordig heet zo’n ding ‘een trilijzer’.

     

    Nuja, het zal wel zo zijn dat elke generatie zich afzet tegen de gangbare normen van de vorige generaties. Dat is de gang van de wereld, denk ik. Mode en kleding zijn daarvoor de meest dankbare middelen. Ik herinner mij dat er bij ons thuis destijds geen dag voorbij ging, zonder dat ik er wel een paar keer op werd gewezen dat er kappers bestonden. Meer nog, mijn lange haren dreven mijn ouders bij momenten tot waanzin. Zelf vonden ze mijn ruglange manen weliswaar best nog OK, maar vaak kregen ze van de buren of gewoon van wildvreemden de opmerking dat ik gedoemd was in de gevangenis te belanden. Minstens in de goot…

     

    Het zal u trouwens niet ontgaan zijn, waarde lezer, dat de jongere generatie tegenwoordig -behalve mode en kledij- ook de taal gebruikt om zich te onderscheiden van ons, de ouwe zakken. Bij momenten begrijp ik mijn eigen kroost niet meer. In eerste instantie heeft het mij al de nodige tijd gekost om te wennen dat iets niet meer ‘tof’ was, maar ‘gaaf’ en nu ik een klein beetje into the new sensation begon te komen, blijkt het plots alweer niet meer ‘gaaf’ te zijn, maar ‘vet’ of zelfs ‘moddervet’. “Yo pap, ik het een moddervette jas gezien in een echte chille winkel. Kost wel een vierhonderdje of zo en zoveel knikkers heb ik niet. Kan jij me matsen met honderd flappen, dan kom ik net toe. En liefst asap, zolang het nog sale is…”

    “Euh… pardon?”

     

    Frietjes halen doen we overigens ook al lang niet meer aan de frituur, maar aan de ‘vreetkeet’. De uitbaatster is geen knappe moeder meer, maar een ‘milf’ (mother I like to fuck) en hààr moeder is dan weer een ‘cougar’ of een ‘gmilf’. In het ene geval een oudere dame die liefst jonge mannen verleidt en haar bed in lult; in het andere geval een grandmother I like to fuck.

    Als de frietjes misvallen zijn, dan kotsen onze jongelui ze niet meer uit, maar dan ‘eten ze gewoon achteruit’. De volgende keer laten ze de frietjes dan wellicht achterwege en gaan ze lekker ‘junken’ in McDonalds of lopen ze langs de ‘italo’ voor een ‘maffiabrood’. In de middeleeuwen noemden we dat nog gewoon een pizza van de italiaan.

     

    Afijn, ik zou jullie nog kunnen uitleggen wat een ‘carjumper’, een ‘flinstone’, een ‘pointdexter’, een ‘grasnek’ of een ‘zweetjakker’ is, maar ik vrees dat het ons veel te ver zou leiden. Het is tenslotte niet mijn bedoeling om een verklarend woordenboek te schrijven voor het ACN, het Algemeen Cool Nederlands.

     

    Wat wel tot mijn ambitie behoorde was om af te toetsen hoe de sprookjes, waar wij als kinderen hele nachten angstig van wakker lagen, het tegenwoordig doen bij de jonge ACN-generatie. Geloven ze nog in meisjes met rode kapmanteltjes, die te voet door een groot donker bos moeten op weg naar oma? Zijn ze nog bang van de grote boze wolf?

    Mijn zoon van tien is overtuigd van niet. Om enigszins tot zijn verbeelding te kunnen spreken heb ik het sprookje herschreven en getransformeerd naar zijn taalgebruik en vooral ook naar zijn leefwereld. Enjoy!

     

    “Heel lang geleden, het was nog in de nillies, was er eens een tentsletje met gebit-rails,dat altijd een rode string tussen haat gatflapjes droeg. Voor haar verjaardag had ze een G-string van haar mama en een C-string van haar oma gekregen en dat was haar zo goed bevallen dat ze sindsdien altijd rode reetveters was blijven dragen. Vandaar dat haar naam ook 'Roodstringske' was.

     

    Op een dag vroeg haar moeder, op zich nog een ferme milf, aan Roodstringske of zij haar zieke oma een shoppingbag vol kant-en-klare diepvriesmaaltijden wilde brengen. Oma, zelf ook nog een vetgave cougar, woonde diep in het bos. Roodstringske  hield erg veel van haar oma en dus wilde ze hem liefst meteen scheuren.

    “Heyhey ff dimmen”, zei moeder Milf bezorgd. Roodstringske kreeg de duidelijke instructie mee dat ze  op weg naar oma Cougar wel netjes op het bostrack moest blijven!

    “Je weet maar nooit”, zei moeder Milf, “met al die aso’s en kinderlokkers die er de dag van vandaag rondlopen. Die fuckin’ geilaards zitten eerst maar wat onschuldig naar de cameltoe in je hotpants te gluren, maar voor je er erg in hebt, zit hun hand aan je molletje.”

     

    Roodstringske was toch een beetje emo van het verhaal van moeder Milf en ze beloofde om niet van het bostrack af te wijken. Onderweg besloot Roodstringske om een paar lekkere paddo’s te plukken voor haar lieve oma. Ze bleef daarbij netjes op het bostrack en terwijl ze de paddo’s aan de rand van het track aan het plukken was, stond plots een Grote Boze Pedobisschop voor haar. Roodstringske had al veel over de enge Pedopriester gehoord, maar nu zag ze hem irl.

    ‘Wat een gladjanusneuker’, dacht Roodstringske. ‘Het lijkt wel een Johnny, met al zijn blingbling, zijn beha-potske en zijn nekspoiler. Wat een kloothommel’.

     

    De pedobisschop vertelde Roodstingske dat er een eind verderop in het bos nog veel straffere paddo’s  waren en dat ze daar maar eens moest gaan kijken. Roodstringske vond het wel een bangelijk idee en deed wat de pedo had gezegd.

    Ze wist dat ze er thuis een tsunami-straf zou voor krijgen mocht haar moeder dit te weten komen, maar ze schatte die kans bijzonder minimo. Heel chill ging ze dus verder het bos in, op zoek naar nog meer lekkere hallu-paddo’s.

     

    Ondertussen scheurde de Pedobisschop naar het huisje van oma Cougar en klopte aan. Oma dacht dat het de jonge, nerdy boswachter was die een beetje in haar tuintje kwam fakken. Dat deed ie wekelijks en in ruil flashte oma Cougar telkens haar knijpkanjers eventjes voor hem. Heel af en toe, als oma Cougar voelde dat ze zelf een wettie kreeg, dan mocht het jonge boswachtertje verder gaan dan het bekijken van haar vleesbumpers en mocht hij daar bovenop ook nog eens haar brasilian gewaxte molletje verwennen.

    ‘Vandaag, was zo’n dag’, flitste het door oma’s hoofd en buik toen ze hoorde aankloppen. Het leek wel aslof ze haar Tarzan in zich voelde trillen. Zo horny was ze.

     

    Groot was dus oma’s verwondering dat ze de blingbling-pedo in de deuropening zag in plaats van haar kinky boswachtertje.  Nog voor oma iets kon zeggen, trok de pedobisschop oma Cougar tegen zich aan en smoorde haar mond met een chloroformdoekje.. 

    ‘So far so good’, dacht de pedo. ‘Dit was echt P.O.C.”.

    ASAP stripte de pedo de bewusteloze oma tot haar nakie en verborg haar in het tuinschuurtje bij het huisje. Hij trok vervolgens al haar gestripte kleren aan en ging in haar bed liggen.

     

    Toen Roodstringske bij haar grootmoeder aankwam, lag de  pedopriester al in oma’s bed te chillen. Compleet uitgedost in oma’s kledij. Van haar babydoll, over haar jartelles, tot en met haar stiletto-pumps.

    "Kom maar binnen, bitch", riep de pedo met een krakerige stem, waarvan hij hoopte dat ze een beetje klonk als de stem van de oude geile cougar. "Duw maar op de zoemer, dan gaat de deur vanzelf open."

     

    Roodstringske had niet in de gaten dat het de Grote Boze Pedobisschop was, die in haar grootmoeders chillbak lag.

    "Maar oma…", zei Roodstringske, toen ze vlak bij het bed was, "…oma,wat heeft u grote sterke armen?"

    "Dat is om kindjes zoals jij beter te kunnen vasthouden als ze willen vluchten, m'n meisje," antwoordde de boze pedopriester.

    "En grootmoeder, wat heeft u grote oren?", vroeg Roodstringske.

    “Dan kan ik beter horen of er niemand afkomt als ik de kindjes aan het misbruiken ben!", zei de pedo.

    "En oma, waar is uw décolleté met uw enorme prammen naartoe?!"

    "Ach mijn lieve kind", zei de pedo, “ik heb ze laten weghalen in de wellnesskliniek met een waardebon van de Flair. Ik hou meer van platte tietjes, zoals die van jou”.

     "En grootmoeder, wat heeft u opeens een grote mond gekregen!" riep Roodstringske uit. "Ahá, Ohó!" grauwde de pedobisschop, "Daarmee kan ik er mij beter uitlullen mocht één van mijn slachtoffers ooit totaly outfreaken en een klacht indienen".

     

    Toen Roodstringske erachter kwam dat niet haar oma Cougar, maar de Grote Boze Pedobisschop  in de chillbak lag, was het al te laat! In enkele seconden trok de pedo haar onder zijn kazuifel, alwaar ze nog een aantal andere kinderen trof. Eén voor één moesten ze tegen hun zin met de grote stinkende leuter van de Grote Boze Pedo spelen. Ze vonden het verschrikkelijk creepy,  maar ze aanvaardden hun lot. Ze hadden het immers al tegen zoveel mensen gezegd, maar er was niemand die hen geloofde.

     

    Net na de jonge, nieuwe  handjes van Roodstringske ging de Pedo een dutje doen. Hij snurkte evenwel zo hard dat een flik, die vlakbij was, het hoorde. De police-dude was net in de neighbourhood  controles aan het uitvoeren in het kader van de Bobcampagne. Twee bierlippen en een jeneverorgel had hij al hun permitje afgenomen, toen hij het gesnurk hoorde.

    De flik ging Oma Cougar’s huisje binnen en zag de Pedopriester  liggen. Hij vermoedde meteen dat het fuckin’ shit was, want de kazuifel van de pedo stond onderaan enorm pimped-up!

     

    De flik sneed het gewaad open en bevrijdde zo Roodstringske en de  andere slachtoffertjes. Samen deden de kinderen hun verhaal aan de PedobisschoppenBaas, maar die probeerde meteen alles clean-up te doofpotten. Toen dat niet lukte, is de Grote Boze Pedobisschop plots verdwenen en heeft niemand hem ooit nog gevonden...

     

    En oma Cougar… Toen de flik haar naakt, bewusteloos en willing had aangetroffen in het tuinschuurtje naast haar huisje, had hij haar onmiddellijk ge-mouth-2-mouth-d. Wat er daarna precies gebeurd is, weet niemand, maar er werd wel gefluisterd dat oma onwijs lang had gekreund tijdens de reanimatie en dat haar neukteugels vuurrood zagen toen ze buitenkwam…"

     

    En weet je wat nu zo bijzonder is, waarde lezer? Toen ik mijn zoon -wiens haar inmiddels bijna net zo lang is als dat van papa dertig jaar geleden- dit sprookje voorlas, vond hij het niet tof, niet gaaf, niet vet... neen, zelfs niet móddervet… Hij vond het groovyyyyyy!

     

    Luctor

    08-02-2011 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    03-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.iPod-kisses
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mijn God, er wordt wat afgelebberd en gemuild de dag van vandaag. Geef toe, donderdag 3 februari 2011 is in niets een speciale dag te noemen. Licht bewolkt, af en toe een opklaring en zo’n graadje of zeven. Een doordeweekse dag zoals zoveel andere. En toch leek het wel kusjesdag.

     

    Ik was vanmorgen nog niet eens met de auto de straat op of ik moest al toeteren voor lebberend grut. Op het voetpad, vlak voor ons hek stonden er om kwart na zeven al twee scholieren ineen gevlochten als waren het hun allerlaatste levensminuten. Ik heb ze niet herkend -daarvoor zaten ze te goed verscholen onder hun dikke parka’s en wintermutsen- maar één ding is zeker: zij hadden mij ook niet gezien. Noch gehoord! Dat eerste kan ik nog begrijpen, want kussen doe je meestal met je ogen dicht, maar dat ze mijn auto ook niet hadden gehóórd… Nuja, dat doet er overigens niet toe, feit is dat ik vriendelijk toeterde om van mijn tuinpad te mogen rijden en dat de twee tot mijn grote verbazing aaneen gevroren bleken. Tenminste dat veronderstel ik. Want plots begonnen vier benen synchroon te bewegen, terwijl die monden niet eens loskwamen. Misschien waren ze ook gewoon met hun beugeltjes ineen gehaakt. Dat kan natuurlijk ook.

     

    Hoedanook, ik was al blij dat ik van mijn tuinpad raakte en opgelucht de weg naar mijn werk kon aanvatten. Ik wuifde de twee kussers nog vriendelijk gedag, maar ze zwaaiden niet terug. Vermoedelijk waren hun ogen nog steeds dichtgelijmd. Ofwel waren ze gewoon in slaap gevallen.

     

    Afijn, niet eens vijfhonderd meter verder zet ik mijn auto aan de kant om een krant te kopen. Op het vensterbankje voor het helverlichte winkelraam, zit alweer een koppeltje stevig te tongzoenen. Goed dat ze jong en lenig zijn, bedenk ik, want het kan absoluut geen sinecure zijn om -naast mekaar gezeten en met de hoofden allebei een kwartslag naar elkaar gedraaid- die tongen in mekaars mond te houden. Als ze dat over dertig jaar met iets strammere ledematen nog eens zullen proberen, dan stroomt de zever met emmers tegelijk uit hun bek. Zeker weten. Maar goed, ze zijn jong en dus lukt het allemaal nog prima.

    “Môgge”, zeg ik, als ik ze voorbij wandel. Maar ze boren onverdroten verder naar ‘amandelolie’ en ze gunnen mij geen blik. Sterker nog, ik ben ervan overtuigd dat ze niet eens beseft hebben dat ik op twintig centimeter ben voorbij gewandeld.

     

    Niet eens twee minuten later kom ik alweer buiten uit de krantenwinkel. De vensterbanklovers zijn nog niet van houding veranderd, maar groot is mijn verwondering als ik merk dat er inmiddels nóg een koppeltje is bijgekomen. In eerste instantie vraag ik mij af of er ergens een nest zou zitten, maar de volgende vraag die zich stelt is zo mogelijk nog belangrijker: hoe kom ik in godsnaam mijn auto nog in? Van het nieuwe koppeltje heeft de mannelijke helft zich namelijk met zijn lederen vestje tegen het portier van mijn auto geleund en zijn vriendinnetje hangt op haar beurt tegen haar liefje aangeklemd.

    “Môgge”, zeg ik opnieuw, maar ook dit stel gunt me geen blik waardig.

    Hoe kom ik hier godverdomme mijn auto in, vraag ik mij af? Straks ben ik nog te laat op mijn werk.

     

    Ik kuch nog een keer of twee, maar heel erg dichtbij komen -om recht in zijn oorschelpen te kuchen, bijvoorbeeld- durf ik niet. Eén van de twee ‘smekt’ namelijk nogal hoorbaar en ik heb eerlijk gezegd geen zin om op dit ochtendlijke uur een klodder tongzoenspuug in mijn gezicht te krijgen. Op geen enkel uur overigens. Ik merk bovendien dat een dun streepje kwijl van tussen hun tegen elkaar geperste kinnen druipt en dus blijft enige veiligheidsafstand wel aan te raden.  Probleem is en blijft natuurlijk dat ik toch op één of andere wijze in mijn auto moet zien te geraken.

     

    Als kuchen niet helpt, dan maar een storend tikje tegen de schouders. Het spijt me voor hen, maar ik kan niet anders. Twee pubergezichten komen verstoord los van mekaar en vier lamgedraaide koeienogen kijken vragend in mijn richting. Als hij evenveel baardharen had gehad dan zij puisten heeft, dan had hij er misschien toch al ietwat mannelijk uitgezien voor zijn leeftijd, maar helaas voor hem is dat niet het geval. Ik schat hem niet ouder dan zestien, maar toch moet dit haantje meteen de nodige indruk maken op zijn kippetje.

    “Wat scheelt er jong?”, vraagt hij arrogant.

     

    Ik probeer uit te leggen dat ze tegen mijn auto stonden en dat ik gehaast ben, maar de twee kijken mij aan alsof ik van een andere planeet kom en het Jupiteriaans spreek.

    “Wacht”, zegt de jongen en hij peutert onhandig twee oortjes uit zijn oren. Bij zijn vriendin merk ik nu ook twee witte draadjes die ergens uit haar jas opduiken om dertig centimeter hogerop  in haar oren te verdwijnen. Plots wordt het mij duidelijk waarom geen enkele van al de muilende scholieren mij hoorde vanochtend. Die moderne jongelui staan mekaar gewoon af te likken en ondertussen luistert elk naar zijn favoriete bandje.

     

    Op risico dat ik nu als een belerende ouwe klootzak ga klinken, vraag ik mij af wat de toegevoegde waarde van die iPod kan zijn. Kussen met je lief schudt sowieso al heel je lijf ondersteboven. Bloeddruk, ademhaling, stofwisseling, hartslag, ja zelfs je fluit, alles gaat al tongend met een ruk de hoogte in. Misschien dat dat nóg extremer is met Rammstein of pakweg Dana Winner in je oorschelpen -het zou kunnen- al heb ik toch zo mijn twijfels.

    ‘Als hij je zoent, vertelt hij een verhaal’, zegden de romantici vroeger. Misschien dat de Wii-generatie geen verhalen meer vertelt, maar de laatste hits op de iPhone meemuilt.

     

     Toch is kussen geen sinecure. Zoveel kussen, zoveel stijlen. Zoveel vrouwen, zoveel kussen. Ik vraag mij trouwens af of er door de inbreng van die iPhones in de oren nieuwe soorten kussers zijn ontstaan.  De gitaarlebber, bijvoorbeeld of de Techno-tong? Zou kunnen, hé.

     

    In mijn tijd was daar overigens nog totaal geen sprake van. Wij kenden alleen maar ‘de wasmachine’, een zoenster die zodanig in je bek zeverde dat de slijmslierten tot op haar borsten hingen. Andere types uit mijn jeugd waren ‘de staafmixer’ en ‘de vacuümpomp’. De eerste ging  als een gek in je mond tekeer ging à rato van achthonderd toeren per minuut en de tweede zoog eerst je tong naar binnen om er vervolgens op te beginnen sjieken alsof het een kauwgom was.

    Erger nog waren ‘de dooie vis’, waarbij een lamme tong onbeweeglijk in je bek werd gelegd, liefst zo diep mogelijk zodat je er bijna op moest wurgen en ‘de fijnschreper’, die door al te scherpe tanden laagje na laagje van je tong afschreepte tot er alleen een rauwe lap vol bleinen van overbleef.

     

    Maar dé zoenschrik uit mijn jeugd was ‘de sergeantkus’. Een meisje die ‘sergeantte’ -zo noemden wij dat- zoende zo stevig en krachtig dat ze meteen de indruk gaf: jij-bent-van-mij. Als ik zo’n kordate tong door mijn mond voelde woelen, was ik altijd bijzonder op mijn hoede. Voor je het wist piste ze immers tegen je schenen om haar terrein af te bakenen…

     

     

    Dikke kus

    Luctor

    03-02-2011 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (13 Stemmen)
    01-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En daarmee basta!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ze hebben ons mooi te grazen, de jongens van Neveneffecten. Twee weken geleden steken ze hun BASTA-vinger op naar alle belspelletjes op tv en binnen de vierentwintig uur verdwijnt al mijn nachtelijk en ochtendlijk amusement zomaar in de prullenmand. Dit geldslurpend gesjoemel moest gewoon gestopt worden, verklaren ze bij Neveneffecten!

     

    Gesjoemel? So what, vraag ik mij dan af.  Ik heb er nooit een eurocent aan gespendeerd. Dat anderen dat wel deden, tja… Ze moesten maar zo dom niet zijn, zeker? Want zeg nu zelf, om in te zien dat al die idiote zoekspelletjes zo nep waren als de tieten van Pamela Anderson, daarvoor hoef je geen lagere school gestudeerd te hebben.

    Wat er ook van zij, het was wél een superleuk alternatief voor de vroege vogels en de mensen met slaapstoornissen, vond ik. Geef toe, als je moet kiezen tussen een halve nacht klaarwakker liggen wroeten en draaien in je bed omdat je alweer de slaap niet kan vatten of een paar uur kostelijk vermaakt worden door een hele trits stomme bellers met hun nog stommere antwoorden…  Dan was, althans wat mij betreft, de keuze snel gemaakt. Ik zal ze missen, de belspelletjes.

    ‘Noem een schoeisel met drie P’s erin: een Paar Pruine Pottines!’ Hilarisch toch?

     

    Helaas is het natuurlijk niet zo dat mijn biologische klok anders is beginnen tikken sinds de belspelletjes uit de ether zijn geplukt. In de praktijk betekent dit dat de ochtend zich ook zonder wekker bij mij steevast aankondigt rond een uur of half zes. Tijdens de week geeft me dat heerlijk lang de tijd om langzaam tot de levenden te komen met beken vol koffie en de nodige pafkes. In de weekends daarentegen wil ook bij ons thuis iedereen wel eens uitslapen en dan betekent datzelfde vroeg opstaan meestal ùùùrenlang vervelen tot ook de andere gezinsleden -zo rond een uur of tien- uit hun nest rollen.

     

    Zonder de belspelletjes en met enkel de nachtelijke journaalherhalingen als alternatief, hoorde ik Jan Becaus dus zondagochtend vier keer na mekaar uitleggen dat verschillende reisorganisatoren overwogen om hun klanten uit het gevaarlijke Egypte terug te halen. Aansluitend legde Sabine Hagedoren vier keer na mekaar uit dat het voor de rest van de week barkoud zou blijven en hoe erg ik er ook op hoopte dat Club Brugge toch tenminste één keer zou verliezen,  toch wonnen ze vier keer op rij met één-nul tegen Germinal Beerschot. Telkens Ronald Vargas, die scoorde. Dat die oetlul van een beerschotse verdediger na drie keer nóg niet doorhad hoe de Brugse Venezolaan hem in de luren zou leggen, zegt veel over het intellectueel niveau van ons voetbal. Maar we dwalen af.

     

    Zappen leek mij de enige andere optie. Maar op zondagochtend is ook dat niet echt een cadeau. Je huppelt zowat van tekenfilm naar tekenfilm, van Samson naar Mega Mindy of van kerkdienst naar kerkdienst. Fijn! Waar zijn mijn verrekte belspelletjes, dacht ik en in stilte, maar daarom niet minder agressief, vervloekte ik al zappend de mannen van Neveneffecten.

     

    Op één van de commerciële zenders bleef ik toch even hangen. Terwijl een jonge, ietwat pafferige vrouw met een kapsel uit de eighties recht in de camera kijkt, hoor ik een andere vrouwenstem bijna snikkend zeggen “Ik mis hem zo…”.

    Blijkbaar ben ik midden in een gesprek beland tussen de dame in de studio en een verdrietige belster.

    “Ja maar ja Nicole”, zegt de studiodame  kordaat, “De kaarten zeggen dat je toch zal moeten loslaten, hoor. Verdriet loutert, da’s waar, maar ge kunt ook niet blíjven leven met de doden, hé. Een mens moet verder! Denk aan de kaart met De Sleutel. Dat duidt op een nieuw begin!”

    Nicole is blijkbaar dermate geschrokken van deze forse uithaal dat ze niet meer antwoordt. Alleen nog een paar gebroken snikken zijn het hoorbare teken dat ze nog geen zelfmoord pleegde.

    “Nicole, ben je daar nog?”, vraagt de studiodame opnieuw. Ze probeert een wat zorgelijk gezicht op te zetten, maar onder dat ouderwetse kapsel ziet het er allemaal een beetje potsierlijk uit. Bovendien lijkt een echt grote acteercarrière toch niet voor haar weggelegd.

    “Ja… Ik ben er nog…”. Het stemmetje is broos, angstig en amper hoorbaar.

    “Aaaah, dan is het goed. Denk aan wat de kaarten hebben gezegd, hé Nicole. Veel moed en sterkte… Dag Nicole.”

     

    Zonder dat Nicole nog de kans krijgt om iets terug te zeggen, wordt de telefoonlijn afgesloten en richt de studiodame zich naar de kijker thuis. “Zo zie je maar”, zegt ze, “Over alle problemen kan je de kaarten raadplegen. Maar ik herhaal: over geld, ernstige ziektes en privé-aangelegenheden, moet u onze privélijnen bellen. De informatie die de kaarten dààrvoor in petto hebben, kunnen we u niet via de televisie meedelen. Onderaan uw scherm ziet u de verschillende nummers, waarop u voor die discrete vragen terecht kan.”

    Dat zo’n oproep op een privélijn 1,75 euro per minuut kost en dat een telefoongesprek voor een publiek consult op het televisiescherm -zoals bij Nicole- 1 euro per oproep kost, dat vertelt de studiodame er niet bij. Dat staat in kleine lettertjes tussen de telefoonnummers en nog wat andere info. Inderdaad, onderaan het scherm…

     

    Meteen flitste een nogal ophefmakende reportage van een paar jaar geleden op de Nederlandse televisie door mijn hoofd. Er was in Nederland toen heel wat heibel ontstaan over de zogenaamde astro-programma’s, waar waarzegsters, mediums, heksen, trollen en andere kwakzalvers tarotkaarten leggen en zo argeloze bellers en belsters massa’s geld uit de zakken klopten met voorspellingen die kant noch wal raken.

     

    Ondertussen staat mijn televisie nog altijd rechtstreeks in verbinding met de zieneres van geluk en onheil uit de duistere plooien van de toekomst. De pafferige waarzegster met het oubollig eighties-kapsel heeft ondertussen alweer twee wanhopigen de toekomst voorspeld en ik heb inmiddels geleerd dat ze Mira heet. Nadat ook een derde beller met een kluitje in het riet wordt gestuurd, bekruipt mij de onweerstaanbare zin om zelf ook te bellen. Hoe zou Mira mijn toekomst in de sterren lezen? Wat zou het resultaat van haar voorspellingen zijn als ik de waarheid over mezelf een klein beetje geweld zou aandoen? Zou ze mij een lang, rijk en gelukkig leven kunnen voorspellen, omgeven door tientallen knappe, hunkerende nymfomanen of ziet ze mij eerder zwart van armoe recht op de dood afstevenen, met in mijn zog een bende lederen parkhomo’s die mij droog in mijn kontgaatje willen pakken?

    De proef om de som!

     

    Liefst vier pogingen moet ik ondernemen voor ik binnen geraak. Op zich is dat best vreemd, want gedurende de tijd die ik daarvoor nodig had, is geen enkele beller of belster tot bij Mira in de studio geraakt.  Al die tijd zat ze enthousiast maar werkloos aan de kijkers uit te leggen dat ze verschillende bundels van kaarten had. Engeltjeskaarten, liefdeskaarten, affirmatiekaarten en nog een paar soorten, waarvan ik de naam al vergeten ben. Vandaag gebruikte ze vooral de kaarten van Marie Anne Adelaide Lenormand, legde ze uit, want ze had het gevoel dat die vandaag meest kracht uitstraalden…

     

    Ik heb er ook geen idee van of ik in de drie keer dat ik niet binnen raakte ook al drie euro lichter ben gemaakt, maar soit, de vierde keer heb ik prijs. Ik rol de studio binnen, recht in de voorspellende schoot van Mira.

    “Goeiemorgen, met wie spreek ik”, vraagt ons pafferig eighties-waarzegstertje vriendelijk.

     

    Wat heet een belachelijke vraag voor een waarzegster, bedenk ik. Een helderziende die vraagt wie je bent? Waar slaat dat in hemelsnaam op? Hoort iemand met dergelijke gaven dat dan niet zelf te weten, vraag ik mij af? Maar goed, ik wil beleefd blijven en dus ban ik alle sporen van verwondering en ontgoocheling uit mijn stem.

     

    “Goeiemorgen, met Luctor”, zeg ik.

    “Dag Luctor”, zegt ze. “Op welk vlak zou jij graag weten wat de toekomst voor jou in petto heeft, Luctor?”

    “Ik wil graag weten of ik een gelukkig gezinsleven tegemoet ga”, lieg ik.

     

    Mira valt onmiddellijk in haar professionele zelve. Ze heeft nu nog maar een summiere basis van informatie over mij en dus probeert ze onopvallend en snel meer te weten te komen over mijn situatie. Alleen op die manier kan ze zich een meer accuraat beeld vormen over de Luctor met wie ze aan de lijn hangt en kan ze een paar ‘voorspellingen’ doen, die vaag genoeg zijn om in mijn leven te kunnen passen.

     

    “We zullen eens zien wat er voor jou in het verschiet ligt”, zegt ze, terwijl ze een aantal tarotkaarten op haar desk uitspreidt. Een close-up van die desk toont dat er een Ruiter bijligt, een Hond, een Berg, een Anker en nog iets wat op een soort aardeweg  lijkt. Haar wijsvinger blijft tikkend achter bij de kaart met de weg op getekend.

    “Ben jij getrouwd, Luctor?”, vraagt Mira.

    “Zie je dat dan niet in je kaarten?”, vraag ik.

    Meteen houdt de tikkende vinger op en blikt Mira me recht in de camera aan. Ik verwacht mij meteen aan een tirade of een soort banvloek van de tv-heks, maar ze herpakt zich professioneel.

    “Het Anker zou kunnen wijzen op liefdestrouw en een veilige haven.”, zegt ze, “Maar om echt zeker te zijn, zou ik dat ook nog eens moeten pendelen. Helaas hebben we daar in deze uitzending de tijd niet voor.”

     

    Omdat ik bang ben meteen uit het programma te worden gegooid, zeg ik snel dat ik inderdaad getrouwd ben. Mira’s blik ontspant weer. Ze voelt dat ze de eerste veldslag gewonnen heeft.

    “Hoe oud ben je, Luctor”, vraagt ze.

    “Dertig.”

    De leugen gaat er als pap in.

    “Kinderen”, vraagt ze?

    “Nog niet”.

    Ook die leugen slikt ze zonder problemen.

     

    De tv-uitvoering van het Orakel beschikt nu al over een pak info over wie ik ben. Ze weet dat ik een man ben van dertig jaar, dat ik getrouwd ben en nóg geen kinderen heb. Ze weet ook dat ik vroeg of ik een gelukkig gezinsleven tegemoet ga. Logischerwijs kan ze dus concluderen dat ik ófwel niet zeker ben van de liefde van mijn partner en dat ik mij afvraag of het wel zal blijven duren, ófwel dat mijn relatie wel goed zit, maar dat ik stilaan toch naar kinderen begin te verlangen. Het enige wat ze nog moet doen is proberen uit te vissen welke van de twee van toepassing is, zonder zelf al te veel te blunderen. Dat blijkt meteen ook als ze zich waagt aan een eerste, uiterst voorzichtige voorspelling. Het lijkt wel stratego wat we spelen. Waar is de vlag en waar liggen de bommen?

    “Ik zie hier de kaart van de Hond”, zegt ze. “Dat zou kunnen wijzen op een bijzonder trouwe vriendschap. Zou dat over je partner kunnen gaan?”

    “Ja”,zeg ik. “Dat zou heel goed kunnen want we houden zielsveel van elkaar”.

    “Ik dacht het al”, zegt Mira. “De hondenkaart duidt meestal op echte trouw tussen partners.”

    Ze klinkt meteen een stuk zelfverzekerder en gaat vlot op haar elan door. Al eliminerend is ze er handig achter gekomen dat mijn vraag inderdaad te maken heeft met mijn gefakete kinderwens. Als een stoomtrein op snelheid dendert ze nu door het gesprek. Recht op haar doel af.

    “Ik heb hier ook de kaarten liggen van De Ruiter en De Weg”, zegt ze. “De Ruiter duidt vaak op bezoek of op goed nieuws en De Weg geeft aan dat je leven een andere wending krijgt. In combinatie met de andere kaarten moet ik afleiden dat jullie gezinnetje wellicht zal uitbreiden.”

    Terwijl ze het zegt, glimt de overwinningsglans over heel haar gezicht.

     

    “Echt waar?”, hakkel ik gespeeld blij.

    “Dat is wat de kaarten mij vertellen”, triomfeert ze.

    “En zeggen de kaarten ook wannéér we een kindje zullen krijgen”, vraag ik.

    “Neen,”, zegt Mira, “Dat kan ik niet afleiden. Maar daarvoor kan je natuurlijk wel naar een astro-privélijn bellen. Daar zitten specialisten alle vlakken. Ook op vlak van geboortevoorspellingen.”

     

    Mira geniet duidelijk van haar overwinning en terwijl ze snel van mij afscheid wil nemen ‘omdat er nog meer mensen met levensvragen zitten te wachten’, maakt ze één cruciale fout. Uit overmoed wellicht. Ze bedankt mij namelijk voor het bellen en voegt daar in één adem aan toe dat ik zeker ook veel zwangerschapsgeluk moet wensen aan mijn vrouw.

     

    “Vrouw?”, zeg ik. “Ik heb helemaal geen vrouw. Ik woon samen met een man. Ik ben ho…”

    Ik krijg de kans niet om mijn zin af te maken. Een indringende tuut-tuut-tuut is het enige wat ik nog hoor.

    Op televisie sluit Mira ons gesprek af alsof ik niet uit de ether ben gezwierd. Sec en zonder enige vorm  van onzekerheid of aarzeling.

    “Weer iemand die tevreden is”, zegt ze. “Tijd voor een volgende beller”.

     

    Een half uur later staat mijn vrouw op.

    “Ik voel mij een beetje misselijk”, zegt ze.

    Het koud zweet breekt mij uit…

     

    Luctor

    01-02-2011 om 20:10 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    29-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitvinding: lul met snuif-functie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Stel je voor, waarde lezer, na een dag lang hard werken op kantoor of in de fabriek, rijd je ’s avonds de oprit van je huis op. Uiteraard floept het licht net op tijd aan en is het hek volledig opengedraaid, want de sensor van je huiscomputer heeft vanop één kilometer afstand je auto “voelen” aankomen. Het spreekt vanzelf dat de lampen op de oprit weer netjes doven van zodra je ze voorbij rijdt. Het hek sluit weer zonder dat je er moet naar omkijken en de garagepoort volgt gedwee. Op weg naar de achterdeur van je huis, blijf je netjes op het tuinpad, want de volautomatische en computergestuurde grasmaaier is volop bezig aan zijn dagtaak.

     

    Binnen ligt je lieve echtgenote languit op de bank een magazine te lezen, terwijl Piet Huyzentruyt een beetje idioot staat te doen op je zeventig inch led-flatscreen televisie.

    “Wat eten we vanavond, schat?”

    “Geen idee”, zegt ze. “Ik ben niet echt aan het volgen. Ik heb gewoon met de afstandsbediening ingegeven dat de kinderen niet thuis zijn vanavond en dat we maar met z’n tweetjes zijn”.

    “En mijn baas dan?”, vraag je verschrikt.

    “Shit! Vergeten!”

    Je teerbeminde gooit haar magazine opzij en kijkt paniekerig op de klok.

    “Hoe laat komt hij?”

    “Over een uurtje! En zijn tang van een vrouw komt mee.”


    Dan halen we het nog net, bedenk je. Gewoon de afstandsbediening nemen, Piet Huyzentruyt deleten en opnieuw ingeven ‘vis’, ‘vlees’ of ‘vegetarisch’ plus het aantal personen en de chef-kok naar keuze. De televisie en je huiscomputer coördineren de rest. Eerst wordt ingelogd bij de koelkast of alles nog in voorraad is en worden de recepten gedownload naar een hele batterij ovens en microwaves. Van zodra de koelkast biept dat alles gevonden is, komt het er enkel nog op aan om de verpakkingen te verwijderen en de producten in de insert-lade te leggen. De rest gaat vanzelf. Op de televisie kan je ondertussen bekijken hoe Pietje Huyzentruyt de maaltijd van je keuze in the good old days handmatig bereidde. En voor het geval dat er al eens een ingrediëntje mocht ontbreken, dan wordt er automatisch een email verstuurd naar de dichtstbijzijnde automatenshop.

     

    Exact vijf minuten voor je baas aankomt verstoort een monotone zoemer de rust in je huis. Je huiscomputer heeft namelijk op twee kilometer afstand het signaal van de gsm van je baas “gevoeld”. Snel nog even rondlopen of alles OK is. Met een vingerknip verandert de open haard van een zwart gat naar een knisperende bron van gezelligheid en flitsen overal in huis de tientallen flatscreen-televisies aan. Met je centrale afstandsbediening kies je nog snel welke schilderijen je er vandaag op wil weergeven. Oef, just in time.

    Met de smile van je leven sta je de baas in het deurgat op te wachten. Promotie verzekerd! Ware het niet dat Snuffel roet in het eten kwam gooien. De geluidloze huisstofzuiger was je namelijk vergeten verankeren in zijn ‘kotje’ en het dikke wijf van je baas duikelt er in ware zweefvlucht overheen en landt met haar benen wijdopen midden in je woonkamer. Haar jurk tot ver boven haar middel omhoog geschoven.
    En wat schaft de pot vandaag? Konijn met pruimen…

     

    Het lijkt een verhaal uit de verre toekomst, waarde lezer. Maar dat is het niet. In principe is het meeste zelfs vandaag de dag al realiseerbaar. Ik moest eraan denken toen ik mijn lieve eega deze middag bij de kapper ging ophalen. Ik was iets te vroeg en zat even in mijn auto te wachten. Tussen de wagen voor mij en die van mezelf zat nog een behoorlijke plaats om te parkeren. Niet echt dat je er met een limousine tussen kon, maar zeker groot genoeg voor een stevige middenklasser.

    Groot was mijn verbazing toen uitgerekend een slagschip van een duur Duits merk dacht om er zich te moeten tussen wringen. Mijn muil viel helemaal als een bakhuis open toen ik merkte dat de dame achter het stuur gewoon in haar handtas zat te grabbelen, terwijl haar dure bak zich zacht glijdend en gemillimeterd in de vrije plaats schoof. Kust nu mijn kloten... Meer kon ik niet bedenken.

     

    Akkoord, de tijd staat niet stil en de technologie gaat razendsnel vooruit, maar hier stond ik nu toch wel even met mijn bek vol tanden. Is er dan geen snelheidsmeter -of beter nog, een snelheidsbegrenzer- op technologische innovatie? Want geef toe, uitvinden is één ding, maar een uitvinding wordt pas innovatie als het nut en waarde heeft voor de afnemer. En akkoord, mijn hond zal niet van de ene op de andere dag beginnen praten, net zo min als ik mijn poes kan programmeren dat ze zich niet meer laat neuken door om het even welke krolse kater die haar pad kruist, maar een mens wordt toch klein en stil als je even nadenkt over de snelle evolutie die onze tijden nu meemaken.

     

    Vroeger ging het meer gezapig, heb ik het gevoel. Akkoord, men vond wel uit aan de lopende band, maar er wàs ook zo weinig. In 1900 vond Arthur Eichengrün de aspirine uit, maar voordien was er niets wat erop leek. Dan was het hoofdpijn hebben en de pijn verbijten. Drieëntwintig jaar later knutselde de schot John Logie Baird de eerste televisie in elkaar, maar vóór die tijd kon je alleen maar naar de radio kijken. Het gras zien groeien was wellicht nog boeiender. En in 1956 ontwikkelde de Amerikaanse patholoog Gregory Pincus samen met de gyneacoloog John Rock de eerste anticonceptiepil. Als je voorheen geen kinderen wou, dan was het… Inderdaad, vogelen en het plafond witten.

    Maar zet die drie uitvindingen bij elkaar en dan kom je tot de constatering dat het liefst zessenvijftig jaar heeft geduurd voor er iemand kon zeggen: ‘Er is weer geen kloten op tv, liefje, laat ons dus maar eens vroeg gaan slapen. Slik snel een pil om geen kindjes te krijgen en dan poep ik je tot je ogen achterstevoren staan. Hoofdpijn vanavond? Hier is een aspirine, mijn duifje’.

     

    Wat er ook van zij, na de StarWars-scene aan de kapper deze namiddag, was mijn nieuwsgierigheid in alle hevigheid opgelaaid. Ik kon echt bijna niet wachten tot ik thuis was om het internet af te struinen op zoek naar ‘de wereld die ik nog niet kende’.

    Je gelooft je ogen niet, waarde lezer. Wat ik op een aantal amerikaanse sites allemaal niet gevonden heb… Het is ronduit verbijsterend.

     

    De power-balance bandjes en en neuspleisters waarmee voetballers maar al te graag uitpakten, kennen we allemaal. Ze brachten geen kloten op en dus is de hype alweer lang achter de rug. Maar wist u ook dat er zoiets bestond als de programmeerbare autosleutel? Neen? Handig ding nochtans en Ford heeft het ontwikkeld. Gewoon even de sleutel in je computer steken, de naam van zoon- of dochterlief intikken als die de auto van pap willen lenen en via je pc kan je ingeven dat de auto niet sneller mag rijden dan zeventig kilometer per uur en dat de maximum toegelaten afstand tien kilometer is. Het einde van de slapeloze nachten.

     

    Of wat dan te denken van NyBall-washer, een wasmachine die je kleren schoonmaakt zonder water en zonder wasmiddel. Toch fijn voor het milieu, niet? Gewoon je vuile was in de trommel, een doosje speciaal geprepareerde nylon balletjes erbij kappen en wassen maar. Grote wasjes, kleine wasjes, laat maar lekker draaien. Wat schreeuwt de reclame ook alweer? Specialisten raden aan om altijd te wassen met Calgon. My ass! Kalkvorming in je wasmachine daar heeft binnenkort niemand nog last van.

     

    Nog een handigheidje lijkt me de kine-oplader voor al je klein electronisch materiaal. Gewoon je iPhone en je Blackberrie in de daarvoor bestemde houder steken en hij laadt op terwijl je wandelt en beweegt. Puur op kinetische energie. Er zijn er zelfs die opladen door lichaamswarmte, maar voorlopig zoekt men nog een oplossing om een rush naar de ziekenhuizen -op zoek naar koortsige medeburgers- in goede banen te leiden.

     

    Om maar te zeggen, waarde lezer, dat er ook nogal wat prul uitgevonden wordt. Wat dacht u bijvoorbeeld van een billendoekjesverwarmer, de push-up zwembroek of de gras-teenslippers? Vooral dat laatste schijnt momenteel in de VS heel erg in te zijn bij de stadsbewoners, die toch graag op blote voeten in het gras lopen. Gewoon je flip-flops regelmatig water geven en één keer in de week bijknippen…

    Heeft u trouwens ooit al gehoord van een sexpop voor honden? Neen? Het bestaat nochtans! Uw hitsige poedel zal voortaan niet meer op uw been komen rijden als het kutje brandt of het pikkie opstijft. Ook niet als je bezoek hebt. Makkelijk zat.

    De gas-mask-bra wil ik u zeker ook niet onthouden. Stel, je zit ergens in een terroristisch gebied en één of andere extremist pleegt een gasaanval. Geen probleem, je snokt gewoon je beha van je lijf, laat je tetten de vrije zwadder en ondertussen tover je van de speciaal bewerkte cups en de bandjes twee gasmaskers. Handig voor jou én je man!  En opwindend, me dunkt. Je zou begot hopen dat je in een gasaanval terecht komt.

    What’s next, vraagt een mens zich dan af. Hoeveel gekker moet het nog worden in deze wereld?

     

    Weet je, wat mij dan frappeert, is waarom sommige voor de hand liggende dingen over het hoofd worden gezien. Neem nu een gezonde kerel. Hoe lang draagt de man al onderbroeken? Dat moet ergens sinds de dertiende eeuw zijn geweest, schat ik. Waarom heeft er dan niemand, in al die tijd, ooit een oplossing gevonden voor dat laatste plasdruppeltje...? Áàààltijd in je onderbroek…!     

     

    Luctor  

    29-01-2011 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    27-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geëtst voor het leven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vorig weekend was het mij in de sauna ook al opgevallen, tatoeages zijn niet langer versieringen die exclusief voorbehouden zijn voor de  lichamen van schorriemorrie en zeebonken. De dag van vandaag heeft bijna iedereen er. Je hoeft niet langer te behoren tot het tuig met borstelige baarden en grommende motoren om je vel te laten etsen met stripfiguren, tribals of vuurspuwende draken. In sommige middens gaat het zelfs zó ver dat ik mij afvraag of het misschien toevallig een verplichting is geworden.

     

    Neem nu de voetballers. Je kan tegenwoordig geen wedstrijd op televisie meer bekijken of van de 22 spelers op het veld lopen er driekwart van keel tot pols versierd als waren het levende kleurboeken. Vorige week zag ik er zo nog eentje scoren. De bal hing nog niet goed en wel in de netten of hupla, het shirt was al uitgetrokken om uitgebreid aan publiek en camera’s te showen waarmee zijn afgetrainde bast ingekleurd was. Wat was me dat? Wel vijftig figuurtjes en teksten stonden her en der op  voor- en achterkant van het spelerslijf gesméten. Echt waar, beste lezer, gewoon blind erop gesmeten. Er zat totààl geen orde of samenhang in. Niks. Gewoon lukraak tekeningetjes neergepoot. Eerlijk gezegd deed de man mij denken aan een mobilhome met een voorruit vol tolstickers. Of erger nog, zo’n oude reiskoffer die bemazeld is met een stickertje van elke vroegere vakantiebestemming.

     

    Nóg erger wordt het als het toevallig grondig fout loopt bij het injecteren van de tatoeage zelf. Kimberley Vlaeminck, de achttienjarige wereld”ster” uit Kortrijk, herinneren we ons nog allemaal. Maar Kimberley is lang niet de enige. Neem nu Jonathan Legear, bijvoorbeeld. De voetballer bij Anderlecht, die in navolging van Julius Caesar, kwam, zag en overwon. “Veni Vidi Vici” sprak de  Jules in 47 voor Christus tot de senaat, maar helaas had de tatoeëerder van Legaer zijn Latijnse niet volledig afgewerkt en sindsdien loopt de flank van Anderlecht met ‘Vini Vidi Vici’ op zijn voorarm. Dubbele pech, want het slaat nergens op en bovendien, waar moet je daarmee naartoe? Voor Kimberley Vlaeminck viel dat nogal mee. Akkoord het domste gansje van Kortrijk staat dan wel met zessenvijftg sterretjes op haar muilke, maar zo groot waren die sterretjes nu ook weer niet. En daarenboven, voor een sterretje, niet groter dan een stuk van twee Euro kan je bij Carglass terecht. ’t Is in een kwartiertje gepiept. Dan heeft Legaer minder chance, zou ik zo denken..

     

    Nuja, begrijp mij niet verkeerd, waarde lezer, ik ben geen tegenstander van tatoeages. Integendeel. Ik zal ook nooit iemand veroordelen die zich op duidelijk of minder zichtbare plaatsen laat versieren met één of meerdere symbolen voor het leven. Iedereen doet het tegenwoordig. Neem nu onze postbode, die allerlei vreemde tekens op zijn vingers staan heeft. Of mijn overbuurvrouw met haar vlindertje op haar schouderblad. Zelfs de apothekeres, die mij mijn asperientjes verkoopt, heeft een vuurrood hartje op de binnenkant van haar pols. Al moet ik toegeven dat ik dat laatste toch een beetje raar vind. Persoonlijk zou ik toch van een apothekeres verwachten dat ze eerder voor een groen kruis zou kiezen dan voor een rood hartje, maar soit. Bovendien schijnt de knappe pillendraaister ook een zwart roosje in haar schaamstreek te hebben, maar dat gerucht heb ik helaas alleen maar van horen zeggen…

     

    Ik moet toegeven dat ik zelf ook geen onbeschreven blad ben, wat tatoeages betreft. Links en rechts op mijn schouders staan de symbolen voor de geboorte van mijn twee kinderen en net boven mijn rechter enkel staat een teken dat gelinkt is aan mijn huwelijk. Mijn eega heeft overigens precies hetzelfde teken, net boven haar linker enkel. Trouwringen waren in die tijd namelijk nog duurder dan tatoeages. Vandaar.

     

    Wat ik mij ook vaak afvraag is hoeveel mensen getatoeëerd zijn zonder dat het zichtbaar is. Een beetje zoals de wilde geruchten over het zwarte roosje van mijn apothekeres. Stel je voor dat plots zou uitkomen dat Inge Vervotte over heel haar ranke flank een zwarte panter heeft staan, die woest klauwt en daarbij met zijn rechter voorpoot maar op een haartje na haar linker tepeltje mist… Akkoord, het is niet meer dan gissen, maar geef toe, het zou kunnen. Wie zou Vervotte dan nog de ‘tante nonneke van de Belgische politiek’ durven noemen?

    Of beter nog, wat indien plots zou blijken dat Herman Van Rompuy een vervaarlijk ogende draak over heel zijn rug en zijn gat heeft staan? Zo één met vlammende ogen op een blauwe achtergrond en met twaalf gele sterren rond zijn vuurspuwende muil.  Nigel Farage zou zich wel twee keer bedenken alvorens hij Van Rompuy nog eens het charisma van een natte dweil zou toedichten. Zeker weten.

     

    Afijn, om maar te zeggen dat tattoo’s iets van alle tijden is, maar toch vooral een verschijnsel is wat de laatste jaren enorm aan populariteit heeft gewonnen. Van Ôtzi, de ijsmummie uit de Alpen, die zo’n vijfduizenddriehonderd jaar geleden leefde, wordt beweerd dat hij negenenvijftig tatoeëringen had, maar stel hem daarmee vandaag op een gemiddeld voetbalveld of festivalterrein en ze schijten hem uit voor ‘mietje’. Tijden, ze veranderen.

     

    Ik herinner mij nog goed de tijd toen ik in de lagere school zat. Van een nieuwe onderwijzer die op school toekwam, werd al snel gefluisterd  dat hij een tatoeage had staan. Niemand had ze ooit gezien, maar de veronderstelling werd gretig gevoed door het feit dat de man zomer en winter een hemd met lange mouwen droeg. De goegemeente was ronduit geschoffeerd. Ouders waren angstig en vroegen zich onder elkaar af wat er met kun kinderen zou gebeuren als ze een jaar lang in zijn klas zouden zitten. Wat kwam dat crapuul zoeken op onze school en zou hij de kinderen in het verderf sleuren? Paniek alom. Een bajesklant geeft les op onze school. Het dorp was in gevaar.

     

    Dan gaat het er de dag van vandaag wel eventjes anders aan toe. Een paar weken geleden had mijn teerbeminde namelijk spontaan ‘ja’ gezegd op de vraag of we niet een weekendje als vrijwilligers wilden komen koken tijdens een schooldriedaagse in Westende. Lisa was één van de leraressen, die de twintig pubers van het tweede middelbaar begeleidde. Al van bij het begin ontstond er commotie onder het jonge grut over deze jonge, knappe docente Nederlands. ‘Heeft mevrouw De Putter een tattoo of niet?’ Eén van de leerlingen dacht namelijk van die kleine, symmetrische tribal-vleugeltjes onderaan haar rug gezien te hebben, toen de juf voorovergebogen zat op een stoel.

    “Ik kan het amper geloven”, zei ik. “Lisa lijkt mij niet het type om met zo’n reetgewei rond te lopen.” Maar toen ik het haar vroeg, lachte ze alleen maar mysterieus.

    “Heb je dan toch een tattoo?”, vroeg ik.

    “For me to know, for you to find out”, zei ze. “Maar schrik niet, mijn rockchick-gehalte zou wel eens groter kunnen zijn dan je denkt….”

     

    Mijn fantasie was geprikkeld. Alle mogelijke vormen en thema’s van tatoeages fantaseerde ik op alle mogelijke plekken van haar jonge, strakke lijfje. Niets leek mij te matchen met de type vrouw die ze was. Het enige wat ik overhield en wat mogelijks bij haar zou passen, leek mij een gitzwarte orchidee op de wreef van haar voet, een traan juist onder haar naveltje of een afdruk van een hondenpootje op haar bips. Ik heb helaas niet kunnen achterhalen of Lisa nu al getatoeëerd is of niet, maar als ze ooit van plan zou zijn om een tattoo-shop binnen te stappen om één van mijn voorstellen op haar velletje te laten vereeuwigen, dan mag ze mij altijd bellen. Ik kom zeker kijken.

     

    Over bellen, komen kijken en verborgen tattoo’s gesproken, er is er zo nog eentje die mij bijzonder intrigeert. Trouwe lezers van mijn columns zijn al langer op de hoogte van  mijn hongerig verlangen naar de First Lady van onze gemeente. Maanden zijn alweer voorbij gevlogen. Meerdere keren is ze mij in die periode al voorbij gereden, voorbij gestapt,… en nog steeds doet ze alsof ik lucht voor haar ben. Het kan toch niet dat ze nog steeds onwetend zou zijn over mijn Luctoriaans en brandend verlangen naar haar. Veel meer nog dan de knappe Lisa, beheerst mijn burgemeesteres mijn wildste dromen.

    Zou zij getatoeëerd zijn, vraag ik mij af? In mijn verbeelding zie ik het zo voor me: het beeld van de eindeloze polders op haar rugje, de kabbelende kreken op haar zachte buik en twee prachtige vleugels op haar schouderbladen. Daarboven, in de sierlijke letters van het CD&V-logo, de tekst “Alis Volat Propriis”… Zij vliegt op eigen vleugels.

     

    Prachtig! Maar, wanneer landt ze eens bij mij?

     

    Luctor

    27-01-2011 om 20:01 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (23 Stemmen)
    22-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sauna
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is niet te geloven waar ik de voorbije paar maanden al overal naartoe gesleept werd. Sinds mijn teerbeminde -na twee jaar rolstoelen- weer kan stappen, lijkt ze aan een supersonisch tempo de ‘verloren tijd’ te willen inhalen. En zeg daar als liefhebbende echtgenoot maar eens ‘neen’ op…

     

    Alle winkels van Vlaanderen heb ik al achter de kiezen, tientallen films en evenveel theaterstukken houd ik al lang niet meer uit elkaar en een gezonde wandeling aan de zee wordt bij ons niet gevolgd door een warme kop thee met een taartpunt, maar door een al even deugddoende stappartij op de Hoge Venen.

     

    Ja, ze is veranderd, mijn vrouw. Twee jaar in een rolstoel doet iets met een mens. Vroeger was ze niet eens meer onder de indruk te krijgen van de Hangende Tuinen van Babylon of pakweg een bezoek aan de oude Incastad Machu Picchu in Peru, maar tegenwoordig…? Holala… Ze hebben ergens twee stenen op mekaar kunnen leggen en hopla, iedereen de auto in en bewonderen maar. Zes keer ben ik de voorbije maand al naar het Lam Gods gaan kijken. Zés keer, alstublieft! En dan heb ik het nog niet eens over al onze bezoekjes aan alle soorten torens en belforten. Met ons entreegeld dat we de voorbije maanden in al die ondingen al betaald hebben, kunnen ze zeker al tien nieuwe torens neerpoten.

     

    Afijn, intussen ben ik er tot mijn scha en schande achter moeten komen dat haar inhaalwoede nog lang niet gestild is. Hoeveel pech kan je als liefhebbende echtgenoot hebben als dan ook nog blijkt dat de exponenten van haar inhaalwoede ongeveer parrallel lopen met jouw ergerlijkste bezigheden? Want ‘Winkelen’ en ‘Wandelen’ mogen dan al tot mijn twee hatelijkste W-woorden behoren, sinds vanmiddag is daar een waardige derde bijgekomen: Wellnessen.

     

    Mijn teerbeminde was namelijk op het lumineuze idee gekomen om mij mee te slepen naar een openbaar saunacenter. Nu is het niet de eerste keer in mijn leven dat ik geheel vrijwillig in zo’n zweetbarak ga zitten, maar om nu te zeggen dat ik een liefhebber ben van het mezelf levend te laten koken… Dat nu ook weer niet. Bovendien ben ik licht claustrofobisch, waardoor een verblijf in een kleine gesloten ruimte me sowieso al hartkloppingen bezorgt. Daarvoor hoef je me dus echt niet nog eens extra met mijn blote kont in zo’n Finse stoomketel te zetten.

     

    Soit, als mijn eega iets in haar hoofdje heeft, dan zit het niet in haar gat en dus had ze al op voorhand al mijn mogelijke excuses ontmijnd. Het saunacenter wat ze had uitgepikt had meer dan alleen maar saunahutten te bieden. In het kader dat wellness zich laat vertalen in een perfect evenwicht tussen welzijn, ontspanning en rust, had het center van haar keuze ook nog een stoombad met hete waterval te bieden, een hydro-massage, een zoutkristalbad, een kruidenjacuzzi en nog een afloelzwembad bovenop. Asjeblief!

    Bovendien, zei ze, was dit een publieke sauna en dus met veel grotere cabines dan de bloedhete privé-sardineblikjes die ik totnogtoe had bezocht. Alsof dat me gerust stelde… In mijn bloot gat en zwetend als een otter tussen tal van welgevormde bimbo’s en afgetrainde binken… Ik mocht er niet aan denken!

     

    Kan je je dus mijn opluchting voorstellen toen bleek dat het saunacenter niet alleen bijna twintig kilometer van onze thuisbasis lag en we bovendien aan de balie werden verwelkomd door een doordeweeks heerschap met een beginnend bierbuikje? Stel je voor dat hier meteen zo’n bruingebrande Adonis met een heel nadrukkelijke sixpack had gestaan, dan was ik linea recta weer naar mijn auto gelopen. Zeker weten! Gelukkig bleek het dus een gewone man, die zo uit ons kruidenrekje kon weggelopen zijn.

     

    Met een routine van ik-heb-dit-al-tienduizend-keer-gedaan, duwde de man ons elk een badjas in de armen en legde hij ons de gebruiken van het huis uit. Uitkleden, douchen, afdrogen, naar één van de sauna’s gaan, zweten, eventueel met een takkenbos op je oververhitte vel slaan om de bloedcirculatie te verhogen en weer afkoelen. Voor dat laatste konden we gebruik maken van een koude douche, legde de man uit, of van het ijskoude dompelbad in de tuin.

    “Jammer dat er nu geen sneeuw meer ligt”, voegde hij er nog aan toe. “Tot twee weken geleden lag er hier een pak van wel twintig centimeter en het was heerlijk om de klanten in de sneeuw te zien spelen”.

    Die godverdomse oetlul met zijn onnozel geruit hemdje rond zijn bierpens had dus staan loeren, bedacht ik. Het gaf me meteen zin om hem een gigantische peer op zijn voyeursmuil te verkopen, maar voor we het wisten had hij ons al naar een deur geloodst waar in sierlijke letters ‘kleedkamer’ op stond. Ik zocht naar de gebruikelijke pictogrammetjes voor heren en dames, maar daar was men hier duidelijk niet op voorzien.

     

    Gelukkig bleek de kleedkamer leeg toen we binnenstapten. Lucky me, dacht ik, want geef toe, echt fijn is het niet om door pakweg een dozijn priemende ogen bestudeerd te worden, terwijl je zo onelegant als een hangbuikzwijn uit je onderbroek staat te stappen. Van de leegstand gebruik makend heb ik me dan maar zo snel mogelijk uitgekleed en mij in mijn badjas gehesen als ware het een beschermend harnas. Terwijl mijn teerbeminde, die zich met haar godinnenlijfje om geen gêne hoeft te bekommeren, onze kleren netjes opvouwde en in het lockertje wegborg, zat ik nog snel als een bezetene de rekkerrandjes van mijn sokken weg te wrijven. Godverdomme, wat haat ik sauna’s. En al zeker de openbare!

     

    Eens de deur met ‘wellnessruimte’ gepasseerd, betrad ik een soort Romeins Walhalla van loslopende cellulitisbillen, hangtetten, bilspleten, blubberbuiken en fluitklokken in alle maten en gewichten. Het gaf me meteen de moed om mijn ingehouden adem te lossen en mijn buik zijn ronde zichzelf te laten zijn. Had ik gedurfd, ik liet een knallende scheet van opluchting.

     

    Hoewel er in de kleedkamer van daarnet een groot bord hing met een bericht dat naaktheid enkel toegelaten was in de sauna’s en de stoomcabines, leek niemand zich daaraan te houden.

    Iedere aanwezige dartelde hier vrolijk rond in zijn blote zelf. Er werd bloot gelachen en gepraat, bloot gegeten en gedronken en in de relaxzetels lagen vier vrouwen ongeneerd met de benen wijd open te keuvelen. Qua interieurarchitectuur kon je hier wel ideeën opdoen, dacht ik, al moet ik er meteen aan toevoegen dat er bij geeneen van de dames van enig duur design sprake kon zijn. Gelukkig was het ook niet de eerste keer in mijn leven dat ik een blote kut zag. Ik was dus niet onder de indruk van de variaties in vorm of beharing. Groezelige junglepussies, glimmende Kojakpruimen en alles wat daartussen zit -wat een grappige woordspeling overigens- zijn mij dus niet vreemd. Toch moest ik bij de rechtse van de vier keuvelende wijdbeense dames twee keer kijken om mijn ogen goed en wel te kunnen geloven. Een touwtje? Ik mag dan een kutkenner zijn, maar dat je er ook thee in kon zetten…???

     

    Hoedanook, de sauna zelf heb ik maar één keer gedaan. Mijn teerbeminde is wel een keer of drie gekookt en dan weer afgekoeld, maar bij mij lukte het niet. Mijn gedachten waren bovendien voortdurend bij een krantenartikel wat ik onlangs had gelezen over de finale van het ‘Sauna World Championship’ in het Finse Heinola. Een Russische deelnemer, die vorig jaar nog derde werd in het kampioenschap, is na zes minuten in een sauna van 110 graden Celcius ineen gestuikt en ter plekke overleden. Ik rekende uit dat ik met mijn conditie dus zeker niet verder mocht gaan dan zeven seconden in het zweetkot. Daarenboven had de ‘theedame’ blijkbaar exact hetzelfde moment als ons gekozen om zich te laten gaarstomen en dat leek mij nu net teveel van het goeie. Het was al voldoende dat ik wist dat ze thee aan het zetten was, maar ik wou er écht geen getuige van zijn dat ze nog een citroentje in haar theepotje zou uitknijpen bovendien.

    Met een paar kleine vingerbewegingen maakte ik mijn teerbeminde dus duidelijk dat ik het voor bekeken hield en dat ik vertier ging zoeken in het zwembad.

     

    Met een plons dook ik in het helderblauwe water, waar voor de rest niemand in zat. Alsof een mes door mijn lijf reet. Mijn adem stokte. IJs- en ijskoud was het. Mijn hart ging tekeer alsof het met alle macht uit mijn lijf probeerde te springen en mijn lul trok met de snelheid van het licht in zijn beschermende buik. Ik kon me er nog net van weerhouden om een oerschreeuw uit te stoten, maar aan de andere kant kon het mij ook geen reet schelen dat ik met veel luidruchtig geplons en gesplets naar de kant probeerde te komen. Uit dit marteltuig, was het enige wat ik kon denken. Uit, uit, uit!

     

    Rillend als een espenblad zocht ik warmte in mijn badjas. Mijn teerbeminde zag ik nog een keertje als een overrijp tomaatje heen en weer lopen tussen het zweetkot en het koude dompelbad en ik besefte hoe erg ik haar dit gunde. Liefst van al was ik direct na mijn ijswaterinfarct terug naar huis gegaan, maar de gedachte dat ze dit twee jaar –rolstoelgewijs- had moeten missen, verwarmde mijn ijskoude lijf sneller dan eender welke sauna.

     

    Ik zocht een alleenstaande relaxstoel op, bijna weggestoken in een hoekje van de wellnesszaal. Een heerlijke rust daalde over mij heen, toen ik mijn lijf langzaam en volledig uitgestrekt weer voelde opwarmen. Een knappe vrouw passeerde op minder dan een halve meter van mij en stopte bij de rand van de kruidenjacuzzi. Heel gracieus liet ze haar badmantel afglijden en zonder zich verder nog over het kledingstuk op de grond te bekommeren, stapte ze sierlijk en zelfzeker het bad in. Haar donkere haren nat  en strak achterover gekamd en haar rechter schouderblad versierd met een piepkleine tribaltattoo, waarin onmiskenbaar de letter ‘V’ verwerkt was. Je zag van ver dat haar naaktheid haar totaal niet stoorde. Ik wed zelfs dat ze het heerlijk vond om mij zonder enige vorm van belemmering te laten genieten van haar prachtige naakte lichaam. Gezeten tussen honderden waterbubbels en met haar prachtige volle borsten half onder en half boven water, bleef ze mij een paar minuten ongegeneerd aankijken. Al snel sloot ze haar ogen en rond haar mooie mond groeide een vage glimlach, intens genietend van het warme water over haar lichaam.

     

    Hoe graag was ik naar dit prachtig en opwindend schouwspel blijven kijken, maar het besef dat ik daardoor geen haar beter was dan die geile sneeuwvoyeur aan de balie, deed me opstaan en vertrekken. In een ander leven zou ik deze schoonheid beslist hebben aangesproken. Nu deed ik het niet. Ik ben perfect gelukkig met de vrouw die ik heb en de badende schoonheid heeft zeker en vast uit mijn blikken begrepen dat ik haar een stuk vond. Meer moet dat niet zijn. Misschien nog juist een heerlijk warm drankje om een fijne namiddag af te sluiten. Al zal het deze keer geen thee zijn…

     

    Luctor

    22-01-2011 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    06-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het jaar van de spiegel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren belde een goede vriend op mijn voicemail om ons naar jaarlijkse gewoonte uit te nodigen bij hun thuis op de dag van de Ronde van Vlaanderen. Traditioneel springen onze dames dan alras de keuken in om de al even Hoogdaaglijke Biefstuk Friet te bereiden. Héérlijk en een dag om naar uit te kijken! Ook al omdat -terwijl de madammen koken- Peter en ik voor de vrijwillige afzondering op zijn bank aan de teevee mogen kiezen en zo proberen geen seconde te missen van Vlaanderens Mooiste.

    In één adem vroeg Peter mij ook naar mijn goede voornemens voor het nieuwe jaar.


    Tjiens, da’s waar ook: een nieuw jaar, een nieuw begin, een schone lei. Hoe zit het met de voornemens van u, waarde lezer? Ook gestopt met roken? Ook gezworen om geen druppel alcohol meer aan te raken en om hoogdringend een paar kilo’s kwijt te spelen? We zijn zes dagen ver en ik vraag me af hoeveel van jouw goede voornemens nog overeind zijn gebleven…

     

    Néén, waarde lezer, dit is geen verwijt. Echt niet! Ook al dient gezegd dat mijn voornemen dit jaar loopt als een trein. Ik besef namelijk beter dan wie ook dat het volhouden van een goed voornemen geen kattenpis is. Veel meer dan ‘een goed plan voor de toekomst’ hebben goede voornemens immers meestal te maken met slechte gewoonten. En wat is nu moeilijker dan het afleren van een gewoonte. Hoe vaak nemen we niet dezelfde voornemens als vorig jaar? Dat zegt toch genoeg, niet? De eerste dagen van het nieuwe jaar lukken vaak nog wel, maar na een weekje komt er toch langzaam de klad in.

    “De collega’s vonden dat ik niet meer te genieten was op kantoor en dus heb ik tijdens de lunch maar terug een sigaretje meegerookt…”

    “Mijn vrienden vonden dat ik er bij zat als een suffe zoutzak en dus heb maar terug een biertje genomen. Eéntje kan toch geen kwaad…”

    “Het zwembad was dicht en daar stond ik dan met mijn zwembroek opgerold in mijn handdoek. Scheel van de honger. Ahja, eten voor je gaat zwemmen is niet zo gezond, zegt men. Gelukkig stond er een automaat buiten en dus heb ik een cola en een zakje chips getrokken…”

     

    Bla, bla, bla… Werkelijk àlle excuses zijn goed, maar voor je het weet zit je weer in je oude patroon en moet je voor jezelf toegeven dat je gefaald hebt. OK, nog driehonderdzestig dagen genieten en dan is het weer nieuwjaar. Gewoon opnieuw proberen.

     

    Ooit heb ik er vol vuur en passie aan meegedaan. Soms maar voor een paar uur en in de betere momenten zelfs voor een paar dagen, maar mijn verleden is duister als het op successen aankomt. Het aantal keren dat ik op 1 januari met roken ben opgehouden, is niet te tellen. Op zijn minst een keer of tien alleen en dan nog een stuk of wat keren samen met een goede vriend. Er zijn zelfs jaren geweest dat we er een weddenschap aan verbonden. Wie het eerst zou hervallen, betaalde een etentje voor de beide gezinnen. Vaak waren we nog niet eens een paar weken verder of we stonden al samen in een restauranttuin een sigaret te roken. Rillend van de kou in de ijzige januari-avondlucht, terwijl onze dames binnen lekker zaten te keuvelen.

     

    Je kan geen goed voornemen bedenken of ik heb het al bevochten. Stoppen met roken, een paar kilo’s kwijtraken, gezonder leven, meer sporten, meehelpen in het huishoudelijke werk, spaarzamer omgaan met de zuurverdiende nikkels, meer tijd en aandacht besteden aan familie en vrienden,… De lijst is quasi eindeloos en toch ben ik iedere keer weer vol op mijn bek gegaan in eerste dagen na de start. Tot grote hilariteit van mijn omgeving. Loser! Sukkel! Watje!

     

    Altijd commentaar, altijd beter weten en altijd was hùn aanpak veel beter geweest dan mijn opzet. Óf mijn voornemen was niet concreet genoeg, óf mijn doel was onvoldoende realistisch, óf ik had moeten een stappenplan opstellen… Aan de zijlijn stonden er bij iedere poging wel een aantal mensen die ‘het op voorhand wisten dat het niet zou lukken’. Hadden ze dan niet gewoon hun muil wat sneller kunnen opentrekken, vraag ik me dan af.

     

    Afijn, ze zullen het geweten hebben, want laat nu net dàt het voornemen zijn, wat ik mij voor 2011 heb gemaakt. Ik ben het beu om beleefd te blijven tegen mensen die dat totaal niet verdienen. Vanaf nu scheld ik iedereen de huid vol. Afgelopen met schijnheilig vriendelijk doen tegen mensen die me gestolen kunnen worden. 2011 wordt het jaar van de spiegel. Tijd om iedereen het beeld van zichzelf voor te hangen, zoals ze werkelijk zijn. Ik moet zeggen, mijn eerste zes dagen waren sterk en ik genoot er zodanig van, dat dit voornemen wellicht het eerste wordt waarmee ik ongeremd de rest van mijn leven zal doorgaan. Want laat ik het nu toevallig ook nog fantastisch vinden om een beetje tegen de schenen van de samenleving te schoppen.

     

    De eersten die van mijn goed voornemen mochten genieten waren ‘een vriendin’ van mijn vrouw en haar man. Op nieuwjaarsdag zelf waren we amper uit onze nest en niet eens twee koffies wakker, toen ze aanbelden. Zij, een eersteklas opschepperige bitch die twee keien kan doen vechten en hij, een droplul van het ergste soort die al blij is dat hij achterop mag huppelen en haar bazigheid gelaten verdraagt. Vindt mijn vrouw ook overigens, al is ze altijd te beleefd gebleven om het te zeggen.

    “We waren net op weg naar mijn moeder.”, zei de bitch. “Ik dacht, laten we gewoon eventjes binnenspringen en jullie een fijn nieuwjaar wensen”.

    Meteen steekt ze een verhaal af van hoe chique en duur ze wel Oudjaar hebben gevierd en hoe ongepast ze het vond dat andere restaurantgangers hun om middernacht ongevraagd waren komen zoenen.

    “Begrijp ik”, zei ik. “Da’s zowat hetzelfde als op nieuwjaardag ‘s ochtends vroeg bij mensen aan te bellen zonder dat je vooraf hebt verwittigd.”

    De bitch lacht een beetje schaapachtig en hakkelt iets onsamenhangends over ‘vrienden’ en ‘altijd welkom zijn’.

    “Klopt”, zei ik. “Hier zijn vrienden altijd welkom. Ook  zonder vooraf te verwittigen. Als je dus nu zou willen opzouten? Graag!”

    De bitch was te verbouwereerd om nog een antwoord van haar kaliber te verwoorden en vertrok zonder omkijken, haar chihuahua-echtgenoot net niet in haar handtas.

     

    Gisteren was het weer bingo.

    De gelukkige die als tweede van mijn goed voornemen mocht genieten, was die overgeschminkte en ravenzwarte spinnenweb-trut aan de kassa van de Delhaize.

    Niet eens twee maanden geleden wees ik er haar beleefd op dat ze bij het scannen een fles Bacardi twee keer had laten piepen. Of ik niet goed bij m’n hoofd was? Of ik haar verdacht van gesjoemel? Soit, een geroep en getier werd het daar aan de kassa, maar uiteindelijk bleek bij de rekening twee keer een fles Bacardi op het bonnetje te staan, terwijl er maar één in mijn karretje lag.

    Sindsdien zweet ze als een geconstipeerde otter, telkens ze me in haar rijtje ziet verschijnen. Toegegeven, ik kies sindsdien ook altijd haar kassa. Gisteren was dat niet anders.

    “Is dat het?”, vroeg ze toen ze mijn laatste product had ingescand.

    “Neen, ik moet ook nog een fles Bacardi”, zei ik, “maar die koop ik elders, want hier wordt die twee keer aangerekend.”

    Haar gezicht vertrok in duizend plooien en de schmink krakeleerde als een verflaag, die afbladdert van vocht en ouderdom.

    “Klootzak”, siste ze, maar ik genoot als nooit tevoren.

     

    Ja, waarde lezer, het belooft een heerlijk jaar te worden, want ik ken nogal wat mensen met de onhebbelijke gewoonte om hun irritante trekjes willens nillens aan anderen op te dringen. Oude mensen die denken dat hun alles gepermitteerd is, enkel en alleen omdat ze oud zijn; mannen die te pas en te onpas zitten te kakken op het vrouwelijk geslacht en vice versa; mensen die in een gesprek -en dan liefst nog midden in de uitleg van een ander- plots over iets totààl anders beginnen; vrouwen die hun vrouwelijkheid uitspelen om iets te verkrijgen; mannen die schande spreken over wie met wie vreemdgaat, maar zelf onmiddellijk hun lul achterna hollen bij de eerste de beste kut op stelten die langs loopt; Blokkers die alles gaan oplossen door de Moslims terug te sturen; politiekers die ons land aan het verkwanselen zijn uit kortzichtigheid, nonnen en priesters die niet genoeg hebben aan volwassen genitaliën; … De lijst is lang en ergerlijk.

     

    Aan allen, welkom in het jaar van de spiegel!

     

    Luctor

    06-01-2011 om 14:34 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    03-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vuurwerk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Iedereen de feestdagen goed doorgekomen? Mooi zo! Ook deze keer weer de heilige belofte gezworen dat het nu echt wel de laatste keer is geweest dat je zoveel hebt gevreten? Herkenbaar! Want laat dat toch de essentie van Kerst en Nieuw geworden zijn: pakjes open doen en tussendoor van de ene tafel naar de andere hollen. Het kleffe gevoel komt pas achteraf. Je kan het woord ‘eten’ nog amper horen, laat staan dat je nog eens een portie tussen je tanden moet wurmen. Bweuuuuk!

     

    Kerst was in die zin bij ons nogal meegevallen. De kids zouden pas tegen Oudjaar thuiskomen en dus moesten we het gezellig maken onder ons twee. Een paar hapjes en een stuk of wat drankjes en voor de rest een lekker fonduetje. Simpel en lekker samen. Ik had namelijk absoluut geen zin om een hele avond in mijn uppie teevee te zitten kijken, terwijl mijn eega alleen maar uit de keuken zou komen om alweer één van de zevenenveertig gangen op tafel te zetten en te serveren. Niet dus. Om elf uur was de fondueset alweer opgeborgen en zaten we -hoofd tegen hoofd- in de zetel te slapen.

     

    Oudejaarsavond beloofde andere koek te worden. Met het vooruitzicht dat de kids mee zouden aanschuiven, kon ik mijn teerbeminde onmogelijk overtuigen om de dis nogmaals eenvoudig te houden en dus vond ik al dagen op voorhand allerlei boodschappenlijstjes met veel en vooral peperdure producten. De overgang van oud naar nieuw beloofde alvast culinair een spetter te worden.

     

    Op het schoolbord in onze keuken stond de volledige menu al dagen van op voorhand  uitgeschreven. Aperitief met hapjes, cappucino van en met eendenborst, een stukje rog met een couscous van bloemkool en gebakken gilardeau, een bolletje champagnesorbet om wat uit te puffen en tenslotte een stukje hertenfilet met gemarineerde biet, aardpeer en jeneverbesjes. Omdat daarna toch niemand nog ‘pap’ zou kunnen zeggen, was er geen dessert voorzien. Zelfs geen pap. Gewoon koffie na. En voor wie echt nog zin had, was er een stukje gebak voorzien.

     

    Alweer véél te veel om goed te zijn dus en het gebak hebben we gisteren dan ook onaangeroerd in de vuilbak gegooid. Maar ik moet toegeven dat iedereen gegeten heeft alsof zijn leven –of was het ‘zijn lever’?- ervan afhing. Althans… bijna iedereen.

     

    Het begon nochtans allemaal opperbest. Iedereen zijn glaasje champagne als apero en voor onze Jarne een hele fles Kidibul. Ondergetekende deed het met een frisse cola, maar elke andere niet-drinker zal het met mij eens zijn dat je daardoor niet het gevoel hebt dat je iets mist. Wel integendeel!

    Afijn, we hebben nog geklonken op het voorbije jaar en daarna zijn we als hongerige leeuwen op de amuses gevlogen. De mini-terrine van zalm was heerlijk, het stukje ganzenlever met honingsaus idem dito en het glaasje met langoestine-cocktail was zondermeer top. Het beloofde weer één van die momenten te worden, waarop ik de hemel op mijn blote knieën moet danken dat mijn eega destijds voor een opleiding als kok heeft gekozen.

     

    Het laatste hapje voor we aan het eigenlijk diner gingen beginnen, moest ik helaas aan mij laten voorbij gaan. Tussen de amuses in konden we namelijk vrijuit kiezen uit tal van schotelhapjes die de salontafel quasi onzichtbaar maakten. Zo had ik al een groot aantal ansjovisjes, de nodige kaaskubusjes en een paar stukjes droge worst naar binnen gewerkt, toen ik de dadels met gandaham in het vizier kreeg. De verwachte smaakcombinatie van zoet en zout deden mij zodanig schrokkerig op het hapje inbijten dat de confrontatie met de pit eerder pijnlijk dan verrassend was. Vooraan in mijn mond krakte iets dermate nadrukkelijk dat iedereen rondom mij onmiddellijk stopte met knabbelen.

    “Het leek wel een droge tak die doormidden brak”, zei mijn dochter.

     

    Alsof een bliksemschicht mij midden in mijn hersenen trof. Beter kan ik de pijnscheut die door mijn hoofd kliefde niet omschrijven. Ik wist met zekerheid dat iets in mijn mond het begeven had. Maar wat? Mijn tong schoot als een paniekerige paling heel mijn mond rond op zoek naar ‘verandering’, maar door de aanwezigheid van het half gekauwde dadel-ganda-papje mét pit, kon ik niet onmiddellijk een correcte diagnose stellen. Spurten naar de vuilbak, alles uitspugen en mijn mond spoelen met een glas water, was het enige wat duidelijkheid zou kunnen brengen.

     

    Ik verstijfde zowat toen ik met opengesperde mond voor de spiegel ging staan. Erger nog dan de snijdende pijn, die nog altijd als een geflipte drilboor in mijn hoofd tekeer ging, was het beeld van een schietkraampop met een gapend zwart gat tussen zijn voorste tanden. Gelukkig bleek het niet de hele tand die ontbrak, maar was het enkel de vulling die het gevecht met de dadelpit verloren had. Het zicht was er evenwel niet minder dramatisch om.

    Oudejaarsavond, kwart voor acht, verrekken van de pijn en met een gigantisch gat in mijn muil. Het beloofde een heerlijk feest te worden. Bovendien, waar vind je op een oudejaarsavond een tandarts bereid om net vóór zijn eigen feestdis -of erger nog, tíjdens- een beetje in je bek te zitten rommelen en je smoelwerk weer op te kalefateren? En wat dan over mij gezegd? Ik schijt sowieso al bagger als ik naar de tandarts moet. Laat staan dat ik met een gerust gemoed op de stoel plaatsneem van een smoelsmid, die al een halve fles champagne naar binnen heeft gegoten…

     

    Mijn vertrouwen in het tandartsengild is overigens dermate beperkt dat ik in mijn leven nog maar bij twee tandartsen ben binnen geweest. De ene was niet alleen een goeie vriend, maar bovendien een begenadigd muzikant en een bezoekje aan zijn praktijk ging dus quasi altijd gepaard met een luistersessie naar zijn recentste jazzrocksongs. Zijn vaardige vingers waren ondertussen druk in de weer met de nodige tandherstellingen en voor ik er erg in had, zat ik boven bij hem in de zetel verder over muziek te lullen. Dat ondertussen mijn bijters gerepareerd waren, daar had ik amper erg in gehad. Good job!

     

    Later, toen ik al naar de andere kant van Vlaanderen was verhuisd, moest ik op zoek naar een andere muiltechnieker. Een muzikant heb ik nooit meer gevonden, al dient gezegd dat ik mijn huidige tandarts er sterk van verdenk dat hij in het achtergrondkoortje van Luc Steeno zingt. Ik weet dat je dit zal lezen, Bram, maar je weet ook dat dit geen achterklap is. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik je zeg dat je beter coiffeur was geworden. Wat voor een verwijfd stuk vreten ben jij zeg? Zelfs Dita Von Teese is een manwijf vergeleken bij jou.

    Afijn, beste lezer, toen ik de eerste keer bij Bram op de stoel zat hebben we goede afspraken gemaakt. Ik vroeg hem heel beleefd om mij geen pijn te doen en bij het negeren van mijn bede, beloofde ik hem een dermate stamp in zijn kloten dat hij zelfs in het backingkoortje van de Wiener Sängerknaben aan de slag zou kunnen. Het ontlokte hem de oneliner ‘veel beloven en weinig geven, doet een zot in vreugde leven’, maar het dient gezegd, hij heeft mij nooit pijn gedaan. Misschien ben ik gewoon zijn type niet.

     

    Wat er ook van zij, op oudejaarsavond zat ik daar nog steeds met een gat in mijn muil, met snokkende pijnscheuten doorheen mijn hele schedel en met een telefoon, waar ik enkel Brams antwoordapparaat op te pakken kreeg. Er zat niets anders op dan ouderwets de telefoongids erbij te nemen en alle tandartsen uit de streek op te bellen tot ik er eentje te pakken kreeg, die bereid was een deel van zijn feestelijkheden op te geven om mijn nieuwjaar toch nog een beetje te kunnen redden.

     

    Bij de ‘D’ had ik prijs. Een vriendelijke dame nam de telefoon op en blijkbaar maakte mijn zielig verhaal voldoende indruk op haar om mij onmiddellijk te willen helpen.

    “Kom maar af”, zei ze. “Ik zal zien wat ik kan doen.”

    Een vrouw! Ook dat nog! Mijn aangeboren schrik voor tandartsen bereikte inmiddels panische hoogten, maar de pijn was dermate dat ik geen andere keuze had.

     

    Een heldere ding-dong is duidelijk hoorbaar tot buiten als ik aanbel en een tiental seconden later zie ik binnen een licht aanfloepen en hoor ik hakjes parmantige stapjes maken naar de voordeur. Een knappe, slanke vrouw van rond de veertig opent de deur in een nauwsluitende, lange zwarte feestjurk. Ze heeft een ogenschijnlijk nonchalant Farrah Fawcett-kapsel, maar dan in kastanjebruine uitvoering. Ze lacht een mooie glimlach, maar mijn ogen verdrinken vrijwel meteen in haar eindeloze décolleté.

    “Goeienavond en excuseert u mij voor dit vervelend storen”, hakkel ik.

    Ik vecht om mijn ogen bij haar amper bedekte boezem weg te rukken, maar als ik merk dat de gure buitentemperatur onmiddellijk zijn priemend kilte-effect heeft op haar prachtige borsten, dan moet ik toegeven dat het mij meer moeite kost dan pakweg een marathon lopen met zwemvliezen aan.

    “Komt u binnen en volgt u mij maar”, zegt ze vriendelijk.

    Ze draait zich om en loopt voor me in de richting van een deur, waarop een bordje hangt met ‘spreekkamer’. Haar mooie billen dansen bij elke stap sierlijk in het aansluitend jurkje en bij iedere beweging zie je duidelijk de aftekening van haar string.

     

    Niet eens drie kwartier later sta ik weer in de koude buitenlucht. Mijn tand is gevuld en ik heb kennis gemaakt met een nieuwe tandarts in mijn leven. Ze heeft mij wellicht veel pijn gedaan, maar ik was zo gebiologeerd door haar voorovergebogen décolleté dat ik het niet eens heb gevoeld.

     

    Thuis blijk ik alleen nog maar de eendenborst te hebben gemist. Maar wie struikelt daarover als je zopas een half uur vrije inkijk hebt gekregen in een décolleté van twintig kilometer.

     

    Om middernacht schiet ik zestig euro sterrenschijters de lucht in en half uurtje later gaan we op nieuwjaarsdrink bij bevriende buren. Niemand heeft gemerkt dat mijn mond nog een beetje verdoofd was.

     

    Zelden een oudejaarsavond beleefd met zoveel vuurwerk…

     

    Luctor

    03-01-2011 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (13 Stemmen)
    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2010: toen wandelen weer mogelijk was, een regering ónmogelijk was en het kerkcrapuul in bloei stond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2010 was een jaar zoals alle andere. Bizar, gewoon en toch weer vreemd. We hebben gelachen, we hebben gehuild. We hebben gevloekt, we hebben getroost. We hadden onze gelukjes en onze tegenslagen. We dachten dat de wereld om zeep ging, maar even vaak leek het dan plots weer goed te gaan. Liefst tweehonderdzestigduizend mensen lieten het leven in aardbevingen, overstromingen en verhittingen allerhande, maar niet eens een paar maanden later moeten we al moeite doen om ons te herinneren wat er allemaal gebeurd is. Ook in die zin is 2010 niet anders dan alle voorgaande jaren. Een mens ‘vergeet’ gelukkig zeer snel. En voor wie het nu al niet meer wist: ‘tentsletjes’ is een sympathieke term voor jonge meisjes die op festivals met meerdere jongens de slaapzak induiken. Héééélemaal iets anders dus dan ‘pedo-pastoors’, die argeloze kinderen onder hun tentgewaden lokken. Dat ras noemen we gewoon ‘kerkcrapuul’. 2010, een overzicht!

     

    Amper was de feestmaaltijd verteerd of de eerste ellende van het nieuwe jaar werd al over ons uitgestort. Ronald Janssen, de achtendertigjarige buurman van het vermoorde koppeltje Shana Appeltans en haar vriend Kevin Paulus bekende aan zijn ondervragers dat hij de dubbele moord had gepleegd. Het jonge koppeltje zou op nieuwjaarsdag ruzie hebben gekregen met de leraar uit Loksbergen, waarop hij Kevin doodschoot en Shana probeerde te verkrachten. Nadien knalde hij ook haar af. Erger wordt het nog als Janssen korte tijd later ook bekend de moordenaar te zijn van Annick Van Uytsel.

     

    Niet dat het een iets met het ander te maken heeft, maar luttele dagen na de bekentenissen van Ronald Jansssen davert de wereld op haar grondvesten. Met een kracht van zeven op de schaal van Richter wordt Haïti getroffen door de zwaarste beving sinds 1860.  Ruim anderhalf miljoen Haïtianen zijn dakloos. Honderdvijftigduizend laten het leven.

     

    In eigen land kondigt Opel-topman Nick Reilly de sluiting aan van de fabriek in Antwerpen en geeft daarmee het nekschot aan de nog resterende tweeduizend zeshonderd werknemers. De werknemers zullen georganiseerd en ongeorganiseerd nog een jaar lang vechten voor behoud, maar inmiddels is de fabriek onherroepelijk dicht.

     

    In het centrum van Luik laten veertien mensen het leven nadat twee aangrenzende panden compleet verwoest worden door een enorme gasexplosie.

     

    Zelden een jaaroverzicht geschreven dat met zoveel ellende begon, bedenk ik nu. Op geen enkel vlak was er reden tot juichen. Dat Milan Jovanovic de Gouden schoen won, raakt mijn kouwe kleren niet. Dat Sven Nys nog maar eens Belgisch kampioen veldrijden wordt, ben ik ondertussen gewoon geworden. En dat Zdenek Stybar in Tabor wereldkampioen cyclocross wordt, daar kon ik allerminst mee lachen, want die titel had ik nu net wél aan Sven Nys gegund.

     

    Hoedanook, januari was een maand waar je niet bepaald vrolijk van wordt.

     

    Helaas was dat in februari niet anders. Rellen in Kuregem, de treinramp in Buizingen en het overlijden van Bob Davidse. Jongelui van nu fronsen dan wellicht verwonderd de wenkbrauwen, maar de mensen uit mijn generatie verloren een ‘woensdagnamiddag-nonkel’. “Milke Melke Mol, karditsel karditsel kardol”.

     

    In maart komen we eindelijk nog eens op een positieve manier in de aandacht. Stromae, een Waals rapper/muzikant, brengt zijn single ‘Alors On Danse’ op de markt en scoort daar een stevige Belgische hit mee. Het electro-popdeuntje werkt zo aanstekelijk dat al onze buurlanden ook één voor één voor de bijl gaan. In nog tal van andere Europese landen werd de single een top-drie-hit. Het was van Leyers, Michiels, De Vos-Lemmens en Soulsister geleden dat Europa nog eens gezamenlijk danste op Belgische tonen. Herman Van Rompuy niet te na gesproken, natuurlijk.

     

    In IJsland hebben ze misschien wel al te gretig meegedanst op ‘Alors, On Danse’, want daar werden in de eerste week van maart liefst drieduizend aarbevingetjes gemeten onder de gletsjer Eyjafjallajökull. Bijna allemaal waren ze te klein om er aandacht aan te besteden, maar als op 20 maart de hel echt losbreekt, worden massa’s hoeveelheden as de lucht in gespoten. Mede door een nieuwe eruptie van een paar weken later is er zoveel as drijvende dat in meer dan veertig landen de luchtruimen moeten worden afgesloten voor het vliegverkeer. De wereld valt bijna stil.

     

    Voor de rest verloopt maart vrij kalm, zij het niet dat ten huize Luctor weer stevig gevierd wordt. Jarne wordt negen, Kim drieëntwintig en voor ondergetekende wordt zowaar een Abraham buiten gezet. Gelieve iedereen zich te onthouden van enige commentaar. Dank u! En voor al de rest, die toch denkt te moeten reageren: piss off!

     

    Wat zegt men? Als een Hollander je niet gekloot heeft, dan is hij het vergeten? Wel, ik zou beginnen denken dat er een grond van waarheid in zit. In april laat immers de nationale voetbalcoach Dick Advocaat weten dat hij het voor bekeken houdt bij de Rode Duivels. Nog maar een paar weken voordien had de Kleine Nederlandse Generaal gezworen om met de Duivels naar het EK in 2012 te zullen gaan, maar na twee roebeltelefoontjes uit het verre Rusland blijkt dat hij inderdaad naar het EK wil, maar wel met de Russen in plaats van met onze Duivels. Exit Advocaat.

     

    In de nacht van 19 op 20 april stuurde de familie van een slachtoffer een email aan de Belgische bisschoppen , waarin ze hen op de hoogte brachten van jarenlang misbruik van een minderjarige door de Bisschop van Brugge, Roger Vangheluwe. Een paar dagen later maakt aartsbisschop Léonard het ontslag van Vangheluwe bekend. Exit Pedo-Roger.

     

    Het nieuws over de misselijkmakende  bisschop is nog niet koud of er ontstaat alweer deining in ons landje. Eind april trekt Open VLD de stekker uit de regering, omdat ze geen wil tot vooruitgang meer zag in de onderhandelingen over de splitsing van Brussel-Hall-Vilvoorde en de staatshervorming. De regering valt en in juni zullen we weer met z’n allen naar de stembus moeten. Exit Leterme II.

     

    En terwijl hier de ene stinkput na de andere wordt opengetrokken, ontploft in de Golf Van Mexico  het boorplatform Deepwater Horizon. Oliemaatschappij BP, eigenaar van het platform, stelt de wereld gerust. Niet meer dan achthonderdduizend liter ruwe olie vloeit er per dag in zee en het lek zal binnen de week gedicht worden, verkondigt de BP-top in koor. Niks om ons zorgen over te maken.

    Als het lek uiteindelijk gedicht raakt -tweeëntwintig weken later- blijkt bovendien dat er niet achthonderdduizend, maar zestien miljoen liter olie per dag in de zee is gestroomd. Een mens vraagt zich af of er nog water in de olie zat?

     

    Mei was een kalme maand. De vakbonden en directie van de supermarktketen Carrefour bereikten een akkoord over een verregaande herstructurering. Een aantal winkels ging onherroepelijk dicht, een aantal ging in franchise en tenslotte zijn er nog een aantal die overgenomen werden door de groep Mestdagh. Door deze hervorming gingen maar een beperkt aantal van de 1500 bedreigde banen verloren gaan.

     

    In dezelfde maand werd ook bij de Rode Duivels een herstructureringsplan opgesteld. Van zodra Dick Advocaat op het vliegtuig zat richting Moskou, werd de ploeg overgenomen door Georges Leekens. De nieuwe bondscoach laat een aantal spelers verdwijnen, laat er een aantal staan en zal tenslotte ook nog een aantal nieuwkomers uitproberen. Net zoals bij Carrefour, dus. Van deze herstructurering is er evenwel geen nieuws of de vakbonden met de hervormingen hebben ingestemd.

     

    Wat er ook van zij, de rest van het mei-nieuws wordt met glans overstemd door de verkiezingskoorts in ons land. Alle partijen roepen om het luidst dat zij BHV gaan splitsen, dat zij de nieuwe financieringswet zullen opstellen en dat zij de gewesten een nog verder gaande autonomie zullen bezorgen. Op dertien juni zal blijken dat de kiezer alleen Bart De Werver (NV-A) en Elio Di Rupo (PS) heeft geloofd.

     

    Onmiddellijk na de verkiezing wordt Bart De Wever aangesteld als informateur, maar al na een paar dagen stoomt het zweet als kokend frietkotvet uit ’s mans oren. Al snel moet hij ondervinden dat een regering vormen toch wel andere koek is dan tien keer op rij in de ‘Slimste Mens’ zitten. Op wat gevleugelde oneliners in verbasterd potjeslatijn na, komt hij dan ook geen stap vooruit. Als dat maar goed komt, dacht ik. Soit, de man wil in stilte werken, zegt hij en dus gunnen we hem het voordeel van de rust.

     

    In tussentijd focussen wij onze aandacht dan maar op het aartsbisschoppelijk paleis in Mechelen. Het Brussels gerecht bleek getipt over een aantal geheime bergplaatsen in het paleis en in de Sint-Romboutskathedraal. Daar zou een schat aan informatie te vinden zijn over tal van pedofiliedossiers van geestelijken.  Karrenvrachten dossiers werden door de speurders via het venster op vrachtwagens gegooid. Achteraf bleek het een slag in het water. Óf de speurders hebben niets gevonden omdat ze de verkeerde graven openbraken? Óf er was effectief niets te vinden omdat alles al lang verdwenen was? Óf ze hebben daar effectief een paar stinkende putjes gevonden en ze hangen het gewoon niet aan onze neus…? Ik heb er zo mijn idee over.

     

    In de vakantiemaanden juli en augustus vlot het nog steeds niet echt in de Wetstraat. De Wever geeft zijn informatieopdracht terug aan de koning.

    ‘Iek zal diene vark ne keer was’, roept Di Rupo vol overgave, maar ook hij strandt al snel als een zieltogend schip. Dat het echt ernstig fout loopt, wordt mij duidelijk als de Koning het vertrouwen wil laten herstellen door André Flahaut en Danny Pieters. Als het nu al van Peppie en Kokkie moet afhangen, dan is het ver gekomen met dit land, dacht ik.

     

    Voor de rest vieren we in juli de dertigste verjaardag van mijn teerbeminde en treuren we om het verlies van de Nederlanders in de WK-voetbalfinale tegen Spanje. Innesta trapt vlak voor het einde van de verlenging de Oranje-droom naar de verdommenis en van pure ellende vreet half Nederland zijn Vuvuzela op. Moi aussi!

     

    Eind juli overstromen extreem hevige moessonregens zowat driekwart van Pakistan. Duizenden mensen komen om het leven en enkele miljoenen worden dakloos.

    Het raakt amper mijn kouwe kleren, want in het ziekenhuis hebben we zopas van de proffen vernomen dat mijn vrouw niet meer dan vijf procent kans gegeven wordt, dat ze ooit nog uit haar rolstoel zal opstaan. Het zijn harde noten om kraken, maar we spreken af dat we er ons wel doorheen zullen vechten. God is dog spelled backwards! Fuck the World!

     

    Nog meer ellende in het begin van augustus als na een grondverzakking drieëndertig mijnwerkers komen vast te zitten in de San José-kopermijn in de buurt van de stad Copiapó, in het noorden van Chili. Aanvankelijk was het niet meer dan een krantenberichtje in een lokale krant, maar echt wereldnieuws werd het pas toen bleek dat een boorsonde hen na zeventien dagen op zevenhonderd meter diepte vond en dat iedereen daar nog in leven was. Meteen werd een sterk gemediatiseerde reddingsactie op touw gezet, met het bovenhalen van alle kompels als apotheose.

     

    En terwijl de wereld in augustus afscheid nam van Laurent Fignon (voormalig tourwinnaar) en van Michel Montignac (voormalig dieetgoeroe), vroeg ik mij af of er nu werkelijk niets bewoog in de wetstraat… En wat dacht je? Natuurlijk valt er wel wat te vertellen. Op 31 augustus namelijk nam  Kim Geybels (NV-A) naar eigen zeggen onder druk van de partijtop ontslag als senator en jongerenvoorzitter. Ze deed dit toen bekend werd dat ze op vakantie in Thailand -samen met haar (ex)minnaar Bas Luyten-  in aanraking was gekomen met cocaïne.

    Ewel, dat vond ik nu eens een spijtige zaak. Eerder al was Geybels immers scherp op de korrel genomen over haar veel te sexy outfits in de senaat en dat zou vanaf haar ontslag weer allemaal definitief verdwijnen. Of deze snuivende politica nu zoveel politieke kennis had dat we ook om haar intellectueel verdwijnen moeten treuren, daar heb ik geen idee van. Maar hoedanook, in Kamer en Senaat zitten er wel meer van die domme kiekens, denk ik dan… en de meeste daarvan zijn een pak lelijker dan juffrouw Geybels!

     

    Afijn, voor mij zal september toch altijd dé maand van 2010 blijven. Misschien wel dé maand van mijn leven! En neen, dat heeft niets te maken met de start van het assisenproces over de parachutemoord en al evenmin met het feit dat Kim Clijsters haar derde US-Open wint tegen Zvonareva. Dat de Vlaamse Regering de knoop doorhakt om de Lange Wapper boven Antwerpen te vervangen door een tunnel ónder de stad is fijn voor de aanhangers en klote voor de tegenstanders, maar ook dat is niet bepalend om september 2010 uit te roepen tot de maand van mijn leven. Wat dan wel?

    Simpel, mijn teerbeminde heeft twee lange jaren in een rolstoel gekampeerd, nadat een mysterieuze kortsluiting in haar hersenen de functies om te kunnen stappen had uitgeschakeld. Tientallen dokters en proffen braken er hun hoofd over, maar een oplossing kwam er niet. Tientallen therapieën werden geprobeerd, zonder enig succes. Tot die derde september 2010…

     Eén been kon ze plots een paar centimeter opheffen. Niet eens hoog genoeg om een krant onder te schuiven, maar voor ons was het ‘a giant leap’ zoals de eerste stap op de maan. Zelden heb ik meer emotie gevoeld dan op dat moment. Bleiten als een klein kind, was het enige wat ik kon. Het gevoel deed zoveel zeer en zoveel deugd tegelijk, dat ik het nog altijd moeilijk heb als ik eraan terugdenk. En de proffen? Ze haalden alweer hun schouders op. Een mirakel, zeiden ze… En daar mocht ik dan voor de zoveelste keer 280 Euro voor dokken.

     

    Een miljoen keer ‘merci’ ook aan die hele lieve vrienden, die zonder dat we ervan wisten, een paar dagen voor de mirakeldag een kaars waren gaan branden in Lourdes. Ik hoef ze niet te noemen. Ze weten best zelf wel dat deze passage aan hen is opgedragen. En ook aan alle vrienden die ons in die moeilijke twee jaar zijn blijven steunen:  BEDANKT !

     

    Inmiddels zijn we al aanbeland bij de maand oktober.

    Een dam rond het reservoir van een aluminiumfabriek bij het Hongaarse dorpje Kolontàr brak doormidden en meer dan een miljoen kubieke meter rood slijk overspoelde een hele regio tussen het Balatonmeer en de grens met Oostenrijk. Vier mensen verdronken in de modderstroom en omdat de substantie hoge concentraties zware metalen bevatte, vrezen milieuspecialisten voor tal van negatieve effecten op lange termijn.

     

    Minder schadelijk voor de gezondheid, maar des te schadelijker voor de maatschappij is de zoveelste uitschuiver van onze nieuwe aartsbisschop André Léonard. In het boek “Gesprekken”, wat eigenlijk een bundeling is van een reeks interviews, noemt hij homofilie een ‘verkeerd begrepen vorm van seksualiteit’ en vindt hij dat ‘aids een vorm van rechtvaardigheid’ is.

    Ik zou hier een tirade van honderden vellen papier over kunnen schrijven, maar u zal het mij vergeven, waarde lezer, dat ik aan zoveel weerzinwekkende dwaasheid geen energie wens te verspillen.

     

    Nadat Peppie en Kokkie weer van ons politiek toneel zijn verdwenen, roept onze Koning in oktober opnieuw Bart De Wever bij zich. Of hij met alle onderhandelaars rond de tafel wou zitten om één en ander te verduidelijken. Verduidelijken, vroeg ik mij af? Ze zijn daar nu al meer dan vier maanden aan het lullen over BHV, over de herfinanciering van Brussel, over de staatshervorming en over de financieringswet. Wat kan er dan nog onduidelijk zijn?

    Bon soit, het duurt nu al vier maanden, dus het zal op een weekje ook niet meer aankomen en dus begon De Wever te verduidelijken. Na twee weken gaf hij zijn nota aan de Koning, die linea recta Vande Lanotte als Koninklijk Bemiddelaar aanstelde. Enfin, we zien wel wat er van komt, maar ik krijg er stilaan mijn buik van vol. En velen met mij, denk ik.

     

    De mijnwerkers in de steenkoolmijn Pike River in Nieuw-Zeeland hadden beduidend minder geluk dan hun Chileense collega’s. Op 19 november deed zich een zware gasontploffing voor in de mijn en negenentwintig kompels zaten honderdvijftig meer diep opgesloten onder de grond. Een tweede explosie van een paar dagen later, ontnam hen alle kansen op redding. Nieuw-Zeeland is in rouw.

     

    Bij ons kabbelt alles zijn gangetje. Naar het einde van november valt de eerste sneeuw in een maand die voor de rest gekenmerkt wordt door overvloedige regenval annex plaatselijke overstromingen in de klassieke risicogebieden.

    En Vande Lanotte in november? Hij bemiddelde verder.

     

    Komen we aan bij de maand december; een maand met alweer weinig heuglijk nieuws. Sneeuw overvalt ons landje overvloedig en bezorgt ons de eerste witte Kerst in meer dan veertig jaar. Prachtig, romantisch en fantastisch voor de kinderen. Keerzijde van de medaille is dat de overheid weer niet of onvoldoende op sneeuw voorzien was en dat autowegen, treinsporen en landingsbanen daardoor gewoon stilvallen.

     

    Voor de rest kondigt de US-regering op de valreep van 2010 nog aan dat ze volgend jaar effectief de troepen uit Afghanistan zullen terugtrekken, overleeft de italiaanse premier Silvio Berlusconi onbegrijpelijk een vertrouwensstemming en wordt de Nobelprijs Voor de Vrede uitgereikt aan een lege stoel… De man die erin hoorde te zitten is Liu Xiabo, een chinees mensenrechtenactivist die in zijn eigen land gevangen zit omwille van zijn betrokkenheid bij het opstellen van de Charta 08, een manifest voor democratisering in China. Raar hé, voor hetzelfde feit krijg je buiten China een Nobelprijs en vlieg je in China in het cachot…

     

    Dan mag Bart De Wever nog niet klagen. Hij mag in een Duits magazine verkondigen dat België de zieke man van Europa is en wat doet iedereen? Schouders ophalen en een monkellachje tonen. Dat De Wever daarmee een groot wantrouwen creëert tegen ons land op alle internationale financiële markten… Wie maalt daarom? Hij zelf alvast niet!

     

    Weet je, waarde lezer, 2010 was een dermate vreemd jaar dat ik het onmogelijk in een paar woorden kan typeren. Zo ontstond bij mij de idee dat ik er misschien maar eens een langspeelfilm over moest draaien. Een film van een uur of drie met de avonturen van Elio Di Rupo, Bart De Wever en Johan Vande Lanotte.  Ik noem mijn prent gewoon: “The good, the bad and the ugly”.

     

    Eén probleem, wie speelt ‘the good’?

     

    Ik wens iedereen een fantastisch einde van 2010 en een supersonische vlucht naar geluk, gezondheid… én een regering in 2011!

     

    Luctor

    31-12-2010 om 10:13 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2009: En toen kwam een olifantje met een lange slurf...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luctor geniet nog steeds van een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2009!

     

     

     

    Believe it or not, mijn beste vrienden, 2009 zit er alweer op. Exact tien jaar geleden, eind 1999, dachten we met z’n allen dat de wereld zou vergaan, dat computers massaal zouden crashen en dat zwangere vrouwen duivelse katten met gele ogen zouden baren bij het overschrijden van de middernachtklok op 31 december 1999.

    En zie wat ervan gekomen is. Geen enkele computer sloeg tilt, de wereld draait nog altijd rustig door en onze zwangere vrouwen van toen kregen roze baby’s met suikersnoetjes en worden nu horendol van het geprépuber van hun millenniumbaby’s. De wereld, hij gaat zijn gangetje.

     

    Toch is het ieder jaar weer eventjes ademstokkend als je op het einde terugblikt op de voorafgaande 365 dagen. Sommige dingen zijn we al helemaal vergeten, bij veel andere heb je zoiets van ‘Ach ja, dat ook!’ en sommige dingen blijven voor eeuwig in ons geheugen geëtst. Vaak zijn dat de kleine dingen van alledag. Onze Jarne, die nu al anderhalf jaar weigert om naar de kapper te gaan en sedert zijn eerste communie is veranderd van een guitig ventje in een echte Prince Goldlocks; Kim, die na haar eerste afstuderen nu opnieuw begint te sakkeren omdat ze volop bezig is aan haar tweede thesis; Evelien, die met ongeziene fightingspirit blijft knokken in al haar therapieën ‘to walk again’; vrienden die kinderen krijgen; vrienden die dierbaren verliezen; vrienden die je zelf plots of minder plots verliest; nieuwe vriendschappen die ontluiken… De wereld is geen zak veranderd tegenover 10 jaar geleden.

     

    Maar hoe zijn we 2009 ook alweer begonnen?

     

    Ohja, om iedereen meteen na de euforische kerst- en nieuwjaarsdagen onmiddellijk weer met de voeten op de grond te zetten, besliste de Almachtige om al op de vierde dag van het jaar Lei Clijsters bij zich te roepen. Niet eens 53 jaar is de vader van onze dan nog gepensioneerde tennistrots en al piepedada. Andere bekende overlijdens vallen er niet te melden in januari, al is dat niet volledig in overeenstemming met het nieuws op de VRT-website. Daar meldt de redactie met veel ingetogen medeleven het plotse overlijden van Koningin Fabiola. Nu was ik er zelf van overtuigd dat het mens al jààààren dood is en dat ze haar bij elke publiek optreden gewoon even opwarmen in de microgolf, maar niet dus. Het oudste besje van het koninklijk paleis is zo taai als haar kapsel en bleek springlevend.

     

    Ook springlevend maar dan aan de andere kant van de grote plas is die donkere Amerikaan Barack Obama. Ik weet niet hoe het bij u zit, maar op mijn tv-toestel lijkt hij altijd meer groen dan zwart. Het zou mij niets verwonderen dat de CIA en de FBI daar voor iets achter zitten, al was het maar om de gemiddelde Amerikaan eraan te laten wennen dat ze voor het eerst in de geschiedenis een zwarte leider hebben. We can make him look green. Yes, we can!

     

    In eigen land hebben we ook een redder des vaderlands. Herman Van Rompuy. Herman Van Rompuy. Want een Japans gedicht zeg je altijd twee keer. De vleesgeworden typecast van een kalende professor uit stripverhalen zou nooit van zijn leven eerste minister willen worden. Néén, daar zou hij zich niet mee bezighouden! Ge ziet dat van hier… Maar wie stond er voor de Koning om de eed af te leggen als premier? Haiku Herman! Met de Ieperse geitenboer in zijn zog als nieuwe Minister van Buitenlandse zaken. Goe bezig, die tsjeven!

     

    Februari begon dan weer heuglijk. Niels Albert geeft een demonstratie in het Nederlandse Hoogerheide en wordt er wereldkampioen veldrijden voor de Tsjech Stybar en gouwe ouwe Sven Nijs. We zeggen en schrijven, de eerste dag van de korte maand.

    Twee dagen later wordt Kadhafi verkozen tot voorzitter van de Afrikaanse unie. De wereld kijkt bang toe op welke landen de Lybische leider zijn priemende blikken zal richten.

     

    Groot is dus de consternatie als blijkt dat het eerste schot in de roos niet vertrekt vanuit een bedoeinentent, maar wel 9 maanden eerder al vertrokken is vanuit de piemel van een Britse jongen. Alfie Potter is 13 jaar en trots toont hij met zijn 2 jaar oudere vriendin hun pasgeboren baby op televisie. In het interview met de BBC vraagt de jongen aan de journalist wat ‘financieel rondkomen’ nu precies wil zeggen, maar veel zorgen hoeft hij zich daar al niet meer over te maken als amper 2 dagen later blijkt dat niet hij, maar zijn vriendje Tyler Barker de vader blijkt te zijn. Rappe kadées, die Engelsen.

     

    Maart is ten huize Luctor traditioneel de verjaarmaand. Het begint met onze Jarne al direct op de eerste van de maand en exact 2 weken later is het de beurt aan zijn zus. Prince Goldlocks wordt 8 en Kim 22. Als al het geld op is aan cadeaus voor beide, is het op de 17de mijn beurt. Een aantal keer drie kussen en een paar stevige handdrukken zijn mijn deel, maar meer wil een mens ook niet als je tot het besef komt dat je op de laatste rit van tram vier bent gestapt. Ik snak naar Abraham! Dan zal ik pas echt kunnen zeggen dat ik op de helft van mijn leven zit!

     

    Maar de wereld draait natuurlijk gewoon door en in de loop van de maand valt er niets dan kommer en kwel te melden. De president van Guiné-Bissau, Joao Bernardo Vieira) wordt voor zijn huis neergeknald, nadat hij een paar dagen eerder had toegegeven dat hij achter de moord op generaal Batista Tagme Na Wai zat. In het tv-nieuws niet meer dan een fait-divers, net als de beslissing van de artsenvereniging Artsen Zonder Grenzen om alle dokters uit Darfour terug te halen, nadat 3 Belgische dokters in Soedan waren ontvoerd.

    In eigen land verlaat Nand Buyl zijn oude lichaam.

     

    In april slaat de crisis blijkbaar ook ongenadig toe in het koninklijk paleis. Naar verluidt zou men ook daar besparen op dagelijkse gebruiksartikelen. Zo zou Mathilde het scheermesje van onze kroonprins gepikt hebben om haar benen te ontharen, waardoor Filip himself nu met een baard door het leven moet. “Iek doe dat om aan te tonen dat iek ook maar gewone man ben”, zegt hij. My ass, maak dat mijn grootmoeder wijs. Mathilde die het beu was om zijn stoppels tegen de binnenkant van haar billen te voelen, ja. Dàt is de reden! Kom er dan teminste voor uit! Of steek het desnoods op de crisis, maar ‘een gewone man’…? Kom kom, dat hoeft hij toch niet te bewijzen. Iedereen weet toch al lang dat hij een simpele duif is.

     

    Maar baard of niet, in Zwijnaarde liggen ze er niet wakker van en worden de vlaggen gehesen nadat hun gewichtheffer Tom Goegebuer Europees goud wint in de gewichtsklasse tot -56 kg. Een kolos van een kerel zal het dus wel niet zijn, maar volgens de kranten heeft de man zijn plak verdiend door 115 kg te “trekken” en 137 kg te “stoten”. Nu ken ik niets van gewichtheffen, maar als ik dat zo hoor, dan lijkt het mij nog een toffe sport.

     

    En terwijl de vlaggen in Zwijnaarde nog wapperen in alle fierheid, dalen ze in Nederland tot een treurend halfstok. Op 30 april krijgt ene Karst Tates het zot in zijne kop en besluit hij op Koninginnedag een aanslag te plegen op Beatrix en haar gevolg. Hij moet daarvoor wel eerst met zijn auto door een zee van mensen rijden. Vijf feestvierders laten het leven en de auto raakt niet eens tot bij de cabrio-bus waarin de koninklijke familie rondrijdt. Tates strandt met zijn gehavende wrak tegen een monument en sterft zelf één dag na zijn aanslag. Trix zegt geschokt te zijn door de aanslag op haar familie. Ik ben het vooral voor de mensen die stierven met zicht op de koningin. Niet eens voor het vaderland…

     

    Mei begint vrij rustig. In de eerste helft van de maand valt er eigenlijk vrijwel niets speciaals te melden. Tom Boonen wordt betrapt op cocaïnegebruik, maar aangezien dat het al voor de derde keer is, kijkt niemand daar nog van op en heb ik zoiets van laat die mens toch gewoon zijn goesting snuiven. Even wordt in de Belgische Wielerbond overwogen om hem definitief te schorsen, maar als blijkt dat De Lijn hem persoonlijk wil sponsoren, mag hij onmiddellijk weer de fiets op.

     

    Op 17 mei legt Frank De Winne examens af die definitief zullen moeten bepalen of hij mee mag naar het ruimtestation, maar geen luis die er aandacht aan besteed. Welnee, in Antwerpen valt er immers veel belangrijker nieuws te rapen. Frank De Winne voor zes maanden de ruimte in, who cares? Kai-Mook, dat is pas nieuws. Zo’n klein rond, grijs ding op vier poten met gigantische oren en een slurf, dààr moet alle aandacht naar toe. Duizenden Marokkanen, Turken en Algerijnen leven hier al generaties lang, maar het blijven vreemdelingen. Maar als er een olifant wordt geboren die notabene uit Centraal Afrika komt, dan is het er onmiddellijk eentje van ons. Haja, wat denken ze wel…

     

    Op 21 mei beslist een penalty van Axel Witsel over het kampioenschap in de Belgische voetbalcompetitie. De nieuwe Gouden Schoen trapt ‘m feilloos binnen tijdens de testwedstrijden tussen Anderlecht en Standard en de Luikenaars mogen de beker mee naar Wallonië nemen.

    Exact 1 week later (de 28ste) vertrekt Frank De Winne voor een missie van 6 maanden in de ruimte. En Kai-Mookske? Alles OK hoor. Hij zuigt liters melk bij zijn moeder en hij schijt al flinke keutels. ’t Is er ene van bij ons hé…

     

    Juni wordt beheerst door 3 grote namen: Yasmine, Michael Jackson en Rouslan Toumaniantz. Yasmine koos bewust om een einde te maken aan haar leven en Michael Jackson werd daar een handje bij geholpen door zijn lijfarts. Twee sterren minder, moet Rouslan Toumaniantz gedacht hebben en de snoodaard tatoeërde meteen 56 exemplaren in de snuit van een Kortrijks meisje. Ik kan me voor de dooie dood haar naam niet meer herinneren, maar als u haar vandaag of morgen tegen zou komen, dan zul je haar beslist herkennen! Ook zonder haar naam te weten…

     

    Het begin van de julimaand stond volledig in het teken van Lance Armstrong. Kon de gepensioneerde Amerikaan, die gedurende zijn volledige carrière glad genoeg was om altijd tussen de mazen van het dopingnet te glippen, een terugkeer op het hoogste wielerniveau waarmaken, zonder af te gaan voor de camera’s van de voltallige wereldpers? Na drie weken Tour De France kenden we in Parijs het definitieve antwoord. Winnen kon de Amerikaan niet meer. Die eer was weggelegd voor Alberto Contador, kort op de hielen gezeten door de Luxemburger Andy Schleck, maar qua publiciteit had Armstrong (als derde) dubbel zoveel aandacht gekregen als de nummers één en twee in de uitslag. “Mission completed and I’ll be back”, zei de Amerikaan. “Yes, we can”, dacht zijn groene president.

     

    Op onze nationale feestdag wordt Koningin Fabiola traditioneel uit de mummie gerold en opgewarmd in de microgolf. Deze keer had ze zelfs een grapje in petto. Daar waar ze een paar dagen voor de 21ste juli nog verwittigd werd dat ze zou doodgeschoten worden met een kruisboog, verscheen het kranige oudje tijdens de festiviteiten van de nationale feestdag met een appel in de hand. Willem Tell, catch me if you can. De eerlijkheid gebiedt evenwel te zeggen dat deze moedige daad veel minder moedig was als je de omstandigheden kent. Het pakje wat de Koningin tijdens het defilé droeg was in een soort fluo-paars waar geen enkele schutter meer dan 5 seconden op zou kunnen richten zonder schele hoofdpijn te krijgen.

     

    Augustus is de verlofmaand bij ons en dus gingen we een weekje op vakantie naar onze Belgische kust. Geen grote reis deze keer, zelfs geen avontuurlijke campertocht –dat is een beetje moeilijk met de rolstoel–  maar een weekje uitwaaien in Lombardsijde.

    Amper terug van de kust, verkopen we ons huis (met trappen) in Eeklo en kopen we een ander pand (zonder trappen) in Sint Laureins. We beseffen dat het tegen de winter zal draaien als we zullen kunnen verhuizen, maar dat hebben we er graag voor over. Polders, here we come.

     

    Voor de rest lijkt augustus zoals elk jaar verder te kabbelen zonder grote uitschieters. Maar dat is op 30/08 zonder Axel Witsel gerekend. In een zwaar beladen wedstrijd tussen Anderlecht en kampioen Standard verkoopt de Gouden Schoen een walgelijke doodschop op het scheenbeen van Marcin Wasilewsky. Het been van de Pool krult in ware Luc Nillis-stijl tussen voet en ondergrond en breekt op meerdere plaatsen. In plaats van die omhooggevallen Waalse Jan-Mijn-Kloten voor eeuwig en drie dagen te schorsen… Tien wedstrijden vindt de Bond meer dan voldoende. Bende losers!

     

    We zijn ondertussen in september aanbeland en valt het u ook op dat er nog bijzonder weinig te vertellen viel over de Belgische politiek? Dat komt omdat er eigenlijk ook bijna niets gebeurt. De rustige vastheid van premier Van Rompuy staat eigenlijk borg voor een status quo op alle fronten, in alle dossiers. Pieter De Crem, aka de Rostekop van Aalter, springt af en toe eens uit de ban, maar dat is ’s mans karakter. Leterme durft uit schrik voor een nieuwe blunder zelfs niet meer zingen in zijn eigen geitenkot en Dehaene is in alle stilte bezig om Dexia om zeep te helpen. Bij de sossen en de liberalen snijden ze mekaars strot over uit eigenbelang en zelfs bij het Vlaams Belang wordt de bokshandschoen van een voorbije verkiezingscampagne weer boven gehaald. Alleen is het deze keer niet om reclame  te maken, maar om op mekaars smoel te timmeren. De sossen en de blauwen wens ik een spoedig herstel. Het Vlaams Belang wens ik een lange KO.

     

    Maar goed, we dwalen af. Ik was eigenlijk aan het vertellen dat we dit jaar nog geen echte politieke blunders hadden gekregen tot ene Filip Muyters dat ook in de gaten kreeg. Nu dacht u op dat moment who the fuck is Filip Muyters, maar de Vlaams Minister van Begroting achtte zijn moment gekomen en beweerde in een parlementair debat dat al wie kon rekenen wist dat 35 plus 72, gelijk is aan 117. Sindsdien weet u wie Filip Muyters is. Een dommekloot die niet kan rekenen? Neen mijnheer, dankzij één politieke blunder is Filip Muyters een BV, die thuis hoort in het rijtje van de allergrootsten zoals Sam Gooris, Jean-Marie Pfaff e.v.a….

     

    Over El Sympatico gesproken, voor de Pfaffs was september niet echt een leuke maand. Alle boekskes schreven over het gezin en aan de lopende band moesten de Pfaffs uitrukken naar allerlei rechtbanden om de edities te laten tegenhouden. Jean Marie bedriegt zijn vrouw en Carmen zuipt… Wel laat die mensen toch aub… Is het uw vrouw die hij bedriegt? Is het uwe living die ze volkotst? Nee toch! Awel laat die mensen hun gang gaan en laat Boonen snuiven zoveel hij wil. Als Muyters mag beweren dat 35+72 = 117… dan mag van mij alles.

     

    Voor Kimmeke Clijsters waren het dan weer hoogdagen in september. Twee jaar met pensioen en een baby later begint ze opnieuw te tennissen. Ze vertrekt naar de US Open, waar ze alleen maar mag starten omdat ze een sympathiek smoelke heeft. Een echte ranking heeft ze immers niet meer, laat staan hoog genoeg om aan een Grand Slam te mogen deelnemen. Ronde na ronde knokt ze zich door de wedstrijden om uiteindelijk het pleit te winnen tegen de meest getetteerde helft van de Williams-zussen. Ik vraag mij af welke Amerikaanse zot dit spel omgekocht heeft. We zullen het pas later weten als de rechten van deze all-american story zullen verkocht worden aan een filmmaatschappij om er een prent over te draaien.

     

    In het Zwitserse Mendrisio wordt Cadel Evans na een compleet mislukte Tour De France, wereldkampioen wielrennen. Nog zelden zo een mossel op een podium zien staan. Boonen mag zelfs zo stoned zijn als een tweedehandse waterkoker, dan nog heeft hij tien keer meer uitstraling dan dit Australische fossiel.

     

    Oktober brengt bijzonder veel nieuws. Alsof iedereen het einde van het jaar stilaan voelt naderen en nog snel zijn steentje wil bijdragen aan 2009.

    Laat mij beginnen met het meest opmerkelijke: Barack Obama vertelt aan de wereld dat hij in het belang van de vrede nog eens 30.000 jonge Amerikaanse militairen extra zal sturen naar de schurkenstaten. Hij wordt daarvoor beloond met de Nobelprijs voor de vrede… Wie zijn eigenlijk dat stelletje seniele imbecielen die de Nobelprijzen toekennen? Hoedanook, ik geloof nooit dat Alfred Nobel dit in gedachten had toen hij nog leefde. Alsof nog niet genoeg jongens gesneuveld zijn in de strijd tegen terrorisme, die al lang geen strijd tegen terrorisme meer is. En als de groene president de prijs alleen krijgt omwille van zijn uitspraak dat je voor de vrede soms slachtoffers moet maken… tja dan had mijn goeie vriend Stijn Meuris ‘m al jaren eerder moeten krijgen voor zijn song “ Een heel klein beetje oorlog”.

     

    Op zich vind ik het deze nobelprijs toch één van de meest markante feiten van 2009. Maar geen kat die er wakker van ligt in Vlaanderen. Ha neen, want wij zijn bezig met iets vééééél belangrijkers. Wij kiezen namelijk Josje Huisman als nieuwe blondine in K3. Who the fuck is Barack Obama? Hoezo jonge mensen die sterven op het slagveld…? Wie heb ik aan de lijn… hallo hallo… wie zou dat kunnen zijn… hallo hallo… mijn tele-romeo! Vlaanderen op zijn smalst!

     

    Voor het overige brengt oktober voor het eerst weer een sprankel hoop voor onze Rode Duivels. Dick Advocaat werd vanuit Nederland gehaald als redder van het Belgische voetbal en de Kleine Generaal boekt bij zijn eerste wedstrijd direct een zege tegen Turkije. Hij vindt onze vedetten jeanetten en alleen al door die uitspraak steelt hij meteen mijn hart!

    Niet eens 24 uur later wordt Jozef D. De Veuster van de weeromstuit door Paus Benedictus uitgeroepen tot de Heilige Damiaan, al heb ik zo mijn twijfels of het een met het ander iets te maken heeft.

     

    Hoedanook, nog altijd in de oktobermaand, nemen we afscheid van Dré Steemans, van Jef Nijs en van Frank Van Den Broecke. Respectievelijk de geestelijke vader van Felice Damiano, de geestelijke vader van Jommeke en tenslotte de geesteszieke beste wielrenner die we ooit hadden. Ik verlies drie idolen in iets meer dan een week.

     

    Hoogtes en laagtes in de maand november. Herman Van Rompuy, nog altijd goed verscholen in de Belgische politiek schiet als een raket de hoogte in als hij aangeduid wordt als president van de EU. Herman Wie?, vraagt de wereld zich af, maar als Herman uitpakt met één van zijn wereldberoemde haiku’s wordt iedereen meteen stil. Bejaarden uitlachen doe je namelijk niet! Hoedanook, even was er nog twijfel over zijn aanduiding maar dat had schijnbaar te maken met het feit dat hij zijn whereabouts niet correct had doorgegeven.

    Iets waar tennissers Yanina Wickmaeyer en Xavier Malisse ondertussen ook kunnen over meespreken. Gelukkig is er voor hen een oplossing. Good old Filip Muyters (de man van 37+72=117) heeft zijn begroting geteld en ziet dat hij véél geld over heeft. Ik ga onze tennisvedetten sponsoren in hun proceskosten, zegt de brave borst. Wickmaeyer, bijna 1m85 lang drukt de uk van een minister keihard aan haar borst en sedertdien is van hem niets meer vernomen.

     

    Zoals gezegd, hoogten, maar ook laagten. Want zoals Haiku Herman als een komeet de lucht in schoot, zo daalde Frank De Winne met een Russische Sojoezcapsule weer naar de aarde na een verblijf van 6 maanden in de ruimte. Maar Vlaanderen glimlacht alleen maar bij het horen dat hij is teruggekeerd. K3 heeft een vervangster voor Kathleen. Dat is pas nieuws! Welkom welkom, bij de drie biggetjes…

     

    En jawel, zo belanden we alweer bij de laatste maand van het jaar en kunnen we de boeken voor 2009 zo goed als sluiten. Hét nieuws deze maand is te rapen in onze eigen woonkamer, die sedert 2 december niet meer in Eeklo te vinden is, maar wel in ons nieuw kot in St. Laureins. Verhuisd at last!

     

    Is er anders nog opmerkelijk nieuws geweest in de voorbije weken? Amper! De Klimaattop is Oslo is grandioos geflopt, een aanslag op een vliegtuig tussen Schiphol en Detroit is mislukt en een jonge 25-jarige Italiaanse vrouw werpt zich van pure geilheid op de 82-jarige paus Benedictus. Dan ben je toch niet goed bij je hoofd, dacht ik onmiddellijk na het bekendmaken van het nieuws. En inderdaad een dag later meldden alle nieuwszenders dat ze uiterst verward was toen ze de paus besprong. Ze dacht dat het Filip Muyters was…

     

    Je ziet, het was weer een jaar zoals alle andere. Met 1000 dingen die we alweer vergeten zijn en met 365 dagen die ons op weg zetten naar de volgende 365.

     

    Maak er een fantastisch 2010 van !!!!!!!!

    C U around.

     

    Luctor

    29-12-2010 om 20:13 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    27-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2008: Alleen de aandelen van rolstoelen gingen de hoogte in
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luctor geniet nog steeds van een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2008!



    Driewerf hoera want we hebben het weer eens gehaald. 2008 zit erop! Het geeft ons de kans én de plicht op terug te blikken op een jaar waarin we zowat van de ene verstomming in de andere liepen. Schitterde Yves Leterme in 2007 nog met een illustere vertolking van het Franse volkslied, in 2008 scoorde hij in alle hitlijsten met zijn eigen bewerking van een niet te evenaren zwanenzang. Maar er is meer…

     

    Zo begon het jaar in absolute mineur voor de man die al een kwart eeuw verkondigde dat hij 1000 jaar zou worden. Niet dus, want al op de derde dag van het nieuwe jaar wisselde dr. Herman Lecompte op 78-jarige leeftijd het wezenlijke voor het eeuwige. Kunstenares Begga D’Haese bleef verweesd achter. Onbegrijpend waarom haar geliefde medische media-kabouter liefst 922 jaar te vroeg is gestorven.

    Amper ware de rijke Knokkenaren van de schok bekomen of daar bood zich al nieuw onheil aan. De Europese beurzen kregen in die eerste paar dagen van het jaar enorme klappen en specialisten spraken van het slechtste economische jaarbegin sedert 1999.

    Geef toe, een jaar dat op die manier van start gaat belooft weinig goeds. Gepeupel zoals wij veert dan nog eens op voor mannen als Sven Nijs (5de keer Belgisch kampioen veldrijden op 6 januari) en Steven Defour (winnaar van de gouden schoen op 16 januari), maar kenners van de economische en financiële wereld wisten toen al hoe laat het was.

    Vijf voor twaalf bij de Société Générale bijvoorbeeld, die plots een gat ontdekte van liefst 4,9 miljard Euro. Sven wie? Steven wie? Inconnu, monsieur!! Jerôme Kerviel ja, die vergeten ze daar in Parijs nooit meer.

    En hoe verging het onze nationale Yves in januari? Wel, niet eens zo slecht eigenlijk. Hij startte in de Senaat met het Octopusoverleg om de bakens uit te zetten voor de noodzakelijke staatshervorming en noemde die stap “de laatste kans voor België”. Sommige mensen hebben inderdaad meer profetische gaven dan anderen…

     

    Februari, maand van Sint Valentijn, start op passende wijze als de nieuwbakken franse president Nicolas  Sarkozy op zijn 53ste trouwt met het ex-topmodel Carla Bruni. De kleine franse driftkikker straalt als hij met zijn kersverse bruid het Elyzée verlaat. Vrijwel meteen duiken overal naaktfoto’s op van de nieuwe first lady of France, “maar alleen ik weet of ze gefotoshopt zijn”, grapt petit Nicolas.

    Wie zeker een fotoshopbeurt zou kunnen gebruiken is good old Fidel Castro. De eens zo fiere “commandante di Cuba” lijkt hoe langer hoe meer op een wassen beeld van zichzelf en besluit na 50 jaar presidentschap de fakkel door te geven aan zijn broer Raul. Tussen het heugelijke nieuws uit Frankrijk en het ontluisterende beeld van het oude leidertje van communistisch Cuba, wordt onze eigenste Justine Henin in St.Petersburg uitgeroepen tot wereldsportvrouw van 2007. Alweer een pak dollars waarmee ze eindelijk haar borstvergroting zal betalen, hoopt half België. Maar Henin wil van geen kliniek weten en houdt halsstarrig vast aan haar twee muggenbeten.

    Geen nieuws van Leterme in februari? Toch wel! Waar Justine nog vrij kon kiezen of ze al dan niet in de kliniek langs ging, kreeg de Westvlaamse geitenhoeder die keuze niet. Op advies van zijn huisarts moest hij zich hoogdringend laten opnemen met een inwendige bloeding van het maagdarmsysteem. “Gun mij nog even wat rust en ik kom terug”, sprak de arme Yves toen hij 2 weken later het ziekenhuis mocht verlaten.

     

    Inderdaad, amper een zucht later, op 6 maart, staan Verhofstadt en Leterme glunderend naast elkaar. De een opgelucht dat hij eindelijk aan zijn Sabathjaar kan beginnen, de andere blij dat hij zonder al te veel maagklachten kan starten om de Belgische puinhoop op te ruimen. Flahaut, vorig jaar nog goed voor een hoofdrol in ons jaaroverzicht liep ondertussen in de politieke coulissen te knorren van ongenoegen, want amper was geweten dat Pieter De Crem hem op defensie zou komen vervangen, of daar stond de meest vurige rostekop uit Aalter al aan André’s bureau om hem uit zijn kabinet te verjagen.

    En dan, op 19 maart, doodse stilte. De wereld staat heel even stil, want de man die minstens 375 Nobelprijzen voor literatuur had moeten winnen, is niet meer. Hugo Claus kiest na tien jaar aftakeling door de ziekte van Alzheimer zelf voor een waardige dood. Helaas weerklinkt in dit echte Verdriet van België ook de valse noot van solist Godfried Danneels, die Claus’ zelfgekozen afscheid kwalijk nam.

    Voor de rest gaat in maart de brouwerij Liefmans op de fles en vierden we bij ons thuis de verjaardagen van Jarne (7j), Kim (21j) en ondergetekende (oud). In die volgorde.

     

    April start al meteen op de eerste dag in panische angst voor de ouders en geliefden van de Chiroleden uit Kontich. Achtendertig blauw-gele tieners raakten verdwaald aan de Italiaans-Sloveense grens en moesten noodgedwongen de nacht doorbrengen in een onherbergzaam gedeelte van de Julische Alpen. Gelukkig zijn de tieners na 1 nacht terecht en blijven de gevolgen beperkt tot een aantal snotneuzen en een paar dozijn verkleumde handen en voeten.

    Vlaanderen slaakt een zucht van opluchting en doet dat twee weken later nog eens over als Tom Boonen als eerste over de eindstreep van Parijs-Roubaix rijdt. Alle cocaïneverhalen worden hem meteen vergeven. Tommeke kan het nog. Een week eerder al won Stijn De Volder de Ronde Van Vlaanderen. Minstens zo indrukwekkend, minstens zo groots, maar Stijn is Tommeke niet en dus reageert iedereen een stuk gereserveerder. Een beetje zoals Prins Filip die aankondigt dat zijn hond weer doopsuiker heeft gescheten omdat ons Koningshuis alweer een telgje rijker is: Eléonore Fabiola Victoria Anne Marie De Vos-Lemmens…, of zoiets.

    “Zo weinig mogelijk zorgen maken, voldoende rusten en voldoende ontspanning zoeken”, hadden Letermes artsen gezegd en dus trok onze premier op 25 april naar Luik om er live te eerste voetbaltitel van Standard in 25 jaar mee te vieren. Sjaal rond de hals, frietjes etend, breed lachend, dansend, pintjes drinkend, de armen triomferend in de lucht… Even kwam het beeld van 800.000 voorkeurstemmen terug opdoemen.

     

    Voor de krant “Het Volk” kwam deze historische titel van Standard nog net op tijd, want hoewel inhoudelijk al veel eerder opgezwolgen door “Het Nieuwsblad”, was de naam van de 117-jarige krant tot dan toe overeind gebleven. Maar daartegenover was ‘t Volksken dan weer net te vroeg ter ziele gegaan om op 9 mei nog te kunnen uitpakken met paginagrote foto’s en dito titels van de één dag eerder verongelukte voetballer François Sterchele. Het droeve nieuws van Club Brugge’s nummer 23 zorgt er zelfs voor dat in de media maar weinig plaats overblijft voor de zware aardbeving, die in Zuidoost China duizenden slachtoffers eist en miljoenen Chinezen dakloos maakt.

    Ten huize Luctor eist Jarne een glansrol op door zijn eerste communie te doen en bij de CD&V is Leterme heel even bereid om zijn spotlights te laten schijnen op Marianne Thyssen, die de partij vanaf nu zal voorzitten.

    Justine Henin kondigt aan dat ze definitief stopt met tennis. Ik vraag mij onmiddellijk af of ze misschien nu tijd zal vinden om… Neen, ik mag mij daar eigenlijk niet mee bemoeien. Het is tenslotte haar lijf en het zijn haar euh…tetten.

     

    De modewereld hult zich in zwarte rouw als op 2 juni Yves Saint Laurent op 71-jarige leeftijd overlijdt.

    Zwarte rouw ook bij de Clintons, die in de VS moeten aanvaarden dat Hillary net te kort kwam in de voorverkiezing en dat niet zij, maar haar partijgenoot Barak Obama de volgende presidentskandidaat zal worden. Yes, we can!

    Iets gelijkaardigs moeten ook de spaanse voetballers gedacht hebben toen ze in de finale van het EK met 1-0 wonnen van…jawel, Duitsland. Eindelijk is de vloek van Gary Linneker doorbroken: voetbal is dankzij de Spanjaarden niet langer een sport waar twee ploegen 90 minuten achter een bal hollen en waar op het einde de Duitsers winnen. Fernando Torres blijft alleen al daarom voor eeuwig mijn held.

    Maar hét nieuws van de maand juni kwam van good old Johnny White. Monsterhits als “Verloren Hart, Verloren Droom” had de vlaamse charmezanger al jaren niet meer gescoord. Dan maar mijn zolder ombouwen tot een heuse cannabisplantage moet de brave borst gedacht hebben, maar voor hij er erg in had stond de politie aan zijn deur met een arrestatiebevel. John Wittevrouw, want zo heet de man uit Scherpenheuvel in het echt, veranderde onmiddellijk zijn artiestennaam. Johnny White is dood… Leve Johnny Wiet.

     

    Dat een artiestennaam wel wat kan opleveren heeft ook de Bosnische Serviër Radovan Karadzic mogen ondervinden. De man werd in juli weliswaar gearresteerd, maar leefde sinds 1997 in Belgrado als new-age dokter onder de naam Dragan Dabic. Hij kon er elf jaar lang in alle rust op café gaan, verliefd worden en een praktijk uitoefenen zonder dat iemand door had dat hij het vermeende brein was achter de volkerenmoord van Srebrenica. Op 30 juli verschijnt hij weer als zijn eigen zelve voor het Joegoslavië-tribunaal in Scheveningen.

    Eerder in de maand juli keurde Paus Benedictus de heiligverklaring van pater Damiaan goed, won Carlos Sastre de ronde van Frankrijk in de categorie van niet betrapte renners en werd Inbev de grootste speler op de wereldbiermarkt na de overname van het Amerikaanse Anheuser-Bush. Tussendoor bereikte ons ook nog een bericht uit Portugal en het Verenigd Koninkrijk dat niet langer gezocht zou worden naar het vermiste meisje Madeleine McCann. Een mens zou er zowaar koude rillingen van krijgen, maar ook dat was in deze kille julimaand niet meer dan normaal.

     

    Qua temperatuur kon augustus al evenmin bekoren, maar bij ons thuis was dat het minste van onze zorgen. Op een vroege ochtend krijgen we namelijk een ijskoud telefoontje uit het ziekenhuis van Westmalle dat Kim daar ’s nachts is binnengebracht met een gebroken voet. “Een klein breukske, mijnheer”, maar als mijnheer een paar uur later het eigenlijke verdict te horen krijgt, ging de grond onder mij toch heel eventjes open. Een hele operatie lang hebben de artsen gevochten voor het behoud van haar voet en finaal krijgen we ze afgeleverd met zowat driekwart van de Gamma in haar pootje.

    Twee dagen later vertrekken we toch op vakantie, gepakt en gezakt en met een rolstoel in de kofferbak. Weinig mogelijkheden dus om echte vakantie-activiteiten te doen, maar des te meer tijd om via kranten, radio en televisie de actualiteiten te volgen. Zo verneem ik dat Gilbert Bodart de cel is ingesukkeld na zijn medewerking aan een gewapende overval op de Grotten van Han, dat Ignace Crombé zich emailsgewijs in de love-shit heeft gewerkt, dat bagage-afhandelaars Flightcare en Aviapartners het werk hebben neergelegd waardoor in Zaventem een nooit geziene valiezenchaos ontstaat. Verder ook  dat Michael Phelps liefst 8 gouden plakken zwemt op de Spelen in Peking en dat Tia Hellebaut met 2.05m een sprong maakte naar het eerste olympische goud voor ons land in meer dan 40 jaar. Allemaal leuk, allemaal spannend, maar zoals gezegd beleven wij het in de schaduw van “een breukske”.

     

    Het breukske begint in september stilaan minder pijn te doen, zegt mijn dochter. De revalidatie begint goed op gang te komen en als ze weer eens met een van pijn vertrokken gezicht ligt te zweten op de kine-tafel, spurt die andere Kim (Gevaert) voor de laatste keer 100m voluit tijdens de Memorial Ivo Van Damme.

    September is meestal ook de maand waarin hier en daar de eerste bladeren van de bomen beginnen te vallen, maar deze keer dwarrelen ook de Fortis-aandelen mee in het herfstballet. De aandeelhouders zien euro per euro wegsmelten, terwijl Fortis-topman Herman Verwilst een oprotpremie van 5 miljoen Euro krijgt toegeschoven.

    Georges d’Udekem d’Acoz (72), vader van prinses Mathilde verlaat deze wereld op 25 september, amper 2 dagen later gevolgd door acteur Paul Newman (83). Notabene op de dag waarop Wilfried Martens (72) smoorverliefd in de ogen van Miet Smet (65) kijkt en ze samen “ja” zeggen in het stadhuis van Lokeren.

     

    Is het dan al eens een paar maanden ietwat stiller rond de figuur van Yves Leterme, in oktober rommelt het weer langs alle kanten. De regering hangt aan elkaar als een gammele auto die op elke bult in de weg uit elkaar kan spatten. Pers en collega’s beschimpen de wankele premier aan de lopende band en als op 8 oktober ook nog eens het kartel met de NV-VA breekt, beginnen ook hoe langer hoe meer CD&V’ers openlijk aan de stoelpoten van hun premier te zagen.

    Ook met politietopman Fernand Koekelberg gaat het van kwaad naar erger. Gesjoemel met benoemingen van secretaressen brengen hem op de rand van de afgrond, maar verder dan een blaam van Patrick Dewael en Jo Vandeurzen gaat het niet. Vandeurzen beseft dan nog niet dat hij er eerder zal gelegen hebben dan de politieman…

    In Oostenrijk vliegt extreem rechts politicus Jörg Heider (58) met een knal uit het leven. Gedronken en veel te snel gereden, fluisteren kwatongen, maar iedereen is dan al vergeten dat hij de man was waarvoor Louis Michel jaren geleden voorzichtigheid had gepredikt en ons probeerde uit het hoofd te praten om op skivakantie naar Oostenrijk te gaan.

    Voor de rest zal oktober voor altijd in het geheugen blijven als de maand waarin banken en aandelen kelderen tot historische dieptepunten.

     

    Ook in november krijgen de beurzen nog rake klappen te verwerken. Economisch laat zich dat gevoelen en dagelijks krijgen we alarmerende berichten van grote bedrijven als Ford Genk, Philips, Bekaert, ArcelorMital.

    In de Verenigde Staten loopt het geen haar beter. Integendeel, maar daar raken de  crisisberichten heel even verstomd door de overwinningsroes van de nieuw verkozen president Obama. “Gaan we de economische en financiële crisis oplossen?”, vraagt de eerste zwarte president van de VS… “Yes we can”, scandeert een uitzinnige meute.

    Ondertussen verliest bij ons Wannes Van de Velde (71) een lang gevecht tegen leukemie en brandt zowat half Mumbai in een resem aanslagen die India laten kreunen onder zwaar terrorisme. Genoeg om even het vizier op de Belgische politiek te laten verslappen en Yves Leterme een beetje uit het oog te verliezen.

     

    Maar in december gebeurt het onvermijdelijke dan toch. Na de bladeren en de banken valt nu ook de regering. Niet met een enorme knal, niet met het Franse volkslied op de achtergrond, maar heel bruusk over een basisbegrip van ons democratisch bestel. “Neen, wij hebben de scheiding der machten niet geschonden”, zingen Leterme en Vandeurzen in een close harmony. “Ze liegen!”, schrijft de eerste voorzitter van het Hof Van Cassatie in een brief aan de parlementsleden.

    Wilfried Martens, op wittebroodsweken in Disneyland Parijs, wordt vanuit het Paleis bevolen om in allerijl uit de Splash te stappen, terug naar België te keren en als verkenner op pad te gaan om de parlementaire brokken te lijmen.

    Herman Van Rompuy wordt als formateur aangeduid en op het moment dat ik deze regels zit te tikken, ziet het ernaar uit dat hij er zowaar zal in slagen om een nieuwe regering te vormen met alle krokodillen uit de vorige. Al zal er hier en daar wel een krokodil aan moeten toegevoegd worden om de gaten van Leterme en Vandeurzen op te vullen.

    “De laatste kans voor België”, riep Leterme in januari. We zijn twaalf maanden verder… er zijn mensen geboren en er zijn mensen gestorven, maar toch staan we nog op precies hetzelfde punt.

    En weet je wat nog het ergste van al is??? Mijn teerbeminde, die nu al meer dan 3 weken geveld is door een mysterieuze aandoening van het zenuwstelsel. Eind november kon ze nog amper stappen, daarna alleen nog met behulp van een wandelrekje en sinds een paar dagen rollen we door het leven. Twee geliefden in één jaar tijd door het leven moeten duwen, is erg, maar dat dokters en professoren zich niet durven uit te spreken over de kansen van mijn vrouw, dat is pure dramatiek.

     

    Het ga je goed in 2009 en hoop asjeblief een beetje met ons mee dat het volgend jaar weer goed mag komen met mijn eega. Waarvoor dank!

     

    Luctor

    27-12-2010 om 10:53 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    25-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2007: Le jour de gloire est arrivé!!!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Luctor neemt een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2007!


    Het is weer van dattum, sinds mijn jaarverslag van het vreemde jaar 2006 hebben we inmiddels alweer 365 keer geslapen en zijn we gelukkig ook 365 keer weer wakker geworden. Sommige van onze wereldburgers haalden die limiet niet en voor hen werd 2007 helaas hun eigenste “station terminus”. Gelukkig zijn wij er met z’n allen wel nog en zijn we bij leven en welzijn dapper genoeg om een terugblik te maken op alweer een jaar dat voorbij is. Leterme zal het geweten hebben…

     

    Het jaar begon al goed, want toen we op Nieuwjaarsdag in een restaurantje een kleinigheid wilden gaan eten, zochten we vruchteloos naar de asbak op tafel. “Neen mijnheer”, zei de ober streng, “Vanaf vandaag mag er niet meer gerookt worden in de restaurants en eetgelegenheden”. OK dan maar, de koffie zullen we dus voortaan thuis drinken. Mét een sigaretje.

     

    Maar als de rook om je hoofd is verdwenen zie je vaak meer en dus konden we in diezelfde maand januari vaststellen dat Bart Wellens voor de tweede keer Belgisch kampioen veldrijden werd, dat ex-wielrenner Johan Musseeuw toegaf EPO te hebben gebruikt en dat Justine Henin niet naar de Australian Open kon omdat ze besloten had om van haar man Pierre-Yves Hardenne te scheiden. Door een of ander stom toeval was het arme kind immers te weten gekomen dat haar zo geliefde Pierre-Yves haar enige beha als katapult gebruikte om naar de mussen te schieten en dat hij een zelfhulpgroep had opgericht die luistert naar de illustere naam MBDT (Meer Bekers Dan Tetten).

    Nog in de maand januari schiet onze beste Prins Filip tijdens een nieuwjaarsreceptie uit zijn sloffen tegen 2 journalisten en dreigt hen de toegang tot het paleis te ontzeggen als ze nog slecht over hem schrijven. Sindsdien geen nieuws meer…

    En in de allerlaatste dagen van de eerste maand trok Michel Verschueren naar een schoenmaker om een babyschoentje te laten vergulden. “Kindje gekocht, mister Michel?”, vroeg de vriendelijke man achter de toonbank. “Neeje kieken”, antwoordt de geïrriteerde zilvervos, “Mbark Boussoufa heeft de Gouden Schoen gewonnen”.

     

    In de korte maand eiste de Billie Turf van de vaderlandse politiek voor het eerst (en zeker niet voor het laatst) dit jaar een hoofdrol op. Terwijl de hele wereld schande spreekt over de mensonterende situatie waarin de Congolese president Josephe Kabila zijn volk heeft gebracht, nodigt onze immer schuddebuikende Minister van Defensie André Flahaut, het Congolese staatshoofd uit naar ons land en overhandigt hem een eredoctoraat van de Koninklijke Militaire School. Verhofstadt is woedend en de militaire school zo mogelijk nog meer, want Flahaut was hen vergeten te verwittigen van het initiatief. Toeme toch Billie…, als het ook allemaal moet tegenslaan.

    En tegenslaan doet het ook voor voormalig Playboymodel en actrice Anna Nicole Smith. De voorzitster van de zelfhulpgroep MTDB (Meer Tetten dan Bekers) overlijdt op 39-jarige leeftijd in duistere omstandigheden na een dodelijke coctail van medicijnen, drugs en alcohol. De mondaine jetset rouwt.

    Ook Kimmeke Clijstert snottert een half sportpaleis onder water, zij het niet voor Anna Nicole. Nee, Kim heeft net de finale van de Diamond Games verloren tegen de franse halfman Amélie Mauresmo en om haar afscheid van het Belgische publiek nog wat dieper te kerven, hebben de organisatoren de broertjes Koen en Kris Wauters uitgenodigd om Clijsters uit te wuiven en uit te zingen. De helft van Vlaanderen wordt misselijke van zoveel opgefokte meligheid, de andere helft bleit zich een oog uit en vreet zijn doos tissues op van pure ellende.

     

    Maart is altijd weer een beetje feest ten huize Luctor. Al meteen op de eerste dag van de maand werd onze Jarne 6 jaar en exact 2 weken later werd óns Kimmeke er 20. Nog eens twee dagen later was het de beurt aan ondergetekende, die vanaf nu beslist om er telkens een jaartje af te trekken. Als ik opnieuw aan nul kom dan zal de wereld mij precies 94 jaar getolereerd hebben en dat lijkt me een prima getal om afscheid te nemen.

    Wat was er nog meer aan de hand in maart 2007? Op de internationale dag tegen racisme laten 623 koppels zich trouwen door Wouter Van Bellingen, de zwarte Schepen van St.Niklaas.

    Een paar dagen eerder is Koning Albert op televisie komen verklaren dat hij de 185.000 €, die zijn sloeber van een Laurent wist te ontfutselen uit de zakken van de Marine, tot de laatste cent zal terugbetalen,.

    Bij de Luchtmacht is het zo mogelijk nog erger want daar blijkt plots een helikopter te zijn verdwenen. Terwijl iedereen op de basis nog loopt te zoeken naar het toestel, landt het alweer op de plaats waar het is verdwenen. Wie stapt eruit? Juist, good old Billie Turf , André Flahaut! De defensieminister had namelijk geen zin om in de file te gaan staan voor de vertoning van de klimaatfilm van Al Gore en had dus maar een heli van het leger gevorderd…

     

    De nakende federale verkiezingen zijn in april 2007 voor het eerst echt voelbaar. Honkvast gewaande partijleden veranderen even makkelijk van politieke kleur als van onderbroek en de ene stoere uitspraak probeert nog straffer te zijn dan de andere. Verhofstadt kondigt aan dan een volgende regering een tweederde meerderheid zal nodig hebben om een zoveelste staatshervorming uit te voeren. “Goed idee”, roepen alle Ieperse geiten samen. “Wij willen dat ons baasje, de enige echte Yves Letè-è-è-rme”, dat zaakje leidt”.

    Ondertussen ontsnapt een gedetineerde uit de gevangenis van Lantin nadat een helikopter hem kwam oppikken en rijdt Tom Boonen zijn splinternieuwe italiaanse sportwagen aan flarden nadat hij moest uitwijken voor een kat. Pas later op het jaar zal blijken dat de gevierde renner een echte passie heeft voor jonge poesjes…

    En waar zit Flahaut, vraagt een mens zich dan af. We zouden hem in april bijna vergeten, maar dat is buiten onzen Billie gerekend. Eind april lanceert hij het lumineuze idee om via een enquête uit te vissen of onze militairen racistisch, separatistisch of republikeins zijn. Eén vraag: versturen we de enquêteformulieren met de post of brengt onze minister ze persoonlijk van deur tot deur met de helikopter?

    Eind april ruilt ook Boris Jeltsin het vergankelijke voor de Eeuwige Zoutmijnen, na een leven van vooral drinken en billengeklets op de Russische konten van zijn vrouwelijke medewerksters.

     

    In mei wordt Anderlecht dan toch landskampioen nadat Genk onder de druk is bezweken. De Brusselse supporters vieren uitbundig feest. Feyenoord pakte in Nederland naast de titel en dat was absoluut niet naar de zin van Bokito. De enorme gorilla ontsnapt uit zijn dierentuinkooi en koelt zijn frustratie door vier bezoekers door de lucht te slingeren en een ravage aan te richten in de cafetaria.

    In Portugal verdwijnt de Britse kleuter Maddie McCann uit haar hotelkamer,terwijl haar ouders een eindje verderop zitten te eten in een restaurant. Waarschijnlijk mag je daar nog roken in de eetgelegenheden, want het meisje lijkt in rook opgegaan.

    Nicolas Sarkozy wordt op 6 mei de nieuwe president van Frankrijk, in Gent start het fraudeproces tegen Lernout & Hauspie en jawel, de geiten van Ieper maken bekend dat hun baasje uit de Vlaamse Regering stapt om kandidaat te zijn voor het Premierschap. Flahaut heeft het begrepen en verdwijnt op de achtergrond. Billie Turf beseft dan al dat hij de hoofdrol vanaf nu moet laten aan Geitenkoning Leterme.

     

    10 juni 2007. Een historische dag, de eerste dag van een lange lijdensweg. CD&V met kartelpartner NV-A winnen de verkiezingen met bijna 30% van de stemmen. Open VLD verliest fors en SP.A krijgt een dreun van jewelste. Lijst De Decker doet het onverwacht goed en Groen! heeft opnieuw zetels. Vlaams Belang stagneert. Aan Franstalige zijde scoort de socialistische PS zwak en wordt de liberale MR de grootste partij.

    Koning Albert wijst MR-voorzitter Didier Reynders aan als informateur en van de weeromstuit breekt onze arme vorst zijn rechter dijbeenhals. Nooit geweten dat we zoiets raars in ons lichaam zitten hebben, maar soit. Dankzij de goede zorgen van een heel medisch team verloopt de operatie zeer goed, wat allerminst kan gezegd worden van de informatieronde voor een nieuwe regering. Maar niemand lijkt zich vooralsnog zorgen te maken. Het leven gaat zijn dagelijkse gangetje: Sabine Hagedoorn, weervrouw en voorzitster van de zelfhulpgroep TDDKVEB (Tetten Die De Kaart Van Europa Bedekken) bevalt van een dochter Lise, The Rolling Stones spelen Werchter plat en in Irak bengelt Chemical Ali aan dezelfde strop als zijne nonkel Saddam. Of was het zijn schoonbroer? Of allebei…? Nuja, ze zijn dood, wat doet het er nog toe.

     

    Juli, vakantiemaand. Maar niet voor politiekers en sporters. De regeringsvorming is nog geen meter vooruit en dus trommelt Koning Albert zijn ouwe gabber Jean-Luc Dehaene nog eens op. Hoe het gesprek verlopen is, weten we niet, maar het dikste burgemeesterke van Vilvoorde kwam buiten met een bemiddelingsopdracht en met een gezicht nog erger dan de onweerswolken die heel juli en augustus boven ons land hingen. Na amper 11 dagen keert hij terug naar het ziekenhuisbed van Albert en deelt hij onze vorst mee dat hij de bemiddeling voor bekeken houdt.

    De Geitenkoning van Ieper deed er een paar dagen later nog een schepje bovenop. Uitgerekend op 21 juli, de nationale feestdag, blundert den Yves door niet het Belgische maar het Franse volkslied te zingen. Allons, enfants de la patrie-e-e-e-e, Le jour de gloire est arrivé!!!

    België is naar de kloten, moet ook Kim Clijsters gedacht hebben en ze trouwt met een Amerikaanse basketter.

    In de Ronde van Frankrijk moet de helft van de ingeschreven renners nog voor de start met de EPO-trein weer naar huis en van de overblijvers vliegt nog eens de helft uit de wedstrijd wegens dopinggebruik. Van de overgebleven 11 renners (of zoiets) wint Tom Boonen de groene trui.

    Op 15 juli is er ten huize Luctor weer een verjaardag te vieren. Mijn teerbeminde wordt… veel jonger dan ik.

     

    Het enige goeie nieuws dat er in augustus te rapen viel, is dat onze Belgische hockeyploeg derde wordt op het EK en op die manier een ticket verdient naar de Olympische Spelen in Peking. Voor de rest alleen kommer en kwel. Het land verzuipt onder een ware zondvloed, de Geitenkoning geeft zijn formatieopdracht terug aan de koning en deze laatste trommelt dan maar Herman Van Rompuy op om te realiseren wat Jean-Luc Dehaene niet kon… of niet wou. Albert moet echt wel ten einde raad zijn als hij al die ouwe krokodillen weer opvist om het land te redden. Naar het schijnt zou hij zelfs gesignaleerd zijn met schop en spade aan het graf van Van den Boeynants. Helaas, de graafwerken zijn mislukt omwille van een herstellende dijbeenhalsbreuk…

     

    In september is Van Rompuy, die van onze koning de rol van “verkenner” had meegekregen, uitverkend. En dus moet de Ieperse Geitenkoning annex Marseillaise-kenner weer opdraven. Wat gaan we nu weer beleven, vroeg ondergetekende zich af en mijn gedachten waren nog niet koud of ene De Winter van het Vlaams Belang vroeg in het Vlaamse Parlement om een referendum over de Vlaamse onafhankelijkheid.

    In Portugal is dat dutske van een Maddie McCann nog  altijd spoorloos en de lokale politie verdenkt nu ook de ouders in de verdwijning. Moeder McCann schreeuwt haar onschuld uit, schakelt al wat detective is in om haar onschuld te bewijzen, maar verdwijnt toch zo snel mogelijk van Portugese bodem, terug naar het vertrouwde United Kingdom. Bizar…

    Belgium rules again, want in Osaka behaalt het vrouwenteam van de 4x100m brons. Olivia Borlée, Hanna Mariën, Elodie Ouedraogo en Kim Gevaert spurten zich zo de onsterfelijkheid in en geven ons land weer een beetje internationale kleur.

    Een kleurtje wat we goed kunnen gebruiken nadat Jo Vally zich op zijn blote verwijfde knieën moest gaan excuseren bij de Turkse ambassade omwille van het feit dat hij het gerucht had verspreid dat hij in een Turkse cel had gezeten. “Niets meer dan een reclamestunt om meer cd-kes te verkopen”, zei de voormalige Wattman van de MIVB. “Maar in Budrun weten ze natuurlijk niet dat ik een vedette ben…” Een watte?

     

    Nu Leterme door alle formatieperikelen niet echt meer kon scoren, achtte André Flahaut zijn moment weer gekomen. Zijn budgetten klopten van geen kanten en Minister van Begroting  Van den Bossche zet de immer goedlachse Flahaut onder toezicht na budgettaire ontsporingen. Flahaut wordt om zijn mening gevraagd door een nieuwsjournalist en alles wat den Billie te zeggen had, was “Wat kaan ze ier noch allemaal uitviende…?”

    Dat moet ook Fientje Moerman hebben gedacht toen ze haar het vernietigende rapport van de Vlaamse Ombudsman onder de neus schoven. De Vlaamse minister van Economie houdt de eer aan zichzelf en verdwijnt van het politieke toneel. Zo hebben we er al meer gekend…

    En dan was er ook nog dat rare verhaal van die 19-jarige Antwerpenaar die in oktober werd vrijgelaten uit een Amerikaanse gevangenis. Hij was in de maanden daarvoor naar de US getrokken om er zijn chatvriendinnetje op te zoeken. Al chattend hadden ze namelijk ontdekt dat ze beiden enorme dierenliefhebbers waren. Hij was fervent ornitoloog want stuurde haar regelmatig foto’s van zijn vogeltje, terwijl zij hem bestookte met foto’s van haar poesje. Helaas bleek het poesje maar 13 jaar te zijn en daar konden ze in de States niet echt om lachen.

    Benazir Bhutto keert na jaren balingschap terug naar Pakistan om er haar oppositiepartij voor te zitten en vooral voor te bereiden op de verkiezingen van januari 2008. Op de dag van haar aankomst in Rawalpindi pleegt men een aanslag tegen haar leven. Zij ontsnapt aan de dood, maar 140 anderen ontploffen mee met de bommenlegger. Als dat maar goed gaat, dacht ik toen…

     

    In november bevestigt de Belgische voetbalbond het vertrouwen in bondscoach René Vandereycken. Na een fantastische campagne met 18 op 42 punten en overwinningen tegen voetbalgrootheden als Kazachstan, Armenië en Azerbeidzjan, kon dat ook moeilijk anders. Iedereen content en ‘blij gelijk ne konijn in de wei…’

    Bovendien raakt in de loop van de elfde maand ook bekend dat Tom Boonen volgend jaar wel de Ronde Van Zwitserland zal rijden en niet de Ronde van Frankrijk. Het zou alles te maken hebben met zijn nieuwe grote liefde, Sophie Van Vliet. De 16-jarige schone uit Holland gaat in die periode namelijk met de mutualiteit naar Zwitserland...

    Op politiek vlak gaat alles zijn gangetje. De Ieperse Geitenboer moddert verder en lijkt nog één doel voor ogen: het record regeringsvorming breken dat vooralsnog op naam staat van de Nederlander Dries Van Agt met 207 dagen.

    Voor het overige worden we vooral ondergedompeld in een soort sorry-cultuur. Patrick Janssens bood samen met het Antwerpse Schepencollege zijn excuses aan ten opzichte van de Joodse Gemeenschap voor de collaboratie in de tweede Wereldoorlog, Bart De Wever had daar dan weer kritiek op, kreeg de volle laag en bood vervolgens zelf zijn verontschuldigingen aan en tenslotte trok ook Johan Vermeersch, voorzitter van voetbalclub FC Brussels, het boetekleed aan vanwege het uitschelden van zijn zwarte speler Matumona voor onderontwikkelde aap.

    Veronique De Cock van haar kant eiste dan weer excuses en nog eens 25.000 € schadevergoeding bovenop vanwege het weekblad TV-familie voor de publicatie van drie naaktfoto’s. De redactie van het weekblad was namelijk vergeten dat juffrouw De Cock lid was van de zelfhulpgroep MTMNIDB (Mijn Tetten Mogen Niet In De Boekskes).

    Toch nog één straaltje zon aan de donkere novemberlucht: de Britse punkband Sex Pistols besluiten nog één tournee te doen. God Shave the Queen…

     

    En zo zijn we alweer in de laatste maand van 2007 aanbeland. Leterme heeft er inmiddels het bijltje bij neergelegd en is schijnbaar ondergedoken tussen de Ieperse geiten, alwaar hij tot 23 maart zal verblijven. Daarentegen staat Verhofstadt III op de rails. Veertien dagen had Piet Konijn nodig. Véértien luttele dagen om een noodregering op poten te zetten. Zonder informateurs, zonder formateurs, zonder verkenners… zonder geiten. End of Story!!


    In Moerbeke Waas gaat een stuk van mijn jeugd verloren. Achttien jaar heb ik onder en in de stank van de Suikerfabriek gewoond. Smog? In die tijd? Nog nooit van gehoord! Maar na 170 jaar suikermakerij besluit men er nu mee op te houden, daar in Moerbeke Waas. Driekwart van de 100 personeelsleden ken ik persoonlijk. Ze zijn allemaal hun job kwijt… Een drama. End Of Story!!


    Erger dan een drama, meer een tragedie is de aangekondigde dood van Pakistaans oppositieleidster Benazir Bhutto. Wat in oktober nog de mist in ging, lukte op 27 december: de voorvechtster van de Pakistaanse democratie wordt koudweg afgeknald in Rawalpindi. End Of Stoy!!


    Ike Turner sterft op 76-jarige leeftijd een eenzame dood, na een leven vol glammer en glitter, vol drank en drugs, vol goeie en slechte muziek. “Tina weet bijna altijd waarom ik haar een rammeling heb gegeven”, zei hij ooit, “en als ze het een keer niet weet, dan weet ik het wel”. Ike Turner, dood op 7 december. End Of Story!!


    En tot slot, in de nieuwe regering Verhofstadt III is CD&V-er Pieter De Crem de kersverse Minister van Defensie. Hij deed amper zijn eerste paar voorstellen om defensie een beetje te vermoderniseren en op de achtergrond stond er eentje luidkeels te roepen: “De Crem kent er geen kloten van… Hahaha…Sukkel… Loser… Rostekop!!!” Drie maal raden wie dat was … Yep, André Flahaut, de Billie Turf van de Belgische politiek.

     

    2007, End of Story !!!

     

    Luctor

    25-12-2010 om 14:16 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    20-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winter, niets dan ellende
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat in 1963 met een witte kerst begon, groeide al snel uit tot één van de meest barre winters van de voorbije eeuw. De Noordzee bevroor, in velden en polders ontstonden bizarre, metershoge sneeuwduinen en uiteindelijk kreunde ons land tot diep in februari onder een dik sneeuwtapijt. Naar het schijnt was alleen de winter in 1942 nog strenger.

     

    Vandaag ligt er opnieuw sneeuw in december. Erger nog, er ligt een pàk sneeuw in december en we zijn minder dan een week verwijderd van kerstdag. Als ik de weerman mag geloven dan is het niet denkbeeldig dat ook 2010 in ’t wit zal sterven. Hij voorspelde zelfs dat de komende kerst zo mogelijk nog witter en romantischer kan worden dan die van zevenenveertig jaar geleden.

     

    Helaas vergat de brave weermens erbij te vertellen dat de winter van ’63 meer dan vijfhonderd slachtoffers eiste en dat het verkeer in die tijd nog geen schijntje was van het aantal auto’s, dat zich vandaag de dag op de glijbanen van en naar het werk moet begeven.  Het kan aan mij liggen, maar de romantiek van doodgevroren mensen en kilometerslange ijsfiles ontgaat mij totaal. Het is trouwens niet omdat de man op fietsafstand van zijn weerstudio woont, dat voor de rest van de werkende bevolking datzelfde plezier is weggelegd. Dat hij dus gewoon doet waar hij voor betaald wordt en voor de rest zijn muil houdt over wat de bevolking al dan niet zou kunnen hopen ten aanzien van een witte kerst. Eerlijk gezegd, waarde lezer, mijn enige hoop is dat zijn kloten morgen aan zijn fietsbuis vastvriezen als hij door de sneeuw naar zijn werk ploetert. Kan de weervrouw ze met haar adem komen losweken. Meteen romantiek in overschot. En dooi!

     

    Hoewel het dus af en toe aan barre kou niet ontbrak, zijn er in de afgelopen honderd jaar meer warme dan koude winters geweest. Meteorologische tabellen wijzen uit dat witte kerstdagen hoogst uitzonderlijk zijn en dat winters met een gemiddelde temperatuur van vijf graden of hoger vaker en vaker voorkomen. Niet dit jaar waarschijnlijk, want wie zaterdagochtend zijn gordijnen opentrok, dacht hoogstwaarschijnlijk in een poollandschap te zijn wakker geworden. Als kind zie je dan vooral het uitnodigende sprookjestapijt van ongerepte sneeuw en kan je niet snel genoeg buiten zijn om te sleeën en iglo’s te bouwen. Als volwassene weet je dan dat je eerst naar een overdrukke winkel zal moeten om zout en een sneeuwschop te kopen en dat je vervolgens uren werk zal hebben om je oprit en je voetpad sneeuwvrij te maken.

     

    Afijn, de winter, het is een kwestie van perceptie. Ik geef toe, als je lekker binnen zit of goed ingeduffeld aan een gezonde wandeling bezig bent, dan kunnen de prachtige witte landschappen best wel feeëriek aandoen. Maar neem het van mij aan, waarde lezer, als je -in een winterpak gehesen- dertig meter oprit van vijfentwintig centimeter sneeuw moet ontdoen, dan voel je vooral de zweetdruppels van je rug in je reet schuiven en dan heb je totaal geen boodschap aan twee dansende pimpelmezen op een vetbol of een kauwtje dat door de sneeuw huppelt op zoek naar wat broodkruimels. Het enige wat dan door je hoofd flitst, is dat die rotsneeuw zo snel mogelijk aan de kant moet zodat je tenminste niet voortdurend riskeert je poten te breken van zodra je ook maar één stap naar buiten zet. Romantische witte kerst, my ass.

     

    Erger wordt het nog als je de zondagochtend opnieuw je gordijnen opentrekt en meteen moet vaststellen dat de vier uur die je zaterdag hebt staan sneeuwruimen simpelweg teniet zijn gedaan door een nieuwe vijftien centimeterdikke laag witte smeerlapperij. Vloeken hielp niet. Zelfs niet tegen de pijn die ik nog onderaan mijn rug voelde van de dag voordien. Terwijl iedereen dus nog sliep, ben ik in alle vroegte weer de koude buitenlucht ingedoken, op zoek naar nog een paar uur ‘sneeuwpret’. Koud. Kouder dan zaterdag. Een neus die voortdurend druppels verliest. Zweetbanen op je rug en een lul die oefent voor de grote verdwijntruc. Blij dat je nu niet moet pissen, want een mooie straal vormen zou heel moeilijk zijn. Je sproeit gegarandeerd heel je winterpak vol. Ja, alweer dat belachelijke winterpak aan. Idiote berenmuts op je hoofd en met een vuurrode kop van de inspanning, sneeuw scheppen alsof je leven ervan afhangt. De berijpte boomtakken verliezen af en toe kleine sneeuwvrachtjes. Altijd recht in je dampende nek. Alsof de duvel ermee speelt. De pimpelmezen zijn ook weer van de partij. Ik heb het gevoel dat ze mij zitten uit te lachen. Vanop hun vetbol, waar ze weer gretig stukken uitpikken. Ik heb die vetbol er notabene zelf gehangen. Maar had ik die arrogante pimpelmezen dan al gekend, dan had ik de bol toch godverdomme wel ingewreven met secondenlijm…

     

    Na de middag en als onze oprit er weer ijsvrij bijligt, nodigt mijn eega mij uit voor een wandeling over de lokale kerstmarkt. Nu heb ik normaal gezien sowieso al een bloedhekel aan alle Scheiße-vormen van Gemütlichkeit die uit Duitsland komen overgewaaid, maar kerstmarkten scoren daarbij zondermeer het hoogst. Ik heb eerlijk gezegd nooit gesnapt wat jeneverkoten, braadworsten, glühwein en warme chocomelk met de Kerstman te maken hebben, behalve dat na een paar uur kerstmarkt driekwart van de bezoekers zo bezopen is dat ze, getooid met allerhande kerstmutsen, voortdurend en om het luidst ho-ho-ho lopen te roepen. Het lijkt wel of iemand ergens met de regelmaat van een klok een vers blik undercover-Kerstmannen opentrekt en ze lallend en waggelend tussen de menigte uitgiet.

     

    Neen, kerstmarkten zijn totaal niets voor mij dus, maar aangezien het de eerste Kerst in drie jaar is dat mijn teerbeminde weer kan stappen, wil ik haar dat plezier van harte gunnen en begeef ik mij tussen de Sentse kerstbomen, de lokale Kerstmannen en tientallen kramen met prullaria en versnaperingen. Het dient gezegd dat dit kleine dorpsmarktje in niets te vergelijken is met de klassieke kitscherige kerstmarkten, zoals we ze allemaal kennen. In Sint Laureins lopen geen angstaanjagend verklede trollen, zoals in Duitsland zo vaak het geval is en waar kleine kinderen jarenlang trauma’s aan overhouden. Ook geen in Kindeke Jezus verklede politieagenten die in de kribbe op vinkenslag liggen om zakkenrollers te klissen. Integendeel, overal heerst gezelligheid van dorpsbewoners, die samen buitenkomen en een glas drinken. Se één al wat steviger dan de ander, maar zonder dat het ontaardt in een wilde braspartij van rondzwemmende oliebollen in fonteinen van glühweinkots. Het enige wat ik wel op mijn hoofd voel neerdwarrelen, is een nieuwe sneeuwbui die mijn oprit voor de derde keer dit weekend schepklaar zal leggen.

     

    En dan, net op het moment dat mijn vrouw en ik afscheid nemen van een paar vrienden en ons omdraaien om terug naar huis te gaan, slaat mijn hart weer een paar slagen over. Niet meer dan vijf meter van ons verwijderd staat de First Lady van de gemeente. Nog altijd oogverblindend knap, nog altijd single. Ze is in druk gesprek met een paar gewone burgers. Op haar ravenzwarte haren toveren tientallen  witte sneeuwvlokken een soort schaakbord. Het ziet er een beetje komisch uit, maar het prikkelt mijn fantasie. Ik droom weg in de gedachte dat zij de koningin is van het schaakspel en ik de koning. Of het paard, wat kan het mij schelen? Als het haar maar gelukkig maakt en als ze mij maar ziet staan. Mijn bloed kookt in mijn aderen als ze haar weg verder zet in onze richting. Alleen. Nog drie meter, nog twee,… één.

     

    Als in een slowmotion-opname  is ze mij voorbij gewandeld. Ze heeft mij niet eens aangekeken. Alsof ik niet besta. Alsof ik lucht ben. Even moet ik van de ontgoocheling bekomen. Even voel ik weer de aandrang voor de oprichting van een nieuwe Luctor-partij opwellen,  maar al snel moet ik denken aan een artikeltje in de krant, waarin staat dat singles weinig hoop koesteren dat ze tijdens de kerstperiode een partner zullen vinden. Volgens het onderzoek waarop de krant zich baseerde, geloofde maar acht procent van de alleenstaanden dat het mogelijk is om iemand te ontmoeten op een kerstmarkt en niet minder dan achttien procent van de singles viert Kerstmis alleen. Alleen al de gedachte dat ook onze First Lady dit koudhartig lot zou overkomen, geeft mij een onverdraaglijk gevoel en doet mij pijn.

     

    Thuisgekomen begin ik meteen mijn oprit sneeuwvrij te maken. Voor de derde keer dit weekend. Maar ik heb nieuwe moed en ik zwier de pakken sneeuw door de ijslucht als waren ze gewichtloos. Wat er ook van zijn, tot en met Kerstmis blijf ik elke nieuwe vlok plichtsbewust wegscheppen. Stel je voor dat ze op Kerstavond toch plots zou aanbellen…

     

    Single bells, Single bells…

     

    Luctor

    20-12-2010 om 20:30 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    15-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.België - Belgique: liefde met een vervaldatum
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Liefde is niet tijdsbestendig. Dat klinkt misschien dramatischer dan het in werkelijkheid is, maar ik zag het toch bij tal van bevriende koppels gebeuren. Eerst daveren de relatiemuren van gloed en verlangen, maar stilaan dooft de passie en begint het eens zo solide bouwwerk her en der barstjes en scheurtjes te vertonen. Partners die samen de grote wereld zouden veroveren, trekken zich stukje bij beetje terug in hun eigen kleine wereld en groeien langzaam uiteen. De scheuren en de barsten in hun relatie worden stilaan zo diep dat simpel bijpleisteren niet meer helpt. Óf er moet drastisch gerenoveerd worden, óf het pand stort in. Vaak gebeurt het tweede. Ook op liefde staat namelijk een vervaldatum. Veelal toch.

     

    Valère Laanders zag er oud en gebroken uit, toen ik hem deze week sprak. In zijn ogen las ik berusting. Dat had ik nooit eerder bij hem gezien. Het maakte me ongerust. Een beetje bang, zelfs.  Hij had het gevoel, vertelde hij me, dat zijn huwelijk onherroepelijk  voorbij is. Hij en Willemiènne wonen weliswaar nog onder het hetzelfde dak, maar terugkijkend op hun leven, vond hij dat er eigenlijk  nog weinig is wat hen bindt.

    Valère vertrouwde mij toe dat hij ontiegelijk veel schrik heeft voor de toekomst. Hij vraagt zich af hoe het nu verder moet, want ooit was het anders. Ooit scheen de zon veelbelovend in hun leven en hoewel ze -net als ieder ander- af en toe kleine en grote stormen moesten overwinnen, toch leek het een prachtige liefde te zullen worden. Het draaide anders uit.

     

    Willemiènne Allonie was de knappe, jongste dochter uit de Franstalige burgerijfamilie toen ze op de avond van hun eerste ontmoeting met haar ouders mee mocht naar een opvoering van ‘De Stomme Van Portici’. Het was diep in augustus -hoogzomer- en in de Brusselse Muntschouwburg was het die avond verstikkend warm. Voor Willemiènne was het allemaal best. Noch de warmte, noch de doordringende geur van in parfum gedrenkt zweet, irriteerde haar. Meer nog, ze merkte de zilte stank niet eens. Zo opgewonden was ze over het feit dat ze voor het eerst in haar leven een live-opvoering zou bijwonen van een opera. De hele rit naar Brussel was al een soort feest voor haar geweest, maar nu het doek bijna open ging, kon ze wel kirren van pure opwinding. Wie maalt dan om een beetje warmte of stank. Dit was beslist een van de meest spectaculaire dagen uit haar nog jonge, onbezorgde leven.

     

    Valère was totaal niet geïnteresseerd in opera. Buiten aan de Muntschouwburg keek hij naar de grote affiches, die de statige muren sierden. ‘La Muette de Portici’ spelde hij, maar hij begreep in de verste verte niet wat dat betekende. Trouwens, had hij het geweten, het zou hem toch totaal niet hebben geïnteresseerd. Het enige wat nu voor hem telde, was zo snel mogelijk de weg naar huis vinden. Vanop het Muntplein probeerde hij zich te oriënteren op kerktorens en andere hoge gebouwen om in elk geval een idee te krijgen in welke richting hij moest wandelen. In zijn eigen landelijke streek was hij nog nooit de weg kwijt gespeeld. Hij kende elke boom, elke gracht, elke struik. Maar hier, in deze immense stad waar hij voor het eerst was, kreeg hij echt het gevoel verdwaald te zijn. Het gaf hem een onzeker gevoel, maar panikeren deed hij niet.

     

    Willemiènne panikeerde evenmin. Zelfs niet toen ze tijdens de opvoering van de opera het  geroezemoes en gemor in de zaal voelde aanzwellen. Ze vond het vreemd, maar dacht dat het zo hoorde bij een opera-opvoering. Aan haar vader merkte ze wel dat hij af en toe lichtjes argwanend rondom zich heen keek, maar voor de rest onverstoorbaar het stuk probeerde te volgen. Een sopraan en een tenor zetten net een cruciale aria in.

    « Amour sacré de la patrie

    Rends-nous l’audace et la fierté

    A mon pays je dois la vie

    Il me devra sa liberté »

    Willemiènne nestelde zich nog eens goed in de dikke pluche van haar zetel en genoot met volle teugen van haar eerste opera. ‘Dit wil ik nog duizend keer doen’, dacht ze. Precies op dat moment gilde iemand achteraan in de zaal keihard ‘Liberté’ en ‘Indépendence’. Willemiènne verstijfde van kop tot teen en voor ze het zich goed en wel realiseerde was de hele zaal in een kolkende, roepende mensenzee veranderd.

     

    Zowat het voltallige Franstalige publiek begon leuzen te scanderen voor vrijheid en onafhankelijkheid en de acteurs op het podium stoven als opgeschrikte kippen in de coulissen. In de zaal werd getierd, geduwd en getrokken en alles wat Willemiènne kon doen was zich laten meedrijven in deze drummende massa. Angstig zocht ze naar haar ouders, maar die waren nergens te bespeuren. Ook toen ze eenmaal buiten stond en ze voor haar ogen een soort guerrillaoorlog zag ontstaan, was van haar beide ouders geen spoor meer.

     

    Valère keek verschrikt achterom toen achter hem de deuren van de Muntschouwburg open werden gegooid en een woeste mensenmenigte naar buiten kolkte. Ze schreeuwden allerlei leuzen en slogans, die hij herkende als Frans, maar waar hij als Vlaming geen woord van begreep. Overal werden vuurtjes gestookt en raakten mensen roepend en vloekend slaags met het in der ijl opgetrommelde regeringsleger.

     

    Valère voelde dat hij zich maar beter zo snel mogelijk uit te voeten kon maken. Trekkend en sleurend baande hij zich een weg door de mensenmenigte, die minuut na minuut nog leek aan te groeien. Af en toe voelde hij rake klappen in zijn nek en op zijn rug, maar hij slaagde er toch in om zonder al te veel kleerscheuren uit de haatspuwende krater van de plotse opstand te raken. In de luwte, aan de zijkant van het plein, merkte hij een kleine, middeleeuws uitziende straat die op het eerste gezicht van het tumult gespaard leek te blijven. Met grote stappen dook hij de donkere straat in. Tussen tientallen wegvluchtende mensen, zag hij er een jong meisje zachtjes staan wenen.

     

    Ik bespaar u de saaie en vruchteloze zoektocht naar hun beider roots in de Zuidelijke Nederlanden, waarde lezer, maar weet dat Willemiènne Allonie haar ouders niet meer terugvond en dat Valère besloot om hebben en houden achter te laten en zich over de knappe Franstalige te ontfermen. Hun lot was daardoor onmiddellijk bezegeld en niet eens twee maanden later trouwden ze. Omdat ze allebei nog zo jong waren, werd ene Leopold van Saksen-Coburg-Gotha aangeduid als hoeder van hun huwelijk. We zeggen en schrijven, 4 oktober 1830.

     

    Vandaag kijken Valère en Willemiènne elkaar nog amper aan. De weinige keren dat hun blikken toch nog kruisen, lees je de verwondering in hun ogen. Is dàt degene waarmee ik ooit passioneel de liefde bedreef? Buitenstaanders hebben lang niets geweten over de verkoelde relatie. Naar buiten uit proberen ze immers de innerlijke schimmels van de huwelijksverrotting te verbergen. Maar wie aandachtig toekijkt, merkt al snel dat ze mekaars aanwezigheid nog amper verdragen. Valère is niet de Vlaamse held gebleken, die Willemiènne dacht gevonden te hebben en waarvan ze vurig had gehoopt dat hij haar alle dagen naar de opera zou meenemen. Omgekeerd geeft Willemiènne haar man het gevoel dat ze totaal niets bijdraagt in het gezin en alleen maar de zuurstof uit zijn longen wegzuigt en hem koolstofdioxide in de plaats geeft. In gedachten noemt hij haar een luie Waalse profiteuse.

     

    De slechte verstandhouding leeft al jaren. Valère en Willemiènne beseffen dat ze mekaar nodig hebben en dat ze zonder elkaar geen schijn van kans hebben, maar van enige moeite om het geluk te herstellen, is geen sprake. Integendeel,  samenwonen blijkt hoe langer hoe moeilijker. De liefde heeft haar vervaldatum al lang overschreden. Ook de twee zonen die het huwelijk voortbracht, merkten al vroeg de barsten in de relatie. Maar zij deden geen enkele inspanning om hun ouders weer on speaking terms te brengen. Waarom zouden ze? Ze zijn al zolang de deur uit en hebben inmiddels hun eigen leven. Het enige waar ze écht mee bezig zijn, is de familiespaarpot bemachtigen en er een zo groot mogelijk deel van binnenrijven. Bart, de jongste van de twee woont ergens in Vlaanderen en baat er een frituur uit. Hij heeft nog maar zelden contact met zijn oudere broer Elio, die ergens in Wallonië woont en zijn kost verdient  als ober in een homobar.

     

    Heel uitzonderlijk komen de broers nog eens samen naar het ouderlijk huis, maar meestal draait het dan op ruzie uit. Ze hebben ook zo weinig gemeen. Bart heeft onmiskenbaar het brute karakter van zijn vader, terwijl Elio meer geboetseerd is met de geraffineerdheid van zijn moeder. Iedereen die het gezin een beetje kent, weet dat nog maar een kwestie van tijd is tot de hele familie definitief uiteen zal brokkelen. De broers zijn zelfs gaandeweg zo erg uit elkaar gegroeid dat ze zlelfs het gemeenschappelijk geluk van hun ouders hen niet meer interesseert. Naar de buitenwereld toe proberen ze weliswaar nog altijd de indruk te geven dat ze er alles aan doen om moeder en vader samen te houden, maar in essentie zitten ze gewoon te wachten tot de twee oudjes dood gaan om de wegen definitief te laten scheiden.

     

    Valère en Willemiènne beseffen dat ook. Het heeft alle energie uit hun oude lijven gezogen. Ze hebben geen zin meer om te vechten voor een verder leven samen. Ze zijn moe. Het jarenlang kunstmatig samenhouden van hun twee totaal verschillende karakters heeft zijn tol geëist. Het geruzie van de twee zonen over hoe de centen moeten verdeeld worden, vreet aan hun gezondheid zoals de hardnekkige schimmel dat doet aan de muren van hun huis. Iedereen beseft dat er iets spectaculairs zal moeten gevonden worden om ze nog te genezen. Zeker nu de jongste van de twee zonen de omerta heeft verbroken en bij de buren is gaan uitbazuinen dat Valère en Willemiènne ‘het ziekste gezin van het dorp’ zijn.

     

    Eén ding is zeker, als er niet snel iets gebeurt, stort het huis van Valère en Willemiène simpelweg in. En echt veraf is die dag niet meer. De gevolgen zouden wel eens desastreus kunnen zijn. Als ze de klap overleven, dan zal er minimaal van een gelukkige ouwe dag samen totaal geen sprake meer zijn. En dan? Wat moeten ze dan? Bij de buren intrekken en zich schikken naar de wetten van dat gezin? Of alleen gaan wonen en in hun eentje moeten vechten tegen al de rest? Met de helft van de middelen? Ik mag er niet aan denken. Aan geen van de twee opties.

     

    Neen, echt waar, het enige waar Valère en Willemiènne vandaag nog op mogen hopen, is dat hun twee zonen snel hun verstand terugvinden en hun plat opportunisme laten varen. Het moet snel gebeuren, maar het kan nog. Het is nog niet te laat. Zoniet, dan dreigt de catastrofe. De ouderlijke woning zal dan onwaarschijnlijk snel verder aangevreten worden door de nu al woekerende schimmel en binnen de kortste keren ligt het huis als puin tegen de vlakte. Het enige wat dan mogelijks nog aan de eens zo trotse bewoners zal herinneren, zal een verroeste brievenbus zijn:     V.Laanders – W.Allonie.

     

    Bart en Elio, schiet je ouders te hulp. NU!

     

    Luctor

    15-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    09-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pet van mijn opa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een onderzoek onder drieduizend vrouwen in één van de grootste supermarktketens van Engeland, heeft uitgewezen dat slechts één op de tien vrouwen echt helemaal toppie-tevreden is met het kerstcadeau dat ze van manlief kreeg. Eén op de tien… Dat betekent nog altijd dat negentig procent van onze dames een cadeautje krijgt, waarvan ze zich op zijn minst afvragen: ‘waar heeft dat kieken zijn geld nu weer aan uitgegeven?’

     

    Nuja, het zou natuurlijk ook kunnen liggen aan de quasi onbereikbare tevredenheidsdrempel van onze dames, maar laat ons eerlijk zijn, kerstshoppen is en blijft een bijzonder moeilijke klus voor de meeste mannen. En wat dat betreft, ben ik geen fluit beter dan de rest van het mannelijk gedeelte van de bevolking. Je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het al onder de kerstboom gelegd voor mijn teerbeminde. Het rare is dat ze bij het wegscheuren van het cadeaupapier altijd razend enthousiast is, dat ze er vervolgens een paar weken niet naar omkijkt en dat ik uiteindelijk -een eind verderop in het jaar- via duizend omwegen moet vernemen dat ik er weer eens grandioos naast heb gezeten.

     

    Altijd is er wel iets. Ik kocht ooit een jurkje wat een paar maten te klein bleek. Of ik een signaal wou geven dat ze dringend moest vermageren? Met mijn ijsmachine had ik al evenmin succes, want dat vond ze geen cadeau voor haar, maar voor mijzelf en de kids. De oorbellen vond ze destijds véél te duur en toen ik een jaar later voorstelde om te wachten tot de winterkoopjes in januari om haar een cadeau te kopen, vond ze dat ik te krenterig was om dood te slaan. Het is ook nooit goed.

     

    Kan je je voorstellen hoe gelukkig ik mij voelde toen plots in tal van winkels de Vivabox opdook? Gedaan met de halve stad af te slenteren op zoek naar iets wat je toch niet vindt. Gedaan met eindeloos tijdverlies en onstuitbaar gestress. Eindelijk een hele wereld te koop, samengebald in vijftig dozen en netjes uitgestald in een tweetal rekken. Kerstshoppen bleek niet langer een deprimerende sequel op de succesprent ‘Der Untergang’, maar het kreeg plots de sprankelende allure van een musical à la ‘Alice in Wonderland’.

    En wat zouden we dit jaar eens cadeau geven? Een kunstweekendje Brussel met logies in het Art Hotel Bloom en een geleid bezoekje aan een exclusieve Margritte-tentoonstelling? Of toch liever twee dagen Kasteelvrouwe met alles erop en eraan in Le Chateau Cardinal in Durbuy? Misschien lijkt een weekendje ‘Trendy Italia’ haar wel iets? De ene dag welnessen onder begeleiding van een viertal zuiderse binken en de volgende dag een compleet verzorgde dagtrip op een echte oldtimer Vespa?

     

    Afijn, om maar te zeggen dat kerstshoppen de laatste jaren geen klus meer was, waar ik torenhoog tegenop keek. Het blijft winkelen natuurlijk, maar God, wat is nu een halfuurtje kiezen tussen een vijftigtal doosjes in een overzichtelijk rek? Piece of cake!

     

    Groot was dus mijn verwondering en vooral ook mijn ontgoocheling toen mijn teerbeminde mij vorig weekend op een uiterst voorzichtige en vriendelijke manier probeerde diets te maken dat ze het wel gehad had met de Vivabox’en. Een halve dag zeuren en via tal van omwegen kwam ik er achter dat ze wist wat er allemaal te verkrijgen was in de Viva-reeks en dat ze daardoor bijna altijd kon voorspellen met welke box ik naar huis zou komen. Ze had toch liever een verrassing, zei ze. Tja… Eens haar punt gemaakt, moest er niet teveel discussie meer aan gewijd worden. Ze wil iets originelers en daar moest ik maar een beetje moeite voor doen. Point à la ligne!

     

    Ik moet toegeven, waarde lezer, dat mijn eerste gevoelens, gevoelens van ergernis en wraak waren. Tientallen cadeaus flitsten door mijn hoofd. Van een klopboormachine tot en met een nieuwe grasmaaier en alles wat daartussen zit. Zelfs een set van tien paar kaki legersokken, voor de prijs drie euro per pak in de Stock Americain, kwam even in mij op. Al die zever over die fucking kerstcadeaus! Origineel… Moeite doen… Godverdomme! Ik zou ze leren! Van één ding was ik zeker: volgend jaar zou ze op haar blote knieën smeken om een Vivabox. Goe geweten!

     

    Maar zoals gewoonlijk was mijn muil weer groter dan mijn kloten en dus heb ik deze namiddag mijn laatste halve dag verlof gespendeerd aan het zoeken naar een geschikt kerstcadeau. Akkoord, ik had nog ruim twee weken tijd voor het kerstdag wordt, maar uit ervaring weet ik dat het in de weekends voor de feestdagen zo mogelijk nog hectischer is dan anders en dus koos ik voor de toch relatieve rust van een donderdagnamiddag. Hoe minder kooplustigen rondom mij, hoe beter voor mijn stressfactor.

     

    Om dezelfde reden had ik al op voorhand uitgemaakt voor welk cadeau ik zou gaan. In de weekendkrant van afgelopen zaterdag had ik een artikel gevonden over de betekenis van cadeautjes en hoe vrouwen dit soort onzin interpreteren. Maar goed, alle kleine beetjes helpen en dus waren sloefen -hij wil zijn vrouw liefst aan de haard- en huishoudtoestellen -hij ziet haar als zijn werkster- per definitie uitgesloten. Juwelen en andere bling-bling waren dan weer te duur, had ik vroeger al ondervonden, en de psycholoog in het krantenknipsel vond parfum toch ook maar linke soep. Prima als je meteen op haar geurtje zit, schreef de man, maar o wee als dat niet het geval is. In het beste geval denkt ze dat je wil dat ze ruikt als je moeder, maar in het slechtste geval verdenkt ze je ervan een minnares te hebben die zich bestuift met hetzelfde merk. Niet dus!

    In electronische gadgets is mijn teerbeminde totaal niet geïnteresseerd en schoenen heeft ze al meer dan om het even welke winkel. Rescue 911: lingerie!

     

    Ik weet dat ik ook met deze keuze een zeker gevaar loop, omdat ze zou kunnen denken dat ik een cadeau voor mezelf heb gekocht, maar aangezien ze zelf ook graag mooi en frivool onderkleed is, is het risico eerder beperkt. Wat moet ik anders, trouwens? Bovendien bewijs ik haar ook een dienst op langere termijn. Ik huppel namelijk niet zomaar een filiaal van de Zeeman of  de Hunkemöller binnen. Neen, vooruitdenkend en liefhebbend als ik ben, ga ik naar een peperdure speciaalzaak. Mijn eega beschikt namelijk over een tamelijk riante voortuin en door mijn centen aan kwaliteit uit te geven zal ze niet alleen mooi zijn, maar bovendien voorkom ik dat haar tweeling over enkele jaren in de buurt van haar knieën kampeert.

     

    Ik weet dat het belachelijk klinkt, maar ik ben graag goed voorbereid en dus had ik ‘lingerie’ ook nog even gegoogeld in combinatie met de titels van enkele typische damesbladen. Kwestie dat ik toch iets meer over het thema zou afweten dan dat het mooi en sexy kan zijn en vooral bijzonder prettig is om na verloop van amusement los te prutsen. Zo leerde ik dat de juiste lingerie een weerspiegeling is van de identiteit van de draagster. Beha’s moeten in de eerste plaats functioneel zijn en tezelfdertijd moeten ze het vrouw-zijn accentueren. Je hebt ze in luxe-versies, frivool, kant, broderie enz… Slipjes zijn er ook in alle maten en vormen en ik leerde dat je er zelfs kan kopen zonder kruisje… Nuja, ik wist wel zeker dat ik met zo’n snelzeiker niet hoefde thuis te komen, dus daar hoefde ik al niet naar te zoeken.

     

    Ik voel mij tot de tanden gewapend als ik de lingeriezaak binnenstap. Eerst moest je door een soort hall met twee immense zuilen en een aantal posters van schaars geklede dames, maar eens daardoor kom je pas echt in het winkelgedeelte. Posters en poppen showen er de laatste modetrends, terwijl je je echt een weg moet banen tussen misschien wel duizend  kapstokjes met strings, slipjes, bh’s en badmode. Het Walhalla van tieten- en kontbedekking. Jezus Miena! Het zweet breekt mij langs alle kanten uit, want al na dertig seconden voel ik dat  mijn pas opgedane voorkennis absoluut niet toereikend zal zijn om hier mijn weg in te vinden. Laat staan dat ik iets moet zoeken dat de identiteit van mijn vrouw moet accentueren…

     

    Gelukkig staan er meer winkelende dames in de zaak dan winkelmeisjes en dat geeft mij toch even de tijd om eens rustig rond te lopen en zo misschien te stuiten op iets wat ‘bruikbaar’ zou kunnen zijn. De gesprekken van de dames gaan over draagcomfort, over het pushen van je kont, over de zachtheid van zijde en over een bepaald type string die zo hard snijdt dat je gewaxte venusheuveltje er ’s avonds uitziet als een kaalgeplukte kipfilet. Hahahahha! Hilariteit alom.

     

    Langs alle kanten hoor ik het in Keulen donderen. Maar als ik met mijn spiedend gehoor nog steeds op scherp, plotseling ook nog verneem dat je in spannende broeken moet zien te vermijden dat je ‘cameltoe’ zichtbaar wordt, dan weet ik dat ik een verkeerde keuze maakte door hier überhaupt binnen te stappen. Ik besluit nog even in rekken met herenondergoed te kijken om dan onopvallend, maar toch zo snel mogelijk te verdwijnen. Maar ook hier loop ik van de ene verbazing in de andere. Er blijkt namelijk een modelijn te zijn die onderbroeken op de markt brengt, die je fluit groter laten tonen dan ze in werkelijkheid is. Hèèèlp. Erger wordt het nog als ik een affiche zie met  een knappe blondine naast een ietwat onverzorgde kerel in een boxershort, beiden onder het opschrift: ‘Ben jij ook zijn uitlaatgassen beu?” Het blijkt over een onderbroek te gaan waarbij iedere vezel is behandeld met een nanotechnologie die geuren tegenhoudt.

    De dames achter mij schateren het weer uit en ik vraag mij zelfs niet eens meer af of het weer over hun kamelenteen dan wel over hun kipfilet gaat. Misschien lachen ze wel met mij? My goodness, dit is gewoon een horrorkamer. Weg! Weg! Weg!

     

    Mijn rush naar de deur wordt gestopt door een vriendelijk gezichtje, dat vraagt of ik ergens mee geholpen kan worden.

    “Nou ja…euh…”.

    “Is het voor uzelf of voor uw vriendin?”, vraagt ze.

    “Voor mijn vrouw”, zeg ik corrigerend.

    Om mij kraniger te tonen dan ik in werkelijkheid ben, moet mijn stem vermoedelijk behoorlijk streng geklonken hebben, want het kleine rosse kopje kleurt meteen vuurrood en excuseert zich uitgebreid.

    “Welke bh-maat heeft uw vrouw?”, vraagt ze. “Tachtig, negentig, A, B, C,…?”

    Tja, daar vraagt ze me wat… Heb ik mij zo goed voorbereid, maar dat weet ik dus niet. Ik voel het stresszweet weer langs alle kanten over mijn rug stromen.

    “Het spijt me”, zeg ik, “maar ik zou het absoluut niet weten. Al lijkt tachtig of negentig wel extreem groot, hoor. Ze heeft wel een aardig voorgeveltje, maar zó groot...? Ik denk het niet.”

    Ik leg haar uit dat mijn opa een maatje zestig had in zijn pet en dat hij toch wel een behoorlijk groot hoofd had. Om niet te zeggen een boerenknikker van jewelste en zeker een veelvoud aan  keren groter dan mijn vrouw haar borsten.

     

    Het rostekopje slikt een paar keer, ze wordt zo mogelijk nog roder dan haar eerste kleuropstoot, maar ze blijft professioneel beleefd en legt mij uit dat tachtig of negentig de omvang is en niet de cupmaat. In één adem door vraagt ze ook naar welk modelletje ik op zoek ben. Naadloos, push-up, strapless, balconette, plunge, bustier of minimizer? En of ik eerder zou kiezen voor een G-string, een C-string, een shortje, een tanga of een hipster. Zelden zo met mijn muil vol tanden gestaan en nog nooit, never, jamais zo blij geweest dat ik tien minuten later weer op straat stond. Met mijn pakje!

     

    Jaja, het was weer leerzaam shoppen deze namiddag en ik hoop meer dan ooit dat mijn teerbeminde tevreden zal zijn met haar cadeauje onder de kerstboom. Klein, fijn en bovendien stikduur,... zo’n waardebon uit een lingeriezaak.

     

    Maar het is toch eens wat anders dan een Viva-box, niet…?

     

    Luctor

    09-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    06-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is Kerst?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik weet het, het is bijna volle drie weken te vroeg, maar het is ook niet mijn schuld dat er vanmorgen al een kerstkaart in mijn brievenbus zat...

     

    Ieder jaar begint die miserie weer van vooraf aan. Kerstkaartjes. Godverdomme. Om hopeloos van te worden. Het kost handenvol geld om ze te kopen en te verzenden, de postboden die ze moeten bezorgen lopen er wekenlang krom van en zowat elke brievenbus staat in december constant op ontploffen. Erger nog, de beleefdheid verwacht dat je een kaartje terugstuurt, waardoor het hele proces zich nog eens herhaalt in omgekeerde richting. Na Nieuwjaar valt het gelukkig weer stil en mag de kaartenstress weer voor een jaartje worden opgeborgen. Niemand vergeten? Was ons kaartje niet uit een veel lagere prijsklasse dan dat van hun? Neen? Prima! Dan mag iedereen vanaf nu weer gewoon gehaat en genegeerd worden. Oef!

     

    Je zal het al begrepen hebben, waarde lezer, ik ben niet zo’n fan van dat opgeklopte kerstsfeertje. Huiselijkheid, gezelligheid en gezinswarmte is wat mij betreft iets wat er elke dag van het jaar hoort te zijn. Daar heb ik absoluut geen kerstboom naast een knisperende open haard voor nodig. En dat kunstmatige gevoel voor liefde, vrede en verdraagzaamheid is wat mij betreft net zo nep als de tieten van Pamela Anderson. De geboorte van Jezus Christus vult ons met naastenliefde… Mijn kloten, Gérard. Commercie, dàt is het toverwoord. Sinterklaas is weg en hùpla, we duiken meteen de kerstperiode in!

     

    Ik overdrijf? Kijk eens om je heen. De Heilige kindervriend annex racist met zwarte slaafjes is nog niet goed en wel de hoek om en alle winkeliers zijn al driftig in de weer met de ombouw van hun etalages. Van de ene op de andere dag gaan mijters en krulstaffen naadloos over in kitscherig gefonkel van gouden kerstballen en zilveren sneeuwkristallen. Sinterklaaspoppen en Zwarte Pieten verdwijnen weer voor een klein jaar in hun muffe kartonnen zolderdozen en binnen de vierentwintig uur worden ze vervangen door zenuwachtig flikkerende lampjes rondom een dik, vet ventje, in een belachelijk kostuum dat ergens het midden houdt tussen een versleten pyjama en een oubollig trainingspak uit het voormalige Oostblok. Het is onwaarschijnlijk hoe alleen door de commerciële inbreng van die goedlachse en alcoholzuipende Laplander de overschot aan sinterklaasprullen overnight kunnen omgetoverd worden tot gewilde pakjes voor onder de kerstboom.

     

    Nog iets waar ik de onstuitbare hogedrukdiaree van krijg, is al die smakeloze straatverlichting. Geen straat kan je in of uit zonder dat je onder verlichte sterren, arresleden en vliegende rendieren moet wandelen. Pleintjes worden versierd als waren het de meest idyllische oorden op de planeet en elke boom in dorp of stad is plots minderwaardig als er geen slinger met kapotte lampen in hangt. En dan heb ik het nog niet eens over de kerststallen die overal te lande uit de grond rijzen en de walgelijke kerstmuzak, die je letterlijk om de oren wordt gegooid. Als de barre noordoostenwind je niet de winkels injaagt, dan toch zeker Mariah Carey, Bing Crosby of Wham!.

     

    Je kan het zo gek niet bedenken of het maakt dezer dagen deel uit van de perfect geoliede machine van de kerstcommercie. En geld dat dat kost... Los van het feit dat wij belastinggewijs allemaal samen alle straatverlichting betalen en dat de versieringen in de winkels toch ook indirect uit onze portemonnee komen, kost ook het kerstfeest bij je thuis immers wel de nodige duiten.

    Een kerstboom kost al snel dertig tot veertig euro. Goedkoper kan ook, maar dan vliegen de naalden om je oren, bij de eerste de beste scheet die in de buurt van de boom wordt gelaten. Laten we er voor het gemak van uitgaan dat de ballen dit jaar niet massaal kapot vallen en -spectaculairder nog- dat de lichtjes, die je vorig jaar gekocht hebt nog branden. Gelukkig maar, want een gemiddelde kerstboomversiering kost algauw tussen de veertig en de zeventig euro.

    Van acht uur ’s avonds tot rond middernacht zitten we aan tafel. Logisch, wat moeten we anders doen? Behalve een paar in meligheid zwelgende programma’s is er toch geen kloten op tv en voor de pakjes moeten we nog wachten tot middernacht. Uit pure verveling vreten we ons dus een indigestie, waar we nog wekenlang kunnen van naboeren. Wat wordt het dit jaar? Gaan we fonduen of gourmetten of wordt het toch een traditionele kalkoen met kroketjes? Eindigen we gewoontegetrouw weer met een ijstaart of halen we voor het gemak een kerststronk bij de bakker? Afijn, het mag duidelijk zijn dat iedereen zijn kerstfeest indeelt volgens zijn eigen normen en voorkeuren, maar dat je geen kerstmaaltijd hebt voor de prijs van je doordeweekse prak, daar zal wellicht niemand aan twijfelen.

     

    En wat dan gezegd van al de cadeaus? Is de crisis plots verdwenen? Als dat niet het geval is, dan doen we in elk geval alsof ze niet bestaat. Een staafmixer voor de bomma, een nieuwe Senseo voor de mama, een Wii voor de kids, een cd-bon en een boekenbon voor de papa, een paar geitenwollen sokken en een warme sjaal voor opa…. Het wordt ieder jaar erger en daaraan merk je dat niet alleen ik, maar ook de rest van de wereld geen voeling meer heeft met de oorspronkelijke waarden van Kerstdag. We moeten eerlijk zijn. Anno vandaag is Kerst niets anders dan je volvreten en pakjes openmaken. Hooguit misschien nog naar de middernachtmis om je eigen zieltje te wassen, tussen alle andere gelovigen die ook  niet kunnen slapen omdat de kalkoen met veenbessen nog tot vlak onder hun strot zit.

     

    Maar Luctor zou Luctor niet zijn als hij niet de nodige moeite zou doen om iedereen terug op het juiste spoor te krijgen. Vandaar dat ik het goede voorbeeld zal geven door een aantal gratis, maar daarom niet minder innige wensen uit te spreken voor mensen die zich in het afgelopen jaar geheel belangeloos hebben aangeboden om te figureren in mijn columns.

     

    Ik  stel voor dat Bart De Wever en Elio Di Rupo eens samen op stap gaan. Gewoon als gabbers onder mekaar. Eerst een frietje steken in de favoriete frituur van den Bart en daarna samen naar de favoriete homobar van den Elio. Ik hoop dat ze zich rot amuseren en dat ze ’s nachts, met een fenomenaal stuk in hun kloten, samen naar huis waggelen. Arm in arm. En dan wens ik ze één inzicht toe: dat ze niet met de toekomst van dit land spelen vanuit opportunistisch eigenbelang!

     

    Kardinaal Godfried Danneels wens ik een nieuw geheugen toe. Echt waar! Ik heb daar medelijden mee. Die mens heeft jarenlang zijn nikkel afgedraaid voor de Kerk en haar Gemeenschap, maar net nu hij van zijn pensioen kon beginnen genieten, is hij zijn geheugen kwijt.  Met zijn nieuw geheugen zal de kardinaal zijn plaatsje in de hemel terug veilig kunnen stellen, want de mens is gewoon vergeten dat ‘vlucht het stelen en bedriegen; ook de achterklap en ’t liegen’ deel uitmaken van de tien geboden.

     

    Danneels’ goede vriend, bisschop Roger Vangheluwe, wens ik voor de rest van zijn dagen een donkere kerker toe en ongelooflijk veel jeuk aan zijn kloten en zijn fluit in combinatie met twee armpjes, die net tekort zijn om eraan te krabben. Want terwijl dat crapuleus stuk kinderverkrachter gezonde kinderen misbruikt, zijn er ook gewoon kinderen die ziek zijn. Héél ziek zijn. En laat dat nu net de reden zijn, waarom ik deze kerstcolumn zo vroeg schrijf…

     

    Ik ken namelijk zo’n ziek kind. Ayco heet ze. Een blonde wolk, die in mijn armen lag te kirren van pret toen ze amper een paar maanden oud was. Ayco is kort daarna ziek geworden. Zo ziek dat haar tijd hier bij ons bijzonder beperkt is.

     

    Had ik haar -al was het maar één keer- mijn naam horen noemen, dàt had mij gelukkig kunnen maken. Maar de natuur is wreed en besliste anders. Toch wil ik hier niet al te melodramatisch over doen. Dat doen Petra en Peter, Ayco’s mama en papa, ook niet. Zij hebben ervoor gekozen om in de eerste plaats al hun energie te gebruiken om de korte tijd die Ayco hier gegund is, zo fijn mogelijk te maken. Daarna komt tijd genoeg om te treuren.

     

    Onder andere daarom willen ze de komende kerst voor Ayco zo speciaal mogelijk maken. En gun mij nu alstublief de vrijheid, waarde lezer, om mijn column voor één keer te mogen misbruiken voor een ander doel dan puur literaire ontspanning. Lees dus de heel bijzondere oproep van Peter en Petra, want met een klein gebaar kunnen wij samen een superkerst maken voor Ayco.

     

    De bedoeling is als volgt: mensen vragen in deze tijd van het jaar regelmatig wat Ayco, Peter en Petra als cadeau zouden kunnen gebruiken. Wat ze écht zouden willen, is iets wat helaas niemand hen kan geven. Bij voorbaat uitgesloten, dus. Het item dat ze wél op hun verlanglijstje gezet hebben, is iets waar wij makkelijk kunnen bij helpen. In een paar eenvoudige stappen komt het hierop neer:

     

    - Denk aan alle goede dingen die je dit jaar voor een ander gedaan hebt of nog zou kunnen doen. Het kan iets kleins en onbenulligs zijn, iets heel groot, iets speciaals of iets heel gewoons. Alles kan, maar het moet iets zijn waarmee je een ander een plezier hebt gedaan en dat je wil opdragen aan Ayco. Je moet er niet eens het hele shoppingcenter voor rondslenteren én je blijft gespaard van Mariah Carey, Bing Crosby en Wham!.

     

    - Schrijf je goeie daad op een kaartje, een stuk papier of desnoods op je hemd en beschrijf het moment waarop je iemand dat plezier deed. Steek je schrijfsel in een gesloten envelop en stuur het naar thuisadres van Ayco. Dat adres kan je krijgen door een mailtje te sturen naar  adres@petraenpeter.be met een behoorlijke vermelding van wie je bent. Dat je er bovendien de link met Luctor in zou zetten, maakt het prettiger voor ons allemaal.

     

    - Zorg ervoor dat je eigenlijke kaartje hen ten laatste op vrijdag 24 december bereikt. 

     

    - Vanaf hier nemen papa en mama het weer over. Ze zullen jullie kaartjes ongeopend onder ‘Ayco’s kerstboom’ leggen en in de kerstperiode maken ze dan de tijd om jullie kaartjes één voor één te openen en aan Ayco voor te lezen. De krakende cadeaupapiertjes zullen dus vervangen worden door al jullie goede intenties...

     

    Weet je, waarde lezer, na dit weten we met z'n allen weer wat het leven écht betekent. Kerst of geen Kerst!

    Bedankt, Ayco!

     

    "Nonkel" Luctor

    06-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    03-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zak van Sinterklaas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bijna is het weer zover. Nog een paar keer slapen en we worden wakker op 6 december. De dag van Sinterklaas.

     

    Ik herinner mij nog hoe het vroeger ging, way back in the sixties, toen ik nog een klein jongetje was. De avond voor zes december was elk detail belangrijk. Er was geen dag in het jaar dat ik méér gehoorzaam was dan die avond. Zo kort voor de streep kon ik mij geen enkel foutje veroorloven, waardoor mijn kansen op speelgoed en lekkers zouden verbrod worden. Lang voor het avondeten was mijn huiswerk al klaar en nog voor mam het gevraagd had, zat ik al fris gewassen in de zetel. Pyjamaatje aan en de nog natte haartjes in het meest rechte streepje van het hele jaar. “Tandjes gepoetst, jongen?” Wat dacht je? Geschrobd zijn ze. Drie keer! Desnoods met bruine zeep. Alles om de Sint goed te stemmen. Mijn schoentje met de wortel en de suikerklontjes voor Slecht Weer Vandaag werd nog minstens drie keer gecheckt vooraleer ik met een gerust hartje mijn bed inging.

     

    ’s Anderendaags mocht de wekker een half uurtje vroeger aflopen. Absoluut overbodig trouwens, want al uren voor het ochtendlicht lag ik klaarwakker en met ijskoude voetjes in bed te trappelen tot mam kwam roepen dat ik mocht opstaan. Voor de dooie dood zou ik het niet gewaagd hebben om vroeger naar beneden te gaan. Stel je voor dat je de Sint of Zwarte Piet zou betrappen, terwijl ze net uit je schoorsteen kropen… My goodness, ik mocht er niet aan denken. Elk geluidje in huis was een teken van de Sint. Bij ieder kraakje van het hout ging mijn hartslag met tien eenheden de hoogte in en lag ik doodstil in het donker te turen of ik misschien geen stemmen zou horen. Een dakpan die een beetje verschoof deed mij rillen van angst dat Slecht Weer Vandaag juist op ons dak zijn sierlijke paardenbenen zou breken. Want wat als de Sint nu eens mee naar beneden zou tuimelen? Dan was ik zeker verdoemd voor de rest van mijn dagen. Door een stomme dakpan.

     

    Gelukkig heeft geen enkele van al deze doemscenario’s zich ooit voorgedaan. Maar de stress was er zeker niet minder om. Ze piekte tot ongekende hoogte toen mam op mijn kamertje kwam en zei dat het tijd was om naar beneden te gaan.

     

    Op de ochtend van 6 december fluisterde ze altijd. Stel je voor dat de Sint nog niet vertrokken was. Ik voel mijn hartje nog altijd in mijn keel bonzen op de moment dat mam en ik behoedzaam, trede voor trede, naar beneden gingen.

    “Sssst”, fluisterde ze, “Er brandt licht in de keuken. Voorzichtig. Ik durf bijna niet naar beneden. Zou hij nog niet weg zijn? Zou hij het licht vergeten uitdoen zijn?” Haar stem trilde van gespeelde angst.

    Het donker en haar gefluister hadden zo’n verlammend effect op mij dat ik haar niet eens durfde te antwoorden. Met grote angstogen zocht ik bescherming dicht bij haar aan. Ieder jaar opnieuw sloeg ze zowat halfweg de trap haar arm geruststellend om mijn tengere kinderschoudertjes, waardoor ik mij kon vastklauwen in de zachte stof van haar kamerjas.

    Stapje voor stapje daalden we verder de trap af en had ik gedurfd, dan was ik vermoedelijk ín haar kamerjas gekropen op zoek naar nog meer bescherming. Op de laatste treden was het licht in de keuken zó dichtbij dat we zelf al in het schijnsel stonden. Nog maar een paar meter…

     

    Gelukkig hebben we de Sint nooit betrapt en lag de keukentafel ieder jaar weer vol speelgoed, marsepein, chocolade, mandarientjes en speculoos. Van pure opluchting spurtte ik telkens linea recta naar de achterdeur om daar, keihard,  ‘Dankuwel Sinterklàààààs’ in de ochtendlijke buitenlucht te gillen. En geloof het of niet, maar echt ver kon de Sint nooit geweest zijn, want meestal hoorde ik achter in de tuin een zware stem terugroepen: “Als je flink bent kom ik volgend jaar terug”. Niet eens een paar minuten later kwam ik bijna iedere keer pap in de veranda tegen. Ik heb eigenlijk nooit goed geweten waar hij op dat ogenblik al vandaan kwam, maar ik was veel te zenuwachtig en vooral veel te blij met al die prachtige cadeaus om het hem te vragen.

     

    Mijn God, waren dat mooie momenten. Jarenlang heb ik mijn best gedaan om ze over te brengen op mijn dochter en later ook op mijn zoon. Aan hun gelukkige gezichtjes te zien, denk ik zelfs dat ik er vrij goed in geslaagd ben om ook hun te laten proeven van die prachtige herinneringen uit mijn eigen kindertijd. Ook mijn kinderen stonden jaar na jaar op blote voetjes in de koude ochtendlucht de Sint ‘dankjewel’ toe te roepen voor alles wat hij gebracht had. Ook zij kregen van achter het tuinhuis de boodschap dat de Sint beslist volgend jaar zou terugkomen als ze flink zouden blijven en ook zij vroegen zich waarschijnlijk ieder jaar weer af wat ik zo vroeg op de ochtend al uit de tuin kwam gewandeld. Ze hebben er mij nooit naar gevraagd, zenuwachtig en gelukkig als ze waren.

     

    Helaas zal dat vanaf dit jaar allemaal verleden tijd zijn. Ik doe niet meer mee. Geen haar op mijn hoofd dat daar nog aan twijfelt. Eigenlijk komt het hierop neer dat ik het hele Sintgedoe gewoon niet meer vertrouw. Al eens goed gekeken hoe de Sint eruit ziet? Een mijter, een kromstaf, een koormantel, een tabbaard, een soutane en een robijnring. Hoeveel méér bisschop kan je zijn, waarde lezer? Noem mij gerust kortzichtig of belachelijk, ik trek er mij geen fluit van aan. Na de Pedofiele Avonturen van Roger Vangheluwe vertrouw ik geen bisschoppen meer in de buurt van mijn kinderen. Zelfs geen verklede! Punt.

    ‘Ja, maar ja’, zeggen puristen, ‘er is toch een duidelijk verschil’. Ze verwijzen daarbij naar het verbod op identieke namaak van de drieëndertig knoopjes aan een bisschopsoutane, die het aantal levensjaren van Christus symboliseren. De Heilige Nicolaas zal dus altijd minder of meer knoopjes moeten hebben. Nooit drieëndertig! Ooit al eens een uk van drie bij de Sint op schoot gezet en aan dat ventje proberen uitleggen dat hij eerst de knoopjes moet tellen? Tegen de tijd dat hij aan tien zit, is hij al drieëndertig keer verkracht.

     

    Hoe weet ik trouwens dat de Sint die mijn zoontje op schoot pakt niet Hete Roger himself is? Weet u ‘m zitten? Ik in elk geval niet en in het cachot, waar hij thuis hoort, daar zit hij al helemaal niet. Iedere witgrijze baardmans die dezer dagen met een bende gevederde negerkes rondloopt zou hem best kunnen zijn? Ahja, hij is uit zijn ambt ontzet en voor zover ik weet geeft een C4 met ontslagreden ‘verkrachting van minderjarigen’ geen recht op werkloosheidsuitkeringen. Hij moet toch ergens van leven. Sint spelen zou dus een optie kunnen zijn en bovendien moet Vangheluwe zijn Sintenpakje niet eens gaan huren. In zijn kast hangt het wellicht vol. Allemaal exact drieëndertig knoopjes. Het enige waaraan je hem mogelijks nog zou kunnen herkennen, is zijn rode koormantel, die op kindermondjeshoogte wellicht nog vol vieze witte vlekken zit. De gore smeerlap!

     

    Neenee, geen Sint meer voor mijn zoontje. Ik neem geen risico’s met een Roger Vangheluwe -goedgeilig man en de kindervriend bij uitstek- nog op vrije voeten. Ik word er gewoon kotsmisselijk van. En dan heb ik het nog niet eens over al die Sinterklaasliedjes die aangepast zouden moeten worden.

     

    Zie ginds komt de bisschop uit Brugge al aan.

    Hij toont ons zijn piemel, we zien hem al staan.

    Hoe huppelt zijn knuppel al op en al neer.

    Hoe zwaaien zijn kloten al heen en al weer.

     

    Godverdomme toch, waar is de tijd dat ik als kind schrik had voor de zak van Zwarte Piet? Ik vertelde het ooit aan de Sint, toen ik in de Nopri op zijn schoot werd gehesen. Als ik braaf was, dan hoefde ik daar geen schrik voor te hebben, zei de Sint en hij gaf mij een kruisje op mijn voorhoofd.

     

    Zo zie je maar dat tijden veranderen, want als er nu een bisschop het woord ‘kruisje’ nog maar uitspreekt in de nabijheid van mijn zoon, dan heb ik ‘m alvast één ding geleerd: spurteeeeeuh!

     

    Luctor

    03-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    30-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet elk einde is een nieuw begin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Drie weken geleden zouden  Maarten en Regina bij ons op bezoek komen. Dat was al maanden zo gepland.

     

    Ik ken Maarten al meer dan dertig jaar. Bijna veertig, zelfs. Zijn vader, toen al weduwnaar, had destijds een vakantiehuisje in Cadzand, vlak naast dat van mijn ouders. Alle zomers tussen 1972 en 1978 trokken Maarten en ik samen op. Aanvankelijk waren we vriendjes die samen voetbalden en op warme dagen naar het strand trokken om er in zee te zwemmen, maar naarmate we ouder werden, werd de vriendschap hechter en intenser. We werden echte soulmates, ook al bestond dat woord in die tijd nog niet. Het strand werd een plaats die enkel nog diende om af te spreken met meisjes en het voetbal werd vanaf een zeker moment gewoon vervangen door tientallen muziekcassetjes met de nieuwste songs van Deep Purple, Uriah Heep, Yes en Jethro Tull.

    Ik schat dat we allebei een jaar of vijftien moeten geweest zijn toen we stiekem onze eerste joint rolden en nadien urenlang -stoned als een garnaal- lagen te gieren met al onze fantasieën over de meisjes die onze hormonen op hol joegen. Maarten kwam uit het Nederlandse Tilburg en ik was een Waaslands suikermannetje. Twee jongens, twee werelden, maar met dezelfde dromen.

     

    Begin 1978 ging pap dood en nadien ben ik nooit meer naar Cadzand geweest. Niet dat het één iets met het ander te maken had; het was gewoon zo. Maarten zag ik dus ook niet meer tot er begin jaren tachtig een uitnodiging in de bus viel voor zijn huwelijk. Ik heb niet getwijfeld.

     

    Het weerzien met Maarten was hartelijk, ook al vond ik zijn toenmalige bruid van meet af aan een Hollandse trut zonder weerga. ‘Sóóó, ben jij Luctor??? Blij je te leren kennen, ség. Godsamme… Ik heb sóóó feel over je gehoord… Jeetje, een Belg op ons feesie! Kijk ’s an. Kijk ’s an. Wat leuk…’.

    Jak! Gelukkig valt er op een gemiddeld trouwfeest in Nederland niet al te veel te vreten, want had dat wel het geval geweest, dan had ik hoogstwaarschijnlijk mijn hele lijf gewoon uitgekotst. Een eerste kennismaking met zo’n schijnheilig pokkewijf is immers méér dan eten en drinken tegelijk. Jesus! Nuja, lang heeft het huwelijk met de trut overigens niet geduurd, want na een paar jaar stond Maarten plots aan mijn deur met zijn nieuwe vriendin. Regina. Sindsdien hebben we contact gehouden en zo’n twee à drie keer per jaar komen we bij mekaar over de vloer. Drie weken geleden zouden Maarten en Regina bij ons gekomen zijn. ’s Zaterdags uitgebreid eten, lekker bijkletsen, blijven slapen en ’s zondags weer naar Tilburg.

     

    In de loop van die zaterdagvoormiddag belde Maarten.

    "Mijn vader is ziek", zei hij. "Hij is gisteren onwel geworden en naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek. Niets om ons zorgen over te maken, maar het lijkt toch verstandigst dat we nu even niet naar België komen. Je weet maar nooit. Bovendien heeft ie ook geen bezoek als wij er niet zijn".

    “Tuurlijk”, zei ik. “Geen probleem. We spreken later wel opnieuw af. Hou mij op de hoogte hoe het met je vader verloopt en wens hem alvast veel beterschap van ons”.

    “Doe ik”, zei Maarten. “Jij ook de groeten daar aan je wijfie”, en hij haakt in.

    Vorige zaterdag is de vader van Maarten begraven.

     

    De gsm in mijn jaszak biepte oorverdovend schel in het muisstille en ijskoude Tilburgse wijkkerkje. En ook al kent niemand mij hier, toch vond ik het strontgênant. Iedereen zit je aan te gapen alsof je de onbeschaamdheid zelve bent. Of het mogelijks te maken zou kunnen hebben met de toch altijd ietwat minore Belg-Hollander-relatie weet ik niet, maar ik had veel zin om al die stomme koppen meteen van antwoord te dienen. ‘Sorry Hollandse oetlullen, maar ik heb géén moord gepleegd en ik heb evenmin uw vrouwen en dochters verkracht. Ik heb gewoon mijn gsm vergeten uitschakelen en een smsje hebt ontvangen. Mag het? Kijk dus gewoon met je stomme bek naar voor, wil je.’

    Maar ik zei helemaal niets. Ik keek de stomme koppen in tegendeel alleen maar een beetje verontschuldigend aan en hield voor de rest mijn mond. Uit respect voor Maarten. En voor Arie,  zijn dooie vader.

     

    Het gevoel van vochtige kilte in het kerkje leek nog te verscherpen door de karige opkomst. Ik schat dat er niet eens veertig mensen waren, familie inbegrepen. En ondanks het feit dat het vorige zaterdag nog niet echt winterde, toch merkte ik bij zowat iedereen kleine ademwolkjes, die treurig meedeinden op het gesnotter van de eerste rijen. Overal stonden kragen recht en waren sjaals omgeslagen. Het leek alsof de kilte van de dood bezit had genomen van de hele kerk en iedereen die er zat.

    Hoedanook, bezeten door de kilte van de dood of niet, na een paar minuten had geen van de kerkgangers nog aandacht voor mij of mijn gsm. Ik keek rondom mij en zag dat iedereen alweer diep in zichzelf gedoken zat, hoogstwaarschijnlijk verzonken in de eigen gedachtenwereld. Rekeningen die nog moeten betaald worden, de auto die dringend naar de garage moet, een minnares die dreigt alles te komen vertellen aan je vrouw,… De honderdduizend kleine dingen van alledag. Alles leek zo gewoon. Belgisch bijna. Ik moet eerlijk toegeven dat ik mij iets totaal anders had voorgesteld bij een begrafenis in een Gereformeerde Gemeenschap.

     

    Al moet ik toegeven dat die gereformeerden één ding toch wel bijzonder goed gesnapt hebben: een begrafenis is een korte dienst om afscheid te nemen. Punt. Geen uitgebreide misviering zoals bij ons. De dominee gaat voor in de dienst en Gods woord staat centraal om troost te vragen voor de nabestaanden. Er wordt een psalm gezongen en een gebed voorgelezen, and that’s it. Geen oeverloos gezwets zoals bij onze katholieke pastoors, die de overledene centraal stellen en zelfs bij het grootste crapuul nog staan te getuigen hoe goed hij wel was voor mens en omgeving. Ook geen tientallen familieleden die vooraan de kerk snikkend komen vertellen hoe erg ze papa, mama, opa of oma zullen missen. Neen, niets van dat alles. Gewoon sec! Kort. Krachtig. Ajuu paraplu! Hollandser kan niet, vrees ik.

     

    Ik knipoog naar Maarten als ik de dichtste familie onmiddellijk na de dienst ga condoleren. Regina geef ik een kus. Ze knijpt eventjes in mijn arm en fluistert ‘dankjewel’. Maarten houdt me nog even staande. Zijn gezicht is betraand en zijn ogen zijn bloeddoorlopen. “Fijn, kerel!”, zegt hij. “Fijn, dat je hiervoor die hele reis hebt gemaakt.” Zijn stem klinkt stil en gebroken. Hij trekt mij stevig tegen zich aan en geeft mij een hele lieve kus op de wang. Ik smaak het zout van zijn tranen en ik voel dat er niet veel meer moet gebeuren voor ik zelf ook vol schiet.

    “We bellen wel”, zeg ik, mijn tranen verbijtend.

    “Doen we”, zegt hij.

    Ik ben blij dat ik weer buiten ben. De frisse lucht doet deugd en de koude wind droogt mijn ogen.

     

    Terwijl ik terug naar mijn auto wandel, een paar straten verderop, lees ik het smsje dat ik tijdens de begrafenis heb ontvangen. Het is van mijn vrouw, die er door omstandigheden niet bij kon zijn. Of ik Maarten en Regina veel sterkte wou wensen en of ik op de terugweg nog in een paar winkels wou binnenwippen om boodschappen af te halen. Ze heeft alles al besteld en ik moet het alleen maar even ophalen. Vlees en beleg bij slagerij De Clercq, de Collect&Go-bestelling in de Colruyt en nog een bak plat water van de drankencentrale. Brood hoefde niet, want dat zat al in de bestelling van Colruyt. Afsluiten doet ze altijd met drie kruisjes.

    “ok. X”, antwoord ik. Ik zet nooit meer dan één kruisje.

     

    Mijn gsm biept als bevestiging dat mijn antwoord verzonden is, maar hier in de straten hoor je het amper. Ik denk aan die stomme koppen van daarstraks in de kerk. Het doet mij glimlachen. Arie was een leuke vent en Cadzand was de mooiste tijd van mijn jeugd…

     

    Luctor

     

    30-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
    28-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn engelen slapen nog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was zonnig maar barkoud toen ik vanmorgen mijn auto parkeerde onder de winterkale takken op de bijna verlaten parking van het oude, maar statige Hotel De Lourdes in Oostakker.  De sneeuw ligt er tapijtdik en absorbeert alle geluiden tot een bedwelmende doofheid. Alleen het gekraak van verse sneeuw onder mijn voetstappen benadrukt de pontificale stilte. Frivole ademwolkjes dansen op de melodie van mijn stappen en verdwijnen dan even vrolijk in het niets. Ongerepte sneeuw verscherpt de zintuigen, maar verzacht ook mens en weemoed, herinner ik mij de wijze woorden van mijn vader. Hij heeft gelijk. Zelfs de lang vervlogen grandeur van het hotel-restaurant lijkt onder deze witte sluier weer tot leven te komen. De knusse warmte achter de  statige ramen kan je als het ware tot buiten proeven.

     

    Ik ben ruim een halfuur te vroeg voor een afgesproken fotosessie op het aanpalend bedevaartsoord en dus geef ik met graagte toe aan de verleidelijke warmte van het hotel voor een kop koffie.

     

    Hoewel een paar obers voortdurend af en aan lopen, zijn binnen amper twee tafeltjes bezet. Vlakbij het tafeltje dat ik uitkies, zitten twee oerdeftige oude dames met hoed en Hyacinth Bucket-jurken, rustig keuvelend over hun goedgevulde ontbijtborden heen. Iets verderop, vlakbij een raam, zit een jonge blonde vrouw genietend van haar koffie te nippen. Als een krolse kat zoekt ze aanhoudend naar de ideale positie om zoveel mogelijk van het winters zonnetje op haar huid te laten stralen. De knoopjes van haar zwart-wit geblokte blouse staan zover open, dat elkeen die het wil vrije inkijk krijgt op de aanzet van haar weelderige boezem. Haar donkergrijze rokje is kort genoeg om het frivole kantwerk van haar zwarte bilkousen net niet te verbergen. Ze is absoluut aantrekkelijk -het tegendeel beweren zou een leugen zijn- maar het totaalplaatje is mij toch iets te ordinair om haar stijlvol knap te noemen. Al bij al een vrouw waar je graag naar kijkt, maar liever niet mee gezien wil worden. Ik geniet van mijn koffie en besteed er verder geen aandacht aan.

     

    Terug buiten merk ik toch al meer beweging op de besneeuwde parking. De ene na de andere auto ontmaagdt het vredige wintertafereel. Behalve af en toe een enkeling, zijn het merendeels koppels die uit de wagens stappen en in uiterste rust naar de ingang van het gebedsdomein wandelen. Schrijden bijna. Het valt mij op dat er heel weinig gesproken wordt tussen de bedevarende paren en als er al iets gezegd wordt, dan gebeurt dat in stilte en is het antwoord van de ander vaak niet meer dan een kort knikje of een glimlach. Een jonge vader met drie kleine kinderen heeft aan een kort maar krachtige ‘sssst’ voldoende om zijn jonge grut mee in het stille bedevaartsjuk te hijsen.

     

    Van zodra ik de parking verlaat en een eind het terrein van de Lourdesgrot ben opgewandeld, op zoek naar de fotograaf, omringt mij weer diezelfde sfeer van ongerepte, stille waardigheid. Het hele terrein blijkt omringd door een groot bos. Middenin staat een grillige rotsstructuur, die gebouwd is rond het fel verlichte beeld van de Heilige Maria. Vlak voor de rotspartij tal van lange houten banken, voldoende voor zeker een paar honderd bedevaarders. De banken liggen er besneeuwd bij, maar voor een achttal zittende gelovigen is een nat gat duidelijk geen bezwaar. Eentje zit zelfs in de sneeuw geknield, vlak voor een kruisbeeld met een ondergesneeuwe Jezus. Nog een  tiental andere bedevaarders kuieren traag langs één van de twee ommegangen. Ze stoppen bij elke statie en prevelen gebedjes. Een paar vechtende kauwen verstoren de stilte. 
     

    Hoe fel ik ook onder de indruk ben van de ingetogen rust die hier heerst, toch realiseer ik mij dat er hier, behalve de aanzet van het paar mooie borsten in het hotel, bijzonder weinig goddelijke verschijningen voor mij zullen weggelegd zijn. Ik ben totaal vreemd in deze wereld en het minste wat je kan zeggen is dat ik spiritualiteit van de andere bedevaarders ontbeer.

     

    Een jonge kerel van goed in de dertig, pepert mij dat nog eens ongewild in. Op amper twee meter van mij staat hij rechtstaand en luidop te bidden in een taal waar ik niets van begrijp. Zijn gebogen armen allebei in de lucht gespreid, zijn ogen onlosmakend gebrand op het verlichte Mariabeeld. Om de paar minuten buigt hij door de knieën en herneemt hij zijn onverstaanbaar gebed. Tientallen keren na elkaar. Gefascineerd door zoveel passionele devotie blijf ik hem minutenlang onbeschaamd aanstaren. Het geeft mijn een lomp en onbeleefd gevoel, maar het is sterker dan mezelf. Ik blijf hem begapen als een koe die een paard ziet voorbijvliegen. Een echte verschijning had me waarschijnlijk met niet meer stomheid kunnen slagen.

     

    Op het moment dat schaamte toch de bovenhand haalt op mijn verbazing, steek ik een sigaret op en wandel ik terug naar de parking, nog steeds op zoek naar de fotograaf die nu toch stilaan moet gaan toekomen. Ik ben niet eens vijf passen gestapt als een stem mij tot de orde roept: “U kan beter niet roken in een gebedsoord, want u jaagt de engelen weg…”. Ik draai mij om in de richting van de stem en ik kijk in het vriendelijk glimlachende gezicht van de man die daarnet een taal stond te prevelen waar ik geen woord van begreep.

     

    Het valt mij nu pas op hoe klein en tenger hij is. Bijna fragiel. Zijn mager, invallend gezicht wordt omringd door een verzorgde korte baard. Zijn ogen zijn donker en zacht, maar tegelijk ook vastberaden en pienter en ze zoeken onbeschaamd die van mij. Hij draagt een donkerbruine jeans en een iets lichterbruin modieus ski-jack van een peperduur merk. Rond zijn hals -boven de jas- bengelt een houten blokje aan een soort veter. Het primitieve sieraard heeft een ietwat grillige vorm, maar het is onmiskenbaar een soort kruis.

    “Neemt u mij niet kwalijk dat ik u dat zo voor de voeten gooi”, zegt hij, “maar ik wou u iets leren”.

    Op het moment dat hij aanstalten maakt om zijn weg verder te zetten, hou ik hem staande. “Als u het dan toch allemaal zo goed weet”, zeg ik, “neem er dan wat tijd voor en leg mij dan minstens uit wat ik fout doe.”

     

    In een kort gesprek dat gaandeweg meer op een striemend sermoen lijkt, kom ik te weten dat de man Erik heet. Hij blijkt een aanhanger van de Ethiopisch-orthodoxe Kerk en bidt in het Ge’ez, een oud-Hebreeuwse taal der Engelen. Ik begrijp werkelijk geen kloten van alles wat hij me probeert wijs te maken, maar het komt erop neer dat tientallen Engelen rond mijn hoofd zouden vliegen om mij de juiste weg te tonen. Hij ziet ze! Ik moet op mijn lip bijten om niet te zeggen dat ik eerder denk dat hij ‘ze ziet vliegen’, maar daar krijg ik geen kans meer voor. Zonder op een wederwoord te wachten, beent mijn nieuwe vriend stevig richting parking. Ik kijk nog snel even rondom mij, maar ik zie alleen een paar vallende bladeren en mijn eigen ademwolkjes. Mijn Engelen slapen nog.

     

    Op de parking tref ik de fotograaf wachtend in zijn auto. We groeten en ik help hem met het uitladen van zijn fotomateriaal. Even verderop zie ik Engel Erik wachtend, geleund tegen een gitzwarte Porsche. Een jonge, blonde vrouw verlaat het hotel en stapt lachend op hem toe. Ze loopt een beetje wankel op haar hoge stiletto's in de verse sneeuw, maar ze weert zich om gracieus te blijven. Ik herken het korte, donkergrijze rokje boven sexy zwarte nylons, waarvan je nog net de kanten bovenrand kan zien. Onder haar openhangend jasje merk ik een zwart-wit geblokte blouse. Er volgt een lange intense tongzoen.

     

    Rondom mij, nog steeds alleen maar vallende bladeren en mijn eigen ademwolkjes. Kust nu mijn kloten…

     

    Luctor

    28-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    21-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Let's talk about sex
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als een piekerige carnavalspruik hing ik vanmorgen in de zetel wakker te worden. De luiken zijn nog nachtelijk gesloten, op de salontafel dampt een bak schuimende Senseo. De rest van het gezin ligt nog slapend in bed. Het is zes uur en ik ben net opgestaan. Buiten is alles nog donker en stil, binnen hoor ik alleen het getik van verwarmingsradiatoren die tot leven komen. Eén van onze poezen kromt zich krols aan mijn voeten en gaat dan weer lusteloos liggen, één oog half geopend op mij gericht. Een zondagochtend zoals bijna alle andere, ten huize Luctor.

     

    Ik verdeel mijn ontwakende aandacht tussen mijn kop koffie, een herhaling van het laatavondnieuws en een verfomfaaide Cosmopolitan, waarin mijn teerbeminde gisteren zat te lezen en die ze opengeslagen heeft achtergelaten op de leuning van de bank. Terwijl ik blader tussen negenennegentig verleidelijk-erotische lingerietips, vertelt Jan Becaus dat paus Benedictus XVI het gebruik van condooms onder bepaalde omstandigheden heeft goedgekeurd. Om zes uur ’s ochtends vind ik deze combinatie van beide berichten zo tongue in cheek dat ik mij afvraag of een wereld zonder seks aan hetzelfde tempo zou draaien als die waarin we leven. Want je staat er misschien niet dagelijks bij stil, maar om onze soort in stand te houden hebben we eigenlijk geen seks meer nodig. Als we schapen kunnen klonen, dan kunnen we dat beslist ook met mensen -laat dat duidelijk zijn- maar ook voor wie zich eerder proefbuisgewijs wil voortplanten, hoeft die piemel niet noodzakelijk in dat spleetje.

     

    Waarom hebben we dan toch nog seks, vraag ik mij af. Omdat het gewoon fijn is, natuurlijk! Het blijft immers een fantastische ervaring om als twee geliefden zo dicht bij elkaar te zijn dat je als het ware in elkaar tot een versmelting komt. Ik ben naïef genoeg om dat nog als nummer één te plaatsten, maar ik besef ook dat seks soms gewoon een gevolg is van pure geilheid. Het middel bij uitstek voor het bevredigen van onze oerdriften. Ook niks fout aan, toch?

     

    Soms is seks ook gewoon handig. Vraag dat maar aan alle carrièrevrouwen en –mannen, die talloze treden op de hiërarchische ladder gestegen zijn door respectievelijk in te spelen op het lulverstand van hun baas of het laten ontbranden van de hitsigheid in de string van hun bazin. De ver van je bedshow? Ik dacht het niet! Wat is het verschil met de gewone huisvrouw, die extra kortgerokt en bijna tettenbloot-gedecolleteerd naar de autokeuring of het containerpark gaat? Of met de sympathieke buurman die eerst nog even zijn haar goed strijkt, vooraleer hij bij zijn bevallig buurvrouwtje het gras gaat maaien, terwijl het onkruid in zijn eigen tuin kniehoog staat? Met je lul in haar hand komt ze door het ganse land en via haar spleet kom je in de hemel voor je het goed en wel weet! Man, man, man, bronstige bonobo’s, dàt zijn we. Allemaal!

     

    Maar nóg fascinerender dan waarom we seks hebben en met wie, is de vraag hoe we het doen!

    Onze eigen seksuele voorkeuren vinden we allemaal zo normaal als de nacht die volgt op de dag, maar wat er dan precies allemaal tussen de lakens wordt uitgespookt is een ontdekkingsreis waar zelfs de avonturen van Christoffel Columbus bij verbleken. Akkoord, zowat overal ter wereld is ‘le moment suprême’ een pinneke wat in een gaatje verdwijnt, maar de weg er naartoe is vaak nog spannender dan een ritje op ’s werelds meest imposante rollercoaster.

     

    Het is een feit dat onze cultuur daar een belangrijke rol in speelt. In vergelijking met veel islamitische landen, waar de seksuele normen vaak heel strikt zijn vastgelegd, lijkt onze westerse cultuur met een relatief vrije seksuele moraal op een soort Alice in Wonderland. En dat begint al bij het voorspel, want lang niet iedereen raakt zomaar opgewonden door een knap exemplaar van de andere of eigen sekse. De één smelt van een zachte massage, terwijl de ander pas kickt als er met een zweep op haar of zijn gat gekletst wordt. Sommigen voelen dan weer seksuele opwinding als er voor hen gestript wordt en nog anderen willen juist de gekste verkleedpartijen om in ‘the mood’ te geraken. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Ja, waarde lezer, als het bij u niet zo is, dan toch zeker bij één van uw buren. Als je het allemaal zou weten, de wereld zou er plots heel anders uitzien.

     

    Stel je voor dat je van je bankier weet dat hij geil wordt van zijn vrouw in een weinig verhullend verpleegsterspakje, terwijl ze eerst zijn poepke poeiert vooraleer dat hij aan de tiet mag. Je zou je gespaarde geld plots minder veilig wanen bij zijn bank. Kan je je inbeelden dat de dokter die vorige week naar je longen luisterde, kickt op het zich laten pijpen door in leder gehulde mannen in een openbaar park? Hoe zou je brood smaken als je wist dat de bakker en zijn vrouw fervente beoefenaars zijn van poep- of plasseks. En dan ga ik er voor het gemak nog vanuit dat hij uitvoerig gedoucht heeft vooraleer hij zijn bruinbrooddeeg begint te kneden… Kortom, de variaties zijn eindeloos en de geilheid evenzeer. Alleen, de vragen blijven meestal onbeantwoord.

     

    Maar Luctor zou Luctor niet zijn, als hij toch niet op zoek was gegaan naar hoe onze medeburgers het doen. Het was een doortastende en moeilijke zoektocht, mijn waarde lezer, en bovendien zal ik u moeten ontgoochelen. Ik heb geen antwoorden gevonden. Niemand van mijn studieobjecten was bereid om mij eerlijk te bekennen hoe ze het doen. Zo ben ik niet te weten gekomen of Rik Torfs voorleest uit de bijbel als hij klaarkomt, net zo min als ik heb kunnen uitvlooien hoe hard koningin Fabiola vloekt als de batterijen van haar kutbrommer het begeven een seconde voor ze haar orgasme bereikt. Ik weet dat Luc Appermont en Bart Kaëll een koppel zijn, maar wie het pinneke speelt en wie het gaatje wilde niemand kwijt. Je kan veronderstellen dat Joëlle Milquet fantaseert over groepsverkrachtingen door stoere politici, maar of ze daarom voortdurend ‘non’ roept, blijft onduidelijk…

    Om maar te zeggen, waarde lezer, dat wij met onze vrije Westerse moraal over seksbeleving toch niet al te bereid zijn om letterlijk tussen onze lakens te laten gluren. Al zijn er natuurlijk vanzelfsprekendheden, waarvoor geen empirisch onderzoek noodzakelijk is.

     

    Zo schijnt het dat Jean-Marie Pfaff en Carmen heet worden van reclame. In die zin kan je er met enige verbeelding een passend seksleven bij verzinnen. Stel je voor: El Sympatico nadert het echtelijke bed waar Carmen al zwoel ligt te wachten. Zij in een sexy zwart lingeriesetje, hij enkel met een handdoek om zijn middel. Op zijn gat staat ‘Aliplast’ getatoeëerd. Terwijl hij het behaatje van Carmen losknoopt, maakt zij bij hem de handdoek los. Ze schrikt, want op zijn lul staat ‘Aids’ geschreven. Toch ontspant ze alweer snel, want als hij merkt dat haar borsten versiert zijn met de logo’s van Volvo en Mercedes, huilt hij als een hitsige wolf en groeit zijn paal tot volle lengte. Daardoor merkt Carmen dat 'Aids' langzaam 'Adidas' wordt. Geef toe, het zou kunnen, niet?

     

    En zo zijn er nog. Van Pietje Huyzentruyt mag je verwachten dat hij een opnamecamera in zijn slaapkamer hangen heeft. Tijdens een pijpbeurt door zijn teerbeminde trekt de televisiekok voortdurend bedenkelijke bekken naar de camera.

    “Mo meiske toch, wuk nen bronselboel maakte gie der hier van. Alez, SOS Piet zal het je ne keer uutleg’n. Worstjes moe je nie skrepen. Wórtels moe je skrepen! En es mien worstje oranje? Bah nent, tes nie oranje. Awel, ton est gene wortel... Meiske, toch! Meiske toch! Alez, Pietje zal mo weeral ne keer een beetje help’n.”

    Mevrouw Huyzentruyt kijkt een beetje blozend in de camera en verontschuldigd zich voor alle kijkers en probeert het opnieuw met de goede raad van haar ventje. Deze keer gaat het al een stuk beter, maar de afwerking doet Piet toch liever zelf.

    Met de gelukzaligheid van zijn orgasme nog op het gezicht en de sporen ervan op dat van haar, legt hij zijn arm rond haar schouders en blikken ze samen recht in de camera. “En wat hebben we geleerd vandaag? Ten eerste…”

     

    Ziet u, waarde lezer, eigenlijk heeft u mij niet nodig. Sommige mensen zijn dermate publiek bezit geworden, dat je er met een beetje verbeelding zelf kan bij verzinnen hoe ze de edele daad der voortplanting bedrijven. Doe de oefening en u zal merken dat het makkelijker is dan je denkt. Bij Sergio zal het wellicht brullend zijn. Bart De Wever heeft waarschijnlijk iets geils in petto met Latijnse spreuken en Jean-Luc Dehaene pakt de problemen pas aan als ze zich stellen. Vermoedelijk geeft hij ook ‘geen commentaar’.

     

    Maar het kan natuurlijk ook dichter bij huis. Hoe doet de koster het? Of de kruidenier? De burgemeester? Ik vraag mij trouwens af hoe mijn eigen burgemeesteres het zou doen. Ze is middeljong, ze is knap en ze is single. Wat voor vonken zou dat geven?  Bij onze inwonersverwelkoming in dit prachtige dorp heb ik een paar woorden met haar mogen wisselen en even, héél even, keek ze mij toen diep in de ogen. Helaas nét niet lang genoeg om te kunnen peilen hoe ze tussen de lakens zou zijn. Het mysterie blijft en het maakt me langzaam gek.

     

    Maar ze weet dat ze mij mag bellen…

     

    Luctor

     

    21-11-2010 om 21:14 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)


    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs