Inhoud blog
  • Sex sells
  • De koningin van Fellini
  • Virtueel café
  • Een fluitje van een cent
  • Déja vu
  • Tijd voor een Wereldmannendag?
  • Luctor on stage
  • Hamerende heipalen en ziedende gitaren
  • Airwick
  • De warme bakker
  • Irish coffee
  • Liefde in de sneeuw
  • De ACN-generatie
  • iPod-kisses
  • En daarmee basta!
  • Uitvinding: lul met snuif-functie
  • Geëtst voor het leven
  • Sauna
  • Het jaar van de spiegel
  • Vuurwerk
  • 2010: toen wandelen weer mogelijk was, een regering ónmogelijk was en het kerkcrapuul in bloei stond
  • 2009: En toen kwam een olifantje met een lange slurf...
  • 2008: Alleen de aandelen van rolstoelen gingen de hoogte in
  • 2007: Le jour de gloire est arrivé!!!
  • Winter, niets dan ellende
  • België - Belgique: liefde met een vervaldatum
  • De pet van mijn opa
  • Wat is Kerst?
  • De zak van Sinterklaas
  • Niet elk einde is een nieuw begin
  • Mijn engelen slapen nog
  • Let's talk about sex
  • Wat is oud?
  • Fees(t)boek?
  • Nooit meer oorlog
  • Luctor for president
  • Trein
  • Nestbevuiling
  • Zappen is slecht voor de lijn
  • Brief aan mijn ouders
  • Cirque De l'Enfer
  • Logisch denken
  • De pure mens: een specimen dat nog op twee plaatsen te vinden is
  • Mag er een beetje gel in?
  • Recht in je schoenen
  • tien-tien-tien, de dag des Heeren
  • Trouwen is houwen!
  • In het land van de Heilige Annick, waar Chinezen thuis zijn.
  • David Robert Jones
  • Gazettenklap
  • I Still Haven't Found What I'm Looking For...
  • Venus en Mars
  • De macht van de paardenkracht
  • Dinsdagen
  • Oorden van verderf
  • Het verdriet van België
  • Bloemen op mijn graf
  • Als eieren zo groot
  • Over banken, elektriekers en Pukkelpop...
  • Dood en leven weerspiegelen in water
  • Niets mag nog.
  • Linda
    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • wèr ar joe, Luctor?
  • niet volledig onbaatzuchtig...
  • pedagogische academie basisonderwijs
  • Gelukkige verjaardag!
  • Herkenning

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Mijn favorieten
  • Go2
  • open directory project
  • Sente XL - de onafhankelijke website over Sint-Laureins
  • Een eigenzinnige kijk in het leven van een kunstfotograaf
  • columns in Limburg: eine inne daag neet geschrieven, eine inne daag neet gelaef
  • Copyright:
    Deze teksten zijn auteursrechterlijk beschermd.
    Schending van het auteursrecht, waaronder wordt verstaan een verveelvoudiging en verspreiding zonder de vereiste voorafgaande toestemming van de auteur is een misdrijf!
    de wereld van Luctor
    Homo Sapiens non urinat in ventum
    Een bescheiden column over hoe een oud kind de wereld rondom zich ervaart...
    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2010: toen wandelen weer mogelijk was, een regering ónmogelijk was en het kerkcrapuul in bloei stond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2010 was een jaar zoals alle andere. Bizar, gewoon en toch weer vreemd. We hebben gelachen, we hebben gehuild. We hebben gevloekt, we hebben getroost. We hadden onze gelukjes en onze tegenslagen. We dachten dat de wereld om zeep ging, maar even vaak leek het dan plots weer goed te gaan. Liefst tweehonderdzestigduizend mensen lieten het leven in aardbevingen, overstromingen en verhittingen allerhande, maar niet eens een paar maanden later moeten we al moeite doen om ons te herinneren wat er allemaal gebeurd is. Ook in die zin is 2010 niet anders dan alle voorgaande jaren. Een mens ‘vergeet’ gelukkig zeer snel. En voor wie het nu al niet meer wist: ‘tentsletjes’ is een sympathieke term voor jonge meisjes die op festivals met meerdere jongens de slaapzak induiken. Héééélemaal iets anders dus dan ‘pedo-pastoors’, die argeloze kinderen onder hun tentgewaden lokken. Dat ras noemen we gewoon ‘kerkcrapuul’. 2010, een overzicht!

     

    Amper was de feestmaaltijd verteerd of de eerste ellende van het nieuwe jaar werd al over ons uitgestort. Ronald Janssen, de achtendertigjarige buurman van het vermoorde koppeltje Shana Appeltans en haar vriend Kevin Paulus bekende aan zijn ondervragers dat hij de dubbele moord had gepleegd. Het jonge koppeltje zou op nieuwjaarsdag ruzie hebben gekregen met de leraar uit Loksbergen, waarop hij Kevin doodschoot en Shana probeerde te verkrachten. Nadien knalde hij ook haar af. Erger wordt het nog als Janssen korte tijd later ook bekend de moordenaar te zijn van Annick Van Uytsel.

     

    Niet dat het een iets met het ander te maken heeft, maar luttele dagen na de bekentenissen van Ronald Jansssen davert de wereld op haar grondvesten. Met een kracht van zeven op de schaal van Richter wordt Haïti getroffen door de zwaarste beving sinds 1860.  Ruim anderhalf miljoen Haïtianen zijn dakloos. Honderdvijftigduizend laten het leven.

     

    In eigen land kondigt Opel-topman Nick Reilly de sluiting aan van de fabriek in Antwerpen en geeft daarmee het nekschot aan de nog resterende tweeduizend zeshonderd werknemers. De werknemers zullen georganiseerd en ongeorganiseerd nog een jaar lang vechten voor behoud, maar inmiddels is de fabriek onherroepelijk dicht.

     

    In het centrum van Luik laten veertien mensen het leven nadat twee aangrenzende panden compleet verwoest worden door een enorme gasexplosie.

     

    Zelden een jaaroverzicht geschreven dat met zoveel ellende begon, bedenk ik nu. Op geen enkel vlak was er reden tot juichen. Dat Milan Jovanovic de Gouden schoen won, raakt mijn kouwe kleren niet. Dat Sven Nys nog maar eens Belgisch kampioen veldrijden wordt, ben ik ondertussen gewoon geworden. En dat Zdenek Stybar in Tabor wereldkampioen cyclocross wordt, daar kon ik allerminst mee lachen, want die titel had ik nu net wél aan Sven Nys gegund.

     

    Hoedanook, januari was een maand waar je niet bepaald vrolijk van wordt.

     

    Helaas was dat in februari niet anders. Rellen in Kuregem, de treinramp in Buizingen en het overlijden van Bob Davidse. Jongelui van nu fronsen dan wellicht verwonderd de wenkbrauwen, maar de mensen uit mijn generatie verloren een ‘woensdagnamiddag-nonkel’. “Milke Melke Mol, karditsel karditsel kardol”.

     

    In maart komen we eindelijk nog eens op een positieve manier in de aandacht. Stromae, een Waals rapper/muzikant, brengt zijn single ‘Alors On Danse’ op de markt en scoort daar een stevige Belgische hit mee. Het electro-popdeuntje werkt zo aanstekelijk dat al onze buurlanden ook één voor één voor de bijl gaan. In nog tal van andere Europese landen werd de single een top-drie-hit. Het was van Leyers, Michiels, De Vos-Lemmens en Soulsister geleden dat Europa nog eens gezamenlijk danste op Belgische tonen. Herman Van Rompuy niet te na gesproken, natuurlijk.

     

    In IJsland hebben ze misschien wel al te gretig meegedanst op ‘Alors, On Danse’, want daar werden in de eerste week van maart liefst drieduizend aarbevingetjes gemeten onder de gletsjer Eyjafjallajökull. Bijna allemaal waren ze te klein om er aandacht aan te besteden, maar als op 20 maart de hel echt losbreekt, worden massa’s hoeveelheden as de lucht in gespoten. Mede door een nieuwe eruptie van een paar weken later is er zoveel as drijvende dat in meer dan veertig landen de luchtruimen moeten worden afgesloten voor het vliegverkeer. De wereld valt bijna stil.

     

    Voor de rest verloopt maart vrij kalm, zij het niet dat ten huize Luctor weer stevig gevierd wordt. Jarne wordt negen, Kim drieëntwintig en voor ondergetekende wordt zowaar een Abraham buiten gezet. Gelieve iedereen zich te onthouden van enige commentaar. Dank u! En voor al de rest, die toch denkt te moeten reageren: piss off!

     

    Wat zegt men? Als een Hollander je niet gekloot heeft, dan is hij het vergeten? Wel, ik zou beginnen denken dat er een grond van waarheid in zit. In april laat immers de nationale voetbalcoach Dick Advocaat weten dat hij het voor bekeken houdt bij de Rode Duivels. Nog maar een paar weken voordien had de Kleine Nederlandse Generaal gezworen om met de Duivels naar het EK in 2012 te zullen gaan, maar na twee roebeltelefoontjes uit het verre Rusland blijkt dat hij inderdaad naar het EK wil, maar wel met de Russen in plaats van met onze Duivels. Exit Advocaat.

     

    In de nacht van 19 op 20 april stuurde de familie van een slachtoffer een email aan de Belgische bisschoppen , waarin ze hen op de hoogte brachten van jarenlang misbruik van een minderjarige door de Bisschop van Brugge, Roger Vangheluwe. Een paar dagen later maakt aartsbisschop Léonard het ontslag van Vangheluwe bekend. Exit Pedo-Roger.

     

    Het nieuws over de misselijkmakende  bisschop is nog niet koud of er ontstaat alweer deining in ons landje. Eind april trekt Open VLD de stekker uit de regering, omdat ze geen wil tot vooruitgang meer zag in de onderhandelingen over de splitsing van Brussel-Hall-Vilvoorde en de staatshervorming. De regering valt en in juni zullen we weer met z’n allen naar de stembus moeten. Exit Leterme II.

     

    En terwijl hier de ene stinkput na de andere wordt opengetrokken, ontploft in de Golf Van Mexico  het boorplatform Deepwater Horizon. Oliemaatschappij BP, eigenaar van het platform, stelt de wereld gerust. Niet meer dan achthonderdduizend liter ruwe olie vloeit er per dag in zee en het lek zal binnen de week gedicht worden, verkondigt de BP-top in koor. Niks om ons zorgen over te maken.

    Als het lek uiteindelijk gedicht raakt -tweeëntwintig weken later- blijkt bovendien dat er niet achthonderdduizend, maar zestien miljoen liter olie per dag in de zee is gestroomd. Een mens vraagt zich af of er nog water in de olie zat?

     

    Mei was een kalme maand. De vakbonden en directie van de supermarktketen Carrefour bereikten een akkoord over een verregaande herstructurering. Een aantal winkels ging onherroepelijk dicht, een aantal ging in franchise en tenslotte zijn er nog een aantal die overgenomen werden door de groep Mestdagh. Door deze hervorming gingen maar een beperkt aantal van de 1500 bedreigde banen verloren gaan.

     

    In dezelfde maand werd ook bij de Rode Duivels een herstructureringsplan opgesteld. Van zodra Dick Advocaat op het vliegtuig zat richting Moskou, werd de ploeg overgenomen door Georges Leekens. De nieuwe bondscoach laat een aantal spelers verdwijnen, laat er een aantal staan en zal tenslotte ook nog een aantal nieuwkomers uitproberen. Net zoals bij Carrefour, dus. Van deze herstructurering is er evenwel geen nieuws of de vakbonden met de hervormingen hebben ingestemd.

     

    Wat er ook van zij, de rest van het mei-nieuws wordt met glans overstemd door de verkiezingskoorts in ons land. Alle partijen roepen om het luidst dat zij BHV gaan splitsen, dat zij de nieuwe financieringswet zullen opstellen en dat zij de gewesten een nog verder gaande autonomie zullen bezorgen. Op dertien juni zal blijken dat de kiezer alleen Bart De Werver (NV-A) en Elio Di Rupo (PS) heeft geloofd.

     

    Onmiddellijk na de verkiezing wordt Bart De Wever aangesteld als informateur, maar al na een paar dagen stoomt het zweet als kokend frietkotvet uit ’s mans oren. Al snel moet hij ondervinden dat een regering vormen toch wel andere koek is dan tien keer op rij in de ‘Slimste Mens’ zitten. Op wat gevleugelde oneliners in verbasterd potjeslatijn na, komt hij dan ook geen stap vooruit. Als dat maar goed komt, dacht ik. Soit, de man wil in stilte werken, zegt hij en dus gunnen we hem het voordeel van de rust.

     

    In tussentijd focussen wij onze aandacht dan maar op het aartsbisschoppelijk paleis in Mechelen. Het Brussels gerecht bleek getipt over een aantal geheime bergplaatsen in het paleis en in de Sint-Romboutskathedraal. Daar zou een schat aan informatie te vinden zijn over tal van pedofiliedossiers van geestelijken.  Karrenvrachten dossiers werden door de speurders via het venster op vrachtwagens gegooid. Achteraf bleek het een slag in het water. Óf de speurders hebben niets gevonden omdat ze de verkeerde graven openbraken? Óf er was effectief niets te vinden omdat alles al lang verdwenen was? Óf ze hebben daar effectief een paar stinkende putjes gevonden en ze hangen het gewoon niet aan onze neus…? Ik heb er zo mijn idee over.

     

    In de vakantiemaanden juli en augustus vlot het nog steeds niet echt in de Wetstraat. De Wever geeft zijn informatieopdracht terug aan de koning.

    ‘Iek zal diene vark ne keer was’, roept Di Rupo vol overgave, maar ook hij strandt al snel als een zieltogend schip. Dat het echt ernstig fout loopt, wordt mij duidelijk als de Koning het vertrouwen wil laten herstellen door André Flahaut en Danny Pieters. Als het nu al van Peppie en Kokkie moet afhangen, dan is het ver gekomen met dit land, dacht ik.

     

    Voor de rest vieren we in juli de dertigste verjaardag van mijn teerbeminde en treuren we om het verlies van de Nederlanders in de WK-voetbalfinale tegen Spanje. Innesta trapt vlak voor het einde van de verlenging de Oranje-droom naar de verdommenis en van pure ellende vreet half Nederland zijn Vuvuzela op. Moi aussi!

     

    Eind juli overstromen extreem hevige moessonregens zowat driekwart van Pakistan. Duizenden mensen komen om het leven en enkele miljoenen worden dakloos.

    Het raakt amper mijn kouwe kleren, want in het ziekenhuis hebben we zopas van de proffen vernomen dat mijn vrouw niet meer dan vijf procent kans gegeven wordt, dat ze ooit nog uit haar rolstoel zal opstaan. Het zijn harde noten om kraken, maar we spreken af dat we er ons wel doorheen zullen vechten. God is dog spelled backwards! Fuck the World!

     

    Nog meer ellende in het begin van augustus als na een grondverzakking drieëndertig mijnwerkers komen vast te zitten in de San José-kopermijn in de buurt van de stad Copiapó, in het noorden van Chili. Aanvankelijk was het niet meer dan een krantenberichtje in een lokale krant, maar echt wereldnieuws werd het pas toen bleek dat een boorsonde hen na zeventien dagen op zevenhonderd meter diepte vond en dat iedereen daar nog in leven was. Meteen werd een sterk gemediatiseerde reddingsactie op touw gezet, met het bovenhalen van alle kompels als apotheose.

     

    En terwijl de wereld in augustus afscheid nam van Laurent Fignon (voormalig tourwinnaar) en van Michel Montignac (voormalig dieetgoeroe), vroeg ik mij af of er nu werkelijk niets bewoog in de wetstraat… En wat dacht je? Natuurlijk valt er wel wat te vertellen. Op 31 augustus namelijk nam  Kim Geybels (NV-A) naar eigen zeggen onder druk van de partijtop ontslag als senator en jongerenvoorzitter. Ze deed dit toen bekend werd dat ze op vakantie in Thailand -samen met haar (ex)minnaar Bas Luyten-  in aanraking was gekomen met cocaïne.

    Ewel, dat vond ik nu eens een spijtige zaak. Eerder al was Geybels immers scherp op de korrel genomen over haar veel te sexy outfits in de senaat en dat zou vanaf haar ontslag weer allemaal definitief verdwijnen. Of deze snuivende politica nu zoveel politieke kennis had dat we ook om haar intellectueel verdwijnen moeten treuren, daar heb ik geen idee van. Maar hoedanook, in Kamer en Senaat zitten er wel meer van die domme kiekens, denk ik dan… en de meeste daarvan zijn een pak lelijker dan juffrouw Geybels!

     

    Afijn, voor mij zal september toch altijd dé maand van 2010 blijven. Misschien wel dé maand van mijn leven! En neen, dat heeft niets te maken met de start van het assisenproces over de parachutemoord en al evenmin met het feit dat Kim Clijsters haar derde US-Open wint tegen Zvonareva. Dat de Vlaamse Regering de knoop doorhakt om de Lange Wapper boven Antwerpen te vervangen door een tunnel ónder de stad is fijn voor de aanhangers en klote voor de tegenstanders, maar ook dat is niet bepalend om september 2010 uit te roepen tot de maand van mijn leven. Wat dan wel?

    Simpel, mijn teerbeminde heeft twee lange jaren in een rolstoel gekampeerd, nadat een mysterieuze kortsluiting in haar hersenen de functies om te kunnen stappen had uitgeschakeld. Tientallen dokters en proffen braken er hun hoofd over, maar een oplossing kwam er niet. Tientallen therapieën werden geprobeerd, zonder enig succes. Tot die derde september 2010…

     Eén been kon ze plots een paar centimeter opheffen. Niet eens hoog genoeg om een krant onder te schuiven, maar voor ons was het ‘a giant leap’ zoals de eerste stap op de maan. Zelden heb ik meer emotie gevoeld dan op dat moment. Bleiten als een klein kind, was het enige wat ik kon. Het gevoel deed zoveel zeer en zoveel deugd tegelijk, dat ik het nog altijd moeilijk heb als ik eraan terugdenk. En de proffen? Ze haalden alweer hun schouders op. Een mirakel, zeiden ze… En daar mocht ik dan voor de zoveelste keer 280 Euro voor dokken.

     

    Een miljoen keer ‘merci’ ook aan die hele lieve vrienden, die zonder dat we ervan wisten, een paar dagen voor de mirakeldag een kaars waren gaan branden in Lourdes. Ik hoef ze niet te noemen. Ze weten best zelf wel dat deze passage aan hen is opgedragen. En ook aan alle vrienden die ons in die moeilijke twee jaar zijn blijven steunen:  BEDANKT !

     

    Inmiddels zijn we al aanbeland bij de maand oktober.

    Een dam rond het reservoir van een aluminiumfabriek bij het Hongaarse dorpje Kolontàr brak doormidden en meer dan een miljoen kubieke meter rood slijk overspoelde een hele regio tussen het Balatonmeer en de grens met Oostenrijk. Vier mensen verdronken in de modderstroom en omdat de substantie hoge concentraties zware metalen bevatte, vrezen milieuspecialisten voor tal van negatieve effecten op lange termijn.

     

    Minder schadelijk voor de gezondheid, maar des te schadelijker voor de maatschappij is de zoveelste uitschuiver van onze nieuwe aartsbisschop André Léonard. In het boek “Gesprekken”, wat eigenlijk een bundeling is van een reeks interviews, noemt hij homofilie een ‘verkeerd begrepen vorm van seksualiteit’ en vindt hij dat ‘aids een vorm van rechtvaardigheid’ is.

    Ik zou hier een tirade van honderden vellen papier over kunnen schrijven, maar u zal het mij vergeven, waarde lezer, dat ik aan zoveel weerzinwekkende dwaasheid geen energie wens te verspillen.

     

    Nadat Peppie en Kokkie weer van ons politiek toneel zijn verdwenen, roept onze Koning in oktober opnieuw Bart De Wever bij zich. Of hij met alle onderhandelaars rond de tafel wou zitten om één en ander te verduidelijken. Verduidelijken, vroeg ik mij af? Ze zijn daar nu al meer dan vier maanden aan het lullen over BHV, over de herfinanciering van Brussel, over de staatshervorming en over de financieringswet. Wat kan er dan nog onduidelijk zijn?

    Bon soit, het duurt nu al vier maanden, dus het zal op een weekje ook niet meer aankomen en dus begon De Wever te verduidelijken. Na twee weken gaf hij zijn nota aan de Koning, die linea recta Vande Lanotte als Koninklijk Bemiddelaar aanstelde. Enfin, we zien wel wat er van komt, maar ik krijg er stilaan mijn buik van vol. En velen met mij, denk ik.

     

    De mijnwerkers in de steenkoolmijn Pike River in Nieuw-Zeeland hadden beduidend minder geluk dan hun Chileense collega’s. Op 19 november deed zich een zware gasontploffing voor in de mijn en negenentwintig kompels zaten honderdvijftig meer diep opgesloten onder de grond. Een tweede explosie van een paar dagen later, ontnam hen alle kansen op redding. Nieuw-Zeeland is in rouw.

     

    Bij ons kabbelt alles zijn gangetje. Naar het einde van november valt de eerste sneeuw in een maand die voor de rest gekenmerkt wordt door overvloedige regenval annex plaatselijke overstromingen in de klassieke risicogebieden.

    En Vande Lanotte in november? Hij bemiddelde verder.

     

    Komen we aan bij de maand december; een maand met alweer weinig heuglijk nieuws. Sneeuw overvalt ons landje overvloedig en bezorgt ons de eerste witte Kerst in meer dan veertig jaar. Prachtig, romantisch en fantastisch voor de kinderen. Keerzijde van de medaille is dat de overheid weer niet of onvoldoende op sneeuw voorzien was en dat autowegen, treinsporen en landingsbanen daardoor gewoon stilvallen.

     

    Voor de rest kondigt de US-regering op de valreep van 2010 nog aan dat ze volgend jaar effectief de troepen uit Afghanistan zullen terugtrekken, overleeft de italiaanse premier Silvio Berlusconi onbegrijpelijk een vertrouwensstemming en wordt de Nobelprijs Voor de Vrede uitgereikt aan een lege stoel… De man die erin hoorde te zitten is Liu Xiabo, een chinees mensenrechtenactivist die in zijn eigen land gevangen zit omwille van zijn betrokkenheid bij het opstellen van de Charta 08, een manifest voor democratisering in China. Raar hé, voor hetzelfde feit krijg je buiten China een Nobelprijs en vlieg je in China in het cachot…

     

    Dan mag Bart De Wever nog niet klagen. Hij mag in een Duits magazine verkondigen dat België de zieke man van Europa is en wat doet iedereen? Schouders ophalen en een monkellachje tonen. Dat De Wever daarmee een groot wantrouwen creëert tegen ons land op alle internationale financiële markten… Wie maalt daarom? Hij zelf alvast niet!

     

    Weet je, waarde lezer, 2010 was een dermate vreemd jaar dat ik het onmogelijk in een paar woorden kan typeren. Zo ontstond bij mij de idee dat ik er misschien maar eens een langspeelfilm over moest draaien. Een film van een uur of drie met de avonturen van Elio Di Rupo, Bart De Wever en Johan Vande Lanotte.  Ik noem mijn prent gewoon: “The good, the bad and the ugly”.

     

    Eén probleem, wie speelt ‘the good’?

     

    Ik wens iedereen een fantastisch einde van 2010 en een supersonische vlucht naar geluk, gezondheid… én een regering in 2011!

     

    Luctor

    31-12-2010 om 10:13 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    29-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2009: En toen kwam een olifantje met een lange slurf...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luctor geniet nog steeds van een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2009!

     

     

     

    Believe it or not, mijn beste vrienden, 2009 zit er alweer op. Exact tien jaar geleden, eind 1999, dachten we met z’n allen dat de wereld zou vergaan, dat computers massaal zouden crashen en dat zwangere vrouwen duivelse katten met gele ogen zouden baren bij het overschrijden van de middernachtklok op 31 december 1999.

    En zie wat ervan gekomen is. Geen enkele computer sloeg tilt, de wereld draait nog altijd rustig door en onze zwangere vrouwen van toen kregen roze baby’s met suikersnoetjes en worden nu horendol van het geprépuber van hun millenniumbaby’s. De wereld, hij gaat zijn gangetje.

     

    Toch is het ieder jaar weer eventjes ademstokkend als je op het einde terugblikt op de voorafgaande 365 dagen. Sommige dingen zijn we al helemaal vergeten, bij veel andere heb je zoiets van ‘Ach ja, dat ook!’ en sommige dingen blijven voor eeuwig in ons geheugen geëtst. Vaak zijn dat de kleine dingen van alledag. Onze Jarne, die nu al anderhalf jaar weigert om naar de kapper te gaan en sedert zijn eerste communie is veranderd van een guitig ventje in een echte Prince Goldlocks; Kim, die na haar eerste afstuderen nu opnieuw begint te sakkeren omdat ze volop bezig is aan haar tweede thesis; Evelien, die met ongeziene fightingspirit blijft knokken in al haar therapieën ‘to walk again’; vrienden die kinderen krijgen; vrienden die dierbaren verliezen; vrienden die je zelf plots of minder plots verliest; nieuwe vriendschappen die ontluiken… De wereld is geen zak veranderd tegenover 10 jaar geleden.

     

    Maar hoe zijn we 2009 ook alweer begonnen?

     

    Ohja, om iedereen meteen na de euforische kerst- en nieuwjaarsdagen onmiddellijk weer met de voeten op de grond te zetten, besliste de Almachtige om al op de vierde dag van het jaar Lei Clijsters bij zich te roepen. Niet eens 53 jaar is de vader van onze dan nog gepensioneerde tennistrots en al piepedada. Andere bekende overlijdens vallen er niet te melden in januari, al is dat niet volledig in overeenstemming met het nieuws op de VRT-website. Daar meldt de redactie met veel ingetogen medeleven het plotse overlijden van Koningin Fabiola. Nu was ik er zelf van overtuigd dat het mens al jààààren dood is en dat ze haar bij elke publiek optreden gewoon even opwarmen in de microgolf, maar niet dus. Het oudste besje van het koninklijk paleis is zo taai als haar kapsel en bleek springlevend.

     

    Ook springlevend maar dan aan de andere kant van de grote plas is die donkere Amerikaan Barack Obama. Ik weet niet hoe het bij u zit, maar op mijn tv-toestel lijkt hij altijd meer groen dan zwart. Het zou mij niets verwonderen dat de CIA en de FBI daar voor iets achter zitten, al was het maar om de gemiddelde Amerikaan eraan te laten wennen dat ze voor het eerst in de geschiedenis een zwarte leider hebben. We can make him look green. Yes, we can!

     

    In eigen land hebben we ook een redder des vaderlands. Herman Van Rompuy. Herman Van Rompuy. Want een Japans gedicht zeg je altijd twee keer. De vleesgeworden typecast van een kalende professor uit stripverhalen zou nooit van zijn leven eerste minister willen worden. Néén, daar zou hij zich niet mee bezighouden! Ge ziet dat van hier… Maar wie stond er voor de Koning om de eed af te leggen als premier? Haiku Herman! Met de Ieperse geitenboer in zijn zog als nieuwe Minister van Buitenlandse zaken. Goe bezig, die tsjeven!

     

    Februari begon dan weer heuglijk. Niels Albert geeft een demonstratie in het Nederlandse Hoogerheide en wordt er wereldkampioen veldrijden voor de Tsjech Stybar en gouwe ouwe Sven Nijs. We zeggen en schrijven, de eerste dag van de korte maand.

    Twee dagen later wordt Kadhafi verkozen tot voorzitter van de Afrikaanse unie. De wereld kijkt bang toe op welke landen de Lybische leider zijn priemende blikken zal richten.

     

    Groot is dus de consternatie als blijkt dat het eerste schot in de roos niet vertrekt vanuit een bedoeinentent, maar wel 9 maanden eerder al vertrokken is vanuit de piemel van een Britse jongen. Alfie Potter is 13 jaar en trots toont hij met zijn 2 jaar oudere vriendin hun pasgeboren baby op televisie. In het interview met de BBC vraagt de jongen aan de journalist wat ‘financieel rondkomen’ nu precies wil zeggen, maar veel zorgen hoeft hij zich daar al niet meer over te maken als amper 2 dagen later blijkt dat niet hij, maar zijn vriendje Tyler Barker de vader blijkt te zijn. Rappe kadées, die Engelsen.

     

    Maart is ten huize Luctor traditioneel de verjaarmaand. Het begint met onze Jarne al direct op de eerste van de maand en exact 2 weken later is het de beurt aan zijn zus. Prince Goldlocks wordt 8 en Kim 22. Als al het geld op is aan cadeaus voor beide, is het op de 17de mijn beurt. Een aantal keer drie kussen en een paar stevige handdrukken zijn mijn deel, maar meer wil een mens ook niet als je tot het besef komt dat je op de laatste rit van tram vier bent gestapt. Ik snak naar Abraham! Dan zal ik pas echt kunnen zeggen dat ik op de helft van mijn leven zit!

     

    Maar de wereld draait natuurlijk gewoon door en in de loop van de maand valt er niets dan kommer en kwel te melden. De president van Guiné-Bissau, Joao Bernardo Vieira) wordt voor zijn huis neergeknald, nadat hij een paar dagen eerder had toegegeven dat hij achter de moord op generaal Batista Tagme Na Wai zat. In het tv-nieuws niet meer dan een fait-divers, net als de beslissing van de artsenvereniging Artsen Zonder Grenzen om alle dokters uit Darfour terug te halen, nadat 3 Belgische dokters in Soedan waren ontvoerd.

    In eigen land verlaat Nand Buyl zijn oude lichaam.

     

    In april slaat de crisis blijkbaar ook ongenadig toe in het koninklijk paleis. Naar verluidt zou men ook daar besparen op dagelijkse gebruiksartikelen. Zo zou Mathilde het scheermesje van onze kroonprins gepikt hebben om haar benen te ontharen, waardoor Filip himself nu met een baard door het leven moet. “Iek doe dat om aan te tonen dat iek ook maar gewone man ben”, zegt hij. My ass, maak dat mijn grootmoeder wijs. Mathilde die het beu was om zijn stoppels tegen de binnenkant van haar billen te voelen, ja. Dàt is de reden! Kom er dan teminste voor uit! Of steek het desnoods op de crisis, maar ‘een gewone man’…? Kom kom, dat hoeft hij toch niet te bewijzen. Iedereen weet toch al lang dat hij een simpele duif is.

     

    Maar baard of niet, in Zwijnaarde liggen ze er niet wakker van en worden de vlaggen gehesen nadat hun gewichtheffer Tom Goegebuer Europees goud wint in de gewichtsklasse tot -56 kg. Een kolos van een kerel zal het dus wel niet zijn, maar volgens de kranten heeft de man zijn plak verdiend door 115 kg te “trekken” en 137 kg te “stoten”. Nu ken ik niets van gewichtheffen, maar als ik dat zo hoor, dan lijkt het mij nog een toffe sport.

     

    En terwijl de vlaggen in Zwijnaarde nog wapperen in alle fierheid, dalen ze in Nederland tot een treurend halfstok. Op 30 april krijgt ene Karst Tates het zot in zijne kop en besluit hij op Koninginnedag een aanslag te plegen op Beatrix en haar gevolg. Hij moet daarvoor wel eerst met zijn auto door een zee van mensen rijden. Vijf feestvierders laten het leven en de auto raakt niet eens tot bij de cabrio-bus waarin de koninklijke familie rondrijdt. Tates strandt met zijn gehavende wrak tegen een monument en sterft zelf één dag na zijn aanslag. Trix zegt geschokt te zijn door de aanslag op haar familie. Ik ben het vooral voor de mensen die stierven met zicht op de koningin. Niet eens voor het vaderland…

     

    Mei begint vrij rustig. In de eerste helft van de maand valt er eigenlijk vrijwel niets speciaals te melden. Tom Boonen wordt betrapt op cocaïnegebruik, maar aangezien dat het al voor de derde keer is, kijkt niemand daar nog van op en heb ik zoiets van laat die mens toch gewoon zijn goesting snuiven. Even wordt in de Belgische Wielerbond overwogen om hem definitief te schorsen, maar als blijkt dat De Lijn hem persoonlijk wil sponsoren, mag hij onmiddellijk weer de fiets op.

     

    Op 17 mei legt Frank De Winne examens af die definitief zullen moeten bepalen of hij mee mag naar het ruimtestation, maar geen luis die er aandacht aan besteed. Welnee, in Antwerpen valt er immers veel belangrijker nieuws te rapen. Frank De Winne voor zes maanden de ruimte in, who cares? Kai-Mook, dat is pas nieuws. Zo’n klein rond, grijs ding op vier poten met gigantische oren en een slurf, dààr moet alle aandacht naar toe. Duizenden Marokkanen, Turken en Algerijnen leven hier al generaties lang, maar het blijven vreemdelingen. Maar als er een olifant wordt geboren die notabene uit Centraal Afrika komt, dan is het er onmiddellijk eentje van ons. Haja, wat denken ze wel…

     

    Op 21 mei beslist een penalty van Axel Witsel over het kampioenschap in de Belgische voetbalcompetitie. De nieuwe Gouden Schoen trapt ‘m feilloos binnen tijdens de testwedstrijden tussen Anderlecht en Standard en de Luikenaars mogen de beker mee naar Wallonië nemen.

    Exact 1 week later (de 28ste) vertrekt Frank De Winne voor een missie van 6 maanden in de ruimte. En Kai-Mookske? Alles OK hoor. Hij zuigt liters melk bij zijn moeder en hij schijt al flinke keutels. ’t Is er ene van bij ons hé…

     

    Juni wordt beheerst door 3 grote namen: Yasmine, Michael Jackson en Rouslan Toumaniantz. Yasmine koos bewust om een einde te maken aan haar leven en Michael Jackson werd daar een handje bij geholpen door zijn lijfarts. Twee sterren minder, moet Rouslan Toumaniantz gedacht hebben en de snoodaard tatoeërde meteen 56 exemplaren in de snuit van een Kortrijks meisje. Ik kan me voor de dooie dood haar naam niet meer herinneren, maar als u haar vandaag of morgen tegen zou komen, dan zul je haar beslist herkennen! Ook zonder haar naam te weten…

     

    Het begin van de julimaand stond volledig in het teken van Lance Armstrong. Kon de gepensioneerde Amerikaan, die gedurende zijn volledige carrière glad genoeg was om altijd tussen de mazen van het dopingnet te glippen, een terugkeer op het hoogste wielerniveau waarmaken, zonder af te gaan voor de camera’s van de voltallige wereldpers? Na drie weken Tour De France kenden we in Parijs het definitieve antwoord. Winnen kon de Amerikaan niet meer. Die eer was weggelegd voor Alberto Contador, kort op de hielen gezeten door de Luxemburger Andy Schleck, maar qua publiciteit had Armstrong (als derde) dubbel zoveel aandacht gekregen als de nummers één en twee in de uitslag. “Mission completed and I’ll be back”, zei de Amerikaan. “Yes, we can”, dacht zijn groene president.

     

    Op onze nationale feestdag wordt Koningin Fabiola traditioneel uit de mummie gerold en opgewarmd in de microgolf. Deze keer had ze zelfs een grapje in petto. Daar waar ze een paar dagen voor de 21ste juli nog verwittigd werd dat ze zou doodgeschoten worden met een kruisboog, verscheen het kranige oudje tijdens de festiviteiten van de nationale feestdag met een appel in de hand. Willem Tell, catch me if you can. De eerlijkheid gebiedt evenwel te zeggen dat deze moedige daad veel minder moedig was als je de omstandigheden kent. Het pakje wat de Koningin tijdens het defilé droeg was in een soort fluo-paars waar geen enkele schutter meer dan 5 seconden op zou kunnen richten zonder schele hoofdpijn te krijgen.

     

    Augustus is de verlofmaand bij ons en dus gingen we een weekje op vakantie naar onze Belgische kust. Geen grote reis deze keer, zelfs geen avontuurlijke campertocht –dat is een beetje moeilijk met de rolstoel–  maar een weekje uitwaaien in Lombardsijde.

    Amper terug van de kust, verkopen we ons huis (met trappen) in Eeklo en kopen we een ander pand (zonder trappen) in Sint Laureins. We beseffen dat het tegen de winter zal draaien als we zullen kunnen verhuizen, maar dat hebben we er graag voor over. Polders, here we come.

     

    Voor de rest lijkt augustus zoals elk jaar verder te kabbelen zonder grote uitschieters. Maar dat is op 30/08 zonder Axel Witsel gerekend. In een zwaar beladen wedstrijd tussen Anderlecht en kampioen Standard verkoopt de Gouden Schoen een walgelijke doodschop op het scheenbeen van Marcin Wasilewsky. Het been van de Pool krult in ware Luc Nillis-stijl tussen voet en ondergrond en breekt op meerdere plaatsen. In plaats van die omhooggevallen Waalse Jan-Mijn-Kloten voor eeuwig en drie dagen te schorsen… Tien wedstrijden vindt de Bond meer dan voldoende. Bende losers!

     

    We zijn ondertussen in september aanbeland en valt het u ook op dat er nog bijzonder weinig te vertellen viel over de Belgische politiek? Dat komt omdat er eigenlijk ook bijna niets gebeurt. De rustige vastheid van premier Van Rompuy staat eigenlijk borg voor een status quo op alle fronten, in alle dossiers. Pieter De Crem, aka de Rostekop van Aalter, springt af en toe eens uit de ban, maar dat is ’s mans karakter. Leterme durft uit schrik voor een nieuwe blunder zelfs niet meer zingen in zijn eigen geitenkot en Dehaene is in alle stilte bezig om Dexia om zeep te helpen. Bij de sossen en de liberalen snijden ze mekaars strot over uit eigenbelang en zelfs bij het Vlaams Belang wordt de bokshandschoen van een voorbije verkiezingscampagne weer boven gehaald. Alleen is het deze keer niet om reclame  te maken, maar om op mekaars smoel te timmeren. De sossen en de blauwen wens ik een spoedig herstel. Het Vlaams Belang wens ik een lange KO.

     

    Maar goed, we dwalen af. Ik was eigenlijk aan het vertellen dat we dit jaar nog geen echte politieke blunders hadden gekregen tot ene Filip Muyters dat ook in de gaten kreeg. Nu dacht u op dat moment who the fuck is Filip Muyters, maar de Vlaams Minister van Begroting achtte zijn moment gekomen en beweerde in een parlementair debat dat al wie kon rekenen wist dat 35 plus 72, gelijk is aan 117. Sindsdien weet u wie Filip Muyters is. Een dommekloot die niet kan rekenen? Neen mijnheer, dankzij één politieke blunder is Filip Muyters een BV, die thuis hoort in het rijtje van de allergrootsten zoals Sam Gooris, Jean-Marie Pfaff e.v.a….

     

    Over El Sympatico gesproken, voor de Pfaffs was september niet echt een leuke maand. Alle boekskes schreven over het gezin en aan de lopende band moesten de Pfaffs uitrukken naar allerlei rechtbanden om de edities te laten tegenhouden. Jean Marie bedriegt zijn vrouw en Carmen zuipt… Wel laat die mensen toch aub… Is het uw vrouw die hij bedriegt? Is het uwe living die ze volkotst? Nee toch! Awel laat die mensen hun gang gaan en laat Boonen snuiven zoveel hij wil. Als Muyters mag beweren dat 35+72 = 117… dan mag van mij alles.

     

    Voor Kimmeke Clijsters waren het dan weer hoogdagen in september. Twee jaar met pensioen en een baby later begint ze opnieuw te tennissen. Ze vertrekt naar de US Open, waar ze alleen maar mag starten omdat ze een sympathiek smoelke heeft. Een echte ranking heeft ze immers niet meer, laat staan hoog genoeg om aan een Grand Slam te mogen deelnemen. Ronde na ronde knokt ze zich door de wedstrijden om uiteindelijk het pleit te winnen tegen de meest getetteerde helft van de Williams-zussen. Ik vraag mij af welke Amerikaanse zot dit spel omgekocht heeft. We zullen het pas later weten als de rechten van deze all-american story zullen verkocht worden aan een filmmaatschappij om er een prent over te draaien.

     

    In het Zwitserse Mendrisio wordt Cadel Evans na een compleet mislukte Tour De France, wereldkampioen wielrennen. Nog zelden zo een mossel op een podium zien staan. Boonen mag zelfs zo stoned zijn als een tweedehandse waterkoker, dan nog heeft hij tien keer meer uitstraling dan dit Australische fossiel.

     

    Oktober brengt bijzonder veel nieuws. Alsof iedereen het einde van het jaar stilaan voelt naderen en nog snel zijn steentje wil bijdragen aan 2009.

    Laat mij beginnen met het meest opmerkelijke: Barack Obama vertelt aan de wereld dat hij in het belang van de vrede nog eens 30.000 jonge Amerikaanse militairen extra zal sturen naar de schurkenstaten. Hij wordt daarvoor beloond met de Nobelprijs voor de vrede… Wie zijn eigenlijk dat stelletje seniele imbecielen die de Nobelprijzen toekennen? Hoedanook, ik geloof nooit dat Alfred Nobel dit in gedachten had toen hij nog leefde. Alsof nog niet genoeg jongens gesneuveld zijn in de strijd tegen terrorisme, die al lang geen strijd tegen terrorisme meer is. En als de groene president de prijs alleen krijgt omwille van zijn uitspraak dat je voor de vrede soms slachtoffers moet maken… tja dan had mijn goeie vriend Stijn Meuris ‘m al jaren eerder moeten krijgen voor zijn song “ Een heel klein beetje oorlog”.

     

    Op zich vind ik het deze nobelprijs toch één van de meest markante feiten van 2009. Maar geen kat die er wakker van ligt in Vlaanderen. Ha neen, want wij zijn bezig met iets vééééél belangrijkers. Wij kiezen namelijk Josje Huisman als nieuwe blondine in K3. Who the fuck is Barack Obama? Hoezo jonge mensen die sterven op het slagveld…? Wie heb ik aan de lijn… hallo hallo… wie zou dat kunnen zijn… hallo hallo… mijn tele-romeo! Vlaanderen op zijn smalst!

     

    Voor het overige brengt oktober voor het eerst weer een sprankel hoop voor onze Rode Duivels. Dick Advocaat werd vanuit Nederland gehaald als redder van het Belgische voetbal en de Kleine Generaal boekt bij zijn eerste wedstrijd direct een zege tegen Turkije. Hij vindt onze vedetten jeanetten en alleen al door die uitspraak steelt hij meteen mijn hart!

    Niet eens 24 uur later wordt Jozef D. De Veuster van de weeromstuit door Paus Benedictus uitgeroepen tot de Heilige Damiaan, al heb ik zo mijn twijfels of het een met het ander iets te maken heeft.

     

    Hoedanook, nog altijd in de oktobermaand, nemen we afscheid van Dré Steemans, van Jef Nijs en van Frank Van Den Broecke. Respectievelijk de geestelijke vader van Felice Damiano, de geestelijke vader van Jommeke en tenslotte de geesteszieke beste wielrenner die we ooit hadden. Ik verlies drie idolen in iets meer dan een week.

     

    Hoogtes en laagtes in de maand november. Herman Van Rompuy, nog altijd goed verscholen in de Belgische politiek schiet als een raket de hoogte in als hij aangeduid wordt als president van de EU. Herman Wie?, vraagt de wereld zich af, maar als Herman uitpakt met één van zijn wereldberoemde haiku’s wordt iedereen meteen stil. Bejaarden uitlachen doe je namelijk niet! Hoedanook, even was er nog twijfel over zijn aanduiding maar dat had schijnbaar te maken met het feit dat hij zijn whereabouts niet correct had doorgegeven.

    Iets waar tennissers Yanina Wickmaeyer en Xavier Malisse ondertussen ook kunnen over meespreken. Gelukkig is er voor hen een oplossing. Good old Filip Muyters (de man van 37+72=117) heeft zijn begroting geteld en ziet dat hij véél geld over heeft. Ik ga onze tennisvedetten sponsoren in hun proceskosten, zegt de brave borst. Wickmaeyer, bijna 1m85 lang drukt de uk van een minister keihard aan haar borst en sedertdien is van hem niets meer vernomen.

     

    Zoals gezegd, hoogten, maar ook laagten. Want zoals Haiku Herman als een komeet de lucht in schoot, zo daalde Frank De Winne met een Russische Sojoezcapsule weer naar de aarde na een verblijf van 6 maanden in de ruimte. Maar Vlaanderen glimlacht alleen maar bij het horen dat hij is teruggekeerd. K3 heeft een vervangster voor Kathleen. Dat is pas nieuws! Welkom welkom, bij de drie biggetjes…

     

    En jawel, zo belanden we alweer bij de laatste maand van het jaar en kunnen we de boeken voor 2009 zo goed als sluiten. Hét nieuws deze maand is te rapen in onze eigen woonkamer, die sedert 2 december niet meer in Eeklo te vinden is, maar wel in ons nieuw kot in St. Laureins. Verhuisd at last!

     

    Is er anders nog opmerkelijk nieuws geweest in de voorbije weken? Amper! De Klimaattop is Oslo is grandioos geflopt, een aanslag op een vliegtuig tussen Schiphol en Detroit is mislukt en een jonge 25-jarige Italiaanse vrouw werpt zich van pure geilheid op de 82-jarige paus Benedictus. Dan ben je toch niet goed bij je hoofd, dacht ik onmiddellijk na het bekendmaken van het nieuws. En inderdaad een dag later meldden alle nieuwszenders dat ze uiterst verward was toen ze de paus besprong. Ze dacht dat het Filip Muyters was…

     

    Je ziet, het was weer een jaar zoals alle andere. Met 1000 dingen die we alweer vergeten zijn en met 365 dagen die ons op weg zetten naar de volgende 365.

     

    Maak er een fantastisch 2010 van !!!!!!!!

    C U around.

     

    Luctor

    29-12-2010 om 20:13 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    27-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2008: Alleen de aandelen van rolstoelen gingen de hoogte in
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luctor geniet nog steeds van een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2008!



    Driewerf hoera want we hebben het weer eens gehaald. 2008 zit erop! Het geeft ons de kans én de plicht op terug te blikken op een jaar waarin we zowat van de ene verstomming in de andere liepen. Schitterde Yves Leterme in 2007 nog met een illustere vertolking van het Franse volkslied, in 2008 scoorde hij in alle hitlijsten met zijn eigen bewerking van een niet te evenaren zwanenzang. Maar er is meer…

     

    Zo begon het jaar in absolute mineur voor de man die al een kwart eeuw verkondigde dat hij 1000 jaar zou worden. Niet dus, want al op de derde dag van het nieuwe jaar wisselde dr. Herman Lecompte op 78-jarige leeftijd het wezenlijke voor het eeuwige. Kunstenares Begga D’Haese bleef verweesd achter. Onbegrijpend waarom haar geliefde medische media-kabouter liefst 922 jaar te vroeg is gestorven.

    Amper ware de rijke Knokkenaren van de schok bekomen of daar bood zich al nieuw onheil aan. De Europese beurzen kregen in die eerste paar dagen van het jaar enorme klappen en specialisten spraken van het slechtste economische jaarbegin sedert 1999.

    Geef toe, een jaar dat op die manier van start gaat belooft weinig goeds. Gepeupel zoals wij veert dan nog eens op voor mannen als Sven Nijs (5de keer Belgisch kampioen veldrijden op 6 januari) en Steven Defour (winnaar van de gouden schoen op 16 januari), maar kenners van de economische en financiële wereld wisten toen al hoe laat het was.

    Vijf voor twaalf bij de Société Générale bijvoorbeeld, die plots een gat ontdekte van liefst 4,9 miljard Euro. Sven wie? Steven wie? Inconnu, monsieur!! Jerôme Kerviel ja, die vergeten ze daar in Parijs nooit meer.

    En hoe verging het onze nationale Yves in januari? Wel, niet eens zo slecht eigenlijk. Hij startte in de Senaat met het Octopusoverleg om de bakens uit te zetten voor de noodzakelijke staatshervorming en noemde die stap “de laatste kans voor België”. Sommige mensen hebben inderdaad meer profetische gaven dan anderen…

     

    Februari, maand van Sint Valentijn, start op passende wijze als de nieuwbakken franse president Nicolas  Sarkozy op zijn 53ste trouwt met het ex-topmodel Carla Bruni. De kleine franse driftkikker straalt als hij met zijn kersverse bruid het Elyzée verlaat. Vrijwel meteen duiken overal naaktfoto’s op van de nieuwe first lady of France, “maar alleen ik weet of ze gefotoshopt zijn”, grapt petit Nicolas.

    Wie zeker een fotoshopbeurt zou kunnen gebruiken is good old Fidel Castro. De eens zo fiere “commandante di Cuba” lijkt hoe langer hoe meer op een wassen beeld van zichzelf en besluit na 50 jaar presidentschap de fakkel door te geven aan zijn broer Raul. Tussen het heugelijke nieuws uit Frankrijk en het ontluisterende beeld van het oude leidertje van communistisch Cuba, wordt onze eigenste Justine Henin in St.Petersburg uitgeroepen tot wereldsportvrouw van 2007. Alweer een pak dollars waarmee ze eindelijk haar borstvergroting zal betalen, hoopt half België. Maar Henin wil van geen kliniek weten en houdt halsstarrig vast aan haar twee muggenbeten.

    Geen nieuws van Leterme in februari? Toch wel! Waar Justine nog vrij kon kiezen of ze al dan niet in de kliniek langs ging, kreeg de Westvlaamse geitenhoeder die keuze niet. Op advies van zijn huisarts moest hij zich hoogdringend laten opnemen met een inwendige bloeding van het maagdarmsysteem. “Gun mij nog even wat rust en ik kom terug”, sprak de arme Yves toen hij 2 weken later het ziekenhuis mocht verlaten.

     

    Inderdaad, amper een zucht later, op 6 maart, staan Verhofstadt en Leterme glunderend naast elkaar. De een opgelucht dat hij eindelijk aan zijn Sabathjaar kan beginnen, de andere blij dat hij zonder al te veel maagklachten kan starten om de Belgische puinhoop op te ruimen. Flahaut, vorig jaar nog goed voor een hoofdrol in ons jaaroverzicht liep ondertussen in de politieke coulissen te knorren van ongenoegen, want amper was geweten dat Pieter De Crem hem op defensie zou komen vervangen, of daar stond de meest vurige rostekop uit Aalter al aan André’s bureau om hem uit zijn kabinet te verjagen.

    En dan, op 19 maart, doodse stilte. De wereld staat heel even stil, want de man die minstens 375 Nobelprijzen voor literatuur had moeten winnen, is niet meer. Hugo Claus kiest na tien jaar aftakeling door de ziekte van Alzheimer zelf voor een waardige dood. Helaas weerklinkt in dit echte Verdriet van België ook de valse noot van solist Godfried Danneels, die Claus’ zelfgekozen afscheid kwalijk nam.

    Voor de rest gaat in maart de brouwerij Liefmans op de fles en vierden we bij ons thuis de verjaardagen van Jarne (7j), Kim (21j) en ondergetekende (oud). In die volgorde.

     

    April start al meteen op de eerste dag in panische angst voor de ouders en geliefden van de Chiroleden uit Kontich. Achtendertig blauw-gele tieners raakten verdwaald aan de Italiaans-Sloveense grens en moesten noodgedwongen de nacht doorbrengen in een onherbergzaam gedeelte van de Julische Alpen. Gelukkig zijn de tieners na 1 nacht terecht en blijven de gevolgen beperkt tot een aantal snotneuzen en een paar dozijn verkleumde handen en voeten.

    Vlaanderen slaakt een zucht van opluchting en doet dat twee weken later nog eens over als Tom Boonen als eerste over de eindstreep van Parijs-Roubaix rijdt. Alle cocaïneverhalen worden hem meteen vergeven. Tommeke kan het nog. Een week eerder al won Stijn De Volder de Ronde Van Vlaanderen. Minstens zo indrukwekkend, minstens zo groots, maar Stijn is Tommeke niet en dus reageert iedereen een stuk gereserveerder. Een beetje zoals Prins Filip die aankondigt dat zijn hond weer doopsuiker heeft gescheten omdat ons Koningshuis alweer een telgje rijker is: Eléonore Fabiola Victoria Anne Marie De Vos-Lemmens…, of zoiets.

    “Zo weinig mogelijk zorgen maken, voldoende rusten en voldoende ontspanning zoeken”, hadden Letermes artsen gezegd en dus trok onze premier op 25 april naar Luik om er live te eerste voetbaltitel van Standard in 25 jaar mee te vieren. Sjaal rond de hals, frietjes etend, breed lachend, dansend, pintjes drinkend, de armen triomferend in de lucht… Even kwam het beeld van 800.000 voorkeurstemmen terug opdoemen.

     

    Voor de krant “Het Volk” kwam deze historische titel van Standard nog net op tijd, want hoewel inhoudelijk al veel eerder opgezwolgen door “Het Nieuwsblad”, was de naam van de 117-jarige krant tot dan toe overeind gebleven. Maar daartegenover was ‘t Volksken dan weer net te vroeg ter ziele gegaan om op 9 mei nog te kunnen uitpakken met paginagrote foto’s en dito titels van de één dag eerder verongelukte voetballer François Sterchele. Het droeve nieuws van Club Brugge’s nummer 23 zorgt er zelfs voor dat in de media maar weinig plaats overblijft voor de zware aardbeving, die in Zuidoost China duizenden slachtoffers eist en miljoenen Chinezen dakloos maakt.

    Ten huize Luctor eist Jarne een glansrol op door zijn eerste communie te doen en bij de CD&V is Leterme heel even bereid om zijn spotlights te laten schijnen op Marianne Thyssen, die de partij vanaf nu zal voorzitten.

    Justine Henin kondigt aan dat ze definitief stopt met tennis. Ik vraag mij onmiddellijk af of ze misschien nu tijd zal vinden om… Neen, ik mag mij daar eigenlijk niet mee bemoeien. Het is tenslotte haar lijf en het zijn haar euh…tetten.

     

    De modewereld hult zich in zwarte rouw als op 2 juni Yves Saint Laurent op 71-jarige leeftijd overlijdt.

    Zwarte rouw ook bij de Clintons, die in de VS moeten aanvaarden dat Hillary net te kort kwam in de voorverkiezing en dat niet zij, maar haar partijgenoot Barak Obama de volgende presidentskandidaat zal worden. Yes, we can!

    Iets gelijkaardigs moeten ook de spaanse voetballers gedacht hebben toen ze in de finale van het EK met 1-0 wonnen van…jawel, Duitsland. Eindelijk is de vloek van Gary Linneker doorbroken: voetbal is dankzij de Spanjaarden niet langer een sport waar twee ploegen 90 minuten achter een bal hollen en waar op het einde de Duitsers winnen. Fernando Torres blijft alleen al daarom voor eeuwig mijn held.

    Maar hét nieuws van de maand juni kwam van good old Johnny White. Monsterhits als “Verloren Hart, Verloren Droom” had de vlaamse charmezanger al jaren niet meer gescoord. Dan maar mijn zolder ombouwen tot een heuse cannabisplantage moet de brave borst gedacht hebben, maar voor hij er erg in had stond de politie aan zijn deur met een arrestatiebevel. John Wittevrouw, want zo heet de man uit Scherpenheuvel in het echt, veranderde onmiddellijk zijn artiestennaam. Johnny White is dood… Leve Johnny Wiet.

     

    Dat een artiestennaam wel wat kan opleveren heeft ook de Bosnische Serviër Radovan Karadzic mogen ondervinden. De man werd in juli weliswaar gearresteerd, maar leefde sinds 1997 in Belgrado als new-age dokter onder de naam Dragan Dabic. Hij kon er elf jaar lang in alle rust op café gaan, verliefd worden en een praktijk uitoefenen zonder dat iemand door had dat hij het vermeende brein was achter de volkerenmoord van Srebrenica. Op 30 juli verschijnt hij weer als zijn eigen zelve voor het Joegoslavië-tribunaal in Scheveningen.

    Eerder in de maand juli keurde Paus Benedictus de heiligverklaring van pater Damiaan goed, won Carlos Sastre de ronde van Frankrijk in de categorie van niet betrapte renners en werd Inbev de grootste speler op de wereldbiermarkt na de overname van het Amerikaanse Anheuser-Bush. Tussendoor bereikte ons ook nog een bericht uit Portugal en het Verenigd Koninkrijk dat niet langer gezocht zou worden naar het vermiste meisje Madeleine McCann. Een mens zou er zowaar koude rillingen van krijgen, maar ook dat was in deze kille julimaand niet meer dan normaal.

     

    Qua temperatuur kon augustus al evenmin bekoren, maar bij ons thuis was dat het minste van onze zorgen. Op een vroege ochtend krijgen we namelijk een ijskoud telefoontje uit het ziekenhuis van Westmalle dat Kim daar ’s nachts is binnengebracht met een gebroken voet. “Een klein breukske, mijnheer”, maar als mijnheer een paar uur later het eigenlijke verdict te horen krijgt, ging de grond onder mij toch heel eventjes open. Een hele operatie lang hebben de artsen gevochten voor het behoud van haar voet en finaal krijgen we ze afgeleverd met zowat driekwart van de Gamma in haar pootje.

    Twee dagen later vertrekken we toch op vakantie, gepakt en gezakt en met een rolstoel in de kofferbak. Weinig mogelijkheden dus om echte vakantie-activiteiten te doen, maar des te meer tijd om via kranten, radio en televisie de actualiteiten te volgen. Zo verneem ik dat Gilbert Bodart de cel is ingesukkeld na zijn medewerking aan een gewapende overval op de Grotten van Han, dat Ignace Crombé zich emailsgewijs in de love-shit heeft gewerkt, dat bagage-afhandelaars Flightcare en Aviapartners het werk hebben neergelegd waardoor in Zaventem een nooit geziene valiezenchaos ontstaat. Verder ook  dat Michael Phelps liefst 8 gouden plakken zwemt op de Spelen in Peking en dat Tia Hellebaut met 2.05m een sprong maakte naar het eerste olympische goud voor ons land in meer dan 40 jaar. Allemaal leuk, allemaal spannend, maar zoals gezegd beleven wij het in de schaduw van “een breukske”.

     

    Het breukske begint in september stilaan minder pijn te doen, zegt mijn dochter. De revalidatie begint goed op gang te komen en als ze weer eens met een van pijn vertrokken gezicht ligt te zweten op de kine-tafel, spurt die andere Kim (Gevaert) voor de laatste keer 100m voluit tijdens de Memorial Ivo Van Damme.

    September is meestal ook de maand waarin hier en daar de eerste bladeren van de bomen beginnen te vallen, maar deze keer dwarrelen ook de Fortis-aandelen mee in het herfstballet. De aandeelhouders zien euro per euro wegsmelten, terwijl Fortis-topman Herman Verwilst een oprotpremie van 5 miljoen Euro krijgt toegeschoven.

    Georges d’Udekem d’Acoz (72), vader van prinses Mathilde verlaat deze wereld op 25 september, amper 2 dagen later gevolgd door acteur Paul Newman (83). Notabene op de dag waarop Wilfried Martens (72) smoorverliefd in de ogen van Miet Smet (65) kijkt en ze samen “ja” zeggen in het stadhuis van Lokeren.

     

    Is het dan al eens een paar maanden ietwat stiller rond de figuur van Yves Leterme, in oktober rommelt het weer langs alle kanten. De regering hangt aan elkaar als een gammele auto die op elke bult in de weg uit elkaar kan spatten. Pers en collega’s beschimpen de wankele premier aan de lopende band en als op 8 oktober ook nog eens het kartel met de NV-VA breekt, beginnen ook hoe langer hoe meer CD&V’ers openlijk aan de stoelpoten van hun premier te zagen.

    Ook met politietopman Fernand Koekelberg gaat het van kwaad naar erger. Gesjoemel met benoemingen van secretaressen brengen hem op de rand van de afgrond, maar verder dan een blaam van Patrick Dewael en Jo Vandeurzen gaat het niet. Vandeurzen beseft dan nog niet dat hij er eerder zal gelegen hebben dan de politieman…

    In Oostenrijk vliegt extreem rechts politicus Jörg Heider (58) met een knal uit het leven. Gedronken en veel te snel gereden, fluisteren kwatongen, maar iedereen is dan al vergeten dat hij de man was waarvoor Louis Michel jaren geleden voorzichtigheid had gepredikt en ons probeerde uit het hoofd te praten om op skivakantie naar Oostenrijk te gaan.

    Voor de rest zal oktober voor altijd in het geheugen blijven als de maand waarin banken en aandelen kelderen tot historische dieptepunten.

     

    Ook in november krijgen de beurzen nog rake klappen te verwerken. Economisch laat zich dat gevoelen en dagelijks krijgen we alarmerende berichten van grote bedrijven als Ford Genk, Philips, Bekaert, ArcelorMital.

    In de Verenigde Staten loopt het geen haar beter. Integendeel, maar daar raken de  crisisberichten heel even verstomd door de overwinningsroes van de nieuw verkozen president Obama. “Gaan we de economische en financiële crisis oplossen?”, vraagt de eerste zwarte president van de VS… “Yes we can”, scandeert een uitzinnige meute.

    Ondertussen verliest bij ons Wannes Van de Velde (71) een lang gevecht tegen leukemie en brandt zowat half Mumbai in een resem aanslagen die India laten kreunen onder zwaar terrorisme. Genoeg om even het vizier op de Belgische politiek te laten verslappen en Yves Leterme een beetje uit het oog te verliezen.

     

    Maar in december gebeurt het onvermijdelijke dan toch. Na de bladeren en de banken valt nu ook de regering. Niet met een enorme knal, niet met het Franse volkslied op de achtergrond, maar heel bruusk over een basisbegrip van ons democratisch bestel. “Neen, wij hebben de scheiding der machten niet geschonden”, zingen Leterme en Vandeurzen in een close harmony. “Ze liegen!”, schrijft de eerste voorzitter van het Hof Van Cassatie in een brief aan de parlementsleden.

    Wilfried Martens, op wittebroodsweken in Disneyland Parijs, wordt vanuit het Paleis bevolen om in allerijl uit de Splash te stappen, terug naar België te keren en als verkenner op pad te gaan om de parlementaire brokken te lijmen.

    Herman Van Rompuy wordt als formateur aangeduid en op het moment dat ik deze regels zit te tikken, ziet het ernaar uit dat hij er zowaar zal in slagen om een nieuwe regering te vormen met alle krokodillen uit de vorige. Al zal er hier en daar wel een krokodil aan moeten toegevoegd worden om de gaten van Leterme en Vandeurzen op te vullen.

    “De laatste kans voor België”, riep Leterme in januari. We zijn twaalf maanden verder… er zijn mensen geboren en er zijn mensen gestorven, maar toch staan we nog op precies hetzelfde punt.

    En weet je wat nog het ergste van al is??? Mijn teerbeminde, die nu al meer dan 3 weken geveld is door een mysterieuze aandoening van het zenuwstelsel. Eind november kon ze nog amper stappen, daarna alleen nog met behulp van een wandelrekje en sinds een paar dagen rollen we door het leven. Twee geliefden in één jaar tijd door het leven moeten duwen, is erg, maar dat dokters en professoren zich niet durven uit te spreken over de kansen van mijn vrouw, dat is pure dramatiek.

     

    Het ga je goed in 2009 en hoop asjeblief een beetje met ons mee dat het volgend jaar weer goed mag komen met mijn eega. Waarvoor dank!

     

    Luctor

    27-12-2010 om 10:53 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    25-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2007: Le jour de gloire est arrivé!!!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Luctor neemt een weekje vrijaf.
    Op veler verzoek -en in navolging van de miljoenen heruitzendingen van FC De Kampioenen- publiceer ik daarom in de komende dagen nog eens mijn jaaroverzichten van de voorbije jaren.
    Op 31 december december -bij leven en welzijn- neem ik terug de draad op met het jaaroverzicht van 2010.
    In de tussentijd wens ik iedereen een fijne Kerst en veel leesplezier met de terugblikken op 2007, 2008 en 2009.
    Vandaag: 2007!


    Het is weer van dattum, sinds mijn jaarverslag van het vreemde jaar 2006 hebben we inmiddels alweer 365 keer geslapen en zijn we gelukkig ook 365 keer weer wakker geworden. Sommige van onze wereldburgers haalden die limiet niet en voor hen werd 2007 helaas hun eigenste “station terminus”. Gelukkig zijn wij er met z’n allen wel nog en zijn we bij leven en welzijn dapper genoeg om een terugblik te maken op alweer een jaar dat voorbij is. Leterme zal het geweten hebben…

     

    Het jaar begon al goed, want toen we op Nieuwjaarsdag in een restaurantje een kleinigheid wilden gaan eten, zochten we vruchteloos naar de asbak op tafel. “Neen mijnheer”, zei de ober streng, “Vanaf vandaag mag er niet meer gerookt worden in de restaurants en eetgelegenheden”. OK dan maar, de koffie zullen we dus voortaan thuis drinken. Mét een sigaretje.

     

    Maar als de rook om je hoofd is verdwenen zie je vaak meer en dus konden we in diezelfde maand januari vaststellen dat Bart Wellens voor de tweede keer Belgisch kampioen veldrijden werd, dat ex-wielrenner Johan Musseeuw toegaf EPO te hebben gebruikt en dat Justine Henin niet naar de Australian Open kon omdat ze besloten had om van haar man Pierre-Yves Hardenne te scheiden. Door een of ander stom toeval was het arme kind immers te weten gekomen dat haar zo geliefde Pierre-Yves haar enige beha als katapult gebruikte om naar de mussen te schieten en dat hij een zelfhulpgroep had opgericht die luistert naar de illustere naam MBDT (Meer Bekers Dan Tetten).

    Nog in de maand januari schiet onze beste Prins Filip tijdens een nieuwjaarsreceptie uit zijn sloffen tegen 2 journalisten en dreigt hen de toegang tot het paleis te ontzeggen als ze nog slecht over hem schrijven. Sindsdien geen nieuws meer…

    En in de allerlaatste dagen van de eerste maand trok Michel Verschueren naar een schoenmaker om een babyschoentje te laten vergulden. “Kindje gekocht, mister Michel?”, vroeg de vriendelijke man achter de toonbank. “Neeje kieken”, antwoordt de geïrriteerde zilvervos, “Mbark Boussoufa heeft de Gouden Schoen gewonnen”.

     

    In de korte maand eiste de Billie Turf van de vaderlandse politiek voor het eerst (en zeker niet voor het laatst) dit jaar een hoofdrol op. Terwijl de hele wereld schande spreekt over de mensonterende situatie waarin de Congolese president Josephe Kabila zijn volk heeft gebracht, nodigt onze immer schuddebuikende Minister van Defensie André Flahaut, het Congolese staatshoofd uit naar ons land en overhandigt hem een eredoctoraat van de Koninklijke Militaire School. Verhofstadt is woedend en de militaire school zo mogelijk nog meer, want Flahaut was hen vergeten te verwittigen van het initiatief. Toeme toch Billie…, als het ook allemaal moet tegenslaan.

    En tegenslaan doet het ook voor voormalig Playboymodel en actrice Anna Nicole Smith. De voorzitster van de zelfhulpgroep MTDB (Meer Tetten dan Bekers) overlijdt op 39-jarige leeftijd in duistere omstandigheden na een dodelijke coctail van medicijnen, drugs en alcohol. De mondaine jetset rouwt.

    Ook Kimmeke Clijstert snottert een half sportpaleis onder water, zij het niet voor Anna Nicole. Nee, Kim heeft net de finale van de Diamond Games verloren tegen de franse halfman Amélie Mauresmo en om haar afscheid van het Belgische publiek nog wat dieper te kerven, hebben de organisatoren de broertjes Koen en Kris Wauters uitgenodigd om Clijsters uit te wuiven en uit te zingen. De helft van Vlaanderen wordt misselijke van zoveel opgefokte meligheid, de andere helft bleit zich een oog uit en vreet zijn doos tissues op van pure ellende.

     

    Maart is altijd weer een beetje feest ten huize Luctor. Al meteen op de eerste dag van de maand werd onze Jarne 6 jaar en exact 2 weken later werd óns Kimmeke er 20. Nog eens twee dagen later was het de beurt aan ondergetekende, die vanaf nu beslist om er telkens een jaartje af te trekken. Als ik opnieuw aan nul kom dan zal de wereld mij precies 94 jaar getolereerd hebben en dat lijkt me een prima getal om afscheid te nemen.

    Wat was er nog meer aan de hand in maart 2007? Op de internationale dag tegen racisme laten 623 koppels zich trouwen door Wouter Van Bellingen, de zwarte Schepen van St.Niklaas.

    Een paar dagen eerder is Koning Albert op televisie komen verklaren dat hij de 185.000 €, die zijn sloeber van een Laurent wist te ontfutselen uit de zakken van de Marine, tot de laatste cent zal terugbetalen,.

    Bij de Luchtmacht is het zo mogelijk nog erger want daar blijkt plots een helikopter te zijn verdwenen. Terwijl iedereen op de basis nog loopt te zoeken naar het toestel, landt het alweer op de plaats waar het is verdwenen. Wie stapt eruit? Juist, good old Billie Turf , André Flahaut! De defensieminister had namelijk geen zin om in de file te gaan staan voor de vertoning van de klimaatfilm van Al Gore en had dus maar een heli van het leger gevorderd…

     

    De nakende federale verkiezingen zijn in april 2007 voor het eerst echt voelbaar. Honkvast gewaande partijleden veranderen even makkelijk van politieke kleur als van onderbroek en de ene stoere uitspraak probeert nog straffer te zijn dan de andere. Verhofstadt kondigt aan dan een volgende regering een tweederde meerderheid zal nodig hebben om een zoveelste staatshervorming uit te voeren. “Goed idee”, roepen alle Ieperse geiten samen. “Wij willen dat ons baasje, de enige echte Yves Letè-è-è-rme”, dat zaakje leidt”.

    Ondertussen ontsnapt een gedetineerde uit de gevangenis van Lantin nadat een helikopter hem kwam oppikken en rijdt Tom Boonen zijn splinternieuwe italiaanse sportwagen aan flarden nadat hij moest uitwijken voor een kat. Pas later op het jaar zal blijken dat de gevierde renner een echte passie heeft voor jonge poesjes…

    En waar zit Flahaut, vraagt een mens zich dan af. We zouden hem in april bijna vergeten, maar dat is buiten onzen Billie gerekend. Eind april lanceert hij het lumineuze idee om via een enquête uit te vissen of onze militairen racistisch, separatistisch of republikeins zijn. Eén vraag: versturen we de enquêteformulieren met de post of brengt onze minister ze persoonlijk van deur tot deur met de helikopter?

    Eind april ruilt ook Boris Jeltsin het vergankelijke voor de Eeuwige Zoutmijnen, na een leven van vooral drinken en billengeklets op de Russische konten van zijn vrouwelijke medewerksters.

     

    In mei wordt Anderlecht dan toch landskampioen nadat Genk onder de druk is bezweken. De Brusselse supporters vieren uitbundig feest. Feyenoord pakte in Nederland naast de titel en dat was absoluut niet naar de zin van Bokito. De enorme gorilla ontsnapt uit zijn dierentuinkooi en koelt zijn frustratie door vier bezoekers door de lucht te slingeren en een ravage aan te richten in de cafetaria.

    In Portugal verdwijnt de Britse kleuter Maddie McCann uit haar hotelkamer,terwijl haar ouders een eindje verderop zitten te eten in een restaurant. Waarschijnlijk mag je daar nog roken in de eetgelegenheden, want het meisje lijkt in rook opgegaan.

    Nicolas Sarkozy wordt op 6 mei de nieuwe president van Frankrijk, in Gent start het fraudeproces tegen Lernout & Hauspie en jawel, de geiten van Ieper maken bekend dat hun baasje uit de Vlaamse Regering stapt om kandidaat te zijn voor het Premierschap. Flahaut heeft het begrepen en verdwijnt op de achtergrond. Billie Turf beseft dan al dat hij de hoofdrol vanaf nu moet laten aan Geitenkoning Leterme.

     

    10 juni 2007. Een historische dag, de eerste dag van een lange lijdensweg. CD&V met kartelpartner NV-A winnen de verkiezingen met bijna 30% van de stemmen. Open VLD verliest fors en SP.A krijgt een dreun van jewelste. Lijst De Decker doet het onverwacht goed en Groen! heeft opnieuw zetels. Vlaams Belang stagneert. Aan Franstalige zijde scoort de socialistische PS zwak en wordt de liberale MR de grootste partij.

    Koning Albert wijst MR-voorzitter Didier Reynders aan als informateur en van de weeromstuit breekt onze arme vorst zijn rechter dijbeenhals. Nooit geweten dat we zoiets raars in ons lichaam zitten hebben, maar soit. Dankzij de goede zorgen van een heel medisch team verloopt de operatie zeer goed, wat allerminst kan gezegd worden van de informatieronde voor een nieuwe regering. Maar niemand lijkt zich vooralsnog zorgen te maken. Het leven gaat zijn dagelijkse gangetje: Sabine Hagedoorn, weervrouw en voorzitster van de zelfhulpgroep TDDKVEB (Tetten Die De Kaart Van Europa Bedekken) bevalt van een dochter Lise, The Rolling Stones spelen Werchter plat en in Irak bengelt Chemical Ali aan dezelfde strop als zijne nonkel Saddam. Of was het zijn schoonbroer? Of allebei…? Nuja, ze zijn dood, wat doet het er nog toe.

     

    Juli, vakantiemaand. Maar niet voor politiekers en sporters. De regeringsvorming is nog geen meter vooruit en dus trommelt Koning Albert zijn ouwe gabber Jean-Luc Dehaene nog eens op. Hoe het gesprek verlopen is, weten we niet, maar het dikste burgemeesterke van Vilvoorde kwam buiten met een bemiddelingsopdracht en met een gezicht nog erger dan de onweerswolken die heel juli en augustus boven ons land hingen. Na amper 11 dagen keert hij terug naar het ziekenhuisbed van Albert en deelt hij onze vorst mee dat hij de bemiddeling voor bekeken houdt.

    De Geitenkoning van Ieper deed er een paar dagen later nog een schepje bovenop. Uitgerekend op 21 juli, de nationale feestdag, blundert den Yves door niet het Belgische maar het Franse volkslied te zingen. Allons, enfants de la patrie-e-e-e-e, Le jour de gloire est arrivé!!!

    België is naar de kloten, moet ook Kim Clijsters gedacht hebben en ze trouwt met een Amerikaanse basketter.

    In de Ronde van Frankrijk moet de helft van de ingeschreven renners nog voor de start met de EPO-trein weer naar huis en van de overblijvers vliegt nog eens de helft uit de wedstrijd wegens dopinggebruik. Van de overgebleven 11 renners (of zoiets) wint Tom Boonen de groene trui.

    Op 15 juli is er ten huize Luctor weer een verjaardag te vieren. Mijn teerbeminde wordt… veel jonger dan ik.

     

    Het enige goeie nieuws dat er in augustus te rapen viel, is dat onze Belgische hockeyploeg derde wordt op het EK en op die manier een ticket verdient naar de Olympische Spelen in Peking. Voor de rest alleen kommer en kwel. Het land verzuipt onder een ware zondvloed, de Geitenkoning geeft zijn formatieopdracht terug aan de koning en deze laatste trommelt dan maar Herman Van Rompuy op om te realiseren wat Jean-Luc Dehaene niet kon… of niet wou. Albert moet echt wel ten einde raad zijn als hij al die ouwe krokodillen weer opvist om het land te redden. Naar het schijnt zou hij zelfs gesignaleerd zijn met schop en spade aan het graf van Van den Boeynants. Helaas, de graafwerken zijn mislukt omwille van een herstellende dijbeenhalsbreuk…

     

    In september is Van Rompuy, die van onze koning de rol van “verkenner” had meegekregen, uitverkend. En dus moet de Ieperse Geitenkoning annex Marseillaise-kenner weer opdraven. Wat gaan we nu weer beleven, vroeg ondergetekende zich af en mijn gedachten waren nog niet koud of ene De Winter van het Vlaams Belang vroeg in het Vlaamse Parlement om een referendum over de Vlaamse onafhankelijkheid.

    In Portugal is dat dutske van een Maddie McCann nog  altijd spoorloos en de lokale politie verdenkt nu ook de ouders in de verdwijning. Moeder McCann schreeuwt haar onschuld uit, schakelt al wat detective is in om haar onschuld te bewijzen, maar verdwijnt toch zo snel mogelijk van Portugese bodem, terug naar het vertrouwde United Kingdom. Bizar…

    Belgium rules again, want in Osaka behaalt het vrouwenteam van de 4x100m brons. Olivia Borlée, Hanna Mariën, Elodie Ouedraogo en Kim Gevaert spurten zich zo de onsterfelijkheid in en geven ons land weer een beetje internationale kleur.

    Een kleurtje wat we goed kunnen gebruiken nadat Jo Vally zich op zijn blote verwijfde knieën moest gaan excuseren bij de Turkse ambassade omwille van het feit dat hij het gerucht had verspreid dat hij in een Turkse cel had gezeten. “Niets meer dan een reclamestunt om meer cd-kes te verkopen”, zei de voormalige Wattman van de MIVB. “Maar in Budrun weten ze natuurlijk niet dat ik een vedette ben…” Een watte?

     

    Nu Leterme door alle formatieperikelen niet echt meer kon scoren, achtte André Flahaut zijn moment weer gekomen. Zijn budgetten klopten van geen kanten en Minister van Begroting  Van den Bossche zet de immer goedlachse Flahaut onder toezicht na budgettaire ontsporingen. Flahaut wordt om zijn mening gevraagd door een nieuwsjournalist en alles wat den Billie te zeggen had, was “Wat kaan ze ier noch allemaal uitviende…?”

    Dat moet ook Fientje Moerman hebben gedacht toen ze haar het vernietigende rapport van de Vlaamse Ombudsman onder de neus schoven. De Vlaamse minister van Economie houdt de eer aan zichzelf en verdwijnt van het politieke toneel. Zo hebben we er al meer gekend…

    En dan was er ook nog dat rare verhaal van die 19-jarige Antwerpenaar die in oktober werd vrijgelaten uit een Amerikaanse gevangenis. Hij was in de maanden daarvoor naar de US getrokken om er zijn chatvriendinnetje op te zoeken. Al chattend hadden ze namelijk ontdekt dat ze beiden enorme dierenliefhebbers waren. Hij was fervent ornitoloog want stuurde haar regelmatig foto’s van zijn vogeltje, terwijl zij hem bestookte met foto’s van haar poesje. Helaas bleek het poesje maar 13 jaar te zijn en daar konden ze in de States niet echt om lachen.

    Benazir Bhutto keert na jaren balingschap terug naar Pakistan om er haar oppositiepartij voor te zitten en vooral voor te bereiden op de verkiezingen van januari 2008. Op de dag van haar aankomst in Rawalpindi pleegt men een aanslag tegen haar leven. Zij ontsnapt aan de dood, maar 140 anderen ontploffen mee met de bommenlegger. Als dat maar goed gaat, dacht ik toen…

     

    In november bevestigt de Belgische voetbalbond het vertrouwen in bondscoach René Vandereycken. Na een fantastische campagne met 18 op 42 punten en overwinningen tegen voetbalgrootheden als Kazachstan, Armenië en Azerbeidzjan, kon dat ook moeilijk anders. Iedereen content en ‘blij gelijk ne konijn in de wei…’

    Bovendien raakt in de loop van de elfde maand ook bekend dat Tom Boonen volgend jaar wel de Ronde Van Zwitserland zal rijden en niet de Ronde van Frankrijk. Het zou alles te maken hebben met zijn nieuwe grote liefde, Sophie Van Vliet. De 16-jarige schone uit Holland gaat in die periode namelijk met de mutualiteit naar Zwitserland...

    Op politiek vlak gaat alles zijn gangetje. De Ieperse Geitenboer moddert verder en lijkt nog één doel voor ogen: het record regeringsvorming breken dat vooralsnog op naam staat van de Nederlander Dries Van Agt met 207 dagen.

    Voor het overige worden we vooral ondergedompeld in een soort sorry-cultuur. Patrick Janssens bood samen met het Antwerpse Schepencollege zijn excuses aan ten opzichte van de Joodse Gemeenschap voor de collaboratie in de tweede Wereldoorlog, Bart De Wever had daar dan weer kritiek op, kreeg de volle laag en bood vervolgens zelf zijn verontschuldigingen aan en tenslotte trok ook Johan Vermeersch, voorzitter van voetbalclub FC Brussels, het boetekleed aan vanwege het uitschelden van zijn zwarte speler Matumona voor onderontwikkelde aap.

    Veronique De Cock van haar kant eiste dan weer excuses en nog eens 25.000 € schadevergoeding bovenop vanwege het weekblad TV-familie voor de publicatie van drie naaktfoto’s. De redactie van het weekblad was namelijk vergeten dat juffrouw De Cock lid was van de zelfhulpgroep MTMNIDB (Mijn Tetten Mogen Niet In De Boekskes).

    Toch nog één straaltje zon aan de donkere novemberlucht: de Britse punkband Sex Pistols besluiten nog één tournee te doen. God Shave the Queen…

     

    En zo zijn we alweer in de laatste maand van 2007 aanbeland. Leterme heeft er inmiddels het bijltje bij neergelegd en is schijnbaar ondergedoken tussen de Ieperse geiten, alwaar hij tot 23 maart zal verblijven. Daarentegen staat Verhofstadt III op de rails. Veertien dagen had Piet Konijn nodig. Véértien luttele dagen om een noodregering op poten te zetten. Zonder informateurs, zonder formateurs, zonder verkenners… zonder geiten. End of Story!!


    In Moerbeke Waas gaat een stuk van mijn jeugd verloren. Achttien jaar heb ik onder en in de stank van de Suikerfabriek gewoond. Smog? In die tijd? Nog nooit van gehoord! Maar na 170 jaar suikermakerij besluit men er nu mee op te houden, daar in Moerbeke Waas. Driekwart van de 100 personeelsleden ken ik persoonlijk. Ze zijn allemaal hun job kwijt… Een drama. End Of Story!!


    Erger dan een drama, meer een tragedie is de aangekondigde dood van Pakistaans oppositieleidster Benazir Bhutto. Wat in oktober nog de mist in ging, lukte op 27 december: de voorvechtster van de Pakistaanse democratie wordt koudweg afgeknald in Rawalpindi. End Of Stoy!!


    Ike Turner sterft op 76-jarige leeftijd een eenzame dood, na een leven vol glammer en glitter, vol drank en drugs, vol goeie en slechte muziek. “Tina weet bijna altijd waarom ik haar een rammeling heb gegeven”, zei hij ooit, “en als ze het een keer niet weet, dan weet ik het wel”. Ike Turner, dood op 7 december. End Of Story!!


    En tot slot, in de nieuwe regering Verhofstadt III is CD&V-er Pieter De Crem de kersverse Minister van Defensie. Hij deed amper zijn eerste paar voorstellen om defensie een beetje te vermoderniseren en op de achtergrond stond er eentje luidkeels te roepen: “De Crem kent er geen kloten van… Hahaha…Sukkel… Loser… Rostekop!!!” Drie maal raden wie dat was … Yep, André Flahaut, de Billie Turf van de Belgische politiek.

     

    2007, End of Story !!!

     

    Luctor

    25-12-2010 om 14:16 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    20-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winter, niets dan ellende
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat in 1963 met een witte kerst begon, groeide al snel uit tot één van de meest barre winters van de voorbije eeuw. De Noordzee bevroor, in velden en polders ontstonden bizarre, metershoge sneeuwduinen en uiteindelijk kreunde ons land tot diep in februari onder een dik sneeuwtapijt. Naar het schijnt was alleen de winter in 1942 nog strenger.

     

    Vandaag ligt er opnieuw sneeuw in december. Erger nog, er ligt een pàk sneeuw in december en we zijn minder dan een week verwijderd van kerstdag. Als ik de weerman mag geloven dan is het niet denkbeeldig dat ook 2010 in ’t wit zal sterven. Hij voorspelde zelfs dat de komende kerst zo mogelijk nog witter en romantischer kan worden dan die van zevenenveertig jaar geleden.

     

    Helaas vergat de brave weermens erbij te vertellen dat de winter van ’63 meer dan vijfhonderd slachtoffers eiste en dat het verkeer in die tijd nog geen schijntje was van het aantal auto’s, dat zich vandaag de dag op de glijbanen van en naar het werk moet begeven.  Het kan aan mij liggen, maar de romantiek van doodgevroren mensen en kilometerslange ijsfiles ontgaat mij totaal. Het is trouwens niet omdat de man op fietsafstand van zijn weerstudio woont, dat voor de rest van de werkende bevolking datzelfde plezier is weggelegd. Dat hij dus gewoon doet waar hij voor betaald wordt en voor de rest zijn muil houdt over wat de bevolking al dan niet zou kunnen hopen ten aanzien van een witte kerst. Eerlijk gezegd, waarde lezer, mijn enige hoop is dat zijn kloten morgen aan zijn fietsbuis vastvriezen als hij door de sneeuw naar zijn werk ploetert. Kan de weervrouw ze met haar adem komen losweken. Meteen romantiek in overschot. En dooi!

     

    Hoewel het dus af en toe aan barre kou niet ontbrak, zijn er in de afgelopen honderd jaar meer warme dan koude winters geweest. Meteorologische tabellen wijzen uit dat witte kerstdagen hoogst uitzonderlijk zijn en dat winters met een gemiddelde temperatuur van vijf graden of hoger vaker en vaker voorkomen. Niet dit jaar waarschijnlijk, want wie zaterdagochtend zijn gordijnen opentrok, dacht hoogstwaarschijnlijk in een poollandschap te zijn wakker geworden. Als kind zie je dan vooral het uitnodigende sprookjestapijt van ongerepte sneeuw en kan je niet snel genoeg buiten zijn om te sleeën en iglo’s te bouwen. Als volwassene weet je dan dat je eerst naar een overdrukke winkel zal moeten om zout en een sneeuwschop te kopen en dat je vervolgens uren werk zal hebben om je oprit en je voetpad sneeuwvrij te maken.

     

    Afijn, de winter, het is een kwestie van perceptie. Ik geef toe, als je lekker binnen zit of goed ingeduffeld aan een gezonde wandeling bezig bent, dan kunnen de prachtige witte landschappen best wel feeëriek aandoen. Maar neem het van mij aan, waarde lezer, als je -in een winterpak gehesen- dertig meter oprit van vijfentwintig centimeter sneeuw moet ontdoen, dan voel je vooral de zweetdruppels van je rug in je reet schuiven en dan heb je totaal geen boodschap aan twee dansende pimpelmezen op een vetbol of een kauwtje dat door de sneeuw huppelt op zoek naar wat broodkruimels. Het enige wat dan door je hoofd flitst, is dat die rotsneeuw zo snel mogelijk aan de kant moet zodat je tenminste niet voortdurend riskeert je poten te breken van zodra je ook maar één stap naar buiten zet. Romantische witte kerst, my ass.

     

    Erger wordt het nog als je de zondagochtend opnieuw je gordijnen opentrekt en meteen moet vaststellen dat de vier uur die je zaterdag hebt staan sneeuwruimen simpelweg teniet zijn gedaan door een nieuwe vijftien centimeterdikke laag witte smeerlapperij. Vloeken hielp niet. Zelfs niet tegen de pijn die ik nog onderaan mijn rug voelde van de dag voordien. Terwijl iedereen dus nog sliep, ben ik in alle vroegte weer de koude buitenlucht ingedoken, op zoek naar nog een paar uur ‘sneeuwpret’. Koud. Kouder dan zaterdag. Een neus die voortdurend druppels verliest. Zweetbanen op je rug en een lul die oefent voor de grote verdwijntruc. Blij dat je nu niet moet pissen, want een mooie straal vormen zou heel moeilijk zijn. Je sproeit gegarandeerd heel je winterpak vol. Ja, alweer dat belachelijke winterpak aan. Idiote berenmuts op je hoofd en met een vuurrode kop van de inspanning, sneeuw scheppen alsof je leven ervan afhangt. De berijpte boomtakken verliezen af en toe kleine sneeuwvrachtjes. Altijd recht in je dampende nek. Alsof de duvel ermee speelt. De pimpelmezen zijn ook weer van de partij. Ik heb het gevoel dat ze mij zitten uit te lachen. Vanop hun vetbol, waar ze weer gretig stukken uitpikken. Ik heb die vetbol er notabene zelf gehangen. Maar had ik die arrogante pimpelmezen dan al gekend, dan had ik de bol toch godverdomme wel ingewreven met secondenlijm…

     

    Na de middag en als onze oprit er weer ijsvrij bijligt, nodigt mijn eega mij uit voor een wandeling over de lokale kerstmarkt. Nu heb ik normaal gezien sowieso al een bloedhekel aan alle Scheiße-vormen van Gemütlichkeit die uit Duitsland komen overgewaaid, maar kerstmarkten scoren daarbij zondermeer het hoogst. Ik heb eerlijk gezegd nooit gesnapt wat jeneverkoten, braadworsten, glühwein en warme chocomelk met de Kerstman te maken hebben, behalve dat na een paar uur kerstmarkt driekwart van de bezoekers zo bezopen is dat ze, getooid met allerhande kerstmutsen, voortdurend en om het luidst ho-ho-ho lopen te roepen. Het lijkt wel of iemand ergens met de regelmaat van een klok een vers blik undercover-Kerstmannen opentrekt en ze lallend en waggelend tussen de menigte uitgiet.

     

    Neen, kerstmarkten zijn totaal niets voor mij dus, maar aangezien het de eerste Kerst in drie jaar is dat mijn teerbeminde weer kan stappen, wil ik haar dat plezier van harte gunnen en begeef ik mij tussen de Sentse kerstbomen, de lokale Kerstmannen en tientallen kramen met prullaria en versnaperingen. Het dient gezegd dat dit kleine dorpsmarktje in niets te vergelijken is met de klassieke kitscherige kerstmarkten, zoals we ze allemaal kennen. In Sint Laureins lopen geen angstaanjagend verklede trollen, zoals in Duitsland zo vaak het geval is en waar kleine kinderen jarenlang trauma’s aan overhouden. Ook geen in Kindeke Jezus verklede politieagenten die in de kribbe op vinkenslag liggen om zakkenrollers te klissen. Integendeel, overal heerst gezelligheid van dorpsbewoners, die samen buitenkomen en een glas drinken. Se één al wat steviger dan de ander, maar zonder dat het ontaardt in een wilde braspartij van rondzwemmende oliebollen in fonteinen van glühweinkots. Het enige wat ik wel op mijn hoofd voel neerdwarrelen, is een nieuwe sneeuwbui die mijn oprit voor de derde keer dit weekend schepklaar zal leggen.

     

    En dan, net op het moment dat mijn vrouw en ik afscheid nemen van een paar vrienden en ons omdraaien om terug naar huis te gaan, slaat mijn hart weer een paar slagen over. Niet meer dan vijf meter van ons verwijderd staat de First Lady van de gemeente. Nog altijd oogverblindend knap, nog altijd single. Ze is in druk gesprek met een paar gewone burgers. Op haar ravenzwarte haren toveren tientallen  witte sneeuwvlokken een soort schaakbord. Het ziet er een beetje komisch uit, maar het prikkelt mijn fantasie. Ik droom weg in de gedachte dat zij de koningin is van het schaakspel en ik de koning. Of het paard, wat kan het mij schelen? Als het haar maar gelukkig maakt en als ze mij maar ziet staan. Mijn bloed kookt in mijn aderen als ze haar weg verder zet in onze richting. Alleen. Nog drie meter, nog twee,… één.

     

    Als in een slowmotion-opname  is ze mij voorbij gewandeld. Ze heeft mij niet eens aangekeken. Alsof ik niet besta. Alsof ik lucht ben. Even moet ik van de ontgoocheling bekomen. Even voel ik weer de aandrang voor de oprichting van een nieuwe Luctor-partij opwellen,  maar al snel moet ik denken aan een artikeltje in de krant, waarin staat dat singles weinig hoop koesteren dat ze tijdens de kerstperiode een partner zullen vinden. Volgens het onderzoek waarop de krant zich baseerde, geloofde maar acht procent van de alleenstaanden dat het mogelijk is om iemand te ontmoeten op een kerstmarkt en niet minder dan achttien procent van de singles viert Kerstmis alleen. Alleen al de gedachte dat ook onze First Lady dit koudhartig lot zou overkomen, geeft mij een onverdraaglijk gevoel en doet mij pijn.

     

    Thuisgekomen begin ik meteen mijn oprit sneeuwvrij te maken. Voor de derde keer dit weekend. Maar ik heb nieuwe moed en ik zwier de pakken sneeuw door de ijslucht als waren ze gewichtloos. Wat er ook van zijn, tot en met Kerstmis blijf ik elke nieuwe vlok plichtsbewust wegscheppen. Stel je voor dat ze op Kerstavond toch plots zou aanbellen…

     

    Single bells, Single bells…

     

    Luctor

    20-12-2010 om 20:30 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    15-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.België - Belgique: liefde met een vervaldatum
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Liefde is niet tijdsbestendig. Dat klinkt misschien dramatischer dan het in werkelijkheid is, maar ik zag het toch bij tal van bevriende koppels gebeuren. Eerst daveren de relatiemuren van gloed en verlangen, maar stilaan dooft de passie en begint het eens zo solide bouwwerk her en der barstjes en scheurtjes te vertonen. Partners die samen de grote wereld zouden veroveren, trekken zich stukje bij beetje terug in hun eigen kleine wereld en groeien langzaam uiteen. De scheuren en de barsten in hun relatie worden stilaan zo diep dat simpel bijpleisteren niet meer helpt. Óf er moet drastisch gerenoveerd worden, óf het pand stort in. Vaak gebeurt het tweede. Ook op liefde staat namelijk een vervaldatum. Veelal toch.

     

    Valère Laanders zag er oud en gebroken uit, toen ik hem deze week sprak. In zijn ogen las ik berusting. Dat had ik nooit eerder bij hem gezien. Het maakte me ongerust. Een beetje bang, zelfs.  Hij had het gevoel, vertelde hij me, dat zijn huwelijk onherroepelijk  voorbij is. Hij en Willemiènne wonen weliswaar nog onder het hetzelfde dak, maar terugkijkend op hun leven, vond hij dat er eigenlijk  nog weinig is wat hen bindt.

    Valère vertrouwde mij toe dat hij ontiegelijk veel schrik heeft voor de toekomst. Hij vraagt zich af hoe het nu verder moet, want ooit was het anders. Ooit scheen de zon veelbelovend in hun leven en hoewel ze -net als ieder ander- af en toe kleine en grote stormen moesten overwinnen, toch leek het een prachtige liefde te zullen worden. Het draaide anders uit.

     

    Willemiènne Allonie was de knappe, jongste dochter uit de Franstalige burgerijfamilie toen ze op de avond van hun eerste ontmoeting met haar ouders mee mocht naar een opvoering van ‘De Stomme Van Portici’. Het was diep in augustus -hoogzomer- en in de Brusselse Muntschouwburg was het die avond verstikkend warm. Voor Willemiènne was het allemaal best. Noch de warmte, noch de doordringende geur van in parfum gedrenkt zweet, irriteerde haar. Meer nog, ze merkte de zilte stank niet eens. Zo opgewonden was ze over het feit dat ze voor het eerst in haar leven een live-opvoering zou bijwonen van een opera. De hele rit naar Brussel was al een soort feest voor haar geweest, maar nu het doek bijna open ging, kon ze wel kirren van pure opwinding. Wie maalt dan om een beetje warmte of stank. Dit was beslist een van de meest spectaculaire dagen uit haar nog jonge, onbezorgde leven.

     

    Valère was totaal niet geïnteresseerd in opera. Buiten aan de Muntschouwburg keek hij naar de grote affiches, die de statige muren sierden. ‘La Muette de Portici’ spelde hij, maar hij begreep in de verste verte niet wat dat betekende. Trouwens, had hij het geweten, het zou hem toch totaal niet hebben geïnteresseerd. Het enige wat nu voor hem telde, was zo snel mogelijk de weg naar huis vinden. Vanop het Muntplein probeerde hij zich te oriënteren op kerktorens en andere hoge gebouwen om in elk geval een idee te krijgen in welke richting hij moest wandelen. In zijn eigen landelijke streek was hij nog nooit de weg kwijt gespeeld. Hij kende elke boom, elke gracht, elke struik. Maar hier, in deze immense stad waar hij voor het eerst was, kreeg hij echt het gevoel verdwaald te zijn. Het gaf hem een onzeker gevoel, maar panikeren deed hij niet.

     

    Willemiènne panikeerde evenmin. Zelfs niet toen ze tijdens de opvoering van de opera het  geroezemoes en gemor in de zaal voelde aanzwellen. Ze vond het vreemd, maar dacht dat het zo hoorde bij een opera-opvoering. Aan haar vader merkte ze wel dat hij af en toe lichtjes argwanend rondom zich heen keek, maar voor de rest onverstoorbaar het stuk probeerde te volgen. Een sopraan en een tenor zetten net een cruciale aria in.

    « Amour sacré de la patrie

    Rends-nous l’audace et la fierté

    A mon pays je dois la vie

    Il me devra sa liberté »

    Willemiènne nestelde zich nog eens goed in de dikke pluche van haar zetel en genoot met volle teugen van haar eerste opera. ‘Dit wil ik nog duizend keer doen’, dacht ze. Precies op dat moment gilde iemand achteraan in de zaal keihard ‘Liberté’ en ‘Indépendence’. Willemiènne verstijfde van kop tot teen en voor ze het zich goed en wel realiseerde was de hele zaal in een kolkende, roepende mensenzee veranderd.

     

    Zowat het voltallige Franstalige publiek begon leuzen te scanderen voor vrijheid en onafhankelijkheid en de acteurs op het podium stoven als opgeschrikte kippen in de coulissen. In de zaal werd getierd, geduwd en getrokken en alles wat Willemiènne kon doen was zich laten meedrijven in deze drummende massa. Angstig zocht ze naar haar ouders, maar die waren nergens te bespeuren. Ook toen ze eenmaal buiten stond en ze voor haar ogen een soort guerrillaoorlog zag ontstaan, was van haar beide ouders geen spoor meer.

     

    Valère keek verschrikt achterom toen achter hem de deuren van de Muntschouwburg open werden gegooid en een woeste mensenmenigte naar buiten kolkte. Ze schreeuwden allerlei leuzen en slogans, die hij herkende als Frans, maar waar hij als Vlaming geen woord van begreep. Overal werden vuurtjes gestookt en raakten mensen roepend en vloekend slaags met het in der ijl opgetrommelde regeringsleger.

     

    Valère voelde dat hij zich maar beter zo snel mogelijk uit te voeten kon maken. Trekkend en sleurend baande hij zich een weg door de mensenmenigte, die minuut na minuut nog leek aan te groeien. Af en toe voelde hij rake klappen in zijn nek en op zijn rug, maar hij slaagde er toch in om zonder al te veel kleerscheuren uit de haatspuwende krater van de plotse opstand te raken. In de luwte, aan de zijkant van het plein, merkte hij een kleine, middeleeuws uitziende straat die op het eerste gezicht van het tumult gespaard leek te blijven. Met grote stappen dook hij de donkere straat in. Tussen tientallen wegvluchtende mensen, zag hij er een jong meisje zachtjes staan wenen.

     

    Ik bespaar u de saaie en vruchteloze zoektocht naar hun beider roots in de Zuidelijke Nederlanden, waarde lezer, maar weet dat Willemiènne Allonie haar ouders niet meer terugvond en dat Valère besloot om hebben en houden achter te laten en zich over de knappe Franstalige te ontfermen. Hun lot was daardoor onmiddellijk bezegeld en niet eens twee maanden later trouwden ze. Omdat ze allebei nog zo jong waren, werd ene Leopold van Saksen-Coburg-Gotha aangeduid als hoeder van hun huwelijk. We zeggen en schrijven, 4 oktober 1830.

     

    Vandaag kijken Valère en Willemiènne elkaar nog amper aan. De weinige keren dat hun blikken toch nog kruisen, lees je de verwondering in hun ogen. Is dàt degene waarmee ik ooit passioneel de liefde bedreef? Buitenstaanders hebben lang niets geweten over de verkoelde relatie. Naar buiten uit proberen ze immers de innerlijke schimmels van de huwelijksverrotting te verbergen. Maar wie aandachtig toekijkt, merkt al snel dat ze mekaars aanwezigheid nog amper verdragen. Valère is niet de Vlaamse held gebleken, die Willemiènne dacht gevonden te hebben en waarvan ze vurig had gehoopt dat hij haar alle dagen naar de opera zou meenemen. Omgekeerd geeft Willemiènne haar man het gevoel dat ze totaal niets bijdraagt in het gezin en alleen maar de zuurstof uit zijn longen wegzuigt en hem koolstofdioxide in de plaats geeft. In gedachten noemt hij haar een luie Waalse profiteuse.

     

    De slechte verstandhouding leeft al jaren. Valère en Willemiènne beseffen dat ze mekaar nodig hebben en dat ze zonder elkaar geen schijn van kans hebben, maar van enige moeite om het geluk te herstellen, is geen sprake. Integendeel,  samenwonen blijkt hoe langer hoe moeilijker. De liefde heeft haar vervaldatum al lang overschreden. Ook de twee zonen die het huwelijk voortbracht, merkten al vroeg de barsten in de relatie. Maar zij deden geen enkele inspanning om hun ouders weer on speaking terms te brengen. Waarom zouden ze? Ze zijn al zolang de deur uit en hebben inmiddels hun eigen leven. Het enige waar ze écht mee bezig zijn, is de familiespaarpot bemachtigen en er een zo groot mogelijk deel van binnenrijven. Bart, de jongste van de twee woont ergens in Vlaanderen en baat er een frituur uit. Hij heeft nog maar zelden contact met zijn oudere broer Elio, die ergens in Wallonië woont en zijn kost verdient  als ober in een homobar.

     

    Heel uitzonderlijk komen de broers nog eens samen naar het ouderlijk huis, maar meestal draait het dan op ruzie uit. Ze hebben ook zo weinig gemeen. Bart heeft onmiskenbaar het brute karakter van zijn vader, terwijl Elio meer geboetseerd is met de geraffineerdheid van zijn moeder. Iedereen die het gezin een beetje kent, weet dat nog maar een kwestie van tijd is tot de hele familie definitief uiteen zal brokkelen. De broers zijn zelfs gaandeweg zo erg uit elkaar gegroeid dat ze zlelfs het gemeenschappelijk geluk van hun ouders hen niet meer interesseert. Naar de buitenwereld toe proberen ze weliswaar nog altijd de indruk te geven dat ze er alles aan doen om moeder en vader samen te houden, maar in essentie zitten ze gewoon te wachten tot de twee oudjes dood gaan om de wegen definitief te laten scheiden.

     

    Valère en Willemiènne beseffen dat ook. Het heeft alle energie uit hun oude lijven gezogen. Ze hebben geen zin meer om te vechten voor een verder leven samen. Ze zijn moe. Het jarenlang kunstmatig samenhouden van hun twee totaal verschillende karakters heeft zijn tol geëist. Het geruzie van de twee zonen over hoe de centen moeten verdeeld worden, vreet aan hun gezondheid zoals de hardnekkige schimmel dat doet aan de muren van hun huis. Iedereen beseft dat er iets spectaculairs zal moeten gevonden worden om ze nog te genezen. Zeker nu de jongste van de twee zonen de omerta heeft verbroken en bij de buren is gaan uitbazuinen dat Valère en Willemiènne ‘het ziekste gezin van het dorp’ zijn.

     

    Eén ding is zeker, als er niet snel iets gebeurt, stort het huis van Valère en Willemiène simpelweg in. En echt veraf is die dag niet meer. De gevolgen zouden wel eens desastreus kunnen zijn. Als ze de klap overleven, dan zal er minimaal van een gelukkige ouwe dag samen totaal geen sprake meer zijn. En dan? Wat moeten ze dan? Bij de buren intrekken en zich schikken naar de wetten van dat gezin? Of alleen gaan wonen en in hun eentje moeten vechten tegen al de rest? Met de helft van de middelen? Ik mag er niet aan denken. Aan geen van de twee opties.

     

    Neen, echt waar, het enige waar Valère en Willemiènne vandaag nog op mogen hopen, is dat hun twee zonen snel hun verstand terugvinden en hun plat opportunisme laten varen. Het moet snel gebeuren, maar het kan nog. Het is nog niet te laat. Zoniet, dan dreigt de catastrofe. De ouderlijke woning zal dan onwaarschijnlijk snel verder aangevreten worden door de nu al woekerende schimmel en binnen de kortste keren ligt het huis als puin tegen de vlakte. Het enige wat dan mogelijks nog aan de eens zo trotse bewoners zal herinneren, zal een verroeste brievenbus zijn:     V.Laanders – W.Allonie.

     

    Bart en Elio, schiet je ouders te hulp. NU!

     

    Luctor

    15-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    09-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pet van mijn opa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een onderzoek onder drieduizend vrouwen in één van de grootste supermarktketens van Engeland, heeft uitgewezen dat slechts één op de tien vrouwen echt helemaal toppie-tevreden is met het kerstcadeau dat ze van manlief kreeg. Eén op de tien… Dat betekent nog altijd dat negentig procent van onze dames een cadeautje krijgt, waarvan ze zich op zijn minst afvragen: ‘waar heeft dat kieken zijn geld nu weer aan uitgegeven?’

     

    Nuja, het zou natuurlijk ook kunnen liggen aan de quasi onbereikbare tevredenheidsdrempel van onze dames, maar laat ons eerlijk zijn, kerstshoppen is en blijft een bijzonder moeilijke klus voor de meeste mannen. En wat dat betreft, ben ik geen fluit beter dan de rest van het mannelijk gedeelte van de bevolking. Je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het al onder de kerstboom gelegd voor mijn teerbeminde. Het rare is dat ze bij het wegscheuren van het cadeaupapier altijd razend enthousiast is, dat ze er vervolgens een paar weken niet naar omkijkt en dat ik uiteindelijk -een eind verderop in het jaar- via duizend omwegen moet vernemen dat ik er weer eens grandioos naast heb gezeten.

     

    Altijd is er wel iets. Ik kocht ooit een jurkje wat een paar maten te klein bleek. Of ik een signaal wou geven dat ze dringend moest vermageren? Met mijn ijsmachine had ik al evenmin succes, want dat vond ze geen cadeau voor haar, maar voor mijzelf en de kids. De oorbellen vond ze destijds véél te duur en toen ik een jaar later voorstelde om te wachten tot de winterkoopjes in januari om haar een cadeau te kopen, vond ze dat ik te krenterig was om dood te slaan. Het is ook nooit goed.

     

    Kan je je voorstellen hoe gelukkig ik mij voelde toen plots in tal van winkels de Vivabox opdook? Gedaan met de halve stad af te slenteren op zoek naar iets wat je toch niet vindt. Gedaan met eindeloos tijdverlies en onstuitbaar gestress. Eindelijk een hele wereld te koop, samengebald in vijftig dozen en netjes uitgestald in een tweetal rekken. Kerstshoppen bleek niet langer een deprimerende sequel op de succesprent ‘Der Untergang’, maar het kreeg plots de sprankelende allure van een musical à la ‘Alice in Wonderland’.

    En wat zouden we dit jaar eens cadeau geven? Een kunstweekendje Brussel met logies in het Art Hotel Bloom en een geleid bezoekje aan een exclusieve Margritte-tentoonstelling? Of toch liever twee dagen Kasteelvrouwe met alles erop en eraan in Le Chateau Cardinal in Durbuy? Misschien lijkt een weekendje ‘Trendy Italia’ haar wel iets? De ene dag welnessen onder begeleiding van een viertal zuiderse binken en de volgende dag een compleet verzorgde dagtrip op een echte oldtimer Vespa?

     

    Afijn, om maar te zeggen dat kerstshoppen de laatste jaren geen klus meer was, waar ik torenhoog tegenop keek. Het blijft winkelen natuurlijk, maar God, wat is nu een halfuurtje kiezen tussen een vijftigtal doosjes in een overzichtelijk rek? Piece of cake!

     

    Groot was dus mijn verwondering en vooral ook mijn ontgoocheling toen mijn teerbeminde mij vorig weekend op een uiterst voorzichtige en vriendelijke manier probeerde diets te maken dat ze het wel gehad had met de Vivabox’en. Een halve dag zeuren en via tal van omwegen kwam ik er achter dat ze wist wat er allemaal te verkrijgen was in de Viva-reeks en dat ze daardoor bijna altijd kon voorspellen met welke box ik naar huis zou komen. Ze had toch liever een verrassing, zei ze. Tja… Eens haar punt gemaakt, moest er niet teveel discussie meer aan gewijd worden. Ze wil iets originelers en daar moest ik maar een beetje moeite voor doen. Point à la ligne!

     

    Ik moet toegeven, waarde lezer, dat mijn eerste gevoelens, gevoelens van ergernis en wraak waren. Tientallen cadeaus flitsten door mijn hoofd. Van een klopboormachine tot en met een nieuwe grasmaaier en alles wat daartussen zit. Zelfs een set van tien paar kaki legersokken, voor de prijs drie euro per pak in de Stock Americain, kwam even in mij op. Al die zever over die fucking kerstcadeaus! Origineel… Moeite doen… Godverdomme! Ik zou ze leren! Van één ding was ik zeker: volgend jaar zou ze op haar blote knieën smeken om een Vivabox. Goe geweten!

     

    Maar zoals gewoonlijk was mijn muil weer groter dan mijn kloten en dus heb ik deze namiddag mijn laatste halve dag verlof gespendeerd aan het zoeken naar een geschikt kerstcadeau. Akkoord, ik had nog ruim twee weken tijd voor het kerstdag wordt, maar uit ervaring weet ik dat het in de weekends voor de feestdagen zo mogelijk nog hectischer is dan anders en dus koos ik voor de toch relatieve rust van een donderdagnamiddag. Hoe minder kooplustigen rondom mij, hoe beter voor mijn stressfactor.

     

    Om dezelfde reden had ik al op voorhand uitgemaakt voor welk cadeau ik zou gaan. In de weekendkrant van afgelopen zaterdag had ik een artikel gevonden over de betekenis van cadeautjes en hoe vrouwen dit soort onzin interpreteren. Maar goed, alle kleine beetjes helpen en dus waren sloefen -hij wil zijn vrouw liefst aan de haard- en huishoudtoestellen -hij ziet haar als zijn werkster- per definitie uitgesloten. Juwelen en andere bling-bling waren dan weer te duur, had ik vroeger al ondervonden, en de psycholoog in het krantenknipsel vond parfum toch ook maar linke soep. Prima als je meteen op haar geurtje zit, schreef de man, maar o wee als dat niet het geval is. In het beste geval denkt ze dat je wil dat ze ruikt als je moeder, maar in het slechtste geval verdenkt ze je ervan een minnares te hebben die zich bestuift met hetzelfde merk. Niet dus!

    In electronische gadgets is mijn teerbeminde totaal niet geïnteresseerd en schoenen heeft ze al meer dan om het even welke winkel. Rescue 911: lingerie!

     

    Ik weet dat ik ook met deze keuze een zeker gevaar loop, omdat ze zou kunnen denken dat ik een cadeau voor mezelf heb gekocht, maar aangezien ze zelf ook graag mooi en frivool onderkleed is, is het risico eerder beperkt. Wat moet ik anders, trouwens? Bovendien bewijs ik haar ook een dienst op langere termijn. Ik huppel namelijk niet zomaar een filiaal van de Zeeman of  de Hunkemöller binnen. Neen, vooruitdenkend en liefhebbend als ik ben, ga ik naar een peperdure speciaalzaak. Mijn eega beschikt namelijk over een tamelijk riante voortuin en door mijn centen aan kwaliteit uit te geven zal ze niet alleen mooi zijn, maar bovendien voorkom ik dat haar tweeling over enkele jaren in de buurt van haar knieën kampeert.

     

    Ik weet dat het belachelijk klinkt, maar ik ben graag goed voorbereid en dus had ik ‘lingerie’ ook nog even gegoogeld in combinatie met de titels van enkele typische damesbladen. Kwestie dat ik toch iets meer over het thema zou afweten dan dat het mooi en sexy kan zijn en vooral bijzonder prettig is om na verloop van amusement los te prutsen. Zo leerde ik dat de juiste lingerie een weerspiegeling is van de identiteit van de draagster. Beha’s moeten in de eerste plaats functioneel zijn en tezelfdertijd moeten ze het vrouw-zijn accentueren. Je hebt ze in luxe-versies, frivool, kant, broderie enz… Slipjes zijn er ook in alle maten en vormen en ik leerde dat je er zelfs kan kopen zonder kruisje… Nuja, ik wist wel zeker dat ik met zo’n snelzeiker niet hoefde thuis te komen, dus daar hoefde ik al niet naar te zoeken.

     

    Ik voel mij tot de tanden gewapend als ik de lingeriezaak binnenstap. Eerst moest je door een soort hall met twee immense zuilen en een aantal posters van schaars geklede dames, maar eens daardoor kom je pas echt in het winkelgedeelte. Posters en poppen showen er de laatste modetrends, terwijl je je echt een weg moet banen tussen misschien wel duizend  kapstokjes met strings, slipjes, bh’s en badmode. Het Walhalla van tieten- en kontbedekking. Jezus Miena! Het zweet breekt mij langs alle kanten uit, want al na dertig seconden voel ik dat  mijn pas opgedane voorkennis absoluut niet toereikend zal zijn om hier mijn weg in te vinden. Laat staan dat ik iets moet zoeken dat de identiteit van mijn vrouw moet accentueren…

     

    Gelukkig staan er meer winkelende dames in de zaak dan winkelmeisjes en dat geeft mij toch even de tijd om eens rustig rond te lopen en zo misschien te stuiten op iets wat ‘bruikbaar’ zou kunnen zijn. De gesprekken van de dames gaan over draagcomfort, over het pushen van je kont, over de zachtheid van zijde en over een bepaald type string die zo hard snijdt dat je gewaxte venusheuveltje er ’s avonds uitziet als een kaalgeplukte kipfilet. Hahahahha! Hilariteit alom.

     

    Langs alle kanten hoor ik het in Keulen donderen. Maar als ik met mijn spiedend gehoor nog steeds op scherp, plotseling ook nog verneem dat je in spannende broeken moet zien te vermijden dat je ‘cameltoe’ zichtbaar wordt, dan weet ik dat ik een verkeerde keuze maakte door hier überhaupt binnen te stappen. Ik besluit nog even in rekken met herenondergoed te kijken om dan onopvallend, maar toch zo snel mogelijk te verdwijnen. Maar ook hier loop ik van de ene verbazing in de andere. Er blijkt namelijk een modelijn te zijn die onderbroeken op de markt brengt, die je fluit groter laten tonen dan ze in werkelijkheid is. Hèèèlp. Erger wordt het nog als ik een affiche zie met  een knappe blondine naast een ietwat onverzorgde kerel in een boxershort, beiden onder het opschrift: ‘Ben jij ook zijn uitlaatgassen beu?” Het blijkt over een onderbroek te gaan waarbij iedere vezel is behandeld met een nanotechnologie die geuren tegenhoudt.

    De dames achter mij schateren het weer uit en ik vraag mij zelfs niet eens meer af of het weer over hun kamelenteen dan wel over hun kipfilet gaat. Misschien lachen ze wel met mij? My goodness, dit is gewoon een horrorkamer. Weg! Weg! Weg!

     

    Mijn rush naar de deur wordt gestopt door een vriendelijk gezichtje, dat vraagt of ik ergens mee geholpen kan worden.

    “Nou ja…euh…”.

    “Is het voor uzelf of voor uw vriendin?”, vraagt ze.

    “Voor mijn vrouw”, zeg ik corrigerend.

    Om mij kraniger te tonen dan ik in werkelijkheid ben, moet mijn stem vermoedelijk behoorlijk streng geklonken hebben, want het kleine rosse kopje kleurt meteen vuurrood en excuseert zich uitgebreid.

    “Welke bh-maat heeft uw vrouw?”, vraagt ze. “Tachtig, negentig, A, B, C,…?”

    Tja, daar vraagt ze me wat… Heb ik mij zo goed voorbereid, maar dat weet ik dus niet. Ik voel het stresszweet weer langs alle kanten over mijn rug stromen.

    “Het spijt me”, zeg ik, “maar ik zou het absoluut niet weten. Al lijkt tachtig of negentig wel extreem groot, hoor. Ze heeft wel een aardig voorgeveltje, maar zó groot...? Ik denk het niet.”

    Ik leg haar uit dat mijn opa een maatje zestig had in zijn pet en dat hij toch wel een behoorlijk groot hoofd had. Om niet te zeggen een boerenknikker van jewelste en zeker een veelvoud aan  keren groter dan mijn vrouw haar borsten.

     

    Het rostekopje slikt een paar keer, ze wordt zo mogelijk nog roder dan haar eerste kleuropstoot, maar ze blijft professioneel beleefd en legt mij uit dat tachtig of negentig de omvang is en niet de cupmaat. In één adem door vraagt ze ook naar welk modelletje ik op zoek ben. Naadloos, push-up, strapless, balconette, plunge, bustier of minimizer? En of ik eerder zou kiezen voor een G-string, een C-string, een shortje, een tanga of een hipster. Zelden zo met mijn muil vol tanden gestaan en nog nooit, never, jamais zo blij geweest dat ik tien minuten later weer op straat stond. Met mijn pakje!

     

    Jaja, het was weer leerzaam shoppen deze namiddag en ik hoop meer dan ooit dat mijn teerbeminde tevreden zal zijn met haar cadeauje onder de kerstboom. Klein, fijn en bovendien stikduur,... zo’n waardebon uit een lingeriezaak.

     

    Maar het is toch eens wat anders dan een Viva-box, niet…?

     

    Luctor

    09-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    06-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is Kerst?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik weet het, het is bijna volle drie weken te vroeg, maar het is ook niet mijn schuld dat er vanmorgen al een kerstkaart in mijn brievenbus zat...

     

    Ieder jaar begint die miserie weer van vooraf aan. Kerstkaartjes. Godverdomme. Om hopeloos van te worden. Het kost handenvol geld om ze te kopen en te verzenden, de postboden die ze moeten bezorgen lopen er wekenlang krom van en zowat elke brievenbus staat in december constant op ontploffen. Erger nog, de beleefdheid verwacht dat je een kaartje terugstuurt, waardoor het hele proces zich nog eens herhaalt in omgekeerde richting. Na Nieuwjaar valt het gelukkig weer stil en mag de kaartenstress weer voor een jaartje worden opgeborgen. Niemand vergeten? Was ons kaartje niet uit een veel lagere prijsklasse dan dat van hun? Neen? Prima! Dan mag iedereen vanaf nu weer gewoon gehaat en genegeerd worden. Oef!

     

    Je zal het al begrepen hebben, waarde lezer, ik ben niet zo’n fan van dat opgeklopte kerstsfeertje. Huiselijkheid, gezelligheid en gezinswarmte is wat mij betreft iets wat er elke dag van het jaar hoort te zijn. Daar heb ik absoluut geen kerstboom naast een knisperende open haard voor nodig. En dat kunstmatige gevoel voor liefde, vrede en verdraagzaamheid is wat mij betreft net zo nep als de tieten van Pamela Anderson. De geboorte van Jezus Christus vult ons met naastenliefde… Mijn kloten, Gérard. Commercie, dàt is het toverwoord. Sinterklaas is weg en hùpla, we duiken meteen de kerstperiode in!

     

    Ik overdrijf? Kijk eens om je heen. De Heilige kindervriend annex racist met zwarte slaafjes is nog niet goed en wel de hoek om en alle winkeliers zijn al driftig in de weer met de ombouw van hun etalages. Van de ene op de andere dag gaan mijters en krulstaffen naadloos over in kitscherig gefonkel van gouden kerstballen en zilveren sneeuwkristallen. Sinterklaaspoppen en Zwarte Pieten verdwijnen weer voor een klein jaar in hun muffe kartonnen zolderdozen en binnen de vierentwintig uur worden ze vervangen door zenuwachtig flikkerende lampjes rondom een dik, vet ventje, in een belachelijk kostuum dat ergens het midden houdt tussen een versleten pyjama en een oubollig trainingspak uit het voormalige Oostblok. Het is onwaarschijnlijk hoe alleen door de commerciële inbreng van die goedlachse en alcoholzuipende Laplander de overschot aan sinterklaasprullen overnight kunnen omgetoverd worden tot gewilde pakjes voor onder de kerstboom.

     

    Nog iets waar ik de onstuitbare hogedrukdiaree van krijg, is al die smakeloze straatverlichting. Geen straat kan je in of uit zonder dat je onder verlichte sterren, arresleden en vliegende rendieren moet wandelen. Pleintjes worden versierd als waren het de meest idyllische oorden op de planeet en elke boom in dorp of stad is plots minderwaardig als er geen slinger met kapotte lampen in hangt. En dan heb ik het nog niet eens over de kerststallen die overal te lande uit de grond rijzen en de walgelijke kerstmuzak, die je letterlijk om de oren wordt gegooid. Als de barre noordoostenwind je niet de winkels injaagt, dan toch zeker Mariah Carey, Bing Crosby of Wham!.

     

    Je kan het zo gek niet bedenken of het maakt dezer dagen deel uit van de perfect geoliede machine van de kerstcommercie. En geld dat dat kost... Los van het feit dat wij belastinggewijs allemaal samen alle straatverlichting betalen en dat de versieringen in de winkels toch ook indirect uit onze portemonnee komen, kost ook het kerstfeest bij je thuis immers wel de nodige duiten.

    Een kerstboom kost al snel dertig tot veertig euro. Goedkoper kan ook, maar dan vliegen de naalden om je oren, bij de eerste de beste scheet die in de buurt van de boom wordt gelaten. Laten we er voor het gemak van uitgaan dat de ballen dit jaar niet massaal kapot vallen en -spectaculairder nog- dat de lichtjes, die je vorig jaar gekocht hebt nog branden. Gelukkig maar, want een gemiddelde kerstboomversiering kost algauw tussen de veertig en de zeventig euro.

    Van acht uur ’s avonds tot rond middernacht zitten we aan tafel. Logisch, wat moeten we anders doen? Behalve een paar in meligheid zwelgende programma’s is er toch geen kloten op tv en voor de pakjes moeten we nog wachten tot middernacht. Uit pure verveling vreten we ons dus een indigestie, waar we nog wekenlang kunnen van naboeren. Wat wordt het dit jaar? Gaan we fonduen of gourmetten of wordt het toch een traditionele kalkoen met kroketjes? Eindigen we gewoontegetrouw weer met een ijstaart of halen we voor het gemak een kerststronk bij de bakker? Afijn, het mag duidelijk zijn dat iedereen zijn kerstfeest indeelt volgens zijn eigen normen en voorkeuren, maar dat je geen kerstmaaltijd hebt voor de prijs van je doordeweekse prak, daar zal wellicht niemand aan twijfelen.

     

    En wat dan gezegd van al de cadeaus? Is de crisis plots verdwenen? Als dat niet het geval is, dan doen we in elk geval alsof ze niet bestaat. Een staafmixer voor de bomma, een nieuwe Senseo voor de mama, een Wii voor de kids, een cd-bon en een boekenbon voor de papa, een paar geitenwollen sokken en een warme sjaal voor opa…. Het wordt ieder jaar erger en daaraan merk je dat niet alleen ik, maar ook de rest van de wereld geen voeling meer heeft met de oorspronkelijke waarden van Kerstdag. We moeten eerlijk zijn. Anno vandaag is Kerst niets anders dan je volvreten en pakjes openmaken. Hooguit misschien nog naar de middernachtmis om je eigen zieltje te wassen, tussen alle andere gelovigen die ook  niet kunnen slapen omdat de kalkoen met veenbessen nog tot vlak onder hun strot zit.

     

    Maar Luctor zou Luctor niet zijn als hij niet de nodige moeite zou doen om iedereen terug op het juiste spoor te krijgen. Vandaar dat ik het goede voorbeeld zal geven door een aantal gratis, maar daarom niet minder innige wensen uit te spreken voor mensen die zich in het afgelopen jaar geheel belangeloos hebben aangeboden om te figureren in mijn columns.

     

    Ik  stel voor dat Bart De Wever en Elio Di Rupo eens samen op stap gaan. Gewoon als gabbers onder mekaar. Eerst een frietje steken in de favoriete frituur van den Bart en daarna samen naar de favoriete homobar van den Elio. Ik hoop dat ze zich rot amuseren en dat ze ’s nachts, met een fenomenaal stuk in hun kloten, samen naar huis waggelen. Arm in arm. En dan wens ik ze één inzicht toe: dat ze niet met de toekomst van dit land spelen vanuit opportunistisch eigenbelang!

     

    Kardinaal Godfried Danneels wens ik een nieuw geheugen toe. Echt waar! Ik heb daar medelijden mee. Die mens heeft jarenlang zijn nikkel afgedraaid voor de Kerk en haar Gemeenschap, maar net nu hij van zijn pensioen kon beginnen genieten, is hij zijn geheugen kwijt.  Met zijn nieuw geheugen zal de kardinaal zijn plaatsje in de hemel terug veilig kunnen stellen, want de mens is gewoon vergeten dat ‘vlucht het stelen en bedriegen; ook de achterklap en ’t liegen’ deel uitmaken van de tien geboden.

     

    Danneels’ goede vriend, bisschop Roger Vangheluwe, wens ik voor de rest van zijn dagen een donkere kerker toe en ongelooflijk veel jeuk aan zijn kloten en zijn fluit in combinatie met twee armpjes, die net tekort zijn om eraan te krabben. Want terwijl dat crapuleus stuk kinderverkrachter gezonde kinderen misbruikt, zijn er ook gewoon kinderen die ziek zijn. Héél ziek zijn. En laat dat nu net de reden zijn, waarom ik deze kerstcolumn zo vroeg schrijf…

     

    Ik ken namelijk zo’n ziek kind. Ayco heet ze. Een blonde wolk, die in mijn armen lag te kirren van pret toen ze amper een paar maanden oud was. Ayco is kort daarna ziek geworden. Zo ziek dat haar tijd hier bij ons bijzonder beperkt is.

     

    Had ik haar -al was het maar één keer- mijn naam horen noemen, dàt had mij gelukkig kunnen maken. Maar de natuur is wreed en besliste anders. Toch wil ik hier niet al te melodramatisch over doen. Dat doen Petra en Peter, Ayco’s mama en papa, ook niet. Zij hebben ervoor gekozen om in de eerste plaats al hun energie te gebruiken om de korte tijd die Ayco hier gegund is, zo fijn mogelijk te maken. Daarna komt tijd genoeg om te treuren.

     

    Onder andere daarom willen ze de komende kerst voor Ayco zo speciaal mogelijk maken. En gun mij nu alstublief de vrijheid, waarde lezer, om mijn column voor één keer te mogen misbruiken voor een ander doel dan puur literaire ontspanning. Lees dus de heel bijzondere oproep van Peter en Petra, want met een klein gebaar kunnen wij samen een superkerst maken voor Ayco.

     

    De bedoeling is als volgt: mensen vragen in deze tijd van het jaar regelmatig wat Ayco, Peter en Petra als cadeau zouden kunnen gebruiken. Wat ze écht zouden willen, is iets wat helaas niemand hen kan geven. Bij voorbaat uitgesloten, dus. Het item dat ze wél op hun verlanglijstje gezet hebben, is iets waar wij makkelijk kunnen bij helpen. In een paar eenvoudige stappen komt het hierop neer:

     

    - Denk aan alle goede dingen die je dit jaar voor een ander gedaan hebt of nog zou kunnen doen. Het kan iets kleins en onbenulligs zijn, iets heel groot, iets speciaals of iets heel gewoons. Alles kan, maar het moet iets zijn waarmee je een ander een plezier hebt gedaan en dat je wil opdragen aan Ayco. Je moet er niet eens het hele shoppingcenter voor rondslenteren én je blijft gespaard van Mariah Carey, Bing Crosby en Wham!.

     

    - Schrijf je goeie daad op een kaartje, een stuk papier of desnoods op je hemd en beschrijf het moment waarop je iemand dat plezier deed. Steek je schrijfsel in een gesloten envelop en stuur het naar thuisadres van Ayco. Dat adres kan je krijgen door een mailtje te sturen naar  adres@petraenpeter.be met een behoorlijke vermelding van wie je bent. Dat je er bovendien de link met Luctor in zou zetten, maakt het prettiger voor ons allemaal.

     

    - Zorg ervoor dat je eigenlijke kaartje hen ten laatste op vrijdag 24 december bereikt. 

     

    - Vanaf hier nemen papa en mama het weer over. Ze zullen jullie kaartjes ongeopend onder ‘Ayco’s kerstboom’ leggen en in de kerstperiode maken ze dan de tijd om jullie kaartjes één voor één te openen en aan Ayco voor te lezen. De krakende cadeaupapiertjes zullen dus vervangen worden door al jullie goede intenties...

     

    Weet je, waarde lezer, na dit weten we met z'n allen weer wat het leven écht betekent. Kerst of geen Kerst!

    Bedankt, Ayco!

     

    "Nonkel" Luctor

    06-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    03-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zak van Sinterklaas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bijna is het weer zover. Nog een paar keer slapen en we worden wakker op 6 december. De dag van Sinterklaas.

     

    Ik herinner mij nog hoe het vroeger ging, way back in the sixties, toen ik nog een klein jongetje was. De avond voor zes december was elk detail belangrijk. Er was geen dag in het jaar dat ik méér gehoorzaam was dan die avond. Zo kort voor de streep kon ik mij geen enkel foutje veroorloven, waardoor mijn kansen op speelgoed en lekkers zouden verbrod worden. Lang voor het avondeten was mijn huiswerk al klaar en nog voor mam het gevraagd had, zat ik al fris gewassen in de zetel. Pyjamaatje aan en de nog natte haartjes in het meest rechte streepje van het hele jaar. “Tandjes gepoetst, jongen?” Wat dacht je? Geschrobd zijn ze. Drie keer! Desnoods met bruine zeep. Alles om de Sint goed te stemmen. Mijn schoentje met de wortel en de suikerklontjes voor Slecht Weer Vandaag werd nog minstens drie keer gecheckt vooraleer ik met een gerust hartje mijn bed inging.

     

    ’s Anderendaags mocht de wekker een half uurtje vroeger aflopen. Absoluut overbodig trouwens, want al uren voor het ochtendlicht lag ik klaarwakker en met ijskoude voetjes in bed te trappelen tot mam kwam roepen dat ik mocht opstaan. Voor de dooie dood zou ik het niet gewaagd hebben om vroeger naar beneden te gaan. Stel je voor dat je de Sint of Zwarte Piet zou betrappen, terwijl ze net uit je schoorsteen kropen… My goodness, ik mocht er niet aan denken. Elk geluidje in huis was een teken van de Sint. Bij ieder kraakje van het hout ging mijn hartslag met tien eenheden de hoogte in en lag ik doodstil in het donker te turen of ik misschien geen stemmen zou horen. Een dakpan die een beetje verschoof deed mij rillen van angst dat Slecht Weer Vandaag juist op ons dak zijn sierlijke paardenbenen zou breken. Want wat als de Sint nu eens mee naar beneden zou tuimelen? Dan was ik zeker verdoemd voor de rest van mijn dagen. Door een stomme dakpan.

     

    Gelukkig heeft geen enkele van al deze doemscenario’s zich ooit voorgedaan. Maar de stress was er zeker niet minder om. Ze piekte tot ongekende hoogte toen mam op mijn kamertje kwam en zei dat het tijd was om naar beneden te gaan.

     

    Op de ochtend van 6 december fluisterde ze altijd. Stel je voor dat de Sint nog niet vertrokken was. Ik voel mijn hartje nog altijd in mijn keel bonzen op de moment dat mam en ik behoedzaam, trede voor trede, naar beneden gingen.

    “Sssst”, fluisterde ze, “Er brandt licht in de keuken. Voorzichtig. Ik durf bijna niet naar beneden. Zou hij nog niet weg zijn? Zou hij het licht vergeten uitdoen zijn?” Haar stem trilde van gespeelde angst.

    Het donker en haar gefluister hadden zo’n verlammend effect op mij dat ik haar niet eens durfde te antwoorden. Met grote angstogen zocht ik bescherming dicht bij haar aan. Ieder jaar opnieuw sloeg ze zowat halfweg de trap haar arm geruststellend om mijn tengere kinderschoudertjes, waardoor ik mij kon vastklauwen in de zachte stof van haar kamerjas.

    Stapje voor stapje daalden we verder de trap af en had ik gedurfd, dan was ik vermoedelijk ín haar kamerjas gekropen op zoek naar nog meer bescherming. Op de laatste treden was het licht in de keuken zó dichtbij dat we zelf al in het schijnsel stonden. Nog maar een paar meter…

     

    Gelukkig hebben we de Sint nooit betrapt en lag de keukentafel ieder jaar weer vol speelgoed, marsepein, chocolade, mandarientjes en speculoos. Van pure opluchting spurtte ik telkens linea recta naar de achterdeur om daar, keihard,  ‘Dankuwel Sinterklàààààs’ in de ochtendlijke buitenlucht te gillen. En geloof het of niet, maar echt ver kon de Sint nooit geweest zijn, want meestal hoorde ik achter in de tuin een zware stem terugroepen: “Als je flink bent kom ik volgend jaar terug”. Niet eens een paar minuten later kwam ik bijna iedere keer pap in de veranda tegen. Ik heb eigenlijk nooit goed geweten waar hij op dat ogenblik al vandaan kwam, maar ik was veel te zenuwachtig en vooral veel te blij met al die prachtige cadeaus om het hem te vragen.

     

    Mijn God, waren dat mooie momenten. Jarenlang heb ik mijn best gedaan om ze over te brengen op mijn dochter en later ook op mijn zoon. Aan hun gelukkige gezichtjes te zien, denk ik zelfs dat ik er vrij goed in geslaagd ben om ook hun te laten proeven van die prachtige herinneringen uit mijn eigen kindertijd. Ook mijn kinderen stonden jaar na jaar op blote voetjes in de koude ochtendlucht de Sint ‘dankjewel’ toe te roepen voor alles wat hij gebracht had. Ook zij kregen van achter het tuinhuis de boodschap dat de Sint beslist volgend jaar zou terugkomen als ze flink zouden blijven en ook zij vroegen zich waarschijnlijk ieder jaar weer af wat ik zo vroeg op de ochtend al uit de tuin kwam gewandeld. Ze hebben er mij nooit naar gevraagd, zenuwachtig en gelukkig als ze waren.

     

    Helaas zal dat vanaf dit jaar allemaal verleden tijd zijn. Ik doe niet meer mee. Geen haar op mijn hoofd dat daar nog aan twijfelt. Eigenlijk komt het hierop neer dat ik het hele Sintgedoe gewoon niet meer vertrouw. Al eens goed gekeken hoe de Sint eruit ziet? Een mijter, een kromstaf, een koormantel, een tabbaard, een soutane en een robijnring. Hoeveel méér bisschop kan je zijn, waarde lezer? Noem mij gerust kortzichtig of belachelijk, ik trek er mij geen fluit van aan. Na de Pedofiele Avonturen van Roger Vangheluwe vertrouw ik geen bisschoppen meer in de buurt van mijn kinderen. Zelfs geen verklede! Punt.

    ‘Ja, maar ja’, zeggen puristen, ‘er is toch een duidelijk verschil’. Ze verwijzen daarbij naar het verbod op identieke namaak van de drieëndertig knoopjes aan een bisschopsoutane, die het aantal levensjaren van Christus symboliseren. De Heilige Nicolaas zal dus altijd minder of meer knoopjes moeten hebben. Nooit drieëndertig! Ooit al eens een uk van drie bij de Sint op schoot gezet en aan dat ventje proberen uitleggen dat hij eerst de knoopjes moet tellen? Tegen de tijd dat hij aan tien zit, is hij al drieëndertig keer verkracht.

     

    Hoe weet ik trouwens dat de Sint die mijn zoontje op schoot pakt niet Hete Roger himself is? Weet u ‘m zitten? Ik in elk geval niet en in het cachot, waar hij thuis hoort, daar zit hij al helemaal niet. Iedere witgrijze baardmans die dezer dagen met een bende gevederde negerkes rondloopt zou hem best kunnen zijn? Ahja, hij is uit zijn ambt ontzet en voor zover ik weet geeft een C4 met ontslagreden ‘verkrachting van minderjarigen’ geen recht op werkloosheidsuitkeringen. Hij moet toch ergens van leven. Sint spelen zou dus een optie kunnen zijn en bovendien moet Vangheluwe zijn Sintenpakje niet eens gaan huren. In zijn kast hangt het wellicht vol. Allemaal exact drieëndertig knoopjes. Het enige waaraan je hem mogelijks nog zou kunnen herkennen, is zijn rode koormantel, die op kindermondjeshoogte wellicht nog vol vieze witte vlekken zit. De gore smeerlap!

     

    Neenee, geen Sint meer voor mijn zoontje. Ik neem geen risico’s met een Roger Vangheluwe -goedgeilig man en de kindervriend bij uitstek- nog op vrije voeten. Ik word er gewoon kotsmisselijk van. En dan heb ik het nog niet eens over al die Sinterklaasliedjes die aangepast zouden moeten worden.

     

    Zie ginds komt de bisschop uit Brugge al aan.

    Hij toont ons zijn piemel, we zien hem al staan.

    Hoe huppelt zijn knuppel al op en al neer.

    Hoe zwaaien zijn kloten al heen en al weer.

     

    Godverdomme toch, waar is de tijd dat ik als kind schrik had voor de zak van Zwarte Piet? Ik vertelde het ooit aan de Sint, toen ik in de Nopri op zijn schoot werd gehesen. Als ik braaf was, dan hoefde ik daar geen schrik voor te hebben, zei de Sint en hij gaf mij een kruisje op mijn voorhoofd.

     

    Zo zie je maar dat tijden veranderen, want als er nu een bisschop het woord ‘kruisje’ nog maar uitspreekt in de nabijheid van mijn zoon, dan heb ik ‘m alvast één ding geleerd: spurteeeeeuh!

     

    Luctor

    03-12-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    30-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet elk einde is een nieuw begin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Drie weken geleden zouden  Maarten en Regina bij ons op bezoek komen. Dat was al maanden zo gepland.

     

    Ik ken Maarten al meer dan dertig jaar. Bijna veertig, zelfs. Zijn vader, toen al weduwnaar, had destijds een vakantiehuisje in Cadzand, vlak naast dat van mijn ouders. Alle zomers tussen 1972 en 1978 trokken Maarten en ik samen op. Aanvankelijk waren we vriendjes die samen voetbalden en op warme dagen naar het strand trokken om er in zee te zwemmen, maar naarmate we ouder werden, werd de vriendschap hechter en intenser. We werden echte soulmates, ook al bestond dat woord in die tijd nog niet. Het strand werd een plaats die enkel nog diende om af te spreken met meisjes en het voetbal werd vanaf een zeker moment gewoon vervangen door tientallen muziekcassetjes met de nieuwste songs van Deep Purple, Uriah Heep, Yes en Jethro Tull.

    Ik schat dat we allebei een jaar of vijftien moeten geweest zijn toen we stiekem onze eerste joint rolden en nadien urenlang -stoned als een garnaal- lagen te gieren met al onze fantasieën over de meisjes die onze hormonen op hol joegen. Maarten kwam uit het Nederlandse Tilburg en ik was een Waaslands suikermannetje. Twee jongens, twee werelden, maar met dezelfde dromen.

     

    Begin 1978 ging pap dood en nadien ben ik nooit meer naar Cadzand geweest. Niet dat het één iets met het ander te maken had; het was gewoon zo. Maarten zag ik dus ook niet meer tot er begin jaren tachtig een uitnodiging in de bus viel voor zijn huwelijk. Ik heb niet getwijfeld.

     

    Het weerzien met Maarten was hartelijk, ook al vond ik zijn toenmalige bruid van meet af aan een Hollandse trut zonder weerga. ‘Sóóó, ben jij Luctor??? Blij je te leren kennen, ség. Godsamme… Ik heb sóóó feel over je gehoord… Jeetje, een Belg op ons feesie! Kijk ’s an. Kijk ’s an. Wat leuk…’.

    Jak! Gelukkig valt er op een gemiddeld trouwfeest in Nederland niet al te veel te vreten, want had dat wel het geval geweest, dan had ik hoogstwaarschijnlijk mijn hele lijf gewoon uitgekotst. Een eerste kennismaking met zo’n schijnheilig pokkewijf is immers méér dan eten en drinken tegelijk. Jesus! Nuja, lang heeft het huwelijk met de trut overigens niet geduurd, want na een paar jaar stond Maarten plots aan mijn deur met zijn nieuwe vriendin. Regina. Sindsdien hebben we contact gehouden en zo’n twee à drie keer per jaar komen we bij mekaar over de vloer. Drie weken geleden zouden Maarten en Regina bij ons gekomen zijn. ’s Zaterdags uitgebreid eten, lekker bijkletsen, blijven slapen en ’s zondags weer naar Tilburg.

     

    In de loop van die zaterdagvoormiddag belde Maarten.

    "Mijn vader is ziek", zei hij. "Hij is gisteren onwel geworden en naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek. Niets om ons zorgen over te maken, maar het lijkt toch verstandigst dat we nu even niet naar België komen. Je weet maar nooit. Bovendien heeft ie ook geen bezoek als wij er niet zijn".

    “Tuurlijk”, zei ik. “Geen probleem. We spreken later wel opnieuw af. Hou mij op de hoogte hoe het met je vader verloopt en wens hem alvast veel beterschap van ons”.

    “Doe ik”, zei Maarten. “Jij ook de groeten daar aan je wijfie”, en hij haakt in.

    Vorige zaterdag is de vader van Maarten begraven.

     

    De gsm in mijn jaszak biepte oorverdovend schel in het muisstille en ijskoude Tilburgse wijkkerkje. En ook al kent niemand mij hier, toch vond ik het strontgênant. Iedereen zit je aan te gapen alsof je de onbeschaamdheid zelve bent. Of het mogelijks te maken zou kunnen hebben met de toch altijd ietwat minore Belg-Hollander-relatie weet ik niet, maar ik had veel zin om al die stomme koppen meteen van antwoord te dienen. ‘Sorry Hollandse oetlullen, maar ik heb géén moord gepleegd en ik heb evenmin uw vrouwen en dochters verkracht. Ik heb gewoon mijn gsm vergeten uitschakelen en een smsje hebt ontvangen. Mag het? Kijk dus gewoon met je stomme bek naar voor, wil je.’

    Maar ik zei helemaal niets. Ik keek de stomme koppen in tegendeel alleen maar een beetje verontschuldigend aan en hield voor de rest mijn mond. Uit respect voor Maarten. En voor Arie,  zijn dooie vader.

     

    Het gevoel van vochtige kilte in het kerkje leek nog te verscherpen door de karige opkomst. Ik schat dat er niet eens veertig mensen waren, familie inbegrepen. En ondanks het feit dat het vorige zaterdag nog niet echt winterde, toch merkte ik bij zowat iedereen kleine ademwolkjes, die treurig meedeinden op het gesnotter van de eerste rijen. Overal stonden kragen recht en waren sjaals omgeslagen. Het leek alsof de kilte van de dood bezit had genomen van de hele kerk en iedereen die er zat.

    Hoedanook, bezeten door de kilte van de dood of niet, na een paar minuten had geen van de kerkgangers nog aandacht voor mij of mijn gsm. Ik keek rondom mij en zag dat iedereen alweer diep in zichzelf gedoken zat, hoogstwaarschijnlijk verzonken in de eigen gedachtenwereld. Rekeningen die nog moeten betaald worden, de auto die dringend naar de garage moet, een minnares die dreigt alles te komen vertellen aan je vrouw,… De honderdduizend kleine dingen van alledag. Alles leek zo gewoon. Belgisch bijna. Ik moet eerlijk toegeven dat ik mij iets totaal anders had voorgesteld bij een begrafenis in een Gereformeerde Gemeenschap.

     

    Al moet ik toegeven dat die gereformeerden één ding toch wel bijzonder goed gesnapt hebben: een begrafenis is een korte dienst om afscheid te nemen. Punt. Geen uitgebreide misviering zoals bij ons. De dominee gaat voor in de dienst en Gods woord staat centraal om troost te vragen voor de nabestaanden. Er wordt een psalm gezongen en een gebed voorgelezen, and that’s it. Geen oeverloos gezwets zoals bij onze katholieke pastoors, die de overledene centraal stellen en zelfs bij het grootste crapuul nog staan te getuigen hoe goed hij wel was voor mens en omgeving. Ook geen tientallen familieleden die vooraan de kerk snikkend komen vertellen hoe erg ze papa, mama, opa of oma zullen missen. Neen, niets van dat alles. Gewoon sec! Kort. Krachtig. Ajuu paraplu! Hollandser kan niet, vrees ik.

     

    Ik knipoog naar Maarten als ik de dichtste familie onmiddellijk na de dienst ga condoleren. Regina geef ik een kus. Ze knijpt eventjes in mijn arm en fluistert ‘dankjewel’. Maarten houdt me nog even staande. Zijn gezicht is betraand en zijn ogen zijn bloeddoorlopen. “Fijn, kerel!”, zegt hij. “Fijn, dat je hiervoor die hele reis hebt gemaakt.” Zijn stem klinkt stil en gebroken. Hij trekt mij stevig tegen zich aan en geeft mij een hele lieve kus op de wang. Ik smaak het zout van zijn tranen en ik voel dat er niet veel meer moet gebeuren voor ik zelf ook vol schiet.

    “We bellen wel”, zeg ik, mijn tranen verbijtend.

    “Doen we”, zegt hij.

    Ik ben blij dat ik weer buiten ben. De frisse lucht doet deugd en de koude wind droogt mijn ogen.

     

    Terwijl ik terug naar mijn auto wandel, een paar straten verderop, lees ik het smsje dat ik tijdens de begrafenis heb ontvangen. Het is van mijn vrouw, die er door omstandigheden niet bij kon zijn. Of ik Maarten en Regina veel sterkte wou wensen en of ik op de terugweg nog in een paar winkels wou binnenwippen om boodschappen af te halen. Ze heeft alles al besteld en ik moet het alleen maar even ophalen. Vlees en beleg bij slagerij De Clercq, de Collect&Go-bestelling in de Colruyt en nog een bak plat water van de drankencentrale. Brood hoefde niet, want dat zat al in de bestelling van Colruyt. Afsluiten doet ze altijd met drie kruisjes.

    “ok. X”, antwoord ik. Ik zet nooit meer dan één kruisje.

     

    Mijn gsm biept als bevestiging dat mijn antwoord verzonden is, maar hier in de straten hoor je het amper. Ik denk aan die stomme koppen van daarstraks in de kerk. Het doet mij glimlachen. Arie was een leuke vent en Cadzand was de mooiste tijd van mijn jeugd…

     

    Luctor

     

    30-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
    28-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn engelen slapen nog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was zonnig maar barkoud toen ik vanmorgen mijn auto parkeerde onder de winterkale takken op de bijna verlaten parking van het oude, maar statige Hotel De Lourdes in Oostakker.  De sneeuw ligt er tapijtdik en absorbeert alle geluiden tot een bedwelmende doofheid. Alleen het gekraak van verse sneeuw onder mijn voetstappen benadrukt de pontificale stilte. Frivole ademwolkjes dansen op de melodie van mijn stappen en verdwijnen dan even vrolijk in het niets. Ongerepte sneeuw verscherpt de zintuigen, maar verzacht ook mens en weemoed, herinner ik mij de wijze woorden van mijn vader. Hij heeft gelijk. Zelfs de lang vervlogen grandeur van het hotel-restaurant lijkt onder deze witte sluier weer tot leven te komen. De knusse warmte achter de  statige ramen kan je als het ware tot buiten proeven.

     

    Ik ben ruim een halfuur te vroeg voor een afgesproken fotosessie op het aanpalend bedevaartsoord en dus geef ik met graagte toe aan de verleidelijke warmte van het hotel voor een kop koffie.

     

    Hoewel een paar obers voortdurend af en aan lopen, zijn binnen amper twee tafeltjes bezet. Vlakbij het tafeltje dat ik uitkies, zitten twee oerdeftige oude dames met hoed en Hyacinth Bucket-jurken, rustig keuvelend over hun goedgevulde ontbijtborden heen. Iets verderop, vlakbij een raam, zit een jonge blonde vrouw genietend van haar koffie te nippen. Als een krolse kat zoekt ze aanhoudend naar de ideale positie om zoveel mogelijk van het winters zonnetje op haar huid te laten stralen. De knoopjes van haar zwart-wit geblokte blouse staan zover open, dat elkeen die het wil vrije inkijk krijgt op de aanzet van haar weelderige boezem. Haar donkergrijze rokje is kort genoeg om het frivole kantwerk van haar zwarte bilkousen net niet te verbergen. Ze is absoluut aantrekkelijk -het tegendeel beweren zou een leugen zijn- maar het totaalplaatje is mij toch iets te ordinair om haar stijlvol knap te noemen. Al bij al een vrouw waar je graag naar kijkt, maar liever niet mee gezien wil worden. Ik geniet van mijn koffie en besteed er verder geen aandacht aan.

     

    Terug buiten merk ik toch al meer beweging op de besneeuwde parking. De ene na de andere auto ontmaagdt het vredige wintertafereel. Behalve af en toe een enkeling, zijn het merendeels koppels die uit de wagens stappen en in uiterste rust naar de ingang van het gebedsdomein wandelen. Schrijden bijna. Het valt mij op dat er heel weinig gesproken wordt tussen de bedevarende paren en als er al iets gezegd wordt, dan gebeurt dat in stilte en is het antwoord van de ander vaak niet meer dan een kort knikje of een glimlach. Een jonge vader met drie kleine kinderen heeft aan een kort maar krachtige ‘sssst’ voldoende om zijn jonge grut mee in het stille bedevaartsjuk te hijsen.

     

    Van zodra ik de parking verlaat en een eind het terrein van de Lourdesgrot ben opgewandeld, op zoek naar de fotograaf, omringt mij weer diezelfde sfeer van ongerepte, stille waardigheid. Het hele terrein blijkt omringd door een groot bos. Middenin staat een grillige rotsstructuur, die gebouwd is rond het fel verlichte beeld van de Heilige Maria. Vlak voor de rotspartij tal van lange houten banken, voldoende voor zeker een paar honderd bedevaarders. De banken liggen er besneeuwd bij, maar voor een achttal zittende gelovigen is een nat gat duidelijk geen bezwaar. Eentje zit zelfs in de sneeuw geknield, vlak voor een kruisbeeld met een ondergesneeuwe Jezus. Nog een  tiental andere bedevaarders kuieren traag langs één van de twee ommegangen. Ze stoppen bij elke statie en prevelen gebedjes. Een paar vechtende kauwen verstoren de stilte. 
     

    Hoe fel ik ook onder de indruk ben van de ingetogen rust die hier heerst, toch realiseer ik mij dat er hier, behalve de aanzet van het paar mooie borsten in het hotel, bijzonder weinig goddelijke verschijningen voor mij zullen weggelegd zijn. Ik ben totaal vreemd in deze wereld en het minste wat je kan zeggen is dat ik spiritualiteit van de andere bedevaarders ontbeer.

     

    Een jonge kerel van goed in de dertig, pepert mij dat nog eens ongewild in. Op amper twee meter van mij staat hij rechtstaand en luidop te bidden in een taal waar ik niets van begrijp. Zijn gebogen armen allebei in de lucht gespreid, zijn ogen onlosmakend gebrand op het verlichte Mariabeeld. Om de paar minuten buigt hij door de knieën en herneemt hij zijn onverstaanbaar gebed. Tientallen keren na elkaar. Gefascineerd door zoveel passionele devotie blijf ik hem minutenlang onbeschaamd aanstaren. Het geeft mijn een lomp en onbeleefd gevoel, maar het is sterker dan mezelf. Ik blijf hem begapen als een koe die een paard ziet voorbijvliegen. Een echte verschijning had me waarschijnlijk met niet meer stomheid kunnen slagen.

     

    Op het moment dat schaamte toch de bovenhand haalt op mijn verbazing, steek ik een sigaret op en wandel ik terug naar de parking, nog steeds op zoek naar de fotograaf die nu toch stilaan moet gaan toekomen. Ik ben niet eens vijf passen gestapt als een stem mij tot de orde roept: “U kan beter niet roken in een gebedsoord, want u jaagt de engelen weg…”. Ik draai mij om in de richting van de stem en ik kijk in het vriendelijk glimlachende gezicht van de man die daarnet een taal stond te prevelen waar ik geen woord van begreep.

     

    Het valt mij nu pas op hoe klein en tenger hij is. Bijna fragiel. Zijn mager, invallend gezicht wordt omringd door een verzorgde korte baard. Zijn ogen zijn donker en zacht, maar tegelijk ook vastberaden en pienter en ze zoeken onbeschaamd die van mij. Hij draagt een donkerbruine jeans en een iets lichterbruin modieus ski-jack van een peperduur merk. Rond zijn hals -boven de jas- bengelt een houten blokje aan een soort veter. Het primitieve sieraard heeft een ietwat grillige vorm, maar het is onmiskenbaar een soort kruis.

    “Neemt u mij niet kwalijk dat ik u dat zo voor de voeten gooi”, zegt hij, “maar ik wou u iets leren”.

    Op het moment dat hij aanstalten maakt om zijn weg verder te zetten, hou ik hem staande. “Als u het dan toch allemaal zo goed weet”, zeg ik, “neem er dan wat tijd voor en leg mij dan minstens uit wat ik fout doe.”

     

    In een kort gesprek dat gaandeweg meer op een striemend sermoen lijkt, kom ik te weten dat de man Erik heet. Hij blijkt een aanhanger van de Ethiopisch-orthodoxe Kerk en bidt in het Ge’ez, een oud-Hebreeuwse taal der Engelen. Ik begrijp werkelijk geen kloten van alles wat hij me probeert wijs te maken, maar het komt erop neer dat tientallen Engelen rond mijn hoofd zouden vliegen om mij de juiste weg te tonen. Hij ziet ze! Ik moet op mijn lip bijten om niet te zeggen dat ik eerder denk dat hij ‘ze ziet vliegen’, maar daar krijg ik geen kans meer voor. Zonder op een wederwoord te wachten, beent mijn nieuwe vriend stevig richting parking. Ik kijk nog snel even rondom mij, maar ik zie alleen een paar vallende bladeren en mijn eigen ademwolkjes. Mijn Engelen slapen nog.

     

    Op de parking tref ik de fotograaf wachtend in zijn auto. We groeten en ik help hem met het uitladen van zijn fotomateriaal. Even verderop zie ik Engel Erik wachtend, geleund tegen een gitzwarte Porsche. Een jonge, blonde vrouw verlaat het hotel en stapt lachend op hem toe. Ze loopt een beetje wankel op haar hoge stiletto's in de verse sneeuw, maar ze weert zich om gracieus te blijven. Ik herken het korte, donkergrijze rokje boven sexy zwarte nylons, waarvan je nog net de kanten bovenrand kan zien. Onder haar openhangend jasje merk ik een zwart-wit geblokte blouse. Er volgt een lange intense tongzoen.

     

    Rondom mij, nog steeds alleen maar vallende bladeren en mijn eigen ademwolkjes. Kust nu mijn kloten…

     

    Luctor

    28-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    21-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Let's talk about sex
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als een piekerige carnavalspruik hing ik vanmorgen in de zetel wakker te worden. De luiken zijn nog nachtelijk gesloten, op de salontafel dampt een bak schuimende Senseo. De rest van het gezin ligt nog slapend in bed. Het is zes uur en ik ben net opgestaan. Buiten is alles nog donker en stil, binnen hoor ik alleen het getik van verwarmingsradiatoren die tot leven komen. Eén van onze poezen kromt zich krols aan mijn voeten en gaat dan weer lusteloos liggen, één oog half geopend op mij gericht. Een zondagochtend zoals bijna alle andere, ten huize Luctor.

     

    Ik verdeel mijn ontwakende aandacht tussen mijn kop koffie, een herhaling van het laatavondnieuws en een verfomfaaide Cosmopolitan, waarin mijn teerbeminde gisteren zat te lezen en die ze opengeslagen heeft achtergelaten op de leuning van de bank. Terwijl ik blader tussen negenennegentig verleidelijk-erotische lingerietips, vertelt Jan Becaus dat paus Benedictus XVI het gebruik van condooms onder bepaalde omstandigheden heeft goedgekeurd. Om zes uur ’s ochtends vind ik deze combinatie van beide berichten zo tongue in cheek dat ik mij afvraag of een wereld zonder seks aan hetzelfde tempo zou draaien als die waarin we leven. Want je staat er misschien niet dagelijks bij stil, maar om onze soort in stand te houden hebben we eigenlijk geen seks meer nodig. Als we schapen kunnen klonen, dan kunnen we dat beslist ook met mensen -laat dat duidelijk zijn- maar ook voor wie zich eerder proefbuisgewijs wil voortplanten, hoeft die piemel niet noodzakelijk in dat spleetje.

     

    Waarom hebben we dan toch nog seks, vraag ik mij af. Omdat het gewoon fijn is, natuurlijk! Het blijft immers een fantastische ervaring om als twee geliefden zo dicht bij elkaar te zijn dat je als het ware in elkaar tot een versmelting komt. Ik ben naïef genoeg om dat nog als nummer één te plaatsten, maar ik besef ook dat seks soms gewoon een gevolg is van pure geilheid. Het middel bij uitstek voor het bevredigen van onze oerdriften. Ook niks fout aan, toch?

     

    Soms is seks ook gewoon handig. Vraag dat maar aan alle carrièrevrouwen en –mannen, die talloze treden op de hiërarchische ladder gestegen zijn door respectievelijk in te spelen op het lulverstand van hun baas of het laten ontbranden van de hitsigheid in de string van hun bazin. De ver van je bedshow? Ik dacht het niet! Wat is het verschil met de gewone huisvrouw, die extra kortgerokt en bijna tettenbloot-gedecolleteerd naar de autokeuring of het containerpark gaat? Of met de sympathieke buurman die eerst nog even zijn haar goed strijkt, vooraleer hij bij zijn bevallig buurvrouwtje het gras gaat maaien, terwijl het onkruid in zijn eigen tuin kniehoog staat? Met je lul in haar hand komt ze door het ganse land en via haar spleet kom je in de hemel voor je het goed en wel weet! Man, man, man, bronstige bonobo’s, dàt zijn we. Allemaal!

     

    Maar nóg fascinerender dan waarom we seks hebben en met wie, is de vraag hoe we het doen!

    Onze eigen seksuele voorkeuren vinden we allemaal zo normaal als de nacht die volgt op de dag, maar wat er dan precies allemaal tussen de lakens wordt uitgespookt is een ontdekkingsreis waar zelfs de avonturen van Christoffel Columbus bij verbleken. Akkoord, zowat overal ter wereld is ‘le moment suprême’ een pinneke wat in een gaatje verdwijnt, maar de weg er naartoe is vaak nog spannender dan een ritje op ’s werelds meest imposante rollercoaster.

     

    Het is een feit dat onze cultuur daar een belangrijke rol in speelt. In vergelijking met veel islamitische landen, waar de seksuele normen vaak heel strikt zijn vastgelegd, lijkt onze westerse cultuur met een relatief vrije seksuele moraal op een soort Alice in Wonderland. En dat begint al bij het voorspel, want lang niet iedereen raakt zomaar opgewonden door een knap exemplaar van de andere of eigen sekse. De één smelt van een zachte massage, terwijl de ander pas kickt als er met een zweep op haar of zijn gat gekletst wordt. Sommigen voelen dan weer seksuele opwinding als er voor hen gestript wordt en nog anderen willen juist de gekste verkleedpartijen om in ‘the mood’ te geraken. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Ja, waarde lezer, als het bij u niet zo is, dan toch zeker bij één van uw buren. Als je het allemaal zou weten, de wereld zou er plots heel anders uitzien.

     

    Stel je voor dat je van je bankier weet dat hij geil wordt van zijn vrouw in een weinig verhullend verpleegsterspakje, terwijl ze eerst zijn poepke poeiert vooraleer dat hij aan de tiet mag. Je zou je gespaarde geld plots minder veilig wanen bij zijn bank. Kan je je inbeelden dat de dokter die vorige week naar je longen luisterde, kickt op het zich laten pijpen door in leder gehulde mannen in een openbaar park? Hoe zou je brood smaken als je wist dat de bakker en zijn vrouw fervente beoefenaars zijn van poep- of plasseks. En dan ga ik er voor het gemak nog vanuit dat hij uitvoerig gedoucht heeft vooraleer hij zijn bruinbrooddeeg begint te kneden… Kortom, de variaties zijn eindeloos en de geilheid evenzeer. Alleen, de vragen blijven meestal onbeantwoord.

     

    Maar Luctor zou Luctor niet zijn, als hij toch niet op zoek was gegaan naar hoe onze medeburgers het doen. Het was een doortastende en moeilijke zoektocht, mijn waarde lezer, en bovendien zal ik u moeten ontgoochelen. Ik heb geen antwoorden gevonden. Niemand van mijn studieobjecten was bereid om mij eerlijk te bekennen hoe ze het doen. Zo ben ik niet te weten gekomen of Rik Torfs voorleest uit de bijbel als hij klaarkomt, net zo min als ik heb kunnen uitvlooien hoe hard koningin Fabiola vloekt als de batterijen van haar kutbrommer het begeven een seconde voor ze haar orgasme bereikt. Ik weet dat Luc Appermont en Bart Kaëll een koppel zijn, maar wie het pinneke speelt en wie het gaatje wilde niemand kwijt. Je kan veronderstellen dat Joëlle Milquet fantaseert over groepsverkrachtingen door stoere politici, maar of ze daarom voortdurend ‘non’ roept, blijft onduidelijk…

    Om maar te zeggen, waarde lezer, dat wij met onze vrije Westerse moraal over seksbeleving toch niet al te bereid zijn om letterlijk tussen onze lakens te laten gluren. Al zijn er natuurlijk vanzelfsprekendheden, waarvoor geen empirisch onderzoek noodzakelijk is.

     

    Zo schijnt het dat Jean-Marie Pfaff en Carmen heet worden van reclame. In die zin kan je er met enige verbeelding een passend seksleven bij verzinnen. Stel je voor: El Sympatico nadert het echtelijke bed waar Carmen al zwoel ligt te wachten. Zij in een sexy zwart lingeriesetje, hij enkel met een handdoek om zijn middel. Op zijn gat staat ‘Aliplast’ getatoeëerd. Terwijl hij het behaatje van Carmen losknoopt, maakt zij bij hem de handdoek los. Ze schrikt, want op zijn lul staat ‘Aids’ geschreven. Toch ontspant ze alweer snel, want als hij merkt dat haar borsten versiert zijn met de logo’s van Volvo en Mercedes, huilt hij als een hitsige wolf en groeit zijn paal tot volle lengte. Daardoor merkt Carmen dat 'Aids' langzaam 'Adidas' wordt. Geef toe, het zou kunnen, niet?

     

    En zo zijn er nog. Van Pietje Huyzentruyt mag je verwachten dat hij een opnamecamera in zijn slaapkamer hangen heeft. Tijdens een pijpbeurt door zijn teerbeminde trekt de televisiekok voortdurend bedenkelijke bekken naar de camera.

    “Mo meiske toch, wuk nen bronselboel maakte gie der hier van. Alez, SOS Piet zal het je ne keer uutleg’n. Worstjes moe je nie skrepen. Wórtels moe je skrepen! En es mien worstje oranje? Bah nent, tes nie oranje. Awel, ton est gene wortel... Meiske, toch! Meiske toch! Alez, Pietje zal mo weeral ne keer een beetje help’n.”

    Mevrouw Huyzentruyt kijkt een beetje blozend in de camera en verontschuldigd zich voor alle kijkers en probeert het opnieuw met de goede raad van haar ventje. Deze keer gaat het al een stuk beter, maar de afwerking doet Piet toch liever zelf.

    Met de gelukzaligheid van zijn orgasme nog op het gezicht en de sporen ervan op dat van haar, legt hij zijn arm rond haar schouders en blikken ze samen recht in de camera. “En wat hebben we geleerd vandaag? Ten eerste…”

     

    Ziet u, waarde lezer, eigenlijk heeft u mij niet nodig. Sommige mensen zijn dermate publiek bezit geworden, dat je er met een beetje verbeelding zelf kan bij verzinnen hoe ze de edele daad der voortplanting bedrijven. Doe de oefening en u zal merken dat het makkelijker is dan je denkt. Bij Sergio zal het wellicht brullend zijn. Bart De Wever heeft waarschijnlijk iets geils in petto met Latijnse spreuken en Jean-Luc Dehaene pakt de problemen pas aan als ze zich stellen. Vermoedelijk geeft hij ook ‘geen commentaar’.

     

    Maar het kan natuurlijk ook dichter bij huis. Hoe doet de koster het? Of de kruidenier? De burgemeester? Ik vraag mij trouwens af hoe mijn eigen burgemeesteres het zou doen. Ze is middeljong, ze is knap en ze is single. Wat voor vonken zou dat geven?  Bij onze inwonersverwelkoming in dit prachtige dorp heb ik een paar woorden met haar mogen wisselen en even, héél even, keek ze mij toen diep in de ogen. Helaas nét niet lang genoeg om te kunnen peilen hoe ze tussen de lakens zou zijn. Het mysterie blijft en het maakt me langzaam gek.

     

    Maar ze weet dat ze mij mag bellen…

     

    Luctor

     

    21-11-2010 om 21:14 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    17-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is oud?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met twee veel te grote, gestreepte, plastic strandtassen -één over haar schouder en één in haar winkelwagentje- schuifelt het oude wijfje richting kassa.

     

    Wekelijks doet ze op woensdag haar boodschappen in de supermarkt van het provinciestadje, niet ver van het dorp waar ze woont. Voor de dagelijkse zaken zoals brood en beleg, gaat het oude wijfje bij de bakker en de slager om de hoek, maar voor wat ze de ‘grote inkopen’ noemt, rijdt ze altijd mee met de auto van mevrouw De Vos, haar iets jongere buurvrouw die ze steevast ‘Voske’ noemt. Samen tuffen ze dan naar de supermarkt, zo’n tien kilometer verderop. Het is al jaren zo.

     

    Eigenlijk moet ik schrijven: ‘het is jaren zo geweest’, want twee weken geleden is mevrouw De Vos plots overleden. Niet eens tachtig was ze en dik vier jaar jonger dan het oude wijfje met haar veel te grote strandtassen. ’s Morgens waren ze nog samen om ‘grote inkopen’ geweest en leek er niets aan de hand, maar in de vooravond was het plots een drukte van belang voor het huis van mevrouw De Vos. Blauwe zwaailichten van een politiecombi, een ziekenwagen en een MUG kleurden grillige en spookachtige taferelen op de gevels van de huizen in de buurt. Voske was plots onwel geworden en had zelf nog naar de hulpdiensten gebeld, maar de hulp was te laat gekomen.

     

    Vorige week heeft het oude wijfje de ‘grote inkopen’ in de stad overgeslagen, want op woensdag werd mevrouw De Vos begraven. Maar vandaag konden de inkopen echt niet meer uitgesteld worden. Hoe erg het oude wijfje er ook tegenop zag. Ze moest met de fiets, want zelf had ze geen auto of rijbewijs en haar man was al jaren dood. Net als bij mevrouw De Vos overigens. De kinderen van het oude wijfje woonden allemaal een eind weg en een bus tussen haar dorp en de stad was er niet. Van een belbus had het oude wijfje nog nooit gehoord.

     

    Vandaag zag ik ze schuifelen in de supermarkt richting kassa. Hoewel ze door haar van ouderdom gebogen rugje amper boven het winkelwagentje uitkomt en ze meer sloft dan stapt, laveert ze traag maar handig tot bij de kassa. Eerst leegt ze de strandzak op haar rug en daarna zet ze ook de inhoud van haar karretje op de loopband. De twee zakken staan nu leeg en wijd opengesperd in het winkelwagentje, wachtend om opnieuw gevuld te worden met elk artikel dat door de kassierster werd bepoteld tot het piepte.

    Het oude wijfje zoekt ondertussen in haar portemonnee naar haar klantenkaartje, waarop elke aankoop in puntjes meespaart voor een nieuw koffieservies. Ze vindt het kaartje snel, maar toch wordt haar gezichtje plots asgrauw. Haar kleine grijze krulletjes lijken eensklaps meer op een versmachtende badmuts dan op een kapsel. Verwilderd zoeken haar uitpuilende oogjes in alle vakjes van haar portemonnee… ‘Waar is het sleuteltje van mijn fietsslot?’

     

    Als van de ene seconde op de andere dringt het tot het oude wijfje door hoe drukkend warm het is in de supermarkt. Toch scharrelen haar bezwete handjes driftig door haar handtasje en al haar jaszakken. Ze voelt nu ook dat ze veel te weinig lucht krijgt en zoekt met opengesperde en paniekerige ogen naar hulp. Op het moment dat ze mij recht in de ogen kijkt en ik haar angst bijna kan proeven, zakt ze met een zacht plofje op de grond.  Hulp wordt nog geboden door omstaanders met EHBO-kennis, maar het oude wijfje is al op weg naar buurvrouw Voske…

     

    Dit hàd, waarde lezer, een waargebeurd verhaal kùnnen zijn. Zo uit het leven gegrepen. Gelukkig is het dat niet. Ten eerste ga ik nooit op woensdag naar de supermarkt, dus hoe zou ik in godsnaam getuige kunnen geweest zijn van dit menselijk drama? Maar vooral, oude wijfjes en oude ventjes zoal ik ze hierboven beschreven heb, zijn een uitstervend ras. Iedereen kent ze nu nog wel, maar over pakweg een paar jaar zullen ze definitief uit ons straatbeeld verdwenen zijn. Zeker weten! Uitgestorven. Net als de Blauwe Antilope, de Westelijke Zwarte Neushoorn en de Vliegende Vlaamse Korhoen. Wat nog overblijft zal een oud ras zijn dat even hard van zich afbijt als de rest van de bevolkingsgroepen. De tijd van de hulpeloze, miezerige en meelijwekkende besjes is voorgoed verleden tijd! De oudjes van morgen zullen niet meer opgezet zijn met betutteling. Daar zullen ze geen tijd voor hebben, tussen twee rockconcerten en drie betogingen door… Wrinkle-power rules!

     

    De eerste tekenen van deze kenmerkvervaging zijn al duidelijk. Wie is namelijk nog nooit afgebekt door een norse oude vent of een tang van een oud wijf, zonder dat daar enige reden toe was? Het lijkt wel of de nieuwe generatie oudjes behalve van kenmerkvervaging ook last lijkt te krijgen van normvervaging. Alsof iedereen die niet pensioengerechtigd is, in hun ogen potentiële criminelen zijn met maar één doel:oudjes beroven, beledigen en bij uitbreiding in het ziekenhuis meppen. Nog maar een paar jaar geleden vond iedereen je een egoïstische boerenpummel als je je plaats op de bus niet afstond aan een meereizende oma of opa. Maar riskeer je eens om vandaag de dag op te staan en een oudje je plaats aan te bieden… Oma omklemt meteen haar sacoche alsof je van plan bent haar te beroven en voor je het weet komt er een pepperspray-dreigende opa op je af ‘of-hij-eens-even-op-je-bek-moet-slaan? Ouwe-mensen-hatende-oetlul-die-je-bent’. Als je pech hebt bellen ze meteen de politie, die je bij de volgende halte netjes van de bus plukt. En leg het dan maar uit…

     

    Hoedanook, mij was het nog nooit overkomen. Tot vanavond. Terwijl mijn vrouw in het lokale zwembad één van haar wekelijkse revalidatie-trainingen aan het afwerken is, zocht ik na een uurtje de warmte van de sporthalkantine op. Een warm soepje zou mij deugd doen en tegen de tijd dat het op zou zijn, schatte ik dat ze zo ongeveer vanonder de douche zou komen. Samen klaar en dan in de kortst mogelijke tijd naar huis zodat we alsnog een beetje op tijd kunnen eten. Morgen is het namelijk gewoon werkdag.

     

    Het is er behaaglijk warm, in de kantine en ondanks mijn bewasemde brilglazen merk ik nog één vrij plaatsje aan de vensterbank, tussen twee overvolle tafels in. Uiterst voorzichtig om geen soep op iemands kleren te morsen, wring ik mij tussen de twee rijen tafels door. Ik merk dat iemands jas van de stoel is gevallen en probeer er met morsgevaar voor eigen lijf en leden over te stappen. Van zodra ik mijn soepje op de vensterbank heb gezet, raap ik de jas van de grond op. Ik krijg geen tijd om te vragen van wie hij is…

    “Wilde gij wel ne keer mee uw ongewijde poten van mijne frak blijven, ventje…”. Twee stoelen verder is een oud wijf opgeveerd alsof ze van een wesp gestoken is. Ze krijst zo luid dat minstens de helft van de kantine het gehoord heeft en zich onmiddellijk in nieuwsgierige stilte hult.

    “Excuseer mevrouw”, zeg ik, “maar die jas lag op de grond en ik wou…”.

    Ik krijg niet eens de kans om mijn zin af te maken. Een ouwe, kale knar van een paar meter verderop heeft zich met rasse schreden naar de crime scène begeven en begint mij uit te schelden voor al wat lelijk is. Hij komt tussen de tafelrijen zó dicht bij mij dat ik ‘m beleefd verwittig niet dichter te komen.

     

    Stomend van woede trekt hij de jas uit mijn handen, geeft hem aan de eigenares en verdwijnt weer naar zijn plaats zoals hij gekomen is. Met wijd opengezakte mond kijk ik de woest roepende en armenwapperende, kale knar na. Liefst van al had ik hem ter plaatse een enorme dreun verkocht zodat ik zijn idiote kop zag uiteenspatten tegen de toog, maar ik besef dat toch iemand zijn beleefde zelf moet blijven. Met zoveel publiek in de buurt, besluit ik dat het beter is als ik dat ben.

     

    In mijn soepje heb ik allang geen zin meer en ik laat het onaangeroerd staan als ik mij direct na het incident weer naar buiten wurm. Op het ogenblik dat ik de bitch voorbij ga, beloof ik haar dat ik haar jas de volgende keer op de grond zal laten liggen. Meer nog, ik zal er mijn voeten op vegen en als het even lukt, schijt ik erop bovendien.
    Ik hoor ze nog iets krijsen, maar ik doe geen moeite om de woorden te begrijpen. Ik kijk zelfs niet meer om.

     

    Wat is dat toch godverdomme met die zeventigplussers van vandaag? In niets dragen ze nog de heroïek van de ouderdom, zoals Louis Couperus het zo prachtig omschreef in ‘Van Oude Menschen, de dingen die voorbij gaan’: “De dofheid nevelde weer over hem heen; het hoofd zakte, de oogen glaasden. En hij zat daar, zoo broos en oud-fijn, als zou men het leven uit hem weg kunnen blazen als een zwevende pluim.”.

    Dàt is hoe lieve oma’s en opa’s horen te zijn. Zacht, lief, rustig en met een beetje flouë breekbaarheid.

     

    Het is al ver gekomen met deze maatschappij als nu ook al de jongere generatie moet beginnen zeggen dat het vroeger allemaal zoveel beter was. Maar helaas, net als bij de Blauwe Antilope, de Westelijke Zwarte Neushoorn en de Vliegende Vlaamse Korhoen: het is te laat om er nu nog een kweekprogramma voor op te zetten…

     

    Luctor

    17-11-2010 om 21:10 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    14-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fees(t)boek?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dik anderhalf jaar geleden kreeg ik een mail van mijn dochter. Op zich geen vreemd fenomeen in dit ultra-technologisch tijdperk, maar die bewuste keer vond ik het toch nogal bizar. Niet in de minste plaats omdat we op dat ogenblik zowat naast mekaar in de zetel zaten, maar vooral de inhoud van haar bericht deed me toch de wenkbrauwen fronsen. Of ik haar vriend wilde worden… Alles wat ik moest doen was klikken op de link die in haar mail vervat zat. Twee seconden later ging de wondere wereld van Facebook voor me open.

     

    Ik moet toegeven dat ik aanvankelijk bijzonder kritisch of ouderwets -het is maar hoe je het bekijkt- op verkenning ging. Virtueel netwerken, daar had ik immers geen tijd voor en bovendien onderhield ik mijn sociale contacten veel liever in het echt dan via een koud oplichtend computerscherm. Trouwens, als ik iets te bespreken had met vrienden, dan deed ik dat tot nader order wel in levende lijve en niet via een forum waarop de rest van de wereld kon meelezen.

     

    Om u niet onnodig te vervelen, waarde lezer, bespaar ik u de beschrijving van het gevecht wat ik voerde met Facebook, met mezelf en met aandringende vrienden, maar weet dat ik vandaag toch ook al kan uitpakken met een ‘vriendenkring’, die de kaap van de honderd ruimschoots overschreden heeft. Of ik daar trots op mag zijn, is maar zeer de vraag, maar ik ben in elk geval niet alleen in mijn virtuele wereld. Liefst meer dan een half miljard mensen maken deel uit van ons clubje en de enige die daar écht wel bij gevaren is, is de Amerikaanse oprichter Mark Zuckerberg. Sinds de oprichting in 2004 heeft Facebook hem immers met een persoonlijk vermogen van meer dan zeven miljard dollar, op de vijfendertigste plaats gepiloteerd in de lijst van de rijkste mensen ter wereld. Niet slecht voor een ideetje dat aanvankelijk geen grotere ambities had dan een eenvoudig communicatieforum te zijn voor de studenten aan de Harvard-universiteit.

     

    Zoals gezegd ben ik inmiddels ook al uitgegroeid tot een ervaren gebruiker. Ik vond er oud-klasgenoten terug, oude liefjes en ex-collega’s van zowat elk bedrijf waar ik ooit gewerkt heb. Ik post vrijwel dagelijks een paar videoclips van oude en recente liedjes en als ik er zin in heb moei ik mij af en toe ook wel eens live in gesprekken, die vrijwel nooit het niveau van een brabbelende peuter overschrijden. Want laat dat nu de echte sterkte zijn van Facebook. Thuis, met de vingers op het klavier, liggen de contacten toch wel een stuk makkelijker dan in het echte leven. Zelfs de meest timide man of vrouw communiceert vlot als er twee computerschermen tussen zitten.

     

    Ook nieuwe liefdes blijken makkelijker te ontluiken als je mekaars adem niet hoeft te ruiken. Een brits onderzoek wees zelfs uit dat ruim dertig procent van de Facebook-gebruikers een zo aantrekkelijk mogelijke foto van zichzelf uploaden om potentiële partners aan te trekken. Meer dan de helft van deze sloebers blijkt al getrouwd te zijn of in een relatie te zitten.

    “Ik ga even facebooken, schat”, is inderdaad een veel tolerantere smoes dan dat je aan je partner moet uitleggen dat je een uurtje op een echte dating-site wil gaan rondstruinen, op zoek naar een geile scharrel.

     

    Eén op de tien gaat zelfs nog verder en geeft toe dat ze niet alleen potentiële scharrels willen aantrekken, maar dat ze zelfs al één of meerdere affaires of onenightstands hadden met iemand die ze via Facebook leerden kennen of na jaren weer ontmoet hadden. Waar zijn de good old days van de fuiven, de td’s en de bals, vraag ik mij dan af. Hoopvol toekomen aan zaal of tent, proberen binnenglippen zonder betalen, rondkijken, zenuwachtig contact zoeken met de uitverkorene en dan al dan niet een blauwtje lopen. De drifte paringsdans, de zweterige La Bamba’s en de zwoele één-tegel-buikschuivers ten spijt, ik vrees oprecht dat virtueel daten de norm is geworden. Het is jammer voor de adrenaline en de hartkloppingen…

     

    Maar waar relaties ontstaan, daar gaan er ook kopje onder. Zo vernam een vrouw uit het Engelse Blackburn dat haar relatie ten einde was nadat haar man om sigaretten was vertrokken en hij net voor zijn vertrek nog even zijn Facebook-status had aangepast naar ‘Neil Brady heeft zopas zijn huwelijk met Emma beëindigd’. Dat hij nog altijd om sigaretten is, mag duidelijk zijn. Of hoe je een smoes zo oud als de straat in een modern jasje steekt.

     

    In grote delen van Europa is het zelfs al zover dat bij één op de vijf scheidingen Facebook als een reden tot scheiden wordt genoemd. Volgens de gerenommeerde Britse scheidingsadvocaat Mark Keenan gaat het niet alleen over flirts of relaties die via het medium tot stand komen, maar vooral ook doordat koppels gewoonweg uit mekaar groeien omdat ze avond aan avond naast mekaar doorbrengen, laptop op de schoot en elk teruggetrokken in zijn virtuele Facebook-wereld.

    “Ik heb zin om te neuken, liefje…”

    “Vanavond niet, schat. Ik moet mijn Farmville-boerderij nog onderhouden!”.

     

    In Amerika gaan ze nóg een stapje verder en gebruiken veel scheidingsadvocaten Facebook zelf actief om belastend bewijsmateriaal te vinden zodat ze de tegenpartij meer alimentatie kunnen ontfutselen. Op CNN gaf advocaat Ken Altshuler grif toe dat Facebook nu de eerste plek is waar hij kijkt om aan belastend materiaal te komen. Het blijft immers een perfecte bron voor het ontmaskeren van de schuinsmarcheerder, die zelf zijn graf gedolven heeft omdat hij onvoldoende op de hoogte was hoe berichten of foto’s konden afgeschermd worden voor de buitenwereld.

     

    Dat Facebook inderdaad af en toe wel eens minder onschuldig kan zijn dan het lijkt, mocht onlangs ook Assisenpleiter Jef Vermassen ondervinden. De uitspraak in het proces van de parachutemoord was nog niet koud of tal van Facebookgroepen staken al de kop op.

    “Ik stel vast dat zowel in de titel als in een aantal reacties mijn naam wordt vermeld waarbij deze vermeldingen lasterlijk zijn en aanzetten tot haat”, kloeg Vermassen in een paar kranten. “Ik dien er u op te wijzen dat ik naar aanleiding van dergelijke berichten zelfs rechtstreekse doodsbedreigingen ontving, zowel ten aanzien van mijn persoon als ten aanzien van mijn familie”.

     

    Gelukkig voor Showbizz-Jef  bleken de berichten niet meer dan een vermanende vinger van een aantal mensen die vonden dat je als Assisenpleiter niet ongestraft handtekeningen kunt staan uitdelen, nadat je een paar minuten voordien een vrouw voor dertig jaar hebt laten opsluiten zonder dat ze bekende of dat er zelfs maar enig materieel bewijs tegen haar bestond.

    Dan had Paul Gillian uit Manchester, vader van drie kinderen, minder geluk. Tijdens een avondje stappen werd hij in een pub dodelijk neergestoken door een negentienjarige coke-junk, die dezelfde avond op zijn Facebookprofiel had aangekondigd dat hij door overmatig druggebruik was beginnen flippen en dat hij dezelfde avond iemand ging vermoorden.

    Stel je voor! Moord via Facebook. Het lijkt wel een titel voor een spannend boek. Je zou godverdomme al opgelucht zijn als je er vandaag of morgen achter kwam dat je vrouw je enkel mààr virtueel bedriegt. Oef, het is maar dat…

     

    En ik die dacht dat Facebook alleen maar ging over ‘vriendjes maken’…

     

    Luctor

    14-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    12-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooit meer oorlog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Aan de oostrand van het bos van Compiègne, zo’n tachtig kilometer ten noorden van Parijs, staat een immens kasteel dat in de vijftiende eeuw in opdracht van Lodewijk van Orléans werd gebouwd. Om onduidelijke redenen liet Kardinaal de Richelieu het zowat honderd jaar later weer ontmantelen, maar later werd het door Napoleon III weer gerestaureerd en herschapen in één van de meest romantische bouwwerken van Frankrijk.

     

    In de nacht van 11 november 1918 glimmen de grijze, natgeregende leien daken van het kasteel sprookjesachtig in het maanlicht. Niet ver daar vandaan, op het grondgebied van de piepkleine gemeente Rethondes, ligt een heel bijzondere open plek in het bos. De beuken en eiken rondom de open plaats wiegen zacht in de nachtelijke wind en de afvallende bladeren zijn doordrongen van de regen die nu al uren aanhoudt.

     

    Dwars door het bos loopt een spoorweg en temidden van de open plek staat een wagon. Het is er al de hele nacht een drukte van jewelste. Belangrijke mensen in legeruniformen lopen af en aan.

    Om twee uur ’s nachts wrijft de franse maarschalk Ferdinand Foch driftig door zijn gigantische, borstelige snor. Hij ijsbeert door de vaalverlichte wagon. Handen op de rug en licht voorover gebogen. Af en toe stopt hij zijn sterke stappen en kijkt een delegatie duitse militairen diep in de ogen. “C’est fini!”, buldert hij.  

    De duitse hoge officieren wringen een beetje moeilijk op de houten banken. Ze voelen dat uitstellen geen zin meer heeft. De oorlog is verloren.

    Om kwart na vijf ‘sochtends wordt het verdrag getekend. Exact om elf uur zal het van kracht worden. ‘Den Grooten Oorlog’ is voorbij, de wapenstilstand een feit.

     

    De oorlog had meer dan acht miljoen levens gekost en alleen al in Westvlaanderen sneuvelden vierhonderdduizend jonge mensen in de loopgraven. Gisteren was het tweeënnegentig jaar geleden dat een einde kwam aan de eerste wereldoorlog. Traditioneel herdenken we dan de wapenstilstand. 

     

    In feite herdenken we op 11 november het einde van de beide wereldoorlogen. Direct na de bevrijding in 1945 is nog gepoogd om het einde van de tweede wereldoorlog te vieren op 8 mei, maar om een wildgroei aan vrije dagen en feestdagen te vermijden is deze ‘Victory-dag’ in de loop der jaren een stille dood gestorven. Hoedanook, in Brussel vindt nog jaarlijks een ceremonie plaats aan het graf van de Onbekende Soldaat, terwijl op hetzelfde moment in de Westhoek tal van evenementen plaatsvinden ter herdenking van de gesneuvelden in de loopgraven.

     

    Vraag mij niet waarom, maar gisteren was ik uitgenodigd voor de Poppy Parade in Ieper.

     

    Drie, vier keer heb ik de sierlijke uitnodigingskaart omgedraaid en vanuit alle mogelijke hoeken en kanten bekeken. Zou er misschien een fout adres op staan? Is de kaart mogelijks voor iemand anders bestemd en door de postbode verkeerdelijk in mijn brievenbus gedeponeerd? Wat heb ik in godsnaam met de oorlog of met wapenstilstand te maken? Zit er ergens een uitleg of een verwijzing bij waarom ik ben uitgenodigd? Is dit een grap? Ik vraag mijn vrouw zelfs of ze weer eens in mijn naam heeft deelgenomen aan één of andere internetwedstrijd en of deze uitnodiging daar mogelijks een prijsgevolg zou van kunnen zijn? Niets van dat alles. Hoe meer ik erover nadenk, des te vreemder doet het mij aan. Er zit zelfs een klein kaartje bij dat mij met dezelfde sierlijke letters uitnodigt om na de plechtigheid van The Last Post deel te nemen aan de receptie en de walking dinner. Tja, dan ga je maar zeker, hé…? Voor een gratis bord patatten met groenten en vlees, moet een mens al eens iets over hebben, niet?

     

    Het lijkt wel of de oorlogsgoden geroken hebben dat het 11 november was, want de rit naar Ieper stond zowat gelijk met een helletocht. Nu ben ik in mijn geliefde Sente wel wat gewend qua polderwinden, maar het weer wat ik doorheen het Westvlaamse achterland over mij heen kreeg, leek wel de aankondiging van de apocalyps. De regen viel met bakken uit de lucht, die er bij momenten gevaarlijk donkerpaars uitzag. Door opspattend water was de zichtbaarheid op de snelweg quasi nul en de aquaplanning in combinatie met windstoten van meer dan zeventig kilometer per uur, joegen mijn auto van het ene rijvak op het andere, als was het een luciferdoosje. Het ene na het andere oorlogskerkhof dat ik op mijn weg voorbijreed, leek alle minuten te zullen openbarsten als een woeste, kwaadaardige oorlogszweer.

    Ik voelde mij ontzettend klein worden in deze desolate landschappen en mijn gedachten dwaalden voortdurend af naar oorlogstaferelen, waarin jonge soldaten elkaar afslachtten in modderzwelgende en bloedbrakende loopgraven. Overal dode lichamen in deze eindeloze vlakten vol slijk en ijskoude regen. Hier en daar het zachte gekreun van een stervende.

     

    De confrontatie met de paar duizend lachende gezichten aan de ieperse Menenpoort kon niet groter zijn. Dankzij mijn uitnodiging hoefde ik niet achter de dranghekkens, maar werd ik begeleid naar een droge plaats met stoeltjes, voor mij en nog tientallen andere genodigden. Onder hen heel wat Britten en ook opvallend veel jonge mensen.

    Ik krijg mijn stoel aangewezen en een paar minuten later blijken de twee vrije stoelen voor mij voorbehouden te zijn voor twee oude Engelse knarren.

     

    Britser gesnord dan dit konden ze niet zijn, bedacht ik. Allebei. Ik schatte beide heren een eind in de tachtig, nog stevig rechtop en met een gezond buikje. Oorlogsveteranen van de eerste wereldoorlog konden het onmogelijk zijn. Dan hadden ze minstens honderdentien moeten zijn, of zoiets en ik geloof zelfs dat ik eens ergens heb gelezen dat de laatste levende WO I-veteraan in 2004 is gestorven. Toch waren het met zekerheid ex-militairen. De een droeg een beige regenjasje met daarop vier knoerten van medailles en de ander -ietsje kleiner dan zijn vriend- was gehuld in een donkergroen aftands soldatenjasje met een medaillevervangende streepjescode van hier tot in Rotterdam. De grijze kopjes van de beide gentlemen waren getooid met een zwarte baret, voorzien van een klein bordeaux embleem.

     

    Bijna bewegingsloos volgden ze de hele plechtigheid. Af en toe wisselden ze een paar woorden. Pas toen de duizenden klaproosblaadjes als eerbetoon aan de gesneuvelden naar beneden dwarrelden -onmiddellijk na de laatste noten van de ‘Last Post’- vergaten ze even hun Britse flegma en joelden ze als tieners op een rockconcert. Het beige regenjasje trok in plooien samen toen de eigenaar driftig met zijn armen in de lucht zwaaide en de baret van zijn buurman werd meerdere keren de lucht in gegooid. “Hurray-Hurray-Hurray!” De laatste landing van de baret was recht in mijn handen.

    “I am terribly sorry sir, but you’ve got no clue how important this moment is for us”. Het Oxford-English glom en glansde als het vanonder zijn royale knevel vertrok.

    “No problem”, zei ik. “Wat is precies de betekenis van deze neerdwarrelende klaproosblaadjes?”

    “Don’t you know?”, vroeg mijn nieuwe Engelse vriend enigszins verbaasd en hij legde mij uitvoerig uit dat het eigenlijk een gedicht was van ene luitenant John McCrae, die het op het einde van de oorlog schreef toen hij stervende was in een veldhospitaal.

    “An above that”, besloot hij, “hebben de ‘poppies’ een hele grote symboolwaarde. De klaproos bloeit namelijk pas als alle andere planten in de buurt dood zijn. Bovendien zijn de blaadjes dieprood zoals het bloed van de gesneuvelden en is het hart van de bloem pikzwart. Color of sadness en mournfulness”.

     

    Hij neemt zijn baret uit mijn handen en legt zijn rechterhand op mijn linkerschouder. Zijn ogen schieten vol en net op het moment dat ik een wijze levensles van deze oude man voel aankomen, port zijn vriend hem vol in de ribben en wijst hij op Yves Leterme en Geert Bourgeois, die samen een deel van het afscheidprotocol uitvoeren.

     

    “Who the fuck are they?”, vraagt het beige regenjasje.

    “The left one is Letùrm”, zegt zijn vriend. “He’s the prime minister of Belgium”

    “And the other one?”, vraagt het jasje weer.

    “I don’t know”, zegt de ander, “But he sure looks like a needle-pin”

     

    Hun schaterlach galmt onder de Menenpoort en vult mij met een warme gelukzaligheid. Ik bedenk dat oorlog zinloos is en ik hoop dat mijn kinderen ervan gespaard zullen blijven.

    De regen is gestopt en er prijkt zowaar een regenboog boven Flanders Fields…

     

    Luctor



    Het gedicht van luitenant John McCrae (1872-1918)

    In Flanders fields the poppies blow

    Between the crosses, row on row

    That mark our place; and in the sky

    The larks, still bravely singing, fly

    Scarce heard amid the guns below.

    We are the dead. Short days ago

    We lived, felt dawn, saw sunset glow

    Loved, and were loved, and now we lie

    In Flanders fields.

    Take up our quarrel with the foe:

    To you from failing hands we throw

    The torch; be yours to hold it high.

    If ye break faith with us who die

    We shall not sleep, though poppies grow

    In Flanders fields.

    12-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    10-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luctor for president
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik heb alles.

    We kunnen drinken als we dorst hebben en eten als de honger knaagt. We hebben een dak boven ons hoofd en we kunnen de leefruimte tussen onze vier muren verwarmen nu het wat kouder wordt. We hebben kleren en schoenen.

    Mijn zoon haalt prima cijfers in het vierde studiejaar en in zijn vrije uren is hij gepassioneerd met voetbal bezig. Mijn dochter kreeg een vaste baan aangeboden, onmiddellijk nadat ze voor de tweede keer afstudeerde. Volgend jaar wil ze gaan samenwonen. Allebei mijn kinderen zijn kerngezond en ze zien mekaar doodgraag.

    Met mijn vrouw gaat het elke dag beter. Twee jaar lang kluisterde een mysterieuze hersenkortsluiting haar aan een rolwagen, maar ze vocht terug. Dokters, specialisten en professoren trokken hun schouders op en gaven haar een kans van minder dan vijf procent om ooit nog te lopen. Maar des te meer de proffen schuddebolden, des te hardnekkiger weigerde ze zich bij de situatie neer te leggen. Met een soort oerkracht begon ze aan een tocht van twee volle jaren en knabbelde ze millimeter voor millimeter aan het prijsgegeven terrein. Vandaag staat ze rechtop, stapt ze, zwemt ze en rijdt ze opnieuw met haar autootje. Nog alle dagen revalideert ze zich in beken zweet doorheen pijn en ellende voor dat ene, nog resterende doel: méér spierkracht en spiermassa kweken om opnieuw haar plaats in de samenleving op te eisen. Opnieuw gaan werken! Zoals ik zei: ik heb alles!

     

    Wat er ook van zij, dergelijke medische mirakelverhalen als dat van mijn teerbeminde, zijn ‘gefundenes Fressen’ voor heel wat mensen. Het lijkt wel een oer-Amerikaanse feel-good-movie, maar dan in het echt. Een sequel op “To Walk Again” van Marc Herremans, met een happy ending. Het mag je dus niet verwonderen dat nogal wat journalisten uit alle media-segmenten dagelijks bij mijn vrouw aan de telefoon hangen om deze tearjerker in het lang en het breed te mogen uitsmeren in hun magazines, kranten, tv-programma’s of whatever… Waren we Amerikanen geweest, we zwommen wellicht al in de dollars. Maar we zijn Belgen en bovendien weigert mijn vrouw steevast elk verzoek tot interview, reportage of wat dan ook.

     

    Misschien is het juist door haar vastberaden 'njet' dat ik ben beginnen nadenken over de vluchtigheid van het leven. Van mijn leven . Ik heb alles, dacht ik, maar als ik morgen doodga, dan weet -op een paar intimi na- niemand dat ik ooit geleefd heb. Integendeel, de wereld zal er zelfs nog geen nanoseconde bij stilstaan dat ik er niet meer ben. Bij velen onder ons zal die gedachte misschien een goed gevoel geven, maar bij mij is het precies andersom. Ik wil nog beroemd worden, dacht ik. Wéreldberoemd! Maar ik besefte plots ook dat de tijd tikt. Razendsnel en in mijn nadeel.

     

    In mijn gedachten heb ik de voorbije dagen dus alle mogelijkheden lopen afwegen om wereldberoemd te worden. Wie is wereldberoemd, dacht ik en hoe zijn ze zover kunnen komen? Want, let op, waarde lezer, als ik dan wereldberoemd word, dan moet het toch met enige klasse zijn. In welk vakgebied dan ook, maar het moet niveau hebben. Ik heb geen zin om de hoer uit te hangen om beroemd te worden. Neen, zelfs niet voor wereldroem!

     

    Afijn, ik kwam al snel tot de constatatie dat wereldberoemd worden, geen sinecure zou zijn. Er zijn maar een paar vakgebieden waarin de kans bestaat dat je wereldroem vergaart, maar een mens moet ook een beetje realist blijven. Hoe zou ik bijvoorbeeld nog zo beroemd kunnen worden als pakweg Bono of Bruce Springsteen, als zelfs mijn katten al buitenvluchten als ik onder de douche vocaal nog maar mijn klep opentrek? Muzikale roem: uitgesloten!

    Een grote kunstcarrière zoals die van mijn favoriete schilders -James Ensor en René Magritte- is ook al niet voor mij weggelegd. Niet alleen ben ik daarvoor een veel te beperkt tekenaar en schilder, maar vooral de idee dat ik eerst moet doodgaan voor de ware roem en erkenning mijn deel kan zijn, trekt mij totaal niet aan. Als ik dan toch beroemd ben, dan wil ik het ook ten volle beseffen. Roem door schilderkunst: uitgesloten!

     

    Sport, dacht ik dan, maar om nog een carrière uit te bouwen naar het model van mijn absoluut idool, de staalharde FC Barçelona-verdediger Carles Puyol, ben ik echt wel te oud en voor een zitje in de Formule 1 ben ik gewoon te dik. Golf ware misschien nog een optie, maar als ik hoor dat Tiger Woods naast de eighteen holes, ook tientallen pussies te vullen heeft… Ik geloof nooit dat mijn vrouw mij naar de golfbaan zou laten vertrekken. Sportroem: uitgesloten!

     

    Acteurs doen alles fake en bovendien moeten ze kilometers tekst uit het hoofd leren, dat leek mij dus sowieso al geen optie  om te scoren. In de wereldpolitiek daarentegen heb ik nog drie vette kansen. Maar helaas ben ik niet zwart genoeg om Obama te kunnen evenaren en draag ik te zelden een lange jurk om ook maar in het spoor van Osama Bin Laden te geraken. Restte mij nog de mogelijkheid om Europees president te worden, maar als ik zie wie dat nu is… Brrr, daar wil ik zelfs niet op lijken. Ik heb mij zelfs al meerdere keren afgevraagd of ‘damp-rag-Van-Rompuy’ mogelijks al niet dood zou kunnen zijn en hij voor elk publiek optreden nog snel een minuutje of vijf in de microgolfoven gaat. Film- en politieke roem: uitgesloten!

     

    In mijn afstreeplijstje bleven nog twee kansen over om wereldberoemd te worden. Twee kansen, twee namen, twee carrières: Charles Manson en Jack The Ripper. Bij nader toezien heb ik ook die twee laatste mogelijkheden doorstreept. Van Manson mogen dan wel tientallen films zijn gemaakt, de man kan ze niet eens zelf bekijken vanop death row. Niet interessant, dus. En voor het vermoorden en verminken van een vijftal prostituees à la The Ripper moet je toch een beetje bloed kunnen zien, lijkt me. En laat dat nu een eigenschap zijn,die mij niet is toebedeeld. Misdaamroem: uitgesloten!

     

    Als ik dus nog beroemd wil worden, dan zal het op bescheidener niveau moeten zijn. Lokaal niveau misschien?

     

    Zonder dat mijn vrouw het wist, begon ik dus op alle mogelijke uren van de dag en de nacht door mijn geliefde dorp Sint-Laureins te dolen. Soms met de fiets, soms te voet. Uren struinde ik door dag of nacht, op zoek naar mogelijkheden om minimaal in mijn eigen heimat de lokale roem te kunnen proeven. Tientallen gesprekken met de locals brachten mij weinig hoop. Ook in dit meest noordelijke stukje België zit de bevolking niet te wachten op middelmatige sportlui of muzikanten van middelbare leeftijd. De ene deur na de andere ging onverbiddelijk dicht en mijn kansen op eeuwige roem en glorie smolten ook in de Sentse polders als sneeuw voor de zon.

     

    Eén kans heb ik nu nog. Eén! De dorpspolitiek!

    Aanvankelijk zag ik mezelf niet elke avond de hort op gaan voor vergaderingen, sociaal dienstbetoon of het instuderen van zware dossiers. Er leek mij een gemakkelijker manier. Ik moet gewoon onze vrijgezelle burgemeesteres binnen doen, dacht ik en ik heb zoveel lokale roem als ik maar kan dromen.

    Ze is lang niet zo zwart als Obama, da’s al één voordeel. Ze draagt weliswaar lange jurken zoals Osama Bin Laden, maar ze heeft beduidend minder baard -pluspunt nummer twee-en tot slot straalt ze meer vuur en passie uit dan haar partijgenoot, de europese microgolf-president.

    Tientallen keren heb ik onze first lady gezien tijdens mijn dorpsomzwervingen. Soms gewoon als burgervrouw, soms in functie en dus uitgedost met haar tricolore burgemeestersjerp. Iedere keer als ik haar zag, steeg mijn hartslag met tientallen slagen per minuut. Daar stond mijn kans op een toekomst, mijn droom op eeuwige roem. Maar nooit zag ze mij. Tenminste, soms zag ze mij wel en knikte ze vriendelijk gedag, maar ik wou méér. Ze begreep mijn smachten niet. En als ze het wel begreep, dan ziet ze mij in elk geval niet als mogelijke kanshebber op een leven aan haar roemrijke zijde. Het zij zo…

     

    Maar wie niet met mij is, is tegen mij, sprak Jezus en Zijn woorden indachtig, rest mij geen enkele andere mogelijkheid meer dan zelf in de politiek te stappen om mijn laatste sprankel hoop op lokale beroemdheid te vrijwaren. Daarom en daarom alleen, zal ik met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 mijn eigen partij oprichten. Geen grote politieke familie, geen coalities, geen kartels,… gewoon één partij met één lid! Op naar 2012  met slechts één naam op de lijst: Luctor !

     

    Luctor van de partij L.U.C.T.O.R.:

     

    L staat voor:     Leefbaar, Landelijk en Lijnrecht

    U staat voor:    Uitzonderlijk, Uniek en Uitdagend

    C staat voor:    Competent, Consequent en Capabel

    T staat voor:     Tijdloos, Toegewijd en Transparant

    O staat voor:    Onafhankelijk, Ondubbelzinnig en voor Ommekeer

    R staat voor:    Respectvol, Realistisch, Rationeel en……………………………..ROEM !!!

     

    Luctor

    10-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (17 Stemmen)
    05-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trein
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het monotone gedender van de vooruitjagende trein brengt mij bijna in trance.

    Bomen, struiken en gebouwen flitsen sneller voorbij dan mijn ogen de beeldenwaas kunnen vasthouden. Buiten vecht het laatste restje nacht een verloren strijd tegen het ochtendgloren en de gelige binnenverlichting in mijn coupé zorgt ervoor dat ik mezelf in spiegelbeeld zie zitten. Mijn contouren zijn haarscherp en onbeweeglijk contrasterend tegen de voorbijgierende, duistere beeldenstroom van een ontwakende wereld. Een wereld waarin akkers en weilanden moeizaam de ochtendnevel proberen weg te geeuwen.

     

    Zo’n twee keer per maand neem ik de trein naar Brussel. Ik vertrek altijd vroeg genoeg om de echte spitstreinen voor te zijn. Niet dat ik een ochtendmens ben, wel integendeel, maar ik haat het om op een overvol perron te staan wachten op een trein, die je van bij het instappen zo mogelijk nog beklemmender in de menigte verplicht. ’s Avonds heb ik veel minder last van die hectische drukte, maar ’s morgens wil ik vooral rust. Tussen tientallen pratende, hoestende, lachende, bellende en drummende pendelaars in een veel te warme en stinkende treincoupé is die rust onmogelijk te vinden. Ik kots van al die ochtendlijke pendelaars met hun driftig gedoe. Hun gebrek aan respect voor de wakker wordende medemens noodzaakt mij zelfs om vroeger dan nodig te vertrekken. Ik heb geen keuze.

     

    Gelukkig heeft het nemen van vroegere treinen ook nog andere voordelen. Niet in het minst hou ik ontzettend van het soort sacrale rust dat in deze treinen heerst, maar bovendien kom ik ook vrijwel nooit te laat op een afspraak.

    Je ziet ook telkens dezelfde mensen terug. Tenminste als je, net als ik, altijd op ongeveer dezelfde plaats op het perron staat te wachten tegen het moment dat de trein het station binnendendert. 

    De reizigers rondom staan hier wellicht elke dag en ook al maak ik zelf maar een tweetal keer per maand deel uit van hen, toch herken ik de meesten in een oogopslag. Samen op het perron, samen opstappen en samen in altijd dezelfde coupé IC-222, waar we dan ook nog eens op dezelfde plaats gaan zitten. Ik ook, trouwens. Soms vraag ik mij zelfs af wie op 'mijn plaats' zit, op de dagen dat ik er niet ben. Eén van hen, misschien? Of  toch niemand…

     

    Hoedanook, die anonieme samenhorigheid van de ochtendtrein wekt een soort “we-gevoel” op, waar ik wel van houd. Een knikje van herkenning, maar met voldoende afstand en zonder verplichtingen. Meer hoeft dat niet te zijn, vind ik. We blijven als het ware een soort wildvreemde kennissen van elkaar. Bekend genoeg om te hérkennen, maar toch voldoende vreemd om bij elk van mijn medepassagiers een volledig eigen leven te kunnen fantaseren. Ongegeneerd.

     

    ‘De militair’ zit meestal op het hoekje van de bank, schuin links tegenover mij. Eigenlijk zit hij daardoor tegen de rijrichting in, maar dat lijkt hem niet te deren. Hij is grijzend aan beide slapen en zijn haar lijkt dik en stug, maar eigenlijk zou hij net zo goed kaal kunnen zijn. Ik zag 'm nooit zonder kepie op. Qua leeftijd, schat ik hem begin de vijftig. Van standen en rangen in het leger ken ik niets, maar ik ga ervan uit dat hij hiërarchisch toch wel iets hoger staat dan een simpele soldaat. Tenminste als die paar strepen op zijn mouwen en die gouden ster daar iets mee te maken hebben. De vleugeltjes op zijn kepie laten mij vermoeden dat hij bij de luchtmacht zit. Maar misschien gok ik dat totaal verkeerd.

    Tijdens één van mijn vorige ritten ben ik toevallig te weten gekomen dat de militair nog jonge kinderen heeft. Zeker meer dan één. Het gejengel van zijn mobiel wekte mij die keer abrupt uit mijn ochtendlijke dagdromen en ik hoorde hem heel duidelijk zeggen ‘dat ze zich daar maar geen zorgen in moest maken, want dat papa er wel ging voor zorgen dat hij op tijd thuis zou zijn om nog met mama en zus te gaan zwemmen”.

    En wat als net dan de oorlog uitbreekt, dacht ik toen, maar ik glimlachte in mezelf en hield wijselijk mijn mond.

     

    Rechtover de militair zit Sylvia, een dame van dik in de veertig, stevig in het vlees en met halflang gitzwart haar. De kleren die ze draagt zijn meestal ietwat aan de stijve kant en het lijkt erop alsof de mantelpakjes Sylvia pas bereiken nadat de mode al is gepasseerd.

    Dat ze Sylvia heet heb ik niet zelf verzonnen. Ze heet namelijk écht zo. Dat ben ik te weten gekomen uit één van de gesprekjes tussen haar en de militair. Zij schijnen elkaar namelijk te kennen en af toe slaan ze een praatje. Niet dat ze vaak met elkaar kletsen -meestal zit de militair strak voor zich uit te staren, terwijl Sylvia in een boek leest- maar af en toe komt het tot een uiterst rudimentaire vorm van een babbel. Bijna altijd komt het erop neer dat Sylvia iets zegt of vraagt en dat de militair daar kort op antwoordt. Met een paar woorden. Het hoogstnodige. Alsof hij een bevel geeft aan één van zijn ondergeschikte paljassen. Wat er ook van zij, op een bepaald moment noemde de militair haar bij haar naam. Sylvia. Dat had ik heel duidelijk gehoord.

     

    Een andere constante is dat ik telkens weer in Sylvia’s ogen de hoop kan lezen dat ‘haar militair’ de gesprekjes eens een keer iets langer gaande zou houden. Ik merk het aan kleine dingen. Bij elke sprankel conversatie bergt ze onmiddellijk haar boek op, bijvoorbeeld. Maar vaak is haar tas nog niet eens open of de militair kijkt alweer strak voor zich uit. In stilte.

    De hunker in Sylvia’s donkere ogen naar dat extra zinnetje, naar dat ene woordje méér, die hunker sterkt mijn vermoeden dat Sylvia dringend ‘op zoek’ is.

    Ze is het type dat nog bij haar oude moeder woont en dat zich vermoedelijk nooit veel zorgen maakte over haar single-zijn. Wellicht is ze recent tot het besef is gekomen dat haar beste jaren in sneltreinvaart voorbij schieten. Ze weet dat ze er weldra oud en uitgezakt zal uitzien en dat ze dan enkel nog zal kunnen kiezen tussen klaplopers en dronkaards. Met dat besef zou ze zich wàt graag in de beschermende armen van de militair nestelen. Ik voel aan alles dat het nooit zover zal komen...

     

    De bank achter de militair is altijd op volle lengte bezet door “Kabaske”. De verkleinvorm van de naam die ik hem in mijn fantasie gaf, rijmt totaal niet met de enorme verschijning van de man zelf, maar dat doet er voor de rest niet toe. Kabaske heb ik zijn naam gegeven doordat ik hem gedurende al die jaren nooit gezien heb zonder zijn vaalbruine, aftandse lederen boekentas. Elke keer stapt deze imposante reus van meer dan twee meter de coupé binnen, schuifelt rustig naar zijn plaats en frommelt zijn jas tot een soort hoofdkussen, waartegen hij zijn gigantische hoofd te rusten legt. Zijn enorme onderuitgezakte lichaam bezet daardoor quasi de hele bank en zijn boekentas houdt hij altijd met beide handen tegen zijn bijzonder volumineuze buik gedrukt.

    Kabaske spreekt nooit. Met niemand. Ik heb er totaal geen idee van wat hij dagelijks in Brussel gaat zoeken en het is bijzonder moeilijk om een standvastig leven bij hem te verzinnen. Af en toe denk ik dat hij gewoon een bouwvakker is, die werkt op één van de vele chantiers in onze hoofdstad, maar ik moet toegeven dat ik hem zo nu en dan ook wel een rol in de onderwereld toedicht. In het ene geval is zijn boekentas wellicht gevuld met boterhammen, thermossen en een paar flesjes bier en in het andere geval met boksijzers, een revolver en een kalasjnikov met afgezaagde loop.

     

    Over de andere habitués, Den Dikken, Snottebelle, K3, De Pinne en De Coiffeuse vertel ik later nog wel eens, want vandaag is iedereen op zijn ongemakken. Het is duidelijk geen ochtend zoals alle andere. Al op het perron wandelde een jonge vrouw, die ik nooit eerder had gezien. Ze laveerde rustig en zelfbewust tussen de vaste bewoners van coupé IC-222 en afgaande op de vooral nieuwsgierige en steelse blikken van mijn vaste medereizigers, was ik er al snel van overtuigd dat dit ook voor hen een indringster was.

     

    Ook nu, nu de trein zich in beweging had gezet, was de spanning te snijden. Iedereen leek uit zijn gewone doen en bij het indringende geluid van haar hakken op de houten treinvloer, scheen iedereen zich af te vragen wààr in onze coupé de rustige stap van de indringster halt zou houden. Tak-tak-tak-tak…

     

    De militair was zijn gebruikelijke stoïcijnse zelf merkbaar kwijtgespeeld en hoewel zijn lichaam dezelfde strakheid vertoonde van altijd, spiedden zijn ogen voortdurend door de middengang, op zoek naar de hoek waaruit de vijand zou opduiken. Tak-tak-tak-tak…

    Sylvia bladerde uiterst nerveus door haar boek, driftig op zoek naar de bladzijde waar ze het verhaal eerder had achtergelaten. Voortdurend blikte ze op en af tussen de woorden in het boek en de ogen van haar militair. Naarmate de stappen dichter kwamen werden kleine zweetdruppeltjes op haar bovenlip zichtbaar. Tak-tak-tak-tak…

    Zelfs Kabaske leek er niet helemaal gerust in. Hoewel er op het eerste zicht niets te merken viel aan zijn gebruikelijke houding, toch was het me in de voorbije minuten opgevallen dat hij zijn ogen niet altijd gesloten hield. Af en toe zag ik namelijk zijn wenkbrauwen uiterst miniem bewegen en trokken zijn ogen lichtjes en bijna onmerkbaar, tot spleetjes. Ik wist zeker dat Kabaske niet sliep.  Tak-tak-tak-tak…

     

    In de reflectie van mijn venster zie ik dat een gestalte achter mij halt houdt en op de bank recht tegenover mij gaat zitten. Ik kijk in de ogen van een mooie, onbekende brunette. Ze is gekleed in een lange donkerblauwe hangkraagpull en een strakke zwarte broek, die op kniehoogte in haar sportieve laarzen verdwijnt. Ze is groot, slank en de sex-appeal spat eraf.

    Ze zegt me vriendelijk goeiemorgen.

    Ik zeg goeiemorgen terug en op het moment dat ze zich voorover buigt om iets uit haar handtas te nemen, kijk ik onbeschaamd in het diepe decolleté van de hangkraag. Alsof ze mijn blikken letterlijk op haar mooie volle borsten voelt branden, drukt ze met één vlakke hand haar decolleté dicht. Haar ogen zoeken de mijne en ze kleurt lichtjes. Geluidloos en in slow-motion vormen mijn lippen het woordje ‘wow’. Ze kleurt nog meer. Maar ik merk dat ze zelf ook geniet mijn van stoute onbeschaamdheid. Ze gebruikt haar speelse ogen en haar glimlach om me dat duidelijk te maken. Ze wil dat ik het weet.

     

    Ik kijk terug naar buiten en ik vraag me af welk soort leven ik bij deze knappe vrouw zal verzinnen. Het zal er in elk geval stomen...
     

    Luctor

    05-11-2010 om 21:02 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    03-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nestbevuiling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat is er toch aan de hand met ons land?

    Bijna vijf volle maanden zijn er verstreken sinds de verkiezingen van 13 juni 2010 en in dat klein half jaar kende ons land al formateurs, préformateurs, koninklijk verduidelijkers en dito bemiddelaars. Helaas is er tot op de dag van vandaag nog niemand in geslaagd om zelfs maar in de buurt te komen van wat een ietwat basis voor een echte regeringsvorming zou kunnen zijn. Laat staan dat er al sprake zou zijn van een solide regeringsploeg, die ons door de naweeën van de zwaarste financiële en economische crisis ooit zou moeten kunnen loodsen…

     

    De Wever, Di Rupo, Milquet, Beke, Van Besien en noem ze maar allemaal op… Allemaal beloven ze onze arme Koning Albert II dat het wit konijn weldra uit een of andere hoed zal springen, maar niets is minder waar. Beseffen die formatieonderhandelaars eigenlijk wel dat ze onze vorst op de rand van de werkloosheid brengen? En welke gevolgen zal dat hebben, denk je? Wie zal de koning zijn C4 tekenen? Welke reden van ontslag zal erop vermeld worden? “Reorganisatie” of “faling van het land”? Waar moet die mens gaan doppen?

    Aaah, is daar al eens over nagedacht? En dan wil ik het hier nog niet eens hebben over alle extra kosten die onze vorst de laatste maanden heeft moeten maken om al die onderhandelaars keer op keer weer te ontvangen: koffie, koekskes, chocolaatjes,… Het schijnt zelfs dat de paleisdeuren compleet uit hun scharnieren hangen van voortdurend al dat politiek volk te ontvangen en dat het bordes van Laken vol vetvlekken ligt, afkomstig van de prehistorische en oliezeikende Toyota, waarmee één van de onderhandelaars naar het paleis werd gevoerd.

     Afijn, om maar te zeggen dat we geen zak vooruit geraken in deze opvoering van een aangekondigde dood.

     

    Gisteren nog heeft koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte een korte mededeling gedaan aan de pers, nadat hij eerder de vorst had ingelicht over de nieuwe stand van zaken!

    Spannèèèèènd! Maar hoeveel zijn we vooruitgekomen in de voorbije twee weken, dacht u? Inderdaad, alweer geen kloten! Het was bijna meelijwekkend om Vande Lanotte zijn mededeling te zien voorlezen.

    “Alle partijen zullen zich op een eerlijke manier inspannen om dichter bij een akkoord te komen”, zei hij. “Maar de weg naar zo’n akkoord is bijzonder moeilijk en onzeker en zal van iedereen nog grote inspanningen vergen”.

    Hij keek diep in de camera om zijn woorden kracht bij te zetten en hij fronste even met de stukjes kale huid, waar bij een normaal mens de wenkbrauwen zitten.

     

    Kust nu mijn kloten, dacht ik. Moeten ze daarvoor Vande Lanotte uit Oostende laten overkomen? Voor zulke nietszeggende zoetzure saus? Daar hadden ze nu toch even goed Caroline Gennez kunnen voor laten opdraven. Die heeft tenminste wenkbrauwen. En knappe benen, bovendien. Maar boven alles heeft die van het uitkramen van dergelijke dwaasheden haar handelsmerk gemaakt. Je hebt dan een ‘paradepaardje der domheid’ in huis, Sire, gebruik het dan ook!

     

    Hoedanook, waarde lezer, Vande Lanotte gaat in de komende dagen nog maar eens aan tafel zitten met alle voorzitters van de zeven onderhandelende partijen, in de hoop dat er eindelijk eens een basis zou kunnen gelegd worden voor een definitieve regeringsvorming. Daarvoor moet natuurlijk eerst een akkoord gevonden worden voor een nieuwe financieringswet. Want dat het al lang niet meer gaat over de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, dat zal iedereen inmiddels wel al duidelijk zijn.

     

    Waarover gaat het dan wel? In feite is het peanuts. Ik probeer het in een paar regels en in eenvoudig Vlaams uit te leggen:

    De federalisering van België heeft ervoor gezorgd dat de gemeenschappen en de gewesten een pak bevoegdheden hebben gekregen om zelf zaken te organiseren en uit te voeren. Daarvoor zijn centen nodig natuurlijk en die krijgen de deelgebieden van Mama Staat. Mama Staat int immers het gros van de belastingen.

    Daar tegenover staat dat het kruim van onze economen het erover eens is dat dit ‘asymetrisch model’ niet bepaald bevorderlijk is voor een goed bestuur. Om die reden zijn er voorstellen om de deelgebieden zelf een deel van de personenbelasting te laten innen. Wil Vlaanderen of Wallonië dus meer uitgeven, dan moeten ze niet langer bij Mama Staat gaan aankloppen voor meer centjes, néén, dan zullen ze zelf hun eigen percentage personenbelasting een beetje moeten verhogen. Simple comme dire bonjour!

    Om nu te voorkomen dat daardoor een te grote inkomensongelijkheid zou ontstaan tussen de deelgebieden, is er een solidariteitsmechanisme, dat corrigerend kan en zal optreden..

    End of Story.

     

    Is dat nu zo moeilijk? Nee toch?

    Trouwens, nog steeds volgens datzelfde kruim der economen kan een dergelijk model alleen maar positieve gevolgen hebben op de autonomie en de kracht van de deelgebieden. En neem het van mij aan, waarde lezer, die professoren economie vind je aan beide zijden van de taalgrens.

    Maar euh… Als u het begrijpt… en ik begrijp het… en al de economisten beweren en bewijzen het… Hoe komt het dan dat al die politieke bollebozen er voortdurend op uitglijden?

     

    Wel, waarde lezer, de reden is simpel: de politieke kanonnen van vroeger zijn vervangen door plastieken waterpistooltjes. Verkiezing na verkiezing werden de echte zwaargewichten aan de kant geschoven en vervangen door flauwe copycats.

    Zeg nu zelf -en met alle respect- maar hoeveel is het verschil in politiek gewicht tussen bijvoorbeeld een Wouter Beke of een Marianne Thyssen en pakweg  Jean-Luc Dehaene?

    Geloof je echt dat een snaak als Alexander De Croo zijn tanden even krachtdadig en succesvol in een monsterdossier kan zetten zoals een Guy Verhofstadt dat deed?

    Straalt een Caroline Gennez -ja, zij weer- dezelfde krachtdadigheid uit zoals haar illustere kameraden-voorgangers à la Louis Tobback. Akkoord, in centimeters zijn ze even groot, maar daarmee is dan ook alles gezegd…

     

    Verkiezing na verkiezing is de politieke spoeling dunner geworden. En voeg daar dan nog maar gerust bij dat sedert eind van de jaren negentig bij iedere op til staande verkiezing weer een verse lading Bekende Vlamingen naar het politieke toneel werd aangevoerd. Inderdaad, dat levert de partijen massaal veel stemmen op, maar leg mij nu asjeblief eens uit wat wij aan politiek voordeel kunnen hebben aan dit soort opportunistisch stemmengeronsel. Hoe wil je als regering gaan besturen als je hele nest bevuild is met artiesten en sportvedetten, die Brussel enkel weten liggen omdat ze er toevallig al eens moesten optreden of spelen?

     

    Voor de gein heb ik eens nagekeken welk bekend volk zich recent tot de echte waarden van het leven hebben bekeerd door deelname aan een politieke verkiezing. Neen mijnheer, als je ze hoort willen de verlichte BV’s niet aan de zijlijn van de politieke arena staan. Ze willen actief deelnemen aan het beleid en hun ‘ervaring’ ten gunste van de gemeenschap offeren!!!

    Welke ervaring, waarde lezer?

    De ervaring dat je als meest verwijfde nicht van West-Europa al in de jury zat van ‘Sterren Op De Dansvloer’, zoals Davy Brocatus (VLD)?

    Of toch eerder de ervaring dat je als opperhoofd van de federale politie wekelijks in ‘Kijk Uit’ aan de televisiekijker mag uitleggen hoe de verkeersregels in elkaar zitten om dan zelf tegen de alcohollamp te lopen, zoals Flor Koninckx (SP-a)?

     

    De ervaring misschien van Anke Van Dermeersch, die in 1991 verkozen werd als Miss België en daarna als  muurbloempje mocht fungeren bij respectievelijk de VLD en het Vlaams Belang?

    Of toch liever de ervaring van een Annelien Coorevits die in 2007 de titel van Miss België binnenrijfde en sindsdien het bed mag delen met de Anderlecht-bleiter Olivier De Schacht?

     

    Misschien dat we de knopen rond de financieringswet iets makkelijker doorhakken met de ervaring van een Karel Deruwe (LDD), die toch bijzonder succesvol kan terugblikken op heel wat intriges die hij quasi moeiteloos oploste in de VTM-soap ‘Familie’?

    Of misschien dat we toch beter veldloopster Veerle Dejaeghere inschakelen om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen, want die schijnt toch wel een paar crossen te hebben gewonnen in die regio. Tja, alle beetjes helpen hé…

     

    De lijst is eindeloos, waarde lezer. Van de Oerang Oetang van het Belgische judo tot de Mister Bean van het Kerkelijk Recht… En alles wat daar tussen zit. Zij dragen onze toekomst…

    En mocht het met hen toch niet lukken om ons land te redden, dan kweken we toch gewoon nog een paar nesten BV’s bij. Wacht dacht je van Kabouter Plop of Betty uit Big Brother?  Sam Gooris misschien? Of Eddy Planckaert.

    Zij hebben vast wel een steengoed advies!

     

    Alhoewel…, wonen de Planckaerts niet in Wallonië…?

     

    Luctor

    03-11-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    01-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zappen is slecht voor de lijn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    For the loser now, will be later to win… For the times they are a-changin…’.

    Bob Dylan neuzelde deze prachtsong in 1964 de wereld in. Een klassieker, daar niet van en wat mij betreft zelfs één van mijn persoonlijke favorieten, maar om nu te zeggen dat good ol’ Bob daarmee overschot van gelijk had… I have my doubts. Zeg nu zelf, het zijn toch alleen maar de invullingen van het leven die veranderen. De essentie blijft al millennia lang ongewijzigd.

     

    Neem nu de Oerman. Als we de prentjes en de cartoons mogen geloven sleepte hij zijn oervrouw aan de haren over zijn terrein, daarbij vervaarlijk zwaaiend met een knots. Alle oerburen mochten het zien hoe hij haar over de eerste beste rotspartij duwde om dan grommend te zorgen voor het nageslacht. Een scenario wat zich meerdere keren per dag herhaalde. Het is duidelijk wie destijds de broek droeg en in die zin zou Bob Dylan nog gelijk kunnen gehad hebben, ware het niet dat de gemiddelde cartoon niet klopt met de realiteit. Totààl niet zelfs.

     

    De waarheid is dat de oerman ’s morgens in zijn grot wakker werd met een ontzettend dikke ochtendknots en rustig wachtte tot zijn oereega wakker werd om dan, geheel in tegenstelling tot zijn verwachtingspatroon, door de oermadame uit de rotspartij te worden geschopt om op jacht te gaan.

    ’s Avonds kwam hij dodelijk vermoeid terug. De gehoopte mammoetvangst was meestal uitgebleven en dus kloven hij en zijn vrouw aan de restjes van gisteren. Grommend zocht de oerman een beetje aandacht van zijn dame, maar aangezien zij vond dat hij hen alweer niet veel hogerop had gebracht in het leven, negeerde ze hem straal en begon ze ijverig de grot uit te vegen. De oerman trok zich dan maar terug tegen een aangenaam stukje rotswand en begon uit pure verveling uren in de vlammen van het kampvuur te turen, tot hij uitgeput in slaap viel.

     

    De man van nu vertrekt ’s morgens naar zijn werk, komt ’s avonds uitgeput weer thuis, eet en legt zich daarna languit op de bank. Uit pure verveling tuurt hij urenlang in de vlammenzee van zijn HD-flatscreen-televisie, terwijl zijn moderne meewerkende echtgenote nog snel even de swiffer neemt of met de stofzuiger rondschaatst. The times they are a-changin’? Ik zou het niet durven beweren. Met één subtiel verschil misschien toch, want de moderne man kan zijn vlammenzee voortdurend laten veranderen. Hij beschikt namelijk over de zapper, de hedendaagse knots.

     

    Of ik nu in één adem het bewijs heb geleverd waarom mannen meer zappen dan vrouwen, dat wil ik hier nog in het midden laten, maar ik ben blij dat ik in elk geval een plausibele verklaring heb gevonden om aan mijn huisgenoten uit leggen waarom ‘het bakske’ nooit verder dan tien centimeter uit mijn buurt ligt.

     

    Ik wed dat nogal wat mannen mij heel goed zullen begrijpen. Ook al is die zapper soms meer een gesel dan een zegen, want zapverslaafd als ik ben struikel ik tegenwoordig op zowat elke zender over tientallen kookprogramma’s. Je ontkomt er gewoon niet meer aan. Op elk mogelijk of onmogelijk uur staat er achter elke zap wel weer zo’n oetlul-met-koksmuts klaar om je avond te vergallen. Het is net als onkruid. Om je televisie te bevuilen hebben de akkerdistel, de brandnetel en noem maar op zich tegenwoordig handig vermomd als Jeroen Meus, Peter Goossens en Sergio Herman, maar het effect is exact hetzelfde: zo snel je een sprietje hebt uitgetrokken, zo snel staan er twee in de plaats. Hardnekkiger, storender en nóg meer op je zenuwen werkend als de voorgaande exemplaren. En dan heb ik het nog niet eens over het Harig Knopkruid, zo ellendig als de pest in je tuin en op je scherm subliem vertolkt door Piet 'onharige’ Huyzentruyt.

    Schijtziek word ik ervan. Letterlijk en figuurlijk.

     

    En denk nu niet dat ik een kookprogramma het televisielicht niet gun, maar helaas voor de huidige generatie televisiemakers ben ik oud genoeg om met weemoed terug te kunnen denken aan de gouden jaren van “Kijk en Kook” op ‘Brussel Vlaams’. Met de passie van een wereldverbeteraar offerde toen ene John Bultinck, een vooraanstaand advocaat uit die jaren, zijn weinige vrije tijd op om de koksmuts op te zetten en de Vlaamse huizenvrouwen te leren hoe je de dagelijkse platgekookte prak kon upgraden naar iets lekkers. Heerlijke trage televisie was dat, waar je nog eens wat van opstak. Als je dat vergelijkt met het blitse onkruid van vandaag…

     

    Wat heeft de huidige generatie kookprogramma’s eigenlijk nog met het echte koken te maken, vraag ik mij af. Welk kookprogramma is nog bezig met het upgraden van moeders middagpot? Vrijwel geeneen, waarde lezer. Boontjes stoven, patatjes koken en een bruin sausje maken, daarvoor moeten we het internet raadplegen of beter nog, de Kookboek van de Boerinnenbond. Dat leert “Gentse Waterzooi”, “Masterchef” of  pakweg “Plat Préféré” je niet meer. Dat moet je maar zelf ontdekken, vinden de chefs-presentatoren hautain. Hun programma’s draaien immers om het nog bekender maken van een stel eikels die zonodig -en in het belang van hun eigen restaurants- liever op televisie komen dan achter hun fornuis te staan.

     

    Erger is het nog gesteld met programma’s als “De Beste Hobbykok van Vlaanderen”, “Mijn Restaurant”, “Keukenrebellen”, Komen eten” en nog een tiental soortgelijke ondingen. In essentie hebben die zelfs nog amper met voeding te maken. Het thema mag dan weliswaar nog altijd ‘koken-eteken’ zijn, maar eigenlijk gaat het hier alleen nog over de tranen van het leven. Over het geluk van winnen of het verdriet van verliezen. Over de dreigende echtscheidingen van de deelnemers en recent ook helaas over de zelfmoord van een kandidaat, die het niet haalde om ‘zijn’ restaurant te winnen. Ik hoop dat Sergio Herman nog vaak eens zijn gore Zeeuwse muil zal voelen droogtrekken als hij terugdenkt aan zijn werkelijk denigrerende en vernederende taal, waarmee hij de toch al zo weifelende kok verder het zelfmoordpad opjoeg. Wat mij betreft mag deze beroemdste Sluizenaar -na Hendrik ‘De Dikke’ Van Dale- zijn sterrenzaak gerust van naam veranderen. Van “Oud Sluis” naar “Oud Vuil”, lijkt me nog zo gek niet…

     

    Nuja, een beetje journalist als ik nog steeds ben, leek het mij een boeiend idee om zo’n reality-kook-soap-wedstrijd ook eens van binnenuit te bekijken. Gelukkig ben ik gezegend met een echtgenote die in haar basisopleiding als kok afstudeerde en dus kon ik het mij permitteren om ons in te schrijven in zo’n kookprul. De naam “Varken zoekt Kok” had eigenlijk te maken met het verplicht te bereiden vlees, maar ik dacht dat het op de combinatie van het deelnemersduo sloeg. Vandaar dat ik dit programma de voor de hand liggende keuze vond voor onze deelname. En geloof het of niet, we werden uitgenodigd.

     

    Al in de preselecties werd duidelijk dat het programma eigenlijk op zoek ging naar kookteams die elkaar perfect aanvulden in de keuken. In de mate dat mijn vrouw ontzettend lekker kan koken en dat ik bijzonder graag eet, leek de format dus op ons lijf geschreven. Helaas kwam dat niet overeen met de visie van de programmamakers, die specifiek zochten naar echte duo-koks. Nuja, om een lang verhaal kort te houden, mijn vrouw kon de preselectie-jury imponeren met haar quasi eindeloze kookkennis en ik kon er mij handig uitlullen. Tot onze eigen verbazing werden we dus gekozen voor de opnames van “kookpersoonlijkheid voor de provincie Oost-Vlaanderen”.

    Mijn doel was bereikt. Vanaf nu kon mijn geplande show beginnen.

     

    Een paar weken later werden we uitgenodigd naar de hotelschool ‘Ter Duinen’ in Koksijde. In de sporthalgrote professionele keuken is een immense opnamestudio gebouwd. De presentatrice legt uit dat we vrij mogen gebruik maken van alle uitgestalde groenten, dranken en kruiden, maar dat het eindresultaat een exquis gerecht moet worden met vette varkensbuik en linzen als verplichte ingrediënten. Een bekende sterrenchef blijkt tegelijk belachelijkmaker en coach van dienst te zijn voor de deelnemende duo’s. Alle kandidaten staan stijf van de zenuwen. Mijn vrouw nog meer dan de rest, want zij weet wat komen gaat. Ik kan namelijk nog geen ei koken. Voor mij is het showtime. Ik voel me als Alice in Wonderland.

     

    Ik zal u niet teveel vervelen met alle opnamedetails, waarde lezer, maar besef dat ik zowel de regie, de presentatrice als de kookgeneraal in één uur tijd tot waanzin dreef. Om te beginnen begrijp ik geen jota van dat typische keukenjargon en als de sterrengeneraal in die franse kooktermen tegen mij begint te wauwelen, weet ik in geen honderdduizend jaar waar hij het over heeft. Bij alles wat ik doe, wordt er meer “cut” geroepen dan in eender welke doorsnee pornofilm. De zenuwen gieren de regie door de keel, maar ik… ik geniet als nooit tevoren. C'est mon moment de gloire!

     

    Omdat ik naar de zin van de kookgeneraal annex coach veel te veel sta af te wassen in plaats van te koken, meent de oetlul mij op camera te moeten voorspellen dat een carrière als ‘plongeur’ voor mij is weggelegd. Ik dank ‘m beleefd en zeg dat ik een diploma heb van duizend meter vrije slag heb én een reddersbrevet. Ik voeg er in één adem aan toe dat hij daar met zijn belachelijk kokspakje nooit aan zou kunnen tippen.

    Afijn, de man is razend tegen het moment dat ik aan de beurt kom voor de individuele interviewtjes met de kandidaten. Wat een sympathiek item in het programma moet worden, is voor hem nu de kans om mij terug te pakken. Een vol uur lopen gitaarspelen op steelpannen, groenten julienne snijden die eigenlijk brunoise hadden moeten zijn, en nog tientallen blunders meer, hadden hem immers overduidelijk gemaakt dat ik in de keuken zo mogelijk nog vreemder was dan een olifant in een porseleinkast. Zijn openingsvraag voor het sympathieke interviewtje is navenant:

    “Zeg eens, Luctor…”, vroeg hij, “wat is jouw specialiteit qua koken?”

    De grijns op zijn muil is zo mogelijk nog giftiger dan de vraag zelf.

    “Ik ben vooral gespecialiseerd in het koken van water”, zeg ik. “Echt waar chef, nog nooit mislukt”.

    Ik zie ‘s mans gezicht nog altijd vertrekken als ik eraan terugdenk. Zijn kop kleurt vuurrood ten opzichte van de hagelwitte koksmuts en net als ik denk dat hij ze van pure ellende wil beginnen opeten, gooit hij de micro met een zwaai de keuken in en verdwijnt hij door een deur, die hij met een oorverdovende smak achter zich dichtgooit.

    “Cut-cut-cut-cut!”

     

    De rest van de opnames en vooral de perikelen met uw dienaar, zal ik u besparen, waarde lezer. Maar weet dat er ook een jury aanwezig was van koks en fijnproevers die de opnames niet konden volgen. Zij wachtten in een kamer aan de andere kant van de hotelschool en kregen enkel de gerechten te proeven. Tijdens mijn grenzeloos amusante opnameboycot van “Varken Zoekt Kok” was mijn vrouw gelukkig  onverstoorbaar blijven doorkoken. Zij kent haar zot.

     

    Wat er ook van zij, ze schotelde de jury een heerlijk mix voor van blokjes krokant aangebakken varkensbuik op satéstokjes van rozemarijntakken, afgewerkt met een eenvoudig gebakken aardappeltje en versierd met linzen, kikkererwten en amandelschilfers.

    Het was voldoende om te winnen!

     

    En ja, elke dag mag ik sindsdien dus aanschuiven aan de tafel van de ‘Kookpersoonlijkheid van de provincie Oost-Vlaanderen’. En weet je wat zo heerlijk is? We zijn niet gescheiden en ik heb er geen zelfmoordneigingen aan overgehouden. Als het programma dus op een koude winteravond nog eens heruitgezonden wordt, zap dan gewoon lekker door. Of beter nog, schakel de televisie uit, steek de open haard aan, zet een cd’tje van Bob Dylan op en tuur dan lekker een paar uur naar de vlammen in de haard.

     

    Het is heerlijk rustgevend. En denk eraan: “For the loser now, will be later to win… For the times they are a-changin”.

    Misschien dus toch…

     

     

    Luctor

     

     

    01-11-2010 om 21:26 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    28-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief aan mijn ouders
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dag mam,
    Dag pap,

     

    Hoe gaat het nog met jullie?
    Goed, hoop ik. Het is alweer zo lang geleden, niet? Maar zoals jullie wellicht hele dagen tegen elkaar lopen te mekkeren dat je zo weinig van je enige zoon hoort, wel zo kan ik precies hetzelfde zeggen. Ik hoor ook nooit eens iets van jullie. Het is zelfs zo dat ik telkens nog degene ben die de eerste stap zet. Ieder jaar weer opnieuw.
    Nuja, echt kwalijk neem ik het jullie niet. Ik snap ook wel dat pap op zijn vierennegentigste niet meer de vitaliteit heeft om veel uitstapjes te maken, laat staan dat hij zou staan te popelen om op bezoek te komen in een chaotisch gezin waar altijd ambiance heerst. Dat de mens een beetje voor zijn rust kiest, lijkt me logisch. Bovendien wonen we nu ook niet bepaald bij elkaar om de hoek. Meer nog, we wonen letterlijk in twee werelden.

     

    Hoedanook, zaterdag of zondag komen we nog eens langs. Waarschijnlijk zaterdag, maar hoe laat het precies zal zijn, hangt nog af van een aantal omstandigheden. Je ziet wel wanneer we opduiken. Je hoeft er in elk geval niets speciaals voor te doen of te laten. Ik weet zeker dat jullie toch thuis zijn en dat is het voornaamste. Echt lang blijven zullen we wellicht ook niet, maar ik weet dat jullie dat ook niet verlangen. Gewoon even kletsen over het leven van alledag. Hoe het met ons gaat en waar we mee bezig zijn in ons leven,… You know, just al little smalltalk. Zoals bij elk bezoekje, overigens.

     

    Het is nog lang niet zeker dat Kim meekomt. Eigenlijk weet ik het niet eens. Ze heeft me in elk geval gezegd dat ze in de loop van het weekend iets te doen had, maar ik zou begot niet meer weten wat het is of wanneer. Nuja, je kent haar, hé. Ze mag dan master in het maatschappelijk werk geworden zijn om andermans leven op de rails te krijgen, in haar eigen bestaan lijkt ze vooral cum laude afgestudeerd als Professor Doctor in de chaotica.
    Jesus, ik krijg er soms het warm-en-koud van. Ze spreekt iets af met ons –of ze denkt dat ze iets afgesproken heeft– en twee uur voordien blijkt dat ineens totaal niet te kloppen met wat er te gebeuren staat. Pas op, dan ligt het nog aan mij ook, hé. Ik heb dat weer niet goed opgelet toen het gezegd werd. Of ik ben het weer vergeten. Zegt ze!
    En néén, begin dat nu weer niet te minimaliseren, want het ís zo! En ook je verhaaltje over zo vader zo dochter, kan ik missen als kiespijn. Dat is bullshit. Dat weet je zelf ook! In mijn jonge jaren lag dat totaal anders. De tijden waren anders, tout court. Hoe zou ik jullie in godsnaam moeten verwittigen hebben dat ik wat later thuis zou komen? Met een gsm, die nog moest uitgevonden worden of zo? Neenee ouwelui, je kan dat niet vergelijken.
    Trouwens, als ik jullie eraan mag herinneren, hoeveel keer heb ik daar destijds niet voor onder mijn kloten gekregen? Er ging godverdomme geen week voorbij of het was weer van dattum. En akkoord, jullie hadden het toen misschien wel bij het rechte eind, maar stop dan alstublief met je kleindochter nu gelijk te geven als het nu om precies hetzelfde gaat. Hoedanook, ze is een schoon mens geworden en daar ben ik trots op. Ze mag dan bijna vierentwintig zijn op punt staan om te gaan samenwonen, het blijft toch altijd een beetje mijn klein meisje. Het blijft moeilijk om de dagelijkse zorg voor haar uit handen te geven aan een wildvreemde kerel. Ook al lijkt het een geschikte jongen, die haar vermoedelijk onsterfelijk gelukkig zal maken. Ik hoop het voor hun allebei.
    Afijn, of je kleindochter er bij zal zijn dit weekend, valt dus nog af te wachten.

     

    Onze Jarne zal er komend weekend zeker bij zijn. Je zal raar kijken als je hem zult zien, want het is nu al voor het derde jaar op rij dat hij weigert naar de kapper te gaan. Hier valt de appel inderdaad niet ver van de boom, hoor ik jullie denken. En terecht deze keer! Het enige verschil is dat ik er -in vergelijking met jullie- geen problemen mee heb. Dus bespaar hem alstublief jullie flauwe opmerkingen zoals ik ze heel mijn jeugd heb moeten horen. Wat heeft het trouwens uitgehaald? Het enige wat je er mee zou bereiken is dat het hem pijn zou doen als oma en opa al te veel commentaar zouden hebben op zijn lange lokken. Zeg gewoon dat het mooi is of als je dat niet door je strot krijgt, zeg dan gewoon niets. Je mag niet vergeten dat hij al twee weken aan een stuk zit te knutselen aan een cadeautje, dat hij speciaal voor jullie aan het maken is. Elke keer als we bij jullie langs komen, ziet hij immers zijn tekeningen van het vorige bezoek tegen nog de grote vaas prijken en dat stimuleert hem zodanig dat hij telkens iets nieuws wil maken. Deze keer is hij al dagen in de weer met zijn strijkparels. Voor opa maakt hij een soldaat en voor oma een bloem, zegt hij. Ik ben benieuwd, maar je kent hem hé. Een groot kunstenaar is het niet, maar hij doet zijn best en het is met volle overgave dat hij eraan werkt. So, be nice please en zit hem niet af te zeiken omwille van zijn haar.

     

    Tja, dat Evelien meekomt, dat staat boven alle twijfel. Je weet -of je weet niet- dat ze nu snel beter aan het worden is. Inderdaad, tot zes weken geleden kon ze totaal niets met haar benen, maar nu is ze zover dat ze begint te kunnen stappen en dat ze zelfs al met de auto mag proberen rijden. Als alles goed gaat, zou ze in volgend jaar maart of april misschien weer mogen beginnen werken, voorspellen de artsen. Het lijkt een mirakel, ook al zit ze voorlopig nog in haar rolwagen. Zeker als ze buiten komt. Thuis stapt ze al met een looprekje, maar op de oneffen buitengrond is dat nog te moeilijk. Te gevaarlijk om te vallen ook.
    Jullie tuintje zal ik dus nog een keer zelf onder handen moeten nemen. Het spijt me. Ik weet dat je het fijner vindt als Evelien dat doet –het is ook beter gedaan dan– maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Jammer, maar het is niet anders. Ik beloof dat ik het zo goed mogelijk zal doen, als dat een troost is. En wees gerust, Evelien zal trouwens wel in de gaten houden of ik geen onkruidsprietje uit het oog verlies en of ik geen streepje Noordergroen op de stenen ben vergeten weg te schuren. Het komt wel in orde.

     

    Ohja, ik zou het nog vergeten. Evelien heeft prachtige bloemen besteld voor jullie.
    Ik weet dat bloemen jou niet zoveel zeggen, pap, maar mam zullen we er zeker een groot plezier mee doen. Niet, mam?
    Het is echt niets klassieks, maar een fris herfststuk met veel geel, oker, rood en bruin. Ik weet dat je van die kleuren houdt.

    Voor jou heb ik niets, pap. Ik weet dat je nooit drinkt thuis. Waarom zou ik dus een fles drank kopen, die je toch nooit zelf zal uitdrinken? En aangezien jullie ook nooit bezoek krijgen, zal die fles daar vermoedelijk volgend jaar nog staan. Onaangeroerd. Dat vind ik een beetje zonde van het geld.
    Wat er ook van zij, pap, ik weet dat je ontzettend veel zal hebben aan het knutselwerkje van onze Jarne. Mam ook, daar niet van, maar bij jou toch wel bijzonder. Zo is het toch, hé? Op dat punt zijn we gelijken. Méér nog dan van een materieel cadeautje, kan ik net als jij genieten van een goed rapport of van een mooie beweging die hij maakt op het voeltbalveld.

     

    Waarover wil je het eens hebben, zaterdag of zondag? Denk daar maar alvast eens over na. We vertellen iedere keer hetzelfde gezeik! 't Is toch waar! Hoe het met de gezondheid gaat, hoe Jarne het op school doet, hoe Kim het stelt op haar werk en hoe het evolueert met de invaliditeit van Evelien.
    Kunnen we voor de verandering niet eens over de wijven lullen, pap? Gewoon ventenklap! Zou toch leuk zijn… We doen dat eigenlijk nooit.
    Evelien en mam kunnen het ondertussen eens hebben over de dingen die vrouwen interesseren. Maakt niet uit wat. Schoenen, kleren, shoppen, cultuur,… Koken misschien? Mam zou zeker nog iets kunnen leren van Evelien als het over koken gaat. Al denk ik dat ze zich daar te trots voor voelt. Nuja, mij maakt het niet uit, pap, jij bent het tenslotte die de geschifte saus in zijn botten moet slaan.
    No hard feelings, mam. Ik ben er groot en sterk mee geworden!


    Enfin, die gespreksonderwerpen, dat zien we dan van ’t weekend wel. Ik zou content zijn mocht je zelf ook eens een beetje initiatief tonen om te vertellen. Het is al zo lang geleden dat dat nog eens het geval was. Gesprekken en initiatieven in die zin moeten altijd van mij komen. Van mij, van Evelien of van de kinderen. Nooit eens van jullie!
    Maar zoals ik in het begin van mijn brief al zei, pap en mam, ik neem het jullie echt niet kwalijk. Alles wat je moest zeggen om mij tot op dit niveau door het leven te loodsen, heb je gezegd. Af en toe heb ik daar flink mijn kloten aan geveegd en deed ik vierkant mijn goesting, maar vaak ook probeerde ik mij te herinneren wat jullie visie was en voerde ik ze minutieus uit.

     

    Waar zit ik mij eigenlijk mee te moeien?
    Weet je, als jullie ook dit jaar geen zin hebben om iets terug te zeggen tegen ons, zwijg dan gewoon! Je bent ons geen verantwoording schuldig. Geniet dan gewoon van de rust en van het feit dat jullie kinderen en kleinkinderen op bezoek zijn. Je weet toch dat we elk jaar terugkomen. Zo rond de periode van Allerheiligen...

    Trouwens, of je nu wel of niet antwoordt… het gemis blijft!
    Gelukkig hebben jullie elkaar, wherever you may be. En dat stelt me gerust. 
    En weet je wat het gekke is? Dat wij hier voortdurend verder evolueren en jullie niet. Het kan niet anders of ooit moeten die paden weer kruisen.
    Dan hebben we tijd zat om bij te kletsen...

     

    De groeten van iedereen hier en tot in de loop van het weekend.

     

    Luctor

     

    28-10-2010 om 00:00 geschreven door Luctor  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)


    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs