You prefer English??: Use the right mouse button and click on Google translate
ergens in Zimbabwe is een plek, zo bijzonder.. je zou er een boek over kunnen schrijven, of ......een blog!!
In deze blog wil ik u graag meenemen naar het land Zimbabwe in de jaren negentig van de vorige eeuw. Drie jaar lang hebben we daar gewoond. We kwamen met zijn tweeen en vertrokken met zijn vieren. Met weemoed in het hart.. De brieven die we toen wekelijks schreven vertellen een bijzonder verhaal. Dat verhaal wil ik graag nog een keer vertellen, want om eerlijk te zijn: het is nu 20 jaar later en ik raak er nog steeds niet over uitgepraat! Leest u mee???
Het verhaal begint bij blog 1, u komt daar door op de groene pijlen onderaan te klikken.
Het is herfst in Nederland, geen tijd om te reizen. We graven ons in voor de kou, er is ons een zeer strenge winter beloofd. We leven in oktober 2011, ik luister naar de cd Oktober van Bluf, een sfeervol album dat past bij de herfst. Voor me ligt een doos vol brieven uit de 90-er jaren van de vorige eeuw. De schrijvers van deze brieven zijn moderne ontdekkingsreizigers, avonturiers, ik weet niet hoe ik ze moet noemen. Maar ze pakken me volledig in. Zelf hou ik niet van reizen, maar reisverhalen lees ik graag. Zeker over Afrika! De hoofdpersonen heten Jim en Veronica en hoe meer ik me in hun brieven verdiep, hoe meer ik me Jim ga voelen. Zoveel dat ik het gevoel heb zelf op reis te gaan en....bij een wereldreis hoort tegenwoordig een reisblog.... Als jij mijn reisblogs wilt lezen, nodig ik je bij deze van harte uit aan om mee te lezen!
Zoals ze in Zimbabwe zeggen: FAMBA ZVAKANAKA! (goede reis!)
Eigenlijk heet ik anders, maar mijn vader noemt me altijd Jim. Lekker kort, daar hou ik van. In mijn boekenkast staat een boek van Kingsley Amis: Lucky Jim. Het gaat over een jongeman die niet alles in zijn leven even handig aanpakt, sterker nog.. het lijkt soms aardig uit de hand te lopen. Toch blijft hij proberen en tot zijn stomme verbazing blijkt alles aan het eind toch weer goed te komen: alles lukt in zijn leven! Ik voel me vaak Lucky Jim. Ik wou graag naar Afrika, maar met alleen mijn organisatietalent en doorzettingsvermogen zou ik het niet eens proberen...maar gelukkig heb ik Veronica! Zij heet ook anders, maar ik ken geen mooiere naam en geen mooier meisje en geen mooier liedje dan Veronica van Cornelis Vreeswijk, de Zweedse troubadour uit IJmuiden.. In Zweden staat Cornelis Vreeswijk in zeer hoog aanzien. In Nederland is hij vooral bekend van het liedje 'de nozem en de non'. Veel artiesten zingen zijn liedjes!
We zitten aan een lange tafel. Ik blader door een oud exemplaar (uit 1985) van het tijdschrift "Onze Wereld". Er staat een interview in met Robert Mugabe, premier van het 5 jaar oude land Zimbabwe: "een interview met een autoritaire, maar ook verlichte leermeester". Vroeger heette Zimbabwe Rhodesie. Nu moet het jonge land Zimbabwe worden opgebouwd en Jan Pronk - minister van Ontwikkelingssamenwerking- zijn hulp aangeboden. Daarom zitten we nu in slot Zeist aan het Broeder en Zusterplein. Hier is de Evangelische Broedergemeente gevestigd en zetelt ook Job van Melle.
Job van Melle is directeur van Dienst Over Grenzen (DOG), een organisatie die contacten heeft in een aantal landen, waaronder Zimbabwe. Job zoekt artsen, fysiotherapeuten, technischi en ...leraren! Maar zoekt hij mij??? Als we naar afloop Slot Zeist verlaten verlaten weten we iets meer, maar er is nog een lange weg te gaan. Een weg dwars door het bureaucratisch oerwoud waar stempels en papieren belangrijk zijn. Ik voel me vaak Toss, de vader van Otje uit het boek van Annie M.G. Schmid...geen papieren, geen papieren..
Wat een prachtig slot en wat een schitterende Engelse landschapstuin. Het is herfst, we schoppen tegen de bladeren. Zouden ze ons willen uitzenden, naar Zimbabwe??? Of blijft het bij een mooie droom als in het lied ' the pianoman' ??
Ik ben geboren in Beverwijk onder de rook van de Hoogovens. Uit mijn slaapkamerraam zag ik een landschap dat zo wegggerukt leek uit de boeken van Marten Toonder, vol schoorstenen die een gele rook uitbraakten en roet dat op het wasgoed in onze tuin vastkoekte. 's Avonds zag je de eeuwige vlammen en spookachtig verlichte terreinen met goederentreinen die denderden door de nacht. Stil was het er nooit door de plaatwalserijen waar het staal werd geplet in hete hallen waar we soms als kind een kijkje mochten nemen. Nooit was het er donker of stil. De stank was er altijd maar die ruik je alleen als je Beverwijk binnen rijdt. Achter de Hoogovens zie je de duinen, het strand ligt op fietsafstand en menig verjaardagsfeestje werd daar gevierd. Overdag zochten we hout en vingen we garnalen, 's avonds roosterden we de garnalen en stookten het vuur hoog op. We zongen en vertelden verhalen. Met de toekomst hield ik me niet bezig. Afrika kende ik alleen uit de Scheepsjongens van Bontekoe: Kaap de Goede Hoop, schipbreuk, onbewoonde eilanden .... Als kind was ik een lezer en dromer en dat ben ik nog. Ik droom van Zimbabwe, zijn mijn papieren nu in orde, zou Job van Melle inmiddels iets meer weten??
Mijn opa kijkt me vragend aan. We lopen in het arboretum bovenop de Wageningse berg. Het is een mooie herfstdag en de bomen in het park zijn getooid in vlammende herfstkleuren.De bomen komen uit de hele wereld. We vergapen ons aan indrukwekkende sequoia's uit Amerika en kleine sierheesters uit Indonesie. Prachtig.
Zou er in Zimbabwe ook zoiets als 'herfst' bestaan?
Ondertussen vertelt mijn opa over zijn jeugd in Edam en over zijn bakkerijtje in de Beemster waar hij het grootste deel van zijn leven gewoond heeft. Als klein bakkertje moest hij soms diep in het stof voor de belangrijke herenboeren in de polder. Nog steeds heeft hij het niet erg op boeren maar nu zijn kleinzoon op de Landbouwhogeschool zit moet hij toegeven dat er toch ook wel aardige boeren bestaan.. Veel gereisd heeft hij niet, daar was geen tijd en geld voor. Vakantie bestond uit een dagje naar het strand- op de bakfiets- en in zijn diensttijd was hij in Friesland gelegerd. Verder is hij nooit geweest maar hij weet er smakelijk over te vertellen. Ook over vandaag is hij weer enthousiast. Vanochtend liepen we over de balustrade van de sterflat en overal loerde hij naar binnen. Hij moet er nog erg om lachen... rommelige kamers en studenten die tot diep in de middag in hun ochtendjas rondlopen...
Ik vertel hem over het studentenleven en over het Wageningen-gevoel. Het lijkt wel een soort virus, iedereen maakt plannen om te reizen en werken over de hele wereld. We staken onze duim omhoog en liftten naar Kopenhagen, Berlijn of Athene. Later met Veronica naar Zuid-Italie waar een Italiaanse vriend ons in een heel klein dorpje meenam naar een pizzeria waar hij vaste klant was. Hij liep nog even de keuken in om er voor te zorgen dat de pizza's wel piccobello zouden zijn.. Toch durfde ik het niet aan om voor een tropische studie te kiezen: ik zag mij al staan in de tropen als irrigatiedeskundige met twee linkerhanden....daar heeft niemand wat aan. Maar het is toch gelukt: ik ga naar Zimbabwe!! Niet als techneut maar als leraar samen met Veronica!! Eigenlijk wilde ze helikopterpiloot worden, maar de kleine lettertjes bij de test nekten haar....afgekeurd vanwege haar ogen. Prachtige ogen!
Tegen de bergrand aan de rand van het Arboretum staan ook Afrikaanse bomen. We lezen de bordjes en mijn opa schiet in de lach. Daar staat een Baobab, een apenbroodboom!! Het brood groeit in de bomen, in Zimbabwe zijn helemaal geen bakkers nodig!!
We staan bovenop de Wageningse berg en ik realiseer me dat mijn opa nooit verder is geweest dan Wageningen en nooit op een hoger punt heeft gestaan dan dit punt!! We kijken uit over de Rijn en de Betuwe naar het Zuiden. Zimbabwe lijk oneindig ver weg....
Ik weet dat hij het liefst mee zou gaan........ maar in gedachten reist hij altijd met me mee!
"Toch", zegt opa Hasker ," de Wageningse berg is ook prachtig"!!!!!!
Het is inmiddels winter geworden en nog steeds zijn mijn papieren niet goedgekeurd. Maar wat nu precies het probleem is wordt niet duidelijk. Het is lastig communiceren met de ambtenaren op het Ministerie, je mag ze niet bellen of opzoeken, alleen verzoeken indienen...die zij dan zonder veel commentaar blijven afwijzen. Ook Job van Melle van DOG doet zijn best maar komt er niet doorheen. Om gek van te worden!
Weer gaan we naar Zeist, het zou weleens de laatste poging kunnen worden. De sneeuw knerst onder onze voeten als we de lange oprijlaan oplopen naar het slot. Heeft het in Zimbabwe ooit gesneeuwd? Geen idee.. Job probeert optimistisch te blijven maar kan ons niet echt overtuigen. Als we teruglopen belanden we in een sneeuwballengevecht. Leuk, maar nu even niet!!
Een paar dagen later kijken we naar een reportage over stropers in Zuid-Afrika, op jacht naar ivoor. De zwarte handel in ivoor lijkt moeilijk te bestrijden maar wij voeren onze eigen strijd die ook met ivoor heeft temaken: tegen de ambtenaren in hun ivoren torens..
Dan wordt er gebeld. Job aan de lijn.......de aanvraag is goedgekeurd!!! Jullie gaan naar Zimbabwe!@!!!@@@!!!@@@!
(Tip: luister naar de beroemdste zanger uit Zimbabwe, zie link in de bijlage)
De vader van Cormelis Vreeswijk moest voor zaken naar Zweden. Terug in IJmuiden pakte hij zijn koffers en en nam met zijn gezin de boot naar Stockholm. Later schreef Cornelis daar zijn "ballades voor een gewapende bedelaar" en groeide uit tot een van de grootste Zweden die ooit heeft geleefd. Ik hou ook van het avontuur, niet weten waar je heen gaat. Als ik in een reisgids lees dat de stad Carcassonne in Frankrijk zijn gelijke in Europa niet heeft, lees ik niet verder maar wil er heen! (de reisgids klopt trouwens, maar dat is een ander verhaal)
Van Zimbabwe weten we weinig, van Dadaya Highschool in Zvishavane nog minder. Ik ga er lesgeven, dat weet ik wel. Hoe het er uit ziet? Geen idee, we hebben geen foto's gezien. Helemaal goed! Wonen we in een huis of een hut?? Is er woonruimte geregeld?? Zou best kunnen... We zeggen de huur van onze flat in Zwolle op en verkopen onze mooie rode Skoda aan een Tsjechische opkoper. Inclusief de zak met zand uit Wijk aan Zee (om de auto op de weg te houden in de storm..) Familie en vrienden kijken welke spullen ze kunnen gebruiken en welke kamerplanten ze willen verzorgen. De spullen die wij meenemen worden opgehaald en per zeecontainer vooruit gestuurd. In gedachten zijn we al onderweg..
In tegenstelling tot vader Vreeswijk worden wij wel voorbereid op onze uitzending, in het Zendingshuis in Oegstgeest samen met andere ontwikkelingswerkers-in-de-dop. Het is heerlijk om -zonder schuldgevoel - met gelijkgestemden een hele week over andere landen te praten, we leven als het ware tussen twee werelden in.. En het wordt ons op het hart gedrukt: 'de dag dat je vertrekt is de laatste dag in je leven zonder heimwee....'
Er wacht ons nog een moeilijk afscheid op Schiphol. Maar gelukkig: iedereen belooft langs te komen!!
In het vliegtuig kijken we elkaar aan, moe van alle emoties. Maar het is gelukt. Het grote onbekende ligt voor ons. Een avontuur van 3 jaar is begonnen. Het is trouwens niet helemaal waar dat we helemaal niets van Dadaya weten. We hebben toch nog wat informatie gekregen:
Dominicanenklooster Huissen, met Pete Pronk (blog 8)
Ik heb het idee dat ik het verhaal van Jim en Veronica nu ze zo ver weg zijn anders moet vertellen. Daarom leek het me een goed idee om me op te geven voor een cursus ' Verhalen Vertellen'. Ik zit in een klooster met lange gangen en sobere kamers samen met acht anderen te luisteren naar cursusleider Pete Pronk, een man met een grote bos grijs haar, een zwarte (!) borstelige snor en het stemgeluid van Ko van Dijk. Hij vertelt ons dat hij ons mee zal nemen op een reis, een reis van drie dagen. De zolder waar we zitten heet 'Sjoel' en deze ruimte noemt Pete 'de werkplaats'. Naast verhalenverteller is hij ook 'stemdeskundige' en ik begrijp.. de stem...... is....... het ventiel .....van ..de ziel .......... ................nou, ik ben voor minder weggerend!! Op de achtergrond hoor ik Gregoriaanse klanken en heerlijke etensgeuren verspreiden zich. Vanavond neem ik wel een borrel. Jammer dat dit geen trappistenklooster is want ik had wel een eigen brouwsel gelust....
De volgende dag trekt de mist in mijn hoofd op. Pete's enthousiasme werkt aanstekelijk en ik begin de ademhalingsoefeningen leuk te vinden en zie nu ook hoe aardig en inlevend mijn reisgenoten zijn. De verhalen nemen ons mee en als in een achtbaan scheren we langs diepe dalen en angsten om dan vervolgens steeds hoger en hoger te komen tot in de wolken vol luchtkastelen waar sprookjesprinsen wonen die ook weer verhalen vertellen die steeds fantastischer worden.. En na een avond waarin we dansen en dromen en praten en wijn drinken beginnen we de volgende dag met een kerkdienst samen met de paters die in witte gewaden hun liederen zingen en vervolgens weer wegstuiven om buiten het klooster hun dingen te doen..Wij blijven binnen en gaan verder waar we gisteren zijn gebleven.....ik wil hier nooit meer weg! Maar aan alles komt een eind. Het laatste verhaal gaat over abseilen en het voelt alsof we afdalen naar de gewone wereld waar we terecht komen op een vrachtboot varend op de IJssel tussen Kampen en Zwolle en waar Tonnie het wasgoed mag ophangen....dit was iets wat ze haar hele leven al eens had willen doen, haar allergrootste wens!!.....en zo varen we stroomopwaarts terug naar Huissen.
Bij het afscheid omhelzen we elkaar. Ooit komen we hier terug, dat is zeker. Maar nu gaan we huiswaarts. De TV blijft 's avonds uit en de krant laat ik links liggen. Een gevoel dat nog dagen zal blijven... Pas in het weekend druk ik er een dvd-tje in. Ik zie een verhalen verteller met muziek. En wat voor muziek! Een oude man van 75 maakt muziek van een onwerkelijke schoonheid. Zijn 'Hallelujah" gaat rechtstreeks de hemel in, Leonard Cohen: live in London. Ik ben er stil van en ik blijf zeker een uur zo zitten. Als ik mijn ogen sluit zie ik al mijn negen reisgenoten voorbijkomen en ik zie een varende boot met kledingstukken die wapperen in de wind... Pete, je bent geweldig, een man om van te houden. Bedankt allemaal, het was een reis om nooit te vergeten.
Nooit zijn we Europa uitgeweest en nu vliegen in 1 nacht naar zuidelijk Afrika. Nooit ben ik langer dan 6 weken van huis geweest...hoe zou het zijn om 3 jaar weg te zijn. Zullen we last van heimwee hebben? We zullen het allemaal zien.
Na een rustige vlucht landen we in de hoofdstad van Zimbabwe, Harare. Meneer Kavai van de Zimbabwe Council of Churches (de ZCC) brengt ons naar een leuk hotelletje. Dezelfde dag regelt hij onze werkvergunning en de volgende dag staat hij klaar om ons naar Dadaya te brengen. Het is zonnig, rond de 20 graden en er staat ons een rit van 5 uur te wachten. Het is 5 januari 1993, ons grote avontuur gaat beginnen!!
Achterin de laadbak zit nog een persoon, maar dat ontdekken we pas halverwege: meneer Kavai heeft zijn broer meegenomen, als gezelschap voor de terugweg, anders is hij zo alleen!! Maar voorlopig wordt de broer achterin opgeborgen..
Het landschap ziet er vrij leeg uit. We rijden op een tweebaansweg naar het Zuiden, het verkeer rijdt links. Af en toe zien we een boerderij en hier en daar wat hutjes en veel lage groene bomen. Mensen lopen langs de weg, vrouwen soms met een kind achterop de rug gebonden of met een bundel takken op het hoofd, soms met allebei. Als we onderweg even stoppen zien we een schildpad en onze eerste aap!
Langzamerhand naderen we het einddoel. We verlaten de hoofdweg en volgen een weggetje dat het best te omschrijven is als 2 smalle fietspaden naast elkaar (een striproad), wel fietspaden met gaten. De gaten in het asfalt worden steeds groter, soms moeten we stapvoets rijden. Van apen kijken we al niet meer op, volgens meneer Kavai zijn het bavianen. De omgeving wordt steeds rotsachtiger en heuvelachtig.Het is hier veel groener dan ik had gedacht. En we worden steeds stiller.... Na de laatste bocht zien we het bord. We stoppen bij het hek. Een vreemd idee, hier gaan we 3 jaar wonen... We lezen: DADAYA HIGHSCHOOL.