Het is, naar mijn (niet altijd) bescheiden mening dat ik
vandaag hoor te schilderen. Mensen schilderen in woorden. In kleuren zou
misschien makkelijker zijn want ik kan niet schilderen met verf.
Met 11 zouden we starten. Maar Kazze lAfricano moest
absoluut zijn motor het nodige onderhoud geven. En we horen dat de ingreep
geslaagd is. Hoe het met hem erbij zou geweest zijn is moeilijk te schatten
maar in elk geval hebben we zijn ongebreidelde vrolijkheid gemist. Die ludieke
interventies van de Kazze kan je niet nabootsen. Maar het gaat hem goed nu en
dat is veel belangrijker dan een paar fietsers die naar Lourdes trappen.
En dan is er die goeie ouwe Bompie die na 1 dag moest
terugkeren wegens dringende familiale omstandigheden. Hij heeft ongetwijfeld
zitten watertanden na het bekijken van de blogfotos en in zichzelf ook wel
gesakkerd. Maar hij stuurde ons vele figuurlijke pleisters op onze hitte-,
koude-, en regenzorgen. Zo is hij nu eenmaal, den Bompie
En de dames, hoe zou het hen vergaan zijn sinds zij na de
vierde dag afscheid van ons namen? De fietsblues hebben we gehoord. En dus maar
in Vlaanderen al fietsend afkicken. We hadden het hen beloofd maar ze hebben
het weggewuifd. En wij maar de ladies missen, en zij ons?
En wat vermogen klikplaatjes allemaal als ze niet zijn
afgesteld op de fietser zijn onmogelijke voeten? Zorgen voor pijnlijke knieën,
12u in de bezemwagen, voltapleisters om te genezen. Maar cyclometalo of niet,
een tegenstribbelende knie konden Dries niet weerhouden terug op de fiets te
kruipen. Karakter noem ik dat.
Ik zal moeten in de leer gaan in de grafische afdeling om
beteren te leren omgaan met kleuren want ik kan alleen maar kleuren met
woorden. Dus beloofd Frank. Want alle pech heeft je achtervolgd eigenlijk van
begin tot eind. Je bent de specialist in platte tubes geworden maar platte
tubes is beter dan een platte portemonnaie. Met je hoofd diep gebogen over het
stuur heb je geen enkele wedstrijd gewonnen maar meer dan jezelf overwonnen, 14
dagen aan een stuk.
Ivan de verschrikkelijk heeft de kop gedaan, geGPSd,
geroepen dat we moesten opletten, fotos verzameld, zich veertien lange avonden
geërgerd aan het trage internet maar tot half de nacht niet opgegeven om ons
thuisfront heet van de naald te informeren. Hoera voor Ivan.
Er zijn geen woorden kleurrijk genoeg om Maartens
aanwezigheid in de groep te schilderen. Na de vierde dag zag hij het even niet
meer zitten maar een stevige reprimande van onze Tourdirecteur deed hem,
geschrokken als hij was, dan toch maar weer op de fiets kruipen. En tot zijn
eigen ergernis moest hij vaststellen dat hij eigenlijk veel beter is dan hij
zelf soms beseft ook al vertelde hij zelf soms net omgekeerd om van de
cyclistes een extra moreel steuntje te krijgen.
Kapitein zijn is niet altijd een cadeau. Je moet soms wel
eens verloren matrozen terug gaan oppikken. Als je dan ook nog meer dan
gediplomeerd fietshersteller bent, is je dag al s morgens om 7u volgeboekt.
Tussendoor nog je 20 helpende handen uitsteken om te laden, lossen, waterdrager
te spelen en nog zoveel meer, dan ben je minstens uit bankiraïhout gesneden.
Dank je wel Jeroen voor al die goede zorgen.
De Tourmalet doet Stefaan altijd herinneren aan de heroïsche
prestatie van Eddy Merckx die in 1969 al zijn tegenstanders op deze col in de
vernieling reed. Neen, Stefaan is geen kannibaal, hij is een zalver, een
grappenmaker, een echt groepsbeest. En zonder hem zou het niet zo kleurrijk
geweest zijn. Vandaag heeft hij zijn (n ..) droom waargemaakt: in de wielen van
zijn jeugdidool de tot de verbeelding sprekende col oprijden zonder één voet
aan de grond te zetten. Leve Stefaan en de Bednetvaart.
Alleen bomen sterven staande, hoor je wel eens zeggen. Maar
als een boom sterft springen de ratten die in de dode takken verscholen zitten
eruit en zoeken een andere, groene boom. Buumratte Franky draait altijd op zijn
grote molen. Niet omdat hij niet zou kunnen verleggen maar zijne moteur is op
zijn best met die grote molen. Zijn klimstijl is ongeëvenaard. Het lijkt niet
op een coureur maar hij is wel een coureur in hart, maag, lever en nieren. En
leerkracht zijnde leerde hij ook Maarten fietsen in de cols. Dank je, Franky
En dan is er nog die fortuinlijke volgwagen met onze
Tourdirecteur en La Mama. We moeten ze absoluut in één adem noemen want een
grotere harmonieuze tegenstelling bestaat niet. De stille dienstvaardigheid van
La Mama staat inderdaad in schril contrast met onze flamboyante fluitende
Peter. Ze kunnen niet zonder mekaar en wij niet zonder hen. Zo mocht ik
vernemen tijdens de voorbije Tour de France van EDUGO Campus Glorieux.
Morgen gaan we uiteraard ook de grot opzoeken en even
verwijlen in het heiligdom van Lourdes. Maandag vliegen we dank zij Maarten
gesponsord naar huis. Terug naar onze vertrouwde stek. Uitkijkend naar
vakantie, lekker lang niks doen, op adem komen, een beetje televisie kijken,
naar een ander eethuis dan het ons zo geliefde Campanile-restaurant.
Het is ons goed gegaan. De scherpe kantjes zijn er al lang af.
De ritten blijven in ons geheugen gegrift, voor altijd.
Hopen nu maar dat ook u, lieve lezer, uw portemonnee en
Bednet royaal zult gedenken. Dan pas hebben we ons doel echt bereikt.
Ik val in herhaling. De tiende Campanile te Auch is alweer
een voltreffer. Chef Gaël verwent ons met een zalig ontbijtbuffet en geeft dan
ook nog gratis baguettes mee. Onze rit vertrekt alweer fel met een trip dwars
door de stad en naderhand een paar pittige hellingen om onze spieren wakker te
schudden. Bij ons eerste bevoorradingspunt is onze camionette niet te speuren.
Een telefoontje later naar La Mama leert ons dat er een beetje vertraging is
maar geen nood, ze zullen achterop komen. Alleen duurde dat achterop komen
nogal. We hadden ons verstopt bij een riviertje omdat Jeroen het niet kon laten
even op een alweer bijzondere manier een duik in het koele water te plaatsen.
Sint-Médard bracht verlossing want ondertussen hadden onze foeriers al her en
der rond gecrossed en ons niet gevonden. Als het dan uiteindelijk lukte bleek
Frank zijn achterband zo verwrongen te hebben dat die moest vervangen worden.
En wijleweerweg. Doorheen een alweer ander soort landschap.
Pajottenlandachtig maar alles is hier toch een beetje hoger en een beetje
dieper. We zijn alweer op zoek naar mensen op deze roetsbaan van heuvels en
dalen en vinden er twee of drie en enkele autos. Waar zijn de mensen hier?
Ontmoeten ze mekaar ooit? Vreemd. Ook bij het middagmaal in het centrum van
Bernadet-Debat zien we één vrouw gaan en na 10 minuten terugkomen. Vreemd.
Maar goed, we voelen ons goed en het heeft ons alweer
gesmaakt. Geloven of niet, maar de volgende kilometers kijken we constant uit
naar wat ons morgen te wachten staat. Waar blijven die Pyreneeën in godsnaam
toch? We krijgen onder de baan gelukkig een drietal gratis douches door
landbouwsproeiers. De camionette is dus ook drie keer gewassen. t Werd tijd!
De laatste stop levert niks bijzonder op en we willen snel
terug verder. Waar blijven die Pyreneeën? Daar doemen ze eindelijk op. In de
mist. Voorbode of zal het weer morgen meevallen? We zien wel en maken ons echt
geen zorgen. Of toch een beetje?
Twee verrassingen staan ons nog te wachten. Jeroen zijn
madam komt ons bezoeken en zal morgen onze foeriers vergezellen. t Zal handig
zijn voor Peter en Claudine een extra waterdrager te kunnen inzetten op de
gevreesde col.
En straks verwelkomen we ook Torencollega Evelien. Zij is
hier in de buurt op vakantie met man en kinderen. Een toemaatje voor ons want
zulke ontmoetingen zijn een grote steun voor cyclistes als wij.
Dit wordt dus het voorlaatste blogje. Morgen schrijf ik nog
even over de Tourmalet en probeer de bijzonder kwaliteiten van onze cyclistes
te schilderen met woorden. Ze moeten natuurlijk wel eerst over die berg en de
nabijheid van de Lourdesgrot zal mij ongetwijfeld voldoende inspiratie bezorgen
om van die laatste een topaflevering te maken.
Toscane of Tarn-et-Garonne, een blogje uit de goeie ouwe
doos.
Gisterenavond waren we toch wel een beetje dood. Vooral het
slechte weer, de verraderlijke aanduidingen van de hoogtemeters en het
gravillon-seizoen waren de boosdoeners. Hier in La Douce hebben ze een eigen
manier om het wegdek van de vele secundaire wegen te onderhouden: ze smeren een
laagje hete pek op het bestaande wegdek en gooien er naderhand heel fijne grind
op. Ze noemen dat hier des gravillons
Nog goed dat we niet in de Camargue rijden want daar zijn de
gravillons nog een stukje fijner én scherper. Iedereen rijdt er zijn
fietsbanden kapot. Hier moeten we onze wielen allen maar even spoelen, leert
Franky ons.
Franky heeft zijn rit opgedragen. Tussen de zonnebloemen door
heeft hij zijn 138km opgedragen aan Rita, die vandaag begraven werd. En aan
haar familie. Van hieruit dus een lieve groet aan de beproefde familie.
En er was nog een opdracht vandaag. Voor en door iedereen
dan. Onze thuisblijver Kazze lAfricano onderging vandaag een belangrijke
hartingreep. Frederik liet ons nu al weten dat alles prima verlopen is en dat
hij aan zijn revalidatie kan beginnen. Geen Lourdes Lourdes dus op de fiets
voor hem, enkel in gedachten erbij. Fré, we wensen je spoedig herstel en veel
sterkte.
We zijn aan de derde kettingbreuk toe. Alweer 3s. Maar het
is zijn fout niet. De fiets in kwestie is een erfstuk van Bompie en Dries heeft
teveel macht. De Bompieketting is niet opgewassen tegen de power van Dries herstelde
knie. Logisch, Dries is ook zoveel jonger en onstuimiger. En hierdoor is Dries
vanaf nu overgegaan naar de status van ketting-roker. Tot driemaal toe kon hij
het niet laten een sigaret op te steken terwijl Capitano Jeroen zijn ketting
herstelt. Drie schakels mankeren er nu al in de ketting van Dries. Maar na een
bad in Lourdes komen die er als bij mirakel beslist weer bij. Kijken hé, zou
Tourdirecteur zeggen.
Maar goed. Gisteren leek de rit van vandaag net de druppel
te veel maar we zijn peten hebben we gezegd en dus, deze morgen om 8u klonk
het bekende fluitje. Deze keer niet door Peter, wel door onze bijzonder
charmante gastvrouw van Campanile Cahors. Capitano Jeroen had ondertussen
verzusterd met de lieve dame want ook zij is actief bezig met Huntington. Hoe
klein is de wereld!
We hebben onze stop op de middag verlegd. Op aanraden van
een lokale restauranthouder zoeken we de luwte op van een groene plek vlakbij
alweer een kerkje. La Mama toverde een kaasfestijntje op ons welbekende
klaptafeltje en een lieve buurman van het kerkje offreerde ons de beste
zelfgekweekte tomaten aangevuld met een oignon doux. Frank zou pas later
beseffen dat hij minstens één boterham te weinig at. Na 80 van de 138km heeft
hij alle rugzakjes van de cyclistes leeggeroofd om zijn energieniveau weer op
peil te krijgen. Maar t is gelukt en ook Frank bereikte zonder kleerscheuren
de eindstreep. Kan ook moeilijk anders want hij klaagt al een paar dagen dat
zijn broek te groot geworden is.
En er was alweer iets bijzonder aan de rit van vandaag. We
kregen een heel erg sterk Toscanegevoel: de glooiende heuvels, de vergezichten,
de azuurblauwe hemel, het soort warmte dat je niet verstikt of overmatig doet
zweten. Zo echt dat je achter de volgende bocht de poort van Siena zou kunnen
zien opdoemen. En dus hebben we vleugels gekregen. Om 17u40 hadden we de 138km
in de benen. En we voelen ons goed.
Campanile Auch verwelkomt ons alweer bijzonder châleureux.
Niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Zo dadelijk gaan we aan tafel en we
weten het: leRestaurant is goed, goed, goed.
Morgen lijkt de rit iets cycliste-vriendelijker. Alhoewel.
We hebben hier geleerd tot onze eigen scha en schande dat ook in de
amateurwielersport schijn heel dikwijls bedriegt. Ach, we zien wel. Want
overmorgen komen we aan. En daar gaan we voor natuurlijk. Champs Elysées aan de
Pont Saint-Pierre te Lourdes. We zijn bijna aan het eind, maar nog niet
helemaal.
Het wordt beslist nog spannend maar we zijn vol vertrouwen.
Mensen leven van tegenstellingen. De titel van deze
aflevering verraadt een korte, krachtige rit. Niks is minder waar. Alle
computervoorspellingen over hoogte- en lengte- en breedtemeters en alle
weervoorspellingen ten spijt is de dag van vandaag een lange, natte, steile,
maar toch verteerbare rit. We komen helaas maar toe om 19u na een pak
plensbuien die onze roads spekglad en beregevaarlijk maken. Het voorspelde
quality-time moment in Saint-Cirq La Popie is in rook opgegaan want het
krioelde er van luie toeristen die ons in de weg liepen.
Morgen hebben we alweer 138km voor de boeg richting Auch.
Een rit die we graag opdragen aan één van onze thuisblijvers: lAfricano ofte
Kazze ofte Frederik. We wensen onze collega van hieruit courage en vooruit.
Lieve lezer, u zult het mij niet kwalijk nemen dat ik voor
één keer kort afsluit. Na 11 dagen teisterende hitte hebben we nu enkel nog zin
in eten, drinken en chillen. Niet alleen ons lijf maar ookspieren en zenuwen snakken naar een uur of
twee kletsen met de cyclistes, plannen smeden, uitkijken naar de laatste drie
ritten. We moeten ook nog fotos uitzoeken en posten op deze blog en ook
ICT-kerels willen wel eens gewoon bij de anderen rustig chillen.
Zij het dus kort wil niet betekenen dat wij niet optimist
zouden zijn. Alles is helemaal OK en we love you.
Robertie en Marie of
hoe een ouwe Bompie de cyclisten beproeft
We zijn alweer vroeg uit de veren. Chef Bekaert van Central Hôtel heeft gisterenavond een
bijzonder lekkere kip klaargemaakt maar de sauce diable heeft niks duivels.
Goed voor de één, de ander heeft gecorrigeerd met het pepervat. Op weg dus naar
Aurillac.
Slechts 87km scheiden ons van onze volgende etappeplaats. En
Bompie zou Bompie niet zijn als hij het venijn elders dan in de staart zou stoppen, maar bij de start en
in het midden. Het niet haarfijn uitgetekende hoogteprofiel van deze rit verraadt allerminst de ongeveer
10 muren van Gerardsbergen die verscholen zitten in de eerste 25km. Alleen
Franky Buumratte Nimmegeers slaagde erin geen enkele voet aan de grond te
moeten zetten op deze supersteile, onverwachte, nu gehate La Robertie. We
waren alweer blij als kinderen die een onverwachte snoep krijgen als we de
Bostoen-camionette op de plaats van afspraak vinden. En we kunnen ons hart
luchten tegen Peter en Claudine in een pak lelijke maar goed bedoelde negatieve
superlatieven over deze strook.
Als deze helling al zo tegen ons is, wie zal dan voor ons
zijn? Bompie niet, dat zijn we nu al zeker. Maar weet je, Bompie zalft graag
eens tussendoor. De Col dAulac was een lopertje. Allemaal gezwind naar boven
en de tijdsverschillen blijven klein. Driesje Pantani, die volgens de cyclistes
back is en in het eerste gedeelte bolletjestruipunten gesprokkeld had, werd
nu geconfronteerd met een onverwachte sanitaire stop en moest de duimen leggen
tegen zijn maten-makkers zonder maes. Er was een andere reden voor zijn
vertraging: een selfie-filmpje voor Ellie en Bas op het thuisfront.
Hartveroverend. We zullen het straks opsturen naar Frauke. Bij de aankomst op
de top ontmoeten we ook nog twee Duitse wielerfanaten en Jacques, die onze
groepsfoto kiekte bij het bord van top van de col.
Op naar de Pas de Payrol en de Puy Marie. Marie verdorie.
Mooie naam op een bedevaart naar Lourdes. Heeft ook niets te maken met onze
directeur, gelukkig maar. Want deze Marie is leep, verrassend, stijl, vals
plat, kortom alle lelijke dingen die je over een col kan zeggen. Als Frank ten
prooi valt aan een hongerdip , moet het toch al heel erg zijn. Maar de
collegas zijn er en helpen hem naar boven en op zijn positieven. Onze foeriers
hadden eveneens een dipje en moesten een Marietje rond om terug boven te
geraken om de finishfoto te nemen. Wie kwam eerst boven, zonder foto? Franky
Buumratte Nimmegeers. Voor het eerst in zijn EDUGO-fietscarrière komt hij eerst
boven . En dan zonder foto. Veel gelukwensen op de grote plateau.
Jeroen zou De Schepper niet zijn als hij er geen extraatje
zou aan toevoegen. Samen met Dries te voet naar boven, naar de echte top. 200
extra meter stijgen op de blote voeten. Samen met Dries. Het kan niet straf
genoeg. Maar bewonderende dames (Ingrid
en Marina, nvdr) luisterden naar hun verhalen over Bednet en Huntington en
tastten zelfs in hun portemonnee voor beide goede doelen.
Natuurlijk kwam hun middagmaal een beetje later maar dat gaf
de tijd aan de anderen om te recupereren. Boterhammen met zalm, salami en hesp
en de nodige hoeveelheid cola deden wonderen. Ze waren zelfs bereid de laatste
stop over te slaan en dus in één ruk naar Campanile Aurillac te rijden.
We worden er goed ontvangen. De brave mensen hun restaurant
is in renovatieperiode en wat krijgen we dus deze avond voorgeschoteld? Geen
nood. Om 19u15 komen de pizzas aan. En de brave hoteldienders zetten alles
klaar: borden, bestekken, glazen, ijsemmers enz Als je bij het aperitief het ijs uit die
emmers haalt om je benen af te koelen, dan pas ,ben je diep gegaan, heel diep. Het
Campanile-terras is voor de rest eigendom van EDUGO Lourdes-Lourdes en we maken
er een recovery-avond van en bespreken de ritten van morgen en overmorgen.
We zitten goed, beste lezer. Op ons zadel, in ons hoofd, in
ons hart én in onze geest. We trekken naar Cahors. Hopen maar dat de weergoden
ons goed gezind zijn en we niet geteisterd worden door onweer of andere onkans.
Duim dus maar voor ons want we zijn er bijna, we zijn er
bijna maar nog niet helemaal.
Clermont-Ferrand, 8u15. Iedereen is er klaar voor. 3 cols
van 2de categorie wachten ons vandaag. En alweer hebben we geluk met
de weergoden. Een leuke 22° bij het vertrek, maximaal 29° onderweg. Daar
draaien we onze voeten niet meer voor om.
Het verlaten van Clermont-Ferrand was op zich al een col
buiten categorie waard. En bovendien hadden we zonder dien ouwen Bompie gerekend
want de eerste 60km waren echt geen cadeau. We hadden het gevoel meer gestapt
dan gereden te hebben na de eerste 25km. Met meer dan een uur vertraging hebben
we ons aangemeld bij de eerste ravitaillement. Jeroen verwoorddehet zo: Ik zag een steen en hij verdween tussen alle ander keien
Daarna ging het stilaan beter. Frank vroeg ons in de stilte
van onze velo even te denken aan zijn schoonvader die langdurig ziek en
zorgbehoevend is en aan dus meteen ook aan zijn schoonmoeder die al lange tijd
zelf instaat voor de nodige zorgen. Het behoeft geen betoog dat we dat graag doen en wensen beiden van hieruit
het allerbeste toe.
En Dries kroop vandaag de cols op. Hij kreeg zopas het
bericht dat zijn petekind begint te kruipen. En dus kruipt hij mee, niet de
hele weg, maar toch voor even, uit solidariteit. Proficiat aan Babette en de
ouders met de grote vooruitgang. Met Dries gaat het hier iets minder snel maar
het gaat.
Op het middaguur hebben we dan de tweede top bereikt, de Col
zonder naam. Alweer een wedstrijd gewonnen.
En merkwaardig genoeg krijgen we onze hartslag niet meer boven .de 150. Wij
geloven dat dat een goed teken is, dat onze conditie (eindelijk) op peil is.
Als we nu nog een paar dagen verder trainen zullen we beslist klaar zijn voor
de Tourmalets en andere Aubisquen volgende zondag.
Niet getreuzeld bij het middagmaal, want we willen vandaag
eens echt vroeg binnen zijn. En intussen onze hoogtegrens verleggen van de
1082m van gisteren naar 1365m. Een nieuwe grandioze klim waar we allemaal van
genoten hebben. 300m meer boven de zeespiegel, das al niet niks. Maarten vroeg
of we nog langer moesten klimmen en Frank antwoordde: Als we nu nog langer
klimmen, zijn we meteen in de hemel Als we binnenkort terug in Vlaanderen zijn
rijden we iedereen deraf op Berendriesen en andere Liberts.
Het was goed daar boven. Met de Super Besse in de
achtergrond zijn we toch nu al fier op onszelf en op de tochtgenoten. Hoe
langer we fietsen, des t e meer groeit de saamhorigheid om ons heilige doel te
bereiken: behouden aankomen te Lourdes en weten dat Bednet er beter van zal
worden.
Al dat geklim van de eerste 60km zullen we dan maar
wegfietsen in een grandioze afdaling naar onze volgende etappestad:
Bort-les-Orgues. Daar is geen Campanile noch Kyriad te vinden, welCentral Hotel, met een chef met een Vlaamse
naam: Bekaert. Of hij iets met afsluitingen te maken heeft weet hij zelf niet
maar maakt er ook geen punt van. We zullen hier ook eten. Leuk want dan hoeven
we ons niet meer te verplaatsen. In de camionette kruipen kan niet en mag niet
want de gendarmerie lacht er hier niet mee. Een boete van 90 Euro is zo
geschreven. Vraag maar aan onze Tourdirecteur. En dat je moeten stoppen aan een
stopbord is genoegzaam geweten bij de autobestuurders, lang niet alle fietsers,
Lourdes-Lourdes of niet schijnen zich daar bewust van te zijn. Al best dat ze
fietsers (tot nog toe) niet kunnen flitsen want een zone 30 is voor onze
kornuiten zo overtreden.
We zijn al blij dat we tot hier geraakt zijn zonder
noemenswaardige schade. Op enkele platte tubes, twee gebroken kettingen, een
klapband en wat kleine prutserijen na loopt alles meer en meer gesmeerd.
Morgen staat d ekortste rit op het programma. Een tweetal
cols zullen onze maximale hoogte opdrijven tot bijna 1600m. We houden dus al
onze windstoppertjes klaar voor de afdalingen en hopen morgen aan te komen in
Aurillac. Campanile verwacht ons, alleen zullen we moeten zoeken naar een
restaurant want dat is tijdelijk gesloten wegens renovatie. We zien wel. We
hebben zin en een spaghetti. Eens kijken of onze Tourdirecteur ook daar een
oplossing voor vindt.
Houd jullie taai ginder, vermijd jaagpaden met paaltjes als
het even kan en draag zorg voor mekaar.
We zijn echt op tijd vertrokken deze morgen. Iedereen paraat
om 8u. Een record tot nog toe. En gelukkig maar. Want de (relatieve)
ochtendkoelte is zo een welkome zegen. We willen voor de middag al 70km
gefietst hebben want het venijn zit vandaag in de staart.
Het was alleen een beetje jammer dat we onze oude spullen
niet hebben kunnen meebrengen. Want op zondag vind je in deze streek wel hier
en daar een vide grenier. Onze beproefde camionette zit al propvol. Laat
staan dat we nog de speelgoed fietsjes uit onze echt jonge tijd hadden kunnen
meebrengen. De vide grenier had meer dan veel belangstelling, waarschijnlijk
mede veroorzaakt door een harmonie jachthoornblazers. Acht man sterk hebben ze met
hun geblaas onze doortochtdoorheen Quartier
begeleid. Leuk stel muzikanten die verbroederen met een (leuk) stel gekke
cyclistes.
De streek van de Auvergne is meer dan de moeite waard. Het
is meer dan glooien, meer dan plasjes, alleen maar echte meren, ferme
hoogteverschillen, magistrale uitzichten. Het is ook de streek van een aantal
gelukkig dode vulkanen. Ergens in de buurt hebben ze een echt vulkaanpark
ingericht mét bijhorende dinosauriërs (of van die kleine beestjes die zoveel
miljoen jaar geleden ook in deze contreien leefden, kortom toen de vulkanen van
de Auvergne nog uitbarstten).
Van vulkanen gesproken. Gisteren waren we met zijn allen een
beetje bedrukt door de confrontatie met de eerste col die ons te wachten stond.
Vandaag barstte de vulkaan in onze benen uit. Een lang voorspel is leuk,
vandaag duurde het toch wel zeer lang. Die gevreesde eerste col begon pas 17km
voor de etappeplaats. Ondertussen werden we geplaagd door verdomd lastige
Luik-Bastenaken-Luik-colletjes, valsplatjes, afdalingeningeningskes waar je
ternauwernood je groot mes eens voor kan bezigen.
Bij de middagstop was het een beetje uitverkoop in de
keuken. Onze foeriers wilden absoluut eens schoon schip maken in de keuken.
Maar we zijn flink geweest, hebben alle restjes opgegeten en zonder morren
terug vertrokken, richting eerste col dan maar.
De Col de Ceysat. Een beetje bezijden de Puy de Dôme, oude
bekende uit de echte Tour. Als je boven komt op de Ceysat kan je de top van de
Puy zien en er zelfs naar toe stappen langs een trappenpad. Als je dat doet ben
je beslist een beetje dood. Misschien doe je de Puy dan toch liever met de
fiets. Maar dat was te vroeg voor ons. Wij moeten nog groeien. En zij gerust,
we zullen nog groeien. We hebben de Aubisque en de Tourmalet op het programma
durven zetten en dus moet we op onze leeftijd toch minstens een weekje in
de stemming komen.
Maar je voelde het in de groep: Eindelijk beginnen we aan
het echte werk. Ik zei het al dat we er geen wedstrijd van maken maar iedereen
gunt iedereen wat punten voor de bolletjestrui. Mooi om zien, de één na de
ander die alweer eens zijn grens verlegt. 1078m boven de zeespiegel. De lucht
wordt toch stilaan een beetje ijler en de komende dagen ijler en ijler.
We zijn dus bezig ons Ventoux-gehalte aan het bijspijkeren
en nogmaals, dat heeft tijd nodig. Cyclometalo of niet, grafist of niet,
godsdienst leraar of niet,nieuweling of
oude rot, we hebben allemaal onze tijd nodig. Niet alleen fysiek maar ook
mentaal. Banden smeden toch een hechte club die gaat voor dat goede doel.
Ik ben, zoals mijn fietsvrienden van Lourdes-Lourdes, meer
dan behoorlijk enthousiast over de rit van vandaag. De start van de tweede
week. De start van het betere grenzen verleggen. We hebben de 1000km
overschreden. Nog 800 te gaan. Ik denk dat géén col ons nog tegenhoudt om ons
einddoel te bereiken.
Morgen dus op naar nieuwe uitdagingen, nieuwe landschappen,
nieuwe ontmoetingen, alweer een ander hotel, een nieuwe streekspecialiteit bij
het middagmaal, een dag zonder platte tubes, zonder kettingbreuk, kortom een
nieuwe, nieuwe dag met niets dan zegen voor iedereen hier en iedereen thuis.
Zeker voor Stefaans zoon die vandaag jarig is. Straks zullen we voor hem
zingen (althans met degenen die kunnen zingen) in het centrum van
Clermont-Ferrand
We konden het niet nalaten om even bij Bernadette Soubirous
langs te gaan natuurlijk. De jong overleden kloosterzuster ligt er opgebaard in
de Espace Bernadette. Het is een bijzonder schouwspel. Alsof ze slaapt. Is dit
een echt mirakel of zitten hier mensenhanden achter. Hoe dan ook, stof om over
na te denken, believer of non-believer. En onze Jeroen draagt zijn rit op aan
zijn recent overleden Tante Bernadette, één van de Huntington-patiënten in zijn
familie.
Een 15tal km verder ontmoeten we eerst Jorre. Schrijnwerker,
net afgestudeerd. Op weg naar Compostela. Helemaal alleen. En even later Kris
en Bart uit Diepenbeek, op weg naar de Pyreneeën. Alleen kraakt er toch iets
aan de fiets van Bart. Jeroen had het al van ver gehoord en bij het binnenkomen
van La Grenouille worden we fietsvrienden. Binnen de kortste keren wordt het achterwiel
van Bart vakkundig geopereerd door Jeroen. Alleen is er iets met de
kogelllager. Een en ander kogeltje heeft toch wel een tikje gehad en zorgt voor
een kraakje. Een beetje vers vet aan beide kanten van het wiel moet de lagers
nieuw leven inblazen maar dat lukt maar gedeeltelijk. Toch is er enige
verbetering te speuren en gaat het trappen dan toch iets gezwinder voor Bart.
En zo trekken Kris en Bart dan maar een aantal kilometer samen met ons verder.
De mobiele fietsherstelplaats van Jeroen hebben we dan maar
omgedoopt tot eerste stop. En dus was het tweede deel van deze rit dan toch wel
iets langer dan voorzien. Hoe dan ook, perfect binnen de timing landen we op
een overdekt terras van een café-restaurant recht tegenover de kerk. Peter had
intussen de eigenaar-chef-garçon overtuigd om het terras te mogen bemiddagmalen
met zeven cyclistes. Het klassiek broodmenu werd deze keer aangevuld met echt
frisse colas Kyriad Nevers had niks willen koelen en vers (nou ja,
ontdooid diepvries) -fruit) met chantilly.
Een korte powernap later klimmen we alweer op onze
strijdrossen voor de volgende 60 km, richting Montluçon Saint-Victor. En de
middagrit verloopt eigenlijk merkwaardig stil. Iedereen bezint zich over van
alles en nog wat dat hem persoonlijk aanbelangt maar de voorspiegeling van de
rit van morgen doet nadenken. Een hele dag klimmen met diverse percentages. Hoe
zullen we dit verteren. Lokale weervoorspellers beloven ons een beetje milder
temperaturen en we weten ook hoe hoger we klimmen, hoe milder de temperatuur
wordt. Maar de zon blijft wel branden.
Morgen duiken we dus het Centraal Massief binnen en wie de
streek een beetje kent, weet dat de cols aldaar en heel speciaal grillig
karakter kunnen hebben. We zien wel en fietsen voort.
Aangekomen in Montluçon beseffen we dat we nu echt
halverwege zijn. He geeft moed dat we al zover geraakt zijn. Zonder
noemenswaardige accidenten. De geplaagden zijn ongeveer weer op hun positieven:
Dries zijn knie doet het behoorlijk maar een kuitspiermassage deze avond zal
hopelijk wonderen verrichten; De geteisterde kuit van Maarten heeft zich
omgevormd tot een echte sportkuit en Frank beleeft zijn eerste dag zonder
platte banden of wespensteken. Franky heeft opnieuw de kracht van de Vlaamse
recoveryshake ontdekt en Ivan kreeg vandaag een gezel aan de kop van de groep.
Stefaan coachte op zijn Picassos: gezwind, met in Frankrijk verboden oortjes
en alert de volgende fietsers met het oog op zijn rug in het oog aan het
houden.
We gaan een beetje vroeger eten en zullen de rit van morgen
nog eens bespreken. Misschien vragen we wel aan onze Tourdirecteur om eens voor
echt te doen: in de zwaarste beklimming van de dag zou het misschien wel eens
handig kunnen zijn dat we al rijdend een verse drinkbus aangereikt krijgen.
Want op ander publiek dan Peter en La Mama moeten we niet rekenen.
We zullen eenzame fietsers zijn morgen in de
beklimmeningeningeningen, en hoe sterk zullen we zijn als we kromgebogen over
ons stuur niet de wedstrijd, want er is geen wedstrijd, maar onzelf overwinnen
en het Centraal Massief overwinnen.
We hebben de Bourgogne definitief achter ons gelaten. De rit
van gisteren heeft ons een beetje dood gedaan. De hele bende zat om 23u in zijn
bed. Geloven of niet. En na zo een helse rit duurt het even eer je de slaap kan
vatten. Sommigen doen een Rik Van Looyke en blijven met nog een tijdje met de
benen bewegen als de fiets niet meer tussen de benen hangt. Het bed is dan des
te meer omgewoeld.
Campanile-kamers zijn wel goed geconditioneerd en qua
temperatuur was het gelukkig goed te doen. Alle ongemakken ten spijt ging de
gemeenschappelijke wekker om 6u45 . Het ontbijt was alweer zonder eitje en wij
cyclistes hebben die eierdooier nodig. Fausto Coppi ook, ook al deed hij die in
een trappist.
Vertrekken dan maar. Niet echt helemaal gerust want de
eerste echte col stond vandaag als starter op het programma. Maar Buumratte
Nimmegeers had de juistegeruststellende
woorden om iedereen in zijn eigen comfortzone deze eerste echte beklimming aan
te vatten.
De col zonder naam. Start in het Département de lYonne,
eindigen in het Département du Nièvre. Tot vandaag nooit over deze
departementen gehoord. Veel te moeilijk voor de tour. Want hier komen (alleen)
de meeste vervelend eigenschappen van dit onding. Een beetje plat, een beetje
vals plat, een beetje stijgen, even heel hard stijgen, dan weer een beetje
vlak, meer pek dan asfalt, meer grind dan asfalt. Daarom zal de Tour hier niet
passeren want hier froemkes doen is wishfull thinking. En waar is de top?
Minstens 15 keer denk je aan de top te zijn maar telkens fluit die grillige
natuur je terug. En als je dan finaal die top bereikt en hoopt op een
Bahamontes-afdaling ben je lelijk mis. Een zeupje regen had het wegdek hier en
daar spekglad gemaakt.
Net beneden stoten we alweer op een verrassing. Een lokaal
terras, een meer dan bejaarde mopshond met defecte achterpoten die voor deurmat
speelde, een bazin die luistert naar de naam Cathy én La Mama en Peter op het
terras. Vervroegde middagstop. Tourdirecteur had al lang gezien dat de benen en
de kop niet 100% waren en zocht en vond een afspanning waar ook even een
powernap (vermogenslaapje) kon meegepikt worden. Het broodje met kaas werd
vooraf gegaan door een lokaal , ongedefinieerd, maar bijzonder lekker
aperitiefhapje, behalve voor Frank.
Driesje is even Pantani af. Zij gsm doet het weer, gelukkig.
Want hoe had hij zijn mama kunnen bellen op de top van onze col. Mama Dries
wordt vandaag 60. En de LL-trappers zongen zo van langzalze enz. En Dries zong
zelfs eventjes mee. Dat beetje adem had hij nog over omdat Frankhem meegesleurd had naar de top. Aan mama
draagt Dries deze rit op. En Ivan is 19 jaar getrouwd en dus een zoen richting
Tania in Oostakker. En zo dragen we allemaal elke rit op aan iemand of iets.
Maar we vertellen het niet altijd.
Rond 13u gaat het onverbiddelijke fluitsignaal van Peter en
wijleweerweg. Op naar Bernadette in Nevers. Een ander hotel. Kyriad. De
receptioniste deed bij de reservaties bijzonder moeilijk en vond dat Peter
niets kentvan on-line boekingen. Maar
bij de aankomst was alles OK en ons aperitief-en-blogmoment houden op een
gezellige palier op de eerste verdieping.
Maarten plooit niet, Stefaan vindt het geheel zwaarder dan
Ganda Roma 2 jaar geleden, Frank wordt nog steeds geplaagd, niet alleen door de
fietsvrienden maar alweer door de wespen . Jeroen is helemaal gerecupereerd en
kan aldus zonder zuigmachientje van La Mama de angel en ingespoten gif
verwijderen. Gelukkig komen we toch vrij vroeg aan in Nevers. En morgen zullen
we nog vroeger aankomen. Een beetje minder tijd verliezen bij het
opstaan-ontbijten-verhuizen. Een beetje meer helpende handen bij het laden van
de camionette, bijvoorbeeld. Ach, alle kilometers in de ochtendluwte zijn
gewonnen en wie weet kunnen we moren nog een frisse duik nemen in een zwembad.
Wie zal morgen een Gregje doen? Niet dat we wedstrijdjes
houden maar toch. Eerst boven komen op een col of colletje is leuk. Niet omdat
je eerst aankomt, wel omdat je de natuur bedwingt.
Bernadette is blij. Ze zet ons op goede weg naar Lourdes en
ze glimlacht. Goed gek zijn ze die EDUGO-trappers, denkt ze misschien. Maar in
mijn tijd was ik ook goed gek, zegden ze.
OK,het goede
Bednet-doel doet mirakels. Ze bestaan dusnog denken we dan maar.
Na de belevenissen van de voorbije dagen heb ik iets met dat
woord. Op quatorze juillet wordt er geklapt voor onze renners, voor we
vertrokken werd er over ons geklapt en sinds deze blog nog meer. Frankje Grafi
zit al twee dagen in de hoek waar de klappen vallen met bancontact en ander
platte tubes maar Ivan spant de kroon want hij slaagt er in zijn voorband te
laten klappen.
Het was gisteravond al heet bij het afscheid van Sofie en
Nathalie, vandaag werd het zo nodig nog heter, letterlijk dan. Stefaan noteerde
een maximumtemperatuur van 44,1°. Als je dan vanuit een schaduwrijk bos komt,
valt die hitte als een omgekeerde mistral op je hoofd. Het snijdt letterlijk je
adem af. En dixit Franky: Als geu beirgaf vaste reijt in den asfalt zalt
redelijk woarme zijn. Stefaan noemde het slalommen tussen de pekvlekken. En
zelfs Capitano Jeroen moest heel even happen. En dat moet het erg zijn. Geen
bergprijspunten vandaag voor Jeroen. Het was deze keer voor Stefaan en Ivan.
Gisteren had ik het nog over wegen die niet meer durven
kronkelen, vandaag smolt de asfalt bij het zien van de zon. Gestart in de
relatieve koelte van Troyes rond 8u30 keken we aan tegen een Bompie-rit van
liefst 147km. En normaal draaien we daar onze hand niet voor om maar vandaag
was het er echt over. We kwamen pas aan in Avallon om 19u, gestoofd, tevreden
en voldaan.
Maar dat neemt niet weg dat het een fantastische koninginnenrit
was. We konden eindelijk de eentonige korenvelden van tijd tot tijd achter ons
laten en werden vergast op niet onbelangrijke boomsecties. De verkoelende
schaduw van die bospartijtjes waren echt nodig.
Maar hier en daar speelde het noodlot ons toch parten. Frank
kreeg alweer rake klappen met twee platte tubes en een wespensteek. Het
uitzuigmachientje van Claudine deed, na herhaalde lezing van de handleiding
toch zijn werk zoals het hoort en een toegevoegd zalfje deed de rest van het
werk.
En er was noghet
geteisterde been van Maarten. Zijn val van gisteren heeft een pijnlijke
kuitspier opgeleverd en bij het vertrek zag hij het even niet zitten. Een
donderpreekje van onze Tourdirecteur deed wonderen en Maarten klom toch op de
fiets. Hij zou zo nodig afstappen na 80km. Maar gaandeweg werd hij beter al
gelooft hij dat zelf nog niet. Hij reed de rit helemaal uit en stond bij de
aankomst fier en zelfvoldaan te blinken. Terecht. Proficiat.
Wat is Lourdes-Lourdes zonder vrouwen? Tenslotte gaat het in
beide plaatsen over een vrouw. Over Maria. En wij, wij hebben onze vrouwen
overboord gegooid. Nou ja. Ze hebben hun missie volbracht, tot de laatste snik.
Met vrouwelijke verve. Jeroen, Ivan en Dries deden dus voor de gelegenheid dan
maar een geleend kleedje over hun koerspak.
En hoe vergaat het Franky Buumratte? Hij groeit. Best, want
echt groot is hij niet. Zijn conditie groeit, zijn vertrouwen groeit, kortom
hij geniet. Maar hij plast niet meer. Is langs de ene kant gemakkelijk maar het
stemt tot nadenken. Waar gaat al dat vocht dan naartoe? Zweten dus. Best dat
Franky een buumratte is en geen hond of hij zou de hele rit met zijn tong uit zijn
mond gehangen hebben.
Toscane heeft niets aan de verzengende hitte van deze
bourgondische streek. Gelukkig mochten we hier een aantal lieve mensen
ontmoeten die ons fris water gaven. Want het water in de volgwagen stond tegen
de kook aan. Eén bijzonder vriendelijke dame gaf ons een bakje lokale abrikozen
cadeau. Zo maar, ook gepakt door de hitte en waarschijnlijk door medelijden met
die geteisterde maar o zo schone mannenlijven. Een local in de Vallée de
Cousin, een prachtige binnenkomer in Avallon verklaarde ons terecht vermoedelijk
voor gek. Hij geniet dus duidelijk niet meer van deze vallei, wij des te
meer.
Na de nodige liters recoveryshake, door iedereen op zijn
eigen manier ingevuld zullen we de inwendige mens versterken. Niet dat we geen
eten kregen want de broodmaaltijd onderweg was alweer af. We eten graag kaas en
salami en worst en rundscarpaccio maar van het toetje van vandaag kunnen onze
bakkers nog iets leren: eclairs met een chocoladelaagje met chocoladevulling en
die met een caramellaagje met caramelvulling. De lokale bakker had zijn hele
toog leeg verkocht.
Ach Claudine en Peter zullen het me niet kwalijk nemen maar
wij renners hebben een stevige warme maaltijd nodig om helemaal te recupereren.
En daar gaan we nu van genieten.
Tot schrijfs, tot blogs, geniet van de zomer die er nu bij
jullie ook aankomt en denk aan onze geteisterde maar des te sexier lijven. Want
zweten is lijnen!
Als je de champagnestreek verlaat, val je in een tranendal
van alweer gouden korenvelden, verlaten dorpen, verlaten straten, ja zelfs in
de hemel speur je geen vogel. Enkel boosaardige beesten zoemen onophoudelijk
rond je hoofd en haken zich ogenblikkelijk vast in vel en vlees. Dazen dus.
Duizenden.
Meer nog, zelfs de wegen vergeten te kronkelen in de
verzengende hitte zelfs zo dat onze cyclistes vergeten waar het stuur van hun
fiets is laat staan dat ze nog zouden weten hoe ze er moeten aan draaien.
Frank begon zijn dag met een pirouette rond een paaltje dat,
na een horizontale blik van Frank bleek niet deftig in de grond geplant te
zijn. Het was de voorbode van nog meer miserie later op de dag.
Het banaanmoment verliep dus zoals altijd: banaan,
wickiekoek, water, aquarius.
Peter beloofde dat het deze middag alweer verrassend zou
worden maar we hebben daar niet veel van kunnen speuren. Behalve dan dat La
Mama een perfect abri gevonden had in een gerestaureerd pomphuis in Dampierre.
Dampierre waar die graaf van Vlaanderen zijn naam aan ontleende ergens in de
dertiende eeuw.
De inwendige mens was versterkt, de banden waren verslapt.
Wiens banden? Franks banden natuurlijk. Niet één maar allebei tegelijk. We
hebben onze gedachten aan sabotage direct de kop ingedrukt, gelukkig maar. Want
even later liep Frank alweer bandbreuk op. Capitano Jeroen heeft dan
uiteindelijk de dader ontdekt: een doorn doorheen de buitenband.
Deze rit zou gecatalogeerd worden als quantité négligable
ware het niet dat we vanavond nog tegen een zeer droevig moment zullen moeten
aankijken: de dames zullen ons morgenvroeg verlaten en vanavond is het dus
laatste avondmaal.
Maar dat was dus zonder Bompie gerekend. De éminence grise
van de fietsrouteplannings had nog een spetterend moment in petto: De
namiddagstop aan het strand (jawel) van het Lac de LOrient. De koele duik
heeft onze verhitte lijven bijzonder snel opgefrist en de laatste kilometers
kunnen we er weer tegenaan.
Maarten heeft nog even geprobeerd de paus na te doen door de
grond te willen kussen maar het was jammer genoeg zijn rechterkuit die
geteisterd werd met zeven kettinghaperingen. t Zag er erger uit dan dat het
was en voor dokter Penning was het een kleintje om de kuitspier weer toonbaar
te maken.
Allez, dan maar heel goed nieuws bovenop de prutsen en
miserie van vandaag. Dries Pantani is back. Anderhalve dag rust, 2
Voltarenpatches, een ingenieuze herplaatsing van de klikkers op de pedalen
hebben wonderen verricht.
s Morgens nog een beetje twijfelend maar gaandeweg met meer
vertrouwen én zonder kniepijn. De laatste twintig kilometer reed hij op de
fiets van Sofie, niet omdat zijn benen het niet meer deden, wel omdat hij het
elektrocutiegevoel van Sofie wilde leren kennen. En Sofie? Zij reed die
kilometers op de fiets van Dries.
Geflankeerd door Nathalie kwamen de twee dames gelijk over
de Campanile-meet.
Deze volledig vernieuwde vestiging verwelkomt ons bijzonder
hartelijk en terwijl we op ons avondmaal wachten krijg ik de boodschap van
Bompie dat ik de dames moet trakteren op champagne voor zijn rekening. Zal ik
doen, Bompie. De bubbels zijn nu aan het afkoelen en rond 10u sluiten we af.
Morgen vertrekken de dames. Ze worden opgepikt door papa
Erik en Magda, zijn vrouw. Ze hebben nog een deel van onze frisdrankjes
meegebracht en nemen Sofie, Nathalie met pak en zak terug mee naar Vlaanderen.
We zullen jullie missen. Hoe erg en hoeveel? Dat laten we
morgen wel weten want nu zijn jullie er nog voor even.
Santé, bedankt voor de compagnie, blijf aan ons denken
terwijl wij de hitte trotseren op onze verdere Bednetvaart.
Het ontbijt in Campanile deze morgen was een stuk
vriendelijker dan gisteren. Het gekookte eitje lachte ons al van ver toe. En
kaas en hesp waren toch net iets verser. Chocolademelk van de allerbeste
kwaliteit was een mooie atout.
Franky had een lichte bezinning in petto en verraste ons met
een schakelverhaal: als de gebroken schakel hersteld is kan de ketting weer
alle last aan. Zo hebben we het aan Bompie beloofd. En dus gezwind op weg naar
de champagnestreek. Want we wilden absoluut de dames eer aandoen én het hart
van de streek bereiken.
De zon liet het nog even afweten maar dat zou als snel gaan
veranderen. Glooiende goudgele tarwevelden afgewisseld met echt steile pieken
tot ja zelfs 12% zijn voor de komende 100km ons deel. Maar Buumratte had ons
verwittigd: Oas de wind doar tegen zit est veur 30 kilometers. Boerke Naas
was ons deze keer wel goed gezind. De wind blies met moeite 25km/h.
Het monument-moment van de dag was beklijvend. De
begraafplaats te Cerny en Laonnnois van honderden Fransen die sneuvelden bij
een mislukt Duits offensief in 1917
De andere zijde van de medaille was iets leuker: De Chemin
des Dames. Of de vaste route van de Parijse dames richting Reims en vice versa.
Wat die dames dan in Reims te zoeken hadden laat ik aan de lezer over. De route
is genoegzaam bekend. Stilaan gaan de tarwevelden over naar velden wijnranken,
kilometer na kilometer. We geraakten al stilaan in de champagneroes maar werden
al snel geconfronteerd met martel- en onthoofdingspraktijken uit de
middeleeuwen. Franky en Frank waren de gedoodverfde slachtoffers van de beul
(neen, niet Dries, die herstelt nog even van een knieblessure)
Onze volgende stop zou ons de klassieke boterham met kaas
opleveren, aldus hadden we gedacht. Claudine en Peter hadden hun inkopen één
dag vroeger moeten doen wegens quatorze juillet. Nationale feestdag in
Frankrijk en dus winkels gesloten. Jeroen had gelukkig voor een mobiel
koelkastje gezorgd en de kans op bederf van de toespijs was dus gering.
Bompie had een prachtig plekje uitgezocht in het centrum van
Jouy, hartje champagnestreek. Alweer een desolaat dorp, zo leek het ons. Voor
het vervolg moet ik uit respect overschakelen naar de taal van onze
zuiderburen. Maar met twee leerkrachten Frans in de buurt en met dergelijk
pseudoniem mag dat geen probleem zijn.
Il était une fois
un petit village en Champagne qui est vraiment le coeur de la Champagne. Au
plein milieu dune bonne centaine de maisons on y retrouve une mairie, une église,
une salle de fête et une espace de loisirs. Ajoutez-y un bon repas, un
bourgmestre, des tentes abris et quelques dizaines de citoyens qui fêtent 14
juillet.
Une petite
explication de notre directeur de tour convint le bourgmestre dinviter les
coureurs venir fêter avec.
Imaginez-vous la
surprise totale des coureurs entrant la place communale sous un applaudissement
incroyable des habitants. Le bourgmestre est prêt avec le champagne offert par
la commune aux cyclistes Bednet.
Après la
présentation au public des participants flamands, la fête pouvait commencer. Le
pistolet classique, du pain français dun mètre et demi, le salami flamand, le
fromage français, le champagne et le vin rouge. Nous les flamands, nous aimons
la France. Sûr et certain.
Toch maar weer naar de moedertaal. De champagne en de wijn
eisen hun tol. De zon is er fulltime en het zweet stroomt in beken van de
renners hun sportieve lijf. Tot de volgende stop. Snelle stop. Beetje drinken
en weer vooruit voor de laatste kilometers. Op naar Campanile Châlons en Champagne.
En hopen maar dat het er nog beter is dan vorige avond.
Kent u nog de muis van Thomas Pips? Wij doen het beter. Als
je zo dadelijk de fotos hier op de blog bekijkt, moet je beslist op zoek gaan
naar het fietsje van de dag. Stuur
ons via de blog een reactie en vertel ons op welke foto je dat fietsje van de dag ontdekt. Laat het
ons weten via een jouw grappige, leuke, onverwachte of allerliefste reactie.
Als het regent. Want andere kanten van heuvels hebben we al
gezien en er wachten er nog veel. Een hele dag heeft Boerke Naas zijn
hemelsluisjes open gezet. Niet keihard maar toch, tussen de druppels konden we
niet fietsen. Iedere stop gingen de sluizen nog net iets harder open. Bij het
middagmaal konden we gelukkig in een afgedankte wasruimte van een verlaten
camping genieten van de klassieke broodmaaltijd. Nu klassiek. Ze hebben hier
namelijk de préparé uitgevonden. En ja zelfs glutenvrij lekker brood.
Maar waar is Bompie? Deze morgen is hij terug naar
Destelbergen gefietst. Familiale omstandigheden waar niet omheen kon gekeken
worden. Bompie Dirk, we hebben deze morgen een beetje verweesd en stil
gefietst. En de regen zorgde voor een extra trieste dimensie. Maar, we laten
ons niet gaan en zoals beloofd nemen we de spirit mee. We doorkruisten een stil
glooiend landschap en passerden dorpjes. Stil en verlaten. Boeren en boerinnen
op hun landerijen, denken we. Nathalie telde 24 kerktorens. Meer kerktorens dan
mensen. Kerktorens van ook verlaten kerken?
En als klap op de vuurpijl moest onze gele trui even afhaken
na 72 km. Nee, geen cyclometalo of shampoovalies die roet in het eten gooide
maar een knieletsel. Een bezoek van de vliegende verpleegpost leverde een
Voltarenpatch met steunverband op. De specialist zou later komen.
Capitano Jeroen kon het niet laten eventjes de draak te steken met de tijdelijke
opgave van Dries. Hij demonteerde in een oogwenk het voorwiel van Dries en
deponeerde de fiets al even snel in de bezemwagen. En in de bezemwagen
verklaarde La Mama zich akkoord dat, wegens de enge ruimte, Dries aan haar
billen mochten prutsen als hij zijn gordel moest vastmaken. Je moet mij wel op
voorhand verwittigen stemde Claudine toe. En Peter, de brave man, hij zweeg.
Voor één keer.
Franky buumratte zweert bij een slecht gepositioneerd
klikplaatje. Straks zoekt hij verder en zal het bewuste plaatje correct
monteren. Dries krijgt nog een halve dag rust voorgeschreven van dokter Penning
en daarna wordt opnieuw getest. We hebben er allemaal goeie hoop op en Dries
wil en zal doorbijten. Wordt vervolgd.
Bij onze aankomst is de regen rond ons hoofd verdwenen en
kunnen we deze blog zelfs op het terras van Campanile Laon schrijven. Want op
het terras komen de verhalen los.
Zo kunnen Nathalie en Sofie best prat gaan op hun prestatie.
De zitvlakken worden wel een beetje geteisterd maar dat is het dan. Niet dat
wij mannen in de groep sexisten zijn maar ze zijn nieuw in de groep en jong en
ze willen wel wat. Fantastisch dus en proficiat van jullie mannelijke maten.
Coach Stefaan heeft de bewegende beelden ontdekt. Zijn
Kodakje schiet ook bewegende beelden. En hij regisseert ze zelf, ja, al rijdend.
En toont ons naderhand het resultaat. Vooral de klank die er bij opgenomen is.
En het einde van het filmpje. Top!
Gisteren is het onze Ivan niet echt goed gelukt de blogfotos
allemaal door te sturen. Internet in Campanile Valenciennes moeten ze nog de
octets vervangen door kilooctets, denk ik. We hopen dat dat deze avond beter
gaat.
Franks tenen zitten geklemd en spelen hem parten. Ziende
dat Dries zijn knie het even begeeft krijgt hij zelfs ghostpijnen. Maar vermoedelijk
is dat te wijten aan het feit dat hij meer dan bezorgd uitkijkt naar een
Bancontact. Geen cash meer. Maar vind eens hier in de streek van de Oise een
bankautomaat als Bompie de ritten geprogrammeerd heeft van verlaten dorp naar
verlaten dorp doorheen de al dan niet gemaaide korenvelden. Hoe dan ook, hij
past zich aan, hoe lastig dat dat ook is. Hier in Frankrijk noemen ze dat apprivoiser.
Zoals een pup in een nieuw gezin terecht komt.
Als u het nog niet wist: het regende hier de hele dag. En op
de middag zeiden we: we zullen hier eens terug komen als het zomer is. Maar nu,
hier op het Campanile-terras stellen we vast dat we, trots het regenweer
behoorlijk gebruind zijn. Aldus coach Stefaan. Quote van de dag: ge bruint ook
als het regent.
We gaan zo dadelijk de inwendige mens versterken. Geen
broodjes met kaas maar biefstuk friet. Zijn we Vlamingen of niet?!
De feestklokken van onze Basiliek aan de grot schreeuwden
het uit: Hier staan ze dan, de Bednetfilantropen. De stressgloed op de wangen
van zowel de vrouwelijke als de mannelijke deelnemers werd algauw geblust met
echt, genuine, authentiek wijwater uit de goeie ouwe koperen ketel. Rector Gino
Grenson op zijn best dus. Al had hij deze keer wel een helper nodig in de
persoon van pater Raymond, ereburger van Wachtebeke en Port-au-Prince die voor
de gelegenheid vroeg was komen opdagen.
Onze voorzitter, br. Staf Tistaert, had nog enkele kompanen uit zijn klooster
meegebracht. Tuurlijk, want onze broeders zijn er wel nog steeds.
Een verboden fiets-ommetje langs de gerestaureerde grot was
een verplicht nummer want de politie was er nog niet of beter, wij waren
vroeger klaar dan afgesproken. De pers was er namelijk niet en dat maakt de
zaken iets minder tijdrovend. Die halen hun wetenschap straks wel uit deze blog
en doen dan alsof ze er zelf bij waren. Sympathisanten waren er des te meer. Maar
goed, voor de pers doen we het niet. Wel voor Bednet.
Daar gaan we dan. De slagboom aan het Hotel de Lourdes gaat
open en onze tien fietsers vertrekken geflankeerd dus door de lokale politie,
enkele sympathisanten en de onvermijdelijke bezemwagen met Peter en la Mama. De
mooi gestouwde Bostoencamionette was dan al helemaal weer overhoop gehaald door
het toevoegen van allerlei tassen, zakjes, minitasjes, omslagen en andere
fietspompen van eigenaars die alleen met hùn pomp lucht in hùn banden willen toveren.
Op naar de eerste stop: het banaanmoment had een plek
gevonden langs het jaagpad van de Schelde in Zingem. Berichtjes allerhande
worden de wereld ingestuurd maar na een kwartiertje klinkt het onverbiddelijke
fluitsignaal: Time to ride.
Fré LAfricano wacht ons op op de Edelareberg. Neen, hij kan
deze keer niet mee. Hij wil tijdens de vakantie aan zijn eigen motor werken en
wil daarin echt alles investeren. Met zijn zegen en wensen en trompetgeschal
van Ignaas weer op weg, naar de middagstop.
Wat zullen onze foeriers getoverd hebben? Pistolets met kaas
natuurlijk of wat dacht je. Maar er was ook worst, hesp, kruidenkaas,
tomaatjes, sla, eitjes en een dessert. Mayonnaise was er niet. Beter voor de
bloedvaten. En waar eten we: vlakbij Vader. Stefaan Modest Vader Glorieux. Die
brave man heeft een bronzen standbeeld in het center van Ronsie. Broeder
Gustaaf Verhoeven heeft daarom aan Bompie een tekst meegegeven. Een
dankbetuiging aan de collegas die het Glorieux-werk verder zetten.
Je MOET Dries noemen om alweer als eerste roet in de ketting
te gooien. Maar Capitano haalt er een schakel van tussenuit en zet de gebroken
ketting gezwind weer aaneen. Verder maar weer, op naar onze eerste
eindbestemming: Valenciennes-Rouvignies.
U bent beslist benieuwd hoe het onze dames vergaat? Sofie is
absoluut uit het goede hout gesneden en belooft straks, na de vierde dag in
tranen uit te barsten als ze ons zal moeten verlaten. En Nathalie zit iedere
kilometer verder meer en meer gestrekt op haar strijdros. Ik vermoed dat ze
binnenkort met verve een sprintje zal trekken tegen cyclometalo. Tegen wie?
Het is u eveneens niet ontgaan dat Dries Pantani de voorbije
twee maand sukkelde met een gestelondermijnend virus, cytomegalo genaamd. Bij
Ganda-Roma was het een spierscheur en gegeven dat hij Rome bereikte mag de
lezer gerust laten veronderstellen dat zijn spieren wel degelijk van metaal
moeten zijn. Vandaar zo dat dat virus tot cyclometalo herdoopt is.
Tussen onze laatste tussenstop en de etappeplaats wacht ons
nog een bijzonder fietsmoment. We duiken helemaal in Paris-Roubaixsfeer en
trotseren Het Bos van Wallers in Arenberg net geblust stof door de
onvermijdelijk regenbui. Bewondering alom voor deze site.
Het eerste Campanile hotel verwelkomt ons hartelijk. Onze
fietsen krijgen zelfs hun eigen kamer toegewezen. En Stefaan beklaagt zich dat
hij het dekentje voor zijn troetelkind niet meegebracht heeft. Een flinke gesproken
nachtzoen aan het adres van de fiets moet dan maar goedmaken voor vannacht.
Kamers, douchen en zo dadelijk eten. Het belooft. En straks
kaarten en chapeau spelen of lezen of wandelen?
Zo beste lezer, de kop is er af. Morgen trekken we naar Laon.
Vermoedelijk bij hetzelfde echt Vlaamse weer. Licht bewolkt, op tijd een lichte
regenval en 20°.
Voor nu de boeken toe en genieten van een eerste geslaagde
etappe.
Hoe groen is het gras
aan de andere kant van de Frans-Duitse taalgrens?
Natuurlijk groener dan bij ons, zo is dat nu eenmaal. Een
ideale locatie daar in de buurt vinden is niet moeilijk. De familie Lodomez
herbergt ons al jaren in een drietal chalets ter gelegenheid van onze
Ontmoetingsdagen voor onze instromende derdejaars. Een chaletje losweken voor
een weekend tegen een prijsje was dus voor Dirk Bompie geen probleem.
Dirk, Ivan, Maarten en Frank vertrokken op vrijdag kort na
de middag en de EDUGO-camionette vlak na school, geladen met de nodige fietsen
en bazassen.
Dries Pantani, Franky Buumratte en capitano Jeroen worden
met de taxi van coach Stefaan ontvoerd richting Mont. Melle en de R4/E40
verkeerswisselaar Merelbeke waren de gelukkige eerste spelbrekers die ons een
halfuurtje mochten gijzelen.
De catering had het avondmaal gelukkig al meegegeven met de
eerste starters.
Rond 20u30 konden we dan eindelijk aan tafel, niet voor een
streekgerecht maar voor Gentse stoverij met gebakken aardappelen.
Zaterdag was dus de eerste dag van de waarheid. Bompie had
een rit van 100km uitgestippeld over de bergen en dalen van Mont, Xhoffraix,
Malmedy, Bévercé en natuurlijk de Ferme Libert, een bijzondere steile kuitenbijter
met een afdaling alleen geschikt voor Bahamontessen, Van Impes, Quintanas en
andere De Scheppers.
En hoe verging het onze nieuwelingen? Maarten deed het
uitstekend en werd niet alleen het ritme maar ook de compagnie stilaan gewoon.
Frank voelde zich een beetje alleen gelaten omdat hij het tempo wil hoog houden
en praatte dus maar tegen zichzelf.
En om dat ritme gewoon te worden: na 2 uur fietsen een
banaan en een tankbeurt, na 4 uur fietsen broodjes met kaas, hesp, salami en
een tankbeurt, na 6 uur fietsen een suikerwafel en een tankbeurt.
Onze cateraarsbevoorraders-verzorgers hebben dus niet
moeten stil zitten. Want na die toch wel zware rit was een stevige maaltijd echt
aangewezen: een heerlijke spaghetti voorziet ons in een oogwenk van de nodige
koolhydraten.
Een avondvullende whistkaarting en chapeaupoker deed de
omgeving opschrikken bij iedere bijzondere gebeurtenis. Wijl Dirk Bompie en
Mama Claudine probeerden stilletjes te genieten van boek en tijdschrift,
schreeuwden de spelverslaafden vreugde en verdriet uit. Peter was door het
dolle heen na een geslaagde miserie op tafel.
Bedtijd dan maar. Want onze Dries Pantani rijdt momenteel op
de cytodingesfiets en moet rusten en rusten en nog eens rusten. Maar hij laat
de moed niet zakken en wij helpen waar we kunnen.
De volgende dag kwamen Nathalie, Sofie en Kazze lAfricano
ons vervoegen. Zij rijden op een apart trainingsschema.
De dames verrasten ons met uiteraard hun aangename
verschijning maar zeer zeker door hun deelname aan de rit van 55km, alweer over
dezelfde bergen en dalen. En alles verloopt zoals gepland en verwacht.
Een afsluitende hespenrol met witloof en/of spaghetti
carbonara besloot ons weekend en we stoomden dus terug huiswaarts.
De autosnelweg in Francorchamps zat vol en over de eerste
10km deden we een vol uur. Maar tegen 19u is iedereen weer thuis, moe maar
voldaan.
We trainen nu verder met ritten in het Vlaamse landschap tot
5 juli. Dan een week rust en op 12 juli luiden de klokken op het basiliekplein
van onze Vlaamse Lourdesgrot. Om 9 uur zijn we de laan uit en de piste in.
Bednet zal er wel bij varen.