Inhoud blog
  • Christus Koning
  • Opdracht van Maria in de tempel (21 november)
  • Allerzielen (2 november) (3/3)
  • Allerzielen (2 november) (2/3)
  • Allerzielen (2 november) (1/3)
    Gastenboek
  • een fijn weekend

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Het liturgisch jaar
    katholieke feesten het jaar rond
    20-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vierde zondag van de advent (1/3)

    Vierde zondag van de advent

     

    Bronnen: www.biblija.net

    www.stichtingsamuel.nl

    Kinderen mogen het zeggen - jaar A, B en C (Jacques Verhees)

     

    Voor de lezingen werd de Willibrordvertaling gebruikt.

     

    Jaar A

     

    Eerste lezing: Jes. 7, 10 - 14

    Tweede lezing: Rom. 1, 1 – 7

     

    Evangelie: Mt. 1, 18 – 24

     

    De herkomst van Jezus Christus was deze. Zijn moeder Maria was verloofd met Jozef, en voordat ze bij elkaar gingen wonen, bleek zij zwanger te zijn van de heilige Geest. Jozef, haar man, was een rechtvaardige. Omdat hij haar niet in opspraak wilde brengen, kwam hij op de gedachte om in stilte van haar te scheiden. Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang uw vrouw Maria bij u te nemen, want wat bij haar tot leven is gewekt, is van de heilige Geest. Ze zal een zoon krijgen en u moet Hem de naam Jezus geven, want Hij is degene die zijn volk zal redden uit hun zonden.’ Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat door de Heer bij monde van de profeet gezegd is:

    Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren,

    en ze zullen Hem de naam Immanuël geven,

    wat betekent: God met ons.

    Toen Jozef uit zijn slaap wakker werd, deed hij zoals de engel van de Heer hem had opgedragen en nam zijn vrouw bij zich.

     

     

    Bij de lezingen van deze zondag (jaar A)

     

    Voor volwassenen…

     

    Twee namen worden ons vandaag verkondigd, nl. Immanuël (d.w.z. God-met-ons) en Jesoe (d.w.z. God brengt redding, uitkomst). Allebei hebben ze te maken met wat we met Kerstmis vieren. God is mensen nabij vanuit een uit mensen geboren, kwetsbaar kind. Hij is God-met-ons geworden in dat mensenkind. Hij brengt redding en uitkomst.

    Bij Jesaja lezen we dat Hij dat doet uit genade, uit pure menslievendheid en ‘ongevraagd’. Met zijn boodschap wil Jesaja zijn landgenoten gerust stellen, want de joden voelen zich in die tijd bedreigd door de oprukkende Assyrische legers.

    Het evangelie brengt de geruststellende mededeling dat het ‘kind in Maria’s schoot van de Heilige Geest is’. Dus Gods tegemoetkoming valt ons ook in Jezus ‘ongevraagd’ en ‘om niet’ ten deel. Gods vrije gave van genade maakt een nieuwe wereld mogelijk. Daarin wil Hij voor ontvankelijke mensen God-met-ons zijn, en in Jezus steekt Hij hen een reddende hand toe.

     

     

    Voor kinderen…

     

    We horen vandaag verhalen over Jozef en Maria, die klaar stonden om voor Jezus een goede vader en moeder te worden. Voor hen mocht het Kerstmis worden en mocht Gods licht doorbreken in de wereld van de mensen.

    Het is nu bijna Kerstmis, en we zeggen tegen God: Laat uw vriendelijk licht maar binnen komen, hier en overal waar mensen zijn. Laat uw vrede wonen in de harten en de huizen van mensen. Dat ze hun deuren voor elkaar open zetten en zo samen een nieuwe wereld worden.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vierde zondag van de advent (2/3)

    Vierde zondag van de advent

     

    Bronnen: www.biblija.net

    www.stichtingsamuel.nl

    Kinderen mogen het zeggen - jaar A, B en C (Jacques Verhees)

     

    Voor de lezingen werd de Willibrordvertaling gebruikt.

     

    Jaar B

     

    Eerste lezing: 2 Sam. 7, 1 – 5 . 8b – 11 . 16

    Tweede lezing: Rom. 16, 25 - 27

     

    Evangelie: Lc. 1, 26 – 38

     

    In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: ‘Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.’ Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe moet dat dan?’ zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.’ De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.’ Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Toen ging de engel van haar weg.

     

     

    Bij de lezingen van deze zondag (jaar B)

     

    Voor volwassenen…

     

    In de eerste lezing en in het evangelie wordt ons verteld : Ons leven en heel ons bestaan maken wij niet zelf. Het wordt ons gegeven.

    In de eerste lezing horen we dat David een tempel voor de Heer wil bouwen. Maar hij wordt tot bescheidenheid aangemaand door de profeet Natan. Hij wordt eraan herinnerd dat de God van Israël een God is die steeds met mensen onderweg is. Hij trekt met hen mee. Hij laat zich dan ook niet opsluiten in een tempel. Hij wil in de geschiedenis van Israël een voortrekker naar de toekomst blijven. Als er iemand een bouwheer is, dan is God dat zelf. Hij laat David weten dat Hij het is die zal bouwen. Hij zal voor David een huis – een nageslacht dus – bouwen en hem op die manier toekomst geven.

    Ook in het evangelie is het weer God zelf die aan mensen leven en toekomst schenkt. Elisabet, die nochtans al oud is, zal een zoon ter wereld brengen, ‘want voor God is niets onmogelijk’. En Maria zal ook een zoon ter wereld brengen, ‘omdat zij genade heeft gevonden bij God’.

    Op beide verhalen volgt een loflied op de Heer, die de gever van alle leven is. David looft Hem om twee dingen: Hij heeft zijn volk bevrijd uit Egypte, en Hij heeft aan David een nageslacht beloofd dat op die manier toekomst zal schenken. In het evangelie prijst ook Maria de Heer. Leven, tijd van leven en toekomst worden ons gegeven. Zoals David en Maria mogen we er ontvankelijk voor zijn. Maria wordt door Elisabet zalig geprezen omdat zij geloofd heeft, omdat zij zich dus ontvankelijk en vertrouwvol heeft opgesteld.

    Net als David en Maria mogen wij dankbaar zijn. We mogen die dankbaarheid uitspreken tegenover Hem, die ons menslievend leven en toekomst schenkt. In de tweede lezing wordt Hij dankbaar geprezen om zijn genadige tegemoetkoming aan mensen in Jezus, de Christus.

     

    Voor kinderen…

     

    Grote mensen zeggen dat kinderen wonderen zijn. Tenminste, zolang die kinderen nog heel klein zijn. Wanneer een kindje geboren wordt, sturen de ouders meestal geboortekaartjes rond om te laten weten hoe blij en dankbaar ze zijn. Vandaag gaat het over Maria, die ook een kindje zou krijgen. Haar kind zou het licht van de wereld worden. Met Kerstmis gaan wij dat wereldwijd vieren. Maar vandaag mogen we al een beetje dankbaar zijn, net als Maria. Zij zei ja tegen God. Met haar mogen ook wij verwachten dat Gods licht en vrede bij ons zullen zijn, tot vreugde van alle mensen op aarde.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vierde zondag van de advent (3/3)

    Vierde zondag van de advent

     

    Bronnen: www.biblija.net

    www.stichtingsamuel.nl

    Kinderen mogen het zeggen - jaar A, B en C (Jacques Verhees)

     

    Voor de lezingen werd de Willibrordvertaling gebruikt.

     

    Jaar C

     

    Eerste lezing: Mich. 5, 1 – 4a

    Tweede lezing: Hebr. 10, 5 - 10

     

    Evangelie: Lc. 1, 39 – 45

     

    Na enkele dagen vertrok Maria met spoed naar het bergland, naar een stad van Juda. Zij ging het huis van Zacharias binnen, en begroette Elisabet. Meteen toen Elisabet de begroeting van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabet werd vervuld met heilige Geest. Ze riep met luide stem: ‘Gezegend ben jij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot. Waar heb ik het aan te danken dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? Op het moment dat je groet mij in de oren klonk, sprong het kind van blijdschap op in mijn schoot. Gelukkige vrouw, zij die gelooft! Wat haar namens de Heer is gezegd, zal in vervulling gaan.’

     

     

    Bij de lezingen van deze zondag (jaar C)

     

    Voor volwassenen…

     

    Twee vrouwen, Elisabet en Maria, die familie van elkaar zijn, zijn allebei zwanger. En ze zoeken elkaar op. De evangelist heeft hiermee meer willen zeggen dan in één doorsnee viering ter sprake kan gebracht worden, zoals de overeenkomsten en verschillen tussen Johannes de Doper en Jezus, en tussen Elisabet en Maria. Bij deze laatste wordt Jezus als ‘de Heer’ en Maria als ‘de moeder van de Heer’ erkend.

    In het korte evangelie van vandaag staat Maria centraal. Zij wordt door Elisabet gelukkig geprezen omdat zij geloofd heeft. Zij heeft zich dus ontvankelijk en dienstbaar opgesteld en heeft erop vertrouwd dat God Zijn beloften waar maakt.

     

     

    Voor kinderen…

     

    Wie vandaag in een kerk binnenkomt, heeft al ja gezegd, ja tegen het licht van God-met-ons. We komen samen om Zijn licht en vrede met elkaar te delen en we zeggen daarom tegen elkaar : Laat daarom dat licht maar stralen.

    Het evangelie van vandaag zegt ons dat mensen die op dat licht afkomen, elkaar geluk mogen wensen. Die vrede is goed en gelukkig nieuws : voor jou en voor mij, voor alle grote en kleine mensen samen.


    24-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstmis

    Kerstmis

    Bronnen : www.nl.wikipedia.org

    www.kinderenwebhotel.be

     

    Kerstmis is voor christenen het geboortefeest van Christus. Het wordt gevierd op 25 december. In veel streken zijn er speciale vieringen op de avond voor Kerstmis (kerstavond). Dan wordt de middernachtmis gevierd. In West-Europa wordt 25 december als eerste kerstdag en 26 december als tweede kerstdag beschouwd.

    Kerstmis werd in de eerste periode van het christendom niet gevierd. De christenen vierden de eerste 200 jaar na Christus geen kerst. Alleen de Romeinen vierden verjaardagen. Christenen en joden deden dat niet. Maar naarmate het christendom zich meer en meer uitbreidde naar heidense volkeren, kwamen ook steeds meer heidense gebruiken binnen in de leefwereld van de christenen.

    In het begin vierde iedereen het feest van de geboorte van Christus op de dagen die voor hen zelf goed uitkwamen. Rond het jaar 300 na Chr. kwam er steeds meer strijd over de te vieren datum van de geboorte van Jezus.

    De joodse Chanukka viering viel steeds op een andere datum. Dit feest wordt ook in onze decembermaand gevierd. Christenen scheidden zich steeds verder af van hun joodse achtergrond. Daardoor verviel het Chanukka feest snel. Onder druk van keizer Constantijn de Grote werd 25 december steeds populairder om Kerstmis te vieren.

    Het woord Kerstmis betekent ‘Christus-mis’, omdat dit feest gewijd is aan de geboorte van Jezus. Hij wordt de christus (de gezalfde) genoemd. Het woord ‘kerst’ is uit het woord Christus ontstaan. ‘Kerstenen’ betekent dan ‘christelijk maken’.

     

     

    Kerstgebruiken

     

    De kerststal is een idee van Franciscus van Assisi. Hij kwam in 1223 op het idee om een levende kerststal op te zetten in Greccio (Italië). Dat idee komt voort uit vertalingen van het evangelie van Lucas. Daarin staat dat Jezus in een kribbe gelegd werd. De plaats van de kribbe is de stal.

    De aanwezigheid van de os en de ezel in de stal is niet bijbels van oorsprong, hoewel Anna Katharina Emmerich in haar visioenen over de geboorte van Jezus wel melding maakt van een ezel, nl. deze die Jozef en Maria gebruikten om van Nazaret naar Betlehem te reizen. De aanwezigheid van de herders en hun schapen is wel op het evangelie gebaseerd. Zo ook die van de drie Wijzen uit het oosten.

     

    De Rooms-katholieke kerk heeft lange tijd de kerstboom geweerd uit het christendom vanwege de heidense wortels. De katholieken gaven de kerststal de ereplaats in het huis. Protestanten weerden over het algemeen beelden van de kerststal omwille van het beeldenverbod. Daarom had de kerstboom bij hen meer succes.

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geboorte van Jezus volgens A. K. Emmerich (1/3)

    De geboorte van Jezus

     

    Naar de visioenen van A.K. Emmerich

     

    Bron : Het leven van de H. Maagd Maria volgens de visioenen van A.K. Emmerich (pag. 303 – 306)

     

     

    Anna Katharina Emmerich heeft haar hele leven lang vele visioenen gehad over het leven van Maria en Jezus. Zij heeft alles gezien zoals het in werkelijkheid is gebeurd. Daarom hier een gedeelte uit haar visioenen over de geboorte van Jezus.

     

     

    De Heilige Maagd bracht de Sabbat in de geboortegrot in gebed door. Jozef ging meerdere keren weg, waarschijnlijk om de sabbatoefeningen in de synagoge te Bethlehem bij te wonen.


    's Namiddags gingen zij achter de grot naar de grafspelonk van Maraha, waar zij een tijd onder de heilige boom boven de grot baden.


    Maria had tegen de Heilige Jozef gezegd dat haar kind die nacht om middernacht zou geboren worden. Het zou op dat uur negen maanden geleden zijn dat Gods engel haar begrote had. Zij had Jozef gesmeekt om van zijn kant alles te doen om het door God beloofde Kind, dat zij op een bovennatuurlijke wijze ontvangen had, bij zijn intrede in de wereld zo eervol mogelijk te ontvangen. Zij vroeg hem ook dat hij met haar zou bidden om voor de hardvochtige mensen, die hen geen onderdak wilden geven, genade te krijgen.


    Jozef stelde de Heilige Maagd voor om de hulp te vragen van een paar goede vrouwen die hij in Bethlehem kende, maar zij wees dit voorstel af met de verklaring dat zij geen menselijke hulp nodig zou hebben.


    Jozef maakte nog eten klaar, waarna zij aten en tezamen baden. Vervolgens sloot hij zijn slaapplaats van de overige ruimte af door middel van matten, die hij in de grot gevonden had en aan stokken bevestigde. Hij gaf ook nog voedsel aan de ezel die aan de linkerzijde van de ingang tegen de wand van de grot stond. Dan vulde hij de kribbe met biezen en fijn, zacht mos en spreidde er een deken over uit, dat over de rand afhing.

     

    Wordt vervolgd …


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geboorte van Jezus volgens A. K. Emmerich (2/3)

    Toen de Heilige Maagd tegen hem zei dat het ogenblik nabij was en hij zich naar zijn slaapplaats zou begeven om te bidden, hing hij aan het gewelf meerdere lampen op, die hij aanstak. Hij ging toen naar buiten, omdat hij meende voor de grot een gedruis te horen. Hij vond daar de jonge ezelin, die tot nu toe vrij in het dal der herders had rondgelopen. Ze was vol speelse vreugde naar hier gerend en nu dartelde zij rond Jozef. Hij bond haar onder het afdak voor de grot vast en strooide voedsel voor haar.


    Toen keerde hij terug naar de grot. Vooraleer hij zijn slaapcel binnen ging, wierp hij een blik in de richting van de Heilige Maagd. Zij was met haar gezicht naar het oosten gekeerd op haar slaapplaats neergeknield en in gebed verzonken. Jozef zag haar als door vlammen omgeven: heel de grot was met een bovennatuurlijk licht vervuld. Hij keek even verbaasd op als Mozes, toen deze het brandend braambos voor zich zag. Dan ging hij vol heilige schroom naar zijn slaapverblijf en wierp zich biddend neer.

     

    De glans rondom de Heilige Maagd nam voortdurend in helderheid toe. Het licht van de lampen die Jozef had aangestoken, was niet meer te zien. Maria zat geknield op haar rusttapijt in een ruim, op de grond uitgespreid kleed, met het gezicht naar het oosten.

     

    Om middernacht raakte zij onder het bidden in extase. Ze was van de aarde omhooggeheven. De grond was onder haar te zien. Zij hield de handen gekruist op de borst. De glans om haar heen groeide voortdurend. Alles, zelfs het levenloze, scheen bezield en vol vreugde te leven en te bewegen, het rotsgesteente van het gewelf, van de wanden, van de bodem van de grot, alles was in dit licht als met sprankelend leven vervuld.

     

    Wordt vervolgd …


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geboorte van Jezus volgens A. K. Emmerich (3/3)

    Plots opende zich boven Maria een baan van licht, die zich met toenemende glans verhief tot in het hoogste van de hemel. In deze lichtbaan was in de verte een wonderbare beweging van gloriën die door elkaar wemelden. Maar naargelang ze neerkwamen, verschenen ze duidelijker in de vorm van engelenkoren. De Heilige Maagd, die in vervoering van de aarde opgeheven was, maar met de ogen naar de aarde keek, aanbad nu haar God, wiens moeder zij geworden was, haar God, die nu als een pasgeboren, hulpeloos kindje voor haar op de grond neerlag.

     

    Onze Verlosser lag er als een schitterend, klein wichtje op het tapijt, voor de knieën van de Heilige Maagd. Het straalde zo’n licht uit dat het alle omgevende glans overstraalde.

     

    De Heilige Maagd bleef nog een tijdlang in geestverrukking en zij spreidde een doek over het Kind, maar zij raakte het nog niet aan en nam het nog niet op. Na een tijdje bewoog het Kindje Jezus zich en begon te wenen. Hierop kwam Maria tot zichzelf, tilde het Kindje van het tapijt op, hulde het in de doek die zij erover uitgespreid had en hield het nu in haar armen aan haar borst gedrukt. Toen ging zij zitten en hulde zich met het Kind geheel in haar sluier. Toen waren er vele engelen om haar heen in een geheel menselijke gedaante voor het Kindje in aanbidding, met hun gezicht naar de grond.

     

    Er kon een uur sinds de geboorte verlopen zijn, toen Maria de Heilige Jozef, die nog aan het bidden was, uit zijn cel riep. Hij naderde en wierp zich vol godsvrucht, vreugde en nederigheid op zijn aangezicht neer. Pas toen Maria hem opnieuw verzocht om met vreugde en dank het heilig geschenk van de Allerhoogste aan zijn hart te drukken, richtte hij zich op en ontving het Jezuskindje in zijn armen. Hij loofde en dankte de barmhartige God onder vreugdetranen.

     

    De Heilige Maagd wikkelde het Jezuskindje in doeken, eerst in een rode doek en hierover een witte doek tot onder de armpjes ingewikkeld. Bovenaan hulde Maria het tot aan het hoofdje in nog een andere doek. Zij had slechts vier doeken bij zich.

     

    Einde


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkondiging aan de herders volgens A. K. Emmerich

    Verkondiging aan de herders

     

    Naar de visioenen van A.K. Emmerich

     

    Bron : Het leven van de H. Maagd Maria volgens de visioenen van A.K. Emmerich (pag. 311 – 314)

     

     

    Boven Betlehem zag de hemel er somber uit, maar boven het herdersdal hing een heldere lichtnevel. Op een afstand van ongeveer anderhalf uur van de geboortegrot lag in het herdersdal een heuvel. Hierop stonden de hutten van drie herders, die de hoofden van de omwonende herdersfamilies waren. Ongeveer nog eens zo ver van de geboortegrot stond de zogenaamde toren van de herders. Van op de toren kon men ver in het rond het omliggende land overzien.

     

    Op het uur van Jezus’ geboorte stonden de drie herders, getroffen door de geheimzinnige, wondervolle nacht, voor hun woning bij elkaar. Zij keken overal rond en staarden met verbazing naar de wonderbare lichtglans boven de heuvel van de geboortegrot. Ook de herdersbij de verder afgelegen toren waren in beroering. Sommigen van hen beklommen de toren en zagen boven uit naar dit ongewone lichtverschijnsel boven de geboortegrot.

     

    Een lichtwolk daalde boven hen neer. Er was beweging in, eerst vaag dooreen, maar daarna werd het duidelijker. Ten slotte konden er lijnen, vormen en gestalten in onderscheiden worden. Er was ook een aanzwellend, zacht, maar toch helder gezang te horen. Aanvankelijk schrokken de herders, maar spoedig stond daar een engel voor hen. Die zei hun : “Vrees niet, want zie, ik boodschap u een grote vreugde, waarvan het hele volk getuige van zal zijn. Heden is de Verlosser, Christus de Heer, geboren in de stad van David. En dit zal voor u het teken zijn om Hem te herkennen: gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”

     

    Terwijl de engel sprak, nam de glans rondom hem toe, en voor de herders verschenen vijf of zeven innemend schone, lichtende engelengedaanten. Ze hielden een lange strook, als een banderol, in de handen open. Deze was met letters van wel een hand hoog beschreven. Ze loofden God met deze woorden : “Eer aan God in den hoge en vrede op aarde voor alle mensen van goede wil.”

     

    De herders bij de toren kregen dezelfde verschijning, maar een tijdje later. De engelen verschenen ook aan een derde groep herders bij een bron, ten oosten van de herderstoren, drie uren van Betlehem.

     

    Meteen beraadslaagden de herders wat zij voor het pasgeboren Kind als geschenk zouden meenemen. Zij gingen zo snel mogelijk hun giften halen en brachten ze bijeen. Pas de volgende morgen kwamen zij in de vroegte naar de kribbe.


    25-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evangelielezing van Kerstmis

    Evangelielezing op Kerstmis

     

    Bronnen: www.biblija.net

    www.stichtingsamuel.nl

    Kinderen mogen het zeggen - jaar A, B en C (Jacques Verhees)

     

    Voor de lezingen werd de Willibrordvertaling gebruikt.

     

    Jaar A : Lc. 2, 15 – 20

    Jaar B : Lc. 2, 1 – 20

    Jaar C : Lc. 2, 1 – 14

     

     

    Geboorte van Jezus (Lc. 2, 1 – 20)

    In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Betlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.

    Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’

    Toen de engelen weer van hen waren weggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom, we gaan naar Betlehem om te zien wat er is gebeurd en ons door de Heer is bekendgemaakt.’ Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag. Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd.

     

     

    Voor volwassenen:

     

    Wij mogen ons verheugen op ‘een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk’. Wereldwijde vrede en gerechtigheid worden ons in het vooruitzicht gesteld. Het begin van de wereldwijde vrede is onder ons zichtbaar geworden in een mensenkind , in wie wij God-met-ons mogen begroeten.

     

     

    Voor kinderen:

     

    Kerstmis is een dag vol feestverlichting, omdat op die dag Jezus geboren werd. Hij zou een man van vrede worden voor alle mensen die hij tegenkwam. Kerstmis was voor de wereld een nieuw begin. Daar denken we vandaag dankbaar aan terug. Gods licht en vrede mogen we samen delen.

    Zalig Kerstfeest wordt het, als het een feest wordt van licht en vrede, voor jou en, voor de mensen die bij je horen. Zalig Kerstfeest wordt het, als we het vieren als elkaars vrienden en als we voor elkaar licht en vrede willen zijn.




    Archief per week
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009

    Mijn andere blogs
  • KathoLINK - Links naar Katholieke websites
  • Ter overweging
  • Hoe Reinaert de vos een lesje leerde

  • Geroepen
  • Lezingen, bezinnings- en natuurwandelingen en bedevaarten in Banneux en omgeving
  • Bezinningen voor scholen

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs