Pelgrimstocht Bocholt Santiago de Compostela Anno 2007.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Van Bocholt naar Maastricht over de GR 561 Kempen-Maaspad.
De Via Mosana, van Maastricht naar Namen.
1. Dinsdag 10 april 2007: Maastricht-Luik. Nog onwennig en wereldvreemd, eerst buitenland en dan andere taal.
Vanaf Maastricht begint onze eigenlijke tocht op historische wegen. We zijn nog onwennig en weten niet goed hoe het pelgrimmeren hier wordt ingevuld. Met onze rugzak stappen we naar het stadhuis om een stempel van de stad te vragen. Een conciërge in de immense ontvangsthal zorgt voor de stempel, het is hier dus niet ongewoon dat er pelgrims langs komen. Daarna zetten we onze tocht verder over de maas via de St. Servaesbrug en vinden al snel aanduidingen van de Jacobsweg en tevens de geelrode aanduidingen voor het krijtlandpad, dit volgen we tot in Eijsden. Op een bank langs het pad houden we een eerste pauze, het is fris en we houden onze fleecen aan zodat het toch nog een beetje aangenaam blijft. Al vlug krijgen we gezelschap van een halfwas magere poes die ongegeneerd, lijk het vele Nederlanders past, kopjes gaf en met haar staart tegen onze benen en zelfs in ons gezicht streelt om toch maar wat van die goede Bocholter kaas te krijgen. We smijten dan maar stukjes kaas in het veld zodat de poes een beetje op afstand blijft en stappen weer op want die poes bleef ons maar belagen. In Nederland hadden we een proper mooi afgelijnd landje verwacht maar ook hier ligt er vuilnis langs de kleine paadjes. We komen stilaan terug in België in Visé, we houden er een tweede pauze op een bank aan een pleintje bij het spoor. Het is ondertussen warm aan het worden en we hebben nog een hele poos te gaan. We wandelen meestal door velden, een boer heeft ook het pad vol mest gesmeten zodat onze schoenen volhangen met dat goedje en hoe we ook ons best doen het is er niet af te krijgen. We zien in de verte reeds een hele tijd Jupille en Luik liggen maar eer we daar zijn houden we toch nog een bijkomende pauze, ergens in de schaduw van een grote struik, want de zon doet dit jaar in april denken aan hoogzomer. In Luik gaan we op zoek naar de jeugdherberg waar we eindelijk kunnen kijken naar de staat van Lisette haar voeten. Ze heeft haar schoenen laten herzolen en heeft nu verschillende blaren, we verzorgen die blaren en gaan dan toch nog de stad in naar de St. Jacobskerk maar die is natuurlijk dicht. Met zoveel blaren door de stad lopen is niet aangenaam daarom besluiten we om naar onze slaapplaats te gaan en hopen dat de nacht de pijn van de blaren zal verzachten. Gelukkig liggen we op een tweepersoonskamertje en kunnen we bekomen van onze eerste dag stappen. Van eventueel andere pelgrims is hier geen sprake. We betalen voor de jeugdherberg 43.20, ontbijt inbegrepen.
|