De trajectcontrole meet de snelheid van een wagen over een langere afstand, in tegenstelling tot de momentopname van de flitspaal. Minister Crevits geeft al langer de voorkeur aan trajectcontrole omdat het bestuurders verplicht een constante snelheid aan te houden. Bij flitscamera's durven chauffeurs plots in de remmen te gaan, om daarna weer op te trekken. Tegen het einde van dit jaar zal de trajectcontrole op vier plaatsen in Vlaanderen actief zijn. Op de E40 tussen Wetteren en Erpe-Mere en op de E17 ter hoogte van het viaduct Gentbrugge, telkens in beide rijrichtingen. Maar als het van minister Crevits afhangt, zien we het systeem binnenkort ook op de gewestwegen. Een proefproject in Brasschaat, Brecht en Sint-Job-in-'t-Goor moet aantonen of dat praktisch haalbaar is. "Een gewestweg heeft, in tegenstelling tot een autostrade, heel wat zijwegen. De vele op- en afritten maken de plaatsing van de meetpunten extra moeilijk", legt Crevits uit. Ook de administratieve afhandeling is een flink pak ingewikkelder. Crevits: "Vaak overschrijdt een trajectcontrole de grenzen van verschillende politiezones. Die zones moeten dus goed samenwerken." In dit geval strekt het proefproject zich uit over drie gemeentes en twee politiezones. Vanaf volgend jaar zullen zogenaamde ANPR-camera's, die nummerplaten kunnen herkennen, de snelheid van personenwagens en truckers op een traject controleren. Daarnaast kan de lokale politie de gegevens ook gebruiken om misdaad te bestrijden. "Zowel de gemeentebesturen als de politiezones van de gemeentes zijn vragende partij. Nu zal moeten blijken of het ook in praktijk werkbaar is. Als dat zo is, dan kan Vlaanderen de trajectcontrole ook op andere gewestwegen introduceren", aldus nog Crevits.
ANN DE BOECK© 2012 De Persgroep Publishing ( De Morgen )
|