Inhoud blog
  • HIV/Aids preventiepaper
  • Peru
  • Proberen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Het leven zoals het is
    zeggen wat we doen, doen wat we zeggen
    11-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HIV/Aids preventiepaper

    Paper in het kader van de BTC algemene informatie cyclus

    Februari 2007

    Lieven Vanhoutte

    HIV/Aids preventie

    Peer-educators in de strijd tegen HIV/Aids

    bij de National Union of Mine Workers Zuid-Afrika

    Inleiding

    In april 2006 was ik, samen met een collega, te gast bij de NUM in Zuid-Afrika om het ABVV-project[1] over HIV-Aids te evalueren.

    Onze projectpartners kregen op zes maanden tijd drie evaluaties over zich heen: een evaluatie door een dossierbeheerder vanuit DGIS[2] en een evaluatie met Ramboll[3] voor een verslag aan het Belgisch parlement. Nu wilden wij vanuit het ABVV nogmaals het project evalueren om over een syndicale benadering van het project te beschikken.

    Dit verplichtte ons vooraf goed na te denken wat wij juist wilden evalueren. Wat is nu juist die specifieke syndicale invalshoek bij projecten uit het Zuiden ? Het werd dus geen evaluatie van het administratieve en financiële beheer van het project. Maar een aanzet om op een participatieve manier samen met de partners en de Peer-educators na te gaan hoe we het bestaande project in de toekomst kunnen versterken en verder zetten.

    Een anekdote kan wellicht illustreren dat wij wellicht in ons opzet geslaagd zijn.

    Deze evaluatie bedroeg in totaal zeven dagen. Drie dagen terreinbezoek, vier dagen seminarie met de nationale stuurgroep van de Peer-educators.

    Op de derde dag van het seminarie lagen alle opmerkingen en spelers in het project kriskras door elkaar op tafel.

    S’nachts werkten wij een “taart”( diagram) uit die het geheel overzichtelijk en met aanbevelingen voor de nationale stuurgroep moest voorstellen. ( zie bijlage 1)

    De laatste dag stelden wij de “taart” voor en ontspon er zich een levendig discussie met en in de groep.De evaluatie van de groep was schitterend: “ Deze morgen presenteerden jullie ons een mooie taart. Vanaf nu is het onze taart geworden. Wij zijn de eigenaars van deze evaluatie. Wij weten waar we de komende jaren moeten aan werken”.[4]

    Een sterk punt is de betrokkenheid van de Peer-educators in de planning, de besluitvorming en de evaluatie van dit project. Binnen de vakbondsstructuren van de Num[5] is de traditionele hiërarchie opzijgezet om efficiënt een preventie rond HIV/Aids bij de bouwarbeiders te kunnen opzetten. Omdat dit nodig is, omdat de situatie voor alle vakbondsleden op de zaterdagse begrafenissen van hun leden en militanten hen van deze noodzaak bewust heeft gemaakt.

    Wellicht kunnen wij daar wel iets van leren: betrokkenheid organiseren van de leden, van onze doelgroep. Niet alleen via de traditionele congressen en vergaderingen. Maar samen met andere acteurs uit het maatschappelijk middenveld ruimere vakbondsdoelstellingen realiseren in het Noorden en het Zuiden. Globalisering !

    In deze paper wil ik vooreerst beknopt achtergrond informatie geven die de context waarbinnen de vakbond en de peer-educators actief zijn schetst.

    In het tweede deel behandel ik kort de vakbond, de bouwsector en de houding van de werkgevers.

    In het derde deel ga ik dieper in op de rol van de peer-educators, hun opleiding, selectie en ondersteuning.

    In het summiere besluit poog ik de kern van mijn ervaring om te zetten in de krachtlijnen voor solidariteitsprojecten in het Zuiden vanuit een vakbondsperspectief.

    1. Achtergrondinformatie

    Binnen de Zuid-Afrikaanse[6] context is het noodzakelijk een kort overzicht te geven van de economische, politieke en culturele elementen die belangrijk zijn binnen de Num-vakbondsideologie en de actie van de Peer-educators.

    1.1. Hiv/Aids

    Het 'Acquired Immunodeficiency Syndrome' of het verworven immunodeficiëntiesyndroom treedt op als gevolg van het HIV-virus. Een hiv-besmetting verloopt zonder ziekteverschijnselen en in vier stadia. In het vierde stadium, wanneer het aantal CD4-sellen minder dan vierhonderd bedraagt, treedt pas aids op. Het ziektestadium waarin een persoon Aids heeft, wordt gekenmerkt door opportunistische infecties. Aids is dus de verzamelnaam van een aantal symptomen veroorzaakt door het falen van het afweersysteem. Om het verloop van de ziekte te vertragen, er is vooralsnog geen middel dat tot genezing leidt, wordt een combinatietherapie met antivirale middelen gegeven. Deze medicijnen zijn kostbaar en een zware belasting voor het lichaam, maar hebben een gunstig effect op de levensverwachting[7].

    Zuid-Afrika kent de hoogste besmettingsgraad ter wereld, 11,4% van de bevolking en heeft eveneens het grootste aandeel in de nieuwe besmettingen die vastgesteld worden (50%). Deze gemiddelden geven geen volledig accuraat beeld: sommige regio’s Gauteng ( 14,7%) en de stedelijke dicht bevolkte en geïndustrialiseerde gebieden scoren hoger (21,3%)[8]

    1.2. Naar een neoliberaal beleid

    Na het afschaffen van de apartheid en de verkiezingsoverwinning van Nelson Mandela waren de verwachtingen van de bevolking hoog gespannen. De bevolking hoopte dat niet alleen alle discriminatie, maar ook de armoede historiek zou worden.

    Voor de Mandela regering hadden Cosatu, het ANC en de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij (SACP) een alliantie afgesloten en een politiek beleidsprogramma uitgewerkt.

    In dit politiek programma waren er voor de vakbond twee punten centraal: het niet terugbetalen van de schulden van Zuid-Afrika onder de regering Botha en het belasten van de multinationals voor de ertsen en goudontginning. Onder druk van het IMF en de Wereldbank[9] moest Mandela deze twee belangrijke programmapunten laten vallen om nieuwe leningen te krijgen. Dit opende ook de poort voor economische ontwikkeling en nieuwe handelsakkoorden.

    De regering Mbeki koos resoluut voor een neoliberaal beleid met als dekmantel de African Renaissance. Centraal in dit beleid stond het Gear –document ( Growth, Employement and Redistribution).[10] Maar meteen startte de privatisering en een uitgavenbeperking voor de gezondheidszorg.

    1. 3. Oorzaken en factoren voor de HIV/Aids verspreiding

    1.3.1 Armoede

    De belangrijkste oorzaak is de armoede[11]. Uit een nieuw rapport van het South African Institute of Race Relations (SAIRR)[12] blijkt dat de positieve gevolgen van Zuid-Afrikaanse economische groei nog niet iedereen bereiken. Er dient zich een nieuwe middenklasse aan, zodat de inkomensongelijkheid onder zwarte Zuid-Afrikanen toeneemt.
    Hoewel het rapport erop wijst dat het niveau van ongelijkheid voor alle rassengroepen, behalve blanken, is toegenomen, bleek de toename voor de zwarte bevolking het meest dramatisch. De Gini coëfficiënt[13] van deze groep nam toe tot 0,64 dit is een stijging van 21% ten opzichte van 1996.
    De ongelijkheid binnen de coloured gemeenschap (Zuid-Afrikanen van gemengd zwart/blanke afkomst) nam toe met 17% tot 0,56. De Indische bevolking zag haar Gini coëfficiënt met 6 % stijgen naar 0,50. De ongelijkheid binnen de blanke gemeenschap daalde met 2% naar 0,44.
    Volgens de SAIRR is het aantal mensen dat leeft van minder dan 6 Rand (Euro 0,80) per dag, (de armoede grens) opnieuw toegenomen. De economische groei komt vooral ten goede aan een nieuwe middenklasse van de zwarte bevolking.

    Wanneer we kijken naar de Human development Indicator ( 0,653) dan merk je meteen dat Zuid-Afrika in vergelijking met veel andere landen er sterk op achteruit gaat. Indicator is dat Zuid-Afrika qua levensverwachting op de 157° plaats staat met een levensverwachting van 47 jaar.[14]

    Typische objectieve kenmerken van armoede zijn een lagere opleidingsgraad, risicovolle jobs, slechte gezondheidstoestand en een grote migratie van het platteland naar de stad…Deze zijn ruimschoots aanwezig bij een groot deel van de zwarte bevolking:

    Aids is sterk gerelateerd aan migratie en grote mobiliteit. De eerste gevallen van snelle verspreiding kwamen via de vrachtwagenchauffeurs en de mijnwerkers.Deze mijnwerkers werden vanuit de vroegere thuislanden door de werkgevers naar de mijnen ingevoerd. Een derde zeer kwetsbare groep binnen de arbeiderspopulatie bestaat uit de bouwvakkers. Ook bouwvakkers werken immers ver van hun familie op de werven.

    1.3.2 Genderaspecten

    Relaties en genderaspecten[15] hebben een grote invloed bij de verspreiding van HIV/Aids in Zuid-Afrika.

    In de eerste plaats zijn er de objectieve biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, die er voor zorgen dat vrouwen sneller drager zijn van HIV. Het risico voor de vrouwen is hoger door het feit dat sperma meer virussen bevat dan de vaginale vloeistof, sperma uren in vagina blijft, de blootgestelde/contact-oppervlakte bij de vrouw tijdens het seksueel contact is groter is dan bij de man. Vrouwen zijn meer vatbaar voor seksueel overdraagbare ziektes waardoor het virus zeer eenvoudig kan overgedragen worden.

    Daarnaast zijn er contextuele en omgevingsfactoren die cultureel bepaald zijn. Seksualiteit in Zuid-Afrika gaat dikwijls samen met alcoholgebruik, prostitutie en feestjes. Daarenboven is er een sterke weerstand tegen het Westerse beeld van monogamie en echtelijke trouw.

    In de Zuid-Afrikaanse samenleving vertonen mannen een ontstellend gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel Onderzoek[16] toonde aan dat 90 % van de vrouwen zijn echtgenoot informeert over zijn gezondheidsstatus, terwijl slechts 2 op drie mannen zijn partner inlicht. Mannen voelen zich niet verantwoordelijk wanneer zij verschillende partners hebben, zeker als zij voor seks betalen. Meestal geloven mannen dat iedere vrouw vreemd gaat, uitgezonderd hun eigen vrouw.

    De mentaliteit is niet beter bij de jongeren: jonge mannen menen dat zij “recht” op seks hebben, wanneer zij dat willen of wensen. Het staat ook niet om een vrouw “klaar” te maken en het vervolgens niet af te maken. Toch zijn jongeren meer ontvankelijk en opener om de HIV/Aids problematiek aan te kaarten. Bij oudere mannen is zelfs het woord “ sex” taboe, waardoor de ontkenning van problemen schering en inslag is.

    Maar ook bestaande vooroordelen bemoeilijken sterk preventieve activiteiten. Condooms worden gezien als “onnatuurlijk” die niet alleen seksueel genot verhinderen maar ook de menselijke ontwikkeling in de weg staan. “Sperma is nodig om de foetus te doen groeien” Condooms worden vaak gezien als een vorm van wantrouwen tegenover de partner en zijn gelinkt aan ziekte en prostitutie. Ziekte en dood worden nog steeds geassocieerd met hekserij en vergiftiging.Naast een gebrek aan communicatie tussen de partners over hun seksuele historiek en de traditionele ideeën over seksualiteit is uiteindelijk ook de wens om kinderen te krijgen een niet te onderschatten element in het preventiebeleid.

    Tenslotte iets over de rol van de traditionele geneeskunde. De Sangoma of kruidendokters dit zijn “herbalisten”, zijn heel belangrijk in de detectie en de behandeling van ziektes en ziektebeelden. De bevolking gaat bij hem te rade om de oorzaak van de ziekte te kennen en de harmonie met hun omgeving te herstellen, daarbij spelen spirituele geesten een belangrijke rol. Veel kruidendokters zien AIDS als een variant van een oude Afrikaanse ziekte waarvoor ze een traditionele oplossing hebben. In hun rol als vertrouwenspersoon die de ziekte kan detecteren en door te verwijzen, is het Zuid-Afrikaanse ministerie van gezondheid overeenkomsten aan het sluiten met Sangoma’s. De nadruk van o.a. de Zuid-Afrikaanse minister van gezondheid op de hellende effecten van Afrikaanse groenten en kruiden staat een sereen debat en samenwerking met de traditionele geneeskunde in de weg.

    1.4. Economische kost van HIV/Aids

    De impact van HIV/Aids epidemie is van die aard dat de economische ontwikkeling van Zuid-Afrika ernstig gevaar loopt de komende jaren.

    Er zijn wel wat publicaties die pogen de kosten van HIV/Aids te berekenen, het probleem is de juiste combinatie te vinden tussen de directe ( vb ziektekosten) en de indirecte kosten ( vb productiviteitsverlies, vervangings en opleidingskosten).

    Er bestaan geen gerelateerde data van ziekenhuizen, verzekeringen en opleidingscentra. Toch wordt de economische kost in de bedrijven geraamd op 745$/per jaar per werknemer.[17]

    Macro-economisch blijkt uit onderzoek dat AIDS een negatieve invloed heeft op het sparen, omdat alle spaarcenten in verzorging opgaan. Het organiseren van de rituele begrafenis voor de grote familie kost eveneens fortuinen.

    Volgens voorspellingen zou HIV-Aids vooral toe slaan in 2020, dan zou zich een sterftepiek voordoen in de meest productieve leeftijdsgroepen nl. 30-34 jaar en 40-44 jaar.

    Op dat ogenblik daalt de productieve bevolking in Zuid-Afrika en is invoer van migranten noodzakelijk om de arbeidsmarkt niet te veel onder spanning te zetten.

    Onderstaand schema geeft een goede weergave van de kostenfactoren in Zuid-Afrika, onder invloed van de HIV/Aids epidemie.

    Overzicht van de kosten van HIV/Aids voor een werkgever

    Verloop van de HIV/Aids besmetting

    Economische kost van een individueel geval

    Globale economische kosten

    1. Werknemer is HIV-besmet

    * geen onkosten voor het bedrijf

    * geen onkosten voor het bedrijf

    2. HIV/Aids proces start

    * verhoging van absenteïsme door ziekte

    * mindere arbeidsprestaties door ziekte

    * Het absenteïsme moet opgevuld worden hetzij door bijkomende aanwervingen hetzij door overuren

    * Het gebruik van de medische dienstverlening in het bedrijf neemt toe

    * verhoging van de medische kosten

    * de werknemers heeft aandacht nodig van de personeelsdienst

    * vermindering van de werknemersproductiviteit

    * indirecte arbeidskosten nemen toe

    * hogere kosten door toenemende medische hulp

    * meer medische hulpverlening en personeel noodzakelijk

    * de bedrijfsleiding moet meer met HIV-topics begaan zijn

    * Een bedrijfsbeleid inzake HIV-aids moet uitgewerkt worden

    3. De werknemer verlaat het bedrijf (vrijwillig, medische opname of overlijden)

    * uitbetaling overlijdenspremie of levensverzekering

    * pensioenvoorzieningen worden opgevraagd

    * andere werknemers zijn afwezig door begrafenis

    * begrafenisonkosten moeten betaald worden

    * bedrijfsleningen van de werknemer worden niet terugbetaald

    * collega’s zijn ontmoedigd

    * Uitbetaling uit de pensioenfondsen en/of verhoging van de werknemersbijdragen

    * opleidingsresultaten verminderen

    * grote sterfte ondermijnt moraal collega’s en werksfeer

    4. Aanwerving nieuwe werknemer

    * aanwervingsonkost

    * job is vacant tot een nieuwe werknemers aangeworven is

    * overuren om tot nieuwe werknemer aangeworven is

    * meer jobs bij de aanwervingdienst

    * hogere lonen door spanningen op de arbeidsmarkt

    5. Opleiding nieuwe werknemer

    * kosten betaling introductie-opleiding

    * kosten opleiding tot ervaring en niveau vroegere werknemer bereikt is

    * loonkost tijdens opleiding

    * bijkomende opleiding en training staf

    6. Nieuwe werknemer

    * lagere productiviteit

    * andere werknemers helpen nieuwe werknemer

    * verlies van ervaring in de werkplaats

    * Minder productiviteit door wijzigingen

    2. De vakbond

    Een belangrijke speler binnen het maatschappelijk gebeuren is de vakbond, naast andere organisaties zoals plaatselijke besturen,kerkgemeenschappen,NGO’s en HIV/Aids –activisten.De vakbonden hadden een belangrijke rol in het historisch verzet tegen de apartheid en veel vakbondsleiders maakten deel uit van het ANC. De vakbonden speelden tevens een belangrijke rol in de belangenverdediging van de arbeiders. Niet alleen inzake loon en arbeidsvoorwaarden, maar ook breder zoals in verband met de huisvestingsproblematiek. De organisatie had op die manier zijn invloed op de “gemeenschap” en de plaats waar de arbeiders leefden, toe zij gedurende lange tijd ver van huis werkten.

    2.1 Num- The National Union of Mineworkers[18]

    De grootste vakbond in Zuid-Afrika is de Num. Sinds 1980 is de Num actief in de mijnsector( 180.000 leden) en later in de bouwsector (60.000 leden). De Num is aangesloten bij Cosatu[19] en bij ICEM[20] (International federation of Chemical, Energy, Mine and General Workers Unions). Het hoofdkwartier is in Johannesburg en er zijn 11 regionale afdelingen.

    De NUM, National Union of Mineworkers werd in eerste instantie geconfronteerd met de Aids-epidemie in de mijnsector door allerlei vormen van discriminatie waar de werknemers het slachtoffer van werden op de werkplaats: afdanking van leden met HIV/Aids, weigering op opleiding en vorming, het belang dat Aids-status niet meer als reden voor ontslag mocht gehanteerd worden. Dit gaf aanleiding tot het opstellen van eisenbundels voor de sectoren en de bedrijven om Aids als discriminatie tegen te gaan.

    In dit eisenbundel stonden de volgende eisen centraal:

    Een beleid van testen dat geheimhouding moest waarborgen. Positieve resultaten mochten voor de werkgever niet langer een aanleiding vormen voor discriminatie en ontslag, daaruit vloeide voort dat de betrokkenen niet meer verplicht waren de uitslag van een test aan de werkgever mee te delen.

    Ondertussen konden verschillende akkoorden in de mijnsector afgesloten worden. Een kernelement uit die akkoorden was dat de bedrijven een coherent HIV/Aids beleid moesten ontwikkelen in samenspraak met de plaatselijke vakbondsleiders. Dit beleid hield ondermeer in dat bij een HIV/Aids zieke het loon werd doorbetaald gedurende 1 maand, er een premie voor voedsel werd betaald en de doktersrekeningen door het bedrijf betaald werden. In meer en meer akkoorden werden ook Peer-educators (meestal aangeduid en opgeleid door de vakbond) betaald.

    2.2 De bouwsector

    Oorspronkelijk dacht de Num er gewoon aan de aanpak die zij succesvol in de mijnsector onderhandeld hadden gewoon naar de bouwsector over te plaatsen. Dit was de opdracht die de nationale dienst voor veiligheid en gezondheid ontving. Vrij snel bleek dat de specifieke kenmerken en de lage organisatiegraad in de bouwsector dit vrijwel tot een onmogelijke opdracht maakte.

    De bouwsector is een economisch belangrijke sector.De komende drie jaar zal er niet minder dan 370 biljoen Rand door de overheid geïnvesteerd worden, onder meer naar aanleiding van het wereldkampioenschap voetbal in 2010. Maar ook in sociale huisvesting en andere sociale programma’s.[21]

    In de bouw stellen 35.000 werkgevers 350.000 werknemers te werk, vooral in kleine bedrijven ( 95% van de sector bestaat uit micro-ondernemingen)[22]

    De bouw heeft drie subsectoren: openbare werken, bouw en materialen. Overheersend zijn de “flexibele” contracten. Arbeiders beschikken slechts over een arbeidscontract voor de duur van een werf. Onderaanneming en eindeloze filières van uitbesteding maken van de werven een weinig transparant en moeilijk controleerbaar netwerk. Informele arbeid en zwartwerk vervolledigen het plaatje. In deze sector is de werkzekerheid en de sociale bescherming bijna onbestaande.

    De bouwsector is na de mijn-en de transportsector de sector met het HIV/Aids record. In de sector waren enkele schuchtere aanzetten om een HIV/Aids beleid op de sporen te zetten. In 2005 ontwikkelde de Internationale Organisatie voor migratie richtlijnen voor de bouw. [23]

    De Construction Industry Development Board (CIDB)[24] ontwikkelde een richtlijn waardoor de aannemers van openbare werken verplicht worden contractueel aan te geven welke bedragen zij tijdens de werken zullen besteden aan een preventiebeleid inzake HIV/Aids.

    Binnen het vakbondsbeleid[25] was het uitgangspunt was de ABC-boodschap: ( Abstinency- Be Faithfull and Condomise), aangevuld met de principes van familiehereniging waardoor het beleid van single hostels wordt afgebouwd, gekoppeld aan een beleid van Peer-educators

    In het sectorale eisenbundel werden eveneens eisen opgenomen die gericht zijn op de verzorging en behandeling van HIV/Aids zieken met mogelijkheden voor vervroegd pensioen en regelingen rond ziekteverlof .

    Dit beleid wordt positief ondersteund door een beleid van de vakbondsleiding om de leden op te roepen om hun gedrag te veranderen. Op het laatste NUM-congres riep Senzeni Zokwana, vakbondsvoorzitter op om condooms als preventief gebruik aan te wenden. Meteen kopten de. kranten dat de NUM de Paus publiekelijk aanviel

    2.3 De werkgevers

    De werkgevers zitten qua preventiepolitiek niet volledig op dezelfde lijn. Bij de evaluatiemissie bezochten wij Coega[26], die een overeenkomst afsloot met de Num inzake HIV/Aids.[27]

    Bij de uitbouw van een nieuwe haven en annex industrieterrein werden niet minder dan 22000 arbeiders tewerkgesteld. De bedrijfsleiding vond het noodzakelijk een HIV/Aids beleid uit te werken in samenwerking met de vakbond. Op het tijdstip van ons bezoek waren de werken reeds ver gevorderd en waren nog slechts 2500 arbeiders in de bouw tewerkgesteld.

    Bij het gesprek met de HRM-verantwoordelijke merkten wij zeer snel op dat er een fundamenteel verschil was tussen de vakbondsvisie en de werkgeversvisie inzake de preventieaanpak. De vakbondsvisie was globaler en gericht op preventie voor alle werknemers, de werkgeversvisie was gericht op de bescherming en de preventie van de hogere kaderleden en de directie. Hiv/Aidspreventie was in de eerste plaats zelfbescherming !

    De keuze van de werkgever was dan ook het uitbesteden van de preventieopdracht aan een gespecialiseerde “ service-provider”. De service provider had vooral communicatieproblemen met de arbeiders ondermeer inzake taalgebruik en benadering. Het alternatief: de aanwerving van een peer educator, opgeleid door de NUM, werd niet ernstig genomen. De peer-educator die in Coega tewerkgesteld was bleek niet in het budget van de HRM-dienst te passen en werd als “onbekwaam” gekwalificeerd.

    Dit voorbeeld toont aan dat het in de praktijk niet voldoende is akkoorden af te sluiten, peer-educators te vormen en op te leiden. Fundamenteel moet er een grondige discussie zijn over de preventiestrategie en de rol van de peer- educators met de werkgevers.

    .

    3. Peer-educators

    3.1 Omschrijving

    Het gebruik van Peer-educators in de strijd en de preventie van HIV/Aids blijkt zeer effectief.

    Deze vorm van “ getuigenissen door gelijken” vindt ook zijn toepassing in drug-preventie en alcoholpreventie.

    Peer-educators worden omschreven als ‘ het opleiden van een bepaalde groep om verandering te bereiken binnen de leden van eenzelfde groep’ Het bestaat uit twee begrippen: het zijn peers: gelijken, leden van dezelfde gemeenschap en dezelfde samenleving, dezelfde sociale stratificatie en ze hebben dezelfde status.En het zijn eveneens educators: zij moeten een vormende, opleidende waarde genereren in hun gemeenschap

    Het uitgangspunt om Peer-educators in te zetten vertrekt vanuit een aantal vaststellingen: heel wat van de algemene boodschappen omtrent HIV/Aids missen omwille van culturele omgevingsfactoren hun doel. Hoe kan men dan een boodschap overbrengen zonder te vervallen in analyses en termen die de doelgroep zo fatalistisch maken dat de werknemers de tegenovergestelde richting uitgaan en een gedrag vertonen waarbij ze onnadenkend het risico opzoeken ?

    De aanpak met de peer-educators vertrekt van de sociaal-learning theory waarbij men vertrekt van de vooronderstelling dat voorbeeld-gedrag door “gelijken” gekopieerd wordt en dat gedragsverandering bevorderd wordt door het gebruik van de belevingswereld van de doelgroep.[28]

    Er gebeurde tot op heden weinig wetenschappelijk onderzoek over de verschillende methodes om HIV/Aids preventief aan te pakken.

    Toch wees een vergelijking tussen een groep die condoomgebruik aangeprezen werd met of zonder peer-educators uit dat het effectief condoomgebruik met 38 % toenam door het inzetten van peer-educators.15

    De Peer-educators krijgen een opleiding en moeten daaarna op het terrein ( de werkplaats, de gemeenschap) met hun werkmakkers discussiëren over de HIV/Aidsproblematiek.

    3.2 Inzetbaarheid

    De inzet van peer-educators is afhankelijk van het milieu waarin zij actief zijn.

    Hun efficiëntie wordt in grote mate beperkt door de algemene houding van de politieke leiders en hun benadering van de HIV-Aidsproblematiek.

    De houding van Vice-president Zuma[29] en talrijke regeringsleden brengt grote schade toe evenals het ontbreken van een coherent beleid vanuit de overheid.

    Weliswaar is de verspreiding en de aanwezigheid van condooms binnen de Zuid-Afrikaanse samenleving enorm toegenomen, in de community’s is er nog steeds geen algemene beschikbaarheid van gratis condooms.

    Positief is de richtlijn van het Ministerie van Arbeid dat in een technische nota[30] de norm van 1 peer-educator per 50 werknemers voor stelt.

    In dit kader is een consequente houding van de Num-leiders uiterst belangrijk. Het feit dat de peer-educators volledig kaderen in de Congresresoluties[31] van de Num en over structurele ondersteuning beschikken vanuit de Num-structuren is een positief gegeven binnen de Zuid-Afrikaanse context.[32] De Peer-educators moeten binnen de vakbondsstructuur participatief bij het beleid betrokken worden. Daartoe werd een National Comité van Peer-educators opgericht dat voorstellen voor de Nationale leiding uitwerkt.

    Binnen de Num moet er de komende periode werk gemaakt worden van een data-base voor peer-educators en een integratie in de afdelingsbesturen van de regio’s.

    De samenwerking met andere diensten kunnen de mogelijkheden van de peer-educators verruimen zodat zij kunnen een antwoord geven op de vele vragen in verband met testen, algemene gezondheidsproblemen, het kaderen binnen bedrijfs en sectorale akkoorden.

    Tenslotte zouden de peer-educators over een statuut moeten beschikken waardoor hun inzetbaarheid vergroot ( faciliteiten, de nodige tijd voor hun functie, onkostenvergoeding) . Omwille van imagovorming en stigmatisering worden zij beter niet aids-consultanten maar gezondheidswerkers genoemd.[33]

    3.3 Inhoud en keuze service-providers

    Niettegenstaande de Num over een eigen vormingsdienst beschikt werd toch gekozen om deze specifieke opleiding uit te besteden.

    De dienst veiligheid en gezondheid van de Num koos een service providers waarmee ze in het verleden reeds goede contacten en afspraken hadden “ Phelontle Medical Services.” En “Pan Africa Health Supplies”. Hun criterium was inhoudelijke medische kennis en bekendheid met de vakbondsstructuren.

    Ideaaltypisch vertekt de opleiding van de peer-educators vertrekt vanuit de principes van de “social-learning”theory.( P Freire, O. Negt e.a)[34]. De basis van dit leerproces is dat voorbeeldgedrag zal gekopieerd worden en dat leren bereikt wordt vanuit de ervaring van de lerende.Men vertrekt voor de leerervaring dat de “lerende” wel degelijk ideeën over de aan te leren stof heeft en dat deze ideeën het beste uitgangspunt vormen voor het leerproces. Bij Freire en bij Negt wil het leerproces niet alleen aanleren, maar ook bevrijden.[35]

    De aanpak van een cursus moet multidisciplinair zijn en een evenwicht zoeken tussen identificatie met de problematiek, biomedische inhoud en informatieve gezondheidsleer.

    Het thema seksualiteit is immers geen rationeel en individueel gegeven, maar een onderhandeld gedrag tussen partners

    Individuen moeten verantwoordelijk gemaakt worden voor hun eigen gezondheid met een kritische reflectie op het eigen gedrag.

    De community( gemeenschap) moet versterkt worden om het gezondheidsgedrag te wijzigen en gewijzigd gedrag te ondersteunen.

    Voor de opleiding worden 2 vormingscycli van 5 dagen voorzien. De basisopleiding wordt ook regionaal georganiseerd. De gespecialiseerde opleiding gaat door in het Num-vormingscentrum in Johannesburg evenals de vergaderingen voor het Nationale stuurgroep .

    De basisopleiding bestaat uit

    - kennismaking en houding t.ov. HIV/Aids

    - Hiv/Aids:oorzaken en verloop van de besmetting

    - Soa’s en TBC, testen en ARV’s

    - Soorten testen, symptomen HIV/Aids

    - Risicofactoren/ elementen van een HIV/Aids-beleid

    De voortgezette opleiding bestaat uit

    - Wetenschappelijke en medische concepten over HIV/Aids

    - Bedrijfsprogramma’s

    - Voorbeelden van preventie beleid in de bedrijven

    - Leiderschap en conflictbeheersing

    - Oefeningen

    Uit de evaluatie van deze programma’s bleek de inhoud onvoldoende aangepast aan de beoogde doelgroep.De benadering bleef al te veel hangen in de medische en wetenschappelijke items en was onvoldoende gericht op gedragaspecten. Daarnaast was de opleiding te kort om deze inhoud op een participatieve manier te laten verwerken. De inhoud was eveneens onvoldoende afgestemd op de ondersteuning en het materiaal (brochures, pamfletten) die daar voor ontwikkeld waren.

    3.4 De selectie van de peer-educators

    Het kiezen van peer-educators voor de opleiding is een belangrijke opgave om de investering optimaal te laten renderen en het spontaan afhaken van deelnemers tijdens de cursus maximaal te beperken.

    Uitgangspunt van de selectie is de vraag wie in het sociaal netwerk van de arbeiders het beste uit een groep een peer-educator rol kan vervullen. Een peer-educator moet de volgende eigenschappen en identeitskenmerken vertonen.

    Hij moet gegevens vertrouwelijk hunnen behandelen en het “ beroepsgeheim” in de praktijk kunnen toepassen.

    Hij moet technisch bekwaam zijn en de medische begrippen omtrent gezondheidsleer kunnen verwerven op relatief korte termijn. In de NUM is dit uiterst belangrijk. Bij de vakbondsleiding is immers historisch een scholingsachterstand gegroeid bij het middenkader. In de praktijk is het dit middenkader dat peer-educators selecteert en motiveert, in samenwerking met de nationale dienst veiligheid en gezond. Sinds het laatste Num-congres wordt ook de opleidingsdienst van de vakbond en het nationaal vrouwencomité bij deze selectie betrokken.

    Peer-educators moeten communicatievaardig zijn en over een goede dosis empathie beschikken.

    In de praktijk worden de peer-educators geselecteerd door de regionale vakbondsverantwoordelijken. Een probleem is dat er bij het vakbondsmiddenkader een grote historische achterstand gegroeid is in managementscapaciteiten. De selectie van de peer-educators is een pijnpunt, dat op korte termijn moeilijk kan opgelost worden. De projectcoördinator poogt hieraan te verhelpen door advies te geven bij de implementatie van dit project in de regio’s.

    Besluit

    Als er ergens een conclusie uit mijn beperkte evaluatie-ervaring kan genomen worden, dan hoort die hier aan het einde van de tekst thuis.

    Het HIV/Aids-project tussen de Num en de Algemene Centrale ABVV is een moeilijk project. Maar tegenover het beperkt budget ( 50.000 euro/per jaar) staan hoopgevende resultaten voor de preventie inzake HIV/Aids in de bedrijven van de bouwsector in Zuid-Afrika. Een dergelijk verhaal is niet zwart/wit, geen onwerelds succesverhaal.

    Op basis van participatieve projecten groeit een volwassen partnerschap tussen twee vakbonden in het Noorden en het Zuiden. Elke vakbond met zijn eigen historiek, zijn eigen mogelijkheden en zijn eigen ideologische aanpak.

    Wij leren van elkaar. Onze leerervaring is dat de plattere , minder hiërarchische vakbondsstructuren allianties in het middenveld bevorderen en een vakbond versterken.

    Daardoor worden nieuwe thema’s met traditionele vakbondsmethodes aangepakt. Vakbonden vertalen problemen in eisen,strategieën en collectieve overeenkomsten.

    Omdat we deze gemeenschappelijk strategie hebben, wordt communicatie eenvoudiger. We analyseren de problemen met eenzelfde stramien.Dit neemt niet weg dat de context waarbinnen men zich organiseert grondig verschilt in het Noorden en het Zuiden.

    Tenslotte leert deze ervaring ook dat binnen een solidariteitsproject verschillende niveaus van vragen en ondersteuning mogelijk zijn. Van een logistieke en administratieve benadering is de toekomst meer gebaseerd op een globale politieke relatie, waarbij de vraag duidelijk verandert naar inhoudelijke en strategische monitoring.

    Bijlage 1

    Aanbevelingen en diagram evaluatie met het National HIV/Aids CommitteeOf the Num

    Bijlage 2

    Beknopte bibliografie

    Department of Labour, 2003. Hiv/AIDS Technical Assistance Guidelines. Department of Labour, Pretoria

    Dickinson, D,2006. Workplace HIV/AIDS Peer Educators in South African Companies. Wits Business School , Johannesburg.

    International Labour Organisation ( ILO).2001. An ILO Code of Practice on HIV/Aids and the World of Work. Geneva.

    Horizons/ Population Council. ND. Peer Education and HIV/AIDS: Past Experience, Future Directions. www.popcouncil.org/horizons

    National Union of Mineworkers. 2006. Report to the Third National Women Structure Conference . Johannesburg

    Centre for AIDS Development, Research and Evaluation. ND. Ideology and HIV/Aids Communication: Experiences from South Africa. www.cadre.org.za

    National Union of Mineworkers. ND. NUM HIV/AIDS Policy. NUM. Johannesburg

    National Union of Mineworkers. ND. NUM HIV/AIDS Pandemic: The biggest challenge facing the mining industry. NUM. Johannesburg

    National Union of Mineworkers. ND. National Union of Mineworkers HIV/AIDS Training Manual for Peer Educators ( first edition). NUM. Johannesburg

    National Union of Mineworkers. ND. National Union of Mineworkers HIV/AIDS Training Manual for Peer Educators ( second edition). NUM. Johannesburg

    COSATU. 2002. My comrade with HIV and AIDS is still my comrade: A workers handbook on HIV and AIDS. COSATU Johannesburg

    Human Sciences Research Council ( HSRC). 2005. South African National HIV Prevalence, HIV Incidence, Behaviour and Communication Survey,2005. Cape Town. HSRC.

    National Union of Mineworkers. 2004. Secretariat Report, Special Congress 2004. Johannesburg.

    Mc Cutcheon. R.2003. An Overview of the South African Construction Sector in 2003. NALEDI/NUM. Johannesburg.

    Marias. H.2005. Buckling: The impact of AIDS in South Africa 2005. University of Pretoria.

    Pan Africa Health Supplies ND. The Workplace Management of HIV and AIDS. Pan Africa Health Supplies.

    International Organization for Migration.2005. Developing Regional Guidelines on HIV and AIDS for the Construction Sector in the SADC Region. 14-15 March 2005. Partnership on HIV/AIDS and Mobile Populations in Southern Africa ( PHAMSA)



    [1] Internationaal Syndicaal Vakbondsinstituut- project 503-03.009-South-Africa Num-AC construction- 2002-2006

    [2] Vanuit de subsidiërende overheid DGIS werd een dossierbeheerder op missie naar Zuid-Afrika gestuurd. We ontvingen nooit een officieel verslag

    [3] Rambøll Management, SPF Affaires Etrangères, Coopération syndicale belge 2003-2005,Rapport de mission 4/02/2006 - 11/03/2006

    [4] Uitspraak door Blessing Chabalala, Peer-educator lid van de nationale stuurgroep HIV/Aids

    [5] Num is de National Union of Mineworkers

    [6] Zuid-Afrika staat op de CAD-lijst bij de landen met gemiddeld inkomen, laagste niveau. Volgens de heer Avontroodt wijst de ervaring uit dat deze landen de grootste kans op succesvolle projecten bieden.

    [7] http://www.medicinfo.nl

    [8] Marias, H The impact of Aids in South Africa 2005. Universty of Pretoria Buckling

    [9] De SAP ( structurele aanpassingsprogramma’s) en de PRSP ( poverty reduction strategy paper) kwamen uitgebreid aan bod in de economische modules van de algemene informatiecyclus van het BTC

    [10] Dit beleid werd ontworpen door de Minister van financiën, Trevor Manuel in 1996. Het beoogde een jaarlijkse BNP-groei van 6%, met 400.000 nieuwe jobs door buitenlandse investeringen.

    [11] MMSDA Research “ HIV/AIDS, The Mining and Minerals sector and sustainable development in Southern Africa”, Southern Africa

    [12] http://www.sairr.org.za/publications/

    [13] In tegenstelling tot het BNP houdt de Gini coëfficiënt rekening met alle inkomens en geeft een betere indicatie voor ongelijkheid cfr An Amsoms- Inleiding in de ontwikkelingseconomie.

    [14] http://hdr.undp.org/hdr2006/statistics/countries/country_fact_sheets/cty_fs_ZAF.html

    [15] http://womenandaids.unaids.org/themes/docs/UNAIDS%20VAW%20Brief.pdf

    [16] Peer educations and HIV/Aids: Past experience, Future directions, Horizons

    [17] MMSDA Research “ HIV/AIDS, The Mining and Minerals sector and sustainable development in Southern Africa”, Southern Africa

    [18] http://www.num.org.za/

    [19] http://www.cosatu.org.za/ De congress of South African Unions, de interprofessionele bond van alle sectorale bonden

    [20] http://www.icem.org./

    [21] McCutcheon. 2003. An overvieuw of the South African Construction sector in 2003. NALEDI/NUM Johannesburg

    [22] http://www.ceta.org.za/

    [23] International Organisation for Migration, 2005. Developing Regional Guidelines on HIV and Aids for Construction sector in the SADC Region. 14-15 March 2005. Partnership on HIV/AIDS and Mobile Populations in Southern Africa ( PHAMSA)

    [24] http://www.cidb.org.za/initiatives/HIV%20specification.pdf

    [25] National Union of Mineworkers. ND. Num HIV/AIDS policy. NUM, Johannesburg

    [26] http://www.coega.co.za/

    [27] Coega Developpment Corporation: Partnership Agreement between The Coega Development Corporation(CDC) and the National Union of Mineworkers (NUM).12 November 2004

    [28] Campbell C,C Mac Phoil and Meridume Z ( 2001) Peer education and Community Mobilisation for HIV Prevention: Lessons from Carletonville, Soth-Africa, Unpublished report to the UK Department for International Development

    [29] http://www.zedcom.bf/actualite/op451/etranger.htm

    [30] Department of Labour , 2003. HIV/AIDS Technical Assistance Guidelines. Department of Labour, Pretoria.

    [31] http://www.icem.org/en/78-ICEM-InBrief/1815-NUM-Elects-Leaders-at-Energised-South-African-Congress

    [32] MMSD, Hiv/AIDS, The mining and minerals sector and Sustainable development in Southern Africa, Dr R.Elis and Dr I Taylor, report for Unaids

    [33] Peer education and Hiv/Aids: Past Experience, Future Directions, Path, International Hiv/AIDS Alliance, Tulane University and the University of Alabama-Birmingham

    [34] NEGT, OSKAR.Sociologische verbeeldingskracht en exemplarisch leren.
    Groningen, Tjeenk Willink 1975. 92p.

    [35] Freire, Paulo. Pedagogie voor de onderdrukten.,Baarn, Anthos-reeks, 1978, 192p.

    11-04-2007 om 12:27 geschreven door Lieven  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peru

    Peru: toeristenland Peru is een beetje zoals Egypte: je kan je bijna niet bewegen of je botst op oude stenen en piramiden. Toerisme is dan ook een belangrijke bron van inkomsten. Peru weet dat en laat de toerist goed betalen, maar investeert ook in gidsenopleiding. Het blijft natuurlijk verbazend dat 1500 jaar na de bouw terassen nog steeds voor de landbouw gebruikt worden en zeer vruchtbaar zijn. Na zovele aardbevingen blijven de tempels,paleizen en ceremoniele gebouwen nog recht. Dat heeft ondermeer te maken met het feit dat de Inca's en hun voorgangers wel een en ander van bouwkunst kenden. De celstructuur van de rotsblokken perfect en schuin hellend bij elkaar laten passen, om maar een voorbeeld te noemen. Maar die Incamaatschappij zag er niet rooskleurig uit. Het waren donkere middeleeuwen. Met slaven, adel en opperinca's. Inca's waren een beetje fascistisch: zij onderwierpen met heel veel geweld andere volkeren, hielden weinig rekening met andere culturen en maakten geen krijgsgevangenen: de vijanden werden niet gespaard en geofferd. Allemaal een beetje te mooi voorgesteld in Herge's Kuifje en de Zonnetempel. Maar Herge tekende zijn eerste versie dan ook tijdens de Nazibezetting van ons land. Toch hakten de Spanjaarden die Inca's in de pan, flink geholpen door interne stammentwisten. Meteen kon de grootste plundering aller tijden beginnen. Peru is deze brutale overval nog steeds niet te boven gekomen... In en rond de navel van het Incarijk Cusco doet de grote hoogte je weleens naar verse lucht happen. Maar er bestaat een remedie tegen de hoogteziekte : thee van cocabladeren. Coca is een dagelijks en geneeskundig produkt in Peru. Ofwel wordt het in de thee gedaan ofwel gewoon gesjiekt.Niet sinds vandaag, reeds eeuwen. Coca werd beschouwd als een geschenk van de goden. In de Incatijd werd het gebruikt om de honger te stillen bij lange dagtochten ( trips ??) of bij het werk aan grote bouwwerken: het gaf je meer kracht. Nu wordt coca misbruikt door drugshandelaren uit USA en Europa. Plots wordt het blaadje cocaine, met miljarden straatwaarde bij verkoop. En daarom mag er hier geen coca meer gekweekt worden, omdat een medicinale plant in een verschrikkelijk dure drug in het Westen wordt omgezet. Daarom worden eeuwenlang gekweekte planten met een scheef oog bekeken. Het is weeral de schuld van die arme boeren uit het Zuiden.... De tweede grootste stad na Lima, tussen drie vulkanen op 2700 m hoogte gelegen. Het is even wennen aan de hoogte. Arequipa is een nette propere stad, waar de straten dagelijks gepoetst worden. Geen honden te zien, geen vuilnis op de stoep. Maar vooral katholiek. De stad puilt uit van kerken en kloosters. De jezuiten zijn hier geweest ! In en aan de kerken zie je hoe hun taktiek van bekering werkte: zij vermengden handig Indiaanse motieven en relegieuze Westerse symbolen. Freddy, de verantwoordelijke van de dienst voor veiligheid en gezondheid in de bouw, is hier voor een "charla" of een "babbeltje" over de risico's en het voorkomen van ongevallen met electriciteit op de werven. Voor de werven die ik al zag: geen luxe. Hij zorgt er voor dat we aan de luchthaven opgewacht worden en gidst ons door de stad. Opnieuw een processie vol met boetelingen in het paars, moet er hier gezondigd worden ! Op de plaza de armas zit een schrijver met een typmachine: hij wacht op verliefden , waarvoor hij dan tegen betaling een liefdesbrief schrijft. Hier kruisen twee werelden elkaar: een stad vol internetcafes met jongeren die chatten en briefschrijvers die wachten tot ze overbodig worden.. Uitstapje naar het verre verleden van de Inca's. Ondertussen weten we dat de uurregelingen in Peru soms niet kloppen. Een trip naar de ruines van Pachacama loopt heel wat vertraging op. Door de barrio's heen zien we hoe de archeologische site gedeeltelijk beschadigd is door de komst van de inwijkelingen uit de provincies. Barrio's of sloppenwijken doen de miljoenenstad Lima nog dagelijks aangroeien. Boeren op zoek naar werk beginnen gewoon op braakliggend land een tentje in plastiek en verstevigen daarna met wat hout, golplaten en alles wat ze vinden. Het resultaat is nog minder dan een tuinhuis van bij ons. Zo ontstaan er nieuwe wijken met stoffige straten zonder water en electriciteitsvoorzieningen. Met veel kinderen en veel armoede. Pachamaca is een grote bedevaardsplaats, gedeeltelijk opgegraven met behulp van de VUB BrusselVoor de Spanjaarden kwamen was het een ceremoniele plaats waar de mensen naar toe kwamen om de raad van het orakel te krijgen over oorlogen, het weer en de toekomst. De bedevaarders moesten een maand aan de rand van de stad verblijven voor ze de eerste plaats mochten betreden. Daarna een week bidden en reinigingsrituelen, om vervolgen drie dagen in een tweede tempel te verblijven. Daarna nog een dag en de derde tempel en ze konden de lange weg naar het orakel beginnen. De funderingen van de tempels bestonden uit volle rotsblokken die ter plaatse werden uitgeraven, de muren uit een meng.sel van stro en aarde. Deze zelfgemaakte bakstene droogden uit en bezorden de gebouzen een flexibele stevigheden om aardbevingen aan te kunnen. De bovenste tempel was in het rood beschilderd en belegd met goud. In nissen stonden de mummies van de belangrijkste leiders van de Incas in foetushouding tentoongesteld. Moet indrukwekkend geweest zijn. De Inca had recht op twintig vrouwen die vanaf hun kindertijd zorgvuldig voor hem uitgekozen werden: ze moesten niet alleen mooi zijn, maar ook van goede afkomst. In het huis van de mamas leerden ze alles wat een vrouw moet kunnen om de grote Inca te behagen: koken, wassen en plassen ... De secretaris-generaal van de vakbond CGTP had ons uitgenodigd om een bezoek te brengen. Het was thuis bij zijn moeder. Meer dan twintig familieleden doorkruisten het huis. Een typische zondag in een Peruaanse familie. Alhoewel we pas gegeten hadden serveerde men ons een plat criollo.Meer dan proeven zat er niet meer in. De ganse bende stond na een uurtje ons hartelijk uit te wuiven... Peru: arm Op de plaza de armas in Lima weerklinkt een fanfare: een of andere regeringsleider wordt met een militaire parade ontvangen. Door de processie is het extra druk: overal staan claxonerende busjes,autos en taxis kriskras door elkaar in file. Een oud VWtje lijkt me een prettige manier om naar het hotel terug te keren: De zeventiger is maar al te blij een sol te kunnen verdienen. Maar de file's duren lang. Op 1 km van ons einddoel valt het gammele taxietje stil. Zonder benzine. In het gewoel duwt de chauffeur zijn taxi naar een benzinestation en tankt... 1 liter. De prijs mag er wezen 3 euro/per gallon (dit is 12 liter). Het kan dus niet dat auto's en taxis hier aan de pomp kopen. Er is een ander circuit, jerrycans worden gebruikt, geen benzinestations.Aan de pompen staat meestal niemand... Taxi's zijn voor veel werkloze gedplimomeerde Pervuvianen een middel om een toeristisch graantje mee te pikken en toch hun boterham te verdienen. Het gaat hier om leraars, advocaten, dokters... Wanneer ik het dubbele van de afgesproken prijs neertel, lacht de taximan dankbaar. Hij heeft die dag toch niet voor niks gewerkt.... De vraag die ik mij reeds geruime tijd stel:" waarom zijn ze hier zo arm ? ", vraag ik meteen aan een buur op het vliegtuig. Hij leest een boek van Andres Oppenheimer" Cuentas Chinois". Ik zag hier nog niet veel boeken lezen. En kijk, de jongeman heeft onmiddelijk een genuanceerd antwoord klaar. Vooreerst is er het feit dat alles uit Peru geexporteerd wordt en er geen toegevoegd waarde geproduceerd wordt waarmee het land tewerkstelling en rijkdom kan voortbrengen. Daarbij is er de galopperende inflatie, die het vertrouwen in de economie ondermijnt. Een derde reden is de corruptie in Latijns-Amerika. De staat is verziekt door vriendjespolitiek en er is een gebrek aan goede experten in de ambtenarij. Een voorbeeld ken je wel, zegt hij glimlachend. Zoals in Mexico is de politie overijverig met het uitdelen van parkeerboetes: die hoef je niet te betalen, voor 10 soles scheurt de politieman je boete. Ik begrijp meteen waarom mijn vakbondsvrienden nergens parkeerden zonder vooraf de toelating te vragen aan de politie. Met een nieuw voorbeeld komt mijn gesprekspartner bij de vierde oorzaak. Het onderwijs of liever het falen van het onderwijs. Het is een algemeen gekend fenomeen dat de ouders via een leraar hun kinderen aan het broodnodige diploma kunnen helpen mits een steekpenning aan enkele leraars. Zij passen de cijfers dan wel aan. Maar het onderwijs heeft in het algemeen een laag nivo. Iedere nieuwe minister heeft zijn eigen plan en verandert het onderwijssysteem. Wat ontbreekt is een visie op langere termijn. Deze laaggeschooldheid is een belangrijke handicap voor de verdere economische ontwikkeling van Peru. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot Chili, dat aggresief Peruaanse markten verovert. Peru loopt achterop inzake talenkennis en wiskunde, waardoor de technologische en informaticaontwikkeling geremd wordt. Door de globalisering is het gevolg opnieuw marktverlies en blijvende en groter wordende armoede... Jose Gorriti, Algemeen secretaris van de CGTP (het peruaanse ABVV), zegt: "de rechterzijde wint nooit de verkiezingen, maar ze regeert altijd." In de praktijk heeft rechts in Peru slechts 24% van de stemmen, maar bij de laatste presidentsverkiezingen steunde de rechterzijde de socialistische kandidaat Alan Garcia. Alan Garcia was reeds president, maar werd afgezet wegens corruptie. Blijkbaar geen probleem, hij staat er weer. Het is duidelijkdat hij heel wat van zijn verkiezingsbeloften opnieuw inslikt. De vakbond voert dan ook een campagne met de slogan: voer uw verkiezingsbeloften uit. Een van deze verkiezingsbeloften was dat de mijnen belasting zouden betalen. Dit is ondertussen omgevormd in een programma waarbij de mijnen een som storten in een fonds,waarmee hier een brug kan gebouwd worden, daar een ziekenhuis, elders een school. Een globaal programma en een strategie verbleekt tot paternalistische caritatieve armenhulp. Het Internationaal Monetair Fonds weet maar al te best hoe ze deze strategie moeten sturen. De regering Alan Garcia heeft nog andere plannen waar de vakbonden het niet mee eens zijn. Zo stemde het parlement om 3 uur s'nachts , als een dief in de nacht, snel over de goedkeuring van het vrije handelsverdrag. Een woordje uitleg: sinds de onderhandelingen over een vrij handelsverdrag in de regio mislukten, pakt Bush nu land per land aan om hen hetzelfde vrijhandelsverdrag door de strot te duwen. Een mooie illustratie is het feit dat Bush een muur bouwt om de Migratie naar Amerika tegen te houden, maar dat hij anderzijds een vrijhandelsverdrag met de Latijns-Amerikaanse staten wil om het afzetgebied voor de Amerikaanse landbouwprodukten te vergroten... Er zijn dus veel vragen over de nieuwe president en zijn regering, maar de vakbonden hebben hier wel redenen om niet wild enthousiast te zijn.... Volgende maand zijn er in Peru gemeenteraadsverkiezingen, districtsraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen. Niet onbelangrijk omdat in het nieuwe regeringsprogramma vam Alan Garcia ingeschreven staat dat veel bevoegdheden zullen gedecentraliseerd worden. De strijd gaat vooral tussen de vier grote partijen in Peru, met de nodige lokale lijsten en burgemeesterslijsten er bij. De vier grote partijen zijn Aprista, de socialisten met de huidige president Alan Garcia. De Cividad National met Lourdes Flores, schijnbaar rechtse socialisten De Partido Nationalista Peruana met Ollanta Humala de linkse partij die het Chavez model wil promoten De Acion Popular die gewoon rechts is en zich destijds achter de kandidatuur van de conservatieve schrijver Mario Vargos LLosa stelde bij de presidentsverkiezingen. Dat er verkiezingen zullen zijn kan je hier niet ontlopen: iedere dag luidruchtige autocaravanen, metershoge borden met lachende kandidaten,op de barrio's vlaggetjes van de partijen, verkiezingsmeetings vanop het balcon, optochten van aanhangers gewoon langs de straat, uitdelen van pamfletten in de straat. Regelmatig wordt er water en een kilo rijst in de wijken uitgedeeld door de kandidaten en dit komt zo op tv. De thema's waar het om draait zijn de opleiding en de vorming, het onderwijs, de werkloosheid, de armoede. Sommige kandidaten zijn zeer concreet in hun beloften: stromend water voor deze wijk... Peru De bouw We worden ontvangen in het gebouw van de bouwfederatie door Mario Huaman. Hij is voorzitter en zijn buro staat vol met geschenken die hij kreeg van andere internationale bonden. Een grote TV en een CD-speler zorgen voor de ambiance. Geen voorzittershamer maar een grote staf zijn het symbool van de macht in de vakbond. Hij legt ons uit dat er vandaag een politiechef gehuldigd wordt,omdat hij een belangrijke rol speelt in de democratie en het bestrijden van de onveiligheid. Een beetje eigenaardig, maar goede relaties met de politie kunnen geen kwaad. Iemand vertelt me dat de bouwarbeiders nogal strijdvaardig zijn en dat de politie meestal de directe confrontatie schuwt en vanaop afstand met traangas het gevecht aangaat bij opstootjes. Vandaag is het feest.Een academische zitting met alles erop en eraan. Twee ministers, regionale en lokale vakbondsvertegenwoordigers en 500 bouwarbeiders vullen de feestzaal tot de nok. Eerst worden drie compagñeros gehuldigd. De stichter van de syndicale vorming, een bejaarde journalist, die een boek schreef over de geschiedenis van de arbeidersbeweging en de politiechef. Zij krijgen allemaal een grote plak en mogen de zaal toespreken. Jose Gorriti, de voorzitter van de interprofessionele bond neemt de regering en de ministers zwaar op de korrel en zegt dat zij hun verkiezingsbeloften in de praktijk moeten uitvoeren. De minister van Arbeid en Tewerkstelling( de eerste vrouwelijk minister) belooft wat te doen aan de vele arbeidsongevallen en een registatiesysteem op te zetten om de illegale arbeid te bestrijden. De minister van huisvesting haalt concrete voorbeelden aan van realisaties die volgens hem echt revolutionnair zijn. Dan mag onze Paul ook even een speechke geven in het Spaans. Hij brengt de groeten over van de Belgische arbeiders en noemt ons project om de arbeidsongevallen in Peru aan te pakken een concreet voorbeeld van internationale solidariteit. Telkens antwoordt de zaal enthousiast met " viva" leve de vakbond, leve de internationale solidariteit. Iedereen krijgt dan een Pisco Sauer ( een drankje) en eten. Een orkestje speelt de pannen van het dak. Wanneer we wegrijden worden we enthousiast uitgewuifd door bouwarbeiders, die meer dan een glas gedronken hebben... Wij zijn hier in peru om een planningsseminarie met de Peruaans bouwbond op te zetten. Gedurende een viertal dagen onderzoeken we samen met een 20-tal verantwoordelijken uit Peru hoe we de veiligheid in de bouw en het aantal arbeidsongevallen kunnen doen dalen. Eerst moeten we een onderzoek doen naar de problemen, daarna oplossingen zoeken en tenslotte een strategie en een programma uitwerken voor de komende vijf jaar. De secretarissen willen in ieder geval dat de ganse vakbond meer aandacht heeft voor de veiligheidsnormen in de bedrijven. Tja er wordt met asbest gewerkt, de signalisering ontbreekt in de bedrijven, individuele beschermingsmiddelen ontbreken. Maar er is vooral de onderaanneming en de vele illegale arbeiders die in de bouw proberen te overleven. Er is dus vorming en informatie noodzakelijk, maar vooral promotoren die doelgericht de veiligheid op de werven kunnen verbeteren. En in de arbeiderscomitees in de bedrijven moeten de syndycalisten het punt veiligheid aan de dagorde stellen. Want uiteindelijk is veiligheid een verantwoordelijkheid van de werkgever. Onze delegatie heeft ook een inhoudelijke inbreng in het planningseminarie met een uiteenzetting over signalisatie op de autostrades in Belgie, hoe een veiligheidscampagne opzetten en het registratiesysteem voor de bouw in Belgie. S´avonds is er een feestmaal om het seminarie af te sluiten. El "commandante" stelt voor dat we de handen uit de mouwen steken en zelf koken. Het idee kreeg vorm. Boodschappen doen, aardappelen schillen, uien pellen, wortelen schoonmaken dat alles voor een groep van 40 genodigden. Het menu mocht er zijn: Sangria en hapjes als entree, soep met groenten met bouillonvlees, asperges/wilde salade/en perzik gevuld met een mengsel van atun en ei, hoofdschotel: coq au vin, vlaamse carbonaden puree en gebakken pattatjes, een assortiment van kaassoorten en tot slot appels in de oven. Alles overgoten met Chileense wijn en een Cubaanse rum. Wij dienden op, gelukkig moesten we niet afwassen, de keuken leek wel een ruine. Ons Peruaanse gatsen wisten niet waar ze het hadden. Hun reactie: ja we zijn nu echt jullie gasten in Belgie. Want ook wij maken eten als we vrienden te gast hebben. Meer moet dat niet zijn....Sachun is een restaurant en the place to be in Lima voor internationaal spectakel. Vlaggetjes op de tafel, wel een beetje raar die Belgische vlag met "l'union fait la force", maar dit zal wel aan ons liggen. Een animator die mopjes vertelt, de groepen inleidt en briefjes voorleest met berichtjes vanuit de zaal. Om het half uur wordt dan ook het "happy birtday" of "cumple anjos" aangeheven. Het spectakel zelf geeft een goed overzicht van de dansen uit de verschillende streken en de bijbehorende muziek. We reizen vanuit Lima naar Cusco, de verschillende streken en de stranden. Zo zijn er dansen uit de selva, marineros, musica de la sierra,walsen, romantische muziek en afro-negro. Wij kunnen het niet altijd evengoed smaken. Onder veel applaus wordt een straatopera ( voor ons kattegejank)opgevoerd met levensliederen die uitbundig meegezonden worden. Levensliederen over de liefde, het land en de bergen, de zee. El condor pasa kon niet ontbreken. Het doet me eraan denken dat Peru voornamelijk uit boeren bestaat. Zij hebben houvast aan de dingen die er altijd zijn: de zon, de zee de bergen. Ambiance is een groot samenhorigheidsgevoel met sterk nationalistische trekjes. Precies Vlaamse zangfeesten. Peruanen zijn fier over hun land. Een bewaker uit het centrum waar we vergaderen bracht een DVD over Cusco mee . Aan de ingang van het centrum zaten we samen naar de 2 uur durende video te kijken. Hij vertelde enthousiast , bijna met de tranen in de ogen over zijn groot verleden van Inca's.Krijgers die een groot rijk stichtten en de zon aanbaden met rituelen en offergaven. Peruanen hebben een groot verleden, nu nog de toekomst... De periode Fujimori was een harde periode voor de vakbonden. Het regime probeerde de ruggegraad van het verzet tegen het neo-liberale beleid te breken.Vakbondsleiders werden vermoord, gevangen gezet, kortom men poogde de vakbond van zijn basis te isoleren. Maar ook de guerilla " Sendero Luminoso" vermoordde vakbondsleiders. De vakbond was voor hen een onderdeel van het kapitalistisch systeem dat zij bevochten. Onder Toledo konden de vakbonden hun wonden likken en poogden zij hun vroegere verworvenheden te herstellen ( via loonsverhogingen en het herstel van de CAO's). Alan Garcia is pas president en de eerste betoging " verkiezingsbeloften uitvoeren"is voorbij. De bouwbond is eigenlijk wel opgetogen want bij de begroting werd een investering van 4% aangekondigd voor de openbare werken. Want als de staat niet investeeert heerst er veel werkloosheid, Peruaanse privé-bedrijven die investeren zijn hier weinig te zien. José Ramirez is secretaris van de bouwbond in Chiclayo. Gisteren is in zijn streek de noodtoestand uitgeroepen door de regering. Opstand, werkloosheid. Hij heeft 1000 leden, maar veel zijn werkloos of ze werken maar een paar maand per jaar. Grote werken zijn niet voorzien. Geen werk is geen vakbondsbijdragen. Deze bijdragen (2% van het loon) worden via het bedrijf aan het gewest gestort. Om dat geld te kunnen ontvangen moet de secretaris een ledenlijst voorleggen. De leden ondertekenen een aanvraag dat er 2% van hun loon wordt afgehouden. Die patronale cheque gaat naar de gewestelijke afdeling. Van dit geld gaat 20% naar het bedrijfscomité, 50 % naar de gewestelijke afdeling en 30% naar de federatie. Meestal gebeurt de storting naar de federatie niet en worden speciale campagnes opgezet om het geld te innen. De federatie zoekt dan inkomsten ondermeer via Internationale projecten. Zo helpen wij een meer gestructureerde werking van de vakbond opzetten.....De bouwsector in Peru doet mij aan de middeleeuwen denken in Europa. Er hangt iets cultureels rond het herstellen van de historische bouwwerken. Hier is werk genoeg: eens per jaar schudden de stenen hevig heen en weer. Maar ook de indeling van de bouwvakkers heeft iets van de gilden: er zijn vier categorien bouwvakkers. maestro (meester}, operario ( vakman) official (leerjongen) en peon ( hulpje, ongeschoolde of handlanger) In de bouw werken veel ongeschoolden: boeren werken slechts vier maand per jaar op het land, de andere acht maanden zoeken zij werk in de bouw. Deze indigenas kunnen meestal niet lezen en schrijven. Veiligheidsvoorschriften zijn niet aan hen besteedt. Meteen is er ook een communicatieprobleem op de werven,meestal spreken zij slechts een lokale taal. Maar ook de andere bouwvakkers hebben een scholingsprobleem. meestal volgden ze slechts lager onderwijs en bezitten geen enkele techmische opleiding. Op de 350.000 bouwvakkers hebben slechts 45000 bouwvakkers een vast contract. De anderen leven van losse snabbels. Meteen een probleem er bij: je moet drie maanden bij een baas werken voor je onder de sociale zekerheid valt en voor je verzekerd bent tegen arbeidsongevallen. Bouwbazen heten bij ons "cowboys", hier "piraten": Een bouwvakker verdient zo een 8 euro per dag. Daarvoor werkt hj in theorie 8 uur per dag, in de praktijk 12 uur per dag, overuren dikwijls niet betaald. Daarbij komen dan nog extraatjes zoal verplaatsingsonkosten , een premie voor schoollopende kinderen enz... De "piraten" kunnen putten uit een leger van werkloze boeren en de arbeiders met een vast contract doen er alles voor om hun jobke niet kwijt te spelen. Peru is rijk aan goud,mineralen en grondstoffen.Helaas slepen de multi's alles weg.De grondstoffen worden uitgevoerd, niet bewerkt in het land zelf. De gewone peruaan heeft dus niks aan de natuurlijke rijkdom van zijn land. Van de 30 miljoen Peruanen leven er 3 miljoen in extreme armoede, 5 miljoen in armoede. En dit zijn dan nog maar de officiele cijfers, die veel verbergen. Het minimumloon bedraagt 60 euro per maand, maar om te overleven heb je minimum 150 euro per maand nodig. Op de tv volgde ik het parlementsdebat over de nieuwe regering en de begroting. Een parlementsvrouw kwam gevat tussen. Het grootste deel van de gezinnen is monoparentaal of anders uitgedrukt: het zijn alleenstaande vrouwen die voor hun drie of vier kinderen het moeten zien te redden. Meestal zonder water, electriciteit of sanitare voorzieningen. Een onder, onder, onder-ontwikkeld land. Onze cursusbegeleider was gisteren het slachtoffer van een inbraak bij hem thuis. De deur werd opengebroken, zijn hond afgemaakt en alles wat waarde had buitengesleept. Toen hij wakker werd gingen ze op de loop. Maar hij is wel heel wat geschreven werkmateriaal kwijt, hij sliep dan ook niet veel vannacht. Armoede en onveiligheid gaan hier dikwijls hand in hand.Gisterenavond laat in Lima geland. Vier vriendelijke vakbondsmensen versperden alle uitgangen om me zeker niet te missen. Nieuwe luchthaven, weinig verkeer. De lange reis sloop in mijn benen. Nog een cervesa gepakt in het centrum en dan de jetlag proberen weg te slapen. Het is lente in Lima. Druilig en met veel mist. Druk kan je het niet noemen. Kleine huisjes en een bordje op de lift: gelieve de lift niet te gebruiken bij brand en aardbevingen, herinneren aan het feit dat de regio hier nogal eens dooreengeschud wordt. Na mijn ontbijt ga ik gewoontegetrouw ter kennismaking van een land naar de kapper. Op straat merk je meteen dat hier net zoals in gans Latijns-Amerika een veiligheidsprobleem is. Veel bewaking, wel door de stad Lima georganiseerd. Bij de kapper krijg ik meteen een krant. Het grote nieuws is het bezoek van de nieuwe president Alan Garcia aan het witte huis. Ze kwamen overeen een drugsbestrijdingsplan uit te werken en Chavez te isoleren om de demokratie in Latijns-Amerika te herstellen. Dit belooft weinig goeds voor Peru: politiek is Peru meer en meer verscheurd tussen links en rechts. Want zo ziet men Garcia wel hier. De kappersbeurt houdt ook een hoofdmassage in: voor 6 sol(1,5 euro) ben ik als herboren en kan ik met een frisse kop beginnen werken. Hier en daar is er wat bouwactiviteit: de houten stellingen zien er niet echt veilig uit. Ons project om de veiligheid voor de bouwvakker te verbeteren zal wel zeer nodig zijn... Deze week behandelt het Peruviaanse parlement 2 wetten die vanuit NGO- en vakbondsmiddens kritiek krijgen. Een eerste wet gaat over de verplichte registratie en controle over organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. Deze NGO's speelden een grote rol in het internationaal bekendmaken van de misdaden van het Fujimori-regime. Lieve Fos zucht : het wordt nog erger dan in Rusland,we krijgen nog meer administratie, nog meer papier. In de Correo, een krant, wordt de discussie over de rol en de functie van de NGO s aangegrepen om deze af te schilderen als ultralinkse rakkers, ongewenste buitenlandse inmenging, papieren tijgers,kortom de hond bijt de hand die geeft of zoiets... Het tweede wetsontwerp handelt over de organisatie van vakbondsverkiezingen,waarbij ook niet vakbondsleden mogen meestemmen. De CGTP vindt dit een inbreuk op de syndicale vrijheid zoals voorzien door de internationale arbeidsorganisatie. De vakbonden beschouwen dit als een poging om de vakbonden onder controle te krijgen. Maar de tendens is duidelijk. de regering wil de groepen die organiseren, bewust maken, protest kunnen organiseren onder controle krijgen. Oncontroleerbare multinationale ondernemingen krijgen geen wetsontwerpen in hun nek...

    12-11-2006 om 17:35 geschreven door Lieven  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De voorzitter van de VLD kent een triest bestaan: hij moet alle mogelijke trukken uithalen om de liberalen weer in de winning mood te krijgen.Na de gemeenteraadsverkiezingen maakte hij komaf met de judocoatch van de donkerblauwen. Nu beseft hij dat het niet genoeg is om den een en den anderen buiten te kegelen, hij moet er ook nog volk bijkrijgen. In het verdomhoekje zaten de sociale blauwe organisaties reeds geruime tijd te kniezen. Het ontslag van de blauwe vakbondsleider Guy Haaze schudde de Melsenstraat wakker. Het kon niet mooier op "koppen" : " we hebben ons al te lang laten leiden door marketingstrategen, we moeten meer naar het middenveld luisteren" . Het is de eerste keer dat ik een politicus die kwote zo raak weet te omschrijven. Blijkbaar staan partijleiders in ons land voor een verscheurende keuze: "ofwel luisteren naar de mensen die zich engageren ( een oud vies woord is militanten) ofwel dikke marketingstudies lezen die het populisme moeten verbergen". Ik heb reeds lang de oplossing: die marketingrapporten kosten zeer veel, dus waarom het goedkopere alternatief niet eens aanwenden en gewoon luisteren ?

    12-11-2006 om 16:56 geschreven door Lieven  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Het is reeds jaren dat België , jawel ons landje, belooft van 0,7 % van het Bruto Nationaal Produkt te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Belofte maakt schuld zou je denken , maar zo eenvoudig ligt het allemaal niet.Nochtans zijn we bij de rijkste landen van de wereld en 0,7 % lijkt peanuts. Want hoe moet je nu nagaan of de regering die 0,7% bereikt en hebben we het over netto of bruto. Waarmee ik bedoel: gaat het over wat de ontwikkelingslanden krijgen of gaat het gewoon over de uitgaven. Een voorbeeldje kan dat verduidelijken. Bij ieder project moet er een project voorstel gemaakt worden, meestal door een dure consultant, met een participatief planningsatelier in het Zuiden, met ambtenaren die het project moeten lezen en goedkeuren, met geld dat via een bank wordt overgemaakt. Dus vooraleer diegenen waarvoor het allemaal bedoeld is een schamele Euro ontvangen hebben reeds heel wat mensen hun goedbelegde boterham verdient. En dit is dan nog geen geld dat aan de vingers blijft plakken of een project met witte olifanten. Ik denk dat de hele santeboetik gemakkelijk 25% kost van het overgemaakte donorgeld. Dus zitten we natuurlijk nog veel verder af van de beloofde 0,7%. Daar wil onze blauwe minister best wat aan doen, hij wil het budget van ontwikkelingssamenwerking niet verhogen, neen hij wil de wetgeving zo aanpassen dat er meer naar de ontwikkelingslanden gaat en minder hier blijft plakken. Een beetje link. Want dit is wijzen met de vinger naar de NGO's. De officiele ontwikkelingssamenwerking via de BTC, na de schandaalgolven, blinkt immers nog niet uit in kostenefficientie. Maar dat zal een detail zijn. Wellicht klopt 11.11.11 een dezer dagen aan uw deur. Denk eens hoeveel 0,7% van uw jaarinkomen is voor je de enveloppe vult. Netto, na aftrek van de belastingsaftrek. Mmm, toch meer dan je eerst dacht ?

    12-11-2006 om 16:56 geschreven door Lieven  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proberen
    Ik poog mijn blog te universaliseren zonder veel te verliezen
    lukt nu niet dus
    klik
    Http://blog.seniorennet.be/lieven1952
    en je leest het toch

    08-05-2006 om 20:51 geschreven door Lieven  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 09/04-15/04 2007
  • 06/11-12/11 2006
  • 08/05-14/05 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs