Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    18-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WAARSCHUWING : BOODSCHAPPEN VAN SULEMA (10)

    79 Maria : Men heeft de ware zin van het woord “toevluchtsoord” niet begrepen.

    Op dit moment praat men veel over de toevluchtsoorden waar men alle soorten van voorraden moet aanleggen, bedden, medicatie, water, alle sacramentaliën om veilig de grote beproeving te kunnen doorstaan. Maar men heeft de ware zin van het woord “toevluchtsoord” niet begrepen, en nochtans hoeveel keer heeft men jullie gezegd dat jullie enige toevlucht gevonden wordt in Onze Harten. En hoe triestig is het te horen dat er bepaalde kinderen zijn die zich de vraag stellen: “Als we geen geld hebben om ons toevluchtsoord voor te bereiden, wat zal er van ons dan worden?” Of nog slechter: “Als we niet in een toevluchtsoord geraken, gaan we dan omkomen?” Denken jullie echt dat de Vader jullie in de steek zal laten, Zijn kinderen?

    Jesaja 49:15-16 : Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een liefhebbende moeder het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten, Ik vergeet u nooit! Zie, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven.

    Noot : God de Vader heeft in de boodschap aan Pastor Enoc 28/3/2019 gevraagd : Stockeer voorraden, water en niet-bederfelijke waren, omdat bij de transformatie van mijn Schepping er dagen van schaarste en hongersnood zullen zijn op de hele aarde. Gedurende de tijd van zuivering, zal de aarde enkel slechte oogsten voortbrengen en het water zal door de beroering van het universum op vele plaatsen schaars zijn en op andere plaatsen besmet. Hou er rekening mee, inwoners van de aarde, en breng alles wat Ik jullie vertel in praktijk, zodat niets jullie verrast.

    Dat betekent dat je ongeveer moet voorzien voor 80 l drinkbaar water per persoon, en niet-bederflijke eetwaren hebt voor ongeveer 3 weken door te komen (liefst gedroogd voedsel, of zaken zoals rijst en pasta). HET IS DWAAS TE DENKEN DAT JE HET ZONDER GOD KUNT REDDEN, JE KUNT GEEN VOORRADEN AANLEGGEN DIE VOORZIEN VOOR ALLE PERIODEN VAN HONGERSNOOD. HET IS VANAF HET BEGIN DE BEDOELING GEWEEST DAT GOD VOORZIET VOOR DE MENS EN DAT DE MENS EEN BEROEP DOET OP GOD EN HEM ALS VOORZIENIGE VADER AANBID EN PRIJST! Laat God dus voorzien, want dat doet Hij met plezier.

    Bovendien heeft Jezus de gewijde druiven voorzien om voor lange tijd te stockeren. Iedereen kan dit opslaan wegens de beperkte plaats die nodig is en de lange houdbaarheid van de gewijde druiven. Je kunt nog steeds gewijde druiven van San Damiano krijgen bij mij: claudiabaert@gmail.com. En om de druiven te vermenigvuldigen zijn natuurlijk druiven nodig. Maak er gebruik van, nu er nog druiven (met pit) te verkrijgen zijn.

    WAT JE ALTIJD MOET DOEN: JE TOEWIJDEN, SAMEN MET DE REST VAN HET GEZIN, AAN HET H. HART VAN JEZUS EN HET H. ONBEVLEKT HART VAN MARIA. Je moet je richten tot Maria, Zij is de Nieuwe Ark. Wanneer de Allerhoogste het bevel geeft de deur te sluiten, zal niemand nog kunnen binnengaan in de Ark. Het zal zijn zoals in de tijd van Noah: wanneer de Heer het bevel gaf aan Noah om de deur van de Ark te sluiten, zijn al de kinderen die buiten zijn gebleven,  omgekomen, omdat niemand hem wilde geloven. Integendeel, ze lachten hem uit. Jullie moeten bidden, Mijn kinderen, zodat de wereld de genade van berouw verkrijgt, en de mensen zich bekeren voor het te laat is. Het uur van de Goddelijke Gerechtigheid is dichtbij.

    80 Maria : Degenen die zijn voorzien van het merkteken van het Kruis van het Geofferde Lam.

    Mijn kinderen, de tijd is gekomen waar al de profetieën zich moeten voltooien, waar de Gerechtigheid van God zal heersen, waar de engelen de schapen van de bokken zullen scheiden, waar men degenen zal opzij zetten die het merkteken hebben ontvangen van het Kruis van het Geslachte Lam, Degenen die Zijn Bloed tot de laatste druppel heeft vergoten om jullie terug te kopen. En het is op dit moment dat de nieuwe uittocht voor al de kinderen van het licht zal beginnen, en degenen die hun zullen volgen, om aan te komen op de Nieuwe Aarde, met de Nieuwe Hemelen, waar de vrede en de vreugde zullen heersen in het hart van alle kinderen van de H. Drie-ene God.

    Herinner je, wanneer Joël (3:1) zei: 'Daarna zal het gebeuren: Ik zal mijn geest uitstorten over alle mensen, uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw grijsaards dromen zien, uw jonge mannen visioenen krijgen.

    Alles werd jullie aangekondigd. En vandaag, meer dan ooit, verspreidt de H. Geest Zijn gaven, Zijn charisma’s, op alle kinderen die hun hart openen om ze te ontvangen en om ze ten dienste te stellen van de Kerk, ten dienste van hun broeders en zusters, omdat de Heer jullie, Zijn trouwe kinderen, nodig heeft om zijn Drie-ene Glorie te manifesteren.

    Maar wee degenen die beschaamd zijn, of die bang zijn voor wat anderen gaan zeggen of denken, wee degenen die weigeren de gaven, de vruchten en de charisma’s te ontvangen die de H. Geest aanbiedt, en ook degenen die ze ontvangen om ze voor zich te houden, zonder de anderen van dit hemelse manna te laten profiteren. Bedenk dat alle gaven, alle charisma’s die van de Hemel zijn verkregen God de Vader toebehoren. Hij geeft ze jullie, zodat elk kind het kan gebruiken voor de redding van de mensen. Het is een grote verantwoordelijkheid die jullie hebben voor God, voor jullie broeders en zusters. Maar Ik herhaal dat het niet jullie keuze is, maar de keuze van God, het maakt deel uit van jullie missie op aarde, want elk kind heeft het leven gekregen om zijn missie te vervullen. Niemand werd vergeten en alle missies zijn heel belangrijk. Bid, Mijn kinderen, zodat de harten zich openen om elke dag de nodige genaden te verkrijgen om hun missie op aarde, dit ballingsoord te voltooien.

    81 Maria : De Heer heeft zijn Wet van Liefde in jullie hart gegrift.

    Bedenk Mijn kinderen, dat alles draait om de Drie-ene Liefde, want God is Liefde. Hij heeft jullie geschapen door Liefde, zodat jullie Liefde zouden zijn. Hij heeft jullie geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, en daarom moeten jullie volmaakt zijn zoals jullie Vader. Jullie moeten heiligen zijn, zoals jullie Vader, met deze zuivere, broederlijke en heilige  Liefde. Het is deze Liefde die vrijelijk moet stromen op aarde zoals in de Hemel, en het is deze Liefde die van jullie barmhartige Samaritanen maakt, die hulp bieden aan mensen die het nodig hebben, zieken en bejaarden bezoeken, personen die in rouw zijn, personen die werkloos zijn, een echtscheiding doormaken…

    82 Maria : Zonder de Genade, zou de mens de krachten van het kwaad niet kunnen overwinnen.

    Welke buitengewone deugd is geloof, God lief te hebben als jullie Vader en weten dat jullie door Hem bemind worden! Het grootste van al de genaden is kind zijn van God en de Hemel beërven. God de Vader communiceert steeds meer doorheen de Genade. God de Zoon wil jullie in Hem opnemen en God de H. Geest wil jullie transformeren. In een ziel dat in staat van genade verkeert, bouwt de H. Drie-eenheid haar woning, en dit kind wordt getransformeerd door de kracht van de H. Geest om heilig te worden zoals de Vader heilig is, en de ontvangen genaden opwekt die het kind ontvangen heeft bij het Doopsel.

    De meest sublieme Genade is de Heiligmakende Genade waardoor het kind van de dood naar het leven komt, van slaafsheid aan de zonde naar een kind van God. Ze is Leven en brengt het Goddelijk leven, het geestelijk Leven die de mens met God verenigt, die Geest is. Deze eenheid is niet mogelijk zonder de Genade waardoor de mens een spiritueel wezen wordt.

    Het leven in staat van genade is belangrijk. Alle mensen worden geroepen van hun conceptie, om deze transformatie te beleven van natuurlijke mens naar spirituele mens. En dit mirakel gebeurt in de ziel door de kracht van de H. Geest, door de Genade die in een open hart voor de Heer wordt geplaatst. De Genaden sterken jullie, tillen jullie op uit jullie zwakheden, geven jullie spirituele gezondheid en geven jullie het Leven. Zonder de Genade zou de mens de krachten van het kwaad niet kunnen overwinnen.

    Ga daarom naar het sacrament van de biecht, zodat jullie in staat van genade verkeren, zodat de Genade vrij in jullie hart kan stromen. Ondanks jullie zondigheid, wil de Vader dat jullie Hem ten dienste staan.

    83 Maria : Degenen die bidden voor hun broeders en zusters van de hele wereld, zijn zeer, zeer zeldzaam.

    84 Maria : De flexibiliteit voor de H. Geest. Wanneer je iemand kunt helpen, doe het dan.

    85 Maria : In deze eindtijd, zijn de twee Pausen tezamen.

    86 Jullie leven in de tijd van de vervulling van alle profetieën, omdat het Woord van God de Waarheid is.

    87 Jezus : Open jullie hart voor Mij zodat jullie de nieuwe krachtige adem ontvangen om tot het dapperste toe jullie geloof verkondigen.

    88 Maria : Op het moment van de grote beproevingen, Mijn kinderen, prijs, zing en zegen de Heer.

    18-04-2019 om 17:47 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 16

    Het eerste wat Jezus maakte – een Kruis, en Jozefs droefheid

    Op een dag, als de Heilige aan het werk was in zijn werkplaats met Jezus’ hulp, deed de heilige Jongen wat werkzaamheden op zijn eentje. Jozef ging volledig op in God en merkte er eerst niets van, en ondertussen maakt Jezus een klein kruis. Hij had het bijna af voordat Jozef het zag. Jozef merkte dat de Goddelijke Jongen soms vreugdevol was tijdens het werk, maar andere keren Hij droevig zuchtte, afhankelijk van de inhoud van Zijn intieme uitwisselingen met Zijn Hemelse Vader.

    Omdat er in Jozefs hart een definitieve voorspelling was van wat er in het verloop van tijd zou gebeuren-dat zijn Jezus zou gekruisigd worden- en omdat hij een duidelijke verlichting had ontvangen hierover van de Hemelse Vader, was zijn hart reeds gekweld en doordrongen van een drukkende smart. Dit werd nog groter toen hij Jezus zag, die Zijn kleine Kruis afwerkte.

    Na dit eerste project richtte Jezus zich tot Jozef en verklaarde: “Lieve vader, kijk naar het middel waarmee de redding van de mensheid zal voltooid worden.” Hij zei dit vreugdevol, samen met een verlangen dat deze tijd, waar hij zo naar uitgezien had, spoedig zou aanbreken. Bij deze woorden leek Jozefs kracht hem te verlaten. Hij zou bezweken zijn onder de intensiteit van zijn leed, als hij geen ondersteuning van de goddelijke genade had ontvangen.

    Hij was enkel in staat te zeggen: “O, mijn lieve Jezus!” Diep bewogen begon hij bitter te wenen. Maar Jezus sterkte hem echter met de herinnering dat de wil van de Hemelse Vader moest geschieden, en daarom berustte Jozef opnieuw in dit voortuitzicht. Maar zijn hart bleef echter van pijn doordrongen.

    De Goddelijke Jongen wenste om naar Zijn Moeder te gaan, en Jozef ging met Hem mee. Toen ze de kamer binnen gingen waar de allerheiligste Maagd in gebed was verzonken, toonde Jezus zich voor Haar met het Kruis in Zijn hand. Maria had in de geest alles gezien wat er was gebeurd. Ze wiep zich neer en vereerde het Kruis, kuste het als een teken van Haar berusting in de goddelijke wil. Ze offerde Haar Zoon aan de Hemelse Vader, en Zij samen met Hem. Tegelijk heropende het zicht van het Kruis de wonde van Haar moederhart, en Jozef kon enkel bewondering opbrengen voor de standvastigheid, moed en berusting van zijn echtgenote. Ook hij wierp zich neer voor het Kruis, vereerde en kuste het in een geest van totale onderwerping aan de goddelijke beschikkingen.

    Jezus sprak met Maria en Jozef betreffende Zijn uiteindelijk lijden. Hij vertelde hen hoe Hij verlangde naar het lijden om deze taak van de verlossing van de mensheid, die van het allergrootste belang was, tot voltooiing te brengen, en de Wil van de Hemelse Vader te volbrengen. Tot slotte merkte hij op: “Denk er ook aan, mijn geliefden, dat dit alles mij zal opgelegd door Mijn uitverkoren volk, zelfs nadat ze ontelbare gunsten van Mij hebben ontvangen. Het is op deze balk van schaamte dat ze mij zullen laten sterven.” Hij tilde het Kruis op en vervolgde: “en ook temidden van de wreedste marteling. Maar Ik zal zeer bereidwillig mijn leven op een kruis beëindigen om op deze manier en als gevolg ervan de mens te redden.”

    Deze opmerkingen zorgden ervoor dat Jozef bezweek. Maria was Zelf doorboord van intense smart. Ze bezweek niet, maar bleef in volle bezit van Haar krachten om ononderbroken deze smartvolle kwellingen in Haar hart te dragen. De hevige innerlijke smart die Jozef trof, bleef de rest van zijn leven duren, ondanks de bemoediging en steun dat Jezus hem gaf. Hoewel hij niet het lot moest ondergaan om het werkelijk lijden van de Redder te zien, ervaarde hij toch de bitterheid die eraan verbonden was. Door middel van zijn overwegingen over dit lijden die de Redder zou moeten ondergaan, kreeg hij de kans om veel verdiensten te winnen.

    Vandaar dat tijdens zijn werk, Jozefs gedachten dikwijls waren gericht op het kruis waarop zijn Jezus zou moeten sterven. Het deed in hem gevoelens van sympathie, liefde, dankzegging en berusting opwellen. Dikwijls bracht het hem tot een stortvloed van tranen, zodanig dat de planken hout nat werden.

    Wanneer er soms mensen kwamen in de werkplaats om werk te laten uitvoeren, vonden ze Jozef vol verdriet en in tranen. Op hun vraag naar de oorzaak van zijn verdriet, boog hij enkel zijn hoofd en zweeg. Met als resultaat dat ze dachten dat zijn verdriet werd veroorzaakt door zijn armoede en door het feit dat hij in het algemeen niet hoog in aanzien stond. Sommigen poogden hem moed in te spreken en zeiden wat bijkomende inspanningen te leveren in zijn werk om zijn levensstandaard te verhogen. Anderen verkondigden dat hij geen reden had om zo te wenen, omdat hij zo’n liefdevolle en goede Zoon had, die een goede bron van troost was.

    “Ja, dat is heel juist. Mijn Zoon is inderdaad mijn enige troost,” antwoordde Jozef. Maar hun commentaar verhoogde enkel zijn leed, want zijn gedachten dwaalden af naar de martelingen dat zijn liefdevolle Zoon zou moeten ondergaan. Hij zei verder niets zodat ze hem gerust lieten.

    Wanneer Jezus zich soms terugtrok om te spreken met Zijn Hemelse Vader, converseerde Jozef met zijn heilige echtgenote om wat verlichting te krijgen voor zijn met smart overladen hart. Op een van zo’n gelegenheden, weende hij overvloedig en verklaarde: “O mijn geliefde echtgenote! Wat een kostbare zaak zal de verlossing van de mensheid zijn voor onze Jezus! Wat een enorme prijs van lijden zal Hij doorstaan om onze zielen te verlossen en deze van alle mensen! O wat een dankbaarheid verdient zo’n immense gunst! Ik wens mijn leven voor Hem te offeren, en ik verlang naar de kans om al deze kwellingen te dragen dat op Hem worden gelegd. O als dit maar mogelijk was! Wat zou het mij gelukkig maken! Zelfs hoewel mijn lichaam niet het voorrecht zal hebben om deze kwellingen te lijden, zal mijn hart ze ervaren. Mijn hart is zelfs nu onderworpen aan een grote smart. Hoezeer ik zou willen aanwezig zijn op het tijdstip waarop onze Jezus zoveel zal moeten doorstaan, zodat ik ook meer zou kunnen lijden. Maar het lijkt mij dat ik niet genoeg moed en kracht zou hebben om het pijnlijke zicht te verdragen. Het is onwaarschijnlijk dat mijn hart zou blijven functioneren, als het onderworpen wordt aan zo’n kwellingen, en vandaar dat ik verkies te sterven, als dit in overeenstemming zou zijn met Gods goede Wil. Maar Jij, mijn onschuldige echtgenote – hoe zal Jij in staat zijn om zo’n verschrikkelijke kwellingen te verdragen zonder dat iemand Jou bijstaat in Jouw beproeving?”

    Maria troostte Jozef opnieuw en zei: “Lieve Jozef, geloof mij, God zal barmhartig zijn met jou. Hij zal niet toestaan dat je het gruwelijke lijden die onze Jezus te wachten staan, moet zien. Wat echter de schikkingen van God zijn wat ons betreft, we moeten altijd onze wil in overeenstemming brengen met de Zijne.” Jozef knielde neer en boog zijn hoofd tot op de grond als een teken van zijn totale offer aan God, en zijn bereidheid om in Zijn wil te leven in alle omstandigheden.

    Er waren keren dat Jozef duidelijker de immensiteit van lijden voorzag, die zijn Jezus zouden treffen. Hij kon niet eten of slapen, en het leek hem als was hij verteerd door zijn verdriet en hij smolt in zijn tranen. Jezus gaf hem veel bemoediging en troost op deze gelegenheden, streelde hem, en gaf andere uitdrukkingen van Zijn tedere aandacht voor hem. Toch was de pijn nooit volledig uit Jozefs hart. Zelfs wanneer hij anders vreugdevol was, ervaarde hij nog steeds de pijn.

    Het was in dit opzicht gelijkaardig aan wat Maria ervaarde, wiens allerzuiverste hart voortdurend doorboord was met het zwaard van smart, zelfs temidden van enorme troost die Ze genoot door de aanwezigheid van Haar lieve Zoon en Zijn Goddelijke toespraken. Jozef was in dit opzicht net als Haar, en genoot aan de ene kant van de goddelijke gunsten en de kostbare aanwezigheid van Jezus en aan de andere kant onderging hij een angstaanjagend martelaarschap wegens de voortdurende overweging van Zijn lijden, vooral na de gelegenheid waar de Redder duidelijk alles aan hem had geopenbaard.

    Jozef was bedroefd om wat hij las in de H. Schrift over Jezus’ lijden, en waarvoor hij zo’n diep begrip had. Toch had dit niet dezelfde uitwerking als de persoonlijke verklaring van Jezus. God liet toe dat vele teksten uit de H. Schrift die over het lijden van Jezus gingen, onduidelijk bleven voor Jozef omwille van de bijkomende beproevingen die hij zou moeten verdragen. Eens Jozef een bepaalde mate van vrede in zijn hart bereikte en de externe vervolging luwde, werden hem deze teksten duidelijk. Men kan werkelijk zeggen dat zijn leven een voortdurend martelaarschap was en dat het zijn hoogtepunt bereikte nadat hij zich bewust werd van het lijden dat zijn Redder zou moeten ondergaan. Op deze manier was hij in staat om verdiensten te verzamelen voor zijn eeuwig leven.

    Jezus stelde in Zijn kamer het Kruis op dat Hij had gebouwd. Hier trok Hij zich terug in gebed, evenals om te slapen. Jozef ging dikwijls binnen om een bezoekje te brengen, en nam het Kruis in zijn handen en kuste het eerbiedig. Deze praktijk zorgde ervoor dat zijn leed toenam. Het feit dat Jezus het Kruis zelf had gemaakt, zorgde ervoor dat hij nog meer weende en dit feit overwoog. Het louter kijken ernaar bracht een beeld voor zijn ogen van het werkelijke Kruis waarop Jezus de verlossing van de mensheid zou voltooien. Jozef bood ook aan om op een Kruis te sterven, net zoals Jezus, als de Hemelse Vader het zo beschikte.

    Op verschillende gelegenheden gebeurde het dat Jozef de kamer binnenging en Jezus op de grond zag neerliggen voor het Kruis. Jozefs hart was verpletterd door een geweldige pijn, en hij wiep zich neer in tranen, tot Jezus Zelf opstond en naar hem kwam om hem te sterken en bemoedigen.

    Wie kan ooit het leed dat de Moeder van God ervaarde op zo’n tijden begrijpen? Ze hield zeker meer van Haar Goddelijke Zoon dan Jozef. Ze waardeerde en begreep de waardigheid van de Mensgeworden God en het bitter lijden dat Hem te wachten stond. Maria had een meer onwrikbare moed dan Jozef. Vandaar zat Ze probeerde om hem op verschillende manieren te troosten, hoewel Zij zich in een grotere kwelling bevond dat hij. Ze bemiddelde voortdurend om overeenstemming met de wil van God van zijn kant en een moedig beleven van dit alles met zijn smart in geest en hart in het vooruitzicht van toekomstig lijden van de Redder.

    Om wat troost te voorzien voor Jozef en een verzachting van zijn beproevingen, sprak Jezus over de goddelijke perfectie van Zijn Hemelse Vader en van de grandeur van het Paradijs. Jozef luisterde naar deze toespraken met een vreugdevolle waardering, terwijl een levendig verlangen in hem ontbrandde om deze grote zegen te bereiken, waar geen smart meer zou zijn. Met het oog op zijn huidige gevoelens, keerde hij zich tot Jezus en verklaarde: “O, mijn geliefde Jezus! Ik heb een enorm verlangen om spoedig onze God te zien zoals Hij werkelijk is. Maar tegelijk sidder ik bij de gedachte aan het immense lijden dat mijn toekomstig geluk van Jou zal vragen, voor zover ik kan verwachten om het hemelse koninkrijk binnen te komen nadat het werk van verlossing is voltooid.”

    “Dat is inderdaad zo, mijn lieve vader,” antwoordde Jezus. “Zielen zullen enkel ten koste van Mijn pijn en lijden in de eeuwige glorie van het eeuwig paradijs geraken. Maar wees niet zo verdrietig, want zoals je reeds weet, heb ik een vurig verlangen om te lijden, om voor iedereen het eeuwig geluk te verkrijgen. Wat wens Ik vurig dat deze verlossing spoedig zal bereikt worden!”

    Bij deze woorden, wierp Jozef zich op de grond en dankte Hem namens de hele mensheid voor Zijn oneindige liefde en voor de immense zegen die Hij voor iedereen zou verdienen, door middel van Zijn lijden. Hij deed veel van deze plechtige verklaringen namens de mensheid in het algemeen, met het verlangen om eerherstel te bieden voor de individuele tekortkomingen. Hij vertelde Jezus dat hij wenste dat hij alle harten van alle schepselen zou kunnen bezitten, zodat hij hen zou kunnen vullen met dankbaarheid en liefde tegenover hun Verlosser. “Maar sinds het onmogelijk is om de vervulling van deze wens tot stand te brengen, aanvaard mijn oprecht verlangen om dit te doen en dit door Jouw kracht tot stand te brengen. Moge de mensen zich bewust worden van deze grote gunst die Jij voor hen zult verkrijgen, en dat zij op hun beurt, dankbaarheid en liefde betuigen voor Jouw immense liefde.”

    De Redder vertelde Jozef hoe buitengewoon blij Hij was met zijn aspiraties, en hij daardoor meer voor Hem kon doen. Jozef wenste oprecht om een manier om zijn dankbaarheid aan Jezus te manifesteren. Hij poogde op elke mogelijke manier Hem er bewijs van te geven, en zocht altijd te doen wat Hem genoegen deed. Daarom vroeg Jozef aan Maria wat hij kon doen om vreugde aan Jezus te schenken. Zij troostte hem door hem verschillende hints te geven over hoe hij Jezus kon voldoening schenken. Dit maakte Jozef extreem gelukkig, en hij volgde Haar suggesties gretig op. Zijn enige zorg was gewoon om zijn geliefde Redder voldoening te schenken.

    Voorlopig einde.

    18-04-2019 om 16:50 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Witte Donderdag en Goede Vrijdag

    Witte Donderdag : Op Witte Donderdag begint het Triduum Sacrum of Heilig Paasmysterie (lijden, dood en verrijzenis van Christus) dat verder bestaat uit Goede Vrijdag en Stille Zaterdag, die tijdens de paaswake overgaat in het paasfeest.

    Op Witte Donderdag wordt het Laatste Avondmaal van Christus met zijn apostelen en de instelling van de H. Eucharistie door Jezus herdacht.

    De gebeurtenissen staan beschreven in de vier canonieke evangeliën; Mattheüs 26:17-75, Marcus 14:12-72, Lucas 22:7-65, en Johannes 13:1-18:27.

    In de middag van de 14de Nisan, de vastendag voor het Pesach, treffen de discipelen voorbereidingen voor het Pesachmaal. Na zonsondergang breekt de 15de Nisan aan; de eerste dag van het Pesachfeest. Het Pesachmaal houdt Jezus met Zijn discipelen. Tijdens deze maaltijd stelt Hij het Heilig Avondmaal in. Johannes beschrijft hoe Jezus de voeten van alle discipelen wast en hen de opdracht geeft elkaar te helpen en bij te staan. Judas vertrekt hierop en gaat [zo blijkt later] naar het Sanhedrin om hen te helpen Jezus gevangen te nemen. In de nasleep van de maaltijd onderwijst Jezus Zijn discipelen en leert hen het Onze Vader. Vervolgens lopen ze naar de hof van Getsemane, gelegen op de Olijfberg, waar Jezus Zijn discipelen vraagt met Hem te waken. In de hof worstelt Jezus met de zware taak die Hem te wachten staat, waarbij Hij druppels bloed zweet.

    Judas had ondertussen het leger van het Sanhedrin opgehaald en brengt ze naar de hof van Getsemane. Hier verraadt hij Jezus door een kus te geven, waarop Deze wordt gearresteerd en meegenomen. Eerst wordt Hij voor de hogepriester Annas gesteld, dan naar het paleis van Kajafas waarbij een valse getuigenverklaring wordt afgelegd. Hij wordt bespuwd en geslagen. Petrus, die het paleis binnen geglipt is, wordt opgemerkt. Hij ontkomt door te zeggen dat hij Jezus niet kent.

    De term "Witte Donderdag" verwijst naar de gewoonte om alle kruisbeelden en andere beelden met een wit kleed te bedekken, dat na de dienst door een paars kleed wordt vervangen.

    Soms worden in de Passietijd afbeeldingen en beelden bedekt?

    Deze oude Katholieke praktijk stamt uit de tijd waarin de vroegere liturgische kalender waar het Evangelie gelezen werd op de 5de zondag van de Vastentijd (de start van de Passietijd) ons vertelt hoe Jezus Zich verborg voor de Joden wanneer ze probeerden Hem te stenigen. Volgens St Augustinus was het moment wanneer Jezus zich verborg voor de Joden, Christus in feite onzichtbaar door middel van Zijn Goddelijke natuur. Om dit mysterie te duiden worden kruisbeelden en afbeeldingen van Christus bedekt door purperen doeken op de avond voor de start van de Passietijd. Hetzelfde geldt voor de afbeeldingen van de heiligen, omdat als de glorie van de Meester wordt verborgen ook Zijn dienaren zouden verborgen moeten zijn.

    Wat de Passietijd betreft : voor de revisie van de liturgische kalender in 1969 verwees de Passietijd naar de laatste 2 weken van de vastentijd, en begon deze op de 5de zondag van de vastentijd en eindigde op Stille zaterdag. In deze periode herdenkt men de openbaring van Christus’ goddelijkheid en Zijn tocht naar Jeruzalem. In de oude Passietijd van twee weken werden alle beelden bedekt in het paars, op de Passiezondag (5de zondag van de vastenperiode) en bleven ze bedekt tot de Paaswake.

    De liturgische kleur van Witte Donderdag is dan ook wit. De liturgie van Witte Donderdag omvat de voetwassing van twaalf gelovigen door de priester, die Jezus en de apostelen symboliseren. Tijdens de voetwassing zingt men gewoonlijk de hymne Ubi Caritas. Het tabernakel is bij aanvang van de H. Mis leeg en de godslamp daarom gedoofd. Tijdens het Gloria luiden onophoudelijk de klokken en altaarschellen, waarna deze niet meer gebruikt mogen worden tot Pasen. In plaats van de sacristiebellen en de altaarschel wordt de ratel gebruikt. Ook het orgel wordt vanaf dat moment niet meer bespeeld. Het Allerheiligste wordt na de communie in een ciborie naar een zijaltaar, het zogenaamde rustaltaar, gebracht terwijl men het Pange lingua zingt, waarmee de H. Mis is afgelopen. Het altaar wordt ook volledig leeggemaakt. Er is overigens geen wegzending en zegen op het einde van de mis. Het allerheiligst Sacrament wordt enige tijd uitgesteld en de gelovigen blijven nog enige tijd in de kerk om - net als op de Olijfberg - met Jezus te bidden en te waken. De hosties worden bewaard en gecommuniceerd op Goede Vrijdag, omdat op Goede Vrijdag geen consecraties worden gedaan.

    Vooral in de kloosters worden de Donkere metten nog in ere gehouden, een bijzondere viering van de Getijden die alleen tijdens het triduüm gehouden mag worden. Omdat de viering van de instelling van de Eucharistie op deze dag in zekere mate donkergekleurd is door het aankomende lijden en sterven van de Heer, is in de 13e E het feest van Sacramentsdag ingesteld (na de visioenen van de H. Juliana van Cornillon.)

    De pontificale chrismamis, de mis waarin door de bisschop voor het hele jaar de heilige oliën worden gewijd, wordt gelezen op de ochtend of de vooravond van Witte Donderdag.

    Goede Vrijdag

    Van 8 uur : Pilatus veroordeelt Jezus tot de dood (Matt 27:1-2)

    Van 9 uur : Jezus wordt gekruisigd (Marcus 15:25)

    Van 12 uur op de middag : Duisternis bedekt het land (Matt 27:45)

    Op 15 uur : Jezus sterft

    Van 18 uur : Jezus Lichaam wordt in het graf gelegd (Matt 27:57-60)

    Op het einde van Goede Vrijdag

    Johannes 17:19-26

    Niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.

    Goede Vrijdag  Op deze dag wordt de kruisiging en de dood van Jezus op de Calvarieheuvel op de plaats Golgotha (Schedelplaats) bij de stad Jeruzalem herdacht.

    Jezus stierf door de kruisdood, nadat hij door Pontius Pilatus, de Romeinse stadhouder op aandrang van het sanhedrin, de Joodse hoge raad, hiertoe was veroordeeld.

    Heel vroeg in de morgen komen de hogepriesters, oudsten en het hele sanhedrin bij elkaar. Besloten wordt om Jezus ter dood te brengen. Hij wordt geboeid en naar de stadhouder Pilatus gebracht. Die weet zich niet goed raad met de situatie, bedenkt dan dat Jezus oorspronkelijk uit Galilea komt en daardoor onder het recht van Herodes valt. Deze blijkt in de stad te zijn, waarop Jezus naar Herodes gestuurd wordt.

    Herodes drijft de spot met Jezus; hij geeft hem een mantel en stuurt hem als een "nepkoning" terug naar Pilatus. Deze probeert Jezus vrij te laten, door het volk te laten kiezen tussen de moordenaar Barabbas en Jezus. Het volk heeft echter liever de moordenaar vrij. Pilatus laat Jezus geselen. Romeinse soldaten nemen hem mee naar de binnenplaats van het gerechtsgebouw, zetten een doornenkroon op zijn hoofd en doen hem een purperen mantel om. Ze lachen hem uit en slaan hem op zijn hoofd. Pilatus laat hierop Jezus aan het volk zien, maar het wordt niet voldoende geacht; "kruisig hem". Uiteindelijk geeft Pilatus toe aan de wens van het volk en 'wast zijn handen in onschuld'.

    Tussen acht en negen uur 's morgens begint de kruisweg van Jezus. Drie uur later wordt het donker op heel de aarde, tot drie uur 's middags (Mat. 27:45). Dan sterft Jezus, tussen twee misdadigers. De aarde schudt, het voorhangsel in de tempel scheurt van boven naar beneden en talrijke doden staan op om na hun getuigenis terug in hun gaf te verdwijnen.

    Ongeschonden Lam

    In het Oude Testament moest elke dier dat aan God werd geofferd onderzocht worden door de Hogepriester en beoordeeld worden als perfect en zonder gebreken (ongeschonden).

    Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig. (Ex 12:5).

    In het Nieuwe Testament veroordeelde Kajafas, de Hogepriester Jezus van godslastering (Mt 26:25) en zond Hem naar Pontius Pilatus om op de proef gesteld te worden (onderzocht).

    En Pilatus, zei nadat hij Jezus, het Lam van God (Joh 1:29) had onderzocht aan de hogepriesters en de menigte: 'Ik kan in deze man geen enkele schuld ontdekken.' (Luca 23:4) Dan zeiden ze hierop dat Hij een onruststoker was.

    De doornenkroon

    Wanneer God Adam en Eva strafte voor hun ongehoorzaamheid, vervloekte God de grond, en verklaarde dat het altijd “doornen en distels” zou voortbrengen (Gen 3:17-18). Jaren later, nadat God Abraham’s geloof op de proef had gesteld, vond Abraham een ram in een doornstruik.

    Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon. (Gen 22:13)

    En duizenden jaren later, nam Gods Eniggeboren Zoon de vloek op Zich in plaats van de mensheid. Een doornenkroon werd op Zijn Hoofd geplaatst, zoals het ram van weleer.

    Opschrift op het Kruis : INRI

    Dit zijn de initialen voor de Latijnse titel dat Pontius Pilatus had geschreven boven het hoofd van Jezus op het Kruis:

    Iesus Nazarenus Rex Iudeorum (Jezus van Nazareth, de Koning der Joden)

    Tegen de avond gaat Jozef van Arimathea, een lid van het Sanhedrin naar Pilatus en vraagt toestemming om Jezus te begraven. Hij wordt in zijn graf gelegd, dicht bij Golgotha.

    De betekenis van de dood van Jezus en van Goede Vrijdag ligt in het offer dat Jezus heeft gebracht. Zijn dood wordt in het Nieuwe Testament door Paulus en de andere apostelen gezien als een offer (Hebreeën 10:4-10). De brieven van Paulus over de gekruisigde Jezus Christus, zijn 20 tot 30 jaar na de kruisiging geschreven. De offers in het Oude Testament moeten gezien worden als een voorafschaduwing van of vooruitzien naar de dood van Jezus. De geofferde dieren (vooral de lammeren) wezen er al op dat voor betaling van de schuld bloed nodig is. Johannes de Doper heeft Jezus aangewezen als het Lam van God (Johannes 1:29). Door zijn dood heeft Jezus de schuld van de zonde betaald die er eerst was gekomen door Adam en Eva, het eerste mensenpaar. Zij waren God ongehoorzaam geweest en hadden naar satan geluisterd. Door zijn dood en verrijzenis heeft Jezus ook satan overwonnen. Christenen herdenken daarom op Goede Vrijdag de verlossing van de zonde, de verzoening met God de Vader en de overwinning op de satan.

    Hoewel het lijden en sterven van Jezus centraal staan, spreekt de Kerk toch van 'Goede' Vrijdag, om erop te wijzen dat Jezus zichzelf opgeofferd heeft ter verzoening van de zonden. Andere bronnen zeggen echter dat een verbastering van "Gods vrijdag" heeft geleid tot de naam zoals wij hem nu kennen.

    Laatste 7 woorden van Jezus op het Kruis

    Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen. Luc 23:34

    Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn. Luc 23:43

    Dat is uw zoon. En Dat is je moeder. Joh 19:26-27

    Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Mat 27:46 Mar 15:34 Ps 22:2

    Ik heb dorst. Joh 19:28

    Het is volbracht. Joh 19:30

    Vader, in Uw handen leg ik mijn geest. Luc 23:46 Ps 31:6

    (uit Jezus geeft zelf onderricht voor deze tijd deel 3 – Maria Valtorta)

    De uitleg van deze woorden moet gezien worden in het vooruitzicht van de dood. Ook Jezus ging dood op het kruis. Hij kan dus als geen ander een zicht geven op het stervensuur en de dood. Hij weet hoe angstig de mens is voor de dood.

    1. Vader, laat indien mogelijk deze kelk aan Mij voorbijgaan. Matt 26:39 Mar 14:36 Luc 22:42

    Dit was mijn eerste woord van passie die Ik in de Hof van Olijven tot mijn Vader richtte. Het was de voorbereiding op alle andere stappen die tot het ultieme Offer hebben geleid. Het is een smeekbede tot de Schenker van het leven. Het is de berusting in het lot. Het is het gebed, waarin het lichaam gehoorzaamt en de ziel de kans krijgt om zich te vervolmaken.

    Vader ! Dit is het uur waarin de wereld verdwijnt en het andere, onbekende leven en het daarbij horende vonnis dichterbij komt. Op dat moment zoekt de mens God. Hij wil zijn kleine handje in de Zijn hand leggen als een bang en alleen gelaten kind. Gezin, familie, vrienden betekenden voor de stervende alles in zijn leven, zolang de dood ver weg was. Maar nu de dood in de nek van de stervende blaast, verliezen al die gevoelens hun waarde. Ze vervagen in het zicht van de dood. Elke aardse zaak wordt onbelangrijk, en alles aan de andere kant wint aan belang. Bovendien is het bangelijk dichtbij en angst overvalt de stervende. Maar als de dood niet bedroevend en beangstigend zou zijn, dan zou ze ook geen laatste middel tot boetedoening en redding kunnen zijn. De stervende kan en moet dit middel gebruiken in zijn voordeel. Als er geen zonde was, dan zou er ook geen dood bestaan. Ik stierf omdat Ik beladen was met alle Zonden. Ik weet wat sterven is.

    Vader ! Het is het hart van de stervende die God dikwijls als laatste bemint of zelfs niet bemint. Het hart, dat veel meer aandacht schonk aan familie en vrienden dan aan God. Het hart, dat zovele keren zijn liefde gaf aan zaken en personen die deze liefde niet waard waren. Het hart, dat bezit aanbad als god. Zo dikwijls heeft dit hart God vergeten ! God, die dit hart zelfs toeliet om Hem te vergeten ! God gaf het hart de vrijheid om Hem te vergeten en liet maar betijen. Het hart dat God dikwijls bespotte, vervloekte en deed alsof Hij niet bestond.

    En nu op dit stervensuur verschijnt God dan in het menselijk denken. God laat Zijn recht met macht gelden : Ik ben ! En ook op dit moment toont God Zijn barmhartigheid. Om de stervende niet van schrik te doen sterven door het openbaren van Gods Almacht en Glorie, verzacht Hij Zijn Woord. Hij zegt : Ik ben je liefhebbende Vader ! Het is geen verschrikking meer. Het is een gevoel van beschermende liefde. Leg je hand maar in de Zijne ! Door zelf te sterven, begrijp Ik wat sterven is. Ik heb jullie voortdurend geleerd de Allerhoogste, Vader te noemen. Door mijn dood heb Ik jullie geleerd om zonder angst te sterven. In de doodstrijd leer Ik jullie God, Vader noemen.

    Vader ! Mensen, wees niet bang ! Jullie, stervenden, wees niet bang voor God ! Hij is jullie hemelse Vader ! Hij komt je niet met plezier neermaaien, rukt je hart niet uit je lijf en komt niet met een cynisch lachje je op je hoogtepunt van je leven wegmaaien. Hij komt met open armen en zegt : Keer terug naar je thuis. Kom maar uitrusten. Ik zal je overvloedig vergoeden voor wat je achterlaat. Je kunt bij Mij meer doen voor hen die ginds, op aarde, in de miserie en strijd achterblijven. De dood is pijnlijk en triestig. Pijnlijk en triestig om het lichamelijk en geestelijk lijden. Maar het moet lijden zijn om als laatste middel van boetedoening te kunnen dienen. Opkomende nevels brengen angst mee voor de overkant. Deze worden afgewisseld met beleving van liefde. Deze nevels doen de ziel, het verstand en het hart gelijken op een schip die ronddobbert in de storm. Eventjes zijn de kalme zones van vrede zichtbaar in de haven waar je zult aanmeren. Eventjes is er een vrede voelbaar die zo sereen is, dat die een blij en rustig gevoel geeft. Het is alsof men al op voorhand geniet van een vermoeiend werk. Daarna wordt het schip teruggevoerd naar plaatsen waar de storm hen dooreen schudt, hen doet lijden, hun  angst aanjaagt en hen doet weeklagen. Het beeld van de kommervolle wereld verschijnt opnieuw. De situatie die de stervende niet meer in de hand heeft. Het hart ziet terug de familie en de aardse zaken. En samen met de doodsangst brengen ze de verschrikkingen mee van de laatste stap. De vraag : Wat volgt er dan ? De duisternis omhult de stervende, boezemt de stervende angst in en verstikt het licht. De stervende vraagt zich af waar de Hemel is en waarom hij moet sterven. In de keel naar lucht happend : Ik wil niet sterven !

    Lieve mensen, sterven is rechtvaardig ! Sterven is heilig en door God gewild. Schreeuw toch niet zo ! Die kreet komt niet van jullie ziel. Die kreet is jullie zwakheid, jullie Duivel. Jullie verstand dat het niet wil begrijpen. Verander die laffe kreet in een kreet van liefde en vertrouwen : Vader, laat zo mogelijk deze kelk aan mij voorbijgaan ! Zoals de regenboog na de storm, brengt dit vertrouwen licht en rust terug. Richt je blik terug op de Hemel, op de heilige reden van het sterven, op de beloning van het sterven en vooral de terugkeer naar de Vader. Dan zullen jullie begrijpen dat de geest voorrang heeft op het lichaam, omdat de geest eeuwig en bovennatuurlijk is. Spreek dan het woord dat al jullie zonden van opstandigheid vergeeft : Nochtans niet mijn, maar Uw wil geschiede !

    Dit is de vrede en overwinning. Gods engel drukt zich dicht tegen jullie aan en troost jullie, omdat jullie de strijd wonnen. Maak van de dood een triomf door deze voorbereiding te treffen.

    2. Vader, vergeef het hun.

    Dit is het ogenblik waar alle nutteloos gewicht wordt achtergelaten om met meer zekerheid naar God te kunnen vliegen. Enkel genegenheid en goede, geestelijke rijkdom kunnen meegedragen worden. Bovendien sterft geen enkele mens zonder iemand of velen vergiffenis te moeten schenken voor veel daden of intenties om die daden te stellen. Iedere mens moet, als hij sterft, lijden voor een daad van liefdeloosheid, leugen of enig ander nadeel door hemzelf begaan of begaan door familieleden, echtgenoot, echtgenote of vrienden (de levende en de gestorvenen). Dit is het uur van vergeven om zelf vergiffenis te krijgen. Voluit vergeven, niet alleen wrok laten varen, niet alleen de herinnering eraan laten varen. Zelfs de overtuiging dat onze verontwaardiging in een of ander geval juist was, laten varen. Het is het uur van de dood. Tijd, wereld, zaken, genegenheid eindigen, en worden niets meer waard. Eén echte waarde bestaat voortaan : God. En God is Liefde. Het komt er op aan te vergeven. Wie komt tot volmaakte liefde en vergiffenis zal niet meer zeggen : En toch had ik gelijk. Dit loslaten is moeilijk voor een mens. Draag jouw opdracht om vergiffenis te schenken over aan de Vader. Geef jouw vergiffenis in Zijn handen. Aan Hem die volmaakt is en goed. Hij zuivert ze in Zijn liefdesvuur, maakt het tot volmaakte vergiffenis en schenkt ze aan wie ze verdient. Vergiffenis schenken aan levenden en doden. Zelfs aan doden die het lijden veroorzaakten. Hun dood heeft de woede over hun beledigingen veel of zelfs helemaal uitgewist. Maar de herinnering blijft. Zij veroorzaakten lijden en er bleef de herinnering aan dat lijden. Die herinnering stelt altijd een grens aan onze vergiffenis. Maar op het tijdstip van de dood niet meer. Nu staat de dood op het punt alle grenzen voor de geest op te heffen. Stap de eeuwigheid binnen. Wis dus ook deze herinnering uit, die een grens stelt aan vergiffenis. Vergiffenis schenken, zodat de ziel het gewicht en de foltering van de herinnering niet zou moeten dragen. Voordat je de Vredelievende ontmoet, moet je met alle levende, dode en lijdende broeders in vrede kunnen zijn. Vader, vergeef het hun. Degene die vergiffenis vraagt voor zijn broeders, bezit heilige nederigheid en de zoete liefde van gegeven vergiffenis. Ook de vergiffenis die we vragen voor onze eigen schuld tegenover God en de evenmens is er in begrepen. Dit is een daad van liefde. In die liefdesdaad sterven is bereid zijn tot liefde. Zalig degenen die, in de boetedoening voor de hardheid van hun hart en de zonden van toorn en haat, kunnen vergeven.

    3. Ziehier Uw Zoon.

    Ziehier Uw zoon ! Afstand doen van alles wat je dierbaar is. Zichzelf zonder weerstand overgeven aan God. Niet jaloers zijn op degenen die in de wereld blijven. Jullie kunnen alles wat jullie dierbaar is op aarde, toevertrouwen aan God. Alles wat je achterlaat, ook je angsten, ook jullie geest zelf.

    De Vader is dè Vader. Hij heeft de Vaderrol. Leg jullie geest, die terugkeert naar de bron, in Zijn handen. Zeggen : Zie, hier ben ik. Neem me met Je mee, want ik geef me aan Jou. Het is niet onder dwang, maar onder liefde dat ik met Jou meega. Ik geef mij aan Jou. Ik hou als een zoon of dochter van Jou die terugkeert naar zijn of haar vader. Zeggen : Zie, dat zijn mijn dierbaren daar op aarde. Ik geef ze aan Jou. Dat zijn mijn zaken, waar ik op aarde aan gehecht was. Dit zijn de daden die ik gesteld heb. Nu zie ik dat ik slechts een oneindig kleine schakel in het volmaakte organisme van Jouw Voorzienigheid was. Ik presteerde het vaak om als onvolmaakte schakel Uw Volmaakte Organisme te verstoren. Nu de wereld in mijn gezichtsveld aan het verdwijnen is, voel ik hoe onvoldoende en onafgewerkt mijn daden en werken waren ! Hoe schril stak het af tegenover het Goede ! Ik dacht iemand te zijn. Maar het was Jij, de Vooruitziende en Heilige. Jij verbeterde mijn werken en maakte ze nog nuttig. Ik zei wel eens, dat Je mij niet beminde, omdat ik niet slaagde zoals de anderen of alles kreeg zoals de anderen. Degenen die ik benijdde over wat ze waren of wat ze hadden. Nu zie ik de reden in waarom alles gebeurde zoals het gebeurde. Heb medelijden met mij ! Ik geef me nederig over aan Uw Voorzienigheid. Herstel mij van mijn verwaandheid, begeerte en afgunst. Herstel mijn menselijke daden, die Jou vervingen door menselijke zaken en begeerte naar verschillende rijkdommen. Kortom : Neem al het kwade van mij weg !

    4. Denk aan mij.

    Jullie hebben de kelk van de dood aanvaard. Jullie schonken vergiffenis en stonden af wat jullie toebehoorde tot zelfs jullie eigen leven. Jullie zijn voor een groot deel afgestorven aan het menselijk ik en jullie ziel is grotendeels bevrijd van hetgeen onaangenaam is aan God. Jullie stonden aan de Heer jullie arme leven af, de poverste gerechtigheid en de povere menselijke bezittingen. Jullie zijn als Job : wegkwijnend en naakt voor God. Dan pas kunnen jullie zeggen : Denk aan mij.

    Jullie zijn niets meer. Jullie bezitten zelfs jullie zelf niet meer. Jullie zijn als een larve die tot vlinder kan overgaan, of wegteren in de kerker van het lichaam. Jullie zijn slijk dat tot slijk terugkeert of slijk dat zich in een ster verandert. Jullie kiezen of jullie afdalen in de riool van de Duivel, of opstijgen in de liefdesstroom van God. Het laatste uur beslist over het eeuwige leven. Denk daaraan en roep : Denk aan mij !

    God wacht op die kreet van de arme Job, om hem in Zijn Rijk met alle goeds te overstelpen. Voor een Vader is het zoet te vergeven, in te grijpen en te troosten. Hij wacht slechts op die kreet om te zeggen : Zoon, Ik ben bij je. Wees niet bang. Spreek dat woord uit als herstel voor die vele malen dat jullie de Vader hebben vergeten, of hoogmoedig zijn geweest.

    5. Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten ?

    Soms lijkt het alsof de Vader ons in de steek laat. Maar Hij verbergt Zich alleen maar om de boetedoening te vergroten en om zo een grotere vergiffenis te kunnen schenken. De mens is niet in de positie om zich daarover te beklagen, want hoeveel keer heeft hij God alleen gelaten ? Als God hem eventjes op de proef stelt, moet hij dan wanhopen ?

    Hoeveel dingen hebben jullie gekoesterd, die niet met God te maken hadden. Hoe dikwijls waren jullie niet werkloos voor Hem ? Met hoeveel zaken hebben jullie Hem niet afgestoten en verjaagd ? Met alles hebben jullie je hart gevuld en gesloten, bang dat Hij met Zijn komst je luiheid en rust zou verstoren. Bang dat Hij jullie hart zou zuiveren en de dooddoeners zou verdrijven. Zolang jullie gelukkig waren, hadden jullie God niet nodig.

    Ik heb alles al, zeiden jullie, en ik heb het verdiend. En wanneer jullie in het ongeluk vielen, zijn jullie dan voor God gevlucht ? Hebben jullie Hem soms niet de schuld gegeven van jullie ongeluk ?

    Onrechtvaardige kinderen ! Jullie nemen zelf gif in, lopen een doolhof in, dansen op de rand van een afgrond en dan zeggen jullie : God is de schuldige. Gelukkig dat God een heilige Vader is ! Jullie klagen in droevige uren en vergeten Hem in gelukkige uren. Onrechtvaardige kinderen, vol met zonden ! Jullie willen aanspraak maken op een voorkeursbehandeling waarmee zelfs Ik, als Zoon van God, niet werd behandeld in het uur van het Offer. Zeg eens, wie was het meest verlaten ? Het was Ik, Christus, de Onschuldige, die om jullie te redden de totale verlatenheid van God heb aanvaard, na Hem altijd zielsveel te hebben bemind. Jullie, die de naam ‘Christenen’ dragen, hebben de plicht jullie zelf te redden. Voor degenen, die in luie zelfgenoegzaamheid vrezen door Mijn komst gestoord te worden, is geen redding meer mogelijk !

    Volg Christus na, terwijl jullie de kreet ‘Waarom heb Jij mij verlaten, Jij Die weet dat ik zonder Jou niets vermag?' slaken. Het moet op een toon van zachtmoedigheid en nederigheid gevraagd worden en niet van vloek en berisping. Kom goede en liefdevolle Vader, kom mij redden, kom en geef mij de kracht mijzelf te redden want, de dood is vreselijk en de Duivel drijft hem vol list hoger op. Hij fluistert mij toe dat Je niet meer van mij houdt. Vader laat Je voelen, niet om mijn verdiensten, maar juist omdat ik niets ben en geen verdiensten heb. Ik kan niet overwinnen in mijn verlatenheid. Nu besef ik, dat het leven werken voor de Hemel was.
    Er is gezegd : Ongelukkig de verlatenen. Verscheurd en eeuwig ongelukkig zijn zij, die alleen zijn in het uur van de dood, alleen met zichzelf, alleen tegenover Satan en het vlees ! Maar wees niet bang. Indien jullie de Vader roepen, dan zal Hij komen. Roep Hem in alle nederigheid aan en dan zullen jullie je schuldige gevoelloosheid, valse vroomheid en de verlammende ongeregelde liefdes van het eigen ik, uitboeten.

    6. Ik heb dorst.

    De diepe dorst naar hemels water en hemelse dingen komt, wanneer men de ware betekenis van het eeuwig leven begrijpt. Men begrijpt het volledig als het eeuwig leven zich aftekent tegenover het aardse leven. Het verlangen naar welke menselijke dorst ook, is overwonnen, wanneer de zuivering van lijden en dood in heilige gehoorzaamheid is aanvaard. De bovennatuurlijke dorst komt naar boven, wanneer de geest in enkele uren of minuten naar God is toegegroeid. Dorst naar God en dorst naar liefde. Het eindresultaat is op dat moment groter dan in een heel leven bereikt wordt. De dorstige ziel snakt naar liefde. Zoals water dat op de grond viel en terug wolk wil worden in plaats van slijk. De ziel zoekt naar de plaats van haar ontstaan. Nu de vleselijke verpakking bijna is afgelegd, voelt de opgesloten ziel haar oorspronkelijk verblijf en verlangt ernaar met heel haar ‘zijn’. Het is als thuis komen. Het is als een uitgeputte pelgrim, die na jaren afwezigheid, zijn geboorteplaats nadert. Hij verzamelt al zijn krachten om vlugger en met volharding die geboorteplaats te bereiken. Hij maakt zich geen zorgen over al wat er sinds de dag van zijn heengaan allemaal is gebeurd of om het bezit dat hij achterliet. Hij is ervan overtuigd het geluk terug te vinden en er nog meer dan vroeger van te genieten. Hij heeft ervaren, dat het povere dat hij in ballingschap vond, niet gelukkig maakt.

    Ik heb dorst. Dorst naar Jou, mijn God. Om bij Jou te zijn. Om Jou alles te geven. Op de drempel tussen hemel en aarde begrijpt men heel goed wat naastenliefde betekent en hoe ze moet worden beleefd. Er komt een verlangen om God te geven aan hen die op aarde achterblijven. Je wilt die boodschap aan de achterblijvers meedelen. Hen doen inzien wat werkelijk telt. Al de heiligen storten zich in liefde over hen, die nog strijden op aarde om God liefde te geven en Hem te doen beminnen. Zij zijn als zaadjes die dood zijn gegaan om daaruit boom of gewas te kunnen worden.

    Ik heb dorst. Wanneer de ziel de drempel van het Leven bereikt, is er maar één water die de dorst lest namelijk het Levend Water of beter God zelf. Hij is de ware Liefde. De Liefde die de tegenpool is van egoïsme. Egoïsme is bij de rechtvaardigen reeds voor het lichaam gestorven en er heerst alleen nog liefde. Het is die liefde die roept : Ik heb dorst naar Jou en de zielen. Redden, beminnen, sterven om bevrijd, vrij te kunnen beminnen en te redden. Sterven om te worden geboren. Alles verlaten om te bezitten. Alle zoetheid en alle troost weigeren, omdat alles schijn is op aarde. De ziel wil alleen maar zich onderdompelen in de oceaan van de Godheid. Drinken van het water en er zonder dorst te blijven, want de Fontein van het levende Water zal haar hebben ontvangen. Deze dorst ondergaan, dient tot herstel van liefdeloosheid en begeerte.

    7. Alles is volbracht – Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.

    Elke verzaking, alle lijden en beproevingen, strijd, overwinningen en offers : alles. Nu is de tijd gekomen om zich voor te stellen aan God. De tijd die aan de mens is toegestaan om een god te worden en aan Satan om de mens te bekoren is volbracht. Het lijden, de beproeving en de strijd eindigen. Enkel het eindrapport blijft : de liefdevolle zuivering van het vagevuur of het onmiddellijke verblijf in de Hemel. Maar alles wat aards is, samen met de menselijke wil, neemt een einde. Alles is volbracht ! Dat is het woord van de totale berusting of de diepe dankbaarheid om het einde van de beproeving en het brengen van het offer. Degenen die sterven in staat van doodzonde en waarbij duivels uitroepen dat alles is volbracht is, horen natuurlijk niet bij deze groep. Ik spreek hier van berouwvolle zondaars, goede christenen of helden van de deugd. Deze laatsten roepen : Alles is volbracht, het offer is ten einde. Neem mijn sterven aan als mijn uitboeting ! Ontvang het als mijn liefdesoffer !

    Eens gekomen tot de bevrijding van de materie, leggen de stervenden hun geest op Gods boezem neer en zeggen : Vader, in Jouw handen beveel ik mijn geest.

    Kruisweg

    Binnen de Katholieke Kerk vindt op veel plaatsen op Goede Vrijdag om drie uur 's middags de kruisweg plaats, waarbij de lijdensweg van Christus vanaf het gerechtsgebouw (het paleis van de Romeinse procurator Pontius Pilatus) tot op de heuvel Golgotha, plaats van zijn terechtstelling, wordt herdacht. Daarbij wordt bij 14 staties telkens stilgestaan:

    I Jezus wordt ter dood veroordeeld.
    II Jezus neemt het kruis op Zijn schouders.
    III Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.
    IV Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder.
    V Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen.
    VI Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.
    VII Jezus valt voor de tweede maal.
    VIII Jezus troost de wenende vrouwen.
    IX Jezus valt voor de derde maal.
    X Jezus wordt van Zijn klederen beroofd.
    XI Jezus wordt aan het kruis genageld.
    XII Jezus sterft aan het kruis.
    XIII Jezus wordt van het kruis afgenomen.
    XIV Jezus wordt in het graf gelegd.

    Kruishulde

    's Avonds is er een viering met kruisverering. In kerkgebouwen is de godslamp gedoofd omdat het Lichaam van Christus in het tabernakel afwezig is. Het altaar is op deze dag volledig kaal: het kruis, de kandelaren en het altaardwaal zijn verwijderd. De liturgische kleur is rood, een verwijzing naar het lijden en het vergoten bloed van Christus. In het eerste deel van de dienst wordt, net zoals op Palmzondag, het lijdensverhaal van Christus voorgelezen. Daarna wordt er gebeden voor de Kerk, de paus, alle ambtsdragers van de Kerk en gelovigen, de doopleerlingen, de eenheid van de Kerk, het joodse volk, de niet-christenen, de ongelovigen, de gezagsdragers van het land en alle noodlijdenden. Daarna volgt de kruishulde, waarbij het kruis in processie door de kerk wordt gedragen, het kruishout ontbloot en ten slotte vereerd wordt door de gelovigen. Het is in veel kerken gebruikelijk om op Goede Vrijdag tijdens de kruishulde de Improperia uit te voeren. Na de kruishulde volgt een communiedienst. Daarbij worden hosties gebruikt die tijdens de avondmis van Witte Donderdag speciaal voor de communie op Goede Vrijdag zijn geconsacreerd. Goede Vrijdag en Stille Zaterdag zijn immers de enige twee dagen van het jaar waarop er geen mis wordt gevierd. Het altaar is tijdens de communieviering bedekt met dwaal en corporale.

    De Improperia of Beklag Gods is een gezang tijdens de kruisverering in de Latijnse liturgie van Goede Vrijdag. De titel Improperia komt uit het Kerklatijn, en is meervoud van improperium = verwijt, namelijk het verwijt van Christus aan het volk dat hem ter dood bracht.

    Het wordt door het koor gezongen, terwijl de gelovigen het kruis vereren. Na de Improperia wordt het Crux fidelis gezongen. Aanvankelijk werden de Improperia eenstemmig (gregoriaans) getoonzet, maar later werden ze herhaaldelijk meerstemmig gecomponeerd, onder andere door Palestrina (ca. 1525-1594).

    17-04-2019 om 22:50 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geprezen zij Jezus Christus !


    LAUDETUR JESUS CHRISTUS IN SAECULA SAECULORUM.

    AMEN!

    17-04-2019 om 22:10 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 15

    Jezus werkt terug in de werkplaats samen met Jozef

    Een tijd lang bleven Jezus en Zijn Moeder in afzondering en wachtten ze tot de woede van deze mensen, die werd ingegeven door de duivel om Jozef te benijden en te vervolgen, weggeëbd was. Wanneer de rust was teruggekeerd, wenste de Hemelse Vader dat Zijn Eniggeboren Zoon zich vernederde door Zijn diensten aan te bieden aan Jozef in de werkplaats. Jezus was zeer bereidwillig en vertelde Jozef wat de Hemelse Vader van Hem wenste. De Heilige verheugde zich uitermate, want hij had reeds in Egypte ervaren welk een grote zegen het was om te werken in het gezelschap van Jezus.

    Aan de andere kant besefte hij ook zijn eigen onwaardigheid, en hij beschouwde ook de vernedering van de kant van de Gods Zoon. Vandaar wanneer Jezus Zijn bereidheid manifesteerde om hem te helpen in zijn werk, Jozef zich op de grond wierp uit eerbied voor deze beschikkingen van God de Vader, en Hem dankte samen met Jezus. Nadat ze de Goddelijke Lofprijzingen hadden beëindigd, ging Jozef naar zijn werkplaats samen met Jezus.

    Jozefs hart was uiterst vreugdevol met de aanwezigheid van Jezus in zijn werkplaats en hij dacht: “O, wie zou ooit hebben geloofd dat de Mensgeworden Zoon van God zich zo zou vernederen en dat ik dit grote voorrecht zou genieten? Nu zal mijn hart niet langer verdrietig zijn, zelfs al zou ik door de mensen slecht behandeld worden of uitgescholden. Ik zal ondanks alles mijn Trooster aan mijn zijde hebben. Hoe kan enige ontevredenheid mijn ziel binnendringen, terwijl ik nu de zoete smaak van het paradijs ervaar?”

    Hij richtte zich tot Jezus en zei: “ O mijn Jezus, mijn lieve Zoon, Je weet reeds dat mijn verlangen erin bestaat volledig Jou ten dienste te staan, maar de Hemelse Vader heeft het anders beschikt. In gehoorzaamheid aan Hem, zal ik Jou orders geven met betrekking tot de zaken die noodzakelijk zijn. Maar zoals ik reeds heb gezegd, zal ik dit alleen doen met het oog op de vervulling van Gods Wil. Daarnaast bezorgt Jouw nederige dienstbaarheid mij de grootste verlegenheid.” Jezus moedigde daarop Jozef aan zijn eisen vrijelijk te stellen, en volgens zijn eigen verlangens, omdat ze beiden verplicht waren om de plannen van de Hemelse Vader uit te voeren.

    Dit was een enorme opluchting voor Jozef. Al zijn bevelen aan Jezus kaderden in het voornemen om de goddelijke wil uit te voeren. Aan de andere kant stond de Goddelijke jongen altijd klaar om van dienst te zijn, en Hij was zeer aandachtig voor wat van Hem verwacht werd om Jozef te helpen. Hoewel Jezus wist wat Jozef nodig had, voerde Hij zelden taken rechtstreeks uit, omdat Hij wilde bevolen worden door Jozef om dit te doen, en zo nederigheid en onderdanigheid in praktijk te brengen. Tegelijk verstierf Jozef aan zichzelf door in overeenstemming te handelen met de wil van de Hemelse Vader in het geven van orders aan Zijn Zoon. Wanneer Jozef planken, onderdelen, of ander zaken nodig had, deed hij een beroep op Jezus, en Jezus gehoorzaamde hem onmiddellijk. Jezus hielp Jozef in het optillen van de zwaardere planken. Hij veegde in de werkplaats het zaagsel bijeen en plaatste verschillende werktuigen op hun plaats. Hij hielp vooral de werkplaats op orde te stellen.

    Veel buren bemerkten dat Jezus Jozef hielp en werden ertoe geleid een kijkje te gaan nemen. De ongewone aantrekkelijkheid van de Goddelijke Jongen verbaasde hen, en ze verklaarden dat Jozef gezegend was. Degenen die hem hadden benijd en vervolgd, waren nu bevrijd van de hinder en ophitsing van de duivel, en toonden hun spijt. Ze verklaarden: “Ah Jozef, inderdaad, je hebt goed gekozen om elke voorzorg te nemen om zo’n waardige en dierbare Zoon te redden, en God heeft ongetwijfeld het Kind gespaard van de wreedheid van Herodes omdat Hij het verdiende. Het zou een onuitsprekelijke gruweldaad zijn geweest om zo’n aantrekkelijk en liefdevol Kind te doden.” Een aanzienlijk aantal onder hen smeekten Jozef om hen te vergeven voor de onrechtvaardige behandeling dat ze hem eerder hadden betoond. “Je bent inderdaad gezegend om zo’n Zoon te hebben,” verklaarden ze.

    Het was zeer troost gevend voor Jozef zo’n opmerkingen te horen, vooral van degenen die hem eerder hadden vervolgd. Hij was zeer vriendelijk tegen hen, alsof ze hem nooit enige last hadden bezorgd. Ze waren zeer verrast bij de manifestatie van Jozefs deugd, en al hun vroegere wrok veranderde in aantrekkelijkheid. Jozef dankte God oprecht om zijn gebed te hebben verhoord en in Zijn grote Goedheid de harten van zijn vijanden te hebben veranderd.

    Hij sprak tot Jezus: “O mijn dierbare, geliefde Zoon! Wat een immense troost vervult mijn hart als ik degenen zie die Jou hebben vervolgd en die nu bewogen worden door spijt en zich ten goede keren! O wat een kracht gaat er uit van Jouw aanwezigheid, want zelfs de Helse krachten worden gedwongen op afstand te blijven van degenen die ze eerder hebben bekoord en opgehitst! O wat ken Je goed de manier om harten in te palmen met Jouw bevalligheid! Ja, mijn liefste Jezus, Jij bent inderdaad zeer liefdevol en zeer gegeerd!” Jozef was vurig in zijn overweging van Jezus toen hij dit zei, en zijn ziel werd ondergedompeld in een oceaan van zoetheid.

    Later, wanneer ze gingen eten, vertelde Jozef Maria van al de vreugde dat hij nu kende. Ze was verheugd met alles wat hij Haar vertelde en Ze was gelukkig Jozef zo vreugdevol te zien. Ze toonde niet dat Ze in de geest reeds op de hoogte was. Ze dankten samen God en gebruikten dan de maaltijd. Nadat Maria en Jozef enige tijd hadden doorgebracht in geestelijk gesprek met hun geliefde Jezus, gingen Jozef en Jezus terug aan het werk.

    Jozef was wat verontrust wegens het feit dat door Jezus mee te nemen, Maria Zijn aanwezigheid zou moeten missen, en daarom had hij het erover met Maria. Maar Ze gaf hem de raad zich er niet druk over te maken, omdat Zij altijd Haar geluk vond in het vervullen van de Goddelijke Wil. Jozef voelde zich opgelucht toen hij terug naar de werkplaats ging. De mensen praatten over de majestueuze en vriendelijke houding van Jezus, van Zijn wellevendheid en van de diepe liefde waarmee Hij iedereen ontving. Vandaar dat er veel mensen enkel naar daar gingen om Hem te zien. Hoewel ze enkel uit nieuwsgierigheid handelden, werden ze desondanks gesticht en getroost. Jezus richtte Zijn smeekbeden tot de Hemelse Vader en verkreeg voor elk van hen vele genaden, hoewel ze er zich niet van bewust waren.

    Het grote aantal mensen die in het begin een bezoek kwamen brengen, hinderden enigszins Jozefs plezier van de aanbiddelijke aanwezigheid van zijn geliefde Jezus. Toch klaagde hij nooit. Zijn liefde voor zijn naaste was zodanig dat hij zich verheugde over het feit dat anderen troost ontvingen. Hij was bereid om zich volledig de aanwezigheid van Jezus te ontzeggen om anderen het voorrecht te geven en hen te voorzien van spirituele troost, als de Hemelse Vader het wenste. Zo was zijn overeenstemming met de Goddelijke Wil.

    Eens, wanneer Jozef alleen was met Jezus, maakte hij Hem kenbaar hoe verheugd hij was wanneer zijn buren gunsten verkregen voor hun ziel. Vandaar dat hij het bezoek van deze mensen verwelkomde en tevreden was om zijn eigen troost op te offeren zodat ze Zijn gezelschap konden genieten, en dat als gevolg ervan Hij meer bekend en geliefd zou worden door hen.

    Er waren er velen die van de gelegenheid gebruik maakten om Jezus te zien, door werk aan Jozef te geven. De Heilige had zo de mogelijkheid om in zijn levensonderhoud te voorzien. Omdat hij niet het hart had om  werk te weigeren, werkte hij nog harder om alles op tijd af te krijgen. Hij bleef zich ook tevreden stellen met elke vergoeding dat de klant hem vrij aanbood.

    Hij uitte nooit een klacht, hoewel sommige gewetenloze mensen weinig betaalden. Hij sloeg zijn ogen neer als hij hun betaling accepteerde. Hij behield enkel van zijn ontvangen geld het noodzakelijke voor hun levensonderhoud. De rest verdeelde hij aan de armen. Het was zijn genoegen te werken om aalmoezen aan bedelaars te kunnen geven. Natuurlijk ontvingen Jezus en Maria veel voldoening hiervan.

    Ondanks alle werk bleef Jozef dagelijks zijn Goddelijke Lofprijzingen bidden en zich persoonlijk onderhouden met God. Hoewel hij de druk van zijn werk intens voelde, zegende God zijn inspanningen, en hij bereikte meer dan andere mensen uit zijn stiel. Hij had ook de Koning en Heerser van al de engelen bij zich en het was vanzelfsprekend dat de engelen het niet beneden hun waardigheid achtten om nu en dan hun steun te verlenen, als de gelegenheid het verlangde, om de mensen tevreden te stellen die hun artikelen snel klaar wilden hebben.

    Op deze manier was de heilige Jozef in staat om iedereen tevreden te stellen. Hij was dankbaar voor deze grote gunst die God hem verleende en hij voelde zich onwaardig. Hij drukte zijn dankbaarheid tegenover Hem uit en bij elke kans oefende hij de mooie deugd van nederigheid uit, wat God zo aangenaam was.

    17-04-2019 om 13:54 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 14

    Vervolgingen door Jozef doorstaan in Nazareth en zijn geduld

    De duivelse demon was razend op de voorspoed van Jozef. De grillige draak maakte nu gebruik  van verschillende individuen die een antagonistische houding hadden tegenover de Heilige. Hij wekte een gevoel van bitterheid en intense nijd op tegen Jozef, omdat hij in staat was geweest om zijn Zoon te redden, terwijl zij hun zoon hadden verloren. “We werden allen beroofd van onze onschuldige zonen door Herodes’ tirannie, terwijl hij alleen in staat was om zijn Zoon te redden,” zeiden ze onder zichzelf. Ze konden het gewoon niet verdragen om herinnerd te worden aan Jozef’s geluk.

    Ze wisten gewoon geen betere manier om lucht te geven aan hun droefheid en kwelden hem door middel van hun scherpe verwijten. Ze vielen hem lastig in het dorp en verweten hem zijn “kwaadaardigheid” (dat was hoe ze zijn aandacht en zorg inschatten) door te beweren: “Jij heb een hatelijke zaak gepleegd! Terwijl je altijd deed uitschijnen een zeer eenvoudige man te zijn, was je sluw genoeg om te vluchten, vooraleer Herodes’ besluit je zou kunnen treffen. Misschien was het de duivel zelf, die je die informatie gaf om voldoende tijd te hebben om te vluchten vooraleer de onrechtvaardige moord van onze kinderen plaats vond! Je bent uiterst verachtelijk, erger nog dan Herodes, want je wist van het besluit en toch informeerde je niemand, en gebruikte je jouw geheime kennis alleen voor eigen voordeel. Maar God zal je wel straffen, egoïstisch schepsel! Hij zal ervoor zorgen dat jouw Zoon ook zal omkomen net zoals de onze zijn omgekomen.”

    Hun razernij was zo intens toen ze hun opmerkingen deden, dat het leek alsof ze zochten om hun woorden zoals pijlen op hem af te schieten. De Heilige boog zijn hoofd en zweeg. Dit bevestigde enkel hun ongoddelijk oordeel, en zorgde dat ze uitriepen: “Ah, jij bent een hypocriet! Je zegt niets omdat je zeer goed weet dat je een kwaadaardige daad hebt begaan. Het is genoeg! Je zal de straf betalen! Jouw Zoon zal ook sterven! We zullen een manier vinden om Hem te doden! Het is niet eerlijk dat jouw Zoon zou leven, terwijl al onze zonen hun leven moesten opofferen.”

    O, wat teisterden deze beschuldigingen Jozef’s hart! Hij wist niet goed wat te zeggen. Uiteindelijk verklaarde hij: “Waarom zijn jullie zo woedend op mijn onschuldige Zoon? Werk jullie woede op mij uit, als jullie iets tegen mij te hebben, maar breng mijn Zoon geen schade toe. Hij is volledig onschuldig.” Daarop reageerden ze nog heftiger: “Ook jouw Zoon moet afgeslacht worden, net zoals onze zonen werden afgeslacht.”

    Hoewel hij zeer getroffen was door hun opmerkingen, sprak Jozef openhartig tot hen: “Enkel wat God wenst te laten gebeuren, zal gebeuren-niets anders. Hij heeft het leven van Jezus in het verleden veilig gesteld, en Hij zal dit opnieuw doen in de toekomst.”

    Gepikeerd vroegen ze hem hoe hij kon beweren dat God het leven van zijn Zoon had gered, terwijl het eigenlijk door zijn kwaadaardigheid en sluwheid was dat dit tot stand was gekomen. Jozef onderwierp zich geduldig en in stilte aan hun verwijten. Dit was olie op het vuur en ze gingen nog meer tekeer. Jozef ging terug naar huis, vervuld van smart en ellende. Het was niet omwille van angst of ongeluk, maar omdat hij zag dat zijn God zo zwaar werd beledigd. Hij was ervan overtuigd dat God Zijn Eniggeboren Zoon zeker zou beschermen en Hem bevrijden van de woede van zijn vijanden.

    Jezus en Maria waren aan het wachten op Jozef. Ze waren zich beiden bewust van al wat er was gebeurd en Ze wensten om hem te troosten en bemoedigen. Als Jozef Jezus zag begon hij te wenen. Jezus verwelkomde hem met buitengewone tedere liefde en zei: “Wees niet bang, lieve vader. De duivelse monsters zijn vertoornd tegen jou, maar ze zullen niet in staat zijn om je te treffen. Onderga gewoon deze vervolgingen met geduld, want je zal grote verdiensten verkrijgen en je zal ervoor zorgen dat je bijkomende gunsten en genaden verkrijgt van Mijn Hemelse Vader.” Ook Maria bemoedigde Jozef op gelijkaardige wijze.

    Met vernieuwde moed, verklaarde Jozef Hen zijn onverschrokkenheid met betrekking tot elke eventualiteit, en zijn enige zorg op dat moment waren de beledigingen van deze mensen tegen de Hemelse Vader. Hij smeekte Jezus en de Moeder van God om deze ongelukkigen aan de barmhartigheid van de Vader aan te bevelen, omdat ze werden opgehitst door de duivel. Hij wilde dat ze hun ongerechtigheid zouden erkennen en hun leven beteren. Jezus en Maria smeekten samen met Jozef de Hemelse Vader dat op grond van Zijn grote mildheid, Hij deze misleide zielen zou verlichting schenken. Daarna vertelde Jozef alles wat deze mensen hem hadden gezegd en hij nam zich voor het huis eventjes niet meer te verlaten, om hen niet nog een gelegenheid te bieden om hem te verwijten, en zo God te beledigen.

    Dit bleek niet te baten, omdat sommigen buren waren bezweken onder de ophitsing van de duivel en zowel Jozef als Maria benijdden, omdat zij het leven van hun Zoon hadden kunnen redden. Ze herinnerden zich ook hoe zij in het geheim waren gevlucht, zonder iemand te informeren. Met als gevolg dat deze mensen zich zeer uitdagend gedroegen, en hen verschillende keren uitscholden. De H. Familie doorstond dit alles met een onovertroffen geduld. Jozef nam zijn toevlucht tot Jezus: “O mijn dierbare, lieve Zoon! Is het mogelijk dat beproevingen ons herhaaldelijk treffen? Ik geloofde dat Jij hartelijk zou ontvangen worden door onze dorpelingen, maar nu zie ik dat je benijd wordt en vervolgd. Ik had gehoopt op een vredevol en vreugdevol samenzijn met Jou, maar nu zie ik een nieuwe verdrukking opkomen.”

    Jezus herinnerde Jozef eraan dat het geen tijd was voor rust en troost, maar dat het zeer passend was altijd beproevingen te doorstaan. Enkel in het hemelse thuisland zou hij de volle troost krijgen. God de Vader had beschikt dat Jozef gedurende zijn leven hier op aarde altijd een of ander kwelling zou moeten ondergaan, om zijn trouw en liefde te bewijzen. De heilige Jozef boog zijn hoofd als reactie hierop en aanvaardde de goddelijke wil met totale overgave.

    Het was zelfs zo dat een aantal van deze mensen Jozef zelfs verwijten maakten in zijn eigen werkplaats. Hij besefte dat de nijd die ze hem toedroegen hen niet zou toelaten dat ze in vrede met hem leefden. Met als gevolg dat kort na hun thuiskomst, Jozef Jezus verborgen hield zodat Hij deze klachten en beschuldigingen niet zou horen. Hij vreesde dat ze Jezus zouden verdriet doen, en dit zou voor hem nog een grotere kwelling betekenen.

    Op een andere gelegenheid, wenste God Jozefs deugd nog meer te beproeven, om hem nog een grotere verdienste te kunnen schenken. Hij liet toe dat hij gekweld werd, maar zonder hem enige troost te schenken. Hij liet hem dubbel afzien. Nadat hij verschrikkelijk werd beschuldigd door zijn vijanden, zocht Jozef troost in de aanwezigheid van Jezus en Maria. Maar Maria had zich teruggetrokken in Haar kamer en Jezus bevond zich in een extreme terughoudende en grimmige houding.

    Een diep leed doordrong Jozefs ziel. Hij boog zijn hoofd en keerde verdrietig en bezorgd naar zijn werkplaats terug, waar hij ontroostbaar weende, want hij geloofde dat hij de oorzaak was van Jezus’ terughoudendheid. “Oh, mijn dierbare, geliefde Jezus,” mompelde hij, “miserabele ellendeling dat ik ben, wat kwaad heb ik nu gedaan om Jou in zo’n terughoudendheid te zien tegenover mij? Oh, ongelukkig schepsel dat ik ben, als ik Jou, de bron van al mijn troost en vreugde, inderdaad heb beledigd, waar zal ik dan kracht en vrede vinden? Wat kan ik doen- wat kan ik zeggen- om Jou, mijn Jezus, te sussen?”

    Hij verhief zijn geest tot de Hemelse Vader, en riep uit: “O Vader van Barmhartigheid, kijk neer met medelijden op mijn miserie. Als het Uw wil is dat uw onwaardige dienaar moet gekweld en verdrukt worden en zonder enige opluchting blijft, dan zal ik het met berusting aanvaarden. Als het deel uitmaakt van Uw plan dat ik de rest van mijn leven moet doorbrengen in zo’n omstandigheden, dan onderwerp ik mij met berusting, opdat er geen schuld van zonde in mij aanwezig zou zijn. Vandaar smeek ik U, mijn God, om Uw meest onwaardige dienaar te kwellen en te straffen, en om elke troost weg te nemen, om toe te laten dat ik U nooit beledig! Moge al het ongeluk van de wereld mij hier beneden treffen, als Ik maar nooit, zelfs niet in de minste mate, U onaangenaam ben, O Goddelijke Majesteit, die alle liefde en aanbidding waardig bent!”

    Als Jozef deze oproepen deed tot de Hemelse Vader, voelde hij zijn zwaarmoedig hart lichter worden. Hij merkte dat hij innerlijk gesterkt werd. Maar zijn ziel was nog steeds doordrongen van leed wanneer hij dacht aan Jezus’ grimmige uitdrukking. Hij dacht dat Maria nu ongetwijfeld een gelijkaardige houding zou aannemen tegenover hem. “Ah, Jozef,” dacht hij, “tot wie ga je nu je richten om steun te krijgen? Er is nu niemand van wie je enige hulp kunt verwachten. Zelfs je God, die de enige is die op dit moment je kan troosten, moet zeker boos op je zijn, omdat Jezus, Zijn Mensgeworden Zoon, en ook Maria zich zo gedragen.”

    Jozef was zo verdrietig en door kwellingen getroffen, dat hij niet wist wat hij moest doen. Hij voelde plotseling de drang om naar Jezus terug te keren om Hem vergeving te vragen voor welke belediging hij ook had gedaan, maar iets hield hem tegen. Pas toen hij een geweldige drang voelde, wilde hij toch naar Jezus gaan. Hij wilde zich vol vertrouwen en vol hoop aan de voeten van zijn geliefde Jezus werpen. Toen hij dit van plan was, vond hij echter Jezus die naar hem kwam in een liefdevolle omhelzing. O wat vond Jozef troost op dat moment. Wie kan het geluk en uitbundigheid van zijn hart bevatten? Jezus was de eerste die sprak: “Verheug je, lieve vader, want je hebt Mij nooit beledigd, en Ik heb de grootste liefde voor jou.”

    “O mijn lieve Zoon,” antwoordde de gelukkige Jozef, “mijn ziel was zo zwaar van bezorgdheid, maar nu dat ik Jouw vreugdevolle gezicht zie, is mijn ziel terug opgetogen. Je weet waarom ik bang was. Nu dat Je mij hebt verzekerd dat ik Jou niet heb beledigd, verkeert mijn hart in vrede.”

    “Mijn lieve Jozef, je mag je inderdaad verheugen,” herhaalde Jezus, “want je hebt mij en de Hemelse Vader veel voldoening gegeven door jouw beproevingen te verdragen. Daarom verkrijg je grote verdienste door je in alle dingen te schikken naar de goddelijke wil.” Toen Hij dit zei, nam Jezus Jozef bij de hand en samen gingen ze naar Maria, die op de komst van Jozef wachtte.

    Jozef kreeg nog een grote troost door wat Maria hem zei, en hij vernederde zich om zo’n grote liefde te ontvangen, en achtte zich onwaardig voor zo’n zegeningen. Hij weende van geluk, en smeekte Jezus en zijn heilige echtgenote om God de Vader te danken voor hetgeen Hij hem voortdurend in Zijn vrijgevigheid schonk, en hij verklaarde zijn totale onwaardigheid. Jezus en Maria gehoorzaamden onmiddellijk en dankten en prezen de Vader namens Jozef. Dit was zeer aangenaam voor Jozef en hij manifesteerde zijn dankbaarheid tegenover Hen. Ze streelden hem met liefde en moedigden hem aan om elke beproeving moedig te dragen. De Heilige keerde naar zijn werkzaamheden terug, en was volledig gerustgesteld en tevreden. Hij prees God en dankte Hem vurig voor alles wat Hij toeliet te gebeuren voor het welzijn van zijn ziel. Als hij de vele genaden overwoog die hij had ontvangen, verbaasde hij zich er nog meer over en samen met de drie jongelingen van Babylon in de H. Schrift die machtig God prezen, aanriep hij opnieuw de hele schepping om de Schepper lof te prijzen.

    Zijn ziel werd zo volledig ondergedompeld in God dat zelfs zijn werk geen hindernis was. Zijn geest was voortdurend opgenomen in gebed, lofprijzing, dankzegging, smeekgebed of liefdevol offer. Wegens zijn voortdurend verblijf in Gods liefde en voortdurende aandacht aan Hem, gebeurde het dikwijls dat hij een nauwkeurig en precies werk had uitgevoerd zonder het te beseffen. Terwijl zijn lichaam het druk had met zijn bezigheden, vond zijn ziel genot in het liefste en hoogste Goed. Jozef bezat hiermee een bijzondere genade en hij toonde zijn diepste dankbaarheid tegenover God.

    Net zoals voorheen, gebeurde het dat bepaalde individuen die niets te doen hadden, naar Jozefs werkplaats kwamen om te babbelen, en volledig onopgemerkt bleven door hem. Jozef werd door hen aanzien als een dwaas. Toen dit bekend werd, dankte hij God dat deze mensen hem als een zwakzinnige zagen. Het deed hem plezier in zijn nederigheid, door niemand hoog in aanzien gesteld te worden. Hij aanzag deze beledigende mensen als goedgunstige mensen. Dit was werkelijke een gelegenheid van grote verdienste voor hem, en hij kon zo zijn ziel verrijken met onvergankelijke schatten.

    Vandaar dat hij veel voor hen bad en wanneer hij door hen werd lastig gevallen en slecht werd behandeld, toonde hij hen een nog blijer gezicht dan gewoonlijk. Hij groette hen beleefd en in zijn hart wenste hij hen enkel alle goeds. Hij was in staat om voor hen vele genaden voor hun ziel te verkrijgen door zijn gedrag, wat zodanig aangenaam was voor God, dat Hij hem onmiddellijk alles verleende wat hij vroeg. Het besef dat hij God een grote voldoening schonk, stelde Jozef in staat om met een grote zielsvreugde de deugd in praktijk te brengen.

    Zelfs onder degenen die hem goedgezind waren, moest Jozef een groot deel van minachting aanvaardden. Hun commentaar was goed bedoeld, want ze waarschuwden hem niet nog langer in andere steden rond te lopen zoals hij eerder had gedaan. Anderen lachten hem uit en noemden hem een landloper en beschuldigden hem er bovendien van niets te betekenen omdat hij zijn echtgenote zo ver weg van huis had meegenomen. Ze verklaarden dat Zij, die zo wijs was, zo gedistingeerd, en zo lief, enkel zou blootgesteld worden aan verdere laster. Daarom zou hij zich permanent moeten vestigen in Nazareth. Daardoor zou hij aanzienlijk ervaring opdoen, verklaarden ze, en zou hij zeker een man met rijpheid worden!

    Deze opmerkingen drongen dip in Jozefs ziel. Om zijn geheim niet te onthullen, was hij genoodzaakt om te zwijgen en zich schuldig te bevinden aan deze beschuldigingen, en als een onverantwoordelijke persoon te worden aanzien. Zijn gezicht werd rood van schaamte als hij deze mensen dankte voor hun goede wil en smeekte hen om aan zijn arm begripsvermogen tegemoet te komen. Binnen zijn hart offerde hij alles op aan God en verklaarde hij zich klaar om veel meer te lijden uit liefde voor Hem. “Voor zover ik zo gezegend en begunstigd werd door U, o mijn God,” weende hij, “is het passend dat ik geminacht word door de mensen. Bovendien is het genoeg voor ij om in staat te zijn U te behagen en om U goddelijke wil te volbrengen. Zie, ik ben zelfs bereid om mijn geboorteland opnieuw te verlaten als U het zou wensen! Ik zou met blijheid mij opnieuw onderwerpen, niet alleen aan al de pijn en ontberingen, maar ook aan al het misbruik en laster van de mensen die een foute interpretatie hebben van mijn daden.”

    Jozef was ten allen tijde klaar om de goddelijke wil tot uitvoer te brengen in alles. Voor hem was het synoniem met vrede, een vrede dat hij zo overvloedig vond in het vervullen van zijn eisen.

    Wanneer Jozef terug thuis kwam na een van zo’n gelegenheden, streelde de jonge Jezus hem uitgebreid en vertelde hem hoezee Hij zich met hem verheugde over de verdienste die hij had verkregen en de voldoening die hij de Hemelse Vader gaf. Hij deed dit zonder enige communicatie van Jozef over de onaangenaamheden die hij had ervaren.

    Jozef smeekte Jezus, op grond van Zijn goedheid, de Hemelse Vader te danken voor de liefde dat Hij hem betoonde, en dat Zijn Vader de kleinigheden zou aanvaarden dat hij had doorstaan uit liefde voor Hem. Hij bood ook vrijelijk aan om nog meer te verdragen, als de Hemelse Vader grotere beproevingen wilde opleggen.

    17-04-2019 om 03:44 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige woensdag : Judas, de verrader

    Heilige woensdag : Judas, de verrader – uit: www.gotquestions.org

    In de Hebreeuwse cultuur waren 30 zilverstukken niet veel geld. Het was in feite het exacte bedrag dat aan de meester van een slaaf werd betaald als en wanneer zijn slaaf werd doorboord door een os.

    Exodus 21:32 : Stoot de stier een slaaf of een slavin, dan moet de eigenaar aan de meester dertig zilveren sikkels betalen en moet de stier gestenigd worden. 

    De dood van een slaaf werd gecompenseerd door de 30 zilverstukken. Er zijn twee andere plaatsen in de Bijbel die in het bijzonder het bedrag van dertig zilverstukken vermelden, en ze worden rechtstreeks hiermee in verband gebracht. De eerste tekst is te vinden in Zacharias, die een profetie bevat dat later vervuld wordt in Mattheus.

    Zacharias 11:4-14 : Zo spreekt Jahwe, mijn God: Weid de schapen die voor de slacht bestemd zijn. Hun kopers slachten hen en worden er niet voor gestraft. Hun verkopers zeggen: 'Gezegend zij Jahwe, ik ben er rijk van geworden!' Hun herders ontzien hen niet. Ik zelf zal de bewoners van het land niet meer ontzien - zo luidt de godsspraak van Jahwe -. Ik lever die mensen over, een ieder aan zijn buurman en aan zijn koning; die zullen het land slaan en Ik bevrijd het niet uit hun handen. Zo ging ik de schapen van de veehandelaars weiden, die voor de slacht bestemd waren. Ik nam twee herdersstaven - de ene noemde ik Gunst, de ander noemde ik Eenheid - en ik ging de kudde weiden. In een maand liet ik de drie herders verdwijnen, omdat ik mijn geduld met hen verloor en omdat zij ook van mij een afkeer hadden. Daarom sprak ik: Ik weid u niet meer; laat sterven wat sterven moet, laat verdwijnen wat moet verdwijnen en laat de overblijvenden elkaars vlees maar verslinden. Toen nam ik mijn staf Gunst en ik brak hem aan stukken om zo mijn verbond te verbreken, dat ik met al deze volken gesloten had. Het werd diezelfde dag verbroken en de veehandelaars, die op mij letten, begrepen dat dit een woord van Jahwe was. En ik zei tot hen: 'Als het u goed dunkt, geef mij dan mijn loon; vindt u het niet goed, dan moet u het maar laten.' En zij telden mijn loon uit, 30 zilverstukken. Maar Jahwe zei tot mij: 'Werp hem maar voor de smelter, die fraaie prijs, waarop Ik door hen geschat ben.' Ik nam dus de 30 zilverstukken en wierp ze in het huis van Jahwe, voor de pottenbakker. Daarop brak ik mijn tweede staf aan stukken, de staf Eenheid, om de broederschap tussen Juda en Israël te verbreken. 

    Het is een beschrijving van een vreemde episode in het leven van Zacharias. God had de profeet Zacharias de herdersrol laten spelen voor een kudden dat gedoemd was om te slachten. God gebruikte dit om een profetisch oordeel tegen Israël te illustreren omdat ze Christus kruisigen, en hier wordt de val van Israël in 70 n. Chr. voorspeld en het verspreiden van de natie (de diaspora). Er zijn verschillende elementen in deze tekst die een profetische verwijzing zijn naar Jezus.

    1 Zacharias zegt dat hij zich ontdaan heeft van de drie herders van de vervloekte kudde (vers 8). De drie herders zijn waarschijnlijk een verwijzing naar de drie religieuze rangen gedurende Jezus’ tijd die Jezus veroordeelden: de ouderen, de schriftgeleerden en de hogepriesters.

    Mattheus 16:21 : Van dat ogenblik af begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen. 

    2 Zacharias breekt zijn twee herdersstaffen. De ene wordt Gunst genoemd en wordt gebroken om het breken van het Verbond met Mozes aan te duiden, door het ongehoorzaam volk en God zet Zijn gunstregime en Goddelijke voorziening opzij om toe te laten dat het oordeel komt over hen. De tweede staf wordt gebroken om het opbreken en verspreiden van de natie door de Romeinen aan te duiden.

    Een andere profetische verwijzing wordt gevonden in de 30 zilverstukken die aan Zacharias werden gegeven na zijn werk als herder. Hij ging naar degenen voor wie hij werkte en vroeg hen om hem te betalen voor wat ze dachten dat hij waard was. Ze gaven hem 30 zilverstukken, wat hij sarcastisch een ‘fraaie prijs’ noemt, omdat het zo’n kleine bedraag was- de prijs dat men betaalt voor de accidentele dood van een slaaf. De werkgevers wilden Zacharias beledigen met dit bedrag. Op Zijn beurt zegt God aan Zacharias ‘werp het maar naar de pottenbakker’, en Zacharias gooide het geld in het huis van de Heer om aan de pottenbakker te geven.

    Deze acties zijn een heel accurate en gedetailleerde profetie, want wanneer Judas Iskariot onderhandelde met de leiders van Israël om de Heer Jezus te verraden, vroeg hij “Wat wilt ge mij geven als ik Hem u in handen speel?”. De moorddadige groep betaalde hem 30 zilverstukken. Dat beschouwden ze als de waarde van Jezus.

    Mattheus 26:14-16 : Hierop ging een van de twaalf, Judas Iskariot geheten, naar de hogepriester en zei: “Wat wilt ge mij geven als ik Hem u in handen speel?” Zij betaalden hem dertig zilverlingen uit. En van toen af zocht hij een gunstige gelegenheid om Hem over te leveren.

    Toen Judas overweldigd was door schuld omwille van het verraad van Jezus, en het vervullen van de profetie van Zacharias, gooide hij de 30 zilverstukken in de tempel.

    Mattheus 27:3-10 : Toen Judas, zijn verrader, zag dat Jezus veroordeeld was, kreeg hij wroeging en bracht de dertig zilverlingen terug bij de hogepriesters en ouderlingen met de woorden: “Ik heb misdaan door onschuldig bloed te verraden.” Maar zij antwoordden: “Wat gaat dat ons aan? Dat is uw zaak.” Toen gooide hij de zilverlingen in de tempel en liep weg. Hij ging heen en verhing zich. De hogepriesters raapten de geldstukken op en zeiden: “Wij mogen die niet bij de tempelschat doen, wat het is bloedgeld.” En zij besloten er het land van de pottenbakker mee te kopen om daar de vreemdelingen te begraven. Daarom kreeg dit stuk land de naam van Bloedakker en zo heet het nog. Aldus ging in vervulling wat de profeet Jeremia (noot: het is Zacharias die dit gezegd heeft) gezegd had: Zij namen de dertig zilverlingen, de prijs waarop Hij geschat is, geschat is door zonen van Israël, en gaven die voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heer mij opgedragen had.

    De Joodse leiders gebruikten de 30 zilverstukken om een veld van een pottenbakker te kopen, net zoals Zacharias had voorspeld. Het was op dat veld dat Judas zich verhing.

    16-04-2019 om 22:18 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WAARSCHUWING : BOODSCHAPPEN VAN SULEMA (9)

    Ik ben Liefde, Ik ben Barmhartigheid en op deze grote dag van de verlichting van het geweten, de waarschuwing, kom Ik als Koning van de Liefde, als Koning van Barmhartigheid. Jullie zullen jezelf zien vanuit Mijn oogpunt, en jullie zullen begrijpen waar jullie keuze je heeft gebracht. Want elke keuze heeft een gevolg, daar leiden jullie zonden toe: ofwel naar het vagevuur, ofwel naar de Hel.

    73 Jezus : Ik kom niet om jullie angst aan te jagen, Ik kom jullie waarschuwen, jullie zeggen: word wakker.

    Kom, Mijn kinderen, aan de voet van het Tabernakel en daar zullen jullie je Jezus vinden. Het is door Liefde dat Ik de grootste eenzame ben geworden, gevangene van Liefde, want Ik heb dorst naar Liefde. Mijn Hart werd doorboord omwille van de Liefde, omdat Ik deze oceaan van Liefde en Barmhartigheid niet meer kon bevatten. Kom naar Mij, geef Mij jullie zorgen, jullie angsten, jullie ziekten en jullie twijfels. De twijfels komen niet van Mij, als jullie twijfelen aan Mijn vergeving op het moment waar Mijn priesters de absolutie geven, herinner jullie dan dat Ik het ben die jullie zegen, en dat Ik jullie zonden vergeet als jullie komen met een hart vol berouw.

    Jullie moeten je voorbereiden om naar het Sacrament van de Biecht te gaan. De wereld laat jullie geloven dat de zonde niet meer bestaat, maar Ik zeg jullie: kijk rond jullie, alles wordt toegelaten, het kwaad is goed geworden en het goede is het kwaad geworden. Men spot met de Sacramenten. Nochtans heb Ik jullie onderwezen, heb Ik jullie gevraagd om jullie te bekeren. Bekeer jullie en keer terug naar de Vader!

    Jullie bekering, dat is elke dag, Mijn kinderen. Want elke dag moet je de keuze maken: kiezen voor het goede, of kiezen voor het kwaad. Herinner jullie de oproep van Johannes de Doper: hij hield niet op te zeggen: “Bekeer jullie, geloof in de Blijde Boodschap!” Vandaag nog zeg Ik jullie: bekeer jullie! Jullie moeten je afkeren van het kwaad, jullie moeten het goede accepteren en navolgen. Leef volgens de 10 Geboden, Mijn kinderen, mijn Vader heeft ze gegeven omwille van de Liefde, ze zijn Zijn Liefdeswet. Door het Sacrament van de Biecht kunnen jullie je hart voorbereiden op het ontvangen van de Koning der koningen: Ik, jullie Jezus, met een grote toewijding, een groot respect, een grote erkenning, een grote nederigheid, maar vooral een grote liefde. Ik zegen de kinderen die zich voorbereiden om Mij te ontvangen met liefde, deze kinderen laten Mij Mijn genoegens doen van hart tot hart, in een actie van genade.

    Op het moment dat jullie mijn Glorierijk Kruis zullen zien aan de hemel moeten jullie je rozenkrans nemen en het Kroontje van Barmhartigheid bidden, omdat het dan de laatste tijd is dat Ik jullie heb gegeven. Jullie zullen de kracht van dit kleine Kroontje begrijpen, want men moet eerherstel bieden, men moet vergeving vragen aan de Vader. De Vader wordt heel zwaar beledigd, jullie moeten ook bidden en bemiddelen voor al jullie broeders en zusters van de hele wereld. Ik wil al Mijn kinderen redden, Ik kom om Mijn laatste verloren schaap te zoeken.

    Ik ben hier onder jullie om jullie te zeggen: Mijn kind, Ik houd van jou, kom in Mijn armen, laat Mij je wonden genezen, je troosten, je leiden en vooral je lief hebben. Jullie lijden heb Ik ondergaan omdat Ik op deze aarde in ballingschap was, Ik heb alles doorstaan. Mijn Moeder was er, en Haar lijden was zo groot dat Zij Medeverlosseres is geworden, omdat Zij Haar Kruis heeft omarmd. Wees niet bang voor het Kruis, Mijn kinderen, het lijden is een grote schat en Ik zeg jullie: Ik zal jullie nooit vragen wat jullie krachten te boven gaat. Wees niet bang voor het lijden wanneer ze komt onder de vorm van ziekte, een beproeving, gepest, een zorg, een verwerping, geef ze aan Mij.

    Mattheus 11:28-30 : Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.

    De Vader heeft jullie geschapen zodat jullie Liefde in vreugde zouden zijn. Maar niet de liefde en vreugde van de wereld, maar Goddelijke Liefde en Goddelijke Vreugde. Dronken zijn van de H. Geest die jullie laat zingen, dansen, lachten, prijzen, de vreugde die de Heer jullie heeft beloofd. Kinderen, als jullie hart verpletterd wordt door het lijden, door het onbegrip, prijs dan! Een hart dat zingt, dat prijst, trekt de h. Geest aan en waar de H. Geest is, is er vreugde, vrede, goedheid, dienstbaarheid en zelfbeheersing.

    Op dit moment willen Mijn kinderen gediend worden, men is vergeten dat Ik, de Zoon van God, jullie Jezus, ben gekomen om te dienen, en niet om Mij te laten dienen. Wanneer Mij apostelen Mij vroegen wie de grootste is in het Koninkrijk van de Hemelen, heb Ik hen geantwoord:

    Marcus 9:35-37 : Toen zette Hij zich neer, riep de twaalf bij zich en zei tot hen: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij laatste van allen en de dienaar van allen zijn.” Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het en sprak tot hen: “Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.”

    Minacht geen werk, Mijn kinderen. Als Ik, jullie Schepper, geknield heb om jullie voeten te wassen om jullie te dienen, is het om jullie tot voorbeeld te zijn. En Ik heb jullie gezegd: Bemin elkaar zoals Ik jullie heb bemint, vergeef elkaar, zoals Ik jullie heb vergeven. Degene die zegt dat hij Mij bemint en een van Mijn kinderen minacht, ben Ik het die hij minacht. Oordeel niet, want jullie zullen geoordeeld worden naar de maat van jullie oordeel.

    74 Jezus : De Verlichting van het geweten (de Waarschuwing) zal een verlichting zijn voor het hart dat JA heeft geantwoord, voor het hart dat de tijd genomen heeft om zich voor te bereiden om in staat van genade te zijn, voor degene die gelooft en die uit liefde gekozen heeft om de Vader en de Zoon te volgen door de H. Geest. Voor de harten die mijn Allerheiligste Moeder hebben erkend als hun Moeder, zal het vreugdevol zijn, omdat jullie op dat moment, jullie zelf zullen zien door Mijn ogen. Maar de Waarschuwing zal een verschrikking zijn voor Mijn kinderen die de genaden niet hebben ontvangen, voor degenen die hun hart en hun oren hebben gesloten voor Mijn Woord, Mijn boodschappen en Mijn oproepen, want Ik breng jullie een boodschap van vrede en hoop. Jullie zullen zien waar de zonde jullie heeft geleid: het Vagevuur of de Hel.

    Zien jullie in waarom Ik jullie vraag om te bidden voor al jullie broeders en zusters, vooral voor de ongelovigen, voor degenen die Mij de rug hebben toegekeerd? Wees liefdevol, handel in naastenliefde, oordeel niet, laat jullie niet bedriegen door de geest van de wereld. De deur van de wereldse geest is breed, het kwaad trekt jullie aan in al zijn aspecten, het toont giftige bloemen. Mijn Weg en Deur, daarentegen, worden smaller, omdat men niets wil weten van Mij. Mijn Weg is moeilijker te volgen, omdat er zoveel bekoringen zijn. Wees waakzaam, Mijn kinderen! Laat jullie niet bedriegen, volg Mij, kom naar Mij, jullie Jezus. Ik heb jullie een Geest van vrede nagelaten, geen vrees. Wees gezegend, Mijn kinderen.

    75 Jezus : De Verlichting van het geweten is de laatste daad van Barmhartigheid van God de Vader.

    Wees niet beschaamd om jullie geloof te tonen, wees niet bang om te praten over jullie Jezus, wees fier om kinderen van God te zijn.

    Matteus 10:30-33 : Bij u echter is zelfs iedere haar van uw hoofd geteld. Weest dus niet bevreesd; gij zijt toch meer waard dan een zwerm mussen. Ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is. Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen zal Ik ook verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is.

    Het is door de H. Geest dat jullie allen zullen verinnerlijken en het is in jullie hart dat jullie je Jezus zullen zien in zijn Heiligheid, in zijn Glorie. Jullie zullen Mij allen zien, waar jullie je ook bevinden.

    Leer de Vader kennen, jullie zullen Zijn liefde ontdekken en door liefde zullen jullie Hem niet meer beledigen, want als men echt van iemand houdt als van zichzelf, kan men hem geen kwaad doen, gaat men hem niet beoordelen, gaat men hem geen pijn doen, want de liefde is sterker. De Vader heeft jullie gevraagd te beminnen uit hee jullie hart, jullie geest en al jullie krachten, en Ik vraag jullie om elkaar te beminnen zoals Ik jullie heb bemind.

    Ik vraag jullie om te handelen, want een geloof zonder werken is een dood geloof. Jullie moeten je gedragen volgens je geloof en zo handelen. Zeg niet dat het onmogelijk is, met de hulp van de H. Geest en door liefde is alles mogelijk. En zeg niet dat jullie het niet waard zijn, want Ik heb de prijs van jullie Verlossing betaald, door mijn Bloed heb Ik jullie gereinigd. De H. Geest heeft jullie een nieuw leven gegeven, het echte leven van een kind van God. Jullie moeten als kinderen worden om te leven in totale overgave en in vertrouwen. Kijk naar een kind in de armen van zijn ouders, jullie zijn kinderen in Onze armen. Wees dus niet bang, Mijn kinderen en twijfel niet aan Mijn Liefde en Bescherming.

    76 Jezus : En het zal het begin zijn van de Nieuwe Aarde.

    Begin met kleine daden, bid voor elkaar en jullie zullen zien hoe het Koninkrijk van Vrede en Drie-ene Liefde in jullie harten zal verblijven. En dat zal het begin zijn van de Nieuwe Aarde waar de Liefde van de Vader vrij zal stromen op aarde als in de Hemel.

    77 Maria : Ga niet vertellen dat het God is die jullie straft, neen, Mijn kinderen! Het is de mens die bezig is zichzelf te straffen door zijn zonden.

    Jullie zullen grote veranderingen zien, want de hele aarde is in een fase van transformatie gekomen. In alle seizoenen zullen jullie extremen zien: gedurende 1 dag verschillende temperaturen, ijskoude, hitte, regens die leiden tot wateroverlast, grote droogte, branden, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, grote overstromingen, hevige stormwinden. Er zal stof uit de hemel komen omdat de zon dichter bij de aarde komt.

    78 Maria : De Geboden van God zijn niet ingewikkeld: ze zijn gebaseerd op de Wet van Broederlijke Liefde.

    16-04-2019 om 13:23 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Notre-Dame te Parijs


    De brandende Notre-Dame te Parijs

    Dit is een teken aan de wand: de instorting van de Kerk, waarbij enkel het fundament Christus zal bewaard blijven en er een totaal nieuwe Kerk zal moeten heropgebouwd worden.

    Maria, de Notre Dame brandt ook uit liefde voor haar kinderen in deze Passietijd, Ze ziet hen steeds verder afdwalen van Gods weg. Ze wil hiermee nog eens de mensen wakker schudden, dat Zij de Notre-Dame is die aan de voet van het Kruis van Jezus staat.

    16-04-2019 om 00:08 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 13

    De aankomst te Nazareth

    Onze pelgrims bereikten Nazareth op een laat uur. Ze gingen rechtstreeks naar hun huisje, en God verleende hen de gunst om enkel door een paar mensen herkend te worden, zodat hun rust niet zou verstoord worden door een bezoek van hun buren. Verschillende vrouwen, die voorheen gehecht waren aan Maria heetten Haar van harte welkom. De H. Familie ging in het klein kamertje, waar het sublieme mysterie, de Menswording van het Eeuwig Woord was gebeurd. Daar knielden ze neer om de Hemelse Vader te aanbidden, en om Hem te danken omdat Hij ervoor had gezorgd dat ze veilig en wel thuis waren aangekomen. Ze dankten Hem opnieuw voor Zijn enorme weldaad aan de wereld, door het zenden van Zijn Zoon om de mensen te bevrijden van hun slavernij. Het bracht een immense troost in de harten van deze verheven personen, om daar op deze plaats te zijn.

    Jozefs ziel werd opnieuw overspoeld door een zee van verrukking, en hij hoorde het melodieuze gezang van de Engelen. Hij verheugde zich over deze milde manifestaties van de Hemel, en hij ging erin op. Hij overwoog de grootste geheimen betreffende de Menswording. Hij bleef voor een tijd in deze staat, en vond zijn genot in God.

    Na hun gebed en overweging, werd er voedsel voorzien door de Engelen. De H. Familie at van dit voedsel, en nadat ze dank hadden gezegd, trokken ze zich terug om te slapen. Jozef sliep niet veel die nacht, maar bracht een lange tijd door in dankzegging. Hij dacht: “Hier ben je dan, Jozef, terug thuis. Waar je van je vrede kunt genieten, het gezelschap van je lieve Jezus en je heilige echtgenote. O wat ben je toch gelukkig! Hoe ga je reageren op zo’n grote gunst? Wat ga je doen voor je God, die altijd zoveel zegeningen op jou stort?”

    Dan richtte hij zich tot Zijn Heer en zei vol vertrouwen: “O mijn God! Kijk naar mijn bereidwilligheid om Uw allerheiligste Wil te volbrengen. Ik verlang om volledig in Uw dienst te staan, en in de dienst van Uw Zoon en Zijn heilige Moeder. Ik wil werkelijk mijn uiterste best doen om in al Hun noden te voorzien, en het is inderdaad een zeer aangename taak dat mij werd toegewezen. O mijn God! U weet dat Ik echt niets anders verlang dan Uw Zoon en Zijn Moeder te dienen, om in alle dingen onderworpen te zijn aan Hen, en wat Zij verordenen te gehoorzamen. Maar O Allerhoogste God, U hebt het echter anders bevolen! U wil dat Ik hoofd van het gezin ben en dat ik orders geef. Ik geef daarom mijn wil over aan de Uwe, maar ik smeek dat U mij genade verleent als Uw dienaar om mij de noodzakelijke deugd te verlenen zodat ik in staat ben om gepast te reageren op deze hoge roeping. Geef mij de genade om nooit iets te doen dat U onaangenaam zou zijn, of voor Uw Eniggeboren Zoon, of voor mijn heilige echtgenote.”

    Hij bracht het grootste deel van de nacht door in gelijkaardige sentimenten. Jozef keek vol verwachting uit naar de morgen wanneer hij opnieuw zijn blik op zijn geliefde Jezus en zijn lieve echtgenote kon werpen. Hij was ook bezorgd over het voorzien in Hun noden, en hij smeekte God om Zijn voorzienige bijstand om werk te vinden, zodat hij in staat zou zijn de taak als broodwinner van het gezin op te nemen.

    God was verheugd met Jozefs bezorgdheid in alle eventualiteiten. Hij stond hem bij volgens de mate van zijn noden, terwijl Jozef op zijn beurt altijd reageerde door uitgebreide vurige dankzeggingen voor al de gunsten die hij had ontvangen, en door altijd te erkennen dat alles door de goedheid en vrijgevigheid van God kwam. Hij beschouwde zich zo onbeduidend dat hij er vast van overtuigd was dat hij niets kon verkrijgen van God door zijn eigen verdiensten. Als hij, desondanks, de blijken van Gods Voorzienigheid verkreeg door Zijn overvloedige liefde, dan weende hij van geluk.

    Bij het aanbreken van de dag ging Jozef zaken in orde stellen in huis en in zijn werkplaats. Hij wachtte bij Maria’s kamer om Jezus en Maria te groeten, en om samen de Goddelijke Lofprijzingen te bidden. De heilige Moeder en de Goddelijke Jongen kwamen uit Hun kamer en feliciteerden Hun geliefde Jozef. Maria vroeg hoe hij zich voelde en of hij goed had geslapen. Ze was bezorgd, zoals men zou kunnen verwachten van zo’n trouwe en plichtsgetrouwe echtgenote.

    Jozef dankte Maria voor Haar bezorgdheid. Hij vertelde Haar van zijn verlangen om Haar ten dienste te staan in alle zaken : “O mijn lieve echtgenote, ik zou meer dan tevreden zijn als God mij had bestemd om enkel Jouw dienaar te zijn. Maar Hij wil dat ik de verplichtingen opneem van een ware echtgenoot en omdat ik mij in elk aspect wens te onderwerpen aan Zijn goddelijke wil, moet ik Jou en Jezus vragen om jullie ook aan deze Wil te onderwerpen. Heb geduld met mij, mijn lieve echtgenote, in al mijn tekortkomingen en zwakheden. Help mij om Hem, die mij zovele genaden en zoveel barmhartigheid heeft toebedeeld, te prijzen en danken.”

    Toen hij dit zei, bemerkte Jozef hoe Maria zich wilde vernederen in de diepte van Haar wezen, en hoe ze van streek was door zijn opmerkingen. Maar hij kon het niet weerstaan om zijn wensen aan Haar kenbaar te maken. Ze leek hem steeds mooier en bevalliger te worden. Hij verwonderde zich over Haar trouwe deugdzaamheid, en toen hij louter een blik op Haar wierp, was hij reeds gesterkt. “O wat een zegen om het gezelschap te hebben van zo’n waardig schepsel,” mompelde hij. “Hoe heb ik ooit zo’n gunst van de hemelse Vader kunnen verdienen.”

    Jozef richtte zich tot zijn geliefde Jezus, ongeacht zijn eigen gevoelens van onwaardigheid. Hij keek met een liefdevolle blik naar Hem en gesterkt in zijn vertrouwen sprak hij in alle oprechtheid tot Hem. Hij legde al zijn diepe verlangens bloot met betrekking tot zijn liefde en dienstbaarheid tegenover Hem. Het voorrecht om te kunnen kijken naar zijn lieve Jezus gaf Jozef dikwijls zo’n genot dat tranen van vreugde opwelden.

    Zowel Jezus en Maria waren waarlijk grote bronnen van troost voor Jozef. Wanneer hij verdrietig was, volstond een blik naar Hen om de vrede in zijn hart te herwinnen. Vandaar dat Jozef niets meer kon wensen in dit leven dan in de ogen van Jezus of Maria te kijken. Hij vond dan ook geen voldoening in andere zaken, zijn liefde vond zijn middelpunt in Jezus en Maria. Al de rest leek onbeduidend, want in Jezus en Maria bevond zich de volheid van goddelijke genade, en in Jezus zelfs de Goddelijkheid zelf, en dat realiseerde Jozef zich heel goed.

    Wat een grote vreugde was het voor onze Heilige als hij de Goddelijke Lofprijzingen kon bidden samen met Hen. Met Hun toestemming ging hij het dorp in om in hun levensonderhoud te voorzien. Hij kon onmiddellijk aan werk geraken, dankzij de Goddelijke Voorzienigheid. Hij ontving ook vele uitdrukkingen van goede wil wegens zijn terugkeer vooral van degenen die hem wel genegen waren.

    Deze mensen vroegen hem waar hij in die periode was geweest. De Heilige antwoordde dat hij de Goddelijke Voorzienigheid had gevolgd, om het leven van het Kind Jezus veilig te stellen. Hij zei dat hij zeer bereid was geweest om deze ontberingen te doorstaan opdat zijn Zoon gespaard kon blijven van Herodes’ toorn. Deze mensen vonden het aangenaam dit te horen, maar zijn tegenstanders echter waren in alle staten.

    Jozef had wat levensmiddelen verkregen en hij keerde vreugdevol naar huis terug. Hij dankte God voor de zorg en aandacht dat hem werd betoond. Toen hij thuis was vond hij Jezus in een heilige conversatie met Zijn Moeder. Van zodra Jezus hem zag komen, haastte Hij zich om hem liefdevol te verwelkomen, net zoals Hij had gedaan toen ze in Egypte waren. Hij streelde opnieuw met kinderlijke eenvoud, en nam hem bij de hand en leidde hem naar Maria en verklaarde: “kijk naar Onze geliefde Jozef! Kijk hoe hij in Onze noden heeft voorzien!” Zo’n liefdevolle aandacht van Jezus bewoog Jozef tot tranen, en er was niet anders dat hij kon uitbrengen dan: “O mijn Jezus, mijn lieve Zoon! O mijn allerbeste Jezus, verrukking van mijn hart!” Maria verwelkomde Jozef met een dankbare liefdesbetuiging met betrekking tot zijn inspanningen die hij had gedaan. Jozef vertelde Jezus en Maria alles wat in hem omging. Daarna, dankten ze God en prezen Hem voor Zijn goddelijke vrijgevigheid en vaderlijke zorg.

    15-04-2019 om 14:39 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap van Mario te Brindisi 5/4/2019

    Boodschap van de Maagd van de Verzoening op vrijdag 5 april 2019 aan Mario d’Ignazio in de Gezegende Tuin van de wijk Santa Teresa, Brindisi, Italië

    De Maagd Maria verscheen helemaal in het wit gekleed. Zij droeg een kleine kroon bestaande uit zonlicht.

    "Gezegend zij de naam van Jezus.
    Ik ben de Onbevlekte Maagd.
    Lieve kinderen, Ik ben weer bij jullie om iedereen in de naam van Jezus te zegenen met Mijn heilige olie, olie van troost die de wonden van de ziel en het lichaam geneest en jullie kracht en licht geeft.

    Lieve kinderen, Ik nodig jullie uit om herboren te worden en de Heilige Geest in jullie hart te verwelkomen voor een nieuwe lente.
    Mijn sublieme liefde versterkt jullie en Mijn engelen vergezellen jullie allen deze maand.
    Ik zegen de kaarsen die naar Mijn heilige tegenwoordigheid zijn gebracht.

    Ik nodig jullie uit om elke dag de heilige Rozenkrans, de Wondenrozenkrans en de Tranenrozenkrans te bidden.
    Oordeel niet, bemin, vergeef, verwelkom iedereen en voel jullie onder Mijn mantel.
    In mei zal Ik, de Koningin van de Hemel, jullie Moeder en Vrouwe, de universele Medeverlosseres die verlangt jullie het Paradijs te geven, nog bij jullie zijn.”

    De Gezegende Maagd heeft ons allen gezegend, maakte een buiging en verdween in het oneindige hemelse licht.
    BELANGRIJK: vóór de verschijning van de Madonna verscheen Jezus die de Heilige Communie aan Mario gaf. Toen werd de Kruisweg gedaan en onmiddellijk daarna kwam de Maagd. Het beeld heeft geparfumeerde heilige olie afgescheiden waarmee allen zijn gezalfd.

     

    14-04-2019 om 18:30 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastor Enoc 4/4

    KINDERTJES, MIJN VADER ZAL HET UNIVERSUM VAN JULLIE MENSELIJKE GEEST SCHOKKEN, OM JULLIE TE ZUIVEREN, JULLIE TE STERKEN EN JULLIE GEESTELIJK VOOR TE BEREIDEN VOOR DE KOMST VAN DE WAARSCHUWING! 4/4/2019

    DRINGENDE OPROEP VAN MARIA, HULP VAN CHRISTENEN, AAN HET VOLK VAN GOD – BOODSCHAP VAN ENOCH   

    Mijn Kinderen, de Vrede van mijn Heer is met jullie allen en mijn Moederlijke Bescherming vergezelt jullie altijd.

    Kleintjes, de mensheid zal spoedig in een staat van spirituele schok gaan verkeren, als zuivering en voorbereiding op de komst van de Gods Waarschuwing. Wee de kinderen die blijven zondigen. Wee degenen die de spirituele deuren open hebben gelaten voor zonden die ze niet gebiecht hebben en intergenerationele banden hebben die niet werden opgeheven door priesterlijke bediening, omdat hun zuivering zeer pijnlijk zal zijn! Wee degenen die in doodzonde verkeren, omdat de demonen van de geest hen zullen martelen en velen zullen krankzinnig worden en hun zinnen verliezen, als ze zich niet haasten om berouw te hebben over hun zonden (noot: en van start gaan met bekering)!  Wee mijn lauwe kinderen, als ze geen geestelijke beslissing nemen (noot: kiezen voor God of de wereld/satan), er velen zullen verloren gaan!

    Kindertjes, mijn Vader zal het universum van jullie menselijke geest schokken om jullie te zuiveren, jullie te sterken en jullie spiritueel voor te bereiden, voor de komst van de Waarschuwing. Hij wil daarmee het grootste aantal zielen redden, zodat ze berouw kunnen hebben in deze wereld en in staat zijn om de tocht naar de eeuwigheid te doorstaan. Ik zeg jullie, kindertjes, als deze zuivering niet wordt uitgevoerd, er vele zielen zouden zijn dat zouden verloren gaan bij de komst van de Waarschuwing, wegens de staat van zonde en het kwaad waarin de mensheid zich bevindt in deze eindtijd.

    Ik herinner jullie opnieuw eraan, opstandige kinderen: Haast jullie om jullie leven in orde te stellen en jullie open spirituele deuren te sluiten. Doe een goede levensbiecht en doe eerherstel voor al de doodzonden die jullie hebben gepleegd gedurende jullie bestaan! Het zoveel mogelijk bijwonen van het H. Mis is de beste manier om eerherstel te bieden voor al jullie gebiechte zonden waarvoor geen eerherstel werd geboden.

    Laat 33 H. Missen opdragen op een rij, om jullie Vaderlijke en Moederlijke Stamboom over te bevrijden, in een subliem moment van de Eucharistische opheffing (noot: van het H. Offer). Onthoud mijn kinderen, Ik gaf jullie een lijst van vervloekingen en intergenerationele gehechtheden die verbonden zijn met alle generaties. Lees deze boodschap opnieuw dat Ik jullie gegeven heb in mijn toewijding van Mystieke Roos van 4 september 2017, zodat jullie een goede bevrijding van jullie familiestamboom kunnen uitvoeren.

    (Noot: Het spreekt vanzelf dat om de kostprijs van H. Missen (ong 10 euro per H. Mis) te laten opdragen de HELE familie kan bijdragen. De vloek die op een familie rust treft ALLE leden van de familie.)

    Richt jullie tot Mij, want Ik ben jullie Moeder, Hulp van Christenen. Vraag om mijn Bescherming en Hulp en wanneer jullie je aangevallen voelen worden, zeg dan: “Maria, Hulp van Christenen, wees mijn bescherming, mijn hulp en mijn beschutting. Bevrijd mij van alle kwaad, en dit op al mijn wegen en mijn geestelijke strijd. Sterk mijn Lichaam, Ziel en Geest en bereid mij voor op mijn ontmoeting met God in de eeuwigheid. O Moeder, Hulp van Christenen, bid voor ons die zo zondigen en breng ons naar de Eeuwige Glorie. Amen.”

    Houd moed, mijn kindertjes, en bereid jullie voor op de komst van de Waarschuwing, leef mijn instructies na, zodat wanneer de H. Geest van God aan de deur van jullie ziel staat, jullie vreugdevol en vredevol met Hem kunnen vertrekken in de eeuwigheid. Scheur jullie hart (noot: van berouw en bekering), omdat de Triomfale Terugkeer van mijn Zoon dichterbij komt.

    Jullie liefhebbende Moeder, Maria, Hulp van het volk van God.

    Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid, mijn Geliefde Kinderen.

    KLEINTJES, IK VRAAG JULLIE DRINGEND TE BIDDEN VOOR DE BEVRIJDING VAN JULLIE STAMBOOM LANGS MOEDERS EN VADERS KANT, ZODAT DE DEMONEN JULLIE NIET MARTELEN EN JULLIE VREDE NIET STELEN, IN DE TIJD VAN DE LAATSTE HEERSCHAPPIJ VAN MIJN TEGENSTANDER! 4/9/2017

    DRINGENDE OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN HET VOLK VAN GOD

    Kleintjes, dat de Vrede van mijn Heer met jullie allen weze.

    Mijn kinderen, de mensheid van tegenwoordig is meer en meer verdorven. De boosheid en de zonden worden op technologisch vlak gedaan en worden gepropageerd. De wereld van vandaag is in de macht van de duisternis. De duisternis die de zonde met zich meebrengt is totaal, en in heel de schepping te vinden. Vele demonen leven reeds samen met een groot deel van de mensheid, vooral met degenen die de God van het Leven de rug hebben toegekeerd. De wereld is vol van vleesgeworden demonen die zich voorbereiden om het grote Armageddon te starten.

    Al de demonen die de mensheid doen verloren gaan door de zonden van het vlees, doorkruisen de wereld van tegenwoordig op zoek naar zielen om ze verloren te doen gaan. Er is in het bijzonder een demon die de mensheid vernietigd en hij noemt Afgunst. Door afgunst zijn er gezinnen en gemeenschappen die vernietigd zijn. Deze geest is van oorsprong niet generatie gebonden. Het is een vloek die jullie moeten breken in jullie stamboom opdat ze niet blijft verder wordt doorgegeven van generatie op generatie.

    Bid, kleintjes, voor jullie voorouders die afgunstig waren en breek deze vloek van jullie generaties met drieëndertig (33) opeen volgende eucharistievieringen die opgedragen moeten worden aan de Hemelse Vader, voor de bevrijding van jullie voorouders en overledenen die in deze zonde zijn gevallen. Kleintjes, ik vraag jullie dringend te bidden voor de bevrijding van jullie stamboom aan moeders en vaders kant, zodat de demonen jullie niet martelen en jullie vrede niet stelen, in de tijd van de laatste heerschappij van mijn tegenstander.

    Ik zeg jullie dit opnieuw, kleintjes, leg een goede levensbiecht af en bid voor jullie voorouders en overledenen, zodat zij en jullie bevrijd mogen worden van al deze vervloekingen en deze ketenen. Zodat op die manier jullie stamboom zuiver blijft. De bevrijding over de generaties heen is gunstig voor de zielen van jullie voorouders en overledenen die zich in het vagevuur bevinden, en zorgt ervoor dat hun verblijf daar korter wordt. Aan jullie die in deze wereld zijn, de bevrijding over generaties heen doet zegeningen vloeien; en wat de toekomstige generaties betreft, zij zullen de zonden van de voorouders niet meer dragen. Alle generaties na de bevrijding, zullen reeds een zegening zijn en zullen ervan genieten in deze wereld en in de eeuwigheid.

    Kleintjes, hieronder geef ik jullie een lijst van vervloekingen en ketenen, die het meest voorkomen in alle generaties, zodat jullie kunnen beginnen met ze te bevrijden in jullie stamboom en dat jullie bevrijd zijn.

    Vervloekingen van wrok, haat en weerwraak.
     Ze laten geen vergeving toe en brengen veel verdeeldheid in families en generaties teweeg.

    Vervloekingen van verwerping. Deze vervloekingen veroorzaken dat je verworpen wordt en dat je je naaste verwerpt. De verwerping is een gebrek aan liefde in de generaties, door slechte behandeling van de man, de vrouw of de kinderen.

    Voorouderlijke vervloekingen. Het zijn vervloekingen van jullie grootouders, overgrootouders, die hun kinderen hebben vervloekt. Ze brengen verderf en echtscheidingen teweeg.

    Vervloekingen van occultisme. Voorouders die hekserij deden of heksen hebben geconsulteerd en vervloekingen die daardoor in de generaties zijn binnengedrongen. Het gaat ook over magie, tovenarij, santeria, spiritisme, zwarte magie, mentalisme en alle occultisme in het algemeen. Deze vervloekingen brengen geestelijke en materieel verderf en zorgen ervoor dat generaties zoeken om informatie in occulte bronnen.

    Vervloekingen van seksuele onzuiverheid : waaronder overspel, ontucht, lust, abortussen, perversies, prostitutie, homoseksualiteit, lesbianisme, alleenstaande ouder, incest, seksueel misbruik, en alle onzuiverheid in het algemeen. Dit brengt echtscheidingen met zich mee, verderf en vernietiging van gezinnen en gemeenschappen.

    Vervloekingen van trauma’s. Door fysiek, psychologisch of seksueel misbruik in de kindertijd. De mensheid is verminkt in liefde door het misbruik van kinderen in de generaties. Deze vervloekingen brengen mentale problemen, verslavingen, verderf, verwaarlozing en zelfmoorden met zich mee.

    Vervloekingen van bedrog. Door voorouders die leugenaars waren, die bedrog hebben gepleegd en anderen hebben bedrogen. Zij die zich laten leiden hebben door de geest van bedrog. Deze vervloeking brengt geestelijke en materieel verderf met zich mee en laat de generaties niet toe vooruitgang te boeken.

    Doodsvervloekingen. Door het vergieten van bloed in de generaties. Voorouders die gewelddadig waren, moordenaars die het bloed van een naaste deden vloeien. Deze vervloeking brengt dood en verderf over de generaties.

    Vervloekingen van afgunst. Afgunstige voorouders en hebzuchtig waren voor andermans goederen. Afgunst die hoofdzakelijk komt door verwerping en occultisme. Het is de oorzaak dat vele mensen in ongeluk leven.

    Vervloekingen van geloofsafval (apostasie) Deze vervloekingen komen door het occultisme, afgoderij, vooral van geld, binnen. Ze brengen geestelijk en materieel verderf.

    Vervloekingen van verderf. Ze dringen binnen in de generaties door occulte praktijken, door het bezoeken van heksen, door hebzucht, door het gokken en verbrassen van goederen. Ze dringen ook binnen door voorouderlijke vervloekingen en seksuele onzuiverheden, vooral overspel en prostitutie.

    Vervloekingen van gehechtheid. Deze vervloekingen dringen binnen door gehechtheid aan de kinderen, gezinnen, familie of materiële zaken. Deze vervloeking is de oorzaak dat vele zielen deze wereld niet kunnen verlaten en dwalen door de hemelse plaatsen zonder vrede of rust te vinden.

    Kleintjes, het zijn de meest voorkomende vervloekingen en ketenen in de generaties, zodat jullie kunnen beginnen om hen te bevrijden van jullie stamboom aan moeders en vaders kant met Heilige Missen (33). Jullie moeten ze bijwonen zonder te laat te zijn of zonder er 1 van te missen, want het zijn eucharistievieringen voor de bevrijding van de voorouders en overledenen. Kleintjes, ik herinner jullie eraan dat in elke familie, God een instrument heeft geplaatst en dit instrument die zich moet bezig houden met te bidden en de stamboom te bevrijden.

    Ik bied jullie deze zegening aan, mijn kinderen, door deze boodschap, zodat jullie het in praktijk kunnen brengen en jullie bevrijden, jullie voorouders en overledenen kunnen bevrijden en jullie toekomstige generaties kunnen bevrijden van al deze vervloekingen die jullie materieel en geestelijk hebben geblokkeerd. God en deze Moeder, wij houden van jullie en we willen altijd het goede voor onze kinderen.

    Dat de Vrede van mijn Heer in jullie moge wonen.

    Ik houd van jullie, Jullie Moeder, Maria, Mystieke Roos.

    Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, kleintjes van mijn Hart.

    14-04-2019 om 18:24 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastor Enoc 8/4

    BROEDERS EN ZUSTERS, DE SCHEPPING VAN MIJN VADER IS REEDS IN DE LAATSTE BARENSWEEEN EN ZIJN ELLENDE BEGINT VOELBAAR TE WORDEN OP DE HELE AARDE! 8/4/2019

    DRINGENDE BOODSCHAP VAN DE H. AARTSENGEL MICHAEL AAN HET GODSVOLK – BOODSCHAP AAN ENOCH

    WIE IS ALS GOD? NIEMAND IS ZOALS GOD!

    Broeders en zusters, de schepping van mijn Vader bevindt zich reeds in de laatste barensweeën en zijn ellende begint voelbaar te worden op de hele aarde. Er zal geen veilige plaats zijn om zich te verbergen wanneer de aarde begint te wankelen. De bewegingen zijn reeds begonnen en elke zal zullen ze toenemen. Verzegel jullie gezin en woonplaatsen met het gebed van het Bloed van Christus, zodat jullie de aanvallen van de schepping kunnen weerstaan en dat jullie huizen geen schade lijden.

    Blijf waakzaam en alert. Raak niet in paniek wanneer de aarde plotseling beweegt. Bid en prijs de Glorie van God en alles zal gebeuren volgens de wil van mijn Vader. Broeders en zusters, de wereld dat jullie kennen zal zeer spoedig voorbij gaan om plaats te maken voor een Nieuwe Schepping, die spiritueel zal zijn en bewoond zal worden door spirituele wezens. Jullie zuivering is reeds begonnen. Jullie bevinden je in de tijd van beproevingen en slecht nieuws. Spoedig zal het Schisma (van de kerk), de Oorlog en de Financiële crisis aanbreken. Wanneer de mensheid het meest kommer en kwel zal ervaren, zal de Waarschuwing van mijn Vader komen.

    Sterfelijken, leer te leven met de beproevingen omdat ze deel uitmaken van jullie zuivering. De pijnen zijn pas begonnen, jullie hebben nog steeds niets gezien of gevoeld. Na de Waarschuwing zal de ellende beginnen met de laatste heerschappij van de Antichrist. Het zal de tijd van grote beproevingen zijn, waar jullie geloof op de proef zal worden gesteld. Degene die zich verwijdert van God zal vergaan, omdat zonder God je geen enkele beproeving kunt overwinnen. Velen zullen in die tijd hun leven willen redden, en hoe meer ze dit proberen hoe meer ze het zullen verliezen, Enkel degenen die het verliezen omwille van God, zullen het vinden. De Kroon des Levens zal voor degenen zijn die volhouden en hun geloof en vertrouwen in de Allerhoogste plaatsen.

    Broeders en zusters, wees op jullie hoede omdat de krachten van de boze zeer actief zijn, de dienaren van de tegenstander rusten niet en blijven kwaad plegen. Slechte lectuur en valse leerstellingen zijn overal overvloedig aanwezig. Occulte praktijken zijn vermeerderd en vele zielen lijden door het occulte. De geloofsafval leidt het overgrote deel van de mensheid ertoe vreemde goede te vereren en informatie te zoeken in verborgen bronnen. Bid, broeders en zusters, mijn Exorcismegebed na het gebed van de H. Rozenkrans zodat jullie geestelijk beschermd zijn. Woon de Sacramenten van de Biecht en de H. Eucharistie bij, zodat jullie in de Genade van God blijven en dat geen kwade kracht jullie kan treffen. Draag altijd de Rozenkrans bij jullie en zoveel mogelijk al de andere spirituele bescherming, goed gewijd en geëxorciseerd door een Bedienaar van God. (priester) In deze tijd woedt er reeds een spirituele strijd en jullie moeten goed beschermd zijn, omdat jullie goed weten dat de duivel ronddwaalt als een brullende leeuw, op zoek naar personen om te verscheuren.

    Wees zeer voorzichtig en stel je hart niet open en bloot voor iedereen, zodat jullie niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Leef als Kinderen van Licht, die altijd God uitdragen. Vraag ten allen tijde mijn krachtige voorspraak en bescherming en ik zal met plezier jullie te hulp komen. Moge de Vrede van de Allerhoogste in jullie blijven.

    Jullie Broeder en Dienaar, de H. Aartsengel Michael

    Broeders en zusters, breng mijn boodschappen naar de hele mensheid.

    14-04-2019 om 01:04 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Begin van de Goede Week

    De Goede Week : we herdenken Gods immense Liefde voor ons door Zijn Lijden, Dood en Verrijzenis

    1 Palmzondag : God bereidt Zijn offer voor.

    Triomferende intocht in Jeruzalem als een koning – Matt 21:1-11 Mar 11:1-10 Luc 19:29-44 Joh 12:12-19 (Olijfberg)

    Jezus kijkt rond de tempel – Mar 11:11 (Jeruzalem)

    Jezus keert met de apostelen terug naar Bethanië – Mar 11:11(Bethanië)

    2 Heilige maandag : God bereid degenen voor die Zijn offer zullen accepteren.

    Jezus vervloekt de vijgenboom – Mat 21:18-19 Mar 11:12-14 (Olijfberg)

    Jezus reinigt de tempel – Mat 21:12-13 Mar 11:15-18 Luc 19:45-48 (Jeruzalem)

    Bepaalde Grieken vragen om Jezus te zien – Joh 12:20-36

    Jezus berispt ongeloof –Joh 12:37-50

    Jezus keert terug naar Bethanië – Mar 11:19 (Bethanië)

    3 Heilige dinsdag : Jezus leert in de tempel voor de laatste keer. Jezus voorspelt Judas’ verraad en Petrus ontkenning dat hij bij Jezus hoort tot driemaal toe. God zendt de uitnodiging om te komen om Zijn offer te genieten.

    De discipelen zien dat de volledige vijgenboom is verdord – Mat 21:19-22 Mar 11:20-26 Luc 21:37-38 (Olijfberg)

    Jezus’ autoriteit wordt door de leiders in vraag gesteld – Mat 21:23-27 Mar 11:27-33 Luc 20:1-8 (Jeruzalem)

    Parabel van de twee zonen – Mat 21: 23-27

    Parabel van de misdadige wijnbouwers – Mat 21:33-46 Mar 12:1-12 Luc 20:9-19

    Parabel van het onwillige genodigden op het bruiloftsfeest – Mat 22:1-14

    De Farizeeërs vragen Hem over het betalen van belastingen – Mat 22:15-22 Mar 12:13-17 Luc 20:20-26

    De Farizeeërs vragen Hem over de Verrijzenis – Mat 22:23-33 Mar 12:18-27 Luc 20:27-40

    Schriftgeleerden vragen over het voornaamste gebod – Mat 22:35-40 Mar 12:28-34

    Jezus vraagt wiens zoon de Messias is – Mat 22:41-46 Mar 12:35-37 Luc 20:41-44

    Wee de Schriftgeleerden en Farizeeërs – Mat 23:1-39 Mar 12:38-40 Luc 20:45-47

    Bij de offerkist : de penning van de weduwe – Mar 12:41-44 Luc 21:1-4

    Profetie van de vernietiging van Jeruzalem en de Komst van de Heer – Mat 24:1-51 Mar 13:1-37 Luc 21:5-36 (Olijfberg)

    Parabel van de 10 maagden – Mat 25:1-13

    Parabel van de talenten – Mat 25:14-30

    Parabel van de schapen en de bokken – Mat 25:31-46

    4 Heilige woensdag : Judas verraadt Jezus en levert Hem over aan de hogepriesters. Maria Magdalena zalft Jezus met nardusbalsem. Judas is geschandaliseerd erdoor en vertrekt. God wacht op de reactie op de uitnodiging.

    Het sanhedrin plant om Jezus te doden – Mat 26:1-5 Mar 14:1-2 Luc 22:1-2 (Jeruzalem)

    Judas stemt toe om Jezus te verraden – Mat 26:14-16 Mar 14:10-11 Luc 22:3-6

    5 Witte Donderdag : Jezus geeft het Nieuwe Gebod van liefde en stelt het Sacrament van de H. Eucharistie in – Jezus offert Zijn Lichaam en bloed in het Laatste Avondmaal.

    18 u

    Voorbereiding van het Pesachmaal – Mat 26:17-19 Mar 14:12-16 Luc 22:7-13

    Jezus en de discipelen komen samen voor het Pesachmaal – Mat 26:20 Mar 14:17 Luc 22:14-16 Joh 13:1

    De apostelen discussiëren over wie de grootste is – 22:24-30

    Jezus wast de voeten van de apostelen – Joh 13:2-17

    Jezus identificeert zijn verrader – Mat 26:21-25 Mar 14:18-21 Luc 21-23 Joh 13:18-30

    Jezus stelt het Avondmaal van de Heer in – Mat 26:26-29 Mar 14:22-25 Luc 22:15-20

    Het gebod van liefde – Joh 13:31-35

    Jezus voorspelt de ontkenning van Petrus – Mat 26:31-35 Mar 14:27-31 Luc 22:31-38 Joh 13:36-38

    Jezus geeft een bespreking in het Cenakel – Joh 14:1-30

    Jezus en de apostelen zingen een hymne en vertrekken uit het Cenakel – Mat 26:30 Mar 14:26 Joh 14:1-31

    6 Goede Vrijdag : Het Lijden en Dood van Onze Heer Jezus Christus op het Kruis– vastendag. God aanvaart Zijn offer.

    24 u

    Jezus’ bespreking op de weg naar Gethsemane – Joh 15:1-16:33

    Jezus bidt voor zijn apostelen – Joh 17:1-26

    Jezus bidt in Gethsemane – Mat 26:36-46 Mar 14:32-42 Luc 22:39-46 Joh 18:1 (Olijfberg)

    Jezus wordt verraden en gearresteerd – Mat 26:47-56 Mar 14:43-52 Luc 22:47-53 Joh 18:2-12

    3 u

    Jezus wordt voor Annas gebracht – Joh 18:13-14 (Jeruzalem)

    Jezus wordt voor Kajafas gebracht – Joh 18:24

    Jezus wordt veroordeeld en mishandeld door het Sanhedrin gedurende de nacht – Mat 26:57-68 Mar 14:53-65 Luc 22:54, 66-7

    Petrus ontkent Jezus drie keer – Mat 26:58,69-75 Mar 14:54,66-72 Luc 22:54-62 Joh 18:15-18,25-27

    Het Sanhedrin veroordeelt Jezus formeel – Mat 27:1 Mar 15:1 Luc 22:66-71

    Judas gaat buiten en pleegt zelfmoord – Mat 27:3-10 (Bloedakker)

    6 u

    Jezus verschijnt voor Pilatus – Mat 27:2,11-14 Mar 15:1-5 Luc 23:1-7 Joh 18:28-38 (Jeruzalem)

    Jezus verschijnt voor Herodus – Luc 23:8-12

    Jezus verschijnt opnieuw voor Pilatus – Mat 27:15-23 Mar 15:6-14 Luc 23:13-22 Joh 18:39-40

    Jezus wordt gegeseld en bespot door de Romeinen – Mat 27:27-31 Mar 15:16-19 Joh 19:1-3

    Pilatus stemt toe met Jezus’ dood – Mat 27:22-26 Mar 15:12-15 Luc 23:20-25 Joh 19:4-16

    9 u

    Jezus wordt weggeleid om gekruisigd te worden – Mat 27:31-34 Mar 15:20-23 Luc 23:26-32 Joh 19:16-17 (Calvarie)

    Jezus hangt aan het Kruis voor de eerste drie uur – Mat 27:35-44 Mar 15:24-32 Luc 23:33-43 Joh 19:18-24

    12 u

    Jezus hangt aan het Kruis voor de laatste drie uur – Mat 27:45-50 Mar 15:33-37 Luc 23:44,46 Joh 19:25-30

    De Kruisiging wordt vergezeld van mirakels – Mat 27:51-56 Mar 15:38-41 Luc 23:45,47-49

    15 u

    Jozef begraaft het lichaam van Jezus – Mat 27:57-61 Mar 15:42-47 Luc 23:50-55 Joh 19:31-42 (tuin waar de graftombe ligt)

    De Joodse leiders beveiligen de graftombe – Mat 27:62-66

    7 Stille Zaterdag : Overweging van Jezus in het graf in stilte en aanbidding. Jezus haalt de Heiligen uit Hades en brengt hen naar het Paradijs. God ontvangt Zijn Heiligen bij Zich.

    De vrouwen houden de Sabbat – Luc 23:56

    8 Paaszondag : Jezus triomfeert over dood, zonde en kwaad met Zijn Verrijzenis en bewijst dat Hij God is. God geeft ons eeuwig leven in Jezus.

    De vrouwen komen naar de graftombe en vinden dat Jezus verrezen is! – Mat 28:1-8 Mar 16:1-9 Luc 24:1-8 Joh 20:1 (tuin waar de graftombe ligt)

    Palmzondag : is de laatste zondag van de vastenperiode. Het is de eerste dag van de Goede Week. Op Palmzondag wordt door christenen de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem gevierd.

    In de Romeinse ritus wordt de Eerste Passiezondag gevierd op de tweede zondag voor Pasen, één zondag voor Palmzondag. De tweede zondag van de Passietijd is dan Palmzondag.

    De gebeurtenis staat beschreven in de vier canonieke evangeliën: Mattheüs 21:1-11, Markus 11:1-11, Lukas 19:28-44, en Johannes 12:12-19.

    Volgens deze evangeliën kwam zes dagen voor het Pesach, op de zevende van de maand Nisan, Jezus in Bethanië en in Betfage. Die avond at hij met Lazarus en zijn zussen Maria en Martha. Twee van de discipelen werden erop uitgestuurd, naar "een tegenovergelegen dorpje", om een veulen op te halen "waar nog niemand op gereden heeft". Het veulen zou naast een ezelin staan; indien gevraagd moesten ze zeggen "dat de Heere het veulen nodig heeft en dat Hij het ook weer terug zou brengen". 's Ochtends vroeg, op de achtste van de maand Nisan legden de discipelen hun mantels op de rug van het dier, waarna Jezus erop ging zitten en naar Jeruzalem reed. Langs de weg stonden mensen die riepen: "Hosanna, gezegend is Hij die komt in de Naam des Heeren! Gezegend zij het Koninkrijk van onze vader David, hetwelk komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen! (Markus 11:9-10, Boek der Psalmen 118:25-26)" Ook spreidden ze hun mantels uit op de weg en haalden ze jonge takken van de bomen om die ook op de weg te leggen.

    Na Jeruzalem binnengereden te zijn, ging Jezus naar de tempel. Daar was het een drukte van belang; er werd gehandeld en geld gewisseld. Jezus joeg alle handelaars de tempel uit, hun tafels gooide Hij om. Na deze schoonmaak kwamen er allerlei zieken naar Hem toe die Hij genas. 's Avonds ging Jezus weer terug naar Bethanië.

    In de Katholieke Kerk wordt Palmzondag gevierd met de zegening van palmtakken aan het begin van de H. Mis. Bij het begin van de misviering zegent de priester de palmtakken met wijwater. Na de zegening volgt dan een processie met traditionele gezangen die herinneren aan het volk dat "Hosanna" riep (Letterlijk uit het Hebreeuws : Red alstublieft!) en Jezus met gejuich in Jeruzalem binnenhaalde. Op deze dag wordt als evangelielezing voor het eerst het hele lijdensverhaal van Jezus gelezen; de tweede keer is op Goede Vrijdag. Tijdens het lijdensverhaal knielen de gelovigen enige tijd na de woorden "Jesus autem iterum clamans voce magna, emisit spiritum" (Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest).

    Van palmtakken tot as

    Palmzondag was toen het volk zich verheugde bij de triomferende tocht in Jeruzalem. Ze vierden zijn komst door te zwaaien met palmtakken, en realiseerden zich niet dat hij was gekomen om te sterven voor hun zonden. Door het gebruik van palmtakken op palmzondag is het een aandenken dat we niet enkel ons moeten verheugen over Jezus’ komst maar ook spijt hebben dat onze zonden het noodzakelijk maakten dat hij voor ons stierf om ons te redden van de Hel.

    In het begin van de vastentijd werd op ons voorhoofd (op aswoensdag) met as van gezegende palmtakken van Palmzondag van het vorig jaar een kruisje aangebracht. Ze werden gezegend door een priester. Gezegende as werd reeds gebruikt in de tijd van Mozes: “Men moet wat stof van de verbrande koe nemen, het in een vat doen en daarop bronwater gieten.” (Numeri 19:17) Deze as symboliseert onze sterfelijkheid evenals onze nood aan voortdurend berouw. En het kruisje wordt vergezeld van de woorden “Bedenk dat je stof bent en tot stof zult terugkeren”. De andere formule die wordt gebruikt is: “Keer je af van zonden en wees het Evangelie trouw” legt de nadruk op de oproep tot voortdurende bekering en heiligheid van leven.

    13-04-2019 om 23:29 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE WAARSCHUWING : BOODSCHAPPEN VAN SULEMA (8)

    67 Jezus : Bereid jullie voor, want het moment van de grote stilte komt eraan.

    De dag komt dichterbij, de dag van de grote gebeurtenis van de verlichting van het geweten de Waarschuwing). Ik heb het aangekondigd te Garabandal en Escorial en op nog andere plaatsen. Ik heb jullie ook gevraagd jullie voor te bereiden want het moment van de grote stilte komt dichterbij, wanneer de Hemel zal zwijgen (Volgens de zienertjes te Garabandal is de waarschuwing ook een tijd van leegte, waar God en Zijn liefde zich niet zullen laten voelen. Dit zal de grootste pijn veroorzaken.) Maak gebruik van de laatste momenten, het is een tijd van Genade en van Barmhartigheid dat jullie kunnen gebruiken om jullie voor te bereiden. (sacrament van de biecht om in staat van genade te blijven)

    68 Jezus : Hou moed, mijn kinderen, de strijd is niet verloren, Ik ben de Overwinnaar.

    Het kwaad, de duisternis heeft de wereld omhuld, maar jullie zijn kinderen van het licht. Ik ben het Licht van de wereld, Degene die jullie voetstappen komt verlichten, volg Mij, verzaak aan het kwaad, verzaak aan jullie zelf, verzaak aan jullie ego, volg mijn voorbeeld: heel Mijn leven op aarde heb Ik de Wil gedaan van Degene die Mij heeft gezonden. Zeg niet dat het moeilijk is, Mijn kinderen, want alles is mogelijk voor degene die gelooft, voor degene die God, de Schepper bemint, degene die mijn Moeder bemint, want Ik heb jullie mijn Moeder gegeven.

    De Verlichting van het geweten (de Waarschuwing) zal vooraf gegaan worden door grote cataclysmen, de natuur spreekt tegen jullie. Jullie moeten luisteren. Mijn kinderen willen niet geloven dat er zo’n zware rampen te gebeuren staan. De Waarschuwing zal een verschrikking betekenen voor degenen die Mij hebben ontkend, die Mij buiten hun leven hebben geplaatst. Ze zullen zien waartoe de zonde hen heeft geleid. Zij zullen de Hel en het Vagevuur zien. Er zijn kinderen die zullen neen zeggen op de Liefde, die zullen spotten met het Kruis, want al Mijn kinderen zullen mijn Kruis zien aan de Hemel. Ik zal daar zijn en ze zullen spotten met Mij. Ik vraag jullie te bidden omdat de wetenschappers zullen zeggen dat alles normaal is, dat het de schok van de twee kometen is. Ze zullen zeggen dat het angst is dat jullie doen in God geloven. Ik zeg het jullie nogmaals: de verlichting van het geweten (de Waarschuwing) zal vooraf gegaan worden door zeer, zeer groot lijden. Op het moment waarbij de Hemel zal verduisteren, wanneer jullie geschreeuw horen, kniel dan, bedek jullie met mijn Kostbaar Bloed en bid, aanbid en prijs God in jullie hart. Zeg niet: “De kerken zijn gesloten, ik kan geen aanbidding doen.” Nee, Mijn kinderen, bereid jullie voor om de Koning der koningen te ontmoeten, de Zoon van God. Het is een akte van Barmhartigheid van de Vader. En elk zal Mij ontmoeten in het geheim van zijn hart.

    Onhoud : Bemin en verdedig mijn Moeder Maria. Spot niet met God de Vader, spot niet met God de H. Geest. Het is een onvergeeflijke zonde, vergeet het niet.

    69 Maria : Ik kom de triomf van mijn Onbevlekt Hart voorbereiden en jullie helpen naar de Nieuwe Aarde brengen.

    Het sacrament van de H. Eucharistie is geboren uit het doorboorde Hart van mijn Zoon. Het is door de H. Eucharistie dat Hij aanwezig is om Zijn Woord te voltooien: Ik zal bij jullie zijn tot het einde der tijden. Hij is levend. Hij is aanwezig in Zijn Heilige Mensheid, maar ook in Zijn Goddelijkheid: Zijn Aanwezigheid is echt. Men moet zich voorbereiden vooraleer de H. Communie te ontvangen, men moet de Koning der koningen aanbidden. Men moet Hem ontvangen met een grote eerbied, een grote devotie, een grote erkenning, een grote nederigheid maar vooral met een grote liefde: het is God die in jullie hart komt.

    Kijk, mijn kinderen, in deze tijd maakt men de Sacramenten belachelijk. Met pijn in mijn Hart zie ik ouders die weigeren het Doopsel te laten toedienen aan hun kleintjes. Mijn wil niet dat Mijn kinderen de H. Geest ontvangen door het sacrament van het Vormsel. Men gelooft niet meer in het sacrament van het Huwelijk. Het huwelijk is tussen God, de man en de vrouw; het Kruis, Christus en de Kerk. En men weigert het sacrament van de Zieken, die zich voorbereiden met de ontmoeting met hun Vader. Dit Sacrament zuivert jullie zintuigen, en geeft jullie kracht, en geeft jullie de genaden op het moment dat jullie deze wereld verlaten om in de armen van jullie Vader te komen. Denk eraan, Mijn kinderen, mijn Zoon heeft de Sacramenten ingesteld om jullie te helpen alle genaden te ontvangen: kracht en moed om tot het einde te gaan.

    In deze moeilijke tijd wil men de Geboden die de Vader jullie heeft nagelaten niet accepteren, niet naleven en men drijft de spot ermee. Laat Mij jullie voorbereiden. Ik ben jullie Moeder, Ik heb jullie kindschap aanvaard aan de voet van het Kruis. Ik houd van jullie en Ik wil jullie de vrede geven. Ik ben de Koningin van de Vrede, Ik wil jullie hart in vrede doen leven. Geef Mij jullie lijden, jullie zorgen, jullie ziekten, jullie bekommernissen. Geef Mij alles wat in de weg staat om JA te zeggen aan de Liefde. Vrees niet, Mijn kinderen, vertrouw op mij, Ik houd van jullie zoals jullie zijn. Jullie weten dat al de profetieën moeten vervuld worden, maar door gebed en aanbidding kan men ontsnappen aan grote gevolgen van deze gebeurtenissen die reeds zijn begonnen, men kan de tijd verkorten.

    Ik zeg niet dat men al de profetieën kan vermijden, omdat deze mensheid te ver is gegaan, ze heeft alle limieten overschreden, ze is slechter dan Sodom en Gomorra. Mijn tegenstander laat jullie geloven dat alles is toegelaten, dat de zonde niet meer bestaat, en daarom zeg Ik jullie dat deze generatie slechter is dan alle generaties. Maar, heb vertrouwen, Ik ben en zal, samen met mijn Zoon bij jullie zijn tot het einde der tijden. Ik ben in elke gezin dat zich toewijd aan mijn Onbevlekt Hart, en als een Goede Mama, ben Ik er om Mijn kinderen te beschermen, ze te leiden, ze raad te geven en ze lief te hebben.

    Maak jullie geen zorgen, leef in het heden. Leef in vrede, vreugde en prijs, prijs. Ik zeg jullie niet bang te zijn als de storm raast, bid en prijs. Draag het Kruis van mijn Zoon, wees niet beschaamd om de sacramentaliën te dragen, men moet zijn geloof tonen zodat de wereld weet dat God levend is, dat Ik, zijn Allerheiligste Moeder bij jullie ben.

    Alles moet vervuld worden, het uur van de duisternis, de grote vervolging, komt dichterbij, maar jullie zullen allen in mijn Onbevlekt Hart zijn en in het H. Hart van mijn Zoon, daar is jullie enige toevlucht, en daar zullen jullie beschermd worden. Zijn jullie bang om in de armen van jullie God, van jullie Vader te zijn? Zijn jullie bang in de armen van jullie Moeder? Nee, Mijn kinderen, Ik ben degene die de kop van de oude slang zal verpletteren.

    Ik kom de triomf van mijn Onbevlekt Hart voorbereiden en jullie naar de Nieuwe Aarde te brengen. Wees vreugdevol, want de aarde moet gezuiverd worden, zodat jullie hart gezuiverd is om de Koning der koningen, mijn Zoon, te ontvangen die zal komen in Zijn Glorie, in jullie hart. Hij komt, want Hij heeft het beloofd. Geloof Hem.

    Mijn kinderen, jullie moeten alles nemen wat komt en alles geven, dat is de arm van hart zijn. Houd niets in je hart, jullie moeten arm van hart zijn. Zo geef je jullie lijden en ook jullie vreugde, omdat jullie niets zouden houden en dat jullie hart zou vrij zijn. Jullie moeten alles laten terugkeren naar God, jullie Vader. Als jullie hart vrij is, kan de H. Geest ze vullen met genaden, gaven en charisma’s. Hij kan jullie onderscheidingsvermogen geven in deze tijden van duisternis en grote verwarring. Open jullie hart voor de Genade, voor de H. Geest, open jullie hart zoals het is.

    70 Jezus: Ontwaak, Mijn kinderen, maak gebruik van deze tijd van Barmhartigheid en van Genade, want het uur komt, het uur van de duisternis komt dichterbij en niemand is klaar om de Zoon van God te ontmoeten.

    Weten jullie dat in het Sacrament van de Biecht, als de priester jullie de absolutie geeft, Ik jullie vergeef? Als er een oprecht berouw is, vergeet Ik jullie fouten en leid Ik jullie naar de armen van de Vader, zoals de verdwaalde zoon. Twijfel niet, maar let wel op voor de zonde tegen de H. Geest, want dan twijfelen jullie aan de Barmhartigheid van de Vader, de Barmhartigheid van de Zoon en de Barmhartigheid van de H. Geest. (Deze zonde wordt niet vergeven, twijfel dus niet aan de Barmhartigheid.) Het enige wat Ik zeg is : Ik veroordeel je niet, maar zondig niet meer.

    Op het moment dat jullie Mijn Kruis in de lucht zien is dit het teken dat de Waarschuwing voor de deur staat. Op dit moment moet men bidden, vergeving vragen en barmhartigheid om eerherstel te bieden, Mijn kinderen, men moet eerherstel bieden. God de Vader is zwaar beledigd, men moet eerherstel bieden.

    Als de natuur in beroering is, hoeven jullie niet bang te zijn, bedek jullie met Mijn Kostbaar Bloed, bid, zegen. Bid mijn Kroontje van Barmhartigheid, daar krijgen jullie een grote bescherming door. Als jullie horen dat er een storm, tornado, aardbeving, een tsunami komt – omdat jullie verschillende tsunami’s zullen zien – bid dan voor jullie broeders en zusters, die het slachtoffer zijn en die omkomen, bid ook voor de overlevenden. Bid voor elkaar.

    71 De duisternis omhult de aarde.

    Jezus : De vervolging is reeds begonnen en ze zal zich accentueren, omdat mijn Kerk moet gezuiverd worden en jullie geloof moet op de proef gesteld worden, maar wees niet bang, want Ik ben bij jullie. Samen met mijn Allerheiligste moeder zullen Wij er zijn om jullie te leiden en jullie de weg te tonen. Ik ben de God van het onmogelijke en Ik zorg voor mijn kinderen van het licht, van degenen die JA zeggen aan de Vader. Wees niet bang, de H. Geest is actief in deze Eindtijd. Het is een nieuw tijdperk dat begint, en dat reeds begonnen is, het is het Tijdperk van de H. Geest samen met mijn Moeder, omdat jullie je moeten voorbereiden op de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria.

    Mijn kinderen, begin vandaag jullie voorbereiding. Als jullie op vakantie vertrekken, dan maken jullie ook jullie bagage klaar, niet? Wel, jullie zijn op deze aarde op doortocht, het is een korte doortocht. De bagage die jullie hebben zijn al jullie daden en werken. Daarom moeten jullie je voorbereiden. Wanneer het moment komt, wil Ik jullie presenteren aan mijn Vader en Hem zeggen: Vader, hier zijn Jouw kinderen, kijk naar degenen die Jij Mij hebt toevertrouwd, zij zijn degenen die Jou hun JA hebben gegeven, Vader. En de Vader zal jullie aankijken met Liefde, want Hij al het Gezicht van zijn Zoon zien, het Gezicht van de Gekruisigde van Liefde, en elk van jullie harten, en het zal feest zijn, vreugde, het weerzien wat we zullen vieren. Daarom moeten jullie je voorbereiden. Omdat jullie uitgenodigd zijn op het Bruiloftsfeest, moeten jullie je kleren voorbereiden (noot: smetteloos witte kleren zonder besmeurd te zijn door zonde) om jullie te presenteren voor de pasgehuwden. Daarom kom Ik jullie uitnodigen op de bruiloft van het smetteloos Lam dat geslachtofferd is voor jullie. (het huwelijk van Jezus met Zijn Kerk, dat wij zijn)

    Vergeet niet de heilige devotie van het H. Hart op de eerste vrijdag van de maand. Kom eerherstel bieden voor de beledigingen waar mijn H. Hart onder lijdt: heiligschennissen, beledigingen, verwerping. Ik vraag jullie ook om de grote devotie van de eerste zaterdag van de maand te volgen. Men moet eerherstel bieden, eerherstellende H. Communies doen, de wereld heeft nood aan eerherstel, men moet vergeving vragen aan de Vader. Ik heb jullie nodig, breng gebeden voor de anderen.

    Vergeet niet de heilige devotie van het H. Hart op de eerste vrijdag van de maand. Kom eerherstel bieden voor de beledigingen waar mijn H. Hart onder lijdt: heiligschennissen, beledigingen, verwerping. Ik vraag jullie ook om de grote devotie van de eerste zaterdag van de maand te volgen. Men moet eerherstel bieden, eerherstellende H. Communies doen, de wereld heeft nood aan eerherstel, men moet vergeving vragen aan de Vader. Ik heb jullie nodig, breng gebeden voor de anderen.

    O Mijn kinderen, help mij degenen te redden die zich op een dwaalspoor bevingen, maar doe het met een grote nederigheid, een grote zachtmoedigheid, veel geduld en dan zullen zij je herkennen als Mijn discipelen, omdat jullie zachtmoedig zullen zijn en nederig van hart, net zoals Ik. Er is niet, Mij kinderen, dat mooier is dan een meevoelend hart. Ik vertrouw degenen aan jullie toe die de Vader rond jullie heeft geplaatst, al degenen die jullie op jullie weg zullen ontmoeten. Ontvang ze zoals ze zijn. Ik wil jullie zeggen dat de wereld geworden is zoals ze is, omwille van een gebrek aan Liefde, maar Liefde met een grote ‘A’, dat wil zeggen Goddelijke Liefde.

    Jullie moeten niet inzitten met de verlichting van het geweten (de Waarschuwing), jullie hebben JA gezegd aan de Liefde, jullie zullen Mijn licht ontvangen. Ik ben het Licht van de wereld. De waarschuwing zal voor de kinderen zijn die niet willen terugkeren naar de schaapskooi, voor degenen die zich hebben verwijderd en die hun hart niet willen openen voor de Genade. Het zal vooral een waarschuwing zijn, want Ik kom elke kind waarschuwen: ontwaak, Mijn kind! Ontwaak, kijk wat je zult ondervinden! En het is op dat moment dat ze zullen zien waartoe de zonde leidt: ofwel naar het vagevuur, of naar de hel.

    72 Jezus : Het is uit Liefde voor jullie dat Ik jullie kom waarschuwen.

    Ik heb milde zielen nodig, zielen die voor anderen bidden en bemiddelen, het is een bediening in het verborgene, want niemand beseft het, behalve de Vader die in het geheim van jullie hart ziet. Het is een missie dat niet goed wordt ontvangen, omdat men een missie wil om op het voorplan te komen, om zich te laten opmerken, om zich te laten zien. Nee, Mijn kinderen, deze missie is niet jullie missie, het is een missie dat de Vader jullie heeft toevertrouwd. Elk kind dat op deze aarde wordt geboren, krijgt een missie, maar zeg niet: “O, zij heeft een grote missie! Ik heb een kleine missie; haar missie is belangrijker, de mijne is minder belangrijk.” Nee, Mijn kinderen. Jullie zijn het Mystieke Lichaam van Christus, Ik ben het hoofd, en het lichaam heeft al zijn ledematen nodig, want als er een te weinig is, is er een onevenwicht. Ik heb jullie allen nodig en Ik heb jullie één voor één geroepen, want mijn Vader heeft Mij alles gegeven. Maar om jullie missie te voltooien hebben jullie de lering  van mijn Moeder Maria nodig, de Troon van Wijsheid, om de heilige nederigheid te leren, de totale overgave en bescheidenheid.

    11-04-2019 om 20:28 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melchisedek - laatst

    Melchisedek – deel 2

    Katarina zag ook dat David bij het opnemen van deze woorden in psalm 110 een visioen had van de zegening van Abraham door Melchisedek.

    Katarina voegde bij de woorden ‘zit neer aan mijn rechterzijde’ het volgende toe, want het heeft een diepe, geheimnisvolle betekenis:

    ·        Wanneer mij de eeuwige geboorte van de Zoon uit de Vader in zinnebeelden getoond wordt, zie ik ze plaats hebben uit de rechterzijde.

    ·        Ik zie dan het beeld dat Mozes zag in de brandende braamstruik en wel in een driehoek van licht, zoals het ‘oog Gods’ voorgesteld wordt en de H. Geest in de bovenste hoek.

    ·        Het is onuitsprekelijk, maar zodra het geboren-worden verschijnt, is het in de rechterzijde.

    ·        Ik zag Eva uit de rechterzijde van Adam genomen worden, en zonder de zonde zouden de mensen uit de rechterzijde voortgekomen zijn.

    ·        Ik zie de aartsvaders de zegen van de Belofte in hun rechterzijde dragen. Om de zegen te ontvangen stonden hun kinderen aan hun rechterzijde.

    ·        Ook was het de rechterzijde van Christus die geopend werd.

    ·        In visioenen ziet men de Kerk ontstaan uit de rechterzijdewonde en door de rechterzijde van de Verlosser moet men in de Kerk binnentreden om door Hem en in Hem tot de Vader te komen.

    Noot: bij de mens zou zonder de zondeval de geboorte voortgekomen zijn uit het hart, uit de zijde van zowel de man als de vrouw, zoals Maria de vrucht was van de heiligste liefde van haar ouders en hun gehoorzaamheid aan God.

    Ook bij de H. Brigitta vindt men dit terug, wanneer Jezus zegt:

    Waarlijk, de kinderen waren zonder de zondeval verwekt geworden uit goddelijke liefde en door de vermenging van het geslacht in wederzijdse genegenheid, waartoe zij van beide zijden ontstoken waren geworden. Het bloed van de liefde zou zonder schandelijke wellust vruchtbaar zijn geworden in de vrouw en zo zou zij ontvangen hebben. In het kind dat zonder zonde en zonder begeerlijkheid was verwerkt, zou ik uit mijn Godheid de ziel ingestort hebben. Zonder smart zou de vrouw het kindje gedragen en gebaard hebben. Van zo’n geboorten zou men dus kunnen zeggen dat ze uit de zijde, uit het hart, uit heilige liefde voortgesproten zijn.

    Na het brood en de wijn genuttigd te hebben, profeteerde Abraham en zei het volgende: “Hiermee houdt op wat Mozes aan de levieten geeft.” (eindigt het door Mozes ingestelde priesterschap en levietenschap). Het was hier profetisch bedoeld. Katarina weet niet of Abrahem zelf dit offer ooit heeft opgedragen. Maar ze zag dat hij voortaan de tienden gaf van zijn vee en van zijn schatten. Melchisedek deelde dit alles op zijn beurt verder uit.

    Melchisedek scheen niet oud te zijn. Hij was slank, struis, buitengewoon ernstig en toch zachtaardig. Hij droeg een lang, wit kleed. Het kleed scheen als lichtend. Bij het offeren deed hij een gordel om met lettertekens en zette een witte, vouwende muts op het hoofd, zoals later de priesters. Zijn haar was helderblond, Zijn haar was helderblond, zoals helglanzende lange zijde en hij droeg het lang. Zijn baard was kort, puntig gespleten en wit en zijn aangezicht glansde. Allen waren met eerbied voor hem vervuld. Zijn aanwezigheid bracht rust en ernst in de gemoederen.  Er werd Katarina gezegd dat hij een priesterlijke Engel en bode was van God. 

    10-04-2019 om 23:25 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melchisedek

    Melchisedek uit de geschriften van A. Katarina Emmerick

    Jezus over Melchisedek : Deze moest mijn offer voorbereiden (voorafbeelden), maar Ik zal het offer zelf zijn.

    Joannes de Doper had zijn hut te Ennon op de oude grondmuren van een oud, groot gebouw gevestigd. De grondmuren waren het fundament van een oud tentkasteel, dat Mechisedek hier had gehad.

    Ennon en de eerste doopvijver van Johannes de Doper

    Abraham had daar een visioen gehad en twee stenen opgericht, een om op te knielen en een ander om tot altaar te dienen. Katarina kreeg ook zijn visioen te zien: het was een stad van God, gelijk het Hemelse Jeruzalem en er vloeiden stromen van water uit neer. Er werd hem ook bevolen te bidden voor de komst van die stad Gods, het water dat uit de stad neerstroomde, vloeide naar alle zijden. Abraham kreeg dit visioen vijf jaar eerder vooraleer Melchisedek daar zijn tentkasteel begon te bouwen. Het was een soort van tent met gaanderijen en trappen rondom in de trant van het kasteel van Mensor (een van de drie Wijzen/Koningen) in Arabië. Slechts de grondslagen waren van steen gemaakt en zeer sterk.

    Het tentkasteel was een plaats waar vele vreemdelingen zich op hun doorreis ophielden, een soort van open, vrije en schone herberg bij het aangename water. Melchisedek was een gids en raadsman voor de zwervende, en trekkende stammen. Het kasteel werd gebruikt om ze daar te herbergen of te onderrichten. Toen had het reeds betrekking op de doop.

    Melchisedek had daar zijn hoofdverblijf, van waaruit hij naar zijn gebouwen te Jeruzalem en tot Abraham of elders ging. Hij verzamelde en verdeelde hier ook families en mensen aan wie hij hier of daar hun plaats van nederzetting aanwees. Dit was nog voor de offerande van brood en wijn, die in een dal ten zuiden van Jeruzalem plaats had. (nl. bij de samenloop van de Kedron- en de Geënnomvallei)

    Melchisedek bouwde dit kasteel vooraleer in Jeruzalem te bouwen.

    Melchisedek zag eruit als een jongeman van 25 jaar. Zijn voorkomen leek minder op dit van mensen, dan dat van Jezus. Katarina zei dat hij een priesterlijke engel was en een voorafbeelding van Jezus Christus als priester op aarde. . Hij droeg nooit een hoofdbedekking, zijn blonde haren waren achter de oren gestreken, waar hij kwam, was hij al de meester van de plaats. Hij was dikwijls afwezig en dan scheen hij ergens anders op aarde te zijn, hetzij in het paradijs, hetzij en een ander gelukzalig verblijf. Dikwijls zag Katarina hem alleen op zijn weg en andere keren met mensen die beladen dieren meeleidden. Hij hielp ook families en volksstammen te verzoenen, te splitsen en te leiden naar een geschikt land of woongewest. Melchisedek trof voorbereidingen, legde fundamenten, bouwde, verspreidde mensenfamilies en gidste. Ze heeft nooit bloedverwanten of priesters zoals hij gezien. Waar hij werkte en bouwde, was het als legde hij daar de grondsteen van een toekomstige genade, als vestigde hij de aandacht op een plaats, als begon hij iets dat in de toekomst voltooid moest worden. Hij voerde ook de tarwe- en wijnteelt in het land.

    Katarina zei ook: lang voor de tijden van Semiramis en Abraham, was hij in het Beloofde Land, toen het nog woest en eenzaam was, en verscheen hij er om het land te ordenen. Hij regelde, bestemde en bereidde plaatsen. Hij opende ook de hoofdbron van de Jordaan.

    Christus is priester volgens de orde van Melchisedek (Ps 110). Als Melchisedek een engel is dan is Jezus’ priesterschap van hemelse oorsprong, en komt het uit dezelfde bron als het priesterschap van Melchisedek. Het ontleent niet zijn kracht en gezag aan het priesterschap van Aaron. Paulus leidt hieruit de grootheid van Jezus’ priesterschap af, en ook uit het feit dat Melchisedek de meerdere is van Abraham, hoewel deze de stamvader is van het uitverkoren godsvolk. Abraham betaalde hem de tienden en ontving van hem de zegen.

    Paulus : Overweeg nu eens hoe groot hij is, daar zelfs Abraham, de aartsvader, hem tiende gaf uit het beste van de buit, en hij die de Belofte bezat, heeft de zegen van hem ontvangen. Welnu het is duidelijk dat het mindere gezegend wordt door het meerdere.

    Ook wordt van Melchisedek, die tiende van alles ontving, gezegd dat hij leeft. Ook was hij zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtslijst (zonder menselijk afstamming) zonder begin van dagen en einde van leven en zo is hij op de Zoon van God volkomend gelijkende geworden (een treffende voorafbeelding), en blijft hij priester voor eeuwig.

    In de 3de eeuw werd hij als een engel beschouwd door Origenes en Dydimus. Melchisedek is in de Bijbel een mysterieuze figuur, en Katarina zegt dat hij bv. grondlegger is van stenen en planten. In de Bijbel staat dat de Verbondsarkdragers stenen gebruikten bij de doortocht door de Jordaan in het midden van de bedding van de stroom en ze waren een gevolg van Melchisedeks ingrijpen.

    In de doopvijver waar Jezus later zou gedoopt worden lagen onder de waterspiegel vierhoekige rode stenen, waarop de Ark van het Verbond had gerust. Melchisedek had op meerdere plaatsen een soort eerste steenlegging gedaan, en later werd het een heilige plaats, waar zich een heilsgebeuren voordeed. Melchisedek nam vele plaatsen als het ware in bezit door een teken of steen aan te brengen. Hij nam de afmetingen op van de latere Bethesda, grondvestte een steen waar de tempel moest oprijzen, nog eer Jeruzalem bestond. Hij bracht 12 edelstenen aan waarop de priesters met de Verbondsark bij de doortocht van de Israëlieten gingen staan. (latere stenen voor het borstschild van Johannes de Doper)

    doopvijver op eilandje in de Jordaan waar Jezus werd gedoopt

    Bij een doop te Soekkot gebeurde dit aan een bron in een rotsgewelf, dat westwaarts uitzicht op de Jordaan had (tell Malahah). Het water van de bron kwam nochtans uit de Jordaan, zo diep lag deze bron. Door een opening van boven in de rots viel er licht binnen. Voor het rotsgewelf strekte zich een mooie, ruime lustplaats uit met sierboompjes, reukplanten, struiken en grasperken. Daar lag een oude gedenksteen die herinnerde aan een verschijning van Melchisedek aan Abraham. Jezus sprak over de doop van Johannes de Doper, die er een was van boetvaardigheid, maar die moest vervangen worden door de doop van de H. Geest en van de zondenvergiffenis. Hij eiste een algemene zondenbekentenis, in de zin van alle zware zonden met getal en verzwarende omstandigheden. Elke dopeling beleed al hun driften en gebreken. Hij zei aan enige mensen hun zonden, waardoor Hij hen tot vermorzeling stemde. Daarna vergaf Hij hun die zonden door handenoplegging als absolutieteken. De dopelingen werden niet ingedompeld. Op de gedenksteen van Abraham stond een groot bekken, waarboven de dopelingen zich met ontblote schouders bogen; de dopende schepte met de hand driemaal water op hun hoofd. Ook te Soekkot heeft Abraham met zijn voedster Maraha gewoond, hij had hier op drie plaatsen landerijen, reeds hier deed hij een verdeling met Lot.

    Hier kwam Melchisedek een eerste keer tot hem op de wijze zoals er dikwijls engelen naar Abraham kwamen. Hij beval hem een drievoudig offer van duiven te brengen, van vogels met lange bekken en andere dieren. Hij zei hem nog dat hij later tot hem zou komen om brood en wijn te offeren en hij gaf hem verschillende intenties op, waarvoor hij moest bidden, ook voorspelde hij hem het lot van Sodom en van Lot. Melchisedek was toen niet meer op een aardse wijze te Salim woonachtig.

    Het priesterschap van Melchisedek werd vervuld door Jezus. Melchisedek had alle wegen en plaatsen gemeten en gegrondvest waar God de Vader wilde dat Zijn Zoon Jezus zou wandelen.

    Melchisedek behoort tot de engelenkoren die met allerlei boodschappen tot de oudvaders kwamen, bv. tot Abraham. Zij staan op gelijke voet als de aartsengelen Gabriel, Rafael en Michael.

    Salim (3u ten oosten van de voet van de Gerizzimberg) is een mooie stad en heeft een prachtige bron, die ook als heilig wordt aanzien. In dit gewest heeft Melchisedek zich opgehouden en toen heette een hele landstreek Salim. Tijdens zijn verblijf daar, strooide hij er zijn weldaden uit. Salem en Jeruzalem waar hij bouwde en grondvesten legde, behielden tot in Christus’ tijd hun naam. Hij woonde het meest in de streek ten westen van de Jordaan, waar deze stroom in de later ontstane Dode Zee uitmondde. Toen was daar in de plaats van de Dode Zee een ruime en bekoorlijke bergvallei met mooie steden, tuinen, steendammen en ze was dooraderd, doorsneden en omgeven met waterlopen en riviervertakkingen.

    Soenem : In de vroegste tijd, lang voor Abrahams komst zag Katarina in de spelonken drie mannen wonen, die van een bruiner kleur dan Abraham waren. Voor kledij drongen zij slechts huiden en zij bonden tegen de zon een groot blad op hun hoofd. Zij waren er reeds ten tijde van de torenbouw te Babel. Zij waren afkomstig van het land van de grote jager (Nimrod of Belus). Het waren mensen van het type van Henoch. Zij leidden een heilig leven, hadden een eenvoudige geheime godsdienst en bezaten allerlei openbaringen en zij verrichtten eenvoudige bezigheden. In hun godsdienst wilde God zich met de mensen verenigen en moesten zij hem tot dat doel zoveel mogelijk uitbreiden. Zij offerden ook met het derde deel van hun spijzen in de zon te laten verteren, of wellicht legden zij die spijzen daar voor hongerigen, die ze konden wegnemen. Deze mensen leefden volslagen eenzaam, afgezonderd van de nog niet talrijke landbewoners. Deze woonden verre van elkaar in enige steden, die op de wijze van de vaste tentsteden gebouwd waren. Katarina zag die mannen in de verschillende gewesten van het land rondgaan, bronnen graven, enige wildernissen vruchtbaar maken en op enig plaatsen grondstenen leggen, waar later steden werden gebouwd. Katarina zag hen boven ganse gewesten de boze geesten uit de lucht verdrijven en ze naar andere slechte, zompige, nevelige plaatsen verbannen. De boze geesten hielden zich meestal in zo’n onvruchtbare gewesten op. Ze zag die mannen vaak tegen die geesten worstelen en strijd leveren. (Jezus zei over de duivels : als de duivel van iemand is uitgegaan, zwerft hij rond in onvruchtbare plaatsen.) Vele steden werden boven hun stenen gebouwd. Steden zoals Safed, Betsaida, Nazareth, Gat-Hefer, Sefforis, Megiddo, Naim, en oor de spelonk waar de boodschap van de Engel Gabriel tot Maria zou gebeuren, de bron te Ennon, de spelonken te Bethlehem. Er werden ook stenen gelegd bij Hebron en Mikmetat. Er werden ook nog vele andere steden gegrondvest door het leggen van stenen.

    Maar om de maand kwamen deze mannen samen met Melchisedek en deze bracht hen dan een groot, vierhoekig brood. Dit brood was ongeveer 1m2 groot en tamelijk dikt en had regelmatige kerven zodat het in vele gelijke stukken kon verdeeld worden, het was bruinachtig en onder de asse gebakken. Katarina zag Melchisedek altijd alleen tot hen komen. Deze mannen gedroegen zich tegen hem zeer eerbiedig en wierpen zich neer. Melchisedek bezocht hen met het brood om de maand en telkens alleen. Ook toen woonde Melchisedek reeds in een tentkasteel aan de Jordaan. Ook legde hij later de grondstenen en bouwde hij enige muurwerk op de Tempelberg te Jeruzalem. Melchisedek leerde deze mannen de wijnteelt die zij op de Tabor uitoefenden, en zij strooiden op vele plaatsen van het land verschillende zaadsoorten van gewassen uit, die hij hun gaf en die nu nog daar in het wild groeien. Ze gebruikten een spade waarmee zij werkten, om dagelijks een deel van het brood af te snijden. Zij aten ook vogels die in benden tot hen gevlogen kwamen. Zij hadden feest- en vierdagen en kenden de sterren. Zij vierden de achtste dag met offer en gebed en enige dagen bij de jaarwisseling. Katarina zag hen ook in het nog zeer ongebaande land verscheidenen wegen banen naar de plaatsen, waar zij de stenen hadden gegrondvest, de bronnen hadden gegraven en de planten hadden gezaaid, zodat de latere inwijkelingen, die deze wegen volgden, van zelf bij de bronnen, op de vruchtbaar en bewoonbaar gemaakte plaatsen kwamen en zich daar vestigden.

    Ze waren bij hun werk dikwijls door scharen van boze geesten omringd. Zij konden ze waarnemen en ze brachten ze door gebed en bevel naar moerassige, wilde plaatsen en de geesten weken. Zo konden die mannen hun ontginningen rustig voortzetten, alles opruimen en reinigen. Naar Kana, Megiddo en Naim baanden zij wegen, ook bereidden zij op die manier het ontstaan voor van de geboortesteden van de meeste profeten. Van Abel-Mehola en Dotaim legden zij de grondvesting en maakten de mooie badvijver van Betulie.

    Melchisedek trok toen nog als een vreemde alleen door het land en men wist niet waar hij zich ophield. Deze mensen waren oud, maar nog zeer levenskrachtig. Aan de latere Dode Zee en in Judea bestonden al steden, ook enige bovenin, maar nog geen in het midden. Deze mannen legden zelf hun graf aan en hebben zich er in neergelegd: de ene bij Hebron, de andere aan de Tabor, en de derde in de spelonken niet ver van Safed. Zij waren in het algemeen hetzelfde voor Abraham, wat Johannes voor Jezus is geweest : zij maakten door reiniging en bewerking het land en de wegen gereed, zaaiden goede vruchten en leidden het water uit de grond voor de stamvader van Gods volk, maar Johannes bereidde de harten voor tot de boetvaardigheid en tot hun wedergeboorte in Jezus Christus. Zij deden voor Israël wat Joannes deed voor de Kerk. Enige zo’n mannen waren er ook nog op ander plaatsen en zij werden door Melchisedek daarheen gezonden.

    De H. Hieronymus vestigde reeds omstreeks 400 n. Chr. de aandacht op de ruinen van het paleis van Melchisedek te Salem. Hij zegt: Salem is een stad nabij Skytopolis en daar ziet men het paleis van Melchisedek. Uit de grootheid van de ruine kan men opmaken welk een groot bouwwerk het moet zijn geweest. De afstand die Hieronymus aangeeft vanaf Skytopolis brengt ons te el-Amdam.

    plaats El-Amdam

    Jezus vertelde over Melchisedek: God zond Melchisedek tot de beste families om ze te leiden, te verenigen, hun landen en woonplaatsen te bereiden en aan te wijzen, opdat ze onbedorven zouden blijven en volgens de maat van hun verdienste meer of minder geschikt zouden zijn om de genade van de Belofte te benaderen en te verkrijgen. In die verre tijd is hij een voorafbeelding van de Messias, een aankondiger van de toen nog zo verwijderde, maar nu zo nabije genade van de Belofte. Zijn voorafbeeldend offer van brood en wijn (Gen 14,18-20) dat hij opdroeg, staat op het punt zijn vervulling te krijgen. De verwezenlijking van dit beeld zal blijven bestaan tot het einde van de wereld.

    De grote kelk van het Laatste Avondmaal was reeds in het bezit van Abraham, Melchisedek bracht hem mee uit het land van Semiramis waarheen hij verzeild was, naar het land van Kanaän, toen hij te Jeruzalem de grondvesten van allerhande plaatsen kwam leggen. Hij heeft van die kelk gebruik gemaakt bij het offer waarin hij in de tegenwoordigheid van Abraham brood en wijn opdroeg en daarna heeft hij hem aan Abraham nagelaten. De beker is zelfs reeds bij Noah geweest. Hij stond in de Ark, geheel van boven.

    De kelk was ook in het bezit van een stam van goede nakomelingen van Noah, die nabij Babylon woonden. Zij werden als slaven door Semiramis verdrukt. Melchisedek leidde hen van daar weg naar Kanaän en bracht de kelk met zich mee. Melchisedek had een tent in de buurt van Babylon en dat hij daar brood voor hen zegende en brak, vooraleer hen weg te brengen, anders zou hen de nodige kracht ontbroken hebben om weg te trekken en zo’n weg af te leggen. Die mensen hadden een naam die ongeveer luidt als ‘Samanen’. Melchisedek bediende zich van hen en van enige grotbewoners in Kanaän om op de nog wilde bergen van het later Jeruzalem de grondslagen van verscheidene gebouwen te leggen. Hij legde diepe grondvesten waar later het Cenakel en de tempel stonden, ook op een plaats naar de Kalvarieberg toe. Na het offer van Melchisedek bleef de kelk bij Abraham. Hij is ook in Egypte geweest en eveneens in het bezit van Mozes.

    Toen Melchisedek brood en wijn offerde, nuttigde hij er niet van en ook Jezus deed het niet. Maar de priesters moesten het wel doen omdat het anders reeds lang had opgehouden te bestaan. Nu zij het nuttigen blijft het priesterschap behouden. (Zonder dit brood der engelen, zouden de priesters niet als priester kunnen leven, het priesterschap zou spoedig uitgestorven zijn.)

    Op het ogenblik dat bij de instelling van het H. Sacrament onze Heer Jezus de kelk opnam, verscheen Katarina in een visioen een tafereel uit het Oude Testament. Ze zag Abraham knielen voor een altaar. In de verte zag ze allerhande volk met kamelen en andere dieren als een krijgsbende aangestapt komen. Ze zag een majestatische man statig naast Abraham treden. Hij zette dezelfde kelk, die Jezus later in zijn handen had, voor Abraham op het altaar neer. Ze zag dat die man een lichtschijn als vleugels aan de schouders had. Hij had in feite geen vleugels, maar het was maar schijn, om Katarina verstaan te geven dat hij een Engel was. Voor de eerste maal zag Katarina hier een Engel vleugels hebben. Het was Melchisedek. Achter het altaar van Abraham stegen drie rookwolken omhoog. Er waren dan 2 rijen figuren, die zich verlengden tot aan Jezus, ook David en Salomo waren eronder, dit was de stam op Jezus. Het offer van Melchisedek greep plaats in het dal van Josafat op een heuvel. Melchisedek bezat reeds de kelk. Abraham was reeds op de hoogte dat Melchisedek op komst was om te offeren, want hij bouwde een mooier en steviger altaar dan dat Katarina tot nog toe had gezien, met een loofhut zoals een tent eroverheen. Er stond op het altaar onder de tent een soort van tabernakel waar Melchisedek de kelk in plaatste. De bekers die bij de grote kelk hoorden, waaruit hij te drinken gaf, waren als van edelsteen. Het altaar had van boven ook een opening, voor het offer. Toen hij het geheim van de belofte ontving, werd hem meteen geopenbaard dat de priester van de Allerhoogste in zijn bijzijn het offer zou opdragen, dat dat de voorafbeelding was van het offer dat door de Messias zou ingesteld worden en eeuwig zou blijven bestaan. Daarom was hij zo vol eerbied en verwachting, toen Melchisedek hem door een paar boden zijn komst liet melden.

    Katarina zag ook dat Abraham toen, zoals telkens bij het offeren, enkele beenderen van Adam op het altaar plaatste. Deze beenderen waren reeds bij Noah in de Ark geweest. Hierbij smeekten zij God de belofte te vervullen die Hij gedaan had aan de eerste vader, van wie deze beenderen waren, de Messias te zenden. Abraham verlangde vurig naar de zegen van Melchisedek. De vlakte om het altaar wemelde van mensen en dieren, ladingen en reisgoed. De koning van Sodoma was bij Abraham in de tent. Er heerste een plechtige stilte. Melchisedek kwam van de plaats waar later Jeruzalem lag. Hij had in die omgeving bossen gerooid en meerdere gebouwen gegrondvest.  Hij kwam op een grauw lastdier dat leek op een ezel. Het was breed beladen, aan zijn ene zijde hing een grote zak wijn, en aan de andere kant van het dier hing een kist, met tegen elkaar rechtstaande broden en ook allerleid vaatwerk. Abraham trad Melchisedek tegemoet. Melchisedek trad in de loofhut achter het altaar, en nam brood en wijn, en hief dit omhoog, offerde, zegende en brak het brood. De plechtigheid had iets weg van de heilige mis.

    Het brood dat Abrahem te nuttigen kreeg, was witter dan dat van de anderen en hij dronk uit de kelk, die nu de kelk was van de instelling van het H. Sacrament, maar nog zonder voet. Daarna werd door de voornaamsten onder de aanwezigen aan het volk wijn in kleine bekers rondgedeeld en ook stukken brood. Dit brood was niet geconsacreerd, Engelen kunnen niet consacreren, doch het was gezegend en ik zag het schitteren. Allen die ervan ontvingen, werden verkwikt en zij voelden hun ziel tot God aangetrokken worden. Bij deze gelegenheid werd Abraham door Melchisedek ook gezegend. Deze handeling was een voorafbeelding als wijdde Melchisedek Abraham tot priester.

    Abraham was het geheim van de belofte toevertrouwd, dat de Messias aan hem zijn vlees en bloed zou ontlenen. Katarina ontving herhaaldelijk de verklaring dat Melchisedek bij het geven van de zegen als profeet op de Messias en diens offer de woorden toepaste die Hij tot Abraham sprak: “De heer zegde tot mijn Heer: zit neer aan mijn rechterhand tot Ik uw vijand tot skabel (= voetbankje waarop vroeger de misdadigers te pronk zaten) onder uw voeten leg. De Heer heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid naar het priestertype van Melchisedek.”

    Katarina zag ook dat David bij het opnemen van deze woorden in psalm 110 een visioen had van de zegening van Abraham door Melchisedek.

    Psalm 110 :  Van David. Een psalm.

    Zo zegt het Jahwe tot mijn heer: 'wees gezeten aan mijn rechterhand: welhaast doe ik uw vijanden zijn een voetschabel voor uw voeten.'

    Want Jahwe strekt uw heersersstaf vanuit Sion: gebieden zult gij tot diep in vijandelijk land.

    U toegewijd is uw volk als de dag aanbreekt van uw heerban. Getooid als gold het een feest, uit de schoot van de dageraad zie! als schitterdauw uw jonge krijgers.

    Jahwe zwoer het - Hij neemt het niet terug: 'gij zult priester zijn, de eeuwen door, krachtens mijn uitspraak: Melchisedek.' 

    Mijn heer zetelt aan uw rechterhand: koningen slaat hij neer als hij toornt, ​​​​​​​richt over de heidenen, velt hen ongeteld, verplettert hun sterkte zover de aarde reikt, lest zijn dorst onderweg uit de beek. Hoog mag hij het hoofd heffen.

    10-04-2019 om 03:55 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doopsel en Vormsel volgens Katholiek Compendium

    Uit de rkdocumenten site – compendium van de Katholieke Kerk

    DOOPSEL

    De viering als inwijding in het mysterie

    De zin en de genade van het Sacrament van het Doopsel komen duidelijk naar voren in de riten van de viering. Door de handelingen en de woorden van deze viering te volgen en er met aandacht aan deel te nemen, worden de gelovigen ingewijd in de rijkdom die dit Sacrament in elke pasgedoopte uitbeeldt en verwezenlijkt.

    Het kruisteken, waarmee de viering begint, drukt het stempel van Christus op degene die Hem zal toebehoren, en duidt de genade van de verlossing aan die Christus door zijn kruis voor ons heeft verworven.

    De verkondiging van het woord van God verlicht de kandidaten en de verzamelde gelovigen met de geopenbaarde waarheid en wekt het geloofsantwoord op, onafscheidelijk verbonden met het Doopsel. Het Doopsel is inderdaad op bijzondere wijze "het sacrament van het geloof", omdat het de sacramentele toegang is tot het geloofsleven.

    Aangezien het Doopsel de bevrijding betekent van de zonde en van de duivel die ertoe aanzet, spreekt men over de dopeling een (of verschillende) exorcisme(n) uit. Hij wordt gezalfd met de olie van de geloofsleerlingen of de celebrant legt hem de handen op, en hij verzaakt uitdrukkelijk aan de Satan. Na deze voorbereiding kan hij het geloof van de Kerk belijden waaraan hij zal worden "toevertrouwd" door het Doopsel. 

    Vervolgens wordt het doopwater gezegend door een epiklesegebed (hetzij op dat moment zelf, hetzij in de paasnacht). De Kerk vraagt God dat, door zijn Zoon, de kracht van de Heilige Geest over dit water mag neerdalen, opdat zij die erin worden gedoopt, "geboren worden uit water en geest" (Joh. 3, 5).

    Dan volgt de wezenlijke ritus van het Sacrament: het Doopsel in de eigenlijke zin van het woord. Het duidt aan en verwezenlijkt de dood aan de zonde en het binnentreden in het leven van de allerheiligste Drie-eenheid door de gelijkvormigheid met het Paasmysterie van Christus. Het Doopsel wordt op de meest sprekende wijze voltrokken door de drievoudige onderdompeling in het doopwater. Maar vanaf de oudheid kan het ook toegediend worden door driemaal water uit te gieten over het hoofd van de dopeling.

    In de Latijnse Kerk laat de bedienaar driemaal water over het hoofd vloeien, terwijl hij zegt: "N., ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest." In de oosterse liturgieën zegt de priester, terwijl de geloofsleerling naar het oosten gekeerd staat: "De dienaar Gods N. wordt gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest." En bij de aanroeping van elke persoon van de allerheiligste Drie-eenheid, dompelt hij hem onder in het water en richt hem weer op.

    De zalving met het heilig Chrisma, welriekende olie gewijd door de bisschop, duidt de gave van de Heilige Geest aan de pasgedoopte aan. Hij is Christen geworden, dit wil zeggen "gezalfd" met de Heilige Geest, ingelijfd in Christus die tot priester, profeet en koning gezalfd werd. 

    In de liturgie van de oosterse kerken wordt de zalving na het dopen beschouwd als het Sacrament van de zalving met het Chrisma (het Vormsel). In de Latijnse liturgie kondigt zij een tweede zalving met het heilig Chrisma aan, die door de bisschop toegediend zal worden: het Sacrament van het Vormsel, het Sacrament dat als het ware de zalving na het dopen "bevestigt" en voltooit.

    Het witte doopkleed drukt symbolisch uit dat de gedoopte zich "met Christus bekleed" heeft (Gal. 3, 27): hij is met Christus verrezen. De kaars die aan de paaskaars ontstoken wordt, duidt aan dat Christus de pasgedoopte heeft verlicht. In Christus zijn de gedoopten "het licht der wereld" (Mt. 5, 14). 

    De pasgedoopte is nu kind van God in de eniggeboren Zoon. Hij kan nu het gebed van de kinderen van God zeggen: het Onze Vader.

    De eerste eucharistische Communie. Kind van God geworden en met het bruidskleed getooid", wordt de pasgedoopte toegelaten "tot de bruiloft van het Lam" en ontvangt hij het voedsel van het nieuwe leven, het lichaam en bloed van Christus. Vanuit een levend bewustzijn van de eenheid van de christelijke initiatie wordt in de Oosterse Kerken de heilige communie gegeven aan allen die pas gedoopt en gevormd zijn, zelfs aan kleine kinderen, het woord van de Heer indachtig: "Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen" (Mc. 10, 14). In de Latijnse Kerk, waar het deelnemen aan de heilige Communie voorbehouden wordt aan hen die de jaren van verstand bereikt hebben, wordt de samenhang tussen Doopsel en Eucharistie uitgedrukt door het pasgedoopte kind bij het altaar te brengen alwaar het Onze Vader gebeden wordt.

    De viering van het Doopsel wordt afgesloten met de plechtige zegen. Bij het Doopsel van pasgeborenen neemt de zegen van de moeder een bijzondere plaats in.

    De genade van het Doopsel

    De verschillende vruchten of uitwerkingen van het Doopsel worden aangeduid door de zintuiglijke elementen van de sacramentele ritus. De onderdompeling in het water roept de symboliek van de dood en de zuivering op, maar ook van de wedergeboorte en de vernieuwing. De twee voornaamste vruchten zijn dus de zuivering van de zonden en de nieuwe geboorte in de heilige Geest. 

    Ter vergeving van de zonden

    Door het Doopsel worden alle zonden vergeven, de erfzonde en alle persoonlijke zonden, evenals alle zondestraffen. 

    In allen die opnieuw geboren zijn, blijft inderdaad niets over van wat hen zou kunnen verhinderen het rijk Gods binnen te gaan, noch de zonde van Adam, noch de persoonlijke zonde, noch de gevolgen van de zonde, waarvan de scheiding van God het ergste is.

    Wel blijven er in de gedoopte nog enkele tijdelijke gevolgen van de zonde, zoals lijden, ziekte, dood, of de broosheden eigen aan het leven, zoals karakterzwakheden enz., evenals een neiging tot de zonde, door de Overlevering in het Latijn concupiscentia genoemd, of overdrachtelijk "fomes peccati" (zondehaard): "Omdat deze begeerlijkheid in de mens achtergebleven is met het oog op de strijd, is zij niet bij machte mensen te schaden die er niet mee instemmen en er zich moedig tegen verzetten met behulp van de genade van Christus Jezus. Sterker nog, 'hij die zich in de strijd aan de regels houdt, zal gekroond worden' (2 Tim. 2, 5)". 

    "Een nieuwe schepping"

    Het doopsel zuivert niet enkel van alle zonden, het maakt van de pas gedoopte ook "een nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17), een aangenomen kind van God  die "deel heeft gekregen aan Gods eigen wezen" (2 Pt. 1, 4), lidmaat van Christus  en erfgenaam tezamen met Hem (Rom. 8, 17), tempel van de heilige Geest.

    De allerheiligste Drie-eenheid geeft aan de gedoopte de heiligmakende genade, de genade van de rechtvaardiging die:

    • hem in staat stelt in God te geloven, op Hem te hopen en Hem te beminnen door de theologale deugden;
    • het hem mogelijk maakt te leven onder de leiding van de heilige Geest en te handelen door de gaven van de heilige Geest;
    • hem in staat stelt te groeien in het goede door de morele deugden.

    Heel het organisme van het bovennatuurlijk leven van de Christen heeft dus zijn wortels in het heilig Doopsel.

    Ingelijfd in de Kerk, het lichaam van Christus

    Door het Doopsel zijn wij ledematen van het lichaam van Christus geworden. "Daarom (...) zijn wij elkanders ledematen" (Ef. 4, 25). Door het Doopsel worden wij in de Kerk ingelijfd. Uit de doopvont wordt het ene Volk van God van het Nieuwe Verbond geboren, dat alle natuurlijke of menselijke grenzen van de volken, culturen, rassen en geslachten overschrijdt: "Wij zijn immers in de kracht van een en dezelfde Geest door de doop ��n enkel lichaam geworden" (1 Kor. 12, 13).

    De gedoopten zijn "levende stenen" geworden voor "de bouw van een geestelijke tempel", voor "een heilig priesterschap" (1 Pt. 2, 5). Door het Doopsel hebben zij deel aan het priesterschap van Christus, aan zijn profetische en koninklijke zending. Zij zijn "een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen Volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die (hen) uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht" (1 Pt. 2, 9). Het doopsel maakt de gedoopte het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen deelachtig.

    Als lidmaat van de Kerk behoort de gedoopte niet meer zichzelf toe (1 Kor. 6, 19), maar Hem die voor ons gestorven en verrezen is. 

    Hij is nu geroepen om aan anderen onderdanig te zijn, hen te dienen  in de gemeenschap van de Kerk, "gehoorzaam en volgzaam" te zijn jegens de kerkelijke leiders (Heb. 12, 17),  hen met eerbied en genegenheid te bejegenen. 

    Zoals uit het doopsel verantwoordelijkheden en plichten voortkomen, zo geniet de gedoopte ook rechten in de Kerk: hij heeft het recht de Sacramenten te ontvangen, gevoed te worden met het woord van God en steun te ondervinden van de andere geestelijke hulpmiddelen van de Kerk. 

    "Tot kinderen Gods herboren, moeten (de gedoopten) het geloof dat zij van God door de Kerk verkregen hebben tegenover de mensen belijden" en deelnemen aan de apostolische en missionaire activiteit van het Volk van God. 

    De sacramentele band van de eenheid der Christenen

    Het Doopsel vormt de grondslag voor de eenheid onder alle Christenen, ook met hen die nog niet ten volle in gemeenschap met de katholieke Kerk leven: "Want zij die in Christus geloven en geldig gedoopt zijn, treden in een zekere, zij het niet volkomen gemeenschap met de katholieke kerk. (...) In het Doopsel, gerechtvaardigd door het geloof, worden zij in Christus ingelijfd. Zij voeren daarom met recht de naam van Christenen en door de zonen en dochters van de katholieke Kerk worden zij terecht als broeders en zusters in de Heer erkend". 

    "Het Doopsel vormt daarom de sacramentele band van de eenheid tussen allen die erdoor zijn wedergeboren". 

    Een onuitwisbaar geestelijk merkteken

    Door het Doopsel ingelijfd in Christus, is de gedoopte gelijkvormig geworden met Christus. 

    Het doopsel tekent de Christen met het onuitwisbaar geestelijk merkteken (character) van zijn toebehoren aan Christus. Dit merkteken wordt door geen enkele zonde uitgewist, zelfs als de zonde het Doopsel verhindert heilzame vruchten te dragen. 

    Het Doopsel wordt eens voor altijd gegeven en kan dus niet herhaald worden.

    Door het Doopsel ingelijfd in de Kerk, hebben de gelovigen het sacramentele merkteken gekregen dat hen heiligt voor de christelijke eredienst. 

    Het zegel van het Doopsel maakt het de Christenen mogelijk en verplicht hen ertoe, God te dienen door van harte aan de heilige liturgie van de Kerk deel te nemen en hun gemeenschappelijk priesterschap uit te oefenen door het getuigenis van een heilig leven en daadwerkelijke liefde. 

    Het "zegel van de Heer" ("dominicus character") is het zegel waarmee de heilige Geest ons getekend heeft "voor de dag der verlossing" (Ef. 4, 30). 

    "Het Doopsel is inderdaad het zegel van het eeuwige leven". 

    De gelovige die "het zegel bewaard zal hebben" tot op het einde, dit wil zeggen: die trouw zal zijn gebleven aan de eisen van zijn Doopsel, zal heen kunnen gaan "gemerkt met het teken van het geloof", met het geloof van zijn Doopsel, in afwachting van de zalige aanschouwing van God - de voltooiing van het geloof - en in de hoop op de verrijzenis.

    IN HET KORT

    De christelijke initiatie bestaat uit een geheel van drie Sacramenten: het Doopsel dat het begin is van het nieuwe leven; het Vormsel dat er de bevestiging van is; en de Eucharistie die de leerling voedt met het lichaam en bloed van Christus met het oog op zijn omvorming in Christus.

    "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb" (Mt. 28, 19-20).

    Het Doopsel is de geboorte tot het nieuwe leven in Christus. Het is naar de wil van de Heer noodzakelijk voor het heil, net zoals de Kerk, waarvan het Doopsel de poort is.

    De wezenlijke rite van het Doopsel bestaat in het onderdompelen van de dopeling in het water of in het gieten van water over zijn hoofd, onder aanroeping van de allerheiligste Drie-eenheid, dit wil zeggen van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

    De vrucht van het Doopsel of de doopgenade is een rijke werkelijkheid met als inhoud: de vergeving van de erfzonde en van alle persoonlijke zonden; de geboorte tot het nieuwe leven waardoor de mens een aangenomen kind van de Vader, een lidmaat van Christus, een tempel van de heilige Geest wordt. Door het feit zelf wordt de gedoopte ingelijfd in de Kerk, het lichaam van Christus, en wordt hij het priesterschap van Christus deelachtig.

    Het Doopsel drukt in de ziel een onuitwisbaar geestelijk merkteken, dat de gedoopte heiligt voor de Christelijke eredienst. Vanwege het merkteken kan het doopsel niet herhaald worden. 

    Zij die omwille van het geloof de dood ondergaan, de geloofsleerlingen en alle mensen die, onder stuwkracht van de genade, zonder de kerk te kennen, in alle eerlijkheid God zoeken en er zich op toeleggen zijn wil te doen, kunnen gered worden, zelfs als zij het doopsel niet ontvangen hebben. 

    Sinds de vroegste tijden wordt het Doopsel aan kinderen toegediend, want het is een genade en gave van God die geen menselijke verdiensten veronderstelt; de kinderen worden gedoopt in het geloof van de Kerk. Het binnentreden in het christelijk leven geeft toegang tot de ware vrijheid.

    Wat betreft de kinderen die zonder Doopsel gestorven zijn, nodigt de liturgie van de Kerk ons uit te vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid en te bidden voor hun heil.

    In geval van nood kan iedereen dopen, als hij maar de intentie heeft te doen wat de Kerk doet en water giet over het hoofd van de dopeling met de woorden: "Ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest."

    VORMSEL

    De viering van het Vormsel

    Een belangrijk moment dat aan de viering van het Vormsel voorafgaat, maar er in zekere zin ook deel van uitmaakt, is de wijding van het heilig Chrisma. Op Witte Donderdag wijdt de bisschop tijdens de chrismamis voor heel zijn bisdom het heilig Chrisma. In de Kerken van het oosten is deze wijding zelfs aan de patriarch voorbehouden:

    De liturgie van Antiochië verwoordt de epiklese van de wijding van het heilig chrisma (myron) aldus: "(Vader (...) zend uw heilige Geest uit) over ons en over deze olie hier, en wijd haar, opdat zij voor al wie ermee gezalfd en gemerkt worden, mag zijn: heilig myron, priesterlijk myron, koninklijk myron, vreugdevolle zalving, kleed van het licht, mantel van het heil, geestelijke gave, heiliging van zielen en lichamen, onvergankelijk geluk, onuitwisbaar zegel, schild van het geloof en geduchte helm tegen alle werken van de tegenstander." 

    Wanneer het Vormsel gescheiden van het Doopsel gevierd wordt, zoals dit in de Romeinse ritus het geval is, begint de liturgie van het Sacrament met de hernieuwing van de doopbeloften en met de geloofsbelijdenis van de vormelingen. Op deze manier wordt de samenhang tussen Doopsel en Vormsel duidelijk tot uitdrukking gebracht. 

    Wanneer een volwassene gedoopt wordt, ontvangt hij tegelijk ook het Vormsel en neemt hij deel aan de Eucharistie. 

    In de Romeinse ritus strekt de bisschop de handen uit over de vormelingen, een handeling die sinds de tijd der apostelen het teken is van de gave van de heilige Geest. De bisschop smeekt dan de uitstorting van de heilige Geest af:

    Almachtige God, Vader van onze Heer Jezus Christus, Gij hebt uw dienaren herboren doen worden uit het water en de heilige Geest en bevrijd uit de macht van de zonde. Wij bidden U: zend over hen de heilige Geest, de Trooster, schenk hun de geest van wijsheid en verstand, de geest van inzicht en sterkte, de geest van kennis, van ontzag en liefde voor uw naam. Door Christus onze Heer. 

    Hierna volgt de wezenlijke ritus van het sacrament. In de Latijnse ritus geldt: "Het sacrament van het Vormsel wordt toegediend door de zalving van het voorhoofd met Chrisma, die door handoplegging geschiedt en door de woorden: 'Accipe signaculum doni Spiritus Sancti'; 'Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods"'. 

    In de Oosterse kerken van de Byzantijnse ritus wordt na een epiklesegebed de zalving met het myron op de meest sprekende delen van het lichaam toegediend: het voorhoofd, de ogen, de neus, de oren, de lippen, de borst, de rug, de handen en de voeten terwijl elke zalving vergezeld gaat van de formule SfragiV dwreaV PneumatoV¢ Agiou (Signaculum doni Spiritus Sancti): "Zegel van de gave van de heilige Geest." 

    Met de vredeskus ter afsluiting van de ritus van het Sacrament wordt de kerkelijke gemeenschap met de bisschop en alle gelovigen aangeduid en tot uitdrukking gebracht. 

    De vruchten van het Vormsel

    Uit de viering blijkt dat de vrucht van het sacrament van het Vormsel de bijzondere uitstorting van de heilige Geest is, zoals weleer, op de dag van Pinksteren, de Geest over de apostelen werd uitgestort.

    "Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8), 6

    Hierdoor bewerkt het Vormsel een groei en verdieping van de doopgenade:

    • het maakt dat wij dieper wortelen in het goddelijke kindschap dat ons doet zeggen: "Abba, Vader" (Rom. 8, 15);
    • het verenigt ons hechter met Christus;
    • het vermeerdert in ons de gaven van de Heilige Geest;
    • het vervolmaakt onze band met de Kerk; 
    • het verleent ons een bijzondere kracht van de Heilige Geest om het geloof door woord en daad te verbreiden en te verdedigen als waarachtige getuigen van Christus, om dapper de naam van Christus te belijden en nooit schaamte te gevoelen voor het kruis: 

    Herinner u dan ook dat gij het zegel van de Geest ontvangen hebt: de geest van wijsheid en inzicht, de geest van beleid en sterkte, de geest van kennis en ontzag voor God de Heer, de geest van heilige vrees, en bewaar wat gij ontvangen hebt. God de Vader heeft in u het zegel gedrukt en Christus de Heer heeft u gesterkt en u de Geest als onderpand in uw hart gelegd. 

    "Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8), 6.6

    Het Vormsel wordt slechts eenmaal toegediend, evenals het Doopsel, waarvan het de voltooiing is. Het Vormsel drukt inderdaad een onuitwisbaar geestelijk teken in de ziel, het "merkteken". 

    Het duidt aan dat Jezus Christus deze Christen met het zegel van zijn Geest gemerkt heeft door hem te bekleden met kracht uit den hoge om zijn getuige te zijn. 

    "Maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8), 6

    Het "merkteken" vervolmaakt het gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen dat zij in het Doopsel ontvangen hebben en "de vormeling, krijgt de macht om in het openbaar het geloof in Christus te belijden, als het ware krachtens een ambt (quasi ex officio) ". 

    IN HET KORT

    "Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord van God had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. Deze was namelijk nog over niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest" (Hand. 8, 14-17) .

    Het Vormsel vervolmaakt de doopgenade; het is het Sacrament dat ons de heilige Geest geeft om ons dieper te doen wortelen in het goddelijk kindschap, ons vaster in te lijven bij Christus, onze band met de Kerk te verstevigen, ons nauwer te verbinden met haar zending en ons te helpen door woord en daad getuigenis af te leggen van het christelijk geloof.

    Evenals het Doopsel, drukt ook het Vormsel een geestelijk teken of onuitwisbaar merkteken in de ziel van de Christen; daarom kan men dit Sacrament slechts eenmaal ontvangen.

    In het Oosten wordt dit Sacrament tegelijk met het Doopsel toegediend, gevolgd door de deelname aan de Eucharistie. Deze traditie brengt de eenheid van de drie initiatiesacramenten tot uitdrukking. In de Latijnse Kerk wordt dit Sacrament toegediend wanneer de jaren van verstand bereikt zijn, en gewoonlijk is de viering ervan aan de bisschop voorbehouden, waarmee wordt aangeduid dat dit Sacrament de band met de Kerk versterkt.

    Een kandidaat voor het Vormsel die de jaren van verstand bereikt heeft, moet zijn geloof belijden, in staat van genade zijn, de intentie hebben het Sacrament te ontvangen en voorbereid zijn om de rol op zich te nemen van leerling en getuige van Christus in de kerkelijke gemeenschap en in wereldlijke aangelegenheden.

    De wezenlijke ritus van het Vormsel is de zalving met het heilig Chrisma van het voorhoofd van de gedoopte (in het Oosten ook van de zintuigen en andere plaatsen), samen met de handoplegging door de bedienaar en de woorden: "Accipe signaculum doni Spiritus Sancti"; "Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods" in de Romeinse ritus, of: Signaculum doni Spiritus Sancti (Zegel van de gave van de Heilige Geest) in de Byzantijnse ritus.

    Wanneer het Vormsel gescheiden van het Doopsel gevierd wordt, wordt de band met het Doopsel onder andere uitgedrukt door de hernieuwing van de doopbeloften. De viering van het Vormsel tijdens de Eucharistie draagt ertoe bij de eenheid van de initiatiesacramenten te onderstrepen.

    Basisformule van de doopbeloften

    Priester: Verwerp je Satan? 
    R. Ja, ik verwerp hem. 

    P. En al zijn werken? 
    R. Ja, en al zijn werken. 

    P. En al zijn lege beloften? 
    R. Ja. en al zijn lege beloften. 

    P. Geloof je in God, de Almachtige Vader, Schepper van Hemel en aarde?
    R. Ja, ik geloof. 

    P. Geloof je in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is  uit de Maagd Maria, geleden heeft onder Pontius Pilatus, gestorven is en begraven, en die verrezen is uit de doden, en nu zit aan de rechterhand van de Vader?
    R. Ja, ik geloof. 

    P. Geloof je in de H. Geest, de H. Katholieke en Apostolische Kerk, de gemeenschap van de Heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven?
    R. Ja, ik geloof. 

    P. God, de Almachtige Vader van onze Heer Jezus Christus heeft ons een nieuwe geboorte gegeven door water en de H. Geest, en heeft ons al onze zonden vergeven. Moge hij ons gelovig bewaren in onze Heer Jezus Christus voor eeuwig en altijd.
    R. Amen. 

    09-04-2019 om 16:12 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 12

    In Bethlehem

    Bij hun aankomst in Bethlehem, ging de H. Familie onmiddellijk naar de plaats waar de Redder van de wereld werd geboren. Deze heilige plaats had werkelijk een opmerkelijk effect op Jozef. Het schonk hem niet alleen van onvergelijkelijk troost en geluk, maar het vervulde hem met ontzag. Hij vond zich opnieuw in vervoering, en wierp zich neer ter aarde op de plaats waar de Redder had gelegen bij Zijn geboorte. Jozef vereerde en kuste steeds opnieuw de heilige aarde onder het storten van vele tranen en met een hart dat overstroomde van heilige gevoelens. Gedurende deze momenten was zijn geest verlicht en verlevendigd, en God openbaarde hem opnieuw grote mysteries.

    Geboortekerk te Bethlehem: de geboorteplaats van Jezus ligt 10 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. Daar wordt door de christelijke traditie de geboorteplaats van Jezus aangewezen sinds de 2e eeuw na Christus. In 339 werd er voor het eerst een geboortekerk gebouwd. In de 6e eeuw vond er een brand plaats. De huidige kerk die de oude verving, heeft nog steeds de uitgebreide vloermozaïeken van de originele kerk.

    de geboortekerk

    de iconostasis in de kerk

    de plaats waar Christus werd geboren

    Zijn gezicht werd stralend van zijn vervoering, en in erkenning dat hij zo overladen was geweest door gunsten. Hij prees God en dankte Hem met vurigheid. Hij bemerkte dat Maria, de Moeder van God nu in Hemelse beschouwing was verzonken en dat Jezus op dezelfde manier in intiem gebed met Zijn Hemelse Vader verkeerde, en dat alles zorgde ervoor dat Jozef nog gelukkiger was.

    Na hun aanbidding en dankgebeden, voelde de H. Familie zich volledig gesterkt en getroost. Bovendien leek het hun dat ze zonet overdadig hadden gegeten. De Hemelse Vader wenste hen natuurlijk op deze gelegenheid ook in hun fysieke noden te voorzien, naast deze voor hun ziel.

    Ze dankten God liefdevol en oprecht voor Zijn voorzieningen en Jozef zei tot Jezus: “O, wat maakt het mij nederig mijzelf zo gezegend te zien met gaven van God! Het feit dat Hij zo’n gaven aan Jou wil geven is niets buitengewoons, rekening houdend met Jouw perfectie, en hoe waardig Je bent ze te ontvangen. Maar dat Hij gelijkaardige gaven schenkt aan mij, de ellendigste van alle schepselen, dat gaat werkelijk alle begrip te boven. Ik verdien zeker deze verheven genaden niet, noch zal Ik ooit in staat zijn om ze waard te zijn. Vandaar dat ik zeker ben dat de Hemelse Vader ze mij enkel wil verlenen omwille van Jou.”

    De Goddelijke Jongen bracht opnieuw de zorg en vrijgevigheid van Zijn Vader onder aandacht en Hij deed het op een zodanige wijze dat Maria en Jozef spoedig opnieuw in goddelijke beschouwing waren. Jozef riep uit: “O Jezus, mijn lieve Zoon en Heer! Zou iemand echt ooit kunnen luisteren naar Jouw woorden zonder bewogen te zijn door Jouw liefde en zonder zich volledig over tegen aan Jou? Jouw woorden zijn zo verheven en effectief. Ze doordringen de innerlijke diepte van de ziel en nemen het hart in bezit. Ik hoop dat alle harten uiteindelijk ten prooi zullen vallen van Jouw goddelijke liefde, en dat alle verdwaalde zielen door Jou zullen worden veroverd.”

    Het gezicht van Jezus, toonde enkel verdriet onder deze opmerkingen, omdat Hij maar al te goed wist, hoe groot de goddeloosheid en de ondoordringbaarheid van de harten van de Hebreeën, zou zijn. Hij wist welke intense weerstand in hen zou heersen voor Zijn woorden. Woorden waarvan ze het voorrecht zouden hebben die te horen. Hij wist ook dat hun harten steeds meer zouden verharden.

    Onze heilige pelgrims brachten ook een deel van de nacht door in gebed, zowel in lofprijzing tot de Hemelse Vader, als in stil gebed en heilige gesprekken. Gedurende de resterende tijd rustten ze. Jozef bleef dicht bij de kribbe waar Jezus zo dikwijls had gerust. Hij kon zich er niet toe brengen om er verder vanaf te gaan zitten, en de herinnering aan deze vreugdevolle en tegelijk smartelijke gebeurtenis, bewoog hem tot tranen toe. Maria, aan de ander kant, bleef dicht op de plaats waar Ze het Goddelijk Kind ter wereld had gebracht, en ze herbeleefde innerlijk de gebeurtenis in Hemelse gelukzaligheid, net zoals Zij toen had ervaren. Jezus bleef in de nabijheid, en bad tot Zijn Hemelse Vader, en maakte smeekbeden en offerandes voor de redding van de mensheid.

    Noot: in de tekst wordt gesproken van ‘oblation’ en ik vertaal het soms als offer, of offerande. Maar het gaat eigenlijk om veel meer. Het gaat hier over een eucharistisch offer aan God. Jezus offerde zich als heilige gave, wat later zou gebeuren door Zijn Offer op het Kruis en onbloedig in het Laatste Avondmaal door de geconsacreerde Brood en Wijn met Jezus als Eeuwige Hogepriester. Dit alles om ons te redden van zonde, dood en de Hel, en een plaats in de Hemel bij God te verkrijgen.

    Op deze nacht werden al de vreugden die de geboorte van de Redder vergezelden vernieuwd.

    Bij dageraad baden ze alle drie de Goddelijke Lofprijzingen. Jozef vroeg Maria of hij in het dorp op zoek kon gaan naar iets om te eten zodat ze eerst konden eten vooraleer te vertrekken naar Nazareth. Het was moeilijk om zelfs een klein stukje brood te vinden, en het was onmogelijk om nog iets anders te verkrijgen. Vandaar dat ze in hun uitermate moeilijke situatie, zich moesten tevreden stellen met brood en water. Wegens zijn bezorgdheid over wat Jezus en Maria te lijden hadden, was Jozef opnieuw ontmoedigd. Maar Jezus en Maria troostten hem door hun tevredenheid uit te drukken over het weinige dat ze hadden gekregen. Ze waren zelfs blij met het feit dat armoede hun metgezel was.

    Jozef was zich desondanks zeer bewust van de ondankbaarheid van de inwoners van Bethlehem, en hij klaagde tot Jezus over het feit dat hij onder hen zo weinig goede wil en ondankbaarheid had ontmoet. Jezus troostte hem en moedigde hem aan, met blij gemoed al wat de Hemelse Vader toeliet, te accepteren. Zo kon hij zich de deugd eigen maken, vooral door geduldig te zijn en altijd te berusten in de omstandigheid  wanneer het hen aan middelen ontbrak voor hun dagelijkse voorziening. Jezus herinnerde hem aan de zegeningen die ze altijd ontvingen door de goddelijke vrijgevigheid.

    Jozef was direct in zijn onderwerping, en hij vroeg Jezus om hem te vergeven, want zijn hart vond het gewoon onverdraaglijk dat er zoveel ondankbaarheid was tegenover Jezus en Zijn heilige Moeder. Hij vertelde verder: “Je weet, mijn lieve Jezus, hoe groot mijn verlangen is, om Je door iedereen gekend en geliefd te zien worden! Je weet hoezeer ik verlang dat iedereen Je dankbaar zal zijn. Het bezorgd mij daarom de grootste pijn het tegendeel te zien.”

    “Mijn lieve vader,” antwoordde Jezus, “Ik verzeker je dat de dingen die Ik tot nu toe heb ondergaan onbeduidend zijn in het vooruitzicht met wat voor Mij in de toekomst is bestemd. Bovendien, accepteer Ik met plezier dal deze dingen uit liefde voor de mensheid en om de wil van Mijn Hemelse Vader te vervullen. Jij moet, zo ook Mijn voorbeeld volgen in dit opzicht en met blijheid elke kwelling accepteren dat op je wordt gelegd.”

    Deze opmerkingen brachten Jozefs hart opnieuw in beroering. Samen met zijn troost, was hij ook bezorgd in het besef van wat zijn Jezus zou moeten lijden. O wat was zijn ziel erdoor doorboord! Het verwonde zijn hart en benevelde elke troost, omwille van zijn vurige liefde voor Jezus. Hij kende geen vrede tot Jezus hem troostte en hem aanmoedigde om zich in alles te schikken volgens de wil van de Hemelse Vader. Dan onderwierp hij zich onmiddellijk en boog zijn hoofd als hij de woorden “de wil van God” hoorde.

    Op weg van Bethlehem naar Nazareth, zag Jozef de vele opmerkelijke dingen die hij reeds eerder had ervaren nl. dieren en vogels die hun eer kwamen betonen aan de Schepper. Ze deden dit allen op hun manier, dit in tegenstelling met de mensen die zo tekort schoten in hun respect. Jozef keek vol bewondering en blijheid toe. De hele atmosfeer was doordrongen van deze feestelijkheid, zodat onze Heilige zei: “O, mijn lieve Zoon! Wat is de hele schepping blij met Je terugkeer naar Nazareth! Zelfs de bloemen, struiken, en bomen genieten ervan. Wat een vreugde is dit alles voor mijn hart! Als dit de reactie is van redeloze schepselen, wat zou dan de reactie van degenen moeten zijn die met rede zijn voorzien? Hoe gelukkig zouden onze medemensen moeten zijn met Jouw komst – hoe jubelend zouden hun harten moeten zijn bij het zicht van Degene die zo beminnelijk en goed is! Ik wenste dat we reeds in Nazareth waren om iedereen deze vreugde en troost te brengen.”

    Op deze manier drukte Jozef zijn liefde voor Jezus uit en toonde hij ook hoezeer hij zijn naaste beminde, want hij wilde niet alleen dat Jezus overal gekend en geliefd zou worden, maar ook dat zijn naasten de troost zouden delen die hij zelf ondervond in het gezelschap van Jezus.

    Toen de Heilige Jongen Nazareth naderde, ervaarden de inwoners van het dorp een unieke vreugde van hart, hoewel ze niet begrepen waar dit vandaan kwam. Bijna niemand lette er toen op, maar nadien waren er een aantal onder hen die zich dit feit herinnerden. Het waren de goede buren en kennissen van de Moeder van God, Godvrezende mensen, en trouwe volgelingen van de Wet. Van zodra ze de heilige Moeder en Haar Goddelijke Zoon zagen, beseften ze dat de aanleiding voor hun vreugde Hun nabije aankomst was.

    De heilige pelgrims waren bijna thuis. Toch stopten ze soms nog om te rusten. Ze waren vermoeid en uitgeput van de lange en vermoeiende reis. Gedurende deze rustpauzes vonden ze hun genot in het beschouwen van de Hemelen. Jozef bleef dit in zijn later leven verder doen, namelijk: zijn ogen naar de Hemel richten, en zo werd hij overheerst door de beschouwing van de eeuwige vreugden en heerlijkheden van zijn God.

    Het besef dat zijn geliefde God in de Hemelen woonde gaf hem een immense troost, en daarom zei hij dikwijls tot Jezus: “Mijn lieve Zoon, hoewel ik het voorrecht heb van Jouw aanwezigheid en bewust ben van de verborgen Goddelijkheid die in Jou aanwezig is, en ik het genot bezit van Jouw genadevolle aanwezigheid, is het toch mijn grootste genot om de Hemelen te beschouwen.”

    “Dit verwondert Mij niet,” antwoordde Jezus beminnelijk, “want het is daar dat Mijn Hemelse Vader woont op Zijn majesteitelijke Troon. Het is ook daar dat Hij een plaats heeft bereid voor jou, waar je tenslotte voor eeuwig Gods gezicht zult zien in Zijn ongeschapen schoonheid.”

    Jozef jubelde wanneer hij dit hoorden en riep: “O Paradijs, Paradijs! O mijn God, mijn God! Wanneer zal het lang verwachte uur aanbreken, wanneer ik uiteindelijk het voorrecht zal krijgen om er binnen te gaan en deze onverminderde visie van Jouw gezicht te genieten?”

    Het was uitermate dankbaar voor Jezus om Zijn maagdelijke en allerliefste vader te zien verlangen naar de directe en onverminderde en onbelemmerde visie van God. Jezus van Zijn kant, verlangde om de taak van de verlossing van de mensheid tot voltooiing te brengen door middel van Zijn allerpijnlijkste lijden en dood, zodat de hemelse poorten zouden kunnen geopend worden, en opnieuw de zielen zou toelaten om in de oneindige vreugde van het Paradijs binnen te gaan.

    08-04-2019 om 19:42 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Life of St Joseph - Maria Cecilia Baij O.S.B. - deel 11

    De H. Familie bezoekt de Tempel

    Na hun aankomst in Jeruzalem, gingen de pelgrims rechtstreeks naar de tempel om hun aanbidding tot het Hemelse Vader uit te drukken. Sommige personen waren van vol van bewondering bij het zien van de schoonheid, majesteit en gratie van het Goddelijk Kind, en ook van Zijn heilige Moeder. Zij bezat deze kwaliteiten in toenemende mate naargelang Ze ouder werd. Het was ook duidelijk voor velen dat de leden van de H. Familie zowel behoeftig waren als afgemat, toch was er niemand die hen enige verlichting bracht. Het was een afgematte, hongerige en dorst lijdende Jezus, Maria en Jozef die nu neerknielden om te bidden.

    In de heilige tempel, openbaarde God aan Jozef verheven en verborgen mysteries betreffende Zijn goddelijke werkzaamheden. Jozef merkte duidelijk de waarde van al de verdiensten die hij had verkregen door de bevelen van de Allerheiligste uit te voeren met zo’n complete onderworpenheid. Hij realiseerde zich hoe aangenaam dit voor God was. Hoewel dit hem zeker tot de grootste vreugde aanzette, voelde hij zich enigszins verlegen omdat hij zich zo onwaardig voelde voor al deze verdiensten. Vandaar dat hij zich uitermate nederig bleef gedragen, en nadacht over het feit van zijn eigen onvermogen om op gepaste wijze God te danken voor al Zijn gunsten. Hij erkende hoe onmogelijk was om zo’n immense goedheid en liefde te beantwoorden. Hij wierp zich op de grond neer, met zijn gezicht tegen de grond gedrukt, en vernieuwde zijn daden van aanbidding.

    Hij bad, bijna in tranen: “O immense en almachtige God! Vanwaar komt zo’n verheven genade tot mij, Uw meest onbeduidende dienaar? Hoe is het mogelijk dat ik zo’n verheven waardigheid kon bereiken? Ah! U, die de Oneindige Goedheid bent, U alleen kunt dit verwezenlijken – niemand anders!” Hij bleef in die zin verder bidden tot Jezus en Zijn heilige Moeder hun eigen gebeden tot de Hemelse Vader hadden beëindigd.

    Eens ze de tempel hadden verlaten, was Jozef niet langer in staat om de buitengewone gunsten en genaden die God voor hem had voorzien, te verzwijgen. Van zodra niemand hen nog kon zien, wierp Jozef zich voor de voeten van Jezus en smeekte Hem om in zijn naam tot de Hemelse Vader te spreken en Hem te danken voor Zijn gulle gaven en goedheid tegenover zo’n onbeduidende dienaar. Hij deed een gelijkaardig verzoek tot Maria, en Zij toonde zich bereid om aan zijn smeekbede te voldoen. Jezus gaf Jozef Zijn belofte, en Hij voegde eraan toe: “Mijn lieve Jozef, ben je je niet bewust dat Mijn Hemelse Vader uitermate vrijgevig is? En heb Ik je niet reeds verteld wat een grote beloning Hij voor je in petto heeft? Zou het niet zijn dat je niet wenst hier op aarde beloond te worden voor de vele beproevingen die je had te verdragen op deze tocht? Verheug je nu in deze goddelijke troost, die je hebt verdiend door je lijden, je gehoorzaamheid, je aandacht, je bezorgdheid, en je vurige liefde. Inderdaad, je kunt voortdurend nieuwe genaden en zegeningen verwachten van Mijn Hemelse Vader, die volledig uit goedheid en liefde bestaat.”

    Deze woorden hadden opnieuw hun impact op het reeds smeulende hart van Jozef, en hij werd steeds meer ontvlamd door liefde en dankbaarheid aan God. Het leek hem alsof hij werd verteerd door het heilig vuur van liefde in zijn hart, en hij gaf de indruk in vervoering te zijn. Temidden van deze reacties, keerde hij zich tot Jezus en Maria en zei: “O mijn lieve Jezus! Wat is er dat Ik zou kunnen doen om Jou en Je Hemelse Vader kenbaar en geliefd te maken? Helaas! Mijn hart is zeer ongerust hierover.”

    Jezus suste Jozefs verlangens door te verklaren: “Mijn lieve vader, wees getroost, want de tijd zal inderdaad aanbreken dat zowel Mijn Hemelse Vader als Ikzelf geliefd zullen worden door vele mensen. De onmetelijke liefde die We hebben voor de mensheid, en de enorme gunsten die We op de mensen storten, zullen dan ook meer uitgebreid erkend worden.” Dit stelde Jozef enorm op zijn gemak. Hij strekte zijn armen uit naar de Hemel, en dankte God voor dit opwekkende nieuws. Hij richtte zich tot Jezus en zei: “O wat een grote vreugde dat mijn ziel nu overspoelt! Nu ik weet dat op een dag mijn vurigste verlangen om een meer uitgebreide manifestatie van liefde voor Jou en Je Hemelse Vader zal gerealiseerd worden!”

    Jozef verzocht Jezus en Maria opnieuw om God te prijzen en dank te zeggen in zijn naam, en hij nodigde al de engelenkoren uit om hetzelfde te doen. Tenslotte riep hij alle schepselen op, met als doel hun God te prijzen. Jezus verheugde zich om Zijn lieve Jozef zo in verrukking van liefde voor de Hemelse Vader, te zien. Hij drukte Zijn voldoening uit, door Hem liefdevol te omhelzen.

    Hoewel er geen individuele en gedetailleerde beschrijving van het wonderlijk leven van Maria en Haar liefde voor God wordt weergegeven, kan iedereen begrijpen wat het innerlijk leven van Maria moet zijn geweest, als men kijkt naar het innerlijk leven van Jozef. Als God zo’n enorme dingen in de ziel van Jozef bewerkstelligde, wat moet Hij dan van verheven zaken bewerkstelligd hebben in de allerzuiverste en heilige ziel van de Moeder van de Goddelijkheid zelf? Wat een heilig liefdesvuur, wat een hartstocht en vurige verlangens moeten dan in Haar hart aanwezig zijn geweest! Het was hierin dat de Goddelijke Jongen Zijn grootste voldoening vond. Het was in Maria dat Hij Zijn hele troost en gelukzaligheid vond.

    Het is niet te verwonderen dat Jozef op gelijkaardige wijze werd ontstoken door liefde, als men bedenkt dat hij verbonden was met twee personen die de verpersoonlijking waren van liefde. O, wat was Jozef gezegend! Inderdaad, Jozef erkende zeer zeker zijn geluk. Hij riep dikwijls uit: “Dit alles voor mij, mijn Heer! Waaraan zal ik dit toeschrijven?” Regelmatig richtte hij zijn blik op de Hemel, en wierp zich daarna ter aarde neer en erkende nederig zijn nietigheid. Het was door middel van zo’n daden als deze, dat hij zijn ziel voorbereidde op het verkrijgen van bijkomende genade.

    Jozef vond in de stad een onderkomen voor de nacht en de H. Familie gebruikte daar het avondmaal. Ze aten wat brood en kruiden. Ze brachten de nacht deels in gebed door, deels door te slapen. Vroeg in de morgen keerden ze terug naar de tempel om te bidden. Jozef ontving terug gunsten van hierboven. Al de genaden die God hem in de tempel had geschonken voor zijn verloving met Maria kwamen terug in zijn geheugen, evenals de wonderbaarlijke manifestaties van degenen die het privilege hadden dit te aanschouwen. Voor al deze zaken dankte hij God. Maar Jozef herinnerde zich ook wat de bejaarde Simeon had geprofeteerd aan de Moeder van God betreffende Jezus toekomstig lijden en dit was voor hem als een zwaard dat zijn hart doorboorde.

    Dit zorgde ervoor dat tranen, met zijn blijheid gepaard gingen, en dat de Heilige de hele tijd gekweld werd door veel bitterheid, naast de vele vertroostingen van zijn ziel. Hoewel hij de meest verrukkelijke gevoelens van troost ervaarde, waren er ook deze van onbeschrijflijke ongerustheid en verdriet.

    Wanneer hun gebeden waren beëindigd, verliet de H. Familie de tempel en ging op weg naar Bethlehem. Jozef zette vaart om de grot te bereiken waar zijn Redder werd geboren. Toen ze op weg waren vertelde hij Jezus van de vele genaden die hij van de Hemelse Vader had ontvangen in de tempel van Jeruzalem, en van de dingen die hem werden geopenbaard in zijn slaap door een engel.

    Hij zei: “De engel openbaarde echter niet, waaruit die genaden, die God had beloofd mij te geven, bestonden. Hij vertelde mij slechts dat ze zeer verheven zouden zijn, en gaf mij de raad mij voor te bereiden op het verkrijgen ervan, door middel van gebed en vurige smeekbeden, wat ik deed. Het kwam nooit in mij op dat ze zeer verheven zouden zijn, en ook niet dat ik dit buitengewoon gezegende voorrecht zou hebben om Jouw heilige Moeder tot bruid te hebben en als Jouw vader zou beschouwd worden. O wat een werkelijk verheven genade heeft onze God mij geschonken, om mij toe te laten hier op aarde Zijn vertegenwoordiger te zijn!”

    Als reactie riep Jezus uit tot Jozef en Maria: “Laat ons tezamen Mijn Hemelse Vader prijzen en danken om deze immense en onvergelijkelijke gunsten te hebben uitgestort.” Hij vroeg of Maria een hymne kon zingen in lofprijzing, wat Ze met plezier deed. Ze zong met zo’n grote zoetheid en gratie dat zelfs de engelen vol bewondering waren. Jezus zong mee en ook Jozef viel in. Het was een verrukkelijke ervaring voor iedereen die deze heilige personen hoorde zingen. Vogels verzamelden zich opnieuw in zwermen en wervelden rond hen en gaven op hun eigen manier lofprijzing aan de Koning en Koningin van de hele schepping.

    Jozef kon, nu en dan, het gezang van de engelen horen. Toen ze de geboorteplaats van de Redder naderden, hoorde hij hen opnieuw. Nu hij gewoon was aan de prachtige verheven liederen van zijn heilige echtgenote, was hij niet bijzonder onder de indruk door het gezang van de engelen, hoewel hij er toch gelukkig mee was en erdoor werd gesterkt. Hij kon hen niet zien, nam aan dat het de engelen waren die op deze manier hun respect uitdrukten voor hun Koning en Koningin, maar hij waagde het niet Maria er vragen over te stellen.

    Zij bevestigde zijn geloof wanneer Ze de gelegenheid had hem over de Goddelijke Lofzangen te spreken. “Laat ons leren uit de engelenkoren hoe onze God te prijzen,” merkte ze dan op. “Hoor je niet, Jozef, hoe prachtig en opmerkzaam ze hun Schepper prijzen?”

    Deze opmerking overtuigde Jozef dat deze zoete liederen inderdaad door engelen werden gebracht, en hij antwoordde: “ Mijn lieve echtgenote, dit gezang van de engelen brengt mij veel vreugde en troost, maar laat me Je vertellen dat het niet kan vergeleken worden bij de troost die Jouw allerzoetste en tedere gezangen mij brengen. Hoe zou iemand ooit kunnen bevatten welke gelukzaligheid mijn hart ervaart, of welke kracht mijn geest put, wanneer Jij, mijn lieve echtgenote, Jouw zoete stem laat weerklinken in een lied? Ik weet niet met wie ik Jou dan zou kunnen vergelijken, want Jij overtreft ver deze melodieën van de engelen. God heeft Jou werkelijk met elke verheven deugd en voorrecht voorzien, om Je in staat te stellen op waardige wijze de taak van Moeder van de Messias te vervullen. Ik verheug mij enorm met Jou over dit feit, en ik respecteer Je om deze uitverkiezing voor deze sublieme roeping. Bovendien dank ik voortdurend de Allerhoogste voor dit feit. Maar ik vraag Je, mijn Liefste, om dank te zeggen voor de enorme vrijgevigheid die God heeft geschonken, zelfs aan mij, een uiterst onwaardig schepsel, om mij uit te kiezen als Jouw echtgenoot en beschermer. Ik vraag dat Jij, die zo aangenaam bent voor Hem, te bemiddelen voor mij, want ik erken mijn ontoereikendheid en ik weet werkelijk niet hoe de gepaste dank te zeggen voor zo’n enorme gaven en genaden.”

    Maria luisterde in alle nederigheid naar de opmerkingen die Jozef maakte. Ze was lovend over de goddelijke vrijgevigheid die God had  geschonken aan Jozef, en Ze verzekerde Haar echtgenoot dat Zij nooit zou nalaten wat hij aan Haar had gevraagd, te volbrengen. Het was de gewoonte dat Jozef zo’n gesprekken voerde met Maria wanneer Jezus in persoonlijke besprekingen was verwikkeld met Zijn Hemelse Vader.

    Sinds Jezus herhaaldelijk neerknielde tijdens de reis om Zijn Hemelse Vader te aanbidden en Hem te smeken om de redding van de mens, waren er veel zo’n gelegenheden dat Maria en Jozef zo’n gesprekken konden voeren in afwachting dat Jezus Zijn besprekingen had beëindigd. Jozef vond steeds zijn genoegen om met Maria gesprekken te voeren, omdat het zo gunstig was voor zijn ziel. Op sommige van deze momenten, verenigden ze zich met Jezus in Zijn smeekbeden.

    07-04-2019 om 17:57 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs