Buiten de Kerk geen heil (wikipedia) :Extra
ecclesiam nulla salus is
een Latijnse uitspraak die in de theologie en de kerkgeschiedenis grote
betekenis heeft. De uitspraak betekent letterlijk "buiten de kerk
geen heil (redding of zaligheid)". Deze formulering werd
voorbereid door Ignatius van Antiochië, Irenaeus en Clemens van Alexandrië,
maar kreeg zijn expliciete formulering bij Cyprianus (De unitate
ecclesiae, c. 6).
Katholieke Kerk
Deze uitspraak is ontstaan
in een tijd (2e en 3e eeuw na Chr.) met een wereldbeeld waarin Kerk en
wereld in uitgestrektheid nagenoeg schenen samen te vallen. Ieder mens werd
toen geacht met de christelijke boodschap geconfronteerd te zijn. In de christelijke theologie werd
deze uitspraak in die tijd dan ook strikt geïnterpreteerd. Tijdens het Concilie
van Florence legde Paus Eugenius IV in 1442 dit geloofspunt
als ex cathedra uitspraak vast (dogma). "Niet alleen heidenen,
maar ook Joden, ketters en schismatici" zijn volgens deze uitspraak van
dit concilie en haar pausen "uitgesloten van het heil en
stevenen af op de verdoemenis, indien zij zich niet voor het einde van hun
leven bekeren tot de ware Kerk van Christus (de katholieke Kerk)".
Naarmate het wereldbeeld
van de mensheid zich heeft verbreed (ontdekking van andere volkeren en
werelddelen), kwam daar elders verandering in (vergelijk het concilie van
Trente (1545-1563)). De Kerk bleef echter bij haar standpunten en sloot
eenieder uit de heilsgemeenschap die zich met vol geweten tegen de katholieke
leer opstelde.
Ook vandaag wordt deze
uitspraak genuanceerd. Zonder de sacramenten en de Kerk, die zelf als
sacrament voor en in de wereld wordt gedefinieerd, is er voor mensen geen
redding. De Kerk is in deze theologie onmisbaar voor de bemiddeling van het
heil. Door de ware Kerk van Christus deelt God het heil aan mensen
uit. Omdat de Katholieke Kerk als de enige kerk van Christus wordt gezien,
heeft zij ook "het beste zicht op de openbaring".
Enerzijds erkent de
Katholieke Kerk sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), dat
God zich veelvuldig tegenwoordig stelt, niet alleen jegens de enkeling, maar
ook jegens de volkeren in de rijkdom van hun spiritualiteit, die in de religies
zijn wezenlijke expressie vindt. De aanwezigheid van elementen van heiliging en
waarheid zijn daarom evenwel ook buiten de zichtbare Kerk waar te nemen, hoewel
dit niet de eenduidige helderheid en werkzaamheid van de sacramenteel
handelende Kerk evenaart. Anderzijds weet de Kerk zich op mysterievolle wijze
verbonden met alle mensen van goede wil en derhalve kan zij ook buiten de
direct zichtbare Kerk werkzaam zijn. Een voorbeeld zijn protestantse kerkgenootschappen,
wier werkzaamheid afgeleid is van de aan de Katholieke Kerk toevertrouwde
"volheid van genade en waarheid".
Het Tweede Vaticaans
Concilie stelt dat de Kerk van Christus "zich bevindt in (subsistit in)
de Katholieke Kerk, die door de opvolger van Petrus en de met hem verenigde
bisschoppen wordt bestuurd", en tegelijkertijd erkent het dat "ook
buiten haar schoot meerdere bestanddelen van heiliging en waarheid te vinden
zijn die, als de eigen gaven van de Kerk van Christus, naar de katholieke
eenheid heenstuwen". En verder wordt uitgelegd, dat "De
afgescheiden Kerken en gemeenschappen zijn dus, ook al hebben zij vanuit onze
geloofsovertuiging tekorten, in het heilsmysterie allerminst zonder betekenis
en zonder waarde. De Geest van Christus weigert immers niet ze te gebruiken als
heilsmiddelen, die hun kracht juist ontlenen aan de volheid van genade en
waarheid, die aan de Katholieke Kerk is toevertrouwd".
Deze ecclesiologische zienswijze
maakte een genuanceerde interpretatie van extra ecclesiam nulla salus mogelijk
en is met name neergelegd in de pastorale constitutie Gaudium et Spes van
het Tweede Vaticaans Concilie alsook de documenten Unitatis Redintegratio en Dominus
Iesus (2000).
Katholieke
traditionalisten wijzen de opvattingen van Vaticanum II over het extra
ecclesiam nulla salus af en beschouwen deze als een breuk met de
traditie en leer van de Kerk. De overeenkomst met opvattingen zoals nog
door paus Pius XII uitgelegd in zijn encycliek Humani Generis (1950)
is duidelijk. Pius XII beschrijft degenen die de noodzakelijkheid tot de
zichtbare Katholieke Kerk ("die één en hetzelfde is als de ware Kerk van
Christus", HG, Nr. 27) te behoren, verminderen en verwateren als
"dwaalleraars". Zijn voorganger Pius XI benadrukte in Mortalium
Animos (1928) ook de exclusiviteit van het heil in de Katholieke Kerk en
dat niemand die met persoonlijke instemming buiten eenheid met de Apostolische
Stoel van Rome en de onderwerping aan de dogmatische inhoud van het
katholiek geloof blijft, aan het heil kan deelachtig worden.
Buiten
de Kerk geen Heil(Prof.
Mag. Dr. J.P.M. van der Ploeg O.P. uit Katholieke Stemmen, Jaargang 15, nr. 4,
April 1986)
( ) De leer dat er buiten Christus en buiten de door Hem
voor het eeuwig heil van alle mensen gestichte Kerk geen heil is, behoort tot
de vaste leerstellingen van de katholieke Kerk. Vragen wij ons af wat wij daaronder
moeten verstaan, dan rijzen moeilijkheden. Zovele mensen hebben immers Christus
en zijn Kerk buiten hun schuld in het geheel niet gekend, en zeer velen kennen
die nog niet. Maar God is zowel goed als rechtvaardig en laat niemand buiten
zijn schuld verloren gaan; Hij veroordeelt alleen de zondaars, die tegen Hem
opstaan. Het is dus duidelijk, dat men in de Kerk het leerstuk buiten de Kerk
geen heil altijd zo heeft verstaan, dat het niet in conflict komt met de vaste
leer omtrent God rechtvaardigheid, om van zijn goedheid niet te spreken.
Het eerste Vaticaans Concilie (1870) heeft met grote nadruk
geleerd dat aan de dogmas van het geloof geen andere zin mag worden gehecht
dan die zij in de Kerk altijd hebben gehad. Dit gaat dus ook op voor de leer
buiten de Kerk geen heil, die wij dadelijk zullen bespreken, echter zó dat
deze uitspraak niet in strijd is met de leer, dat God rechtvaardig is en dat
Hij wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis der waarheid komen (1
Tim. 2, 4). Zoals dit met andere leerstukken der Kerk het geval is, of het
geval is geweest, is er ook groei vast te stellen in ons begrip van het
leerstuk buiten de Kerk geen heil.
Het
leerstuk
De laatste 12 verzen van het evangelie van Marcus (Mc. 16,
12-20) zijn kennelijk pas later aan dit evangelie toegevoegd, nadat het
oorspronkelijke slot om een onbekende reden verloren is gegaan. Wie die verzen
heeft geschreven en toegevoegd, is onbekend, maar het staat voor de Kerk vast
dat zij deel uitmaken van de authentieke, gezaghebbende tekst van het
evangelie. Marcus 16, 16 luidt: Wie het geloof heeft aanvaard en gedoopt is,
zal gered worden; maar wie niet heeft geloofd zal veroordeeld worden. Het gaat
hier zonder enige twijfel over het geloof in God en zijn Christus; wie dit niet
aanvaardt, gaat verloren. Over de Kerk wordt hier niet gesproken.
Hebreeën 11, 6 luidt: Zonder geloof is het onmogelijk (aan
God) te behagen, want wie tot God wil naderen moet geloven dat Hij is, en dat
Hij een beloner is voor die Hem zoeken. Hieruit volgt dat wie het geloof in
één God verwerpt, onmogelijk aan Hem kan behagen. Ook hier is geen sprake van
een Kerk.
In de Handelingen van de Apostelen worden degenen die zich
bij de Kerk aansluiten geredden genoemd: Elke dag bracht de Heer meer
geredden bijeen (Hand. 2, 47). Zie ook Hand. 2, 40; 15, 11; 1 Cor. 15, 2; Eph.
2, 5-8; 1 Tim. 2, 15 enz. Het latijnse woord salus is in het
Nieuwe Testament de vertaling van het griekse sootèría, dat
redding betekent. Voor de Christen heeft gered worden de speciale betekenis
van het heil verwerven, zodat men sootèría meestal met
heil vertaalt en de betekenis van redding vergeet. Als de Christen dus een
geredde is en als voor hem heil de betekenis van redding heeft, dan volgt
dat de anderen niet gered worden. Men moest tot de jonge door Christus
gestichte en door zijn apostelen verbreide Kerk behoren om gered te worden.
Van heil = redding buiten de Kerk weet de H. Schrift van het Nieuwe
Testament niets.
Het was zeker op grond van de boven vermelde overtuiging,
die uit de geschriften van het Nieuwe Testament naar voren komt, dat de heilige
martelaar Cyprianus (258) in een van zijn brieven schreef: Salus extra
Ecclesiam non est (buiten de Kerk is er geen redding/heil). Deze
uitdrukking komt herhaaldelijk in latere kerkelijke uitspraken terug, in
ongeveer dezelfde woorden.
In 1208 liet Innocentius III bekeerde Waldenzen in een
geloofsbelijdenis verklaren: Wij belijden dat er één Kerk is, niet die der
ketters, maar van Rome, en wij geloven dat daarbuiten niemand kan gered worden.
Het vierde algemeen Lateraans Concilie, gehouden onder
Innocentius III, verklaarde in 1215: Er is één algemene Kerk der gelovigen,
buiten welke in het geheel niemand gered wordt.
In zijn beroemde bul Unam Sanctam verklaarde
Bonifacius VIII in 1302: Wij belijden één heilige katholieke Kerk, buiten
welke er geen heil is, noch vergiffenis van zonden.
In 1442 bepaalde het Concilie van Florence in zijn Decreet
voor de Jacobieten, dat de Kerk vast gelooft dat niemand, die buiten de
katholieke Kerk staat, niet slechts de heidenen, maar ook niet de Joden of de
ketters of de scheurmakers, aan het eeuwige leven zal kunnen deelhebben, maar
naar het eeuwige vuur zal gaan. Dit zijn zonder twijfel sterke woorden. Zij
komen voor in een tekst die niet voor de hele Kerk bestemd was, maar voor de
Jacobieten (Christenen in het Oosten, van Syrische ritus en monophysitische
geloofsbelijdenis) die in de katholieke Kerk wilden opgenomen worden.
Aan het slot van de geloofsbelijdenis van Trente, leest
men: Dit ware katholieke geloof, buiten welk niemand zalig kan worden, geloof,
belijd en bezweer ik . In het daaraan voorafgaande staat: De heilige
katholieke en apostolische Roomse Kerk erken ik als moeder en leermeesteres van
alle kerken, en aan de Paus van Rome, opvolger van de heilige Petrus, prins der
Apostelen en plaatsbekleder van Jezus Christus beloof en zweer ik ware
gehoorzaamheid.
Leo XII heeft in een encycliek het z.g. indifferentisme (onverschilligheid)
veroordeeld, volgens welk ieder van God de vrijheid heeft gekregen zich aan te
sluiten bij de sekte die hem volgens eigen persoonlijk oordeel toelacht,
zonder gevaar voor zijn eeuwig heil. Deze veroordeling houdt niet hetzelfde in
als buiten de Kerk geen heil, maar hangt er toch mee samen, want als het er
in het geheel niet op aankomt wat men geloof en belijdt, niet gelooft, dan kan
men het heil even goed binnen als buiten de Kerk verkrijgen.
In 1831 heeft Gregorius XVI in zijn encycliek Mirari
vos het indifferentisme nogmaals veroordeeld, veel scherper nog dan
zijn voorganger had gedaan. In de encycliek veroordeelt hij met de meeste
nadruk de mening dat men het eeuwig heil kan verwerven door welke
geloofsbelijdenis dan ook, als men maar zedelijk goed leeft, en noemt deze opvatting
zelfs waanzin, een uitdrukking later door Pius IX herhaald.
In dezelfde encycliek wijst de Paus op een beroemd woord
van Augustinus: Quae enim peior mors animae quam libertas erroris (welke
ergere dood is er voor de ziel dan de vrijheid om te dwalen?).
In 1846 heeft Pius IX in de encycliek Qui pluribus opnieuw
het indifferentisme veroordeeld, omdat uit dit systeem volgt, zegt hij, dat de
mensen het eeuwig heil kunnen verwerven in welke godsdienst ook, zonder
onderscheid te maken tussen deugd en ondeugd, waarheid en dwaling, eerbaarheid
en oneerbaarheid.
In een brief aan de bisschoppen van Italië uit 1863
veroordeelde Pius IX het indifferentisme opnieuw; het leert dat mensen die in
dwaling leven en buiten het ware geloof en de katholieke eenheid staan, zonder
meer tot het eeuwige leven kunnen komen; dit is een allerergste dwaling van
sommige Katholieken, zegt hij. Hij voegt er echter het volgende aan toe:
Het is u bovendien bekend, dat zij die op onoverwinnelijke
wijze dwalen met betrekking tot onze allerheiligste godsdienst, en die de
natuurwet en haar geboden, die door God in de harten van allen zijn gegrift,
oprecht onderhouden en klaar staan om God te gehoorzamen, (en daarbij) een
eervol en goed leven leiden, door de kracht van het goddelijk licht en de
goddelijke genade het eeuwig leven kunnen verwerven. Immers, God die de
gedachten, verlangens, overwegingen en gewoonten van allen volkomen doorziet,
laat in zijn allerhoogste goedheid en goedertierenheid niet toe, dat wie dan
ook eeuwig gestraft wordt, die geen vrijwillige schuld op zijn geweten heeft.
Dezelfde Paus had al in een in 1854 gehouden toespraak erop
gewezen dat onoverwinnelijke onwetendheid met betrekking tot het katholiek
geloof door God niemand als schuld wordt aangerekend. Maar na in de brief de
belangrijke boven vermelde uitspraak te hebben gedaan, herinnert hij
onmiddellijk aan het katholieke dogma, dat niemand buiten de katholieke Kerk
kan gered worden. Men moet dit dogma dus zien in het licht van wat tevoren was
gezegd.
In zijn bekende in 1864 gepubliceerde Syllabus (lijst
van dwalingen, al bij vorige gelegenheden veroordeeld) veroordeelt Pius
IX nog eens de volgende stellingen:
15. Ieder mens mag vrij elke godsdienst aanvaarden en
aanhangen, die hij door zijn verstand geleid, voor waar houdt.
16. In elke godsdienst kunnen de mensen de weg naar het
eeuwig heil vinden en dit ook bereiken.
17. Men moet op zijn minst het beste denken van hen die in
het geheel geen lid zijn van de ware Kerk van Christus.
18. Het protestantisme is niets anders dan een andere vorm
van de ware en christelijke godsdienst, waarin het gegeven is God evengoed te
behagen als in de katholieke Kerk
Men moet erop letten dat de veroordeling van de vier
stellingen tegen het indifferentisme is gericht, dat van de veronderstelling
uitgaat (of waaraan de veronderstelling minstens ten grondslag ligt) dat er
geen absolute objectief geldige godsdienstige waarheid is, en dat God niets
heeft geopenbaard omtrent de wijze waarop Hij wil gediend worden, met name geen
Kerk heeft gesticht waarin Hij de mensen wil redden en tot het eeuwig leven
brengen. Dit was een in de tijd van Pius IX en zijn voorganger zeer verspreide
dwaling, waartegen hij onvermoeid heeft gewaarschuwd.
In 1868 nodigde Pius IX, bij de aankondiging van het eerste
Vaticaans Concilie allen uit, zich bij de katholieke Kerk aan te sluiten. Hij
wees erop dat Christus één Kerk heeft gesticht, zijn Mystiek Lichaam, waarvan
alle mensen door het doopsel lid moeten worden. Zij die niet tot de katholieke
eenheid behoren, zegt hij, kunnen daarbuiten niet zeker zijn van hun eigen heil.
Men moet het laatste goed verstaan: volgens de leer van de Kerk kan niemand volstrekt
zeker zijn van zijn eigen heil; bedoeld is dus de (menselijke) zekerheid dat
men op de goede, door God gewilde weg is.
Leo XIII heeft géén andere leer verkondigd dan zijn
voorganger Pius IX. Nadat deze laatste tal van (noodzakelijke) veroordelingen
had uitgesproken, wilde hij de gelovigen allereerst op positieve wijze
voorlichten, door met nadruk de ware leer te verkondigen, daarbij de
veroordelingen van zijn voorganger ten volle handhavend. In zijn
Encycliek Satis cognitum (1896; over de Kerk, het Mystieke
Lichaam van Christus) zegt hij met nadruk: De Kerk van Christus is derhalve
één en blijvend; wie erbuiten gaan, dwalen af van de wil en het voorschrift van
Christus de Heer en gaan de ondergang tegemoet door het verlaten van de weg van
het heil.
In 1943 heeft Pius XII zijn lange encycliek Mystici
Corporis (over het Mystieke Lichaam van Christus, de Kerk) geheel
gewijd aan de Kerk en daarin herhaald, dat wie niet tot de Kerk behoort, van
zijn eeuwig heil niet zeker kan zijn. De encycliek geeft hiervan de reden aan
omdat zij, zelfs wanneer zij door enig onbewust verlangen en wens (ex
voto) tot het mystieke Lichaam van de Verlosser worden geordend, zovele en
zulke grote hemelse gaven en hulp missen, waarvan men alleen in de katholieke
Kerk gebruik kan maken. Pius XII brengt in deze woorden de gedachte naar voren
dat men door verlangen en wens met de katholieke Kerk in betrekking kan staan,
zelfs wanneer men haar niet kent. De bedoeling is, dat wanneer iemand alles wenst
te doen wat God van hem verlangt, hij ongetwijfeld lid van de Kerk zal willen
zijn, wanneer hij haar zou kennen als de Kerk van Christus en God, van welke
iedereen lid moet zijn. De Kerk kent van oudsher het doopsel van begeerte,
dat de uitwerking van het doopsel met water heeft, voor hem die dit niet kan,
maar wel wil ontvangen. Het kan ook zijn, dat hij het doopsel niet kent, maar
alles wil doen wat God van hem verlangt, zodat het duidelijk is dat hij om het
doopsel zal vragen, zodra het hem bekend is geworden. Voor God is dit
voldoende. Maar zo iemand moet de sacramenten en de leiding der Kerk missen,
die de aangewezen middelen zijn om gered te worden. Deze leer met betrekking
tot het doopsel strekt Mystici Corporis uit tot het
lidmaatschap der Kerk in het algemeen, zonder van het doopsel te spreken.
Het vraagstuk van het heil van de ongelovigen bleef de
geesten bezig houden. Omdat in de U.S.A. enkelen de mening verkondigden dat
alle niet-Katholieken, uitgezonderd de katechumenen die te kennen hebben
gegeven lid van de Kerk te willen worden, van het eeuwig heil zijn uitgesloten,
heeft de Congregatie van het H. Officie (waarvan de Paus, Pius XII, het directe
hoofd was) in 1949 een brief gericht aan de aartsbisschop van Boston, om deze
onjuiste opvatting recht te zetten.
In deze brief wijst de Congregatie er allereerst op, dat de
Kerk altijd onfeilbaar heeft geleerd dat buiten de Kerk geen heil is. Maar,
wordt dan gezegd, dit dogma moet worden verstaan in de zin waarin de Kerk dit
doet. Deze leert allereerst dat het hier gaat om een allerstrengst gebod van
Christus Bovendien heeft Christus de Kerk ingesteld als middel tot redding,
zonder welk niemand de hemelse glorie kan binnengaan. Maar omdat dit een gebod
en een instelling van Christus betreft, en de Kerk niet door haar eigen aard
noodzakelijk is (God had immers de mens op een andere manier kunnen redden)
heeft God in zijn barmhartigheid gewild dat in sommige omstandigheden het
verlangen en de wens (votum) voldoende zouden zijn om te worden gered;
de Congregatie verwijst dan naar wat Trente over het doopsel van begeerte heeft
geleerd. Hieruit volgt, dat het voldoende is door verlangen en wens tot
de Kerk te behoren, ook zonder dat men daarin in feite is opgenomen. Dit
verlangen hoeft niet altijd uitdrukkelijk te zijn, maar kan ook opgesloten
liggen in de goede gesteltenis van de mens, die in alles Gods wil verlangt te
doen (en vervolgens dit verlangen leeft). Dit alles, zo gaat de brief voort,
wordt duidelijk geleerd door Pius XII in zijn encycliek over het mystiek
Lichaam. Maar niet elk verlangen om lid der Kerk te worden is voldoende: het
moet door de genade in de mens worden opgewekt, en vereist een daad van
volmaakte liefde; men denke aan Hebreeën 11, 6 en een uitspraak van Trente over
de rechtvaardigheid.
Vaticanum
II
Tenslotte heeft ook het tweede Vaticaans Concilie zich
bezig gehouden met de vraag van heil van hen die niet (officieel) tot de
katholieke Kerk behoren, en het heeft hierover gesproken in de lijn die al door
vorige Pausen was getrokken. In de constitutie over de Kerk (Lumen gentium)
14-16 wordt over deze kwestie gehandeld en wat erin wordt gezegd laten wij in
het kort volgen.
No 14. Zonder de oude uitspraak te herhalen dat er buiten
(= zonder) de Kerk geen heil is, is het de leer van het Concilie, een leer die
steunt op de H. Schrift en de Overlevering, dat deze pelgrimerende
(=strijdende) Kerk noodzakelijk is voor het heil. Want alleen Christus is de
Middelaar en de weg naar het heil, dat voor ons aanwezig komt in zijn
Lichaam, de Kerk. Door te wijzen op de noodzakelijkheid van het geloof en het
doopsel (Mar. 16, 16; Joan. 3, 5) heeft Christus tezelfdertijd de
noodzakelijkheid der Kerk bevestigd. Hieruit volgt, dat wie dit beseft en toch
geen lid van de Kerk wil zijn, niet kan worden gered.
No 15. Er zijn ook Christenen die het geloof der Kerk niet
in zijn geheel belijden of niet in gemeenschap leven met de Opvolger van
Petrus. Dezen kunnen op verschillende manieren met de Kerk verbonden zijn:
hetzij door het geloof in God en Jezus Christus, Zoon van God en Verlosser, met
wie zij door het doopsel worden verbonden, hetzij doordat zij ook andere
sacramenten der Kerk bezitten, zoals het priesterschap en de H. Eucharistie. De
Geest wekt in alle leerlingen van Christus het verlangen op om op de door
Christus vastgestelde wijze tot één kudde onder één Herder verenigd te zijn.
Hoewel de constitutie niet met evenveel woorden zegt hoe als
deze Christenen gered worden, lijkt het toch wel de bedoeling te zijn, te
bevestigen dat zij kunnen worden gered door de elementen der Kerk die bij hen
aanwezig zijn, vóór alles doordat zij tot Christus willen behoren en gedoopt
zijn.
Vóór Vaticanum II maakte men in de katholieke Kerk bijna
altijd en zonder meer onderscheid tussen hen die er niet en
hen die er wel toe behoren. Sinds het Concilie legt men er graag de nadruk op
dat de scheidslijn niet zo scherp is en men ook gedeeltelijk tot de Kerk kan
behoren. Dit laatste heeft dan alleen betrekking op de inhoud van het geloof en
wat daaruit voortvloeit en dat de katholieke Kerk als aan háár gegeven en
toebehorend beschouwt. Zo goed als alle niet-Katholieken willen niet
tot de R.K. Kerk behoren, en dan is het niet juist te zeggen dat zij er,
ondanks zichzelf, tòch lid van zijn. Om het in scholastieke termen uit te
drukken: eenvoudig en zonder meer (simpliciter) behoren zij er niet toe,
onder zeker opzicht (secundum quid) wel.
No. 16. Tenslotte spreekt de constitutie over hen die het
evangelie nog niet hebben ontvangen, resp. aanvaard (acceperunt). Zij
kunnen op verschillende wijzen tot het volk Gods (= de Kerk) geordend zijn.
Allereerst is daar het volk waaraan God zijn beloften heeft geschonken en dat
Hem dierbaar is omwille van de vaders (Rom. 9, 4-5; 11, 28-29). Daarna zijn er
de Mohammedanen, die het geloof van Abraham zeggen te hebben en met ons,
Katholieken, één barmhartige God aanbidden, die de mensen zal oordelen op de
jongste dag. Dan zijn er degenen die in schaduwen en beelden de onbekende God
zoeken; van hen is God niet ver, omdat Hij aan allen leven, inspraken (inspirationem)
en alles geeft, vgl. Hand. 17, 25-28; terwijl de Verlosser wil, dat alle
mensen gered worden (1 Tim. 2, 4).
Op het bovenstaande volgt: Wie dus het Evangelie van
Christus en zijn Kerk buiten hun schuld niet kennen, maar God met een oprecht
hart zoeken en daarbij hun best doen zijn wil, die ze kennen uit wat hun
geweten hen voorschrijft, door daden (operibus, ook werken)
volbrengen, onder de invloed van de genade, kunnen het eeuwig heil verwerven.
In een aantekening verwijst de tekst naar de brief van het H. Officie aan de
aartsbisschop van Boston (van 1949).
Let wel: de constitutie zegt nergens hoe dezen
allen het heil kunnen verwerven en evenmin of het vermelde genoeg is
om het te verkrijgen. God weigert zijn genade niet aan iemand die doet wat hij
kan is een oude spreuk der theologen. Deze waarheid is door Vaticanum II nog
eens bevestigd. God, die door zijn genade al werkte in hem die doet wat hij
kan, zal ook de middelen, resp. de definitieve genade geven, die tot het heil
leidt. De tekst van de constitutie wil leren, dat de goddelijke Voorzienigheid
de middelen die tot de zaligheid nodig zijn, niet onthoudt aan hen die buiten
hun schuld nog niet zijn gekomen tot de uitdrukkelijke erkenning van God en
die, niet zonder de genade, hun best doen een deugdzaam leven te leiden.
Immers, zo besluit de tekst, alles wat bij hen aan goed en waars wordt
gevonden, wordt door de Kerk als een praeparatio evangelica (een
voorbereiding op het Evangelie) beschouwd. Maar door de Boze bedrogen, dwalen
de mensen dikwijls en zijn zij op de verkeerde weg; daarom beijvert de kerk
zich om hun het Evangelie te verkondigen.
In het decreet over de missie-activiteit der Kerk, dat de
constitutie over de Kerk enkele malen aanhaalt, wordt weer op 1 Tim. 2, 4
(Christus, de enige Middelaar, enz.) gewezen, naast Hand. 4, 12 (in géén ander
is heil, n.l. in Christus). Wie de Kerk als noodzakelijk voor het heil kent,
maar er niet toe wil behoren, kan het heil niet verwerven (No 7). Hoewel God
degenen die buiten hun schuld het Evangelie niet kennen tot het geloof kan
brengen, zonder welk het onmogelijk is Hem te behagen, langs wegen Hem bekend
is het toch nodig dat de Kerk het evangelie blijft prediken en haar
missieactiviteit blijft uitoefenen.
Dan is er nog de Verklaring over de godsdienstvrijheid
van 7 december 1965, die op het Concilie zelf is ontstaan, hevig is omstreden
en nog steeds wordt omstreden. Er waren aanvankelijk zoveel tegenstanders, dat
aan de inleiding is toegevoegd dat de leer van het decreet overeenstemt met de
overlevering en de leer der H. Kerk (No 1). De heilige Synode, zo lezen wij,
geloof dat de ene ware godsdienst bestaat in de katholieke en apostolische
Kerk, aan wie Jezus de taak heeft toevertrouwd alle volkeren te onderrichten en
te dopen, en alles te onderhouden wat Hij heeft geleerd (Mt. 28, 19-21; l.c.).
De tekst van het decreet laat hierop volgen: Alle mensen zijn dus gehouden
de waarheid te zoeken en die te omhelzen, vooral wat God en
zijn Kerk betreft. Ieder is hiertoe, aldus het decreet, zelfs in geweten
verplicht. Het decreet laat de traditionele katholieke leer der zedelijke
verplichtingen van de individuele personen en de gemeenschappen ten aanzien van
de ware godsdienst intact. In No 2 wordt dan nog eens gezegd, dat allen
verplicht zijn de waarheid die zij kennen te aanvaarden en hun hele leven naar
de eisen ervan in te richten. Men mag niet zo maar een willekeurige keuze
doen, maar moet ernstig trachten de waarheid te achterhalen. Wanneer
iemand doet wat hij kan, en het in volle vrijheid doet, zal God hem de genade
geven die nodig is om gered te worden. Hoe Hij dit zal doen,
is een geheel andere vraag.
Het decreet over de godsdienstvrijheid legt er allereerst
de nadruk op, dat niemand mag gedwongen worden tot godsdienst.
Onvrijwillig, gedwongen, God dienen heeft geen waarde; dwang is fout. Maar het
decreet gaat verder en zegt dat iedereen in godsdienstige zaken vrij is zijn
overtuiging te volgen en dat het burgerlijk gezag deze vrijheid moet
eerbiedigen. Het decreet doet dit in enkele formuleringen die, wanneer men de
woorden ervan neemt zoals ze er staan, het tegendeel zeggen van wat de Pausen
sinds Gregorius XVI in deze zaak hadden voorgehouden. Om deze reden hebben niet
minder dan 70 Vaders tegen het decreet gestemd en vindt het ook nu talrijke
tegenstanders.
Het is een oude leer, al bij St. Thomas te vinden, dat een
mens verplicht is te doen wat zijn geweten hem voorschrijft. De maatstaf van
het geweten is daarbij, als elke maatstaf, een uiterlijke norm: de Wet van God
en elke wettige menselijke wet. Men kan ook zeggen: het objectief goede, maar
het is gemakkelijker uit te maken wat de wet verlangt, dan wat onder
omstandigheden objectief goed is. Ook het dwalend geweten moet men volgen,
tenminste als dit zonder zware menselijke schuld dwaalt, d.w.z. zonder schuld
een objectief onjuist maatstaf aan eigen handelen aanlegt. Dwaalt het
geweten schuldig, zoals dat van de mens die tegen beter weten in
heeft wijsgemaakt dat wat slecht is, goed is, dan moet het worden rechtgezet.
Maar als ik verplicht ben, mijn onschuldig dwalend geweten
te volgen, dan heb ik ook een recht daartoe. Dit is echter geen recht dat
verankerd ligt in een objectieve orde, maar is zuiver subjectief.
Wanneer dit in strijd komt met de objectieve orde van het goede,
mogen degenen die de objectieve orde moeten handhaven, om goede redenen de
(onschuldig) dwalende beletten hun dwalingen publiek te maken en er anderen voor
te winnen. Het recht dit te doen is natuurlijk aan allerlei voorwaarden
gebonden, o.a. dat de voordelen moeten opwegen tegen de nadelen en het algemeen
belang ermee wordt gediend. De in deze alinea gegeven beschouwing vindt men
niet in het decreet, maar volgt uit wat in het begin heeft vastgesteld, en ook
uit de aard der zaak. Het verkrijgen van het heil: de zalige aanschouwing van
God in de hemel, is een heel andere zaak, waarover het decreet niet spreekt.
Hoe
moet men de leer van de Kerk verstaan en uitleggen?
De katholieke theologen hebben zich eeuwen lang afgevraagd,
hoe het beginsel Buiten de Kerk geen heil in overeenstemming is te brengen
met Gods rechtvaardigheid, goedheid en heilswil. Want zijn er niet tallozen die
buiten hun schuld nooit van de Kerk iets hebben vernomen, en andere tallozen
die wèl van haar hebben gehoord, maar er geheel te goeder trouw en overtuigd
geen lid van hebben willen zijn, of zijn? Wat de gedoopte Christenen betreft
die niet tot de R.K. Kerk behoren, wordt het probleem doorgaans niet in alle
scherpte gesteld, want het lijkt duidelijk dat allen die oprecht in Christus
geloven, gedoopt zijn, en alles doen wat zij menen dat Hij van hen verlangt,
tot Christus behoren en door Hem niet in de steek worden gelaten, zodat zij na
hun dood het eeuwig leven verwerven. Zij worden dan gered door wat zij geméén
hebben met de katholieke Kerk en, al is het dan middellijk en niet
onmiddellijk, van háár ontvangen hebben. Maar de overigen?
De meeste Moslims, vooral de meer eenvoudigen onder hen,
zijn zó overtuigd dat God zijn openbaring aan Mohammed heeft gegeven (in de
Korán), dat het menselijkerwijze gesproken zo goed als ondoenlijk is hen van
hun dwaling te overtuigen en tot het Christendom te brengen. En wie in een land
als India komt, en daar ziet met welke diepe eerbied vele vrome Hindoes in hun
tempels tot hun goden bidden en zich in volle overtuiging voor hen neerwerpen,
kan niet anders dan onder de indruk komen van hun oprecht geloof. Uit de
geschiedenis der christelijke martelaren is het bekend dat het voorkwam, dat
wanneer er een werd weggevoerd om gedood te worden, soms iemand uit het publiek
zo werd getroffen door de houding van de martelaar, dat hij naar voren kwam,
Christus beleed, en om de gunst vroeg óók voor Hem te mogen sterven. Zoiets
vinden wij ook buiten het Christendom. Toen in het midden der vorige eeuw in
Perzië enkele Babis (nu de Bahâïs) werden weggevoerd om geëxecuteerd te
worden, kwam een zeker iemand uit Yezd, die bekend stond om zijn wanordelijk
gedrag, plotseling naar voren en riep uit: Ik ben ook een Babi! Dood ook mij!.
Wat het tweede Vaticaans Concilie erover heeft gezegd, kwam
niet uit de lucht vallen en betekende nog véél minder een breuk met het
verleden.
God heeft ons door zijn Zoon geopenbaard dat zijn Kerk het
normale middel (sacrament) is om het eeuwig leven te bereiken. Van die Kerk
wordt men lid door geloof en doopsel. Als wij ertoe behoren, moeten wij God
danken, maar daarnaast moeten wij ons best doen, door voorbeeld, woord en daad,
zoveel anderen als mogelijk is ertoe te brengen. Daarnaast geloven wij vast in
de rechtvaardigheid van God, die niemand buiten zijn schuld tot enige straf
veroordeelt, laat staan tot een eeuwige straf. Wanneer de Kerk zegt, dat buiten
haar geen heil is, moet dit wel betekenen dat normaal gesproken buiten
haar geen heil is, want God is niet aan bepaalde middelen gebonden en de Kerk
kan nooit de bedoeling hebben gehad, te verklaren dat Hij mensen niet op
buitengewone manier kan redden.
De
ongelovige
Gaan wij bij ons eigen beschouwing uit van een uiterste
geval. Iemand gelooft niet in God en is zijn leven lang rustig overtuigd dat
hij het daarmee bij het juiste eind heeft. Daarbij leidt hij een goed zedelijk
leven en neemt de in zijn hart gegrifte zedenwet in acht, òf de zedenwet zoals
hij die eerlijk en oprecht verstaat. Wordt zo iemand na zijn dood door God tot
zijn aanschouwing toegelaten?
De vraag die men zich bij zon voorbeeld allereerst moet
stellen is: zijn er zulke mensen? Al mag men niemand zonder
gegronde reden van kwaad verdenken, toch moet men niet te spoedig van iemand
die God niet kent noch erkent aannemen, dat hij altijd goed en deugdzaam leeft.
God kent de harten. Maar nemen wij voor ons betoog aan, dat er zulke mensen
zijn. Hoe worden zij gered?
Sommigen denken dat God ieder mens vóór of in het ogenblik
van zijn dood op een ons niet verder bekende wijze (door openbaring?) de
gelegenheid zal geven vóór of tegen Hem te beslissen. Voor zulk een theorie ontbreken
de positieve argumenten; ze is opgesteld omdat men anders niet ziet hoe aan
Gods rechtvaardigheid (en algemene heilswil) wordt voldaan.
Enkele anderen hebben gedacht dat god hen niet tot de
hemelse aanschouwing toelaat, maar hen toch ook niet verloren laat gaan. Deze
theorie is al in het begin der 16de eeuw door sommige theologen
opgebouwd en is in de 19de eeuw weer opgeleefd, zij het in
ietwat andere vorm. Deze theologen verstaan heil in buiten de Kerk geen
heil als de eeuwige zaligheid in de hemel, die alleen voor de leden der Kerk
is weggelegd (en hen die er in wijdere zin toe behoren). Omdat God rechtvaardig
is en zijn openbaring zwijgt over het lot van de mensen waarover het hier gaat,
moet men wel aannemen, zo luidt hun redenering, dat God hen beloont met een
natuurlijk geluk, niet een bovennatuurlijk, waartoe geen enkele belofte Hem
verplicht, en waarmee zij zeker tevreden zullen zijn.
De bekende kardinaal Louis Billot S.J. (1846-1931), groot
bestrijder van het modernisme in de tijd van Pius X, veronderstelde dat verreweg
de meeste heidenen, vooral de meer primitieve onder hen, op het punt van het
geloof in God zijn gelijk te stellen met onmondige kinderen, die nog niet
verantwoordelijk zijn voor hun daden. Primitieven vindt men niet alleen onder
de onderontwikkelde volkeren, ook onder de andere komen zij in ruime mate voor.
Zou de veronderstelling van Billot juist zijn, dan blijven er toch nog genoeg
heidenen over die tot de jaren des verstands zijn gekomen, voor wie zijn
oplossing niet opgaat. Door zijn theorie wordt het probleem van het heil der
ongelovigen wel in sterke mate verminderd, maar niet weggenomen en opgelost.
Wanneer andere theologen, zoals de Spanjaard J.M. de
Ripalda (1594-1648; Harent, c. 1764) en de bekende Duitse apologeet K. Gutberlet
(1837-1928) maken onderscheid tussen het geloof in strikte zin en dat in
ruime zin. Het laatste is dan een natuurlijke kennis van God of van de zedenwet.
Als dit door God op bovennatuurlijke wijze wordt verwekt (God onthoudt zijn
genade niet aan ieder die doet wat in hem is; St. Thomas), zou het voldoende
zijn om gered te worden en het eeuwig leven te verwerven. Deze opvatting is
door bijna alle theologen bestreden.
Wat de theorie van Ripalda betreft, deze heeft hij
voorgedragen en door studenten laten voordragen op de beroemde theologische
faculteit van Salamanca, waaraan hij doceerde. Men zou kùnnen denken dat
Vaticanum II (Lumen Gentium No 16) deze stelling onderschrijft,
maar bij nader toezien blijkt dit niet het geval te zijn. Lumen Gentium zegt
alléén dat mensen die God niet kennen, en onder invloed der genade deugdzaam
leven, de middelen die voor het heil nodig zijn kunnen
verkrijgen. De constitutie zegt niet welke die middelen zijn, hoe zulke
mensen het heil bereiken.
In onze tijd heeft Karl Rahner S.J. de mening verkondigd
dat de heidenen in feit anonieme Christenen zijn en mèt de andere het heil
verwerven. H. Urs von Balthasar heeft hierop met recht geantwoord, dat men dan
even goed kan zeggen dat de Christenen anonieme heidenen zijn, zodat geen
probleem is opgelost. Inderdaad, men is alleen christen wanneer men Christus
kent en belijdt; een goed Christen is, wie dan ook nog doet wat Hij
verlangt. Dat de heidenen in feite verborgen Christenen zijn, is inbeelding van
Rahner en diens volgelingen; zijn theorie heeft veel kwaad gedaan, vooral in de
missies. Men heeft eruit besloten dat het niet nodig is erkend Christen te
zijn; om gered te worden zou het voldoende zijn een goede Mohammedaan, een
goede Hindoe, ja zelfs een goede atheïst te zijn. Missieactiviteit, d.w.z. er
voor werken om anderen tot het geloof te brengen en tot het lidmaatschap der
Kerk, zou overbodig en daarmee uit de tijd zijn. Missie, waar ze nog bestaat,
moet dan worden teruggebracht tot ontwikkelingsactiviteit, en echt behoeft
niet te worden gezegd wat daaronder tegenwoordig wordt verstaan. Uit de theorie
volgt, dat het niet alleen niet noodzakelijk is op enigerlei wijze, hoe dan
ook, tot de Kerk te behoren, maar dat ook deze zèlf niet noodzakelijk is. Het
behoeft geen betoog dat dit rechtstreeks in strijd is met de leer der H.
Schrift en der Kerk, die daarop berust. Helaas is het niet bij Rahners
theorie gebleven; zij heeft vèrstrekkende gevolgen gehad en de missieactiviteit
groot kwaad gedaan.
Sint
Thomas
Na al het bovenstaande willen wij aandacht schenken aan de
door de theologen meest gevolgde opvatting, die ook die van St. Thomas was. Als
wij spreken van de opvatting, doen wij dit heel in het algemeen, want de
ondergeschikte verschillen van mening zijn talrijk. Men neemt dan aan, dat
niemand kan gered worden tenzij hij enkele waarheden van het geloof
uitdrukkelijk aanvaardt, indachtig Hebreeën 11,6: Zonder geloof is het
onmogelijk aan God te behagen, want wie tot God wil naderen moet geloven dat
Hij is, en een beloner is voor die Hem zoeken. Wie dit niet doet, gaat
verloren. Daarom neemt men aan, dat God de ongelovige, die deugdzaam leeft en
geen zonde bedrijft (wat hij niet zonder de genade kan), de noodzakelijke
waarheden die hij moet geloven zal openbaren. Men houdt dan
meestal, dat die openbaring van die aard moet zijn, dat hij die ermee
begunstigd wordt, er het wonderbare karakter van moet kunnen inzien, wat voor
hem een zeker teken is dat God tot hem heeft gesproken. Men verwijst naar
Romeinen 10, 13-16, waarin Paulus er de nadruk op legt dat een mens niet kan
geloven zonder dat het geloof hem verkondigd wordt.
Maar waarom gaan er dan kennelijk zoveel ongelovigen
verloren? Men antwoordt dat dit het gevolg is van hun zonden,
waarvan zij zonder geloof geen vergiffenis kunnen krijgen. Eens vroeg men Jezus:
Heer, worden er maar weinigen gered? (Luc. 13, 23). Jezus antwoordde met te
wijzen op de nauwe poort, waardoor velen willen binnengaan, maar het niet
kunnen (vs. 24). In de bergrede bij Mattheüs luidt het: Breed is de weg, die
naar het verderf leidt, en velen slaan die in. Hoe nauw is de poort en smal de
weg die naar het leven leidt, en maar weinigen vinden haar! (Mt. 7, 13-14). Jezus
sprak tot de Joden, en als het voor hen al zo was, hoeveel temeer zal dit dan
niet het geval zijn voor de heidenen. Als zij verloren gaan zal het meestal als
gevolg van hun zonden zijn, waarover zij geen volmaakt berouw hebben gehad.
Besluit
De veelheid der meningen over het hier besproken vraagstuk
maakt het moeilijk een uitspraak te doen. Verschillende dingen staan echter
vast en wij noemen de volgende: Wie het geloof heeft aanvaard en gedoopt is,
wordt gered; wie het geloof niet heeft aanvaard, gaat verloren (Marc. 16,16).
Met niet aanvaard kan alleen bedoeld zijn: wie het op schuldige wijze heeft
verworpen. het staat immers ook vast, en het is door de Kerk met nadruk
geleerd, dat negatief ongeloof, d.w.z. het buiten persoonlijk schuld noch
aanvaarden, noch verwerpen van het geloof, géén zonde is. Verder is het
duidelijk dat men op enigerlei wijze tot de Kerk moet behoren, die het door
Christus ingestelde middel tot redding is. In een aantal gevallen is het zeker
voldoende dat men er minstens door wens en verlangen toe behoort, zoals bij
vele catechumenen het geval is (Concilie van Trente). Deze wens (votum)
behoeft volgens de brief van het H. Officie aan de aartsbisschop van Boston
niet uitdrukkelijk te zijn, maar kan opgesloten liggen in de
goede gesteldheid van de ziel, waardoor de mens zijn wil aan die van God
gelijkvormig wil doen zijn (votum implicitum). Dit laatste houdt in,
dat de ongelovige zeker lid van de Kerk zou zijn, wanneer hij wist, besefte,
dat God dit van hem verlangt. Ook kan de mens zijn zaligheid niet uit eigen
kracht bewerken; hij moet er van God de genade voor ontvangen.
Bij dit alles is het begrip impliciete wens een moeilijk
begrip. Wat valt er allemaal onder? Zoals boven is uiteengezet zijn er
katholieke theologen die hierbij zelfs een impliciet begrip van God
insluiten, en Vaticanum II spreekt van hen die dit hebben en gered kunnen
worden. Sommigen menen dat het vereist is dat men oprecht openstaat voor de
waarheid, die erkent en aanvaardt zoals men meent dat zij is, en zijn leven
daarnaar inricht. Dit is echter moeilijk nog een impliciet begrip van God te
noemen; het houdt immers in het geheel geen begrip van God in en is bovendien
verenigbaar met een atheïstische overtuiging. En geen verstandig mens kan een
godloochenaar een impliciet of anoniem gelovige noemen.
Van een geloof in ruime zin spreken heeft geen betekenis,
wanneer daar niet minstens de allervoornaamste geloofswaarheden expliciet toe
behoren. Het geloof heeft immers een inhoud en die inhoud zijn de
geloofswaarheden. Geloven zonder ook maar één van die waarheden uitdrukkelijk
te kennen en te belijden, is geen geloof. Van zekere zijde wordt tegenwoordig
iemand wel gelovig genoemd, wanneer hij een religieus mens heet te zijn,
het laatste zo vaag mogelijk genomen; wat er dan onder verstaan wordt is
meestal niet uit te maken, het bezit van een zekere gevoelens ten opzichte van
iets absoluuts, de natuur, enz. lijkt daarvoor voldoende te zijn. Hierdoor
wordt geen mens voor de eeuwigheid gered.
De theorie dat velen, die niet tot de Kerk hebben behoord,
na een onder alle opzichten deugdzaam en onbesmet leven, een natuurlijk geluk
zullen genieten, zoals de onmondige kinderen en de ongeborenen, stuit op de
moeilijkheid dat de H. schrift van zulk een lot niets afweet, terwijl men zich
de vraag moet stellen of God die wil dat alle mensen zalig worden en tot de
kennis der waarheid geraken (1 Tim. 2, 4), zulke voortreffelijke mensen dan in
de steek laat. Daarbij moet de opmerking worden gemaakt, dat een vraag stellen
niet betekent: haar beantwoorden.
Beziet men de vraag naar het heil der ongelovigen van de
kant der traditionele theologie, dan moet men aan deze ongetwijfeld de meeste
punten toekennen. Beziet men haar van de menselijke kant en in het licht van
ònze psychologie, dan lijken de stukken anders te liggen en lijken theorieën
als van Ripalda, Gutberlet, aan waarschijnlijkheid, of althans aan een
zekere graad van mogelijkheid te winnen.
Iemand zou tegen het laatste kunnen opwerpen, dat op
Vaticanum I de mening is veroordeeld (die later die der modernisten is
geworden) dat de zin der dogmas in de loop van de tijd een andere kan worden.
Is dit niet het geval met betrekking tot Buiten de Kerk geen heil, wanneer de
mening van Ripalda aanvaardbaar wordt geacht? Hierop moet ontkennend worden
geantwoord, omdat deze leer altijd zó is begrepen, dat zij niet in strijd kwam
met Gods rechtvaardigheid, die geen onschuldigen straft. Dit houdt in dat men
de bekende uitspraak op verschillende manieren kan verstaan, die elkaar niet
uitsluiten.
Tot besluit kan men zeggen, dat wij nog altijd niet weten,
op welke wijze(n) God degenen die zonder schuld niet Hem geloven, redt. Dat Hij
een aantal hunner een natuurlijk geluk zal schenken lijkt een mogelijkheid te
zijn die nog altijd overwogen kan worden, zolang de Kerk zich over deze zaak
niet uitspreekt. Men heeft eeuwenlang aangenomen dat ieder zich een voldoende
oordeel kan vellen over het evangelie en dit kan aannemen of (schuldig)
verwerpen. Dan kan er geen probleem. Toen in 1493 en latere jaren Amerika werd
ontdekt, werd het voor iedereen duidelijk dat hele volkeren gedurende 15 eeuwen
na de verkondiging van het evangelie hebben kunnen loeven, zonder hiervan íets
af te weten. Deze ontdekking en ervaring verklaart het ontstaan der theorie van
Ripalda. Het evangelie spreekt van mensen die het evangelie tegen beter weten
in verwerpen. Wil het ook hen insluiten, die dit niet tegen beter weten in
hebben gedaan? Het lijkt mogelijk dit te betwijfelen, zolang de Kerk hierover
geen beslissende uitspraak heeft gedaan.
Zij
die in God geloven
Met betrekking tot hen die in één God geloven levert de
vraag naar hun eeuwig heil minder moeilijkheden op dan bij hen die dit niet
doen. Tot hen behoren niet alleen Joden en Mohammedanen, maar ook tal van
anderen, die onder invloed van Christendom, in enkele landen ook onder die van
de Islam, hun geloof in goden of geesten gezuiverd hebben en in één God zijn
gaan geloven. Wanneer deze mensen in één God geloven, die beloner is voor hen
die Hem zoeken (Hebr. 11, 6) voldoen zijn aan de allereerste voorwaarde die
nodig is om tot God te naderen. Maar na deze eerste stap te hebben gezet,
gelooft men nog niet in Christus, terwijl geschreven staat: In géén Ander is
heil, want er is onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waarin
gij moet gered worden (hand. 4, 12; woorden door Petrus gesproken tot het
joodse Sanhedrin).
Wanneer nu degenen die voldoen aan de eis van Hebreeën 11,
6 en in God geloven, en daarbij Christus, de Zoon van God, niet uitdrukkelijk
uitsluiten, maar oprecht bereid zijn alles te aanvaarden wat God heeft
geopenbaard, terwijl zij daarbij alles willen doen wat zij menen dat Hij van
hen wil, kan men zeggen dat zij door dit verlangen en deze praxis tot de Kerk
zijn geordend (voto). Maar voor hen, die Christus uitdrukkelijk
verwerpen en niet van Hem willen weten als Zoon van God en Verlosser der
mensen, ligt de zaak anders. Men kan voor hen bidden: Heer vergeef het hun,
want zij weten niet wat zij doen en hopen dat dit gebed ook verhoord mag
worden. Maar zo eenvoudig is de vraag naar hun eeuwig heil toch niet.
Aannemen dat ook zij die Christus uitdrukkelijk als hun
Verlosser afwijzen tòch door Hem gered zullen worden is een mening waartegen
duidelijke en uitdrukkelijke uitspraken van de H. Schrift zich verzetten. Van
de andere kant komt ons gevoel in opstand wanneer wij b.v. eenvoudige en goede
Moslims hebben leren kennen en dan moeten aannemen dat zij omwille van hun
verwerping van Christus voor eeuwig gestraft worden. Daarom vragen velen zich
af of er nog een tussenweg is, hetzij doordat zij in het láátste ogenblik van
hun aardse bestaan nog op een voor ons onbekende wijze een keuze vóór of tegen
Christus kunnen doen, hetzij doordat men zich in zekere zin aansluit bij
Ripalda. Men kan zich afvragen of er in de eeuwige verwerping geen graden zijn
(aldus St. Augustinus), waarbij de allereenvoudigste er een zou zijn die geen
straf en lijden inhoudt, maar een natuurlijk geluk.
Wat de niet-Katholieken Christenen betreft die gedoopt zijn
en in Christus geloven als hun God en Zaligmaker, kan men zeggen dat zij
minstens voto, d.i. door hun wens en verlangen alles te doen wat
Christus van hen verlangt, tot de Kerk geordend zijn en zo er op enigerlei
wijze toe behoren. Zelfs wanneer zij uitdrukkelijk niet lid willen zijn van de
katholieke Kerk, zal toch hun verlangen om tot Christus te behoren en zijn wil
te volbrengen, deze gedachte in feite overheersen. Indien dit zo is en zij een
volmaakt berouw hebben over hun zonden (doodzonden), resp. deze biechten,
kunnen zij worden gered. Diegenen onder hen, die niet geloven in Christus
Godheid, noch aanvaarden dat Hij onze Redder en Verlosser is, die ons het
eeuwige leven geeft, staan op één lijn met hen die in God geloven en van wie
zojuist sprake was. Omdat zij Christus wellicht als hun voorbeeld of zelfs als
hun Heer beschouwen (welke betekenis dit laatste woord ook mag hebben, maar
niet dat Christus de Zoon van God is, de tweede Persoon der Heilige
Drieëenheid, die voor ons is mens geworden) staan zij er natuurlijk beter voor
dan zij die van Christus niet willen weten of Hem slechts als een profeet,
ondergeschikt in rang aan Mohammed, beschouwen.
Tot
Slot
Aan het eind van dit artikel moet nog op een belangrijke
zaak worden gewezen. Men moet zich niet voorstellen dat het eeuwige leven
gewoon een verlenging van het tijdelijke is, met dit verschil dat het niet meer
ophoudt. De mens op aarde bestaat uit ziel en lichaam, beter gezegd uit ziel en stof,
die een zo volkomen eenheid vormen, dat het lichaam zonder ziel geen menselijk
lichaam meer is; het is een lijk en vergaat tot stof. Het orgaan dat de mens
nodig heeft om te denken zijn de hersenen, die zo ernstig kunnen beschadigd
worden, dat de mens nog wel leven, maar niet meer denken kan (geheel of ten dele).
Dit laatste is natuurlijk in nog veel sterkere mate het geval wanneer de ziel
scheidt van de stof en het lichaam vergaat. Omdat de ziel geestelijk van aard
is, blijft ze voortbestaan en behoudt ook haar zuiver geestelijke
kennis. Zij kan er echter niet mee begrijpen met gebruikmaking van de vermogens
van het lichaam, met name de innerlijke zin van het voorstellingsvermogen.
Dit laatste is de mening van St. Thomas, die leert dat de van het lichaam
gescheiden ziel op een heel andere wijze begrijpt, dan op aarde het geval is,
n.l. onder de invloed van een hoger licht, dat van God, die de ziel ook de
begrippen geeft die bij haar staat passen. De ziel redeneert dus niet meer,
zoals wij dit doen, en kan ook niet van wilsbesluit veranderen, maar is in
zekere zin onbeweeglijk uit zichzelf. Let wel: dit is niet de leer der Kerk,
maar de (feilbare) mening van een (groot) theoloog en wijsgeer. Wij verwijzen
er hier naar , opdat men zou beseffen dat ons aardse voorstellingsvermogen te
kort schiet om ons de toestand der van God gescheiden ziel zuiver voor te
stellen en, daarop volgend, te begrijpen. Een groot deel van onze moeilijkheden
betreffende het lot der overledenen komt hieruit voort. Wie sterft met een wil
die tegen God in opstand is, kàn dit in het andere leven niet meer goed maken,
hij blijft altijd in die toestand, hij wil niet anders.
Maar, zal iemand zeggen, wij zullen toch verrijzen, onze
ziel zal weer verenigd worden met een lichaam dat het onze zal zijn! Zonder
twijfel, maar ook hier schiet ons voorstellingsvermogen, en bijgevolg ook ons
begrip, tekort. Jezus heeft gezegd dat wij na de verrijzenis zullen zijn als
engelen in de hemel (Matt. 22, 30) en St. Paulus waarschuwt de Corinthiërs dat
het verrezen lichaam een geesteslichaam zal zijn, geen lichaam dat door de
zeil gemaakt is wat het nu op aarde is (met zintuigen, gevoelens, hartstochten,
enz.; de Apostel noemt dit een sôma psychikón; 1 Cor. 15, 44). Het
lichaam zal dus deel hebben aan de eigenschappen van de geest, iets waarvan wij
nu nog weinig of niets begrijpen. Daarom is het beter de boven uit de
verrijzenis gemaakte moeilijkheid te laten wat zij is; ons verstand schiet hier
tekort.
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God, heilige Geest, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Jezus, onbevlekt Lam, die van alle eeuwigheid voorbestemd
was om door het storten van Uw kostbaar Bloed het zondige mensdom te redden,
ontferm U over ons.
Jezus, mensgeworden Woord van God, die Uw heilig Vlees en kostbaar Bloed hebt
aangenomen in de zuivere schoot van de onbevlekte Maagd Maria,
Jezus, die in de loop van Uw sterfelijk leven verlangd hebt om Uw heilig Bloed
tot onze zaligheid te vergieten,
Jezus, die Uw Bloed vergoten hebt voor de bekering van de zondaars,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, van een oneindige en onschatbare waarde,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, zegel van het nieuw en eeuwig verbond,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, altijd stromende bron van genade en
zegen,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, wiens stem zich onophoudelijk tot de
hemel verheft en voor ons bidt,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, dat de zonden van de wereld wegneemt,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, deze kostelijke balsem van het geestelijk
leven,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, dit onderpand van onze hoop en van het
eeuwig geluk,
Jezus, omwille van Uw kostbaar Bloed, sieraad en kroon van alle heiligen,
Door Uw kostbaar Bloed, hoor ons, Jezus.
Door Uw kostbaar Bloed, verhoor ons, Jezus.
Van alle kwaad naar ziel en lichaam, verlos ons, Jezus
Van alle zonden,
Van alle onzuiverheid in woorden, werken en begeerten,
Van het verachten en bespotten van heilige zaken,
Van ketterij, leugentaal en ongeloof,
Van trouweloosheid en onrechtvaardigheid,
Van het overtreden van uw heilige geboden,
Van alle gelegenheden tot zonden,
Van het onwaardig nuttigen van Uw heilig Lichaam en Bloed,
Van een plotselinge, onvoorziene dood,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij in Uw besnijdenis hebt opgeofferd,
Door Uw kostbaar Zweet en Bloed, dat in de hof van olijven ter aarde viel,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij vergoten hebt bij de geseling,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij gestort hebt, toen de soldaten U met doornen
kroonden,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij vergoten hebt bij het dragen van Uw kruis tot
op de Calvarieberg,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij vergoten hebt bij Uw kruisiging,
Door Uw kostbaar Bloed, dat Gij vergoten hebt gedurende de drie uren, dat Gij
aan het kruis gehangen hebt,
Door Uw kostbaar Bloed, en het heilig Water dat na Uw dood uit Uw doorstoken
zijde vloeide,
Door Uw kostbaar Bloed, dat nog dagelijks op veel altaren in het heilig
Misoffer aan de Vader geofferd wordt,
Door Uw kostbaar Lichaam en Bloed, dat tot voedsel van onze ziel voortdurend
tegenwoordig is in het heilig Sacrament des Altaars,
Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons, Jezus
Dat Gij onze zonden wilt vergeven en onze harten wilt zuiveren,
Dat Gij in ons een levend geloof wilt storten, een sterke hoop en een brandende
liefde,
Dat Gij de heilige kerk, die Gij door Uw kostbaar Bloed hebt verworven, wilt
besturen en bewaren,
Dat Gij de paus en de gehele geestelijkheid in de heilige godsdienst wilt
bewaren,
Dat Gij aan de gehele christenheid vrede en eenheid wilt verlenen,
Dat Gij onszelf en Uw heilige dienst wilt versterken en bewaren,
Dat Gij onze harten tot hemelse verlangens wilt opwekken,
Dat Gij al onze weldoeners met eeuwige goederen wilt vergelden,
Dat Gij alle overledenen de eeuwige rust wilt geven,
Dat Gij ons gebed wilt verhoren,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons,
Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.
U, Heer, smeken wij, kom uw dienaren te hulp, die Gij met uw kostbaar Bloed
gered hebt.
Laat ons bidden,
God, door het kostbaar bloed van Uw eniggeboren Zoon hebt Gij alle mensen
verlost. Zet het werk van Uw barmhartigheid in ons voort en laat ons altijd,
bij de overweging van dit mysterie, de genade van de verlossing ontvangen.
Door Christus onze Heer. Amen.
Repost : De botsing van twee asteroiden zal mijn glorieuze kruis vormen, bij de Waarschuwing. - Pastor Enoc
DE BOTSING VAN TWEE ASTEROIDEN ZAL MIJN
GLORIEUZE KRUIS VORMEN.
3
AUGUSTUS 2012 8.10u
OPROEP VAN JEZUS IN HET ALLERHEILIGST SACRAMENT AAN DE
MENSHEID
De botsing van twee asteroïden zal Mijn glorieuze kruis
vormen. De botsing zal de aarde doen schudden en de aardas verplaatsen,
waardoor de tijd meer en meer wordt ingekort. De Heilige en Goddelijke
Wil van Mijn Vader staat niet toe dat deze twee asteroïden met de aarde
in botsing komen. Want als dat zou gebeuren, zou dat catastrofale gevolgen
hebben voor de schepping en de schepsels hebben. Mijn Vader zal de botsing in
de ruimte toestaan om de mensen Zijn Goedheid en Zijn Medelijden met de
mensheid te tonen. Als gevolg van de botsing van de asteroïden zal de mensheid
Mijn Glorieuze Kruis zien, dat gedurende zeven dagen en nachten aan de hemel te
zien zal zijn en dat de nadering van de Waarschuwing aankondigt.
Mijn kinderen, bereid jullie voor op deze gebeurtenis en
wees niet bang. Mijn Glorierijke Kruis zal voor velen genezing en redding zijn;
maar anderen zullen het afwijzen. En velen zullen zeggen dat het om een
kosmisch verschijnsel gaat, zoals de uitlijning van de planeten. Maar jullie,
Mijn volk, weten dat het een oproep van de Hemel is, om op het wekken van het
bewustzijn te zijn voorbereid.
Mijn kinderen, alle gebeurtenissen zijn door het kwaad en
de zonden van dit goddeloze geslacht versneld. Daarom zal Mijn Vader volgens
Zijn Heilige Wil jullie deze tekenen sturen, om je te verzoenen met God, en zo
spoedig mogelijk terug keren naar de weg van jullie redding. De Heilige
Drie-eenheid wil niet steeds zoveel zielen verliezen door gebrek aan kennis.
Wees Mijn Vader dankbaar, want Zijn Liefde is zo groot en Zijn Genade zo
oneindig, dat Hij jullie, ondanks dat Hij weet dat jullie een stijfkoppig ras
zijn, de gelegenheid wil geven om op de weg naar Hem terug te keren, die jullie
naar het eeuwige leven zal leiden.
Nogmaals zeg Ik jullie, Mijn kinderen, bereid je voor, want
je ogen zullen gebeurtenissen zien, die niet eerder door een oog zijn gezien.
Jullie zijn gezegend, dat jullie, ondanks jullie slechtheid en zonde, Mijn
Vader jullie uitverkozen heeft, en dat morgen velen van jullie Zijn erfdeel,
Zijn uitverkoren volk, zal worden. Bid, Mijn Kinderen, Mijn
Barmhartigheidsrozenkrans. Vergeet Mijn Uur niet want Ik verleen veel volle
aflaten in deze tijd van diepe duisternis.
Mijn vrede zij met jullie en moge Mijn zegen jullie
beschermen.
Jullie Vader, Jezus in het Allerheiligst Sacrament, de Vriend die jullie nooit
in de steek laat.
Maak Mijn boodschappen in alle hoeken van de wereld bekend.
Leer van de Antichrist : Hoofdstuk 12 : Tekenen in de media : deel 2
Leer
van de Antichrist
Hoofdstuk
12 : Tekenen in de media : deel 2
50 Cent getuigt dat zijn levensstijl een
illusie is: Ik doe de juwelen en autos terug naar de winkels
Na de zaak van zijn faillissement van vorige week,
verscheen 50 Cent, wiens werkelijke naam Curtis Jackson is, in het
Hooggerechtshof van Manhattan op dinsdagmorgen om te getuigen dat hij niet zo
rijk is als zijn flashy levensstijl eruit ziet.
Terwijl Forbes schatte dat het fortuin van de rapper
ongeveer 155 miljoen dollar bedroeg in mei, zei Jacksons advocaat in de rechtszaal
dat zijn cliënt 4,4 miljoen dollar waard is, wat een probleem vormt nadat hij
een schadevergoeding van 5 miljoen dollar moet betalen voor een sex tape uit te
brengen waarin de ex van zijn rivaal Rick Ross is te zien.
Jackson legde uit in de
rechtszaak dat hij de juwelen en de autos zal terugbrengen naar de winkels.
Wanneer de rechter vroeg wat er gebeurd was met zijn 38
miljoen platenverkoop, zei Jackson dat hij 10 cent er plaat verdiende.
Jackson zei ook dat hij 100,000 dollar verdiende aan de
twee films die hij recent in speelde, in "Spy" en
"Southpaw." Voor zijn rol in de Starz's hit series "Power,"
die hij ook mee-geproduced heeft, zei Jackson dat hij maar 150,000 dollar
verdiende aan elk van zijn eerste twee seizoenen.
Ondanks zijn faillissement, gaf Jackson toe dat hij onlangs
geld verbraste in een stripclub in Florida en een Rolls Royce kocht, maar hij
voegde eraan toe dat hij twee wagens had terug gebracht om de auto te kunnen
kopen.
Gedurende zijn getuigenis, zei Jackson dat hij bezorgd was
dat zijn ego glans was verloren sinds het faillissement vorige week, en hij
zei: Nu ik bankroet ben, ben ik niet meer zo cool als vorige week.
Jackson excuseerde zich aan Lastonia Leviston, die 5
miljoen dollar werd toegekend nadat hij een sex tape in het openbaar had
verspreid waar zij op stond zonder haar toestemming: Het spijt mij als ik je
pijn gedaan heb.
Sinds zijn faillissement van vorige week, heeft 50 Cent het
herhaaldelijk gehad om te proberen Leviston te betalen.
"Ik heb bescherming nodig," legde 50 Cent uit
toen hij verscheen op de Conan show. Je wordt een doelwit wanneer je succesvol
bent, en het openbaar is. Je
wordt de ideale persoon voor rechtszaken.
Lord
RayEl minacht mensen die de thug life levensstijl leiden Het maakt je
onmiddellijk onwaardig in zijn ogen.
Al
de kinderen op de straten willen drugs verkopen om zoals hun held te zijn
een leugenaar. Hun levens worden vernietigd. Een moordenaar neemt 1 leven,
maar mensen zoals 50 Cent en zijn volgelingen hebben vele levens beëindigd.
* Skynet is actief (14 juli 2015)
Skynet is een fictief artificieel intelligentie systeem waar de Terminator films rond
draaien. Skynet kreeg een zelfbewustzijn nadat het
in miljoenen computernetwerken was binnengedrongen over de hele wereld. Het systeem
realiseerde zijn grote vermogen en de makers ervan probeerden het te
deactiveren. In de drang voor zelfbehoud, besliste Skynet dat de hele mensheid
zou proberen om het te vernietigen en de wereld te redden. Zijn operaties
worden bijna exclusief uitgevoerd door servers, communicatietoestellen, drones,
militaire satellieten, oorlogsmachines, andoids en cyborgs (gewoonlijk een terminator),
en andere computer systemen. De manifestatie van Skynet is dat van een globale
intelligentie hiërarchie (totale overname) die zoekt om het menselijk ras uit
te roeien om zijn originele codering te vervullen.
Jade Helm 15 : Er was in de VS
een periode van 15 juli tot 15 september een grote militaire oefening die de Jade Helm 15werd genoemd. Het vond plaats in verschillende VS staten. De aankondiging van deze trainingsoefeningen veroorzaakten onrust en
speculatieve interpretaties die als politieke paranoia werden afgedaan. Het
waren oefeningen waarbij een buitenlandse militaire macht, China in dit geval, een deel van de VS had overgenomen. Velen
zagen hierin een tijd waarin de staat van beleg zou afgekondigd worden en waar
elementen die als staatsgevaarlijk worden aanzien, zouden opgepakt worden en in
FEMA kampen opgesloten worden.
I don't want to spend
the rest of my life
Looking at the barrel of an Armalite
I don't want to spend the rest of my days
Keeping out of trouble like the soldiers say
I don't want to spend
my time in hell
Looking at the walls of a prison cell
I don't ever want to play the part
Of a statistic on a government chart
There has to be an
invisible sun
It gives its heat to everyone
There has to be an invisible sun
That gives us hope when the whole day's done
It's dark all day and
it glows all night
Factory smoke and acetylene light
I face the day with me head caved in
Looking like something that the cat brought in
There has to be an
invisible sun
It gives its heat to everyone
There has to be an invisible sun
That gives us hope when the whole day's done
And they're only going
to change this place
By killing everybody in the human race
They would kill me for a cigarette
But I don't even wanna die just yet
There has to be an
invisible sun
It gives its heat to everyone
There has to be an invisible sun
That gives us hope when the whole day's done
Oh oh oh oh oh oh
Sting zei over het schrijven van "Invisible Sun":
"Ik schreef het lied in Ierland waar ik toen leefde. Het
was gedurende de hongerstakingen in Belfast (1981). Ik wilde daarover schrijven,
maar ik wilde wat licht tonen aan het eind van de tunnel. Ik denk dat er een
onzichtbare zon is. Je kunt het niet altijd zien, maar er is iets wat licht
straalt in onze levens.
In het liedje staat Sting stil bij hoe mensen leven in door
oorlog en armoede verscheurde landen die de wil vinden om verder te leven, en
ondanks de donkere muziek en morbide verklaringen, heeft het lied toch een
optimistische boodschap.
* Versterk je het licht van Onze Heer, of ben
je een bron van duisternis?
Heeft deze duisternis een naam? Is het jouw naam?
De straten zijn grote goten en de goten zijn vol bloed en
wanneer de buizen uiteindelijk overlopen, zal al het ongedierte verdrinken. De
opgestapelde viezigheid van al hun seks en moorden zal tot boven hun middel
komen en al de hoeren en politiekers zullen naar boven kijken en roepen RED
ONS! en ik zal naar beneden kijken en fluisteren Nee. Alan Moore
De Batman
Connection 18 augustus 2015
Als je de lijst van false flag gebeurtenissen in Amerika
gevolgd heb, dan weet je dat ze allen verbonden zijn met Batman als aanzet
signaal Als dit (zoals verwacht) het laatste signaal is, kun je je de volgende
gebeurtenis inbeelden.
'Batman' gedood in een accident langs de weg in
Maryland
De Route 29 Batman die de sensatie werd van Internet door
een dash cam video van een ontmoeting met de politie (hij moest zijn echte
nummerplaat tonen), stierf zondag na aangereden te zijn door een auto.
Lenny B. Robinson, de 51-jarige Marylander die gekleed was
als Batman en dikwijls zieken kinderen ging bezoeken in de ziekenhuizen, stief nadat
een auto op zijn Batmobiel (een zwarte jaren 60 batmobiel) had gereden.
Hij was op weg naar huis van een autoshow in West Virginia
toen zijn Batmobiel motorpech had. Toen Robinson de motor nakeek, werd zijn
auto getroffen door een Toyota Camry, er kwam een stuk ijzer in de man terecht
en hij was op slag dood.
Kort voor zijn dood, was Robinson nog gestopt bij een
benzinestation waar hij een gezin tegenkwam en de kinderen nog souveniers van
Batman gaf.
Als je Batman False Flag ingeeft op google zie je hoeveel
er gebeurd zijn.
Capital Cities
Safe and sound 13 september
2015
I could lift you up
I could show you what you want to see
And take you where you want to be
You could be my luck
Even if the sky is falling down
I know that we'll be safe and sound
We're safe and sound
I could fill your cup
You know my river won't evaporate
This world we still appreciate
You could be my luck
Even in a hurricane of frowns
I know that we'll be safe and sound (safe and sound)
We're safe and sound (safe and sound)
We're safe and sound (Hold your ground)
We're safe and sound (safe and sound)
I could show you love
In a tidal wave of mystery
You'll still be standing next to me
You could be my luck
Even if we're six feet underground
I know that we'll be safe and sound
We're safe and sound
I could lift you up
I could show you what you want to see
And take you where you want to be
You could be my luck
Even if the sky is falling down
I know that we'll be safe and sound
I could lift you up
I could show you what you want to see
And take you where you want to be
You could be my luck
Even if the sky is falling down
I know that we'll be safe and sound
We're safe and sound
We're safe and sound
We're safe and sound
We're safe and sound
(safe and sound)
We're safe and sound (safe and sound)
We're safe and sound (Hold your ground)
We're safe and sound (safe and sound) We're safe and sound
Het maakt niet uit wat er gebeurt, degene die het vertelt
heeft een persoon die zijn rots is, degene die hem veilig en wel houdt. Zolang
je vergezeld wordt door iemand die je kent en lief hebt, dan voel je je beschermd.
We hebben allen een persoon waarop we kunnen rekenen ongeacht wat er gebeurt. Iemand
vervult die rol. Leven of dood, als je de goede persoon rond je hebt, ben je
gered.
Weet paypal iets meer? 10 september
2015
Weet paypal een bepaalde plaats waar iets zal gebeuren en dat
die plaats zal vernietigd worden?
Samenvatting
van de gevolgen van een asteroïde niet enkel op Puerto Rico, maar ook op de VS,
Mexico en Zuid-Amerika. Profeet Efrain Rodriguez.
Samenvatting van de boodschap van YHWH door de profeet
Efrain Rodriguez : We hebben een taak om dit aan te kondigen en de H. Geest te
vragen om deze boodschap te bevestigen. Wees voorbereid, alle regeringen van de
Aarde! Zorg voor veel water en niet-bederflijke eetwaren. God zei: Wees klaar
om de Heilige van Israel te ontvangen maar onder een kastijding. Er zal een oordeel vallen (wanneer is de vraag). YHWH
zal de aarde raken met Zijn voeten om 2 uur s morgens. Het Woord van God zegt
in Openbaring 3:10 Omdat gij mijn woord
standvastig hebt bewaard, zal Ik u bewaren in het uur der beproeving, dat over
heel de wereld zal komen, om de bewoners der aarde op de proef te stellen. We
zullen een grote kastijding meemaken en daarna zal een nieuwe kerk geboren
worden die de Heer zal weghalen naar de Hemel in de Opname. Deze gebeurtenissen
zullen de Kerk van Christus op aarde wakker schudden. Dit oordeel, zelfs als
anderen afwijken, moet de Kerk meemaken, zowel hier in Puerto Rico, als in de
rest van de wereld. De Kerk vandaag heeft alle principes opzij geschoven
waarvoor Christus stierf op het Kruis, principes dat ons zouden toelaten Hem en
de Vader te zien.
Het komt allemaal
neer op Heiligheid, zonder heiligheid zal niemand de Heer zien." Mensen
zeggen: Vandaag kan de Opname zijn van de kerk. Op dit moment, als de Heer
kwam om Zijn kerk, zou Hij zeer, zeer weinig echte Christelijke kandidaten
vinden om met Hem naar de Hemel te gaan. (daarom komt de Waarschuwing met de verlichting van het
geweten EERST, om de mensen op de hele planeet wakker te schudden) De
Opname zal NA de gebeurtenissen komen die nabij zijn. Het zou dagen, maanden,
jaren daarna komen. Enkel God de Vader kent de dag en het uur. Na deze
gebeurtenissen van het oordeel, zal er overal in de wereld de Grote Zielenoogst
zijn, waarvan de Heilige Geest reeds vele jaren heeft gesproken (als de
Waarschuwing is gekomen). Als de God van de Hemel dit niet zou doen,
zouden er velen verloren gaan, zelfs de rechtvaardigen. Mensen zeggen ook dat
deze gebeurtenissen deel zullen uitmaken van de Grote Kastijding. Nee. (de
Waarschuwing is de laatste gebeurtenis van de Barmhartigheid van God, daarna is
het zijn Gerechtigheid dat Hij laat zien) Deze gebeurtenissen maken
deel uit van het Begin van Smarten waarvan de Bijbel spreekt, het is de
gebrokenheid die nodig is voordat de vernieuwde Kerk van Christus kan verrijzen
in de hele wereld. (er is eerst het schisma in de Kerk en de verduistering
van de Kerk)
De Grote Kastijding zal na deze gebeurtenissen komen en na
de Opname van de Kerk van Christus. De congregaties zie heiligheid zoeken en
het ware Woord van God zullen het minst worden bijgewoond, maar mensen gaan
naar waar het welvaartevangelie en een leeg evangelie worden verkondigd. Dit is
onaangenaam voor God. De kanalen op tv zenden alle soorten dwalingen uit en
geestelijke prostitutie wordt hier getoond. Dit station zond een dansende pastor
uit, met bijna naakte dansers. Op tv, wordt de boodschap van de Heer praktisch
weggeveegd. Pastors zoals Antonio Bolainez en David Diamond vechten nog altijd
voor Jezus zaak. Onder de vele afvalligen zijn er Benny Hinn en Billy Graham. Vele
evangelisten, pastors en apostelen zullen gedood worden door leden van hun
kerken die geen ware gelovigen zijn en de gerechtigheid in hun eigen handen
zullen nemen, omdat ze werden bedrogen door het evangelie van welvaart, en
zullen geconfronteerd worden met een enorme armoede en schaarste. Wanneer ze de
gebeurtenis zullen zien, zullen ze beseffen dat ze gefaald hebben voor de Heer,
en hoewel ze berouw zullen tonen, zullen ze niet binnen treden bij God omdat ze
het offer van Jezus hebben geminacht.
De meeste kerken die de proef niet doorstaan zijn opzij
geschoven, YHWH wil hen niet. Ze werden uitgespuwd door de Heers mond. Onze
Heer Jezus komt met Zijn boek die nacht, om voor YHWH talloze zielen op te
eisen, die hun aardse leven zullen verliezen gedurende deze gebeurtenis. Hij
zal hen naar de Hemel meenemen. Anderen zullen sterven omdat ze niet met
Christus meegaan, waaronder vele pastors. Het homohuwelijk bedekt de hele aarde. De Kerk blijft
stil. Pastors zwijgen. Daarom gaan ze akkoord met de veranderingen. Ze
helpen de homoseksuelen niet hiermee. Ze zijn menselijk en we zouden medelijden
moeten tonen met hen, omdat ze het gebod dat God ons heeft gegeven verdraaid
hebben. Met hun gedrag, zouden alle generaties ophouden te bestaan omdat er
geen voortplanting meer zou zijn. In China leven er kannibalen die babys
opeten. In Zuid-Amerika wordt menselijk vlees verkocht. In Oklahoma staat er
een satanisch beeld dat kinderen uitbeeldt die bidden zij aan zij met het
Monster van de Hel en zij lobbyen om het daar te mogen plaatsen. (het bewust
beeld van Baphomet staat ondertussen in Detroit omdat Oklahoma geen toelating
heeft gegeven om het bij hen te plaatsten) Ze hebben wetten gestemd
die het vermoorden van onschuldige ongeboren kinderen toelaten. Priesters
offeren pasgeboren babies, mannen, vrouwen en dieren in Satanische
offerrituelen.
De Kerk van welvaart past zich aan, aan moderne gebruiken.
Overspel, ontucht en alle soorten van zonde in de kerken. Puerto Rico zal het
epicentrum zijn van de toorn van YHWH. Het eiland is aangetast door zonde,
parades van overspeligen in de kerken, pastors die enkel geld en giften willen.
Ze willen niet langer de aanwezigheid van de H. Geest in de Kerken hebben. Ze
zeggen dat ze dit niet aan de mensen kunnen vertellen omdat ze paniek willen
voorkomen, en ze komen af met het excuus dat God liefde is en dat Hij dat niet
kan doen. Ze lijken te vergeten dat het het Verterend Vuur was dat de
generatie va Noah, Sodom en Gomorrah heeft uitgeroeid en dat Jonas aan Nineve
aankondigde dat het zou uitgeroeid worden als ze zich niet zouden bekeren. Van
dit eiland van Puerto Rico, heeft het Evangelie zich verspreid tot bijna alle
naties. Het heeft zich te verantwoorden bij de Heilige van Israël. Er zal een
volle maan zijn wanneer het oordeel valt over Puerto Rico. God toonde mij een
grote rots, een asteroϊde,
die het luchtruim van de stad Arecibo binnendringt in Puerto Rico en in de
oceaan terecht komt. Dit zal om 2 uur s morgens zijn.
Deze rots zal in zee vallen tussen het eiland van Mona en
Mayaguez. Het zal een breuklijn treffen waar actieve aardbevingen zijn in die
streek van de Caraϊben. Het
zal een sterke aardbeving veroorzaken dat nog nooit gezien werd. 12 graden betekent de Aanwezigheid van God op de
aarde.
Het impact zal een enorme golf veroorzaken, van meer dan
300 m, dat onmiddelijk het eiland zullen treffen. Het zal plaatsen op aarde
bereiken die dit nooit voor mogelijk hadden gehouden. Het water zal de Las
Marias en Maricao treffen waar Satanische priesters constant pasgeboren kinderen
over het hele jaar offeren in Puerto Rico. Voor velen zal er geen tijd zijn om
te ontsnappen aan het impact. Bereid
jullie thuis voor met de Heer. Vraag de H. Geest wat Zijn plannen zijn
voor jou op die nacht. Sommigen zullen gevraagd worden te verhuizen, anderen om
te blijven. Velen zullen er vertrekken met de Heer Jezus, die nacht. Sommigen
zullen nog 1 minuut hebben om de Heer om vergeving te vragen omdat ze Zijn
waarschuwing niet hebben geloofd. Het impact van de asteroïde zal identiek zijn
aan een nucleaire explosie. De hoofdzaak van deze boodschap is Gods oordeel
voor Zijn pastors en de afvallige kerk op het eiland van Puerto Rico. Het zal
daar starten en zich dan verspreiden naar de Caraïben, de VS, Centraal en Zuid
Amerika, Canada en Europa. De grote golf zal grotendeels de Caraïbische
eilanden treffen: Santo Domingo, Haiti, Jamaica, Cuba en alle eilanden. Er
zullen die nacht miljoenen doden zijn. De golf zal aankomen in Miami om 5 uur s
morgens en het zal zijn weg verder zetten en de hele oostkust van de VS
wegvegen en naar de Golf van Mexico en Zuid-Amerika.
Aan de Kerk van de Heer in Puerto Rico zeg ik, van de Heer,
dat we niet zullen weglopen tot, en als de H. Geest van de Heer ons zegt om
onze huizen te verlaten. De meeste pastors in Puerto Rico zullen de
lotsbestemming van Korach in de Bijbel te lijden krijgen.
Numeri 16 : Korach zoon van Jishar, de zoon van Kehat, de zoon van Levi,
Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, zoon van Pelet, de zoon van Ruben, kwamen
tegen Mozes in opstand, samen met 250 Israëlieten, leiders van de gemeenschap,
leden van de vergadering en mannen van aanzien. Zij kwamen met zijn allen
op Mozes en Aäron af en zeiden: `U matigt u teveel aan! Alle leden van de gemeenschap
zijn heilig en in hun midden is Jahwe. Waarom verheft u zich dan boven de
gemeente van Jahwe?' Toen Mozes dit hoorde, wierp hij zich ter
aarde. Hij sprak tot Korach en heel zijn aanhang: `Morgen zal Jahwe bekend
maken wie de man van zijn keuze is; de heilige, degene die Hij uitkiest, zal
Hij tot zich laten naderen. Korach en aanhangers, hoort wat gij morgen
moet doen. Gij moet komen met vuurpannen, er vuur in doen en daar wierook
op leggen voor Jahwe. Degene die Jahwe dan uitkiest, is heilig. Zonen van Levi,
gij matigt u teveel aan.' Mozes zei tot Korach: `Luister, zonen van
Levi. Is het u niet genoeg, dat de God van Israël u van de gemeenschap
heeft afgezonderd en u tot zich heeft laten naderen om dienst te doen in de
woning van Jahwe en de gemeenschap ten dienste te staan? Hij heeft u met
al uw medelevieten tot zich toegelaten en nu eist u ook het
priesterschap?
U spant met uw aanhangers samen tegen Jahwe. Wat betekent Aäron dat
u tegen hem zoudt morren?' Mozes liet Datan en Abiram, de zonen van Eliab,
roepen. Maar zij antwoordden: `Wij komen niet! Het is al erg genoeg dat u
ons uit een land van melk en honing hebt gehaald om ons te laten sterven in de
woestijn! Wilt u zich nu ook nog als heerser over ons opwerpen! U hebt ons
werkelijk niet in een land van melk en honing gebracht en hebt ons ook geen
akkers en wijngaarden in eigendom gegeven! Denkt u, dat u ons nog iets kunt
wijsmaken? Wij komen niet!' Mozes werd daar zeer verontwaardigd om en zei
tot Jahwe: `Sla geen acht op hun meeloffer. Ik heb hun geen ezel ontnomen en
niemand van hen onrecht gedaan.' Mozes zei tot Korach: `U moet morgen met heel
uw aanhang voor Jahwe verschijnen, samen met Aäron. Ieder moet komen met
een vuurpan, daar wierook op doen en die voor Jahwe plaatsen, 250 in totaal.
Dat geldt ook voor uzelf en voor Aäron.' Allen brachten een vuurpan mee.
Zij deden er vuur in, legden daar wierook op en gingen met Mozes en Aäron bij
de ingang van de tent van de samenkomst staan. Toen Korach heel de gemeenschap
bij de tent van de samenkomst tegen hen bijeengebracht had, verscheen hun de
heerlijkheid van Jahwe. Jahwe sprak tot Mozes en Aäron: `Ga van deze
gemeenschap weg, dan zal Ik hen in een oogwenk vernietigen.'
Toen wierpen zij zich ter aarde en zeiden: `O God, gij die aan alle
mensen het leven schenkt, laat gij, als een man zondigt, uw toorn op heel de
gemeenschap neerkomen?' Jahwe sprak tot Mozes: Zeg aan de
gemeenschap: Ga weg van de woning van Korach, Datan en Abiram.' Gevolgd
door de oudsten van Israël begaf Mozes zich naar Datan en Abiram. Hij
richtte zich tot de gemeenschap en zei: `Ga toch weg bij de tenten van die
goddeloze mannen en raak niets aan wat hun toebehoort; anders worden hun zonden
u noodlottig.' Datan en Abiram waren naar buiten gekomen en met hun
vrouwen, zonen en kleine kinderen bij de ingang van hun tenten gaan staan. Toen
zei Mozes: `Nu zult u weten, dat Jahwe mij gezonden heeft om dit alles te doen
en dat het niet van mij afkomstig is. Wanneer die mannen de dood van alle
mensen sterven en hen het lot van alle mensen treft, dan heeft Jahwe mij niet
gezonden, maar doet Jahwe iets volkomen ongehoords, spert de grond zijn
muil open en verslindt hij hen met alles wat hun toebehoort, zodat zij levend
in het dodenrijk neerdalen, dan weet u, dat zij Jahwe gehoond hebben.' Nauwelijks
was hij uitgesproken of de grond onder hen scheurde vaneen, de aarde
opende zich en verslond hen en hun gezinnen, alle mensen die bij Korach hoorden
en heel hun bezit. Zij daalden met al de hunnen levend in het dodenrijk
neer. De aarde sloot zich boven hen en zij waren uit de gemeente verdwenen. Toen
de Israëlieten die eromheen stonden hun kreten hoorden, vluchtten zij allen
weg, want zij dachten: `Anders verslindt de aarde ook ons nog!' Toen kwam
er van Jahwe een vuur en verteerde de 250 man die wierook offerden.
Terwijl de grote aardbeving zijn piek bereikt, zal de aarde
zich openen en hen verslinden waar ze zich bevinden, en ze zullen levend in de
Hel worden opgenomen. Deze pastors zijn verantwoordelijk voor dit oordeel. Hun
vervanging is klaar. Er zal een nieuwe rest van pastors zijn. Omdat men gefaald
heeft om Jezus en Zijn Offer op het Kruis te verdedigen, zal God hetzelfde doen
met hen zoals Hij met voorgaande generaties deed. Het zegenen van onze huizen
en eigendom garandeert niet dat het oordeel onze materiële bezittingen niet zal
treffen. Zorg dat je geen afgoeden, afbeeldingen of onheilige spullen thuis
staan hebt. De Heer zorgt voor mensen, voor zielen. Velen zullen hun eigendom
eerder willen beveiligen dan hun eigen leven. De Heer zal eerst degenen redden
die Hem liefhebben. Dan onze bezittingen. Door geconfronteerd te worden met het
mogelijke verlies van materiële bezittingen over het hele eiland, zullen zijn
bewoners verdrietig zijn om wat geprofeteerd wordt. Maar de Heer zegt hen dat
Hij wil mensen redden, zielen, gebaseerd op de geestelijke toestand van hun
leven: een leven van zonde of een leven van heiligheid voor Hem. Heiligheid is
de enkel garantie voor de Heer om ons te bevrijden van dit oordeel en de
bezittingen te beveiligen dat Hij ons heeft gegeven.
Christenen van Puerto Rico, onthoud dat de Heer wil dat
allen die zijn afgeweken, zo spoedig mogelijk terugkeren naar Hem voor deze
beproeving komt. Het is dringend! Ren
naar Zijn voeten! Twijfel niet, Ren, omdat jullie geen excuus zullen hebben
voor de Heer. Het is een oproep met tranen van de Allerhoogste God, omdat een
massa van afgevallen mensen zullen sterven op die verschrikkelijke nacht. Ook
een massa van degenen in de kerken zullen sterven, en degenen die in dezelfde
toestand leven rond de kerken. Waarom zijn de pastors en kerken niet aan het
proberen om hen terug te brengen naar de Heer? Dit alles is omdat er een
opstand is tegen de standaard van Heiligheid van onze Heer. Mexico zal zijn deel
hebben in deze beproeving. Het zal getroffen worden op 5:30 uur in de morgen
samen met Texas. Alles is goedgekeurd in Mexico. De meeste mensen zijn niet
Christelijk, maar vele Christenen zullen van daar komen na deze gebeurtenis.
Mexico knieldt voor beelden, drugs, tovenaars en alle soorten zonden. De Heer
zal deze natie breken. Er zullen daar meer dan 2 miljoen doden zijn. In Latijns
Amerika zullen ongeveer 30 miljoen doden vallen. Alle naties zijn gewaarschuwd
en er zijn gesprekken achter de schermen om de presidenten en de gouverneurs
naar veilige plaatsen te brengen.
· De rozenkrans :
maandag en zaterdag: blijde mysteries, dinsdag en vrijdag: droevige mysteries,
woensdag en zondag: glorievolle mysteries, donderdag: mysteries van het licht
· 33 x Maria, machtige
Meesteres van alle zielen, bekom ons totale vergeving, reiniging en
wedergeboorte
· 3 x Wees gegroet
(voor de bespoediging van het Rijk Gods op aarde) met eraan toegevoegd: Laat
het Rijk Gods nu op aarde komen.
· s morgens : 3 x Wees
gegroet (met een intentie voor die dag : zie tabel)
Maandag: Maria nodigt er bovendien
toe uit, Haar erom te vragen, dat alle zielen in het vagevuur onder Haar
leiding een uur van hun lijden van die dag zouden opofferen voor de
bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde.
Dinsdag: Met de smeekbede om het Licht en de bescherming van de engelen op
de eigen levensweg.
Woensdag: Met de smeekbede om ondersteuning vanwege de H. Jozef in de
alledaagse dingen, bij de totale toewijding aan Maria, en bij het sterven aan
het wereldse 'ik'.
· s morgens : Ochtendtoewijding
aan Maria
Lieve Moeder Maria,
Zoals de zon de dageraad begroet, zo begroeten Uw ogen deze ochtend mijn hart,
dat opspringt van vreugde om de nieuwe dag die het met U mag delen.
Allerheiligste Moeder, ik geef mij vandaag aan U als Uw bezit en eigendom,
opdat U mij zou vormen in de deugden en de heiligheid.
Wees mijn trouwe Gids op mijn reis naar Gods Licht.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw Hart, dat de meest verheven vreugden en de
diepste smarten heeft gevoeld, opdat Gods Wet van Liefde al mijn handelingen
moge richten.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw Moederschoot, die Jezus heeft gedragen, opdat ik
vandaag in U waarlijk een kind van God moge zijn.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw handen, die de kleine Jezus in de Tempel aan God
hebben opgedragen, opdat ook ik door Uw zuivere handen aan God moge worden
gegeven.
Ik geef U vandaag mijn lichaam, opdat het in U de Wonden van Jezus moge voelen
en mijn lijden geheiligd moge worden. Wil het aan God opdragen tot Verlossing
van zielen die niet willen lijden.
Ik geef U vandaag mijn hart, opdat het in U moge opbranden in de vlammenzee van
Gods Liefde. Aanvaard al mijn Liefde, al mijn gevoelens, als bloemen van bekering
voor mensen die hun hart voor God en hun naaste hebben gesloten.
Ik geef U vandaag mijn geest, opdat hij in U moge opgaan in de beschouwing van
Gods Heerlijkheid. Moge hij slechts het goede zoeken in alle mensen en dingen
om mij heen, opdat ik voor mijn medemens een spiegel van Uw zuiverheid moge
zijn.
Ik geef U vandaag mijn ziel, opdat zij in U gezuiverd en van deugden vervuld
moge worden. Moge Uw bemiddeling mij vrijspreken van de straffen voor elke
dwaling waaraan ik mij vandaag in mijn onwetendheid overgeef. Mogen door Uw
tussenkomst al mijn goede bedoelingen worden bekleed met Gods zegen, opdat zij
dwalende zielen naar het Eeuwig Licht zouden leiden.
O Onbevlekte Moeder Maria, ik ben zo klein en zondig. In U vind ik volmaakte
Liefde, Hemelse Vrede, moederlijke troost en kracht voor mijn dagelijkse
strijd. Uw Voorspraak opent mij de weg naar het Eeuwig Leven. Hoe zou ik U
vandaag minder kunnen geven dan mijzelf en alles wat ik heb en doe.
· Gebed tot de H. Geest
om leiding (of een ander gebed naar keuze)
Beminde Heilige Geest,
Bries van Eeuwig Leven die Jezus, het Licht der Wereld, tot bloei bracht in
Maria's Schoot.
Onrust dooft alle licht in mijn hart, duisternis maakt mijn schreden onzeker.
Kom toch, Licht van Heiligheid, ontsteek in mij de Goddelijke Vonk die mijn
hele omgeving laat ontvlammen.
Zalf mijn gemoed met de zekerheid en het geloof van de ziel die zich in Gods
handen weet, opdat geen twijfel mij zou vergiftigen.
Beziel al mijn daden en woorden met de moed van Gods erfgenaam, die weet dat
niets van deze wereld zijn ware wezen kan raken.
Leid mij in al mijn handelingen en beslissingen, opdat zij vruchten mogen zijn
van het zaad dat U in mij hebt gezaaid.
Schenk mij het vertrouwen en de standvastigheid van een kind van God, opdat
geen woord, geen handeling, geen blik van boosaardigen of onwetenden mij kan
doen wankelen.
Leg de woorden van de Eeuwige Wijsheid in mijn mond, opdat slechts adem van
Leven uit mij moge stromen.
Leer mij goed en kwaad te herkennen, opdat geen valstrik mij verborgen zou
blijven en mijn ogen op het Licht gevestigd mogen blijven.
Stort over mij het Goddelijk Licht, dat alle duistere invloeden ver van mij
verdrijft, opdat mijn hele wezen vrucht moge dragen.
Verteer mijn hart met Hemelse Liefde, opdat ik alles wat niet heilig is, met de
Vrede van Christus en de zachtheid van Maria tegemoet kan treden.
Maak al mijn dagen tot één gebed, een nooit ophoudende samenspraak met God,
opdat in mij slechts handelingen, gedachten en woorden van Licht en heiligheid
geboren kunnen worden.
O Heilige Geest, Gids en Stem der heiligen, ik geef U mijn geest, mijn hart,
mijn handen, mijn mond en heel mijn wezen. Wees bij en in mij, nu, straks en
altijd, tot en met mijn laatste ademtocht op deze wereld.
· Toewijding aan de H.
Jozef
Beminde Heilige Jozef,
God heeft mij de oneindige verdiensten van de Werken van de Christus in de ziel
gelegd als een Erfenis van Eeuwig Heil.
O voedstervader van de God-Mens, Behoeder van het Licht der wereld, ik bereid U
vandaag een levenslange plaats in mijn hart en ziel, opdat U de Nalatenschap
van de Christus en het zaad van Zijn Goddelijke Liefde in mij moge beschermen
tegen alle invloeden van duisternis, kwaadwilligheid en liefdeloosheid.
God heeft U een buitengewone macht over alle duisternis verleend. Ik smeek U,
wees in mijn leven een onuitblusbaar Vuur van bescherming tegen elke invloed
waardoor de duisternis mij naar lichaam en ziel tracht te schaden en mijn
roeping in dienst van Gods Werken onwerkzaam tracht te maken, en tegen de
werken en gesteldheden van elke medemens die zich ertoe leent om in mijn leven
kanaal van duisternis te zijn.
U hebt jarenlang het leven van de Eeuwige Liefde op aarde gedeeld. Ik smeek U
om bescherming en begeleiding in al mijn dagelijkse aangelegenheden. Wil mijn
hart bevruchten met Uw grenzeloos vermogen om de Werken van de Christus in mijn
eigen leven en in mijn diepste gesteldheden hun volle uitwerking te vergunnen,
opdat ik in Uw navolging Hem de kans moge geven om Gods Werken van Verlossing
en heiliging in mij onbeperkt te voltooien. Ik vertrouw U tevens de bescherming
toe over al mijn stoffelijke bezittingen en over alles wat door God onder mijn
hoede is gesteld, opdat ik dit alles vrij moge kunnen gebruiken tot voltooiing
van mijn levenswerken.
U beschermde de allerheiligste roeping van de Messias op aarde door Hem te
onttrekken aan de boosaardigheid van Herodes, die de Christus naar het leven
stond. Wil ook mij in veiligheid brengen telkens de duisternis mij, mijn leven,
mijn roeping in dienst van Gods Werken en mijn geliefden tracht te schaden.
God heeft U jarenlang de zorg over de Moeder van de Messias toevertrouwd. Ik
smeek U om bescherming en begeleiding in mijn totale toewijding aan Maria.
U bent de patroonheilige van de stervenden. Ik smeek U om bescherming en
begeleiding van mijn hele wezen in mijn stervensuur. Wil in dat uur mijn ziel
zalven met Uw Tegenwoordigheid en haar beschermen tegen de ultieme pogingen van
de duisternis om haar van Gods welbehagen te verwijderen.
O heilige Jozef, wees mijn Gids en Begeleider op al mijn wegen, opdat ik moge
delen in Uw gesteldheden, die zoveel Heil over de Schepping hebben gebracht.
· s avonds:
Zelfofferande in de kerk van Marias
Hart:
O Maria, machtige Meesteres van alle
zielen en Medeverlosseres van de mensheid,
Laat al mijn lijden, kruisen en beproevingen, en alle liefde waarmee ik ze voor
U draag, overvloeien in de Kelk van Uw Hart, en wil ze in eenheid met het
Lichaam en Bloed van Jezus Christus opdragen aan God, tot vestiging van Zijn
Rijk op aarde.
Gebed tot Maria
om loutering:
Lieve Moeder Maria,
Wil mij ontledigen van mijzelf, en van elk spoor van de wereld.
Wil de kelk van mijn hart bekleden met het goud van Uw heiligheid, opdat ik de
kracht van God Zelf in mij moge kunnen ervaren en in stand moge kunnen houden.
Daartoe vraag ik U tevens om Uw bescherming.
(3 x Weesgegroet...) Smeekgebed om bescherming voor de nacht:
Lieve Moeder Maria,
Wil mij deze nacht beschermen tegen alle kwaad, tegen alle duisternis, tegen
alles wat onrustig maakt, alles wat Uw werken in mij kan verstoren,
verontreinigen of onwerkzaam tracht te maken.
Wil mij bekleden met een schild van vuur dat ondoordringbaar is voor elke
kracht die niet verenigbaar is met God.
Laat mijn ziel, hart, geest en lichaam delen in Uw vrede en Uw rust.
· Spreek de hele dag
door, zoveel mogelijk tot Maria, diep in Uw hart. De ziel deelt Maria al haar
indrukken mede (op straat, in de natuur, thuis, op het werk, enzovoort). Dit
werkt reinigend. De ziel heeft geleidelijk aan steeds minder nood aan wereldse
contacten en uitwisseling van wereldse gedachten. Dit 'vertellen' of
'toevertrouwen' is in wezen niets anders dan toewijding: De ziel wijdt
eigenlijk al haar indrukken, alles wat zij voelt en waarneemt, toe aan
Maria, op voorwaarde dat zij Haar daadwerkelijk alles toevertrouwt vanuit
een zuiver hart dat over niemand oordeelt, maar slechts verlangt dat alles en
iedereen onder de machtige bescherming van Maria wordt geplaatst. In de mate
waarin de ziel dit vaker en zuiverder doet, wijdt zij in wezen haar hele dag
toe aan Maria, en wordt haar hele dag tot één ononderbroken gebed.
· Oefent U zich erin,
elk ogenblik van de dag in alle details de deugden te beleven (geduld,
verdraagzaamheid, naastenliefde, zorgzaamheid, zuiverheid van hart en mond,
enzovoort). Een deugdzaam leven is op zich een constant gebed. Bewust deugdzaam
leven, is: het hart constant op God richten, en het openen voor de inspiraties
van de Heilige Geest.
· Bij alles wat U ziet
of hoort (een landschap, een bloem, vogelgezang, enzovoort) en wat U bijzonder
bevalt, zegt U vanuit de kern van Uw hart tot Maria:
'Alstublieft, mijn Hemelse Moeder en
Meesteres, schenk toch nu mijn hart vol dankbaarheid aan mijn God, Die dit voor
mij heeft geschapen en er door Zijn Voorzienigheid voor zorgt, dat ik dit op
dit moment mag zien (horen)'.
Maria's Onbevlekte Ontvangenis en Maria's Onbevlekt Hart
Marias Onbevlekte Ontvangenis en Marias
Onbevlekt Hart
"Zielen verwarren vaak de begrippen 'Onbevlekte
Ontvangenis' en 'Onbevlekt Hart':
Mijn Onbevlekte Ontvangenis was het voorrecht,
door God slechts één maal geschonken, waardoor Mijn ziel, in tegenstelling tot
alle andere geschapen mensenzielen, bij haar ontvangenis niet werd gemerkt met
het teken van de erfzonde. Hierdoor was Mijn ziel vrij van de smet die door de
erfzonde (de zonde van Adam en Eva door het volgen van de duivel) op elke mensenziel rust op het ogenblik waarop zij wordt ontvangen.
Het merkteken in elke ziel getuigt van de eerste maal dat de menselijke natuur
de voor haar bedoelde heiligheid verloochende door de Goddelijke Wet te
overtreden en daardoor niet Gods verlangen te volgen doch gevolg te geven aan
een inspiratie van de duisternis.
Door de erfzonde toonde de mensenziel voor het eerst aan
dat zij in staat is om, ondanks Gods onverholen tekenen van Liefde voor haar,
niet automatisch voor God te kiezen. Hierdoor werd als het ware een voor een
greppel getrokken in de bodem van de ziel, waardoor het door God aan de ziel
geschonken water van Goddelijk Leven voortaan gemakkelijk doorheen deze voor
zou worden afgeleid in plaats van de hele ziel te bevruchten. De ziel kan de
effecten van deze 'voor' tegengaan door met volharding en Liefde haar vrije wil
in alles in te zetten voor Gods Plannen en Werken, waardoor het Goddelijk Leven
waarlijk de ziel kan bevruchten.
Het ontbreken van dit merkteken, deze 'voor' in Mijn ziel,
betekent niet dat Ik immuun was voor bekoring. Ook Ik bleef meesteres over Mijn
eigen vrije Wil, en kon zondigen indien Ik dit had gewild. De Onbevlekte
Ontvangenis was daarom geen automatische vrijgeleide naar volmaakte heiligheid,
Ik moest dit voorrecht bekrachtigen door Mijn vrijwillige wijze van omgaan met
alle situaties van het dagelijks leven. Dit brengt Mij tot het tweede begrip:
Er is sprake van Mijn Onbevlekt Hart omdat Ik
Mijn gevoelsleven volkomen vrij van elke invloed vanwege de duisternis heb
bewaard. Je kunt het zo beschouwen, dat Mijn Onbevlekt Hart de bekrachtiging
vormde van Mijn Onbevlekte Ontvangenis. De Onbevlekte Ontvangenis is Mij door
God geschonken omdat Ik een vlekkeloos Tabernakel moest zijn, dat de God-Mens
in de wereld moest kunnen dragen. Indien Ik had willen zondigen, dit wil
zeggen: Indien Ik Gods Wet van de Ware Liefde had willen overtreden door enige
besmetting van Mijn diepste gesteldheden door toe te geven aan duistere gevoelens
zoals wrok, jaloersheid, onvrede over de loop van Mijn leven met zijn
tegenslagen, pijnen en zorgen, of enige andere negatieve neiging, dan had Ik
daardoor het gouden kleed van Mijn Onbevlekte Ontvangenis uit eigen vrije wil
gescheurd, en had Ik de unieke effecten van dit voorrecht Zelf teniet gedaan.
Ik zou daardoor ondanks Mijn Onbevlekte Ontvangenis ongeschikt zijn geworden om
de Moeder van de Goddelijke Messias te zijn. Moeder van de Zoon Gods kon Ik
slechts zijn door Mijn Hart, Mijn diepste gevoelsleven, volkomen vrij te houden
van elke smet.
Concreet gesproken, was Mijn Onbevlekte Ontvangenis de
eerste en absolute voorwaarde die moest worden vervuld opdat Ik de Moeder van
de Messias zou kunnen worden, doch het was God Zelf die deze voorwaarde vervulde.
Beslissend echter, was Mijn Onbevlekt Hart, want Mijn Hart bleef
zonder smet doordat Ikzelf totaal, onvoorwaardelijk en in alle mogelijke
omstandigheden van het leven een vlekkeloze eenheid tussen Mijn eigen vrije Wil
en de Wil van God in stand hield. Dit was de tweede voorwaarde, die Ikzelf door
eigen ononderbroken oriëntatie op het Hart van God en Zijn verlangens moest
vervullen, en heb vervuld.
De vervulling van deze beide voorwaarden was als de
bezegeling van een bruiloft tussen de Godheid en de menselijke natuur. Je zou
het zo kunnen beschouwen, dat God in Mijn Onbevlekte Ontvangenis het Aards
Paradijs, dat door de erfzonde teloor was gegaan, in Mijn ziel herschiep, doch
dat Ikzelf dit Paradijs in stand moest houden door Mijn innerlijke gesteldheden
volmaakt één te houden met de Goddelijke Wet. Deze eenheid wordt belichaamd
door Mijn Onbevlekt Hart.
Onbevlekte Ontvangenis + Onbevlekt Hart = Maria als
wedergeboren Aards Paradijs, Teken van het voltooid vermogen van de mensenziel
om de volmaakte heiligheid terug te winnen".
Leer van de Antichrist : Hoofdstuk 12 : Tekenen in de media : deel 1
Leer
van de Antichrist
Hoofdstuk
12 : Tekenen in de media
* Tijd voor een feit: DE DOOD ZAL VERMEERDEREN volgens de
Bijbel, de Koran, en zelfs Nostradamus. Doe daar de constante recente
waarschuwingen van meerdere regeringen bij over een Zombie Apocalyps (een
doemdenken dat een soort zombie-achtige wezens opkomen en de maatschappij
bedreigen), en jullie zouden je zorgen moeten maken Maar wat als de Illuminati
jullie reeds verteld hebben wanneer het gaat gebeuren? In 2007, kwam de
kaskraker I Am Legend uit en toonde een post-apocalyptisch Amerika die te
maken had met zombie-achtige hordes. Het toonde ook een filmposter van een film
die oorspronkelijk gepland was om uit te komen VOLGEND JAAR. Natuurlijk is het
feit dat elke recente Amerikaanse crisis een link had met Batman, zou geen
reden mogen zijn om te panikeren.
Degenen
die hun ziel verkopen aan de duivel die zijn zoals zombies.
* GAME OF THRONES Dit is onder de top 2
nieuwsverhalen Waarom?
Jullie zullen misschien gemerkt hebben dat Game of
Thrones episodes worden behandeld zoals actueel nieuws (net zoals de X-Men
Apocalyps openbaring), en jullie vragen je af waarom?
Het antwoord is eenvoudig, jullie worden psychologisch
voorbereid op de nabije toekomst, in dit geval is het een voorbereiding op het
leven in een feodaal systeem onder 1 koning, en verschillende ondergeschikte
koningen, koninginnen, gouverneurs en heren.
Slavernij
onder de Antichrist.
* The Lord of the
Rings
De Lord Of The Rings films waren een van de sterkste
hints voor het eindtijd-script.
Het broederschap van de Ring: Het geheime
vrijmetselarij/Illuminati broederschap die de wereld controleert, en het Nieuwe
Koninkrijk opricht.
De twee torens: De 11 sept tragedie die de laatste fases
van het script aankondigt.
De terugkeer van de Koning: Lord RayEls komst.
En nu De slag van de vijf legers: ARMAGEDDON!!!
* Ik zal jullie allen een klein geheim vertellen STAR
Trek, STAR Wars, BattleSTAR Galactica, STAR Gate, zijn allen gebaseerd op de
werkelijkheid.
Er is een reden dat deze allemaal werden gecreëerd met
Joden die de operatie leidden.
StarGate vertegenwoordigt jullie tegenwoordig niveau van
vooruitgang.
Star Trek is de nabije toekomst van de mensheid.
Star Wars is een vertegenwoordiging van het Annunaki Rijk,
en een vrije representatie van een zeer oude geschiedenis.
En Battlestar Galactica is een sci-fi verhaal van een
verloren stam van Israël.
Alle buitenaardse verhalen zijn vals en de
buitenaardse wezens zijn duivels uit de kern van de aarde.
* Led Zepplin Kashmir
Kashmir, is een ander esotherisch openbarend lied.
Oh, let the sun beat down upon my face
And stars fill my dream
I'm a traveler of both time and space
To be where I have been
To sit with elders of the gentle race
This world has seldom seen
They talk of days for which they sit and wait
All will be revealed
Talk in song from tongues of lilting grace
Sounds caress my ear
And not a word I heard could I relate
The story was quite clear
Oh, baby, I been blind
Oh, yeah, mama, there ain't no denyin'
Oh, ooh yes, I been blind
Mama, mama, ain't no denyin', no denyin'
All I see turns to brown
As the sun burns the ground
And my eyes fill with sand
As I scan this wasted land
Try to find, try to find the way I feel
Oh, pilot of the storm who leaves no trace
Like sorts inside a dream
Leave the path that led me to that place
Yellow desert stream
Like Shangri-la beneath the summer moon
I will return again
As the dust that floats finds you
We're moving through Kashmir
Oh, father of the four winds fill my sails
Cross the sea of years
With no provision but an open face
Along the straits of fear
Oh, when I want, when I'm on my way, yeah
And my feet wear my fickle way to stay
Ooh, yeah yeah, oh, yeah
yeah,
But I'm down oh, yeah yeah, oh, yeah
Yeah, but I'm down, so down
Ooh, my baby, oh, my baby
Let me take you there
Come on, oh let me take you there
Let me take you there
* 22 september/ 09-22, aangekondigd met waarschuwingen van
vernietigingen in Tomorrowland.
Film tomorrowland : De tiener Casey krijgt per ongeluk een
geheimzinnig speldje in handen waarmee ze in een andere dimensie kan
komen. Ze zoekt naar een antwoord hoe en waarom dit kan. Deze zoektocht leidt
naar het voormalig wonderkind en uitvinder Frank. Ze ontmoet hem in zijn
geheime schuilplaats, waar kort daarna Casey en Frank worden overvallen door
levensgevaarlijke achtervolgers die het op Frank gemunt hebben. Noodgedwongen
moeten ze vluchten naar een andere dimensie. Deze reis gaat via
een apparaat.
*De Grote Rode Draak // Hannibal
(14 juli 2015)
De trailer voor Hannibal was net uit, en het gaat over De
Grote Rode Draak (het oude symbool van Nemesis/Nibirus kruising).
Ze noemen de Rode Draak zelfs nemesis.
Nemesis (wikipedia) : De
naam Nemesis is in 1984 gegeven aan een hypothetische rode
dwerg of bruine dwerg die rond de zon zou cirkelen op een
afstand van 50.000-100.000 AE.
Het voorstel is afkomstig van Richard A.
Muller, en werd gedaan om een cyclus
in massal uitsterven van soorten op Aarde te verklaren.
Deze cyclus van circa 26 miljoen jaar was eerder gemeld door David Raup en Jack
Sepkoski. Volgens de Nemesis-hypothese
zou de zon een kleinere ster als begeleider hebben die elke 26 miljoen jaar in
de buurt van de Oortwolk zou komen en daar de baan van kometen zou
verstoren, waarvan een deel op Aarde terechtkomt en zo verantwoordelijk zou zijn
voor een uitstervingsgolf.
Er zijn nooit directe aanwijzingen voor een dergelijk object gevonden en
de cyclus van 26 miljoen jaar in het uitsterven van organismen op Aarde staat
ter discussie.
Bemerk dat op 22 seconden, ze Time magazine gebruiken als
een manier om jullie te vertellen dat het tijd is voor de Grote Rode Draak.
* Dark Swan /
Black Swan (4 juli 2015)
Black
Swan (film) : Nina is een veelbelovende balletdanseres uit New York. Haar
leven heeft van kinds af aan in het teken gestaan van het streven naar een
prominente rol in een grote balletopvoering. Ze is een schuchtere en verlegen
persoon, die naast haar ballet nauwelijks een noemenswaardig bestaan kent. Nina
woont nog altijd bij haar moeder, Erica, die zelf ooit een grote doorbraak als
balletdanseres heeft moeten laten schieten om haar gezin te kunnen onderhouden
en nu haar dochter richting datgene probeert te pushen wat zij nooit gehad
heeft.
Choreograaf Thomas bereidt Ninas
balletgezelschap voor op de productie van een aangepaste versie van het
beroemde Tsjaikovski-ballet Het Zwanenmeer. Hiervoor is hij op zoek
naar een balletdanseres die zowel de fragiele en gevoelige Witte Zwaan, als
haar tweelingzus, de duistere en sensuele Zwarte Zwaan, gestalte kan geven.
Nina heeft weinig moeite om de Witte Zwaan in zichzelf naar boven te halen en
geeft een indrukwekkende auditie. Als het echter beurt is aan de dans van de
Zwarte Zwaan, klapt ze dicht en weet ze Thomas en de jury niet te overtuigen
van haar kwaliteiten.
Nina beseft dat ze de auditie verpest
heeft, dus brengt ze een bezoekje aan Thomas, vlak voordat de rollenverdeling
bekend zal gaan maken, met de intentie om haar auditie goed te praten. Thomas
legt uit dat Nina de techniek beheerst om de Witte Zwaan uit te voeren, maar te
weinig passie heeft om de Zwarte Zwaan te kunnen spelen. Wanneer hij haar
vervolgens tot een zoen dwingt, bijt ze hem. Thomas ziet potentie en geeft haar
de rol.
Een nieuweling in het
balletgezelschap, de mooie Lily, wordt Nina's vervangster. Zij blijkt alles wat
Nina niet is; ze is spontaan, sociaal en sexy. Haar danstechniek is slordig,
maar ze doet tenminste niet alsof, zoals Thomas tijdens een repetitie tegen
Nina zegt. Lily probeert vriendschap te sluiten met Nina en doet meerdere
pogingen om haar te helpen met het naar boven halen van de Zwarte Zwaan in
zichzelf. Ze neemt haar mee naar een nachtclub en laat haar genieten van een
leven buiten het balletgezelschap.
Naarmate de productie van Het
zwanenmeer vordert, komt Nina steeds meer met zichzelf in de knoop. In
haar zoektocht naar haar eigen seksualiteit begint ze haar omgeving steeds meer
als een bedreiging te zien. Thomas kritiek jegens Ninas Zwarte Zwaan begint
met de dag toe te nemen, met als gevolg dat Nina zichzelf ervan gaat overtuigen
dat Lily erop uit is om de hoofdrol van haar te stelen. Ze begint steeds aan
waanvoorstellingen te lijden en werkt zichzelf beetje bij beetje richting een
mentale ondergang.
Erica kijkt met benauwde ogen toe hoe
haar dochter zichzelf begint te verliezen in haar rol en eist dat ze zich
terugtrekt uit het stuk. Uiteraard gaat Nina hier niet mee akkoord en er
ontstaat een hevige ruzie, waarna Nina zich opsluit in haar kamer. Op de dag
van de première maakt ze Nina bewust niet wakker en belt ze naar het
balletgezelschap om te laten weten dat Nina niet kan komen. Als Nina laat op de
dag wakker wordt en hoort wat haar moeder heeft gedaan, dwingt ze haar met
geweld om haar te laten gaan.
Nina arriveert laat in het theater,
om vervolgens te horen te krijgen dat Thomas aan Lily heeft gevraagd of ze haar
rol over wil nemen. Nina negeert deze ontwikkeling en loopt naar haar
kleedkamer om zich voor te bereiden, waar ze in een gesprek met Thomas hem
overtuigt dat ze de rol kan dansen. De eerste akte als Witte Zwaan verloopt
goed, totdat Nina wordt afgeleid door een hallucinatie tijdens een lift. De
vertolker van de Prins laat haar vallen, maar probeert de dans zo snel mogelijk
weer op te pakken.
Aan het einde van de akte rent Nina
gebroken haar kleedkamer in, om daar Lily aan te treffen in het kostuum van de
Zwarte Zwaan. Lily vertelt Nina over haar intenties om zo meteen de Zwarte
Zwaan te spelen. Nina raakt hierdoor verwikkeld in een woedeaanval en ziet Lily
in haarzelf transformeren. Met haar dubbelganger gaat ze een gevecht aan. Nina duwt
haar dubbelganger tegen een grote spiegel aan. De spiegel breekt en de scherven
verspreiden zich over de grond. Nina grijpt een stuk van de spiegel en steekt
haar dubbelganger in de maag. Beseffend wat ze heeft gedaan, ziet Nina dat ze
Lily heeft gestoken.
Ze verstopt Lilys dode lichaam in
een kast, loopt terug naar het podium en danst de Zwarte Zwaan vol passie en
sensualiteit. Het publiek gelooft niet wat het ziet en raakt volledig verzonken
in Ninas performance. Langzaam maar zeker beginnen veren uit Ninas huid te
groeien en wanneer haar armen in hun geheel veranderen in vleugels, verliest ze
zichzelf volledig en transformeert ze in een zwarte zwaan. Aan het einde van de
akte ontvangt Nina een staande ovatie van het publiek. Wanneer van ze van het podium
afloopt wil het hele gezelschap haar feliciteren met haar performance. Nina
verrast Thomas en zoent hem voordat ze terugkeert naar haar kleedkamer.
Terwijl Nina zich voorbereidt op de
laatste akte, de Stervende Zwaan, klopt er iemand op de deur. Het is Lily, die
haar wil feliciteren. Nina realiseert dat haar gevecht met Lily wederom een
hallucinatie was, maar ziet de spiegel nog altijd in honderden scherven
verspreid over de vloer. Vervolgens ziet ze bloed uit haar maag komen en beseft
ze dat ze zichzelf heeft gestoken in plaats van Lily. Ze keert toch terug naar
het podium, om daar opnieuw een weergaloze performance te geven als de Witte
Zwaan.
Op het laatste moment van de akte,
waar de Witte Zwaan zichzelf van een klip afgooit, ziet ze haar moeder, huilend
van trots, in het publiek zitten. De zaal barst los in een luid applaus,
terwijl Nina van het podium afvalt. Terwijl Thomas en de rest van het
balletgezelschap Nina met wild enthousiasme willen feliciteren, ziet Lily dat
Ninas maag bloedt. Terwijl Nina ernstig verzwakt op het landingskussen ligt,
drukt ze haar tevredenheid over haar performance uit. De film eindigt terwijl
Nina in de spotlights staart en de woorden I felt it. Perfect. It was perfect
fluistert, terwijl het beeld vervaagt en het publiek haar naam schreeuwt.
We hebben hier in het verleden gepost hoe Dark Swan/Black
Swan een eufemisme was voor het Nemesis/Nibiru systeem die in de nabijheid van
de aarde komt.
* Conan OBrien gebruikt nu het beeld van EEN GROTE RODE
PLANEET als zijn achtergrond. In de
film Exclusive Sneak Peek: Batman vs Superman
* Mensen haten wat ze niet begrijpen Wees hun held Wees
hun engel Wees hun monument Wees alles wat ze willen dat je bent Of wees
niets ervan Je bent deze wereld niets schuldig: dat was je nooit! Martha
Kent
Batman vs Superman:
Dawn of Justice
De last van een geapprecieerde god.
* X-Men:
Apocalypse
De trailer voor X-Men: apocalypse was juist uit van een
voorfilmpje bij Comic-Con Ze winden geen doekjes om de boodschap die ze
brengen.
*iZombie trailer // 24 september. (14 juli 2015)
De datum verschijnt overal Ze proberen heel hard om
degenen die opletten te waarschuwen.
* 7/11 (2 augustus 2015)
11 Tishrei 5776 (7/11 op de Hebreeuwse kalender) is 24
september 2015 op de Gregoriaanse kalender.
* Beyoncé 7/11 (2
augustus 2015)
Klinkt zoals de aarde rockin, terwijl er iets uit de lucht
wordt geschoten?
Beyonce 7/11
Shoulders sideways,
smack it, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack you in the air
Shoulders sideways, smack it, smack it in the air
Smack it, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack it, smack it in the air
Smack it, smack it in the air
Wave your hands side to
side, put it in the air
Wave your hands side to side, put it in the air
Clap, clap, clap like you don't care
Smack that, clap, clap, clap like you don't care
(I know you care)
Clap, clap, clap, clap,
clap it
Foot up, my foot up
Hold up now my foot up
(I'm spinnin') I'm spinnin' my foot up
Foot up yeah my foot up
(I'm spinnin') I'm spinnin' my foot up
Put my foot down yeah my hands up
My hands up, my hands up
(Flexin') Flexin' while my hands up
My hands up, my hands up
I stand up with my hands up
Then I put up, my hands up
I put up, my hands up
I put up, my hands up
Then I'm spinnin' all my hands up
(Spinnin') Spinnin' while my hands up
(Spinnin') Spinnin' while my hands up
(Spinnin') Spinnin' while my hands up
Then I'm tippin' all my hands up
Spinnin', I'm spinnin', I'm spinnin' while my hands up
(Spinnin') I'm Spinnin', I'm spinnin', I'm spinnin' while my hands up
(Drank)
Oh let go like alcohol,
oh let go like alcohol
Oh let go like alcohol
Don't you drop that alcohol
Never drop that alcohol, never drop that alcohol
I know you thinkin' bout alcohol
I know I'm thinkin' bout that alcohol
Man it feel like
rollin' dice, man it feel like rollin' dice
Seven eleven, seven eleven, seven twice, man seven twice
Man it feel like rollin' dice, man this feel like rollin' dice
Man it feel like rollin' dice
Seven twice, seven twice
Girl I'm tryna kick it with you
Girl I'm tryna kick it with you
Man I'm tryna kick it with you
My feet up, I kick it with you
Man I swear I kick it with you
Girl I wanna kick it with you
Man I know I kick it with you
Yeah I spin' around and I kick it with you
Shoulders sideways,
smack it, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack you in the air
Shoulders move side to side smack it in the air
Smack it in the air, smack it, smack it the in the air
Smack it in the air, smack it, smack it in the air
Wave your hands side to
side, put it in the air
Wave your hands side to side, put it in the air
Clap, clap, clap like you don't care
Smack that, clap, clap, clap like you don't care
(I know you care)
Wave your hands side to
side
Wave your hands side to side
Wave your hands side to side
Wave your hands side to side
Ooh we be be freaky deaky
Then you see she pink bikini
Rock out that booty out that dashiki
Never T.D. edges teeny
Sweatin' on my blow out
Sweatin' on my dress
This trick about to go off
Mad 'cause I'm so fresh
Fresher than you
I'm fresher than you
Fresher than you
Betekenis van het
lied
Listening to Beyoncé: Platinum Edition sometimes feels
like a puzzle. Gone are the days when deciphering a song was as easy as singing
the repeating chorus of "Love On Top," because Bey has gotten
complicated. Beyoncé's new song "7/11" is hands down one of my
favorite songs she has produced in a long time, the music video is even better.
But what the fresh hell is "7/11" about? Even members of the Beyhive
are scratching their heads over this one. Well, after a little research and
listening to the song on repeat for about an hour OK, three hours... rough
job I have come with a solid theory to the meaning behind Beyonces newest
hit 7/11.
Looking at the lyrics of "7/11," little hints are given
throughout the song. The beginning of the song begins in a pretty obscure
lyrical place:
Shoulders sideways, smack it, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack you in the air
Shoulders sideways, smack it, smack it in the air
Smack it, smack it in the air
Legs movin' side to side, smack it, smack it in the air
It isn't until later in the song that we get the following lyrics:
I know I'm thinkin' bout that alcohol
Man it feel like rollin' dice, man it feel like rollin' dice
Seven eleven, seven eleven, seven twice, man seven twice
Man it feel like rollin' dice, man this feel like rollin' dice
And that's when it clicked. After reading about almost every single
reference to "7/11," I can confidently say as confident as one can
be while deciphering Bey lyrics that "7/11" is about the drinking
game 7/11 Doubles. Here me out.
In the drinking game 7/11 Doubles, a drink (beer, mixed drink, whatever
you like) is placed in the middle of a table, and the first player throws a
pair of dice. If that person rolls a 7, 11, or double (like two 5s) then they
get to choose a player to drink. If they don't roll one of the above
combinations, they pass the dice to the left (to the left, to the left...
sorry, I had to).
Once a player rolls one of the lucky combos, they choose a drinker. The
drinker must finish the drink in the middle of the table before another roller
rolls a 7, 11, or double. Obviously you want to play this game responsibly.
The entire "7/11" song feels like one big party. The entire
video for the song also feels like one big party. There are quite a few
references to drinking in the song, and even more references to dancing and
moving that body, which obviously would come with playing a game like 7/11
Doubles. So I'm gonna call this song as Bey and her Beyhive having a good old
time partying.
Now, if I am way off, and I very well could be, Beyoncé doesn't scream
"drinking game," there is another direction we could go in
deciphering the song. The big one being a reference to the 7-11 stores. As
Bustle writer Alyse Whitney mentioned, 7-11 is mentioned in Drunk In
Love, which could mean that the reference is to the 7-11 hours. Most
7-11s are open 24/7, which could work with the lyrics in "Drunk In
Love," No complaints from my body, so fluorescent under these lights/Boy,
Im drinking/Park it in my lot 7-11/Im rubbing on it, rub-rubbing/If you
scared, call that reverend.
But honestly, if Beyoncé is singing about the convenience store, there
is no reason she couldn't be referencing a college drinking game.
* 50 Cent (4 augustus 2015)
De leugen dat zovele mensen deed kiezen voor de weg naar de
Hel.
6 manieren dat 50 Cent de wereld misleidde door
te geloven dat hij rijk was
In de nasleep van het faillissement van rapper Curtis
Jackson, aka "50 Cent," heeft hij een blik geworpen op zijn
buitensporige levensstijl.
Voordat hij bankroet ging, moest 50 Cent via de rechtbang
een schuld betalen van 5 miljoen dollar aan Lastonia Leviston. De vrouw had de
rechtszaak gewonnen nadat de rapper een seks tape van haar had uitgebracht om
zijn tegenstander Rick Ross in diskrediet te brengen. Hij was namelijk de vader
van één van haar kinderen.
Leviston's advokaten geloofden dat 50 Cent's faillissement
een manier was om te vermijden dat hij Leviston moest betalen, daarom sleepten
ze hem terug voor het gerecht. Maar toen hij moest verschijnen, gaf 50 Cent toe
dat zijn rijkdom niets meer was dan een illusive. Met andere woorden, hij liet
het publiek geloven dat hij rijk was. Jackson zegt dat hij dit deed omdat de
hele muziekindustrie zich groter voordoet dan in werkelijkheid.
Hier zijn 6 manieren die 50 Cent gebruikte om zijn hip-hop
levensstijl aan te houden. In het rechtsgeding van Leviston gaf hij deze
getuigenis:
1. Hij recycleerde zijn gouden kettingen.
50 Cent beweert dat hij amper een juwelenkistje kon vullen,
laat staan een hele juwelen-set. Hij zegt dat hij eigenlijk maar "twee of
drie kettingen" heeft van elk 30,000 dollar. Maar, hoe komt het dat
hij het doet lijken alsof hij er meer heeft? De rapper zegt dat hij die
kettingen naar een juwelier brengt die ze kan transformeren in nieuwe,
onherkenbare bling-spullen.
Advocaat: Hoeveel
kettingen heb je? Jackson: Twee of drie. Advocaat: Welk? Jackson: Twee of drie
verschillende kettingen. Ik doe ze naar de juwelier terug en laat nieuwe maken
met hetzelfde goud van de laatste ketting. Gedurende verschillende albums
verander ik van kettingen, daarom zien jullie veel juwelen. Maar ik doe ze
terug en laat ze veranderen in nieuwe. Advocaat: Je hebt 30,000 dollar in gouden kettingen? Jackson: Ja.
2. Hij verhandelde autos om aan nieuwe te
geraken
Tien dagen voor zijn getuigenis, zei de interviewer Nick
Grimshaw dat 50 Cent een 300,000 dollar Rolls Royce had gekocht net voor een
interview. (Boven, 50 Cent maakt duidelijk dat hij failliet is met een foto van
zichzelf met een smart.)
Maar, volgens de getuigenis van 50 Cent was dat verhaal
niet volledig waar:
Advocaat: Het
is een vals verhaal in die zin dat het nooit gebeurde? Jackson: Nee, ik had de auto. Maar ik deed twee autos
die ik had terug. Advocaat: Dus
het verhaal dat werd verteld, je kent het verhaal, dat je zomaar besliste om
een Rolls Royce te kopen -- Jackson: Het is niet waar,
dat heeft de interviewer ervan gemaakt.
3. Hij bezit al deze autos niet
50 Cent heeft Forbes magazine eens een rondleiding van zijn
autocollectie gegeven, die bestond uit drie gelijkaardig gespoten blauwe
voertuigen, waaronder een Range Rover, een Lamborghini Murcielago, een Bentley
Mulsanne, en een Yamaha moto. 50 Cent was werkelijk bedreven in het presenteren
van zijn royale levensstijl aan de pers. Maar dit is de waarheid over zijn autos:
Advocaat: Heb je jezelf gefilmd met allemaal autos waarvan je
nu zegt dat ze niet van jou waren? Jackson: Je wil zeggen zoals MTV "Cribs" misschien. Advocaat: Ik bedoel dat je voor een camera stond en zei dat dit je
Lamborghini en dit je Rolls en dit je Ferrari was? Jackson: Ik heb het een keer gedaan. Advocaat: Heb je dit gedaan? Jackson: Ja. Advocaat: Ferrari, Lamborghini, Rolls, Chevy Blazer of Suburbans, ze
waren special uitgerust en kosten een paar duizend dollar elk? Jackson: Ja. Advocaat: Je zei dat deze autos de jouwe waren? Jackson: Ja. Op dat moment, waren die
autos gehuurd.
4. Hij zegt dat hij nooit een weddenschap
van 1.6 miljoen dollar heeft geplaatst op de kamp Mayweather/Pacquiao.
Op 3 maart sprak 50 Cent in "The Breakfast Club" morgenshow
op Power 105.1 in New York en zei dat hij 1.6 miljoen dollar had ingezet op de
boksmatch Floyd Mayweather Jr. tegen Manny Pacquiao. Jackson zei dat hij
de weddenschap had gewonnen, zelfs op een andere show, maar volgens zijn
getuigenis heeft hij nooit de weddenschap aangegaan.
Advocaat: Is
het waar dat je publiekelijk hebt verklaard en je zei het op de Conan O'Brien
show dat je 1,6 miljoen dollar had ingezet op Floyd Mayweather om het gevecht
te winnen dat plaatsvond in mei? Jackson: Ja. Advocaat: Je zei dat je de weddenschap had gewonnen? Jackson: Ja. Advocaat: Je won toen 1 miljoen dollar? Jackson: Nee, ik heb dit enkel gezegd. Advocaat: Je
hebt dit niet gezegd op de Conan show? Jackson: Nee. Advocaat: Ok. Dus je heb die weddenschap gewonnen? Jackson: Ik heb niets gewonnen. Advocaat: Huh? Jackson: Ik heb niets gewonnen, eigenlijk. Advocaat: Heb je de weddenschap aangegaan? Jackson: Nee. Advocaat: Je hebt nooit ingezet op die weddenschap? Jackson: Nee.
5. Hij bezit geen flashy horloges.
Jackson heeft met dure
horloges zitten pronken op zijn Instagram, op de rode loper, en toen hij
optrad. Maar
volgens zijn getuigenis, zei de rapper dat hij enkel drie of vier horloges
bezit en dat het geen dure merken zijn.
Hij vertelde in de rechtbank dat de horloge dat hij droeg
op die dag een Casio G-SHOCK was, die tussen de 100 en 450 dollar waard is.
Jackson zei verder dat in de hip-hop cultuur mensen enkel
zaken volgen waarvan ze denken dat het bijdraagt tot hun status maar het is
allemaal bedrog, net zoals een videoclip. Ze zeggen action en dan zie je al deze mooie autos,
en wanneer ze zeggen cut gaat alles terug naar de dealer.
6. De
65 karaat ring is ook niet de zijne.
Op 3 september 2013 zette Jackson twee fotos op zijn
Instagram met wat hij beschrijft als een 65 karaat Cartier ring.
Op een foto draagt hij de ring en eronder schrijft hij: Ik
ben de coolste levende man, vraag maar in mijn buurt.
In de getuigenis, kan
Jackson eerst de ring niet meer herinneren. Hij zegt zelfs: Ik denk niet
dat het mogelijk is om een 65 karaat op een ring te krijgen.
Maar als hij een foto wordt getoond van de ring op
Instagram geeft hij toe dat hij het gepost heeft en dat hij de ring niet bezat.
Het was een geleend juweel van een juwelier, zei Jackson in de rechtbank.
De advocaat van 50 Cent heeft geen antwoord
gegeven op de vraag om commentaar.
* Failliet (22 juli 2015)
De thug life is een illusie Een illusie dat een
generatie heeft verwoest die probeerde het na te volgen.
Thug life : Het betekent trouw
zijn aan je ghetto roots. Het betekent ook straatbendes overnemen en hen veranderen
tot politieke entiteiten voor de goede zaak van de ghettos.
De rapper 2Pac geloofde dat straatbendes werden
aangetrokken door de regering om zwarten in de ghettos eronder te houden,
daarom wilde hij ze veranderen in politieke entiteiten voor positieve zaken
(hij geloofde dat ze als krachten begonnen om de ghettos te beschermen tegen
politiegeweld voordat de CIA crack of weed verspreidde dat zij moesten verkopen).
Mensen die niet goed in hun vel zitten en hun geluk laten
afhangen van hun partner zijn verkeerd bezig. Het is belangrijk dat ze eerst
geluk in zichzelf vinden door eventuele professionele hulp, maar zeker met de
hulp van God door te bidden. Mensen die zichzelf in de weg lopen hebben eerst
problemen die ze moeten oplossen om gelukkig te zijn met zichzelf.
Mensen die denken (velen weten het zelf niet) dat de wereld
rond hen draait, en een partner willen meesleuren in HUN wereld kunnen beter
nooit trouwen. Als ze niet willen veranderen zijn ze een blok aan het been van
hun partner.
Mensen die een slecht functionerend huwelijk hebben moeten
niet denken dat door kinderen hun huwelijksproblemen opeens zullen opgelost
worden. Juist het tegendeel is waar. Om je kinderwens te vervullen moet je
huwelijk stabiel zijn, anders zijn kinderen de dupe.
Mensen die voortdurend in hun huwelijk afwezig zijn door
hun hobbys/werk moeten niet opkijken als hun partner het huwelijk niet meer
zien zitten. Een huwelijk is investeren om een opbrengst ervan te genieten.
Mensen die denken dat ze maar 50% verantwoordelijk zijn in
een huwelijk en de partner ook 50 % hebben niets van een huwelijk begrepen en
kunnen best niet trouwen. Elke partner is 100% verantwoordelijk in een
huwelijk.
Een gulden regel is : SAMEN UIT, SAMEN THUIS!!! Kan nooit
mislukken. Neem de kinderen overal mee. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Als mensen depressief zijn, of ziek zijn kan dit een
belasting zijn voor het huwelijk. Het is goed op tijd professionele hulp in te
schakelen als de moraal laag blijft.
Als je maar 5 zinnen op een hele avond tegen elkaar kunt
zeggen, moet je zorgen dat je samen bezigheden doet en met elkaar praat, zo
groei je niet uit elkaar.
Houd je niet vast aan sprookjes, kom in de realiteit met je
beide voeten. Je bent zelf niet perfect, verwacht van je partner ook niet dat
ze/hij perfect is. De grootste oorzaak van het op de klippen lopen van
huwelijken is het vasthouden aan idealen die nooit kunnen gerealiseerd worden.
Een kennissenkring is plezant. Houd het plezant. Laat niet
toe dat de kennissen in je huwelijk komen te staan.
Laat buitenstaanders, zoals ouders en schoonouders, niet
heersen over je huwelijk.
Vertrouw elkaar voldoende. Je hebt ten slotte voor elkaar
gekozen.
Voor je definitief met iemand trouwt is het niet slecht een
ouder om raad te vragen. Als zij niet bevooroordeeld zijn en eigen belangen
steunen, kunnen ze objectief hun mening zeggen over je partner. Het is beter
nooit met die persoon te trouwen, dan te moeten vaststellen dat je ouders gelijk hadden.
Als iemand het huwelijk verbreekt is het altijd de schuld
van iemand. Meestal van beiden. Als personen zeggen dat ze vriendschappelijk
uiteen zijn gegaan, treffen ze beiden schuld.
Heb geduld. Elke persoon heeft een verschillend karakter. Dagdagelijks
je beste kant laten zien is niet altijd gemakkelijk omdat het leven zoveel
problemen met zich meebrengt. Je moet veel geduld hebben en niet direct je
partner opgeven. Daarom moet je juist bidden. God is degene die alles draaglijk
kan maken.
Ruzie maken is dom. Samenzitten en een dialoog voeren als
elkeen is gekalmeerd, is de juiste aanpak. Als je je wilt afreageren, ga dan
naar de fitness.
Leef niet door je zorgen te maken over zaken die binnen 5,
10, 15, 20 jaar en nog langer kunnen gebeuren. Geniet nu, want het is later dan
je denkt.
Stop met oude koeien uit de gracht te halen. Er zijn mensen
die altijd problemen van vroeger terug voor hen zetten, zodat ze elke keer
terug een hindernis vormen. Niet doen!!!
Het is belangrijk dat je je partner eens een welgemeend
bedankt kunt zeggen, of een pluim geven voor wat hij/zij heeft gedaan.
Als iemand al begint met: Als het huwelijk niet lukt,
kunnen we nog altijd scheiden. is het beter niet te trouwen. De instelling
deugt niet.
Voor de mannen: als je een pornoverslaving hebt, is dat
vernederend voor je vrouw. Zoek hulp.
Als seks het enige is wat partners bijeen houdt, is het
dringend tijd te leren wat echte liefde is. Seks is bijkomstig en moet
bijkomstig blijven. Trouwens over het aantal keren seks en het aantal orgasmes wordt
altijd gelogen.
ARTIKEL 3 - Laat ons Christus' liefde tot de
Kerk navolgen
Opdat die oprechte liefde, waardoor wij in de Kerk en haar
leden onze Heiland zelf moeten zien, niet langzamerhand verflauwt, moeten wij
Jezus beschouwen als het hoogste voorbeeld van liefde tegenover de Kerk.
a. Door de alomvattende liefde; protest tegen het prediken
van haat; de christelijke caritas
Laat ons op de eerste plaats het alomvattende van deze
liefde navolgen. Op de eerste plaats komt de bruid van Christus, de Kerk; maar
de liefde van de goddelijke Bruidegom breidt zich zó wijd uit, dat zij niemand
uitsluit, en in de bruid geheel het menselijk geslacht omvat. Jezus heeft Zijn
bloed gegeven voor alle mensen, om hen allen op het kruis met God te verzoenen
en hen allen in Zijn éne lichaam te verenigen. De ware liefde tot de Kerk verlangt
dus niet alleen, dat wij als leden van dat lichaam onderling om elkaar bezorgd
zijn en ons verheugen over de eer, die één lid te beurt valt, of medelijden met
het lid, dat lijdt, maar bovendien, dat wij ook in de overige mensen, die nog
niet met ons in het lichaam van de Kerk zijn verenigd, broeders van Christus
zien naar het vlees, die tezamen met ons geroepen zijn tot de eeuwige
zaligheid. Spijtig genoeg zijn er velen tegenwoordig vijandig tegenover de
Kerk, alsof zij aan de mens een hogere waarde en kracht zouden verlenen. Maar
laten wij Jezus volgen, die ons geleerd heeft, iedereen te beminnen, ook onze
vijanden.
Laat ons bezingen, welke de lengte, de breedte, de hoogte
en de diepte is van de liefde van Christus, een liefde, die door het verschil
van afkomst en levensgewoonten niet wordt verbroken, door de onmetelijke
afstanden van de zeeën niet wordt verminderd, door rechtvaardige of zelfs
onrechtvaardige oorlogen niet wordt ontbonden.
De ernst van dit uur, waarin zovele pijnen de lichamen
verscheuren, en zoveel droefheid de harten, moet allen aanzetten tot het
beoefenen van die hemelse liefde, opdat allen, die van goede wil zijn, met verenigde
krachten de onmetelijke geestelijke en lichamelijke noden door hun
bewonderenswaardige en ingespannen goedheid en barmhartigheid trachten te
verlichten. Zo zal de zorgzame vrijgevigheid en de onuitputtelijke
vruchtbaarheid van het mystieke lichaam van Christus heel de wereld overstralen.
b. Door haar werkdadigheid en bestendigheid; Katholieke
Actie
Vanaf de menswording van Christus, toen Hij de eerste
grondslag legde van Zijn Kerk, tot aan het einde van Zijn sterfelijk leven
heeft Hij zonder ophouden door Zijn schitterende voorbeelden van heiligheid,
door Zijn preken, Zijn gesprekken, het samenbrengen van Zijn leerlingen en het
bouwen van het Godsrijk, gewerkt aan de vorming en bevestiging van de Kerk; en
dat ten koste van veel inspanning. Wij verlangen dus, dat allen die de Kerk als
hun moeder beschouwen, er zich ernstig rekenschap van geven, dat niet slechts
de priesters en zij die zich in het religieuze leven aan God hebben gewijd,
maar ook de overige leden van het mystieke lichaam van Jezus Christus de plicht
hebben, ingespannen en ijverig, overeenkomstig ieders rang, mee te werken aan
de opbouw en uitbreiding van dit lichaam. In het bijzonder wensen wij, dat dit
begrepen wordt door degenen, die strijden in de rijen van de Katholieke Actie
en met de bisschoppen en priesters in het apostolaat medewerken, en ook door
degenen, die in godvruchtige verenigingen hun hulp tot dat doel verlenen. Dat
deze ijverige toeleg van hen allen in de huidige omstandigheden van het hoogste
belang en van het grootste gewicht is, ziet iedereen.
Hier kunnen wij niet nalaten te spreken over de vaders en
moeders, aan wie Jezus de tederste leden van Zijn mystieke lichaam heeft
toevertrouwd. Wij bezweren hen dus bij hun liefde tot Christus en de Kerk, met
alle ijver zorg te dragen voor de hun gegeven kinderen en ze te behoeden voor
die vele gevaren, waaraan ze tegenwoordig zo gemakkelijk zijn blootgesteld.
c. Door onafgebroken gebed
Maar in het bijzonder betuigde onze Verlosser Zijn
brandende liefde tot de Kerk door de innige gebeden, die Hij voor haar richtte
tot Zijn hemelse Vader. Want allen weten hoe Hij kort voor Hij de kruisdood onderging,
vurig bad voor Petrus, voor de overige apostelen en voor allen die op de
prediking van het woord Gods in Hem zouden geloven.
In het hoogpriesterlijke gebed bidt Jezus voor zijn
leerlingen : Johannes 17:6-19Ik heb uw
Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U
behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden. Nu
weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt van U komt. Want de boodschap
die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen
en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat
Gij Mij hebt gezonden. Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar
voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is
van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt. Ik blijf niet
langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe
kom. Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij
één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen
die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is
verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld
worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat
zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hen uw woord
meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn,
zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld
wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de
wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Wijd hen U toe in de waarheid. Uw
woord is waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik
hen in de wereld, en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in
waarheid aan U toegewijd mogen zijn.
aa. Bidden voor de leden der Kerk
Laat ons op Christus' voorbeeld de Vader van de Oogst dagelijks
smeken, dat Hij werklieden zendt in Zijn oogst; en iedere dag stijgt ons aller
gebed ten hemel om alle ledematen van het mystieke lichaam van Jezus Christus
aan God aan te bevelen. Op de eerste plaats de bisschoppen, aan wie de
bijzondere zorg voor hun diocees is toevertrouwd; vervolgens de priesters en de
kloosterlingen, mannen en vrouwen, die, tot Gods bijzondere dienst geroepen,
zowel in hun eigen land als elders onder de heidense volkeren het rijk van onze
goddelijke Verlosser verdedigen, uitbreiden en voortplanten. Maar geen enkel
lid van dit lichaam mag in dit gemeenschappelijk smeekgebed worden vergeten,
vooral zij niet, die gedrukt gaan onder de smarten en kwellingen van dit aardse
leven of die na dit leven in het vagevuur worden gelouterd. En het moet ook
degenen omvatten, die in de christelijke leer worden onderwezen, opdat zij zo
spoedig mogelijk door het zuiverend water van het doopsel kunnen worden
gereinigd.
bb. Bidden voor hen die nog geen lid zijn
Vurig wensen wij ook, dat deze gemeenschappelijke gebeden
met brandende liefde worden gestort voor hen, die ofwel nog niet zijn verlicht
door de waarheid van het Evangelie en nog niet in de veilige schaapstal van de
Kerk zijn binnengegaan, ofwel dooreen jammerlijke breuk in de eenheid van
geloof en gemeenschap zijn afgescheiden van ons. Herhalen wij daarom dat
goddelijk gebed, dat onze Verlosser tot Zijn hemelse Vader richtte: "Mogen
allen één zijn; zoals Gij, Vader, zijt in Mij, en Ik in U, mogen zij ook één
zijn in Ons, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt." (Joh.
17, 21)
Gij weet hoe wij vanaf de aanvang van ons pontificaat ook
hen, die niet behoren tot het zichtbare verband van de katholieke Kerk, aan
Gods bescherming en leiding hebben aanbevolen en hoe wij plechtig hebben
verzekerd, dat niets ons op het voorbeeld van de goede Herder nauwer aan het
hart ligt, dan dat zij het leven hebben en in overvloed hebben.
Deze verklaring willen wij in dit rondschrijven, waarin wij
de lof van "het grote en heerlijke lichaam van Christus" hebben
bezongen, met een beroep op het gebed van geheel de Kerk herhalen, en wij
nodigen met grote liefde hen allen één voor één uit, toe te geven aan de
inwendige drang van de goddelijke genade en te proberen zich te bevrijden uit
die toestand, waarin zij niet zeker kunnen zijn van hun eeuwig heil.
Want, ook al zijn zij door een onbewuste wens en onbewust
verlangen op het mystieke lichaam van de Verlosser gericht, toch missen zij die
overvloedige en machtige hemelse gaven en hulpmiddelen, die men alleen in de
katholieke Kerk kan genieten. Laten zij dus toetreden tot de katholieke eenheid
en, met ons in het éne lichaam van Jezus Christus verenigd, zich allen in een liefdesgemeenschap
aansluiten bij het éne Hoofd. In onafgebroken gebed tot de Geest van liefde en
waarheid wachten wij hen op met breed uitgestrekte armen, tot zij terugkeren naar
hun eigen en voorvaderlijke thuis.
Maar al is het onze wens, dat het gebed van het mystieke
lichaam voortdurend opstijgt tot God, opdat alle dwalenden zo spoedig mogelijk
binnengaan in de ene schaapstal van Jezus Christus, verklaren wij toch ook, dat
het volstrekt noodzakelijk is, dat dit vrijwillig en uit eigen beweging
geschiedt, omdat niemand gelooft tenzij uit vrije wil.
Als daarom mensen zonder te geloven in feite gedwongen
worden om het kerkgebouw te betreden, tot het altaar te naderen en de
sacramenten te ontvangen, dan worden zijn ongetwijfeld geen echte christenen.
Want het geloof, zonder hetwelk het "onmogelijk is
aan God te behagen" (Hebr. 11, 6) moet zijn een volkomen vrije
"onderwerping van verstand en wil." Als het dus zou voorkomen, dat
iemand tegen zijn wil gedwongen wordt om het katholieke geloof te omhelzen, dan
moeten wij dit afkeuren. Maar omdat de mensen een vrije wil bezitten en,
gedreven door hartstochten en verkeerde neigingen, hun vrijheid ook kunnen
misbruiken, daarom is het nodig, dat de Vader hen door de Geest van Zijn
veelgeliefde Zoon onweerstaanbaar trekt tot de waarheid. Als nu velen, helaas,
de katholieke waarheid nog niet kennen en niet vrijwillig toegeven aan de
ingeving van de goddelijke genade, dan is dit niet alleen te wijten aan het
feit, dat zijzelf, maar ook dat de gelovigen deze genade niet nog vuriger van
God afbidden. Tot dat vurig en volhardend gebed op het voorbeeld van onze
goddelijke Verlosser wekken wij daarom al degenen, in wie de liefde tot de Kerk
brandend is, dringend op te bidden voor vorsten en regeerders.
cc. Bidden voor vorsten en regeerders
Het is noodzakelijk, dat de gelovigen vurig bidden voor de
koningen en vorsten en voor allen, die de volkeren besturen en die door hun
tijdelijke macht de Kerk kunnen beschermen en helpen, opdat, na het herstel van
rust en orde, onder de bezieling van de goddelijke liefde, uit de hoog
opgezweepte golven de "vrede, het werk der gerechtigheid" (Jes.
32, 17), weer mag oprijzen en worden teruggeschonken aan de vermoeide mensheid,
en opdat onze goede moeder de Kerk een stil en rustig leven kan leiden in alle
vroomheid en eerbaarheid.
Wij moeten God smeken, dat allen, die de volkeren besturen,
de wijsheid mogen beminnen, opdat op hen nooit van toepassing zijn die ernstigste
woorden van de Heilige Geest:
"De Allerhoogste zal uw daden nagaan en uw
gedachten doorvorsen, omdat gij, hoewel dienaren van Zijn koningschap, niet
volgens gerechtigheid hebt geoordeeld en de wet der gerechtigheid niet hebt
onderhouden, noch volgens de wil Gods hebt geleefd. Verschrikkelijk en
onverwacht zal Hij u verschijnen, want een allerstrengst oordeel zal worden
geveld over hen, die regeren. Want voor de geringe is er barmhartigheid, maar
de machtigen zullen streng worden gestraft. God immers kent geen aanzien van
persoon en Hij zal niemands grootheid vrezen. Want groot en klein heeft Hij
gemaakt, en gelijkelijk draagt Hij zorg voor allen; maar de machtigen wacht een
streng onderzoek. Tot u dus, o koningen, richt ik deze woorden, opdat gij de
wijsheid leert en haar niet ontrouw wordt." (Wijsh. 6, 4-10)
d. Door aan te vullen wat aan Christus' lijden ontbreekt
Maar niet alleen door Zijn ingespannen arbeid en Zijn
voortdurend gebed heeft Christus onze Heer Zijn liefde tot Zijn onbevlekte
bruid getoond, maar ook door de pijnen en kwellingen, die Hij voor haar graag
en met liefde verdroeg. "Toen Hij de Zijnen had liefgehad.... had Hij
hen lief tot het einde toe." (Joh. 13, 1) En Hij heeft Zich Zijn Kerk door
Zijn bloed verworven.
Laten wij dus, zoals dat ter verzekering van onze zaligheid
nodig is, bereidwillig de bloedige voetstappen van Jezus volgen: "Wanneer
wij met Hem zijn samengegroeid door het beeld van Zijn dood, dan zullen wij het
ook wezen door dat van Zijn verrijzenis" (Rom. 6, 5), en "indien
wij met Hem zijn gestorven, zullen wij ook met Hem leven." (2 Tim. 2,
11) Dit wordt van ons ook gevorderd door de echte en werkdadige liefde tot de
Kerk en tot de zielen, welke zij voor Christus voortbrengt. Want hoewel onze
Heiland door Zijn bittere pijnen en dood voor de Kerk een oneindige genadeschat
heeft verdiend, toch worden die genadegaven ons volgens de plannen van Gods
voorzienigheid slechts bij gedeelten geschonken; en de meerdere of mindere
overvloed er van hangt voor een groot deel ook af van onze goede werken,
waardoor deze vrij door God gegeven regen van hemelse gaven over de zielen der
mensen wordt afgetrokken. Die regen van hemelse genaden zal ongetwijfeld
overrijk zijn, als wij niet alleen vurig daarom bidden, vooral door de zo
mogelijk zelfs dagelijkse deelname aan het eucharistisch offer, en als wij door
onze christelijke liefdewerken de noden van zovele ongelukkigen zoeken te
verlichten; maar als wij daarenboven de onvergankelijke goederen hoger stellen
dan de vergankelijke dingen van deze aarde, als wij dit sterfelijk lichaam door
vrijwillige versterving beteugelen, het alles wat ongeoorloofd is weigeren en
het ook dwingen tot wat hard en moeilijk is, als wij ten slotte de moeiten en
smarten van dit leven uit Gods hand met onderwerping aanvaarden. Want zo zullen
wij volgens Paulus "aanvullen in ons vlees, wat aan het lijden van
Christus ontbreekt, voor Zijn lichaam, dat de Kerk is."
Terwijl wij dit schrijven, staat ons voor de geest de
helaas bijna ontelbare menigte van ongelukkigen, wier leed ons met diepe
droefheid vervult: zieken, armen, verminkten, weduwen en wezen en vele anderen,
die onder hun eigen bitter lot of dat hunner dierbaren vaak ten dode toe
gedrukt gaan. Allen, die om welke reden ook in droefheid of angst verkeren,
sporen wij met vaderlijke goedheid aan, vertrouwvol op te zien naar de hemel,
en hun leed aan Hem op te dragen, die hen eenmaal overvloedig zal belonen. En
allen mogen bedenken, dat hun smart niet vruchteloos is, maar dat deze voor
henzelf en voor de Kerk van groot voordeel zal zijn, als zij haar met die goede
mening geduldig verdragen. Tot de uitvoering van dit voornemen kunnen zij grote
hulp vinden om die dagelijkse toewijding en opdracht aan God, die in gebruik is
bij de leden van het Apostolaat van het gebed; deze godvruchtige vereniging
willen wij hier, als God uitermate welgevallig, met nadruk aanbevelen.
Wij moeten, om het heil van onze ziel te bewerken, altijd
onze smarten verenigen met het lijden van Jezus, nu meer dan ooit, nu de
geweldige oorlogsbrand bijna de gehele wereld in vlammen zet, en voor zo velen
dood, ellende en kommer betekent. Nu moeten allen het zich tot plicht rekenen,
zich te onthouden van de zonde, van de verleiding van de wereld, van de
onbeteugelde lichamelijke genoegens, en van die ijdelheid en leegheid van het
aardse, die ons niets baat voor onze christelijke vorming en voor het bereiken
van de hemel. Wij moeten veeleer diep in onze geest de woorden prenten van onze
voorganger Leo de Grote, die ons verzekert, dat wij 'door het doopsel geworden
zijn het vlees van de Gekruiste, en dat wonderschone gebed van de heilige
Ambrosius: "Draag mij, Christus, op het kruis, dat redding is voor, de
dwalenden, de enige rust voor de vermoeiden en het enige leven voor de
gestorvenen."
Vóór wij dit schrijven besluiten, kunnen wij niet nalaten
allen opnieuw aan te sporen, om hun goede moeder de Kerk met toegewijde en
werkdadige liefde te beminnen. Als het heil van de gehele mensenfamilie, die
door het goddelijk Bloed is verlost, ons werkelijk ter harte gaat, laat ons dan
iedere dag onze gebeden, moeiten en kwellingen aan de eeuwige Vader opdragen
voor het welzijn en de uitbreiding van de Kerk. En laten wij, nu zwarte
onweerswolken de hemel bedekken, en geweldige gevaren de mensengemeenschap en
de Kerk zelf bedreigen, onszelf en onze belangen aan de Vader der
barmhartigheid aanbevelen met de bede: "Zie neer, Heer, op dit Uw
gezin, waarvoor onze Heer Jezus Christus niet heeft geaarzeld Zich in de handen
van de zondaars over te leveren en de folteringen van het kruis te ondergaan."
DEEL 4 - Over de Heilige Maagd Maria
Moge de Maagd en Moeder Gods, de vervulling van deze wensen,
die ongetwijfeld ook de uwe zijn, verkrijgen en bewerken. Haar allerheiligste
ziel is meer dan alle andere door God geschapen zielen vervuld van de
goddelijke Geest van Jezus Christus en zij heeft "in naam van heel het
menselijk geslacht" er in toegestemd, dat "een geestelijk huwelijk
tussen de Zoon Gods en de menselijke natuur werd voltrokken."
Zij was het, die Christus onze Heer, die reeds in haar
maagdelijke schoot de waardigheid droeg van Hoofd der Kerk, op wonderbare wijze
ter wereld heeft gebracht als de bron van alle hemels leven; zij reikte de
pasgeboren Profeet, Koning en Hogepriester ter aanbidding toe aan de
eerstelingen uit de Joden en heidenen. Op haar moederlijk gebed heeft bovendien
haar enige Zoon "te Kana in Galilea" het wonderteken verricht
waardoor "Zijn leerlingen in Hem geloofden." (Joh. 2, 11) Zij heeft,
vrij van iedere persoonlijke of erfelijke smet, en steeds allerinnigst met haar
Kind verenigd, als de nieuwe Eva Hem op Golgotha aan de Vader met het offer van
haar moederlijke rechten en moederlijke liefde opgedragen voor alle kinderen
van Adam, die door zijn ongelukkige val waren besmet. Zo werd zij, die naar het
lichaam de Moeder was van Jezus, ons Hoofd, naar de geest op een nieuwe,
smartelijke en tevens eervolle titel Moeder van al Zijn ledematen. Zij was het,
die door haar oppermachtig gebed verkreeg, dat de Geest van de goddelijke
Verlosser, die reeds op het kruis was gegeven, op de Pinksterdag aan de
pasgeboren Kerk als drager van wondere gaven werd geschonken. Zij heeft ten
slotte als waarachtige Koningin der martelaren, door moedig en trouw haar mateloze
smarten te dragen, meer dan alle christen-gelovigen "aangevuld wat aan
het lijden van Christus ontbreekt... voor Zijn lichaam, de Kerk." (Kol.
1, 24) En zij heeft het mystieke lichaam van Christus, dat uit het geopende
Hart van onze Verlosser was geboren, met dezelfde moederlijke zorg en toegewijde
liefde gekoesterd, waarmee zij eens het Kindje Jezus in de kribbe voedde en
verzorgde.
Moge zij dus, de allerheiligste Moeder van alle ledematen
van Christus, aan wier onbevlekt Hart wij met groot vertrouwen alle mensen
hebben toegewijd, en die nu in de hemel naar lichaam en ziel verheerlijkt
tezamen met haar Zoon heerst, door haar voorspraak van Hem verkrijgen, dat zich
vanuit het verheven Hoofd ononderbroken en overvloedige genadestromen aan alle
ledematen van het mystieke lichaam meedelen; en moge zij door haar waakzame
bescherming nu, evenals in vroeger eeuwen, de Kerk beschermen en voor de Kerk
en geheel de mensengemeenschap eindelijk rustiger tijden van God verkrijgen.
Zegen
Steunend op deze hemelse hoop, geven wij van harte aan u
allen, als blijk van ónze bijzondere welwillendheid en als onderpand van
goddelijke genaden, de apostolische zegen.
DEEL 2 - De vereniging van de gelovigen met
Christus
Wij wensen hier te spreken over onze vereniging met
Christus in het lichaam van de Kerk; een vereniging, die - zoals Augustinus
zegt - iets is van verborgen, goddelijke grootheid, en die juist daarom door
sommigen verkeerd wordt verstaan en uitgelegd. Op de eerste plaats is het
duidelijk, dat zij zeer innig is: want de heilige boeken vergelijken haar niet
alleen met de huwelijksband, met de levenseenheid tussen wijnstok en ranken, en
met het samenstel van ons lichaam; maar beschrijven haar ook als zó innig, dat
Paulus zegt: "Christus is het hoofd van het lichaam der Kerk"
(Kol. 1, 18). Jezus vormt met Zijn maatschappelijk lichaam één enkele mystieke
persoon, of zoals Augustinus zegt: de gehele Christus.
Jezus vergelijkt in Zijn hogepriesterlijk gebed deze
vereniging met de eenheid, waardoor de Zoon in de Vader is en de Vader in de
Zoon.
Hogepriesterlijke gebed : Hier bidt Jezus tot Zijn Vader voor Zijn arrestatie dat leidt
tot Zijn Kruisdood. Hier bidt Hij voor de eenheid van alle gelovigen: Johannes
17:20-26 Niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in
Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik
in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij
gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken
hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij,
opdat zij volmaakt één zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt
gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik
wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij
mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij
lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader,
al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend
dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit
blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn
en Ik in hen.
ARTIKEL 1 - Maatschappelijke en juridische
banden
Omdat de Kerk een volmaakt maatschappelijk lichaam vormt,
moet er eenheid bestaan tussen alle ledematen, en in hun gemeenschappelijk
streven naar één en hetzelfde doel. Het doel is het allerhoogste: namelijk de
voortdurende heiliging van de leden van dat lichaam tot eer van God en van het
Lam, dat is geslacht (Hand. 5, 12.13). Ook de bron is geheel goddelijk: niet alleen
het raadsbesluit van de Vader en de werkdadige wil van Jezus, maar ook de
bezieling en aansporing van de H. Geest in onze harten.
De Kerk van Christus moet volgens de wil van de Stichter
zichtbaar zijn, en ook de eensgezindheid van alle leden moet zich naar buiten
tonen, zowel in de belijdenis van éénzelfde geloof en in de deelname aan
dezelfde sacramenten en hetzelfde offer, als door het ijverig onderhouden van
dezelfde wetten. Maar vooral is het noodzakelijk, dat er een opperste hoofd is,
voor allen duidelijk zichtbaar: namelijk de plaatsbekleder van Jezus Christus
op aarde. Want zoals Jezus de Geest van de waarheid, zond om in Zijn plaats de
verborgen leiding van de Kerk op Zich te nemen, zo heeft Hij aan Petrus en zijn
opvolgers bevolen op aarde in Zijn plaats het zichtbaar bestuur van de
christelijke gemeenschap uit te oefenen.
ARTIKEL 2 - De goddelijke deugden
Er is nog een andere grond van eenheid, en die vloeit voort
uit de drie deugden die ons innig met elkaar en God verbinden: het christelijk
geloof, de hoop en de liefde.
a. Het geloof
"Eén Heer en één geloof" (Ef. 4, 5) zegt
Paulus. Het geloof waardoor wij de ene God aanhangen en Hem die Hij gezonden
heeft, Jezus Christus.
Hoe nauw wij verder door dit geloof met God worden verbonden,
leren ons de woorden van Johannes: "Al wie belijdt, dat Jezus de Zoon
van God is, in hem blijft God en hij blijft in God." (1 Joh. 4, 15) En
niet minder innig worden wij door dit christelijk geloof onderling en met ons
goddelijk Hoofd verenigd. Want wij allen, die geloven en "dezelfde
geest van geloof bezitten" (2 Kor. 4, 13), worden door hetzelfde licht
van Christus overstraald, door dezelfde spijs van Christus gevoed, door
hetzelfde gezag en hetzelfde leerambt van Christus bestuurd. En als in ons
allen dezelfde geest van geloof bloeit, dan "leven wij" allen
ook eenzelfde leven "in het geloof aan de Zoon Gods, die ons heeft
liefgehad en zichzelf voor ons heeft overgeleverd"; en dan zal Christus
ons hoofd, die door het levend geloof in ons kwam en in onze harten woont, de
voltooier zijn van ons geloof.
b. De hoop
Maar zoals wij hier op aarde door het geloof God aanhangen
als de bron van de waarheid, zo verlangen wij ook naar Hem door de hoop als
naar de bron van redding, "in de verwachting van de zalige hoop en van
de openbaring der glorie van onze grote God." (Tit. 2, 13) Met het oog
op dit gemeenschappelijk verlangen naar het hemels rijk, zei Paulus: "Eén
lichaam en één Geest, zoals ge geroepen zijt in één hoop als bekroning van uw
roeping" (Ef. 4, 4).
c. De liefde tot God en tot Christus
"God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft
in God en God in hem." (1 Joh. 4, 16) God heeft ingesteld dat deze
liefde ervoor zorgt, dat Hij als het ware verplicht is uit wederliefde neer te
dalen in ons, die Hem beminnen, volgens het woord: "Indien iemand Mij
bemint,... zal ook de Vader hem beminnen, en Wij zullen tot hem komen en ons
verblijf bij hem nemen." (Joh. 14, 23) De liefde verenigt ons dus nauwer
dan enige andere deugd met Christus. Door haar hemelse gloed ontstoken hebben
vele kinderen van de Kerk met blijdschap voor Hem versmading verduurd en tot
aan hun laatste ademtocht en het vergieten van hun bloed alles, zegevierend
voor Hem verdragen. Daarom spoort Jezus ons aan: "Blijft in Mijn
liefde." En omdat de liefde leeg is, als zij zich niet toont en in zekere
zin werkelijkheid wordt door goede daden, daarom voegt Hij er onmiddellijk aan
toe: "Als gij Mijn geboden onderhoudt, zult ge in Mijn liefde blijven,
zoals ook Ik de geboden van Mijn Vader onderhouden heb en in Zijn liefde blijf."
(Joh. 15, 9)
ARTIKEL 3 - De naastenliefde
Aan deze liefde tegenover God en Jezus moet de liefde
tegenover onze naaste beantwoorden. Want hoe kunnen wij Jezus beminnen, indien
wij hen haten, die door Zijn kostbaar Bloed verlost zijn om ledematen te kunnen
worden van Zijn mystiek lichaam? Daarom vermaant Johannes ons: "Zo
iemand zegt: Ik heb God lief, maar zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Wie
zijn broeder niet bemint, die hij ziet, hoe kan hij God, die hij niet ziet,
liefhebben? En dit gebod hebben wij van God, dat wie God bemint, ook zijn
broeder moet beminnen." (1 Joh. 4, 20.21) Wij zullen meer met God en
Jezus verenigd zijn als wij inniger elkaars ledematen worden (Rom. 12, 5), voor
elkaar bezorgd zijn (1 Kor. 12, 25). Zoals het ook vast staat dat wij meer met
elkaar door liefde verbonden zullen zijn, als wij door vuriger liefde met God
en Jezus zijn verenigd.
ARTIKEL 4 - Christus omvat ons met oneindige
kennis en eeuwige liefde
Vóór het begin van de wereld heeft de eniggeboren Zoon van
God ons in Zijn eeuwige en oneindige kennis en liefde omhelsd. Om die liefde op
zichtbare wijze te openbaren, heeft Hij onze natuur in de hypostatische
vereniging aangenomen; zoals Maximus van Turijn bemerkt: "in Christus ons
eigen vlees ons liefheeft."
Deze liefdevolle kennis, waarmee vanaf het eerste ogenblik
van Zijn menswording Jezus ons omvatte, gaat onze menselijke geest te boven,
want door de zalige aanschouwing, die Hij in de schoot van de Moeder Gods reeds
genoot, staan alle ledematen van het mystieke lichaam Hem voortdurend en altijd
voor de geest, en omhelst Hij hen allen met Zijn heilbrengende liefde. In de
kribbe, aan het kruis, in de eeuwige heerlijkheid van de Vader omvat Christus
met Zijn kennis en liefde alle leden van de Kerk veel inniger dan een moeder
het kind in haar schoot of dat iemand zichzelf bemint.
ARTIKEL 5 - De Kerk: de volheid van Christus
De hele werking van de Heilige Geest in de zielen ook
moeten worden beschouwd als door Christus verricht. "Wie de Geest van
Christus niet heeft", zegt de Paulus, "behoort Hem niet toe:
maar zo Christus in u is,... leeft de geest omwille van de gerechtigheid."
(Rom. 8, 9.10)
ARTIKEL 6 - De inwoning van de Heilige Geest
Deze meedeling van de Geest, van Christus heeft tot gevolg,
dat alle gaven, deugden en charismata, in alle leden van de Kerk uitstromen en
in hen volgens de plaats, die zij in het mystieke lichaam van Jezus Christus
innemen, voortdurend tot grotere volmaaktheid komen. Hierdoor wordt de Kerk de
volheid en de aanvulling van Jezus en wordt Jezus in alles in de Kerk vervolledigd.
Hiermee komen wij aan de reden, waarom het mystieke hoofd
(Jezus) en de Kerk (de andere Christus die hier op aarde Zijn plaats inneemt),
één nieuwe mens vormen en in wie bij de voortzetting van het verlossingswerk
van het kruis hemel en aarde worden verenigd: nl. Jezus Christus, hoofd en
lichaam, de gehele Christus.
a. Het begrip van deze leer
Het begrip van deze leer over onze eenheid met Jezus en de
inwoning van de H. Geest in de zielen wordt bemoeilijkt door de zwakheid van
onze geest.
b. Het gaat over een geheim. De ware methode
Het gaat hier over een verborgen geheim, dat wij op aarde
nooit volledig kunnen doorgronden. De goddelijke Personen wonen in de ziel;
maar de wijze waarop dit gebeurt, gaat alle natuur te boven. Paus Leo XIII
heeft, toen hij sprak over onze vereniging met Christus en over de inwoning van
de H. Geest in onze zielen, de ogen gericht op de hemelse aanschouwing, waarin
deze geheimzinnige vereniging eenmaal haar volkomen en volmaakte vervulling zal
vinden. "Deze wonderbare verbondenheid, die inwoning genoemd wordt,
verschilt alleen in toestand van die, waardoor God de zaligen in de hemel
omsluit."
Die aanschouwing zal ons, wanneer de ogen van onze geest in
de Hemel zijn versterkt, in staat stellen op onuitsprekelijke wijze de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest te aanschouwen en getuigen te zijn van het
voortkomen van de goddelijke Personen, en zij zal ons vervullen met een vreugde,
die het geluk uitmaakt van de allerheiligste Drie-eenheid.
ARTIKEL 7 - De Eucharistie: teken van eenheid
De innige vereniging van het mystiek lichaam van Christus
met het Hoofd zou niet volledig zijn als we de H. Eucharistie niet zouden
vernoemen, waardoor deze vereniging op aarde haar hoogtepunt bereikt.
Jezus heeft gewild dat deze band, die ons met elkaar en met
ons goddelijk Hoofd verenigt, op bijzondere wijze aan de gelovigen zou worden
aangeduid door het eucharistisch offer. Want daar nemen de bedienaars de plaats
in van Jezus en van heel het mystieke lichaam en van de afzonderlijke
gelovigen; en de gelovigen zelf, in gemeenschap van verlangens en gebeden innig
met de priester verbonden, dragen daar door diens handen aan de eeuwige Vader
het onbevlekte Lam op, dat door de woorden van de priester alleen op het altaar
tegenwoordig is als een welgevallig offer van lof en verzoening voor de noden
van geheel de Kerk. En evenals onze goddelijke Verlosser, stervend aan het
kruis, Zichzelf als het hoofd van geheel het menselijk geslacht aan de eeuwige
Vader heeft opgedragen, zo draagt Hij "in deze reine offerande"
(Mal. 1, 11) aan de Vader niet alleen Zichzelf op als hoofd van de Kerk, maar
in Zich ook Zijn mystieke ledematen, die Hij allen, zelfs de zwaksten en
gebrekkigsten, liefdevol in Zijn hart sluit.
Het sacrament van de Eucharistie biedt een afbeelding van
de eenheid der Kerk - het brood, dat wordt geconsacreerd, wordt uit vele
graankorrels tot één, schenkt ons de oorsprong zelf van de hemelse genaden,
opdat wij uit Hem die liefdesgeest zouden putten, waardoor wij niet langer ons
eigen leven, maar dat van Christus leven, en in alle leden van Zijn
maatschappelijk lichaam Jezus zelf beminnen.
Als er in onze tijd velen zijn, die Christus, de onder de
eucharistische gedaanten verborgen Heer, zo trouw aanhangen, dat noch kwelling,
noch benauwdheid, noch honger of naaktheid, noch gevaren of vervolging of het
zwaard hen van Zijn liefde kunnen scheiden, dan zal ongetwijfeld de heilige
Tafel, ook de bron van kracht kunnen worden, die christelijke helden kan
verwekken en voeden.
HOOFDSTUK 1 - Dwalingen in verband met het
geestelijk leven
ARTIKEL 1 - Vals mysticisme
Er is een dwaling die erin bestaat dat er mensen zijn die
Jezus en de leden van de Kerk tot één fysieke persoon laten versmelten; en door
aan de mensen goddelijke eigenschappen toe te kennen maken zij Jezus onderhevig
aan menselijke dwalingen en geneigdheid tot het kwaad. Deze bedrieglijke leer
is in strijd met het katholiek geloof en de opvatting van Paulus die, hoewel
hij Christus en Zijn mystiek lichaam in een wondere verbinding samenbrengt,
beiden toch ook tegenover elkaar stelt als de bruidegom tegenover de bruid.
ARTIKEL 2 - Vals quiëtisme
Nog een dwaling is dat het hele geestelijk leven van de
christenen en hun vooruitgang in de deugd uitsluitend aan de werking van de
goddelijke Geest wordt toegeschreven, met verwaarlozing en uitsluiting van de
door ons te geven medewerking, die met de genade moet samengaan en haar als het
ware behulpzaam zijn. Natuurlijk is de H. Geest de enige bron waaruit alle
hemelse kracht stroomt in de Kerk en haar leden. Want, zoals de psalmist zegt:
"Genade en glorie geeft de Heer." (Ps. 83, 12) Maar dat de
mensen in de werken van heiligheid standvastig volharden, dat zij opgewekt
vooruitgaan in genade en deugd, dat zij eigenlijk niet alleen zelf met alle
kracht streven naar de top der christelijke volmaaktheid, maar ook anderen
zoveel mogelijk daartoe opwekken, dat alles wil de H. Geest slechts bewerken,
als ook de mensen dagelijks hun deel bijdragen. Ambrosius zegt: "God geeft
Zijn weldaden niet aan de slapers, maar aan de waakzamen."
Want als in ons sterfelijk lichaam de ledematen ontwikkeld
worden door onafgebroken oefening, dan is dit nog veel meer het geval in het
maatschappelijk lichaam van Jezus Christus, waarin ieder lid zijn eigen
vrijheid, verantwoordelijkheid en taak heeft. Paulus zegt: "Ik zelf
leef niet meer, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2, 20) en verzekert:
"Gods genade is in mij niet ijdel geweest, maar meer dan zij allen heb ik
gezwoegd; maar niet ik, maar de genade Gods met mij." (1 Kor.
15, 10)
ARTIKEL 3 - Dwalingen omtrent de biecht
Ook een dwaling is dat men geen grote waarde moet hechten
aan de veelvuldige biecht van dagelijkse zonden, omdat het belangrijker is de
algemene belijdenis van zonden, die de Kerk iedere dag verricht bij monde van
de priesters, als dezen het altaar gaan bestijgen. Wij willen dat allen, om vooruitgang
op het pad der deugd te boeken, dat door ingeving van de Heilige Geest in de
Kerk ingevoerde gebruik van de veelvuldige biecht zeer ter harte nemen. Want
daardoor groeit de echte zelfkennis, neemt de christelijke nederigheid toe,
wordt het zedenbederf uitgeroeid, wordt weerstand geboden aan nalatigheid en
lauwheid, wordt het geweten gelouterd en de wil gesterkt; daardoor vinden de
zielen een heilzame leiding en wordt de genade uit kracht van het sacrament
zelf vermeerderd.
ARTIKEL 4 - Dwalingen omtrent het gebed
a. Omtrent privaat en openbaar gebed
Sommigen zeggen dat de smeekbeden, die ieder persoonlijk
tot God richt, van weinig belang zijn, daar werkelijke kracht alleen toekomt
aan de openbare, in naam van de Kerk verrichte gebeden, die komen van Christus'
mystiek lichaam. Ten onrechte: want Jezus is niet alleen met Zijn Kerk innig
verenigd, maar in haar ook met de ziel van iedere gelovige, met wie Hij vurig
verlangt zich, vooral na de H. Communie, intiem te onderhouden. En hoewel het
openbaar gebed, als uitgaand van onze moeder de Kerk, krachtens de verheven
waardigheid van de bruid van Christus iedere andere wijze van bidden overtreft,
toch zijn ook alle andere, zelfs de meest individuele gebeden niet zonder
waardigheid en kracht, en dragen ook zij bij tot het welzijn van het gehele
mystieke lichaam. Het is ook de afzonderlijke mensen, omdat zij leden zijn van
het mystieke lichaam, niet verboden, voor zichzelf bijzondere, ook tijdelijke,
gunsten te vragen, als zij daarbij de aan de goddelijke wil verschuldigde
onderwerping in acht nemen; zij blijven zelfstandige personen, ieder met zijn
eigen behoeften.
b. Omtrent het gebed tot Christus
Ten slotte zijn er, die zeggen, dat onze gebeden gericht
moeten zijn niet tot de persoon van Jezus Christus, maar door Christus tot de
eeuwige Vader, omdat onze Zaligmaker als hoofd van Zijn mystiek lichaam
uitsluitend als "middelaar van God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)
moet worden beschouwd. Maar Christus is Hoofd van de Kerk volgens de beide
naturen tezamen; en bovendien heeft Hijzelf verzekerd: "Als ge Mij iets
vraagt in Mijn naam, dan zal Ik het doen." (Joh. 14, 14) En hoewel
vooral in het eucharistisch offer de gebeden over het algemeen worden gericht
tot de eeuwige Vader door Zijn eniggeboren Zoon - omdat Christus daar tegelijk
priester en offer is en op bijzondere wijze de rol van middelaar vervult -,
toch bidt de Kerk ook in het misoffer zelf, tot Jezus. Het moet voor alle
gelovigen vaststaan, dat de mens Christus zelf de Zoon Gods, God zelf is. En
terwijl zo de strijdende Kerk het vlekkeloze Lam en de heilige Hostie aanbidt,
antwoordt zij als het ware op de stem van de zegepralende Kerk, die zonder
ophouden zingt: "aan Hem, die zetelt op de troon, en aan het Lam zij
lof, en eer en glorie en macht in de eeuwen der eeuwen." (Openb. 5, 13)
HOOFDSTUK 2 - Opwekking tot liefde tegenover de
Kerk
We willen in de harten liefde opwekken om dit mystieke
lichaam te beminnen met brandende liefde, die zich door gevoelens en woorden,
maar ook door daden uit. Wij moeten ons verheugen omdat wij in de stad wonen,
die uit levende en uitgelezen stenen is gebouwd op de heilige berg en "waarvan
Christus Jezus de hoeksteen is." (Ef. 2, 20)(1 Pt. 2, 4.5) Want niets
is roemrijker dan deel te hebben aan de heilige, katholieke, apostolische en
roomse Kerk en zo ledematen te worden van dat éne lichaam en geleid te worden
door Jezus; vervuld te worden door de H. Geest en ten slotte met de éne leer en
het éne Brood der engelen te worden gevoed, totdat wij eenmaal genieten van de
énige eeuwige zaligheid in de hemel.
ARTIKEL 1 - Onze liefde zij echt
Maar opdat wij niet misleid worden door de engel der
duisternis, die zich vermomt als een engel des lichts, moet het de hoogste wet
van onze liefde zijn, dat wij de bruid van Christus beminnen, zoals Christus
haar heeft gewild en door Zijn bloed verworven. Dus moeten niet alleen de sacramenten
ons kostbaar zijn, waarmee onze liefdevolle moeder de Kerk ons voedt; niet
alleen de plechtigheden, waarmee zij ons troost en verblijdt, en de heilige
gezangen en liturgische diensten, waardoor zij onze geesten ten hemel verheft;
maar ook de zogenaamde sacramentaliën en die verschillende oefeningen van
godsvrucht, waardoor zij zo verkwikkend de zielen der gelovigen van Christus'
Geest doordringt en vertroost. En het is niet alleen onze plicht als kinderen
haar moederlijke liefde te beantwoorden, maar ook het gezag te eerbiedigen, dat
zij van Christus heeft ontvangen.
Wij moeten dus gehoorzamen aan haar wetten en aan haar
zedelijke voorschriften, ook al zijn deze soms hard voor onze natuur, die haar
oorspronkelijke onschuld heeft verloren; wij moeten het weerspannige lichaam,
dat wij meedragen, door vrijwillige kastijding bedwingen. Wij worden zelfs
aangespoord ons soms te onthouden ook van aangename en geoorloofde dingen.
ARTIKEL 2 - Wij moeten in de Kerk Christus zien
Vooral in de lijdende ledematen; waardig protest tegen een
afschuwelijke praktijk
Wij moeten er een gewoonte van maken in de Kerk Christus
zelf te zien. Want Christus is het, die in Zijn Kerk leeft, die ons door haar
onderricht, bestuurt en heiligt; het is ook Christus, die Zich in Zijn
verschillende maatschappelijke ledematen op verschillende wijze openbaart.
Wanneer alle gelovigen ijveren, werkelijk uit deze geest van levendig geloof te
leven, zullen zij niet alleen aan de hogere leden van dit mystieke lichaam eerbied
en volgzaamheid bewijzen, vooral aan hen die aan Jezus eenmaal rekenschap af te
leggen hebben over onze zielen; maar dan zullen zij ook hart hebben voor de
zwakkeren, gewonden en zieken, die aan natuurlijk of hemels medicijn behoefte
hebben; de kinderen, wier onschuld heden tegenwoordig aan gevaar is
blootgesteld, en wier zielen zo kneedbaar als was zijn; de armen ten slotte, in
wie wij bij de hulp, die wij hun bieden, met grote liefde de persoon van
Christus zelf moeten zien.
Paulus zegt hierover: "De leden van het lichaam,
die het zwakste schijnen, zijn het meest noodzakelijk; en die ledematen, die in
ons lichaam schijnbaar minder edel zijn, bekleden wij met meer luister."
(1 Kor. 12, 22.23) Deze ernstige woorden menen wij in het bewustzijn van de
hoge taak, die op ons rust, nu te moeten herhalen, nu wij met diepe droefheid
zien, hoe lichamelijk misvormden, geesteszieken en met erfelijke kwalen
belasten, soms als een ondraaglijke last voor de gemeenschap, van het leven
worden beroofd, en nu wij dit door sommigen horen aanprijzen als een nieuwe
vinding van menselijke vooruitgang. Maar welk verstandig mens ziet niet, dat
dit niet alleen lijnrecht in strijd is met de natuurlijke en goddelijke wet die
in aller harten is geschreven, maar ook met alle gevoelens van hogere
menselijkheid? Het bloed van deze ongelukkigen, die, juist omdat zij dieper
medelijden verdienen, aan onze Verlosser het meest dierbaar zijn, "roept
van de aarde tot God."
Christus heeft zijn leden ook nodig. En wel op de eerste
plaats omdat de Paus, om niet onder de last van zijn herderlijk ambt te
bezwijken, op anderen een deel van zijn zorgen moet overdragen en dagelijks
ondersteund moet worden door het gezamenlijk gebed van heel de Kerk. Bovendien
wil Jezus door de leden van Zijn mystiek lichaam geholpen worden in de
uitvoering van Zijn verlossingswerk. Dit omdat Hij zelf tot meerdere eer van
Zijn ongerepte bruid het zo heeft beschikt. Al heeft Hij door Zijn dood aan het
kruis de onmetelijke schat der Verlossing aan Zijn Kerk geschonken, bij de
uitdeling van die schat vraagt Hij niet alleen de medewerking van Zijn
onbesmette bruid tot het werk der heiliging, maar wil Hij zelfs, dat haar
werking er op zekere wijze de oorsprong van vormt. Waarlijk een te overwegen geheim:
dat namelijk het heil van velen afhangt van de gebeden van de leden van het
mystieke lichaam van Jezus Christus en van de vrijwillige verstervingen, die
zij tot dit doel op zich nemen, en ook van de medewerking van de herders en de
gelovigen, vooral ook van de vaders en moeders in hun gezin! Zij moeten allen
Jezus behulpzaam zijn.
d. Op grond van hun gelijkvormigheid
Er is een gelijkvormigheid tussen hoofd en lichaam: zij
zijn van eenzelfde natuur. Hoewel onze natuur lager staat dan die van de
engelen, zij toch door Gods goedheid de natuur van de engelen te boven gaat:
"Christus is het Hoofd van de engelen, want Christus is Heer van de
engelen, ook volgens Zijn mensheid... Eveneens omdat Hij ook als mens de
engelen verlicht en invloed op hen uitoefent. Wat echter de gelijkvormigheid
van natuur betreft, is Christus niet het Hoofd van de engelen, daar Hij niet
hun natuur heeft aangenomen, maar - volgens de Apostel - het zaad van
Abraham."
En Christus heeft niet alleen onze natuur aangenomen, maar
is ook onze bloedverwant geworden in een broos, lijdelijk en sterfelijk
lichaam. Maar indien Jezus "zichzelf ontledigd heeft, de gedaante van
een slaaf aannemend" (Fil. 2, 7), dan heeft Hij dit ook gedaan om Zijn
broeders naar het vlees deelgenoten te maken van Zijn goddelijke natuur, zowel
in deze aardse ballingschap door de heiligmakende genade, als in het hemels
vaderland door het bereiken van de eeuwige zaligheid. Daarom wilde de Eniggeborene
van de eeuwige Vader de Mensenzoon zijn, opdat wij gelijkvormig zouden worden
aan het beeld van Gods Zoon, en vernieuwd zouden worden volgens het beeld van
Hem, die ons geschapen heeft.
Heiligmakende genade (wikipedia) : Rooms-katholieke theologen
onderscheiden verscheidene vormen van genade; de voornaamste zijn: de
heiligmakende genade en de actuele genade.
Heiligmakende genade is
het goddelijke leven dat onze ziel binnenstroomt als God ons rechtvaardig
verklaart (ons onze zonden niet toerekent); dat gebeurt meestal bij de
doop. Heiligmakende genade verandert de zondaar door de Geest in een kind
van God. Deze genade blijft werkzaam in onze ziel, tenzij wij door een doodzonde
God verwerpen. God is echter oneindig barmhartig en de heiligmakende genade
kan dan ook weer hersteld worden door het sacrament van de absolutie (de
biecht).
Actuele genade
komt in de vorm van gaven die je in bepaalde omstandigheden nodig hebt.
Het doel van actuele genade is om de heiligmakende genade daar werkzaam te
laten zijn waar ze eerder niet was, en ze te laten blijven waar ze reeds
werkzaam is.
Zowel heiligheid als het zijn van een
kind van God zijn geheel afhankelijk van de heiligmakende genade. Wanneer men
zonder verdere toevoeging van genade spreekt, bedoelt men heiligmakende genade.
Allen dus, die er zich op beroemen christen te zijn, moeten
niet alleen in onze goddelijke Zaligmaker het verheven en volmaaktste voorbeeld
van alle deugden zien, maar Zijn leer en leven door het zorgvuldig vluchten van
de zonde en de ijverige beoefening van de heiligheid zó in hun gedrag
uitdrukken, dat zij, als de Heer zal verschijnen, Hem gelijk worden in glorie,
doordat zij Hem zien zoals Hij is.
Zoals Christus verlangt, dat de afzonderlijke ledematen op
Hem gaan gelijken, zo wenst Hij dit ook van het gehele lichaam der Kerk. Dit gebeurt,
als zij bestuurt en het goddelijk offer opdraagt. Bovendien beeldt zij door de
evangelische raden de armoede, gehoorzaamheid en maagdelijkheid van de
Verlosser in zich uit. Door de vele instellingen die de Kerk heeft, geeft zij
Christus weer, zoals Hij op de berg in beschouwing bad, predikte tot het volk,
zieken en ongelukkigen genas en zondaren tot een beter leven bekeerde of zoals
Hij voor allen goeds deed. Zij lijdt, zolang zij hier op aarde verblijft, in
navolging van Christus vervolgingen, kwellingen en pijnen.
e. Op grond van Zijn volheid
Christus moet ook als Hoofd van de kerk worden beschouwd,
omdat Hij met de volheid en de volmaaktheid der hemelse goederen is uitgerust,
en Zijn mystiek lichaam uit deze volheid put. Zoals het hoofd van ons
sterfelijk lichaam drager is van alle zintuigen, terwijl de overige delen van
ons stoffelijk wezen slechts van de tastzin zijn voorzien, zo ook schitteren
alle deugden, die men in de christengemeenschap kan vinden, alle gaven en
charismata in haar Hoofd Christus. "In Hem heeft de ganse volheid van
God willen wonen." (Kol. 1, 19) Hij is gezalfd met die hemelse gaven,
die de hypostatische vereniging met zich meebrengt; in Hem toch woont de
Heilige Geest met een genadevolheid, die niet groter gedacht kan worden.
De hypostatische
vereniging : is de term die gebruikt wordt om te beschrijven hoe God de Zoon,
Jezus Christus, een menselijke gedaante aannam, maar toch tegelijkertijd
volledig God bleef. Jezus was altijd al God geweest (Joh 8:58; 10:30), maar
tijdens de incarnatie nam Jezus een menselijke vorm aan Hij werd een
menselijk wezen (Joh 1:14). De toevoeging van de menselijke aard aan de
Goddelijke aard is Jezus, de Godmens. Dit is de hypostatische vereniging, Jezus
Christus, één Persoon, volledig God en volledig mens.
Deze twee aspecten van Jezus, menselijk en Goddelijk, zijn onafscheidelijk.
Jezus zal voor altijd de Godmens zijn, volledig God en volledig mens, twee
verschillende naturen in één Persoon. De menselijkheid en de Goddelijkheid van
Jezus zijn niet gemengd, maar verenigd zonder de afzonderlijke identiteiten te
verliezen. Jezus ging soms te werk binnen de begrenzingen van de mensheid (Joh
4:6; 19:28) en soms in de macht van Zijn Godheid (Joh 11:43; Matt 14:18-21). In
beide gevallen kwamen de daden van Jezus voort uit Zijn ene Persoonlijkheid.
Jezus had twee naturen, maar was slechts één persoon of persoonlijkheid.
De leer van de hypostatische vereniging is een poging om uit te leggen hoe
Jezus tegelijkertijd zowel God als mens kon zijn. Maar uiteindelijk is het een
doctrine die wij nooit volledig zullen kunnen begrijpen. Het is voor ons
onmogelijk om volledig te bevatten hoe God te werk gaat. Wij zijn beperkte
menselijke wezens en kunnen niet verwachten dat wij een oneindige God kunnen
begrijpen. Jezus is Gods Zoon omdat Hij door de Heilige Geest werd verwekt (Lucas
1:35). Maar dat betekent niet dat Jezus niet bestond voordat Hij verwekt werd.
Jezus heeft altijd al bestaan (Joh 8:58; 10:30). Toen Jezus verwekt werd, werd
Hij een menselijk wezen, naast het feit dat Hij al God was (Joh 1:1, 14).
Jezus is zowel God als mens. Jezus is altijd God geweest, maar Hij werd pas een
menselijk wezen toen Hij in Maria werd verwekt. Jezus werd een menselijk wezen
zodat Hij zich met onze beproevingen kon identificeren (Hebr 2:18), maar nog
belangrijker zodat Hij aan het kruis kon sterven om de straf voor onze zonden
te betalen (Fil 2:5-11). Samengevat leert de hypostatische vereniging ons dat
Jezus volledig menselijk én volledig Goddelijk is, dat er geen vermenging of
verzwakking van één van deze naturen bestaat, en dat Hij voor eeuwig één verenigd
Persoon is. (www.gotquestions.org)
Jezus heeft "de macht over alle vlees";
overvloedig zijn in Hem aanwezig "alle schatten van wijsheid en
wetenschap." (Kol. 2, 3) Ook de kennis, die men de Godsaanschouwing
noemt, bezit Hij in zo hoge mate, dat zij de kennis van alle heiligen
overtreft. En ten slotte, Hij is zo vol van genade en waarheid, dat wij allen
uit Zijn onuitputtelijke volheid ontvangen.
f. Op grond van Zijn inwerking
Zoals er vanuit het hoofd naar alle ledematen van ons
lichaam zenuwen uitgaan, die hun de kracht om te voelen en zich te bewegen
overbrengen, zo doet ook Jezus Zijn sterkte en kracht in de Kerk overgaan, en
stelt de christengelovigen in staat het goddelijke helderder te kennen en
vuriger na te streven. Uit Hem ontvangt het lichaam van de Kerk alle licht,
waardoor de gelovigen op goddelijke wijze worden verlicht, en iedere genade,
waardoor zij heilig worden, zoals Hij zelf heilig is.
Christus verlicht Zijn gehele Kerk; dit blijkt werkelijk
uit bijna ontelbare plaatsen van de H. Schrift en van de heilige Vaders.
"Niemand heeft God ooit gezien: de eniggeboren Zoon, die in de schoot van
de Vader is, Hij zelf heeft Hem verkondigd." De Leraar, van God gekomen om
getuigenis te geven van de waarheid, heeft de jonge apostolische Kerk zo met
Zijn licht overstraald, dat Petrus uitriep: "Heer, tot wie zullen wij
gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven." (Joh. 6, 68) De evangelisten
stonden Christus zo uit de hemel bij, dat zij als Zijn ledematen, neerschreven
wat hun door ingeving van het Hoofd werd meegedeeld.
En ook heden is Hij voor ons, die in deze aardse
ballingschap verblijven, de bewerker van het geloof, zoals Hij er de voltooier
van zal zijn in de Hemel. Hij is het, die de gelovigen het licht van het geloof
instort; Hij is het, die op hemelse wijze de herders en leraars, op de eerste
plaats de Paus op aarde, met hemelse gaven van wetenschap, verstand en wijsheid
verrijkt, opdat zij de schat van het geloof trouw bewaren, krachtig verdedigen,
godvruchtig en ijverig verklaren en bevestigen; Hij is het die op onzichtbare
wijze de concilies van de Kerk voorzit en voorlicht.
Christus is de oorsprong en de bewerker van de heiligheid.
Er kan geen enkele tot heil strekkende daad worden gesteld, die niet in Hem
haar oorsprong heeft. "Zonder Mij", zo zei Hij, "kunt gij niets
doen."
Als wij, door droefheid en berouw over onze zondeschuld
bewogen, ons tot God bekeren, is het steeds Zijn kracht, die ons daartoe
brengt. Genade en glorie ontspringen aan Zijn onuitputtelijke volheid. Vooral
de voornamere leden van Zijn mystiek lichaam overstelpt Jezus onophoudelijk met
gaven van raad, sterkte, vrees en godsvrucht, opdat het gehele lichaam van dag
tot dag steeds groeit in heiligheid en ongereptheid. En wanneer de sacramenten
van de Kerk met uitwendig ritueel worden toegediend, verwekt Hij zelf hun
vrucht in de zielen.
Hij voedt ook de gelovigen met Zijn eigen Lichaam en Bloed
en bedaart daardoor de hartstochten van de ziel. Hij is het, die daardoor de
genaden vermeerdert en de toekomstige heerlijkheid van de zielen en de lichamen
voorbereidt. De uitdeling van al die schatten van goddelijke goedheid aan de
leden van Zijn mystiek lichaam moet aan Hem toegeschreven worden omdat Hij ze
als eucharistisch offer op aarde en als verheerlijkt slachtoffer in de hemel
van Zijn eeuwige Vader afsmeekt door het tonen van Zijn wonden en het aanbieden
van Zijn gebeden. Hij bepaalt ook voor de afzonderlijke mensen de afzonderlijke
genaden "volgens de maat, die Christus heeft toegemeten" (Ef.
4, 7). Hij kiest ze voor hen uit en deel ze uit. Waaruit volgt, dat uit Jezus,
"het ganse lichaam, samengevoegd en samengehouden door de steun van
ieder gewricht en door de eigen werking van ieder lichaamsdeel, zijn eigen
groei voltooit in liefde." (Ef. 4, 16)
ARTIKEL 3 - Christus "Instandhouder"
van het lichaam
Het maatschappelijk lichaam van de Kerk draagt de naam van
Christus, omdat Jezus de gemeenschap die Hij heeft gesticht, zelf op goddelijke
wijze in stand houdt.
Zoals Bellarminus opmerkt, moet men de benaming
"lichaam van Christus" niet alleen daaruit verklaren, dat Christus
het Hoofd van Zijn mystiek lichaam moet worden genoemd, maar ook hieruit, dat
Hij zó de Kerk in stand houdt en zó tot op zekere hoogte in de Kerk leeft, dat
zij als het ware een andere Christus is. Dit wordt ook bevestigd door Paulus,
als hij aan de Korintiërs schrijvend, zonder er iets bij te voegen, de Kerk
"Christus" noemt, in navolging van Jezus zelf, die hem, toen hij de
Kerk vervolgde, vanuit de hemel had toegeroepen: "Saulus, Saulus,
waarom vervolgt gij Mij?" (Hand. 9, 4)(Hand. 22, 7)(Hand. 26, 14) Paulus
noemt zelfs meerdere malen de Kerk "Christus" en het is u ook niet
onbekend wat Augustinus heeft gezegd: "Christus predikt Christus."
a. Op grond van de juridische zending
De eenheidsband, waarmee Jezus een bepaalde menselijke
natuur heeft aangenomen, strekt zich niet tot de hele Kerk uit; maar zij vindt
hierin haar grond, dat Jezus de goederen, die Hem het meest eigen zijn, op
zodanige wijze aan Zijn Kerk meedeelt, dat zij in heel haar levenswijze, zowel
de zichtbare als de verborgene, het beeld van Christus zo volmaakt mogelijk
uitdrukt. Want door de zogenaamde juridische zending, waarmee Jezus de
apostelen in de wereld heeft gezonden, zoals Hij zelf door de Vader gezonden
was, is Hij het zelf, die door middel van de Kerk doopt, onderwijst, bestuurt, ontbindt,
bindt, opdraagt en offert.
b. Op grond van de Geest van Christus
Bovendien laat Christus de Kerk leven van Zijn verheven
leven, doordringt Hij heel Zijn lichaam met Zijn goddelijke kracht, en voedt en
draagt Hij de afzonderlijke ledematen overeenkomstig de plaats, die zij in het
lichaam innemen, ongeveer op dezelfde wijze als de wijnstok de met hem
verbonden ranken voedt en vruchtbaar maakt.
Wanneer wij dit door Christus geschonken goddelijk beginsel
van leven en kracht aandachtig beschouwen, want het is de bron van iedere
geschapen gave en genade, zullen wij inzien, dat het de Heilige Geest is, die
van de Vader en de Zoon voortkomt, en die op bijzondere wijze "de Geest
van Christus" of "de Geest van de Zoon" wordt genoemd.
(Rom. 8, 9)(2 Kor. 3, 17)(Gal. 4, 6) Met deze Geest van genade en waarheid heeft
Jezus reeds in de ongerepte schoot van de heilige Maagd Zijn ziel gezalfd; deze
Geest vindt Zijn welbehagen in de zegenrijke ziel van Jezus te wonen. Christus
heeft op het kruis door het vergieten van Zijn Bloed deze Geest verdiend. Deze
Geest heeft Jezus aan de Kerk geschonken om de zonden te vergeven.
Alleen Christus heeft deze Geest zonder beperking ontvangen.
En de Geest werd aan de leden van het mystieke lichaam geschonken uit de
volheid van Christus, volgens de maat, die Christus heeft toebedeeld.
En nadat Christus op het kruis is verheerlijkt, werd Zijn
Geest overvloedig over de Kerk uitgestort, opdat zij en haar afzonderlijke
leden steeds meer aan Jezus gelijkvormig zouden worden. Het is de Geest van
Christus, die ons tot aangenomen kinderen van God maakte, opdat wij eens "met
ongesluierd gelaat de heerlijkheid des Heren aanschouwen, en steeds heerlijker
in Zijn beeld herschapen worden."
c. De Geest is de ziel van het mystieke lichaam
Alle delen van het lichaam worden zowel met elkaar als met
hun hoofd verbonden door de H. Geest van Jezus, omdat Hij helemaal in het hoofd
is, helemaal in het lichaam en in alle ledematen. Hij is in hen aanwezig en
staat hen bij. Hij moet beschouwd worden als degene, die door Zijn hemelse
levensadem in alle delen van het lichaam de aanzet is van iedere daad, die leven
geeft en heiligmakend is. Hij is het die de Kerk door de werking van Zijn
genade steeds nieuwe groei schenkt. "Wij stellen vast dat Christus wel het
hoofd is van de Kerk maar dat de Heilige Geest haar ziel is."
Die levenskracht zien we in de geschapen uitwerkingen die
eruit voortvloeien, dan zien we dat Jezus met Zijn Geest de schenker is van
hemels licht en bewerker van heiligheid en dat die worden aan de Kerk
meegedeeld. De Kerk kan dan net als haar leden de uitspraak van Paulus op
zichzelf toepassen: "Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij."
(Gal. 2, 20)
ARTIKEL 4 - Christus "Zaligmaker" van
de Kerk
Paulus zegt dat "Christus het hoofd is van de Kerk:
Hij is de Verlosser van Zijn lichaam." (Ef. 5, 23) Met deze woorden
wordt de laatste reden aangegeven, waarom het lichaam van de Kerk naar Christus
wordt genoemd. Want Christus is de goddelijke Redder van dit lichaam. Hij werd
namelijk door de Samaritanen "de Verlosser van de wereld" (Joh.
4, 42) genoemd. Jezus is de Zaligmaker van allen, maar vooral van de gelovigen.
Meer dan de anderen heeft Hij Zijn ledematen, die de Kerk vormen, door Zijn
Bloed gewonnen.
De Kerk vond op het kruis haar oorsprong en Christus schenkt
het licht en bewerkt de heiligheid door Zijn mystiek lichaam, en houdt Zijn
mystiek lichaam in stand. Wat Jezus heeft begonnen aan het kruis, voltrekt Hij
eeuwig en onophoudelijk in hemelse zaligheid. Augustinus zegt hierover:
"Ons Hoofd, spreekt voor ons ten beste; sommige ledematen neemt Hij op,
andere kastijdt Hij, andere reinigt Hij, andere troost Hij, andere schept Hij,
andere roept Hij, weer andere roept Hij terug, andere verbetert Hij, andere
neemt Hij weer in het lichaam op." Wij moeten enkel onze medewerking
verlenen.
HOOFDSTUK 3 - De Kerk is het
"mystieke" lichaam van Christus
a. Meer dan één reden voor deze traditionele benaming
Het lichaam van Christus, dat de Kerk is, moet mystiek worden
genoemd. Er zijn meerdere redenen, waarom dit woord gebruikt moet worden;
hierdoor kan men het maatschappelijk lichaam van de Kerk, waarvan Christus
hoofd en bestuurder is, onderscheiden van Zijn fysiek lichaam, dat, geboren uit
de maagdelijke Moeder Gods, nu aan de rechterhand van de Vader zetelt en zich
verbergt onder de sluier van de Eucharistie.
b. Mystiek lichaam en fysiek lichaam
In een natuurlijk lichaam hebben de afzonderlijke delen
geen eigen zelfstandigheid, maar in het mystieke lichaam worden de ledematen onderling
zo verbonden dat allen hun eigen persoonlijkheid behouden. Daarbij komt nog dat
in ieder levend fysiek lichaam alle afzonderlijke ledematen uiteindelijk op het
welzijn van het geheel zijn gericht. Maar alle sociale mensengemeenschapen zijn
uiteindelijk gericht op het voordeel van alle leden en van ieder lid
afzonderlijk, want het zijn personen. Zoals Jezus uit de Hemel neerdaalde om
ons eeuwig heil, heeft Hij ook het lichaam van de Kerk gesticht en met de H.
Geest verrijkt om onze redding te verzekeren en die van onze onsterfelijke
ziel, volgens de woorden van Paulus: "Alles is het uwe; maar gij
behoort aan Christus, en Christus aan God." (1 Kor. 3, 23). Want zoals
de Kerk tot redding van de gelovigen is gevormd, is zij ook bestemd tot eer van
God en van Jezus, die Hij heeft gezonden.
c. Mystiek lichaam en goddelijke geest
Wanneer wij het mystiek lichaam vergelijken met een moreel
lichaam, is er een onderscheid. Het morele lichaam heeft enkel de
gemeenschappelijke samenwerking van allen tot doel onder leiding van het
maatschappelijk gezag. In het mystiek lichaam voegt zich bij dit samenstreven
nog een ander inwendig beginsel van hemelse orde nl. de goddelijke Geest dat
"heel de Kerk vervult en één maakt."
d. Wat de benaming mystiek lichaam ons zegt
De kerk bestaat niet alleen uit sociale en juridische
elementen, maar zij is verhevener dan alle andere menselijke gemeenschappen.
Het is de Geest van Jezus die als bron van de genaden, gaven en alle charismata
de kerk voor altijd en op innigste wijze vervult en in haar werkt. Zoals ook ons
sterfelijk lichaam een bewonderenswaardig werk van de Schepper is, maar toch
ver achterstaat in vergelijking met onze ziel, is ook de maatschappelijke
structuur van de christengemeenschap van lagere orde in vergelijking met de
geestelijke gaven, waarmee de Kerk is uitgerust en met de goddelijke bron van
deze gaven.
e. Twee valse voorstellingen omtrent de Kerk worden afgewezen
Degenen die de Kerk aannemen als een verborgen en
onzichtbare Kerk verkeren in ernstige dwaling, en eveneens degenen die de Kerk
beschouwen als een menselijke instelling die geen deel heeft aan het hemels
leven.
Christus, het hoofd en voorbeeld van de Kerk, is "niet
volledig, als men in Hem slechts de zichtbare natuur beschouwt...., of enkel in
de goddelijke onzichtbare natuur..., want Hij is één in beide naturen... en zo
is het ook in Zijn mystiek lichaam.
f. Rechtskerk en liefdeskerk
We veroordelen ook de dwaling van hen, die zich een vals
droombeeld van de Kerk vormen: een gemeenschap uit liefde geboren en door
liefde gevoed, die volgens hen in tegenstelling staat met die andere, welke zij
de rechtskerk noemen. Jezus heeft juist gewild dat de Kerk met alle juridische
en sociale elementen is toegerust. De eeuwige Vader wilde dat zij "het
rijk van de Zoon Zijner liefde" (Kol. 1, 13) zou zijn; maar dan toch een
rijk, waarin alle gelovigen een volledige onderwerping van verstand en wil
zouden beoefenen, en zich in de geest van nederige gehoorzaamheid zouden
gelijkvormig maken aan Hem, die voor ons "gehoorzaam geworden is tot de
dood" (Fil. 2, 8).
Er is geen tegenstelling tussen de zending van de Heilige
Geest en het juridisch ambt van de herders en leraren, dat zij van Christus
hebben ontvangen. Beide elementen vullen elkaar aan en vervolmaken elkaar.
Jezus zei aan de apostelen: "Ontvangt de Heilige Geest" (Joh.
20, 22), maar ook: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u"
(Joh. 20, 21), en eveneens: "Wie u hoort, hoort Mij." (Lc. 10,
16)
g. Het juiste oordeel over de menselijke zwakheden in de
Kerk
Wanneer wij in de Kerk iets zien, waaruit de zwakheid van
de menselijke natuur blijkt, is dit niet toe te schrijven aan haar juridische
inrichting, maar veeleer aan de geneigdheid tot het kwaad in de afzonderlijke
personen. Deze zwakheden laat Jezus, óók in de hoger geplaatste leden van Zijn
mystiek lichaam toe, opdat de deugd van schapen en herders zou worden beproefd,
en in allen de verdiensten van het christelijk geloof vermeerderd. Want Christus
wilde de zondaars niet uitsluiten in de Kerk die Hij stichtte. Wanneer sommige
leden geestelijk ziek zijn, mag dat geen reden zijn om in onze liefde tegenover
de Kerk te verflauwen, maar moet dit een aansporing zijn om te bidden voor haar
ledematen.
h. De ware, vlekkeloze schoonheid van de Kerk
De Kerk, onze goede Moeder, straalt smetteloos in de
sacramenten, waardoor zij kinderen voortbrengt en voedt; in haar geloof, dat
zij te allen tijde ongerept bewaart; in haar heilige wetten, die zij allen
oplegt, en in de evangelische raden waartoe zij aanspoort; ten slotte in de
hemelse gaven en charismata, waardoor zij met onuitputtelijke vruchtbaarheid een
ontelbare schare van martelaren, maagden en belijders verwekt. Maar men mag het
haar niet aanrekenen, als sommigen van haar leden zwak of ziek zijn, in wier
naam zij dagelijks tot God bidt: "Vergeef ons onze schuld", en
aan wier geestelijke genezing zij onophoudelijk haar moederlijke en sterke
zorgen wijdt.
Wanneer wij dus het lichaam van Jezus Christus
"mystiek" noemen, bevat de betekenis zelf van dit woord voor ons een
ernstige vermaning: "Erken, o Christen, uw waardigheid, en wil niet, na
deelgenoot te zijn geworden aan de goddelijke natuur, op laffe wijze terugkeren
tot uw vroeger onwaardig leven. Bedenk van welk Hoofd en van welk lichaam gij
een lidmaat zijt."
Medelijden zonder werken is DOOD
We weten allemaal uit de Bijbel dat geloof zonder werken
dood is :
Jakobus 2:17-18 Zo is ook het geloof, op zichzelf genomen, zonder
zich in daden te uiten, dood. Misschien zal iemand zeggen: Gij hebt de
daad en ik heb het geloof. Dan antwoord ik: Bewijs me eerst dat ge geloof
hebt, als ge geen daden kunt tonen; dan zal ik u uit mijn daden mijn geloof
bewijzen.
Lucas 6:46 Waarom toch noemt gij Mij: Heer, Heer! als ge niet doet
wat Ik zeg?
Zeggen dat je gelooft, betekent niets. Men kan zoveel
beweren. Het moet eruit komen in daden. En niet alleen door naar de H. Mis te
gaan op zondag om God te aanbidden, maar ook door daden te stellen waardoor je
medemens is geholpen. Liefde tot de medemens staat meerdere keren in de Bijbel:
Leviticus 19:18 Neem geen
wraak op een volksgenoot en koester geen wrok tegen hem. Bemin uw naaste als
uzelf. Ik ben Jahwe.
Mattheüs 22:37-39 Hij antwoordde hem: Gij zult de Heer uw
God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit
is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee
gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
Romeinen 13:9 Want de
geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en
alle andere kan men samenvatten in dit ene woord: Bemin uw naaste als uzelf.
Jakobus 2:8 Als gij evenwel de koninklijke wet vervult volgens het
woord van de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, is alles in
orde.
Dat weten we allemaal. Maar medelijden zonder werken is ook
DOOD. Het betekent niets als je zegt dat je medelijden met iemand hebt die
getroffen is door ziekte, tegenslag en beproevingen. Medelijden is een gevoel
en betekent dat je eigenlijk mede lijdt met de getroffene. Het is een eerste
stap, maar het betekent niets. De getroffene wordt niet beter als je zegt dat
je medelijden met hem hebt. Je moet iets DOEN. Het hangt van de omstandigheden
af wat je kunt doen. Er zijn drie zaken die je kunt doen. Het belangrijkste is
de getroffene helpen door zijn situatie te verbeteren. Dat kan gebeuren door
materiële zaken te geven of geldelijke steun. De geldelijke steun kan direct
aan de getroffene worden geboden of aan personen die de toestand van de
getroffene kunnen verbeteren.
Dat is allemaal gemakkelijk te begrijpen. Wat mensen daarna
denken is dat ze niet meer kunnen doen. Maar het allerbelangrijkste vergeten
ze. Mensen kunnen BIDDEN, VASTEN en OFFERS brengen!!! Het is heel belangrijk
dat er gebeden wordt voor de getroffene. Of dat er gevast wordt en offers
kunnen gebracht worden voor de getroffene. Mensen kunnen niet altijd situaties
of omstandigheden zelf verbeteren. Maar God kan dat wel en daarom zijn gebed en
offers nodig om met God mee te werken aan de verbetering van de situaties of
omstandigheden.
Het spreekt vanzelf dat je bijvoorbeeld niet naar Afrika
kunt reizen om de mensen in Ethiopië te gaan helpen. Wat je wel kunt doen is buiten wat
geldelijke steun geven misschien aan mensen die wel naar daar gaan en die
projecten opstarten voor waterbronnen en voedselpakketten, is BIDDEN!!! Het lijkt
dat je geen resultaat boekt met bidden, maar er zijn al zoveel resultaten
geboekt door mensen die bidden dat je er niet naast kunt kijken. De kracht van
bidden mag je niet onderschatten.
Jakobus 5:16-18 Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor
elkaar, opdat gij genezing moogt vinden. Het vurig gebed van een rechtvaardige
vermag veel. Elia was een mens van gelijke aard als wij. Hij bad met
aandrang dat het niet zou regenen, en er viel geen regen op het land, drie jaar
en zes maanden lang. Hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en het land
bracht zijn vrucht voort.
God luistert naar gebeden, en verhoort de gebeden als ze je
zieleheil ten goede komen of degene waarvoor je bidt ten goede komen. Hij
verhoort ze ook in Zijn tijd. Dat is altijd het gunstige moment in Zijn
voorzienigheid.
Mattheüs 17:20 De apostelen vroegen eens aan Jezus waarom zij
sommige duivels niet konden uitdrijven, maar Jezus zei hen: Om uw gebrek aan
geloof. Voorwaar, Ik zeg u: wanneer gij een geloof bezit, ook al is dit klein
als een mosterdzaadje, dan kunt ge tot deze berg zeggen: verplaats u van hier
naar daar, en hij zal zich verplaatsen. Niets zal u onmogelijk zijn.
Wij bezitten krachtige wapens. Dit zijn GEBED, VASTEN EN
OFFERS.
2 Korintiërs 10:4-5 De wapens waarmee wij strijden zijn niet zwak,
ze zijn geladen met Gods kracht, in staat elke sterkte te breken. Wij werpen
redeneringen omver, elke verschansing door de hoogmoed opgeworpen tegen de
kennis van God. Wij nemen elke gedachte gevangen om haar te onderwerpen aan
Christus.
De Bijbel spoort ons dan ook aan te bidden.
Efesiërs 6:18 Bidt en smeekt in de Geest bij elke gelegenheid en op
allerlei wijze. Houdt daartoe nachtwaken, waarbij gij met volharding God smeekt
voor alle heiligen.
De kracht van bidden is niet afkomstig van de biddende
mens. De kracht bevindt zich in de God die met het gebed wordt aangeroepen. We
moeten onze geloofsspier wat aankweken, omdat we denken dat we niet zullen
verhoord worden. Maar we moeten bidden met een ROTSVAST geloof en ervan uitgaan
DAT GOD ONS VERZOEK AL VERHOORD HEEFT.
1 Johannes 5:14-15 Ons vertrouwen op God geeft ons de zekerheid dat
Hij naar ons luistert, als wij Hem iets vragen overeenkomstig zijn wil. En
als wij weten dat Hij naar al ons vragen luistert, mogen wij er ook zeker van
zijn dat onze gebeden al zijn verhoord.
Het is ook belangrijk dat we niet met een lauw geloof bidden,
maar met een VURIG geloof. Dat maakt het hele verschil. En dat we met
NEDERIGHEID bidden. God heeft het niet begrepen op hoogmoedige mensen die
bijvoorbeeld bidden voor zichzelf dat ze nog hoogmoediger worden.
Een heel krachtig gebed is bijvoorbeeld de ROZENKRANS die
door de H. Maagd Maria werd gegeven om de mensen te helpen bij het bidden. Door
de Rozenkrans te bidden worden alle belangrijke feiten in het leven van Jezus
en Maria overwogen die heel belangrijk zijn bij Gods heilsplan voor de mens.
Als je de Rozenkrans bidt voor een bepaalde intentie is dit heel krachtig. Het
is aangeraden om ELKE DAG de ROZENKRANS te bidden omdat in deze tijd de duivel
heel machtig is en hij zo op een veilige afstand wordt gehouden. Hij kan niet
tegen de gebeden van de Rozenkrans omdat ze van GODS LICHT EN LIEFDE komen.
We moeten ook niet noodzakelijk tot God zelf bidden. We
kunnen ook via de bemiddeling en voorspraak van de H. Maagd Maria, de engelen
of tot heiligen bidden. Zij helpen degene die bidt om het verzoek aan Gods
troon aan te bieden, zij bidden mee met degene die bidt. Een gebed is dus onze
communicatie met de Hemel. Het enige wat je moet doen is de hulp inroepen van
de Hemel zodat het gebed bij God geraakt, of rechtstreeks tot God bidden.
Psalmen 107:28-30 Tot de Heer riepen zij in hun angst, uit hun
noden wees Hij hun een weg, Hij bedaarde de storm dat het stil werd: de golven
kwamen tot rust; die met blijdschap de kalmte ervoeren bracht Hij naar de haven
der wensen.
Er is nog een heel belangrijke zaak dat bij het bidden niet
mag vergeten worden. Als het gebed verhoord wordt, mag je niet vergeten God te
danken en Hem lof te prijzen. God is altijd goed, Hij is altijd barmhartig, Hij
zorgt altijd voor de mensen. Het is goed Hem elke dag te danken en lof te
prijzen, en niet alleen als je gebed verhoord wordt. Hij is je ALLERBESTE
VRIEND!!!
Je kunt Gods hulp inroepen voor elk soort verzoek.
Filippenzen 4:6-7 Weest
onbezorgd. Laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking, en
nooit zonder dankzegging. En de vrede van God, die alle begrip te boven
gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.
Als je niet goed weet hoe aan een gebed moet beginnen kun
je het best beginnen met het gebed dat Jezus ons geleerd heeft. Het is een
eenvoudig gebed dat altijd kan gebeden worden.
Mattheüs 6:9-13 Gij moet daarom zo bidden: Onze Vader die in de
hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd; Uw Rijk kome, Uw wil geschiede Op
aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En
vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren. En
leid ons niet in bekoring, maar behoed ons voor het kwaad.
Dit gebed laat je zien wat er in een gebed zou moeten
voorkomen: aanbidding, vertrouwen in God, verzoeken, een schuldbelijdenis, een
vraag om bescherming, enz.
Voorbeelden van de kracht van gebed in de Bijbel :
Psalmen 6:9-10 Hij heeft acht op mijn smeken geslagen, mijn gebed -
de Heer neemt het aan. Hoe smadelijk verslagen weldra mijn vijanden alle te
zamen: in een oogwenk met schande op de aftocht! de vijanden worden
verslagen
2 Koningen 4:33-35 Hij ging de kamer in, sloot de deur en bad tot
Jahwe. Toen ging hij op het kind liggen, met de mond op zijn mond, de ogen
op zijn ogen en de handen op zijn handen, en bleef zo over hem heengekromd tot
het lichaam van het kind warm werd. Toen kwam hij overeind, liep in de kamer op
en neer en kromde zich weer over het kind. Toen niesde de jongen, tot zeven
keer toe, en deed zijn ogen open. een dode wordt opgewekt door
Elisa
Jakobus 5:14-15 Is iemand
onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een
gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En
het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij
zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden. genezing van zieken
Marcus 9:29 Jezus antwoordde aan de apostelen: Dit soort duivels
kan door niets anders uitgedreven worden dan door bidden en vasten.
demonen worden uitgedreven
Via gebeden opent God ogen, verandert Hij harten, heelt Hij
wonden en verleent Hij wijsheid Jakobus 1:5 Schiet iemand van u te kort in wijsheid, dan moet hij
haar vragen aan God, en zij zal hem gegeven worden, want God geeft aan allen
zonder voorbehoud en zonder verwijt.
Je mag de kracht van het gebed mag je nooit onderschatten,
omdat ze de macht van de allerhoogste God van het universum aantrekt!
Daniël 4:32 Vergeleken met Hem betekenen de aardbewoners niets; Hij
doet wat Hij wil met de hemelse legermachten evengoed als met degenen die op
aarde wonen. Niemand kan zijn macht weerstaan of Hem ter verantwoording roepen.
Noveen
tot de H. Aartsengel Rafael (bid dit gebed 9 dagen achtereen of 9 uur
opeenvolgend):
1 Onze Vader, 1 Wees gegroet, 1 Glorie zij
Glorierijke H. Aartsengel Rafael, grote prins van het
Hemels hof, u bent vermaard voor uw gaven van wijsheid en genade. U bent een
gids voor degenen die reizen over het land, zee of in de lucht, trooster van de
gekwelden, en toevlucht voor de zondaars.
1 Glorie zij
We smeken u, sta (naam) bij in al zijn/haar noden en in
alle lijden van dit leven, zoals u de jonge Tobias hebt geholpen op zijn
reizen. Omdat u het medicijn bent van God, bidden we nederig tot u om de vele
zwakheden van zijn/haar ziel te genezen en de kwalen die zijn/haar lichaam
kwellen.
1 Glorie zij
We vragen in het bijzonder de gunst, de voorspraak om de
bekering van het hart en de grote genade van zuiverheid, om (naam) voor te
bereiden, om de tempel van de Heilige Geest te zijn. Amen.
1 Glorie zij
H. Rafael, 1 van de glorierijke zeven die voor de troon
staan van Hem die leeft en heerst, Engel van gezondheid, de Heer heeft uw hand
gevuld met de balsem van de Hemel om pijn te verzachten of te genezen. Genees
het slachtoffer van ziekte. En leid onze stappen wanneer we twijfelen of we op
goede weg zijn.
Moge God ons gebed horen en verhoren volgens Zijn heilige
wil en voor Zijn meerdere glorie. We vragen u dit door Jezus Christus onze
Heer, Amen.
Volgens de missaal van 1962, de buitengewone vorm van de
Roomse Ritus is 24 oktober het feest van de aartsengel Rafael.
De H. Rafael is een van de zeven aartsengelen die voor de
troon van God staan. De namen van de 7 aartsengelen zijn JEHUDIEL, GABRIEL,
SELATIEL, MICHAEL, URIEL, RAFAEL, BARACHIEL. De H. Rafael is gekend als de
genezer. De naam Rafael betekent Gods genezing. De H. Rafael brengt genezing
naar lichaam en ziel, liefdadigheid en bevrijding. Hij is machtig en geneest alle
vormen van ziektes in zowel mensen als dieren. De H. Rafael wordt ook de engel
van Wetenschap en Kennis genoemd. Naar hem wordt dikwijls verwezen als de Regent
of Engel van de Zon. Omwille van zijn stralend voorkomen, zijn optimistisch
en kameraadschappelijke behandeling van Tobias, wordt de H. Rafael aanzien als
de meest sociale van de aartsengelen. Men zegt dat de H. Rafael vreugde schept
in het brengen van genezing en geluk overal waar hij gaat.
Het meeste van onze kennis van de Aartsengel Rafael komt
uit het boek Tobias in de Bijbel. Omwille van zijn missie als een wonderlijke
genezer en de medereiziger, gids en raadsman van de jonge Tobias, wordt de H.
Rafael aanroepen voor reizen en op elke kritisch moment in het leven. De
traditie wil ook dat Rafael de engel is die de wateren deed bewegen van de
genezende poel in Bethseda.
Johannes 5:2-4 Nu is
er in Jeruzalem bij de Schaapspoort een badinrichting, in het Hebreeuws Bethseda
geheten, met vijf zuilengangen. In die gangen lag altijd een groot aantal
gebrekkigen: blinden, lammen en mensen met verschrompelde ledematen te wachten
op het in beweging komen van het water: van tijd tot tijd daalde namelijk
een engel in het bad neer en bracht het water in beroering. Wie dan het eerst
na de beweging van het water er inging, werd genezen, wat voor kwaal hij ook
had.
De aartsengel Rafaël komt voor in het apocriefe bijbelboek
Henoch (09,01 vv.). Daar wordt verteld hoe hij tezamen met Michaël, Gabriël en
Uriël de nood van de aardbewoners onder Gods aandacht brengt. Deze zendt hen
vervolgens uit om de veroorzakers van alle ellende, de opstandige en gevallen engelen,
onschadelijk te maken.
Rafael bond Azazel onder een woestijn die Dudael werd
genoemd volgens Enoch 10:4-6: En opnieuw zei de Heer tot Rafael: Bind Azazel
met handen en voeten, en werp hem in de duisternis: en maak een opening in de
woestijn, die in Dudael ligt, en werp hem erin. En plaats op hem ruwe en
puntige rotsen, en bedek hem met duisternis, en laat hem erin verblijven voor
eeuwig, en bedek zijn gezicht zodat hij het licht niet ziet. En op de dag van
het grote oordeel zal hij in het vuur geworpen worden."
In het bijbelboek Tobit wordt verhaald hoe de aartsengel
Rafael de jonge Tobias begeleidt op zijn weg van Nineve naar Ekbatana. Hij
helpt hem bij het vangen van een gevaarlijke vis. Daarnaast bevrijdt hij het
meisje Sara van een boze geest. Telkens wanneer zij de huwelijksnacht met een
bruidegom doorbracht, bleek deze de volgende ochtend te zijn overleden; dat was
haar al zes keer overkomen. Maar Tobias, de zevende bruidegom, bleef door Rafaels
voorzorgen in leven. Uiteindelijk wist de jonge Tobias op aanwijzing van zijn
reisgezel Rafael zijn oude vader Tobit van diens blindheid te genezen met de
gal van een gevangen vis.
Rafael verschijnt eerst vermomt in menselijke vorm als de
reisgezel van Tobits zoon, Tobias, en noemde zichzelf 'Azarias, de zoon van de
grote Ananias, een volksgenoot.' Gedurende de reis wordt de beschermende
invloed van de aartsengel duidelijk op vele manieren waaronder het binden van
een demon in de woestijn van Opperegypte. Na de terugkeer en de genezing van de
blinde Tobit, maakt Azarias zich kenbaar als Rafael, een van de zeven heilige
engelen die de gebeden van de heiligen opdragen en toegang hebben tot voor de heerlijke
troon van de Heilige. Tobit
12:15. Hij wordt vereerd als de H. Aartsengel Rafael.
Betreffende de genezende krachten die aan Rafael worden
toegeschreven, is er de verklaring aan Tobit (hoofdstuk 12 van Tobit) dat hij
door de Heer werd gezonden om hem te genezen van zijn blindheid en om Sarah,
zijn toekomstige schoondochter, te bevrijden van de demon Asmodeus, die elke
man doodde waarmee ze was gehuwd op hun huwelijksnacht voor het huwelijk kon
geconsumeerd worden.
Asmodeus
De H. Aartsengel Rafael genas ook Abraham van de pijn van
de besnijdenis, een operatie die de aartsvader had ondergaan op late leeftijd.
Hij genas ook de ontwrichte dij van Jacob toen hij had geworsteld met de engel.
Patroon
Door zijn acties in het Boek van Tobit en het evangelie van
Johannes, wordt de H. Rafael als patroon gezien van de reizigers, de blinden,
gelukkige ontmoetingen, verpleegsters, dokters, trouwbureaus, het Christelijk
huwelijk, en Katholieke studies. Als een bijzondere vijand van de duivel, werd
hij vereerd in het Katholieke deel van Europa als een bijzondere beschermer van
Katholieke zeelui. Op 8 juli 1497 toen Vasco Da Gama van Lissabon naar India
voer met zijn vier schepen van de vloot, werd het vlaggeschip de H. Rafael
genoemd. Toen de vloot de Kaap van de Goede Hoop bereikte op 22 oktober gingen
de zeelui aan wal en richtten een kolom op ter ere van de H. aartsengel. Het
kleine beeld van de H. Rafael die Da Gama vergezelde op de zeereis is nu te
bezichtigen in het marinemuseum te Lissabon.
Iconografie
Rafael beschermt de
pelgrims op hun tocht, en hij wordt dikwijls voorgesteld met een staf. Hij wordt
ook dikwijls uitgebeeld met een vis in de hand die de genezing voorstelt van
Tobit met de gal van de vis.
Verschijningen
Men zegt dat de Aartsengel Rafael verschenen is in Cordoba,
Spanje, gedurende de 16de eeuw. Als reactie op het verzoek van de stad, liet
Paus Innocentius X de lokale viering van een feest toe als eerbetoon aan de
Aartsengel op 7 mei, de datum van de verschijning. De Heilige Johannes de Deo,
die de stichter is van de orde van de Hospitaalbroedersdie zijn naam dragen (Latijn: Ordo
Hospitalarius Sancti Joannis de Deo (O.H.); oorspronkelijke naam
"Broeders van liefde en medelijden"). Het is een rooms-katholieke burgerlijke
verplegers-orde. De orde is opgericht in Granada in 1537 door de Portugees Juan
Ciudad (14951550), beter bekend als Sint Johannes de Deo. Hij richtte in de
16de eeuw een hospitaal op in Granada (Spanje). Hij bood liefde, hoop en troost
aan geestelijk zieke mensen. De Hospitaalbroeders zetten het werk van Johannes
de Deo, die in 1690 heilig werd verklaard, voort waarbij gastvrijheid,
waardigheid, vertrouwen, medeleven, zorg en respect een grote rol spelen. Hij
heeft in zijn leven bezoek gekregen van de H. Rafael, die hem aanmoedigde en
hem leiding gaf. Als eerbetoon worden vele van de Hospitalen tegenwoordig Rafael
Centra genoemd. De 18e eeuwse Napolitaanse non, de H. Maria Francisca van de 5
wonden heeft ook verschijningen van Rafael gezien.
H. Maria Francisca
Maria Francisca van de 5
wonden: 17151791, was een Italiaans lid van de derde orde van de
H. Franciscus, die vereerd wordt als heilige in de Katholieke Kerk.
Leven
Ze werd geboren als Anna Maria Gallo, de dochter van Francesco
Gallo en Barbara Basinsin, in het Spaanse Kwartier van Napels, een plaats die
nog altijd gekend is voor zijn hoge misdaad. Volgens de traditie predikte een
ander heilige, de Jezuiet, Franciscus de Geronimo, haar toekomstige heiligheid
toen ze nog een kind was. Haar familie was van de middenklasse, maar haar
vader, die een wever was van goud brokade, was een zeer gewelddadig man, die
regelmatig zijn familie fysiek mishandelde.
Wanneer Gallo 16 was, probeerde haar vader haar te dwingen
in een huwelijk met een bemiddelde jonge man die haar hand vroeg. Ze weigerde
en vroeg om bij de Derde Orde van de Franciscanen toegelaten te worden. Zo zou
ze een religieus leven kunnen leiden in het huis van haar familie. De broeders
van Napels maakten deel uit van de hervorming van de H. Petrus van Alcantara,
en zij en de derde orde onder hun regel waren gekend voor de striktheid van hun
leven. Door de interventie van een broeder, Vader Theophilus, gaf haar vader
uiteindelijk de toestemming om de Orde binnen te treden.
Gallo werd ontvangen in de Orde op 8 september 1731 en
droeg het religieuze habijt van de Orde, wat een ongebruikelijke praktijk was
in die tijd. Ze gebruikte ook een religieuze naam toen ze toetrad in de Orde, uit
haar devotie tot de Heilige Moeder, de H. Franciscus van Assisi en het Lijden
van Christus. Ze bleef in het huis van haar familie wonen om God te dienen als
een toegewijde maagd, wat gebruikelijk was in die dagen.
Ze nam als haar geestelijke leidsman, de Franciscaanse
broeder, Johannes Joseph van het Kruis, terwijl haar biechtvader de Barnabiet,
Franciscus Xaverius Bianchi, en ze begon bekend te worden onder haar buren voor
haar liefdadigheidswerk, het helpen van de armen in de streek. Ze was een
persoon van diep gebed, en bracht lange uren door in meditatie.
In 1753 ging ze bij een andere Franciscaanse derde orde, en
leerde Maria Felice kennen, en ze betrokken een klein paleis dat eigendom was
van een priester, Giovanni Pessiri, die hun geestelijke leidsman werd. De twee
vrouwen betrokken de tweede verdieping, en sliepen op de vloer, en de priester
sliep op de verdieping erboven. Ze ontving de wonden van de stigmata terwijl ze
daar leefden en leed geduldig onder vele fysieke kwellingen en geestelijke
beproevingen. Ze droeg handschoenen om de tekenen op haar handen te verbergen,
terwijl ze haar werk deed. Ze had ook visioenen van de H. aartsengel Rafael,
die haar genas van verschillende kwellingen.
Verering
Maria Francisca werd begraven in de Franciscaanse Kerk van
Santa Lucia al Monte in Napels, waar ze de dienst bijwoonde gedurende haar
leven. Deze kerk bevat ook het graf van Johannes Joseph, die ook als heilige
werd verklaard.
Maria Francisca werd heilig verklaard door paus Pius IX op
29 juni 1867. Haar feestdag wordt gevierd op 6 oktober. Ze werd de patrones van
de zwangere moeders en vrouwen die moeilijk in verwachting geraken. Op 6
oktober 2001 werden haar overblijfselen naar het huis gebracht waar ze de
laatste helft van haar leven had doorgebracht. Het is nu het Schrijn van de H.
Maria Francisca van de 5 wonden. Het is nog altijd gebruikelijk dat vrouwen die
in verwachting willen raken naar daar gaan om gezegend te worden met haar relikwie.
De
gebeden tot de H. Aartsengel Rafael
Litanie
Heer, ontferm U over ons, Christus, ontferm U over ons,
Heer, ontferm U over ons, Christus, hoor ons,
Christus, verhoor ons,
God, Hemelse Vader, ontferm U over ons,
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U over ons,
God, Heilige Geest, ontferm U over ons,
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons,
Heilige Maria, Koningin der Engelen, bid voor ons,
Heilige Rafael, bid voor ons.
Heilige Rafael, vervuld met de genade van God, bid voor ons.
Heilige Rafael, perfecte bewonderaar van het Goddelijke woord, bid voor ons.
Heilige Rafael, terreur van de demonen, bid voor ons.
Heilige Rafael, verdelger van de ondeugden, bid voor ons.
Heilige Rafael, gezondheid voor de zieken, bid voor ons.
Heilige Rafael, onze toevlucht tijdens al onze beproevingen, bid voor ons.
Heilige Rafael, gids van de reizigers, bid voor ons.
Heilige Rafael, troost van de gevangenen, bid voor ons.
Heilige Rafael, vreugde voor de bedroefden, bid voor ons.
Heilige Rafael, vol ijver voor het behoud van onze zielen, bid voor ons.
Heilige Rafael, wiens naam betekent "God geneest", bid voor ons.
Heilige Rafael, liefhebber van de kuisheid, bid voor ons.
Heilige Rafael, schrik van de duivels, bid voor ons
Heilige Rafael, in ziekte, honger en oorlog, bid voor ons.
Heilige Rafael, engel van vrede en welvaart, bid voor ons
Heilige Rafael, begunstigd met de genade van de genezing, bid voor ons.
Heilige Rafael, begeleider op de paden naar deugd en heiliging, bid voor ons.
Heilige Rafael, helper van al diegenen die uw hulp afsmeken, bid voor ons.
Heilige Rafael, die de gids en troost van Tobias was op zijn reis, bid voor
ons.
Heilige Rafael, die door de schriften geprezen wordt als: "Rafael, de
heilige engel van de heer, die gestuurd werd om te genezen," bid voor ons.
Heilige Rafael, onze verdediger, bid voor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld , verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.
Christus hoor ons, Christus verhoor ons
Bid voor ons Heilige Aartsengel Rafael, opdat wij de belofte van Christus
waardig worden.
Laat ons bidden
Onze heer, Jezus Christus, door het gebed van de Aartsengel Rafael, geef ons de
genade alle zonden te vermijden en te volharden in onze goede werken opdat wij
ooit onze hemelse bestemming mogen bereiken, gij die leeft en heerst in de
eeuwen der eeuwigheid.
Amen.
Gebed Heilige Aartsengel
Rafael, we smeken u om ons te helpen in al onze noden en beproevingen in dit
leven, omdat u, door de kracht van God, het zicht van Tobit teruggaf en leiding
gaf aan de jonge Tobias. We zoeken nederig uw hulp en voorspraak. Dat onze
zielen genezen mogen worden en onze lichamen beschermd tegen alle ziekten, en
dat door de goddelijke genade we geschikt mogen zijn om in de eeuwige glorie
van God in de Hemel te vertoeven. Amen.
Gebed om genezing
Glorierijke Aartsengel Rafael, grote prins van het hemels hof, u bent
vermaard om uw gaven van wijsheid en genade. U bent een gids voor degenen die
reizen over land, zee en in de lucht. U bent de trooster van de gekwelden, en
een toevlucht voor zondaars.
Ik smeek u, sta me bij in al mijn noden en in al het lijden in dit
leven, zoals u eens de jonge Tobias hebt geholpen op zijn reizen. Omdat u de Goddelijke
Genezer bent, bid ik nederig tot u om de vele zwakheden van mijn ziel en de
ziekten die mijn lichaam kwellen, te genezen. Ik vraag u in het bijzonder de
gunst van: (noem uw verzoek), en de grote genade van zuiverheid om mij voor te
bereiden om de tempel van de Heilige Geest te zijn. Amen.
Gebed tot de H. Rafael vόόr een reis Lieve
H. Rafael, uw naam betekent God geneest. De Heer heeft u gezonden naar de
jonge Tobias om hem te begeleiden op een lange reis. Toen hij terugkeerde hebt
u hem geleerd hoe hij zijn vaders blindheid kon genezen. Het is daarom dat de
Christenen een beroep doen op uw machtige hulp voor een veilige reis en een
goede terugkeer. Dit vragen we u voor onszelf evenals voor al degenen die ver
van huis zijn. Amen.
Gebed voor de bescherming tegen alle kwaad
Allerheiligste Moeder, Koningin van de Engelen en
Aartsengelen, zend me uw Kampioen, de H. Aartsengel Rafael, laat hem me genezen
van al mijn geestelijke en fysieke kwalen in JEZUS HEILIGE NAAM. Moge hij me
beschermen tegen satan en al de boze geesten. H. Rafael, wees mijn begeleider
en beschermer op mijn tocht door het leven. O glorierijke H. Aartsengel Rafael,
heraut van zegeningen, bid voor ons! Amen.
MIJN
KUDDE, ONVERDRAAGZAAMHEID EN ONGEDULD KRIJGEN DE MENSHEID IN HUN MACHT!
13 OKTOBER 2017 3:20 PM
DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, DE GOEDE HERDER AAN ZIJN KUDDE
Schapen van mijn kudde, mijn vrede zij met jullie.
Mijn kudde, onverdraagzaamheid en ongeduld krijgen de
mensheid in hun macht. Ze is niet langer geduldig of verdraagzaam; het minste
misverstand of wrijving tussen mensen veroorzaakt een twist dat leidt tot
beledigingen, geruzie en in vele gevallen tot de dood. Dialoog is niet langer
het mechanisme waardoor onenigheden worden opgelost; de mensheid van vandaag wil
zich altijd laten leiden door feiten; deze houding van onverdraagzaamheid
ontketent geweld, weerwraak, wrok, haat en dood onder de mensen van deze
eindtijd.
De verwijdering van God, de levensstrijd met zijn zorgen,
het gebrek aan liefde en vergeving, leidt deze mensheid tot agressie en
onverdraagzaamheid. Het gebrek aan moraal en geestelijke waarden drijven
maatschappijen en de mensheid tot bederf en wanhoop. Tegenwoordig is er in
plaats van dialoog, agressie. De wortel van onverdraagzaamheid komt van de
gezinnen. De gezinnen waar er geen liefde of dialoog is, waar God niet aanwezig
is, zijn onverdraagzame gezinnen. De jeugd van tegenwoordig is agressief, omdat
het ontbreekt aan waarden. De jonge mensen zijn het meest agressief,
onverdraagzaam en gewelddadig.
Ontwrichte gezinnen zijn de wortel van onverdraagzaamheid
en geweld in de maatschappijen. Gezinnen waar liefde, affectie, dialoog en
vergeving ontbreekt zijn gezinnen wiens kinderen morgen onverdraagzaam en
gewelddadig zullen zijn. Vaders van het gezin, hoelang zullen jullie een gebrek
aan leiderschap tonen, alles toelaten en gebrek aan liefde en God toelaten in
jullie gezinnen? Waarlijk, Ik zeg jullie, alle onverdraagzaamheid dat de
mensheid aantast in deze eindtijd heeft zijn oorsprong in de gezinnen van
vandaag. Velen van jullie, ouders zijn schuldig aan de moraal en geestelijke
ondergang van jullie kinderen. Jullie klagen over geweld, maar jullie beseffen
niet dat jullie het zijn, die geweld veroorzaken in jullie gezinnen omwille van
jullie slecht gedrag. Deze mensheid is op drift omwille van het gebrek van liefde
en God in zijn hart.
O, mensheid, keer terug naar de liefde van God; vervul mijn
heilige geboden die de geboden zijn van liefde en gerechtigheid, zodat jullie
mogen leven in vrede en harmonie met God, de schepping en de schepselen! Breng
ze in praktijk omdat mijn geboden de Weg, de Waarheid en het Leven zijn. Mijn
Goddelijke 10 geboden, zijn de gids die over het menselijk gedrag heersen; mijn
Geboden zijn de Wet van Liefde dat jullie in jullie hart moeten prenten, zodat
jullie in vrede en harmonie kunnen leven in deze wereld en zo morgen de vreugde
van het eeuwig leven kunnen bereiken.
Mijn kudde, het gebrek aan vervulling van mijn Geboden is
de oorzaak van de decadentie van deze mensheid. Als de Goede Herder, roep Ik
jullie op, Priesters van mijn Kerk en Vaders van de gezinnen: jullie zijn
verantwoordelijk aan Mij voor de morele en geestelijke educatie van jullie
kinderen. Neem terug de controle en leiderschap in jullie handen van jullie
gezinnen, zodat jullie morgen geen spijt zullen hebben! Ik zeg jullie, vele
gezinnen zijn vandaag afkerig, en vele gezinnen onder jullie, van Mij en hebben
mijn geboden de rug toegekeerd. Ze hebben de voorkeur gegeven zonder God te
leven en zonder geboden en dat leidt hen naar de eeuwige dood.
Vaders van de gezinnen, de komst van mijn Waarschuwing
nadert en het overgrote deel van de gezinnen blijven Mij de rug toekeren. Ik
zeg jullie, opstandige ouders, als jullie er niet spoedig aan denken om terug
naar Mij te komen, dan zal jullie in de eeuwigheid de eeuwige dood wachten voor
jullie en jullie gezinnen. Ik wil dat al de gezinnen van mijn schapen
terugkeren naar de leer van mijn Heilige Geboden, zodat de Liefde van God kan
herboren worden in de harten van de gezinnen.
Mijn vrede laat Ik jullie, mijn vrede geef Ik jullie. Toon
berouw en bekeer jullie, want het Koninkrijk van God is nabij.
Jullie Meester, Jezus, de Goede Herder.
Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid.
Herwerkt tot de voornaamste punten : MYSTICI CORPORIS CHRISTI - Paus Pius XII - Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus
·Het bovennatuurlijke
leven en alle genaden die de mens worden gegeven zijn vruchten van de
verlossing. De verlossing zelf berust op het feit dat Christus en Zijn Kerk één
mystiek Lichaam vormen, ja zelfs één mystieke Persoon. Daarom zijn het verlossingswerk
van Christus, het Hoofd, en de oneindige verdiensten van Zijn lijden, bestemd
voor zijn leden, dat wil zeggen voor alle gelovigen die Zijn mystiek lichaam
vormen.
De Kerk is het mystieke Lichaam en de volheid van Christus. Christus is haar
hoofd, haar voornaamste, onmisbare en volmaakte deel, waaraan alle andere
ledematen van het Lichaam hun kracht en leven ontlenen. Bij het doopsel zijn
wij op deze innige wijze met Christus verbonden.
Christus kon lijden voor de mensen en boeten voor zonden die Hij niet Zelf
bedreven heeft. Hij is het Hoofd van de Kerk, het Lichaam waarvan Hij de
verlosser is. Daarom is verlossing uitsluitend te vinden in de Kerk, Zijn
Lichaam.
De activiteit van het mystieke Lichaam is de kracht van Christus Zelf. Wij zijn
als gelovigen met Hem in één lichaam verenigd. Daarom leven, lijden en sterven
wij met Hem, en zullen wij ook met Hem verrijzen. Het doopsel heiligt ons,
omdat het tussen Christus en een ziel de vitale verbinding tot stand brengt,
waardoor de heiligheid van het hoofd naar de ledematen kan stromen. De andere
sacramenten, in het bijzonder de heilige Eucharistie, hebben tot doel deze
eenheid tussen het mystieke lichaam en zijn Hoofd te versterken.
Inleiding
De
grootsheid van deze leer, haar nut vooral in deze tijd
De leer over het mystieke lichaam van Christus, dat de Kerk
is, is innig verenigd met Jezus Christus dat aan het hoofd staat van de Kerk.
De leer nodigt uit dat de mensen zich door de goddelijke Geest laten leiden.
Het verlicht hun verstandelijke en spoort hen aan heilzame werken te verrichten
volgens de leer van de Kerk.
Troost
in de ellende van deze tijd
Wij willen spreken over de rijkdommen en schatten die
opgestapeld liggen in de schoot van de Kerk, die Christus verworven heeft door
Zijn Bloed (Hand. 20, 28). De leden van dit mystiek lichaam getuigen van het
lijden dat Christus heeft geleden en delen dit lijden van Christus. Dan kunnen
de leden van deze Kerk bij de terugkomst van Christus delen in Zijn overwinning
en Zijn glorie.
De
vervolging en miskenning der Kerk
Wij die deel hebben aan het lijden van onze Verlosser,
zullen ook vervolgingen, lasteringen en folteringen moeten doorstaan net zoals
Jezus die dit heeft moeten ondergaan om het heil te bewerken van de mensheid.
De Kerk is nochtans de enige haven van heil. Maar toch wordt de Kerk veracht en
als vijandig bekeken door degenen die zich laten leiden door dwalingen, valse
leerstellingen, en de bekoring en bederf van de wereld. We moeten daarom het
heil van de Kerk verkondigen, aan wie wij na God alles hebben te danken.
De
vruchten voor de gelovige christenen van het mystieke lichaam
In deze stormachtige tijden worden ontelbare mensen
getroffen door vele beproevingen en smarten. Maar als zij dit lijden met
berustende gelatenheid uit Gods hand aanvaarden, zullen hun harten als van
nature zich afwenden van het aardse vergankelijke naar het hemelse blijvende.
Ze zullen verlangen naar het geestelijke en zich door de goddelijke Geest laten
aansporen om Gods rijk te zoeken. De mensen zijn meer geschikt om Gods Licht
waar te nemen als ze zich meer losmaken van de wereld en het tijdelijke. Men
ziet duidelijk de leegheid en onbestendigheid van het aardse, doordat rijken en
staten ineenstorten door oorlog en geweld.
Het
nut voor de andersdenkenden
Omdat wij het mystieke lichaam van Jezus Christus zullen
uiteenzetten zal dit ook nuttig zijn voor degenen die van de katholieke Kerk
gescheiden zijn. Zij zien ook hoe volk tegen volk opstaat en rijk tegen rijk,
en hoe tweedracht en afgunst aanleidingen zijn tot steeds groeiende onenigheid.
Zij zullen dan kunnen vaststellen dat de Kerk een liefdesgemeenschap is, die
voor alle mensen over de hele wereld een broederbond is met Christus. Het is de
bedoeling dat zij door Gods genade ertoe aangetrokken worden om ook deel uit te
maken van dezelfde eenheid en liefde. (De Kerk is niet alleen een gebouw of
hiërarchie, maar een gemeenschap van mensen die Christus gemeen hebben.)
De
sprekende eenheid der christenheid
Wij zagen dit jaar hoe, terwijl de broedergemeenschap van
volkeren zo rampzalig door een langdurige oorlog op leven en dood verbroken
was, overal al onze kinderen in Christus, één van wil en liefde, zich tot de
gemeenschappelijke Vader richtten. De Vader neemt al de zorgen en angsten tot
Zich en bestuurt het schip van de katholieke Kerk in deze woelige wateren. We
hebben de wonderbare eenheid van de christenen opgemerkt tot de Plaatsbekleder
van Jezus, de Paus, als geliefde Vader die onpartijdig boven de storm staat en
aandringt op waarheid, rechtvaardigheid en liefde, en ze probeert te
beschermen.
De
voornaamste beweegreden is de herderlijke bezorgdheid van de paus
Er is een hernieuwde belangstelling voor de heilige
liturgie en men ontvangt meer de communie. Bovendien is er een vuriger verering
van het allerheiligste Hart van Jezus. Daardoor bestudeert men meer het
mystieke lichaam van Christus en dringt men door in de rijkdommen van Christus
die in de Kerk worden bewaard.Toch moet
men vaststellen dat er ernstige dwalingen over deze leer verspreid worden die
de mensen van de waarheid willen afbrengen.
Men heeft nog steeds het rationalisme, dat al wat de
krachten van het menselijk verstand te boven gaat als een grote dwaasheid wordt
beschouwd. En een aanverwante dwaling dat men een plat naturalisme zou kunnen
noemen: dat in de Kerk niets anders ziet dan louter juridische en sociale
banden. Bovendien heeft met ook het mysticisme die het schepsel en de Schepper
proberen te verklaren en de H. Schrift ontkrachten.
Deze valse leerstellingen zorgen ervoor dat sommigen het mystieke
lichaam verwerpen. Maar het mystieke lichaam werd van God meegedeeld om
geestelijke vooruitgang te boeken en het mystieke lichaam te overwegen. En dit
is niet verkeerd (volgens het eerste Vaticaans Concilie: wie door het geloof
verlicht, ijverig, godvruchtig en bescheiden Want, zoals het (Eerste) Vaticaans
Concilie leert, "wanneer de door het geloof verlichte rede ijverig,
godvruchtig en bescheiden zoekt, dan komt zij met Gods hulp tot inzicht in de
geheimen; toch is zij, zoals het heilig concilie zelf in herinnering roept,
"nooit in staat om de goddelijke geheimen te doorgronden zoals de menselijke
waarheden."
Doel
en hoofdverdeling van de encycliek
Het behoort tot onze herderlijke plicht om door middel van
deze encycliek aan de gezamenlijke christelijke kudde de leer voor te stellen
over het mystieke lichaam van Jezus Christus en over de vereniging van de
gelovigen met de goddelijke Verlosser als Hoofd in dat lichaam; en om uit die
leer enige bepaalde punten naar voren te brengen, waardoor het dieper onderzoek
van dit geheim steeds overvloediger vruchten van volmaaktheid en heiligheid kan
dragen.
DEEL 1 - De Kerk, het mystieke lichaam van
Christus
Bij het overdenken van de hoofdinhoud van deze leer komen
ons de woorden van de apostel voor de geest: "Waar de zonde tot
overvloed kwam, won in overvloed de genade." (Rom. 5, 20) Het staat
immers vast, dat de stamvader van het gehele menselijk geslacht door God in
zulk een verheven staat was geplaatst, dat hij aan zijn nakomelingen tegelijk
met het aardse ook het bovennatuurlijke leven van de hemelse genade moest
doorgeven. Maar na Adams val, werd het hele mensengeslacht met de erfzonde
besmet en het verloor het deelgenootschap aan de goddelijke natuur, en werden
wij allen kinderen van toorn. (Ef. 2, 3) Maar de barmhartige God "heeft
de wereld zo liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven"
(Joh. 3, 16), en het Woord van de eeuwige Vader, Jezus, nam door diezelfde goddelijke liefde gedreven
een menselijke natuur aan, die echter onschuldig en van alle smet vrij was. Uit
Jezus, de nieuwe en hemelse Adam, zou de genade van de Heilige Geest op al de nakomelingen
van Adam neerstromen. We zouden naar het vlees broeders worden van de
eniggeboren Zoon van God en de macht ontvangen om kinderen van God te worden.
En zo heeft Christus Jezus hangend aan het kruis niet
alleen herstel gebracht aan de geschonden gerechtigheid van de eeuwige Vader,
maar ook voor ons, Zijn bloedverwanten, een onuitsprekelijke genadenovervloed
verdiend. Hij wilde dit doen door middel van een zichtbare uit mensen te vormen
Kerk, zodat door de Kerk allen Hem hun medewerking zouden kunnen verlenen in de
uitdeling van de vruchten der verlossing. Want Jezus verloste door Zijn smarten
en folteringen de mens door onze natuur aan te nemen, en nu gebruikt Hij Zijn
Kerk om het begonnen werk te bestendigen.
Om deze waarachtige Kerk van Christus - die de heilige,
katholieke, apostolische, Roomse Kerk is - nader te bepalen en te beschrijven,
wordt zij "het mystieke lichaam van Jezus Christus" genoemd.
HOOFDSTUK 1 - De Kerk een "lichaam"
a. Eén, onverdeeld, zichtbaar
Dat de Kerk een lichaam is, verkondigen de uitspraken van
de H. Schrift dikwijls. "Christus" zegt de apostel, "is het
Hoofd van het Lichaam, de Kerk." (Kol. 1, 18) Indien de Kerk een lichaam
is, dan moet zij ook iets zijn, dat één en onverdeeld is, volgens het woord van
Paulus: "Wij vormen in Christus met velen één lichaam." (Rom.
12, 5) Het moet ook iets concreets en zichtbaars zijn: "Omdat de Kerk een
lichaam is, daarom is zij met de ogen waarneembaar."
Daarom dwalen diegenen van de goddelijke waarheid af, die
zich de Kerk zo voorstellen, dat zij met de zintuigen niet waarneembaar of
zichtbaar is, waardoor de verschillende christelijke kerkgenootschappen, toch
onderling verbonden worden.
Een lichaam echter vereist ook een veelheid van ledematen,
die onderling zo verbonden zijn, dat zij elkander helpen. En zoals in ons sterfelijk
wezen alle overige ledematen, wanneer één lidmaat lijdt, delen in de pijn en de
gezonde ledematen bijstand verlenen aan de zieke: zo leven ook in de Kerk de
afzonderlijke ledematen niet uitsluitend elk voor zich, maar zij helpen ook de
andere, en allen bewijzen elkander hulpbetoon, zowel tot onderlinge
vertroosting als tot steeds verdere opbouw van het hele lichaam.
b. Organisch, hiërarchisch verbonden
Bovendien, zoals in de natuur niet uit ieder willekeurig
bijeenplaatsen van ledematen een lichaam ontstaat, maar daartoe een samenstel
vereist wordt van organen, dat wil zeggen ledematen, die niet alle hetzelfde
werk verrichten en die op geschikte wijze zijn geordend: zo ook moet men de
Kerk voornamelijk daarom een lichaam noemen, omdat haar eenheid ontstaat uit de
juiste en doelmatige verhouding en samenvoeging van de delen, en omdat
zij voorzien is van ledematen, die, hoewel verschillend, toch bij
elkander passen. Ook de apostel beschrijft de Kerk niet anders, wanneer hij
zegt: "Zoals... wij in één lichaam vele ledematen hebben, en toch al
die ledematen niet hetzelfde werk verrichten, zo zijn wij, ofschoon velen, in
Christus één lichaam, maar ieder afzonderlijk zijn wij ledematen ten opzichte
van elkander." (Rom. 12, 4)
Deze geordende of zogenaamde "organische" bouw
van het lichaam van de Kerk bestaat niet alleen uit graden van hiërarchie of
uit charismatisch begaafden. Natuurlijk
zullen degenen die in dit lichaam een gewijde macht bezitten tot de aanzienlijkste
en voornaamste ledematen behoren, omdat in hen, krachtens de opdracht zelf van
de goddelijke Verlosser, de ambten van Christus-leraar, -koning en -priester
bestendigd worden. Maar wanneer de kerkvaders breedvoerig de bedieningen,
graden, beroepen, standen, rangen en ambten van dit lichaam verheerlijken, dan
hebben zij niet alleen hen op het oog, die de heilige wijdingen ontvangen
hebben; maar ook hen, die, de evangelische raden volgen en ofwel onder de
mensen een werkzaam, ofwel in stilte een verborgen leven leiden, of die beide
volgens de eigen aard van hun instituut trachten te verwezenlijken; en ook hen,
die hoewel in de wereld levend, zich toch ijverig wijden aan de werken
van geestelijke en lichamelijke barmhartigheid; en ten slotte ook hen, die door
een rein huwelijk zijn verbonden. Ja, zelfs moet er de aandacht op gevestigd
worden, dat juist in de huidige omstandigheden de huisvaders en de huismoeders,
alsook de peters en de meters en met name diegenen onder de leken, die de
kerkelijke hiërarchie behulpzaam zijn bij de uitbreiding van het rijk van de
goddelijke Verlosser, een eervolle, zij het ook dikwijls nederige plaats
innemen in de christelijke gemeenschap; en dat ook zij, onder de stuwing van
Gods genade, kunnen opklimmen tot de hoogste heiligheid, die volgens de beloften
van Jezus Christus nooit in de Kerk zal ontbreken.
c. Toegerust met "levengevende organen" of
sacramenten
Zoals echter het menselijk lichaam met eigen werktuigen
voorzien is om te zorgen voor het leven, de gezondheid en de groei van zichzelf
en van de afzonderlijke ledematen: zo heeft ook de Zaligmaker van het menselijk
geslacht in Zijn oneindige goedheid op wonderbare wijze zorg gedragen voor Zijn
mystiek lichaam, en het met de sacramenten verrijkt, waardoor de ledematen als
langs even zovele ononderbroken treden van genade vanaf de wieg tot aan de
laatste ademtocht ondersteund zouden worden en waardoor ook rijkelijk zou
worden voorzien in de sociale behoeften van het hele lichaam.
Zij, die worden geboren, worden niet alleen door middel van
het doopsel uit de dood van de zonde herboren en tot ledematen van de Kerk
gemaakt, maar zij krijgen ook een geestelijk merkteken, waardoor zij in staat
worden gesteld en de geschiktheid krijgen om de overige sacramenten te
ontvangen. Door de zalving van het vormsel wordt de gelovige nieuwe kracht
ingestort om de Kerk en het van haar ontvangen geloof moedig te beschermen en
te verdedigen. Het sacrament van de biecht verschaft aan de ledematen van de
Kerk, die in zonde gevallen zijn, een heilzaam geneesmiddel, dat niet alleen
hun eigen zieleheil ten goede komt, maar waardoor ook van de andere ledematen
van het mystieke lichaam het gevaar voor besmetting wordt verwijderd en hun
bovendien de aansporing van het goede voorbeeld wordt gegeven. Meer nog: door
de H. Eucharistie worden de gelovigen door één en dezelfde spijs gevoed en
gesterkt en onderling en met het goddelijk Hoofd van het gehele lichaam
verbonden door een onuitsprekelijke en goddelijke band. En wanneer ten slotte
iemand dodelijk ziek is, dan staat aan het ziekbed de Moederkerk; want al
verleent zij door het heilig oliesel niet altijd de gezondheid van dit
sterfelijk lichaam, omdat God anders beschikt, zo schenkt zij toch een
bovennatuurlijk geneesmiddel aan de gewonde zielen om zo nieuwe burgers, die
haar tot nieuwe beschermers zullen zijn, ten hemel te zenden, waar zij in alle
eeuwigheid de goddelijke goedheid zullen genieten.
Verder voorzag Christus in de sociale behoeften van de Kerk
nog op bijzondere wijze door de instelling van twee sacramenten. Want het
huwelijk, waardoor de echtgenoten voor elkander bedienaren van genade zijn,
voorziet in de uitwendige en regelmatige groei van de christelijke gemeenschap;
en, wat van groter belang is, het voorziet ook in een goede en godsdienstige
opvoeding van de kinderen, zonder welke dit mystieke lichaam zeer ernstig in
gevaar zou komen. Door het heilig priesterschap vervolgens worden tot Gods
eigendom gewijd degenen, die bestemd zijn om het eucharistisch offer op te
dragen, de gelovigen te voeden met het Brood der engelen en het voedsel van de
leer, hen te leiden door goddelijke voorschriften en raadgevingen en ten slotte
hen door de overige bovennatuurlijke gaven te versterken.
Daarbij valt op te merken, dat, zoals God in het begin van
de tijd de mens toerustte met het lichaam opdat hij daarmee al het geschapene
aan zich zou onderwerpen, zich zou vermenigvuldigen en de aarde vervullen, Hij
eveneens in het begin van het christelijk tijdperk de Kerk met de nodige
hulpmiddelen heeft voorzien, opdat zij de bijna ontelbare gevaren te boven zou
komen en niet alleen de hele wereld, maar ook het hemelrijk zou bevolken.
d. Bestaande uit bepaalde leden
Het zijn echter alleen degenen die de wedergeboorte hebben
ontvangen en het ware geloof belijden die werkelijk tot de ledematen van de
Kerk behoren, en niet degenen die zich van het lichaam hebben losgescheurd of door
zware misdrijven door het wettig gezag uitgesloten zijn. De Apostel zegt:
"Allen toch, Joden of heidenen, slaven of vrijen, allen zijn wij in één
Geest tot één lichaam gedoopt." (1 Kor. 12, 13) Zoals er dus in de
ware gemeenschap der christengelovigen slechts één lichaam is, één Geest, één
Heer en één doopsel, zo kan er ook maar één geloof zijn.
Ook degene die weigert naar de Kerk te luisteren, moet
volgens het bevel van de Heer beschouwd worden als een heiden en tollenaar. En
daarom kunnen zij, die onderling verdeeld zijn, doordat zij niet hetzelfde
geloof of hetzelfde gezag erkennen, niet in dit éne mystieke lichaam noch uit
zijn éne goddelijke Geest leven.
e. De zondaren niet uitgesloten
Het lichaam van de Kerk bestaat gedurende de tijd van zijn
aardse pelgrimstocht ook niet alleen uit ledematen, die in heiligheid
uitmunten, of door een groep, die door God tot de eeuwige zaligheid is
voorbestemd. Jezus weigert in Zijn mystieke lichaam niet, degene die Hij ook
aan het gastmaal geen plaats weigerde.
Niet ieder misdrijf, ook al is het een zware zonde, is van
die aard dat het de mens van het lichaam van de Kerk uitsluit. Ook is nog niet
alle leven geweken uit degenen, die, hoewel ze door te zondigen de liefde en de
goddelijke genade verloren en dus niet meer in staat zijn tot bovennatuurlijke
verdiensten, toch het geloof en de christelijke hoop behouden en door de
Heilige Geest worden aangezet tot gebed en tot berouw over hun zonden.
Allen moeten schrik hebben voor zonde waardoor de mystieke
ledematen van de Verlosser besmet worden; wie echter jammer genoeg misdeed maar
niet hardnekkig bleef zondigen, wordt met grote liefde opgenomen, en men ziet
in hem een ziek lidmaat van Jezus Christus. Want zoals de H. Augustinus zei:
Het is beter "genezen te worden binnen het verband van de Kerk, dan van
haar lichaam afgesneden te worden als ongeneeslijke ledematen. Want men hoeft
niet te wanhopen aan de genezing van wat nog met het lichaam verbonden is; maar
wat afgesneden is, kan niet verzorgd noch geheeld worden."
HOOFDSTUK 2 - De Kerk, het "lichaam"
van Christus
De Kerk is zo ingericht, dat zij met een lichaam vergeleken
kan worden; nu moeten wij nog uiteenzetten en nauwkeurig verklaren, waarom zij
niet een willekeurig lichaam is, maar het lichaam van Jezus Christus is. Dit ligt
besloten in het feit, dat onze Heer van dit mystieke lichaam de Stichter, het
Hoofd, de Instandhouder en de Zaligmaker is.
ARTIKEL 1 - Christus de "Stichter"
van de Kerk
"De Kerk was reeds eerder aanwezig maar ontstond uit
de zijde zelf van Jezus Christus, toen deze als het ware sluimerde op het
kruis, en trad op de hoogdag van Pinksteren voor het eerst en op uitnemende
wijze in het licht van de openbaarheid."
Want Jezus begon de bouw van de Kerk, toen Hij al predikend
Zijn leer meedeelde; Hij voltooide ze, toen Hij aan het kruis hing; en
uiteindelijk maakte Hij ze bekend en kondigde ze openlijk af, toen Hij op
zichtbare wijze de Geest, de Vertrooster, over Zijn leerlingen uitzond.
a. Door de prediking van het Evangelie
Terwijl Hij het predikambt vervulde, koos Hij de apostelen
uit en zond hen, zoals Hij zelf gezonden was door de Vader (Joh. 17, 18), als
leraars, als bestuurders en als bewerkers van heiligheid in de gemeenschap der
gelovigen; Hij wees hun hoofd, tevens Zijn plaatsbekleder op aarde aan; alles
wat Hij van de Vader gehoord had, maakte Hij hun bekend (Joh. 15, 15); Hij gaf
ook het doopsel, waardoor de toekomstige gelovigen in het lichaam van de Kerk
moesten worden ingelijfd; en ten slotte stelde Hij het wonderbaar offer en het
wonderbare sacrament, de Eucharistie, in, toen Hij op de vooravond van Zijn
dood het laatste avondmaal vierde.
b. Door Zijn lijden op het kruis
Dat Hij echter Zijn werk op het kruis voltooide, verzekeren
de heilige Vaders in een ononderbroken reeks van getuigenissen; zij vestigen er
de aandacht op, dat de Kerk op het kruis uit de zijde van de Zaligmaker werd
geboren als de nieuwe Eva, de moeder van alle levenden. "En nu wordt zij
gebouwd" aldus de grote Ambrosius, handelend over Christus' doorboorde
zijde, "en nu... neemt zij gestalte aan, en nu wordt zij geschapen... Nu
rijst het geestelijk huis op tot een heilig priesterdom." Wie deze leer
nauwkeurig onderzoekt, kan zonder moeite de gronden onderscheiden, waarop zij
steunt.
Eerst werd door de dood van de Verlosser de oude wet
afgeschaft en door het Nieuwe Testament vervangen; toen is de wet van Christus
tezamen met haar geheimen, wetten, instellingen en gewijde riten voor de gehele
aarde bekrachtigd in het Bloed van Jezus Christus. Want, zolang de goddelijke
Zaligmaker in een klein land predikte - Hij was immers alleen gezonden tot de
verloren schapen van het huis van Israël - stonden wet en Evangelie naast
elkander; maar op het kruishout, waaraan Hij stierf, deed Jezus de wet met haar
bepalingen teniet; het handschrift van het Oude Testament hechtte Hij aan het
kruis, en in Zijn Bloed, dat Hij voor het gehele mensengeslacht vergoot,
stichtte Hij het Nieuwe Testament.
"Toen heeft", aldus de H. Leo de Grote sprekend
over het kruis des Heren, "zo klaarblijkelijk de overgang plaats gehad van
de wet tot het Evangelie, van de synagoge tot de Kerk, van de vele offers tot
het éne Slachtoffer, dat, toen de Heer de geest gaf, het geheimzinnig
voorhangsel, dat het binnenste van de tempel en het verborgen heiligdom
afsloot, plotseling van boven tot onder scheurde."
Op het kruis is de oude wet gestorven, en maakte plaats voor
het Nieuwe Testament, waarvoor Christus als de geëigende bedienaren de
apostelen had uitgekozen : uit kracht ook van het kruis oefent Jezus, hoewel
Hij reeds in de schoot van de H. Maagd tot Hoofd van heel de mensenfamilie was
gesteld, het ambt van Hoofd in de Kerk uit. "Want door de overwinning op
het kruis verdiende Jezus de macht en de heerschappij over de volkeren";
door die overwinning vermeerderde Hij voor ons de schat van genaden, die Hij,
glorievol heersend in de hemel, over Zijn sterfelijke ledematen onophoudelijk
uitstort; door het vergieten van Zijn Bloed op het kruis maakte Hij een einde
aan de toorn Gods, het beletsel van alle genaden, en bewerkte zo, dat alle
hemelse gaven, vooral de geestelijke goederen van het nieuwe en eeuwige
testament, uit de bronnen van de Zaligmaker tot heil van de mensen en bovenal
van de gelovigen konden uitstromen; op het kruishout tenslotte verwierf Hij
Zich Zijn Kerk, dat wil zeggen alle ledematen van Zijn mystieke lichaam. Zij
konden door het doopsel en de zaligmakende kracht van het kruis in de eenheid
van dit lichaam worden opgenomen.
Zo is Jezus door Zijn dood het Hoofd van de
Kerk geworden; door Zijn Bloed. Ook is de Kerk verrijkt met de uitstorting van
de Heilige Geest, waardoor zij, sinds de Mensenzoon op Zijn smartelijk kruis
werd verheven en daaraan werd verheerlijkt, in goddelijke luister schittert. Na
het scheuren van de tempelvoorhang kreeg de hele aarde, dat wil zeggen de
katholieke Kerk de dauw van de liefdegaven van de H. Geest, en niet alleen het
volk van Israël. Zoals op het eerste
ogenblik van de Menswording, de Zoon van de eeuwige Vader de menselijke natuur,
die Hij in zelfstandige eenheid aannam, met de volheid van de Heilige Geest
zalfde, om er een geschikt werktuig van te maken voor het bloedige
Verlossingswerk, zo wilde Hij ook, in het uur van Zijn kostbare dood, Zijn Kerk
met de meest overvloedige gaven van de H. Geest verrijkt zien, opdat zij bij de
uitdeling van de goddelijke vruchten van Verlossing, een krachtig werktuig van
Jezus zou worden. De juridische zending van de Kerk en haar macht om te
onderrichten, te besturen en de sacramenten toe te dienen, hebben juist daarom
een hemelse kracht en uitwerking bij de opbouw van het lichaam van Christus,
omdat Christus hangend aan het kruis de bron van de goddelijke goederen voor
Zijn Kerk ontsloot, waardoor zij aan de mensen een nooit falende leer zou
kunnen verkondigen en hen door van Godswege verlichte priesters op heilzame
wijze zou kunnen besturen en de overvloedigste hemelse genaden over hen zou
kunnen uitstorten.
Wanneer wij al deze kruisgeheimen aandachtig beschouwen,
dan zien wij heel helder de betekenis van die woorden van de apostel, waarmee
hij aan de Efeziërs leert, dat Christus door Zijn Bloed de Joden en de heidenen
heeft één gemaakt, "doordat Hij in Zijn Vlees... de scheidsmuur...
afbrak", die de beide volkeren van elkander scheidde; eveneens dat Hij de
oude wet heeft opgeheven, "om beiden in Zichzelf tot één nieuwe mens om te
scheppen", namelijk de Kerk; en beiden in één lichaam met God door het
kruis te verzoenen.
c. Door de afkondiging- van de Kerk op de Pinksterdag
De Kerk, die Hij door Zijn Bloed heeft gesticht, heeft Hij
op de Pinksterdag met een bijzondere, uit de hemel neergedaalde kracht
versterkt. Na Petrus, die Hij reeds eerder als Zijn plaatsbekleder had
aangewezen, in zijn verheven ambt plechtig te hebben bevestigd, steeg Hij ten
hemel op; en zittend aan de rechterhand van de Vader, wilde Hij Zijn bruid
onder het ruisen van een hevige wind en de verschijning van vurige tongen, door
de zichtbare komst van de Heilige Geest openbaren en haar waardigheid bekend
maken. Want, zoals Hij zelf bij het begin van de uitoefening van Zijn
predikambt door Zijn eeuwige Vader door middel van de Heilige Geest, die onder
de gedaante van een duif neerdaalde en over Hem bleef, werd bekend gemaakt; zo
heeft ook Christus de Heer, toen de apostelen hun verheven leraarstaak zouden
gaan beginnen, Zijn Geest uit de hemel neergezonden, die in de vurige tongen op
hun hoofd rustte en de hemelse zending van de Kerken haar hemels ambt als met
een vinger van Gods hand aanduidde.
ARTIKEL 2 - Christus "Hoofd" van het
lichaam
Dat dit mystieke lichaam, dat is de Kerk, de naam van
Christus draagt, volgt op de tweede plaats hieruit, dat Hij werkelijk door
allen als haar Hoofd moet worden beschouwd. Paulus zegt: "Hij is het
Hoofd van het lichaam, de Kerk." (Kol. 1, 18) Hij is het Hoofd,
waardoor heel het lichaam in de juiste samenstelling wordt bijeengehouden en
toeneemt en zijn groei voltrekt tot eigen opbouw.
a. Op grond van Zijn verhevenheid
Vooreerst is het duidelijk, dat de Zoon van God en van de
heilige Maagd op grond van Zijn bijzondere verhevenheid Hoofd van de Kerk moet
worden genoemd. Het hoofd bevindt zich immers op de hoogste plaats. Wie staat
er echter hoger dan Christus-God, die als het Woord van de eeuwige Vader, als
"Eerstgeborene van heel de schepping" (Kol. 1, 15) moet worden
erkend? Wie is er op een verhevener hoogte geplaatst dan Christus-mens, die,
geboren uit de onbevlekte Maagd, de ware en natuurlijke Zoon van God is, en die
vanwege de wondervolle en glorierijke opstanding, waarmede Hij uit de
overwonnen dood verrees, leeft als "de Eerstgeborene der gestorvenen?"
(Kol. 1, 18)(Hand. 1, 5) Wie is er ten slotte hoger opgevoerd dan Hij, die als
"de éne... middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5) op
waarlijk wonderbare wijze de aarde met de hemel verbindt; die, omhoog geheven
aan het kruis, als op een troon van barmhartigheid, alles tot Zich heeft
getrokken; en die, de Mensenzoon uit duizenden uitverkoren, meer dan alle
mensen, alle engelen en alle schepselen door God wordt bemind?
b. Op grond van Zijn bestuur
Omdat Christus een zo verheven plaats inneemt, is Hij
alleen met volle recht de leider en bestuurder van de Kerk; en daarom moet Hij
ook met een hoofd worden vergeleken. Zoals het hoofd - om de woorden van
Ambrosius te gebruiken - de "koninklijke burcht" van het lichaam is en
door het hoofd, dat immers met verhevener gaven is bedacht, alle ledematen,
waarboven het is geplaatst om voor hun welzijn te zorgen, van nature geleid
worden, zo heeft ook de goddelijke Verlosser het roer van de gehele gemeenschap
der christenen in handen. Omdat de leiding hebben van een groep mensen niets
anders betekent dan hen met vooruitziende zorg, met de geëigende middelen en op
de juiste wijze tot het vastgestelde doel te voeren, is het gemakkelijk in te
zien, dat onze Zaligmaker, die het lichtend voorbeeld der goede herders is, dit
alles op volstrekt wonderbare wijze verwerkelijkt.
Want toen Hij nog op aarde verbleef, heeft Hij ons Zijn
wetten, raadgevingen en vermaningen meegedeeld in woorden, die nooit voorbij
zullen gaan en die voor de mensen van alle tijden geest en leven zullen zijn. En
bovendien gaf Hij aan Zijn apostelen en aan hun opvolgers een drievoudige macht,
namelijk om te onderwijzen, om te besturen en om de mensen tot de heiligheid te
voeren; en deze macht omschreef Hij met bijzondere voorschriften, rechten en
verplichtingen en maakte ze tot grondwet van de gehele Kerk.
Maar onze goddelijke Zaligmaker leidt en bestuurt ook
rechtstreeks en persoonlijk de gemeenschap, die Hij heeft gesticht. Hij heerst in
de geesten en de harten van de mensen en buigt en dwingt zelfs hun weerbarstige
wil volgens Zijn welbehagen. "Het hart van een koning is in de hand van
de Heer, Hij leidt het waarheen Hij wil." (Spr. 21, 1) En door die
inwendige leiding draagt Hij niet alleen als "herder en leidsman van onze
zielen" zorg voor de enkelingen, maar ook voor de gehele Kerk, wanneer Hij
haar bestuurders verlicht en versterkt om de hun opgedragen taak getrouw en met
vrucht te volbrengen; ofwel wanneer Hij - vooral in moeilijke tijden - uit de
schoot van de Kerk mannen en vrouwen, opwekt, die uitblinken in glans van
heiligheid, om aan de overige christengelovigen tot voorbeeld te dienen tot
grotere groei van Zijn mystiek lichaam. Hier komt nog bij, dat Christus vanuit
de hemel op Zijn ongerepte bruid, die hier op aarde in ballingschap zwoegt, steeds
met een heel bijzondere liefde neerziet. Want wanneer Hij haar in gevaar
bemerkt, redt Hij haar uit de golven van de storm, ofwel met eigen hand, ofwel
door middel van Zijn engelen, ofwel door middel van Zijn Moeder, die wij
aanroepen als de hulp der christenen, of ook door andere hemelse patronen. En
na het woelen van de zee te hebben gestild, troost Hij haar met die vrede,
"die ieder begrip te boven gaat." (Fil. 4, 7)
Jezus bestuurt ook op zichtbare wijze en
in de gewone gang van zaken Zijn mystiek lichaam door middel van de paus op aarde. Christus
heeft, na gedurende Zijn sterfelijk bestaan "de kleine kudde"
(Lc. 12, 32) persoonlijk, op zichtbare wijze te hebben geleid, kort voordat Hij
deze wereld zou verlaten en naar de Vader zou terugkeren, het zichtbare bestuur
van de' door Hem gestichte gemeenschap' aan Petrus
toevertrouwd. In Zijn hoogste wijsheid kon Hij het maatschappelijk lichaam van
de Kerk, dat Hij had ingericht, niet zonder zichtbaar hoofd achterlaten. Tegen
deze waarheid kan men niet aanvoeren, dat door de instelling van het
jurisdictie primaat in de Kerk, het mystieke lichaam een dubbel hoofd zou
hebben ontvangen. Petrus is, op grond van zijn primaat, niets anders dan
plaatsbekleder van Christus, en zo is er slechts één primair hoofd van dit
lichaam, namelijk Christus. Deze houdt niet op, de Kerk op verborgen wijze
persoonlijk te besturen, maar leidt die Kerk toch op zichtbare wijze door hem,
die op aarde Zijn plaats inneemt; zij is immers na Christus' glorievolle
hemelvaart niet meer op Hem alleen, maar ook op Petrus als zichtbaar fundament
gebouwd. Christus en Zijn plaatsbekleder vormen slechts één hoofd vormen.
Degenen die denken dat zij Christus als Hoofd van de Kerk
kunnen aanhangen, zonder Zijn plaatsbekleder op aarde trouw te volgen, verkeren
in een gevaarlijke dwaling. Want door het wegnemen van dit zichtbare hoofd en
het verbreken van de zichtbare eenheidsbanden, verduisteren en misvormen zij
het mystieke lichaam van de Verlosser zozeer, dat zij, die de haven van het
eeuwig heil zoeken, dit lichaam niet meer kunnen onderscheiden en vinden.
Wat wij echter hier over de algemene Kerk hebben gezegd,
geldt ook voor de bijzondere gemeenschappen van christenen, zowel de Oosterse
als de Latijnse, waaruit de éne katholieke Kerk bestaat en wordt opgebouwd,
daar ook zij elk afzonderlijk door Christus Jezus door middel van de stem en de
macht van haar eigen bisschop worden bestuurd. Daarom moeten de bisschoppen
niet alleen als de meest uitstekende leden van de algemene Kerk worden
beschouwd, daar zij door een volstrekt enige band met het goddelijk Hoofd van
het gehele lichaam zijn verbonden, en dus met recht worden genoemd "de
eersten der ledematen van de Heer", maar wat zijn eigen bisdom betreft,
weidt en bestuurt ieder van hen de hem bijzonder aangewezen kudde in naam van
Christus als ware herder.
Bij de uitoefening van deze taak zijn zij echter niet
volkomen onafhankelijk, maar staan zij onder het bindend gezag van de paus van
Rome, ofschoon zij in het bezit zijn van de gewone jurisdictiemacht, die hun
onmiddellijk door de paus wordt medegedeeld. Zij moeten derhalve, als de door
God gewilde opvolgers van de apostelen, door het volk worden geëerbiedigd; en
meer nog dan op de bestuurders van deze wereld, zelfs op de allerhoogsten onder
hen, slaat op de bisschoppen, gezalfd als zij zijn door de Heilige Geest, dit
woord van de H. Schrift: "Wilt niet raken aan mijn gezalfden."
(1 Kron. 16, 22)(Ps. 104, 15)
Wij worden dan ook zeer smartelijk getroffen door de berichten,
dat niet weinigen van onze broeders in het episcopaat, om het feit dat zij in
waarheid het voorbeeld van hun kudde zijn geworden en het hun toevertrouwde
heilige "pand van het geloof", zoals het behoort, krachtig en getrouw
behoeden; om het feit dat zij aandringen op de navolging van de heilige wetten,
die in de harten der mensen zijn gegrift en de hun toevertrouwde kudde naar het
voorbeeld van de opperste Herder tegen de roofzuchtige wolven verdedigen, niet
alleen te lijden hebben van vervolgingen en kwellingen tegen hun persoon, maar
- wat voor hen nog wreder is en zwaarder te dragen valt - ook tegen de schapen,
die aan hun zorgen zijn toevertrouwd, de medewerkers in de apostolische arbeid,
tot zelfs de Godgewijde maagden. Een dergelijk onrecht achten wij onszelf
aangedaan en wij herhalen de verheven woorden van onze voorganger z.g.
Gregorius de Grote: "Onze eer is de eer van de gehele Kerk; onze eer is de
hechte voorspoed van onze broeders; en eerst dan worden wij naar waarheid geëerd,
wanneer aan geen van hen de toekomende eer wordt geweigerd."
c. Op grond van de behoefte aan elkaar bij hoofd en
ledematen
Christus is het Hoofd van het mystieke lichaam, maar toch
heeft Hij de hulp van het lichaam nodig. "Het hoofd kan niet tot de
voeten zeggen: ik heb u niet nodig." (1 Kor. 12, 21) Het is natuurlijk
overduidelijk, dat de christengelovigen de hulp van de goddelijke Verlosser
absoluut nodig hebben, daar Hij zelf heeft gezegd: "Zonder Mij kunt gij
niets doen" (Joh. 15, 5), en omdat iedere toename van dit mystieke
lichaam tot zijn eigen opbouw afhangt van Christus het Hoofd.
O ZONDIGE MENSHEID, LOOP OM JULLIE REKENING
(VAN JULLIE ZIEL) IN ORDE TE STELLEN EN EERHERSTEL TE BIEDEN VOOR ALLE
DOODZONDEN; OMDAT DE DAG VAN DE WAARSCHUWING NABIJ IS EN VELEN ER NIET TEGEN
ZULLEN KUNNEN!
6 Oktober 2017 1 : 15 P.M
DRINGENDE OPROEP VAN DE HEILIGE MICHAEL, ENGELEN EN AARTSENGELEN VAN HET
KONINKRIJK VAN GOD AAN DE MENSHEID
Wie is als God? Niemand is als God. Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Dat de vrede van de Allerhoogste met jullie allen weze, mensen van goede wil.
Sterfelijke broeders en zusters, wij leveren strijd in grote gevechten tegen de
legers van het kwaad. De zonde en het kwaad van deze generatie hebben het rijk
van de duisternis versterkt. Het doet ons verdriet zoveel kwaad te zien die
zoals kaf opschiet in het hart van het overgrote deel van deze ondankbare en
zondige generatie. Wat zijn jullie dwazen en gekken, jullie verkiezen de dood
boven het leven! Jullie blijven degene de rug toekeren die jullie kan helpen,
Onze Welgeliefde Vader. De hemel weent om jullie houding, omdat Mijn Vader niet
jullie dood wil, maar dat jullie eeuwig leven.
Broeders en zusters, de tijd voor jullie overgang naar de eeuwigheid is
aangekomen en het overgrote deel van de mensheid is niet voorbereid op deze
gebeurtenis. De Waarschuwing zal vele zielen verrassen die in staat van
doodzonde verkeren en die eeuwig verloren gaan, omdat ze zon groot impact niet
zullen aankunnen. Arme zielen, ze dwalen in deze wereld zonder God noch gebod,
hun tijd is geteld, als ze niet zo vlug mogelijk terugkeren naar God, zullen ze
verloren gaan met de komst van de Waarschuwing.
In naam van de Allerhoogste doen wij een oproep aan: prostituees, dieven,
overspeligen, ontuchtigen, onzuiveren, homoseksuelen, afgodendienaars,
leugenaars, alcoholisten, tovenaars, heksen, occultisten en zondaars in het
algemeen. Denk na, omdat door te leven zoals jullie bezig zijn, zullen jullie
zielen verloren gaan in de overgang naar de eeuwigheid! Wanneer jullie verrast
worden door de Waarschuwing zullen jullie zielen het licht van God niet zien,
maar de duisternis van het rijk van de duisternis.
Sterfelijken, jullie zullen in de eeuwigheid zijn tussen de 15 tot 20 minuten
van jullie aardse tijd. Het hangt af van de staat van jullie ziel, naar welke
plaats jullie volgens jullie ziel zullen gaan, in de aangegeven tijd. Degenen
die naar het vagevuur zullen gaan, zullen het zuiverend vuur voelen die de
zielen zuivert en jullie zullen daar de staat zien waar velen van jullie ouders
zich zullen bevinden. Velen van de lauwe zielen zullen de zondige zielen
vergezellen naar de hel; daar zullen ze de kwellingen voelen en het vuur dat
brandt, nooit uitdooft en waarmee de veroordeelde zielen worden gestraft. Mijn
Vader wil aan de lauwe zielen de hel tonen. Zodat, als ze door Zijn genade
terugkeren naar deze wereld, ze zich ervan bewust worden en beslissen wat ze
willen. Lauwe zielen en zondige zielen, vragen wij: zullen jullie het aankunnen
in de hel te zijn gedurende de Waarschuwing? Denk goed na, omdat jullie leven
op het spel staat en jullie tijd is geteld.
Broeders en zusters, alle doodzonden moeten gebiecht worden en eerherstel voor
gebracht worden. Als jullie geen eerherstel brengen, is de zonde niet helemaal
vergeven. Jullie moeten eerherstel brengen voor alle doodzonden voordat de
Waarschuwing jullie overkomt, zodat jullie niet weeklagen gedurende jullie
overtocht naar de eeuwigheid. O zondige mensheid, loop om jullie rekening
(ziel) in orde te brengen en eerherstel te brengen voor alle doodzonden; omdat
de dag van de Waarschuwing nabij is en velen het niet zullen aankunnen! Sterfelijken,
maak geen plannen op korte of lange termijn; zorg goed voor de redding van
jullie ziel, omdat het leven in deze wereld maar een ademtocht is. Jullie zijn
schaduw en stof, taal en ijdelheid; vandaag zijn jullie er, morgen zijn jullie
er niet meer. Stop met jullie bezig te houden met de dingen van deze wereld,
omdat jullie goed weten dat de wereld binnenkort voorbijgaat. Het is beter om
te leven in het behagen van God en schatten te verzamelen in de hemel die
jullie morgen vreugde bieden in het eeuwig leven.
Dat de vrede van de Allerhoogste, in jullie moge wonen,
mensen van goede wil.
Jullie Broeders, de Aartsengel Michael en de engelen en aartsengelen van het
Koninkrijk van mijn Vader.
Breng onze boodschappen naar de hele mensheid, zaad van God.