Levend Geloof 8
Inhoud blog
  • NIEUWE BLOGSITE
  • De Eucharistie volgens Bayside deel 2
  • Amoris Laetitia
  • De sacramenten
  • Wie mag te communie gaan
  • De zeven doodzonden
  • De Eucharistie volgens Bayside
  • Fulton Sheen over de valse kerk
  • H. Maria in iconen
  • Pantokrator
  • Goede gewoonten cultiveren deel 4
  • Het Russisch Kruis
  • IHS
  • Labarum
  • Ichthus
  • De pelikaan
  • Goede gewoonten cultiveren deel 3
  • O Bloed van Jezus
  • Geestelijke adoptie van een ongeboren kind
  • Geestelijke communie
  • Geestelijke werken van barmhartigheid
  • Boodschap aan Mario - Brindisi
  • Brandend actueel - boodschap van Mario van Brindisi
  • Korte gebedjes door Luisa Piccarreta
  • Gebed om uitstorting in de Goddelijke Wil
  • O Jezus
  • Toewijdingsakte aan de Goddelijke Wil - Luisa Piccarreta
  • Goede gewoonten cultiveren deel 2
  • Pastor Enoc 10/4
  • De duisternis omringt de wereld - Hille Kok 8/4/2016
  • Kinderen van de vernieuwing: 5/4 en 16/3
  • Armageddon volgens Bayside deel 2
  • Goede gewoonten cultiveren
  • Kroontje van de Goddelijke Wil
  • 4 eenvoudige stappen naar het leven in de Goddelijke Wil
  • Armageddon volgens Bayside deel 1
  • De Bol van Verlossing volgens Bayside deel 2
  • De Bol van Verlossing volgens Bayside deel 1
  • De Katholieke dag (wikipedia)
  • De Katholieke dag, week, maand deel 2
  • De Katholieke dag, week, maand deel 1
  • Noveen voor het kostbaar bloed
  • Pastor Enoc 27/3
  • Te Deum
  • 5 eerste zaterdagen devotie
  • Zegel van de levende God
  • Verenigde Harten afbeelding
  • Kamers van het Heilig Hart van Jezus
  • 7 geheimen van de eucharistie
  • Boodschap van Ned Dougherty 2/4/2016
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 3
  • Boodschappen van Pelianito
  • Boodschap van Mario te Brindisi
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 2
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 1
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 3
  • Wat het is...
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 2
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 1
  • Voorspellingen 500 zieners komen uit
  • Pauselijke paasboodschap
  • Onze taak als missionaris
  • Vervolging volgens Bayside deel 2
  • Lazarus en de rijke man
  • Vervolging volgens Bayside deel 1
  • Zalig Pasen!!
  • Nederland en Belgie hebben zich ver van God verwijderd
  • Pastor Enoc 17/3
  • De opname volgens Bayside
  • De kruisweg deel 2
  • De kruisweg deel 1
  • De Antichrist volgens Bayside
  • Heilige Maria
  • De Jacinta-foto
  • De Waarschuwing en het Mirakel volgens Bayside
  • Een sprankeltje hoop
  • Dag van rouw
  • De komst van de geimplanteerde ID- en betaalchip
  • De nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde deel 2
  • De nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde deel 1
  • Bij Jezus Terugkomst en erna
  • Tien kansen om een biddend mens te worden
  • Pastor Enoc 9/3
  • Na het grote wonder deel 2
  • Na het grote wonder
  • Na de waarschuwing - het grote wonder
  • De Waarschuwing deel 2
  • De Waarschuwing deel 1
  • Een boodschap voor nu
  • Boodschappen van Pelianito
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 5
  • Ik ben de redding van de wereld - Hille Kok 25/2/2016
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 4
  • Boodschap van Ned Dougherty 1/3/2016
  • Geestelijk pantser van Pastor Enoc
  • Pastor Enoc 28/2
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 3
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 2
  • Over de Maitreya en de Antichrist
  • De waarschuwing volgens Garabandal
    Zoeken in blog

    07-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karaoke : The Smashing Pumpkins - Tonight Tonight

    Seks is een heilig geschenk

    Je versmelt innig met mij

    Je wordt een beter deel van mij

    Ons leven verandert opeens

    Er komt nieuw leven bij

    Je liefde dat een lichaam wordt

    Geloof, geloof in mij, geloof in God

    In Zijn kracht, dat Hij een ziel schenkt

    We zijn in elkaar versmacht, vannacht, vannacht

    Vannacht, Hij lacht

    Vannacht, vannacht

     

    Je bent van niets zeker meer

    Maar je weet wat je wilt

    Je steekt een nieuw lichtje aan

    De lichtjes doven nooit in de kristallen stad

    De plaats waar je thuis ligt

    Geloof, geloof in mij, geloof in God

    In de pracht van dit ultieme moment

    Geloof in je levensdoel vannacht, vannacht

    Vannacht, Hij lacht

    Vannacht, vannacht

    Alle duisternis verdwijnt vannacht, vannacht

    Alle ellende verdwijnt vannacht, vannacht, vannacht

    Een opofferende liefde in de nacht, vannacht

    Een onbeschrijflijk moment in je leven vannacht

    De droom wordt werkelijkheid deze nacht, vannacht

    Geloof in mij zoals ik geloof in jou vannacht, vannacht,

    Vannacht, vannacht, vannacht

     

    07-04-2012, 00:00 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stille zaterdag : tweede dag van noveen

    Jezus zegt: Breng vandaag alle priesters en alle godgewijde personen bij Mij en dompel hen in Mijn onpeilbare barmhartigheid. Zij zijn het die mij de kracht gaven mijn bitter lijden te verduren.
    Zij zijn de kanalen, waardoor mijn barmhartigheid over de hele mensheid wordt uitgestort.

    Bidden wij voor de priesters en kloosterlingen op voorspraak van de "Moeder van de Kerk, de Middelares van alle genaden."

    Barmhartige Jezus, van U komt alle goedheid.
    Wij bidden U, vermeerder de genaden in de zielen van de priesters en de kloosterlingen, zodat zij zich van hun heilige roeping ten diepste bewust zijn en zich vol vertrouwen toeleggen op de werken van uw barmhartigheid. Geef dat ze door hun voorbeeld de zielen naar de Vader van barmhartigheid brengen en Hem verheerlijken.

    Onze Vader

    Wees gegroet

    Eer aan de Vader

    Hemelse Vader, zie vol goedheid neer op Uw uitverkorenen en geef hun de genade van Uw zegen,
    zodat zij door de verdiensten van uw Zoon vol ijver voor het heil van de mensen werken en voor hen de volheid van Uw Barmhartigheid verkrijgen. 

    Wij nemen onze toevlucht tot Uw bescherming, o Heilige Moeder van God. Versmaad onze gebeden niet in onze nood, maar verlos ons altijd van gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster. Verzoen ons met uw Zoon, beveel ons aan bij uw Zoon, breng ons voor uw Zoon. Amen.

    Bron : Isidorusweb

    07-04-2012, 00:00 Geschreven door Claudia  


    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede Vrijdag is de dag waarop Ik wens om herinnerd te worden 5/4/2012

    Goede Vrijdag is de dag waarop Ik wens om herinnerd te worden voor wat die dag werkelijk betekent, vooral dit jaar.

    Mijn Vader zond Me in de wereld en bood Mij aan als losprijs om de wereld te redden van het vuur van de Hel.

    Ik kwam om jullie te dienen, kinderen, niet om jullie te veroordelen. Mijn dood was een bijzondere genade, vrij van enige verplichting van jullie kant dan alleen de hand van Barmhartigheid te aanvaarden die jullie gereikt werd door Mijn Eeuwige Vader.

    Dit geschenk werd aangeboden zodat de mensheid de gave van verzoening kon ontvangen zodat ze geschikt zou zijn om Mijn Vaders Koninkrijk binnen te gaan.

    Vooraleer Ik werd gekruisigd woonde Ik een zeer belangrijk Pesach-avondmaal bij met Mijn Apostelen, de nacht voor Mijn Dood op het Kruis.

    Dit Laatste Avondmaal heeft voor een andere bijzondere gave gezorgd : de gave van het vieren van de Heilige Eucharistie. Het is een sacrament van liefde om jullie te voorzien van een uniek geschenk. Jullie kunnen Mij daar werkelijk ontvangen in de Heillige Communie.

    Mijn echte aanwezigheid, dat vervat zit in de Heilige Eucharistie in de wereld tegenwoordig, wanneer de Heilige Mis wordt gevierd, voorziet in zeer bijzondere genaden voor degenen die in staat van genade verkeren, die Mij liefhebben en die Mij ontvangen.

    Mijn aanwezigheid kan gevoeld worden op een manier die je geloof versterkt wanneer je Mijn echte aanwezigheid in de Heilige Eucharistie erkent.

    Als je Mijn aanwezigheid in de Heilige Eucharistie verwerpt, dan verwerp je één van de meest belangrijke geschenken, die Ik jullie naliet toen Ik naar de aarde kwam om te boeten voor jullie zonden.

    Ik stierf om jullie te redden en dit is op zich een groot geschenk.

    Maar Ik liet jullie een heel speciaal geschenk na waar je Mij kunt ontvangen in lichaam en geest.

    Aanvaard Mijn aanwezigheid en jullie ziel zal nog dichter naderen in volledige vereniging met Mij.

    Aanvaard Mij.
    Laat Mij niet in de steek.
    Ontken Me niet.

    Geloof, zonder twijfels in jullie hart, dat het was omwille van de liefde van God de Vader dat deze geschenken jullie werden verleend.

    Overweeg nu de echte waarheid van Mijn leer.

    Aanvaard Mijn Kruisiging niet zonder de geschenken te aanvaarden die jullie ook werden gegeven op het Laatste Avondmaal. Als je dit toch zou doen weigeren jullie je ziel het voedsel des levens.

    Jullie geliefde Jezus – Verlosser van de Mensheid

    06-04-2012, 21:34 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bid alsjeblieft Mijn Goddelijk Barmhartigheidskroontje en het Barmhartigheidsnoveen dat start op Goede Vrijdag 4/4/2012

    Mijn dierbare dochter, de tijd is bijna aangebroken voor de wereld om Mijn Dood op het Kruis te herdenken.

    Dit is de tijd gedurende 2012 dat Ik dringend jullie gebeden nodig heb voor diegenen die Mij niet willen erkennen en voor diegenen die Mij niet kennen.

    Mijn geliefde volgelingen, het zal aan jullie zijn om Mij te helpen de arme zielen te redden die Ik dicht aan Mijn boezem moet brengen zodat Ik hen kan voorbereiden op Mijn Nieuwe Paradijs.

    Kinderen, Ik wil dat jullie Mijn Goddelijk Barmhartigheidskroontje bidden en het Barmhartigheidsnoveen dat begint op Goede Vrijdag, voor 9 dagen.

    Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen dit noveen volledig bidden voor andere zielen. Jullie zullen grote genaden ontvangen en daarvoor zal Ik jullie nooit in de steek laten. Ik zal jullie ziel redden wanneer jullie voor Mij verschijnen op de Dag des Oordeels.

    Jullie zouden het nooit moe mogen worden om te bidden om andere zielen te redden. Jullie zijn Mijn Leger en door de genaden die Ik jullie geef, zullen jullie met Mij samenwerken om de aarde van Zonde te reinigen voor Mijn Tweede Komst.

    Het is voor jullie allen niet eenvoudig om te bidden. De beste manier is jezelf te verenigen in Mijn Droevig Lijden en Mijn lijden te overwegen, in het bijzonder Mijn Doodstrijd in de Tuin van Olijven. Mijn Grote Barmhartigheid is dan het krachtigst. Het was juist omdat de zondaars, met inbegrip van de Heidenen, nooit een kans kregen om Mij te leren kennen dat Ik het meest daarover leed.

    Voor diegenen onder jullie, die Mij liefhebben, weten dit.

    Hoe meer jullie volledig op Mij vertrouwen, hoe sterker Mijn Barmhartigheid is. Hoe meer Ik kan vergeven. Mijn Barmhartigheid is zo krachtig dat het de zonden van de hele mensheid kan verdelgen.

    Diegenen die in Mij geloven en Mij vertrouwen kunnen heiligheid verwerven door te helpen de zielen van hun broeders en zusters te redden en dat als prioriteit te stellen. Zij doen dit uit hun liefde voor Mij want ze weten dat dit Mij veel troost brengt.

    Jullie, Mijn zuivere en rechtvaardige volgelingen, die Mij zo liefhebben, weten dat het door jullie edelmoedigheid van hart is dat Ik zondaars kan redden.

    Zondaars, jullie moeten begrijpen, dat het voor jullie is dat Ik ben gestorven en jullie zijn degenen waar Ik het meest naar dorst. Ik betoon groot erbarmen voor zondaars.

    Mijn volgelingen, jullie die ook zondaars zijn moeten volledig op Mij vertrouwen. Door dit te doen geef Ik een aantal bijzondere genaden.

    Hoe meer jullie vragen om Mijn hulp, hoe meer jullie ontvangen. Het is omwille van deze band dat jullie en Ik hebben, dat jullie Mij kunnen helpen om andere zielen te redden die anders zouden omkomen in wanhoop en  uitzichtloosheid.

    Onthoud dat Mijn Goddelijke Barmhartigheidsnoveen krachtig is en kijk naar het aantal zielen dat jullie zullen redden voor Mij dit jaar.

    Jullie geliefde Jezus

    06-04-2012, 20:26 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 5

    Natuurverschijnselen

    In de voormiddag, als Pilatus het doodvonnis had uitgesproken, was er af en toe nog een hagelbui geweest. Maar om halféén (volgens zonneuur) was er een zonsverduistering. De hemel werd donker en de sterren straalden een rode gloed uit. De omstaanders stopten met beledigingen te uiten en ze werden bang. Velen sloegen op hun borst en riepen : Zijn bloed komt over zijn moordenaars ! Velen, zowel ver als nabij, wierpen zich nu op de knieën en baden rouwend om vergiffenis. Jezus richtte in zijn smarten nog een blik op hen. Jezus’ Moeder en zijn naaste vrienden waren de enigen die dichtbij en rond zijn kruis stonden.


    Wij dwaalden rond als schapen,
    ieder zocht zijn eigen weg;
    maar de wandaden van ons allen
    liet de HEER op hem neerkomen. (Jes. 53:6)

    Goedaardige moordenaar (berouwvol en vol vertrouwen) : Heer, laat mij in een plaats komen, waar U me verlost. Wees mij indachtig, wanneer U in Uw Rijk komt.

    Jezus : Voorwaar, Ik zeg u : u zult nu nog met Mij in het paradijs zijn.

    Jezus zag Zijn Moeder met diep medelijden aan en keek ook Joannes aan.

    Jezus (tot Zijn Moeder) : Vrouw, ziedaar uw zoon ! Hij zal nog meer uw zoon zijn, dan wanneer U hem had gebaard ! Hij (Joannes) heeft altijd een eenvoudig, onwankelbaar geloof gehad en heeft zich slechts eenmaal geërgerd, namelijk toen zijn moeder hem boven de andere apostelen verheven wilde zien.

    Jezus (tot Joannes) : Zie, dat is uw Moeder.

    Joannes omhelsde onder het kruis Jezus’ Moeder, die nu ook zijn Moeder was geworden. Door verdriet getroffen werd Maria verder bij haar vriendinnen gebracht. ‘Vrouw’ is de waardigheid van Maria, die ‘de kop van de slang moet verpletteren’. Hier geeft Jezus Maria tot Moeder aan allen uit de hele mensheid die in Hem geloven en zo kinderen van God worden. Uit God geboren en niet enkel uit een vader en moeder. Maria heeft deze opdracht aanvaard bij de boodschap van de engel Gabriël : Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar Uw woord. Zij neemt hier alle kinderen van God aan als haar eigen kinderen. Zij zijn broers en zussen van Jezus.

    Verlatenheid van Jezus

    Half twee : duisternis. Angst. Instortingen. Vluchtende mensen. Stilte rond het kruis. In zijn diepste verlatenheid, wanhoop en eenzaamheid bidt Jezus tot Zijn hemelse  Vader. Omstreeks drie uur weerklinkt zijn kreet.

    Jezus (luid) : Eli, Eli, lama sabaktani ? (= Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten ?)

    Omstaander 1 : Hij roept om Elias !

    Omstaander 2 : We gaan eens zien of Elias komt om Hem naar beneden te helpen !

    Er ontstonden twee groepen. De ene groep weeklaagde en morde misnoegd om de misdaad, de andere groep schimpte en raasde verder. In de stad  vreesden de schriftgeleerden voor onlusten. Daarom werd aan de hoofdman gevraagd om de orde te herstellen. Hij liet de spotters zwijgen en herstelde de rust.   Na drie uur werd de hemel terug helder.

    Jezus’ dood

    Jezus : Ik word uitgeperst als de druif, die hier voor de eerste maal gestampt werd. Al mijn bloed moet Ik geven tot het water komt en de schillen wit worden. Hier zal er evenwel geen wijn meer geperst worden.

    Jezus : Ik heb dorst. Had jij Mij geen teug water kunnen bezorgen ?

    Joannes (met spijt) : Heer, wij hebben het vergeten !

    Jezus : Ook mijn vrienden moesten vergeten om Mij een teug water aan te bieden, zodat de Schrift werd vervuld.

    De hoofdman Abenadar die vol medelijden was, nam een spons, drenkte die in azijn, duwde een hysoprietje erin en stak die op zijn lans. Jezus kon op die manier door het rietje de azijn opzuigen.

    Jezus : Als Ik geen stem meer zal hebben, zal de mond van de doden spreken.

    Omstreeks drie uur geraakte Jezus in doodstrijd en het zweet brak uit over al zijn ledematen. Zijn Moeder die ondersteund werd door Maria van Kleofas en Salome, stond tussen Jezus’ kruis en dat van de moordenaar met de goede inborst. Ze keek op naar haar stervende Zoon.

    Jezus : Het is volbracht !

    Dan richtte Hij zijn hoofd op.

    Jezus (met luide stem) : Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest !

    Hij liet het hoofd zinken en gaf de geest.

    Joannes en de heilige vrouwen vielen ter aarde neer. De aarde beefde en de rots spleet wijd open tussen het kruis van Jezus en dat van de slechte moordenaar. In de tempel scheurde het voorhangsel in twee stukken. Gebouwen stortten in, bergen verzakten. Uit de graven stonden vele doden op. Abedanar was diep onder de indruk. Hij wierp zijn lans weg en sloeg met zijn vuist op zijn borst.

    Abedanar : Gezegend zij de Almachtige, de God van Abraham en Jakob ! Dit was een rechtvaardig man, Hij is zeker Gods Zoon !

    Vele soldaten, getroffen door het voorbeeld van hun hoofdman, deden zoals hij en legden getuigenis af van Jezus. Hij was een nieuwe en verloste mens geworden. Hij bleef niet langer in dienst van Jezus’ vijanden. Hij gaf het bevel over aan Cassius, zijn onderbevelhebber. Ook onder het nog aanwezige volk en onder de laatst aangekomen schriftgeleerden legden velen getuigenis af voor Jezus. Ze sloegen zich rouwend op de borst en daalden vol wroeging de berg af. Anderen scheurden hun klederen en strooiden het stof van de weg op hun hoofd als teken van rouw. De bloedverwanten van Jezus, die rond het kruis stonden, treurden en weeklaagden. Maria schikte zich, ook nu weer, volkomen in Zijn wil. Alles wat was gebeurd, was gebeurd volgens Zijn wil en Zijn toestemming. De H. Geest had in Maria het lichaam van Jezus gevormd en Zijn ziel was zonder zonde in Zijn lichaam in de schoot van Maria. Wat hadden ze Zijn lichaam, waar schoonheid, waarheid en liefde gebundeld waren, toegetakeld ! 

    Doden leggen getuigenis af voor Jezus aan de levenden

    Jezus zond uit het voorgeborchte vele zielen in hun lichamen op aarde terug om de onboetvaardigen schrik in te boezemen, te vermanen en voor Hem te getuigen. Ze maanden deze mensen aan de leer van de gekruisigde Jezus te aanvaarden. Het tijdperk van het oude offer was afgesloten en het tijdperk van het nieuwe offer was aangebroken. Omstreeks vier uur keerden ze terug naar hun graven.

    In de tempel

    De bekeerde schriftgeleerden keerden naar de tempel terug en slingerden Annas en Kajafas heftige verwijten toe. Annas was als een waanzinnige, het bezoek van de doden was voor hem teveel geworden. Kajafas, daarentegen bleef nuchter bij de gebeurtenissen en verspreidde leugens om de gebeurtenissen te kunnen verklaren. Pilatus en Herodes bleven van schrik in hun paleis. Velen, zoals Nikodemus en Jozef van Arimatea, namen definitief afscheid van de tempel.

    Pilatus vertrouwt Jezus’ lichaam aan Jozef van Arimatea toe

    De Hogeraad had een gezantschap naar Pilatus gestuurd om de dode lichamen te laten verwijderen, omdat ze niet tot op de sabbat aan het kruis mochten blijven hangen. Jozef van Arimatea kwam net op hetzelfde tijdstip aan bij het paleis van Pilatus. Hij was met Nikodemus overeengekomen om het lichaam van Jezus in zijn eigen nieuwe rotsgraf in de tuin, dichtbij de Kalvarieberg, neer te leggen. Pilatus was nog altijd niet bekomen van angst en verwarring, want ook hij had ‘doden’ gezien die hem het onrechtvaardig vonnis verweten. Hij vroeg hem of hij het lichaam van Jezus, de Koning van de Joden, van het kruis mocht afnemen om Hem een waardige laatste rustplaats te bezorgen. Pilatus had wroeging over de terechtstelling van de onschuldige Jezus, maar liet niets blijken.

    Pilatus (schijnbaar onverschillig) : Is Hij dan al dood ?

    Pilatus had even tevoren gerechtsdienaren uitgezonden naar de kruisen. Hij zond hoofdman Abenadar mee met Jozef van Arimatea, die op zijn beurt van Pilatus de volmacht kreeg over het lichaam van Jezus. Jozef’s vriend Nikodemus was ondertussen in enige winkels lijkwaden en specerijen, voor de bereiding en de balseming van het lijk, gaan kopen. Jozef ging zelf ook nog een kostbare, katoenen lijkdoek kopen. Jozef’s en Nikodemus’ dienaren zorgden voor het nodige materiaal en draagbaar.

    Bij de drie kruisen

    De door Pilatus gezonden beulen kwamen de beenderen van de gekruisigden breken om zo hun dood te versnellen. Maar Jezus’ lichaam lieten ze gerust. Ze twijfelden nog aan zijn dood. Maar Cassius, die nu bevelhebber was in plaats van Abedanar, nam zijn paard en reed tot het kruis van Jezus. Hij wilde voorkomen dat de beulen toch Jezus’ beenderen zouden breken. Hij nam zijn lans met beide handen vast en dreef de punt ervan in de rechterzijde van Jezus’ lichaam. De lans ging door het binnenste en het hart en opende links op de borst een kleine wonde. Toen hij zijn lans uit het lichaam trok, liep er uit de brede wonde van de rechterzijde een stroom van bloed en water. Het was als een stroom van heil en genade.

    Het besproeide zijn gezicht, dat hij omhoog naar Jezus richtte. Het volgende ogenblik sprong Hij van zijn paard, viel op zijn knieën, sloeg rouwmoedig op zijn borst en beleed hij zijn zonden aan Jezus voor alle aanwezigen. Cassius was een totaal ander mens geworden. De aanwezige soldaten waren geweldig onder de indruk van dit wonder. Ze volgden hem na in zijn geloof en vielen eveneens op hun knieën, sloegen zich op de borst en beleden hun geloof in Jezus. Cassius werd later Longinus genoemd. Dat was zijn doopnaam. Abenadar werd later ook gedoopt en Ktesifon genoemd. De beulen vertrokken.

    Betekenis van Jezus’ doorboord hart

    Jezus’ bloed was vergoten en Hijzelf was gestorven om de wereld te verlossen. Maar de daadwerkelijke verlossing moest nog worden toegepast. De toepassing gebeurt door de instelling van de sacramenten. Het doopsel (water) geeft de kiem van het goddelijk leven af, en de Eucharistie (bloed) die voedt, onderhoudt en doet dat leven groeien. De Kerk wordt geboren uit de zijde van Jezus (die eigenlijk slaapt want Zijn lichaam bleef verenigd met zijn Goddelijke natuur en moest spoedig verrijzen en terug leven). Het hart moest het bewijs geven van zijn oneindige en onzichtbare liefde. Liefde woont in het hart. De wonde is de opening of deur van Zijn Hart, waar alle zielen naar binnengeleid worden. Jezus’ Hart is oneindig groot en iedereen is welkom. In zijn hart leeft diepe vrede, geluk en oneindige liefde. Het is bestemd voor iedereen die Jezus trouw blijft. Jezus gaf echt alles weg ten voordele van de mensen. Zijn laatste druppels bloed waren bestemd om de mensen vrij te kopen van zonde.

    De kruisafneming

    In de straten van Jeruzalem was het stil en verlaten. Iedereen bleef van schrik binnen. Slechts weinigen vierden het paasfeest, in plaats daarvan verrichten ze boetvaardigheden. Jozef van Arimatea, Nikodemus gingen naar Jezus’ kruis. Bij het kruis troffen ze de heilige vrouwen, Joannes en hun eigen dienaren aan, die ze hadden vooruitgestuurd met het nodige materiaal.

    Toen Abenadar aangekomen was begonnen ze met de kruisafneming. Jozef en Nikodemus klommen op ladders en haalden de nagels uit de handen. Abenadar haalde de nagels uit de voeten. Cassius legde de nagels bij Maria neer. Zij bleef op de grond zitten. Ze verrichtten het werk met veel liefde en betoonden Jezus de laatste eer. Daarna wikkelden ze zijn lichaam in lijnwaad en legden Hem in de armen van Zijn Moeder. Jezus’ hoofd rustte op haar knie. Ze hield haar geliefde Zoon in haar armen. Vol liefde kuste Zij Zijn wangen, die vol bloed hingen. Daarna troffen de mannen de nodige voorbereidselen om het lichaam te balsemen. Ook alle heilige vrouwen hielden zich klaar om de specerijen en balsem aan te geven. Cassius en de resterende soldaten hielden zich eerbiedig op een afstand en hielpen een handje wanneer dit van hen gevraagd werd. Onder de vrouwen waren Maria Magdalena, Maria van Kleofas, Salome, Veronika en Maria Heli. Maria had de nodige moed bijeen geraapt en nam met de hulp van anderen de doornenkroon van zijn hoofd. Om de wonden niet groter te maken moesten enkele doornen afgesneden worden. Daarna trok ze de overgebleven doornen uit het hoofd met een buigbare tang. Vol droefheid toonde Ze de doornen aan haar vriendinnen, die medelijdend toekeken. Ze waste ook de wonden uit. Ze begon met het hoofd en gezicht. Daarna ging ze zo verder tot de voeten. Nu werd haar pas echt duidelijk wat Jezus allemaal had doorstaan. Ze kuste Zijn doorboorde handen. Dan zalfde Ze al Zijn wonden en sloot Zijn halfopen ogen en Zijn mond. Ze nam daarna afscheid door zijn lichaam nog een laatste keer te omarmen. De mannen namen dan het lichaam mee om de lijkbereiding (= wassen, kruiden met mirre en aloë en inwikkelen van het lichaam in lijkdoeken) te voltooien. Dit moest gebeuren voor de sabbat begon. Toen de mannen en vrouwen geknield rondom het lichaam geschaard waren om het een laatste vaarwel te zeggen, deed zich nog een wonder voor. Het heilig lichaam van Jezus vertoonde zich, met al zijn wonden, in zijn hele gestalte, bruinrood afgebeeld op de oppervlakte van de doek die het bedekte.

                    

    Lijkwade van Turijn

    Wenend en weeklagend omarmden zij het heilig lichaam en kusten zij die wonderbare afbeelding. Hun verbazing werd nog groter, toen ze zagen dat de andere windsels om het lichaam onveranderd wit gebleven waren. De afdruk van de Heer was slechts op het bovenste doek afgetekend. Dit beeld was geen afdruk, ontstaan uit bloedende wonden, maar een wonderbeeld. Het teken en bewijs van de aanwezigheid van de Scheppende God in Jezus’ gestorven lichaam. Men kwam tot drie afdrukken ervan door deze doeken op het origineel doek te leggen en door gebed afdrukken te vragen.

    Neerlegging in het graf op de avond voor het aanbreken van de sabbat

    De neerlegging in het graf gebeurde door Nikodemus, Jozef van Arimatea, Abenadar en Joannes. Zij droegen het draagbaar met Jezus’ lichaam.

    Na hen kwamen H. Maagd Maria, Maria Heli (oudste zuster van Maria), Maria Magdalena, Maria van Kleofas. Ook Veronika, Joanna Chusa, Maria Markus, Maria Zebedeï, Maria Salome, Salome van Jeruzalem, Suzanna waren in de begrafenisstoet. Er werden psalmen gezongen. De stoet werd gesloten door Cassius en de bekeerde soldaten. Anderen bevonden zich bij Marta en Lazarus te Betanië. De mannen legden het lichaam in het graf, waar soldaten met brandende toortsen voor het nodige licht zorgden. Ook Maria ging binnen om afscheid te nemen van Jezus. Daarna werd een grote steen voor het graf gewenteld. De leerlingen van Jezus hadden de grafplechtigheid vanop afstand gevolgd en gingen daarna terug naar de bergspelonken, waar ze zich schuilhielden.

    Nikodemus en Jozef van Arimatea hadden het Cenakel opengesteld aan Maria, de heilige vrouwen en Joannes.  Na de graflegging waren Maria en haar gezelschap nog op de Kalvariëberg gaan bidden. Nikodemus en Jozef van Arimatea kwamen met de apostelen Petrus, Jakobus de Meerdere en Jakobus de Mindere in de stad samen. Petrus was erg bedroefd, omdat hij de dood van de Heer niet aanwezig was geweest. Hij dankte de raadsheren, omdat ze Jezus eervol in hun eigen graf hadden begraven. De raadsheren vertelden aan de apostelen ook in het Cenakel mochten verblijven. Zij waren daar veilig en niemand zou verder toegang krijgen tot het Cenakel. Ook Abenadar was er welkom.

    Maria en de heilige vrouwen waren allemaal in het huis van Maria verzameld. Lazarus (een goede vriend van Jezus), Marta (zus van Lazarus) en nog andere vrouwen kwamen bij Maria langs om hun medeleven te betuigen. Maria’s huis was heel dicht bij het Cenakel gelegen en Lazarus ging daarna naar het Cenakel bij de mannen.

    Ondertussen had Kajafas beraadslaagd met de Joodse overheden en nog voor middernacht, trokken ze naar Pilatus.

    Kajafas : Wij herinneren ons dat die volksverleider bij zijn leven nog beweerd heeft dat Hij na drie dagen uit zijn graf zou opstaan. Geef maar het bevel dat het graf tot de derde dag bewaakt wordt, om het zijn aanhangers onmogelijk te maken zijn lijk te komen stelen en dan onder het volk het gerucht te verspreiden dat Hij uit de doden verrezen is. Dit tweede bedrog zou noodlottiger zijn dan het eerste.

    Pilatus (verveeld) : U beschikt zelf over wachters ! Ga dan zelf het graf van de nodige bewakers voorzien !

    Toch gaf Pilatus hun Cassius mee. Hij moest alles in het oog houden. Cassius had eerder al aan Pilatus verslag gedaan van hetgeen hij had meegemaakt. Nu trokken ze met z’n twaalven naar het graf om het te bewaken. Het waren allemaal tempelsoldaten. Ze losten elkaar af, maar altijd waren ze met vijf of zes man. Cassius was de enige die permanent bij zijn post bleef. Hij bracht de tijd door in berouw, dankzegging en aanbidding.

    Voor het aanbreken van de sabbat

    Na een paar uur nachtrust trokken de mannen uit het Cenakel, samen met de heilige vrouwen omstreeks drie uur in de ochtend naar de tempel. De Joden trokken op dat vroege tijdstip naar de tempel. Nadat ze het paaslam hadden gegeten, moesten de Joden offeranden in de tempel brengen. Voor Jezus’ Moeder en de rest van het gezelschap betekende dit bezoek aan de tempel een definitief afscheid. Het hele Joodse paasfeest was nu verstoord en er waren bijna geen mensen in de tempel. De tempel was verwoest en de verschijning van de doden had de tempel ‘verontreinigd’ (volgens de Joodse Wet). Uiteindelijk waren er vele herinneringen in de tempel die aan Jezus deden herinneren. Maria herinnerde zich ook hoe Jezus over de tempel had geweend en hoe Hij had voorspeld : Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen. De vijanden hadden nu de tempel van Zijn lichaam afgebroken. Nu zag Maria uit naar de derde dag om het woord van de eeuwige Waarheid in vervulling te zien gaan.

    Op sabbatsdag

    De sabbat werd door de apostelen en leerlingen in het Cenakel gevierd. Ze bleven de hele dag in de zaal van het Laatste Avondmaal. Ze waren in rouw en baden voortdurend. Ze hielden zich zeer stil en de deuren van het Cenakel bleven gesloten. Ze waren bang om opgepakt te worden. Zij waren in de ogen van de overheid medeplichtig, omdat ze leerlingen waren van ‘de onruststoker’. Maria en de heilige vrouwen bleven in de woning van Maria. Zij brachten de tijd al biddend en rouwend door en namen hun avondmaal, achter gesloten deuren en afgedekte vensters.

    06-04-2012, 19:49 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede vrijdag : eerste dag van noveen


    Jezus zegt: Breng vandaag de hele mensheid bij Mij, in het bijzonder alle zondaars, en dompel hen in de oceaan van Mijn barmhartigheid. Daarmee verminder je Mijn bittere droefheid om de verloren zielen.

    Bidden wij op voorspraak van de "Moeder van Barmhartigheid" om erbarmen voor de hele mensheid, in het bijzonder voor de zondaars.

    Barmhartige Jezus, U die vol erbarmen en vergeving bent, let niet op onze zonden, maar op het vertrouwen dat wij in uw oneindige goedheid stellen. Neem ons op in uw medelijdend Hart.
    Daar smeken wij U om de Liefde, die U met de Vader en de H. Geest verenigt.

    Onze Vader

    Wees gegroet

    Eer aan de Vader

    Eeuwige Vader, zie barmhartig neer op de hele mensheid, in het bijzonder op de zondaars.
    Wees barmhartig voor ons, omwille van het smartelijk lijden van Uw Zoon, onze Heer Jezus Christus, zodat wij allen de almacht van uw barmhartigheid prijzen tot in eeuwigheid. Amen.

    Wij nemen onze toevlucht tot Uw bescherming, o Heilige Moeder van God. Versmaad onze gebeden niet in onze nood, maar verlos ons altijd van gevaren, o glorierijke en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze Middelares, onze Voorspreekster. Verzoen ons met uw Zoon, beveel ons aan bij uw Zoon, breng ons voor uw Zoon. Amen.

    Bron : Isidorusweb




    06-04-2012, 00:00 Geschreven door Claudia  


    05-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 4

    Jezus ontmoet zijn Moeder : tweede val

    Joannes bracht Maria zo dicht mogelijk bij de optocht zodat ze Jezus nog kon zien. Haar vriendinnen volgden haar. Ze was onherkenbaar : bleek, roodgeschreide en ontstoken ogen, sidderend en bevend.

    Maria (tot Joannes) : Wat zou Ik best doen ? Moet Ik getuige zijn van dat schouwspel of zou Ik beter weggaan ? Zal Ik de schok overleven ?

    Joannes : Indien U nu niet hier blijft, zult U er later misschien veel spijt over hebben.

    Bij het zien van de vele mannen die fier de talrijke marteltuigen droegen, begon Maria te beven, te jammeren en zich in de handen te wringen. Eén van de hen vroeg zelfs aan een ander wie die vrouw was, die daar zo’n spektakel maakte. Toen de dragers hoorden dat het Jezus’ Moeder was, beschimpten ze Haar. Eén ervan deed er zelfs nog een schep bovenop en zwaaide met de kruisnagels in zijn hand voor haar ogen. Daarna zag ze Jezus, haar Zoon. Onze Verlosser. Hij was bleek, bebloed, misvormd. Hij wierp met Zijn door straaltjes bloed bevuilde ogen, onder de brede doornenkroon, een blik vol medelijden en smarten op Zijn Moeder. Daarna viel Hij onder zijn kruis op handen en knieën. Maria stormde van liefde en smart gedreven op Hem af en viel op haar knieën en omarmde Hem. Er ontstond een opstopping.

    Gerechtsdienaren : Vrouw, wat wilt u hier doen ? Had Hem beter opgevoed, dan was Hij nu niet in onze handen !

    Joannes en de heilige vrouwen leidden haar weg. Daarna zonk Maria op haar knieën, als verdoofd door smart. De beulen hadden het kruis weer op zijn schouder gelegd.

    Simon van Cyrene : derde val

    Jezus moest nogmaals over een grote steen stappen. Hij struikelde en viel met zijn hele lengte neer. Het kruis viel naast Hem op de grond. Enkele voorname personen die op weg waren naar de tempel zeiden tegen elkaar : Ach ! De sukkelaar sterft ! De begeleiders slaagden er niet in Jezus terug recht te krijgen. De schriftgeleerden zeiden tot de Romeinse soldaten, die de orde moesten handhaven, dat ze iemand moesten zoeken die het kruis zouden helpen dragen. Het was de bedoeling dat Hij nog levend op de strafplaats zou aankomen. Er kwam juist een heiden af. Zijn naam was Simon van Cyrene. Hij was vergezeld van zijn drie zonen. Hij was een tuinier, een dagloner en kwam van zijn werk uit de tuinen nabij de oostelijke stadsmuur. Jaarlijks kwam hij met zijn vrouw en kinderen kort voor het paasfeest naar Jeruzalem om hier en daar bij de burgers de tuinen te snoeien. De soldaten grepen hem vast en dwongen hem Jezus’ kruis te helpen dragen. Eerst bood hij weerstand en protesteerde heftig tegen hun dwang. Maar toen hij zag dat hij zich er niet aan kon onttrekken, ging hij naar Jezus en het kruis toe. Zijn kinderen huilden, maar enige vrouwen, die de man kenden, namen ze met zich mee. Simon was in het begin niet erg opgezet met deze maatregel. Jezus zag er zo verschrikkelijk ontdaan en ellendig uit. Zijn kleren waren helemaal met slijk bedekt door het vallen. Hij weende en zag Simon met een erbarmelijke, indrukwekkende blik aan. Simon moest Jezus van de grond helpen opstaan. Hij droeg een losgekomen arm van het kruis op de schouder en volgde Jezus dicht op de voet. Zo drukte het kruis niet zo zwaar meer op Jezus’ schouder. Simon was een sterke man van rond de 40. Zijn drie kinderen hebben zich later allen aangesloten bij de leerlingen van Jezus. Simon kwam diep onder de indruk en was ontroerd.

    Veronika met de zweetdoek

    Veel Joden trokken op hun paasbest gekleed naar de tempel. Sommigen gingen de optocht met Jezus uit de weg uit angst om onrein te worden. (zoals in de parabel van de barmhartige Samaritaan) Toen kwam er een vrouw met een meisje aan de hand uit een huis de stoet tegemoet. Deze vrouw heette Serafia en was de echtgenote van Sirach, een lid van de tempelraad. Ze kwam met een zweetdoek over haar schouders en gesluierd de straat op. Het was de gewoonte om een zweetdoek over de schouders te hangen om bedroefden, bedrukten, vermoeiden of zieken tegemoet te gaan en hun gezicht ermee af te drogen als teken van deelneming en medelijden. Het kleine meisje die een kruikje wijn bij had, hield Serafia’s hand vast. De soldaten probeerden haar tegen te houden, maar ze geraakte toch voorbij hen. De liefde, vriendschap en hulde die ze aan Jezus wilde brengen waren sterker dan haar angst. Ze was vastberaden om Hem troost te bieden in Zijn lijdensweg. Ze liet de gerechtsdienaars passeren en viel voor Jezus op haar knieën.

    Serafia (het doek aanbiedend) : Laat mij toe dat ik het gelaat van mijn Heer en Meester afdroog !

    Jezus nam het doek met zijn linkerhand en drukte het tegen Zijn bebloed gezicht. Daarna bracht Hij zijn linkerhand met doek naar zijn rechterhand, die het kruis vasthield, drukte het doek tussen beide handen samen en gaf het haar terug met een bedankje. Ze kuste het doek en stopte het onder haar mantel en stond op. Het kleine meisje hief het kruikje met wijn naar Jezus, maar de soldaten en de gerechtsdienaren verhinderden de goede daad. Veronika nam het kind bij zich en vluchtte naar huis. Serafia kreeg van toen af de naam Veronika. (vera ikoon = ware afbeelding) Toen ze thuis kwam legde ze de zweetdoek open en bemerkte de afdruk van het bebloede gezicht van Jezus.

    Ze viel knielend neer en riep : De Heer heeft mij een aandenken gegeven, nu wil ik alles verlaten.

    Dochters van Jeruzalem : vierde en vijfde val

    De optocht naderde een stadspoort. De beulen gebruikten nog meer geweld. Bij de poort was een gedeelte van de weg oneffen en stukgereden. Er lag een grote modderpoel. Simon wilde errond gaan, maar daardoor viel het gewicht van het kruis op Jezus schouder. Hij viel onder het kruis en in de modderpoel. Simon kon het kruis met moeite tegenhouden.

    Jezus : Helaas ! Helaas ! Jeruzalem ! Hoe heb Ik u bemind ! Als een hen die haar kuikentjes onder haar vleugels verzamelt. En u gooit Mij zo wreed buiten uw poorten.

    Schriftgeleerden : Is die rustverstoorder nog niet getemd ? Hij verkoopt nog nieuwe onzin !

    Ze sleurden Jezus uit de poel.

    Simon (verontwaardigd) : Als het niet gauw met uw wreedheden gedaan is, dan gooi ik het kruis op de grond, zelfs al zou ik door u gedood worden ! 

    De optocht ging naar de Kalvarieberg. Ze passeerden een talrijke groep van wenende en weeklagende vrouwen. De meesten kwamen uit Jeruzalem, maar er waren ook vrouwen uit Betlehem, Hebron en andere omliggende plaatsen bij. Zij waren gekomen om het paasfeest te vieren. Jezus zakte voor de vijfde keer ineen. Simon liet het kruis zakken. Hij liep op Jezus toe en ondersteunde Hem. Jezus leunde tegen zijn barmhartige helper. De vrouwen en dochters huilden en jammerden om Zijn lijden en ellende. Zij staken linnen doeken naar Jezus uit om Zijn gezicht af te drogen.

    Jezus : Dochters van Jeruzalem (en omliggende plaatsen) ween niet over Mij, maar veeleer over uzelf en over uw kinderen. Want er zal een tijd komen, dat men zal zeggen : Zalig de onvruchtbaren en de lichamen, die niet gebaard, en de borsten die geen kinderen gevoed hebben. Dan zal men de bergen aanspreken en toeroepen : Bergen, val toch op ons en Heuvels, bedek ons toch ! Want als men dit doet met het groene hout, hoe zal men dan omspringen met het onvruchtbare en dorre hout ?

    Pilatus keerde terug met zijn gevolg.

    Jezus op Golgota : zesde en zevende val

    Ze legden het kruis terug op Jezus’ schouder en dreven Hem vooruit. De optocht volgde een slingerpad dat naar de top van de berg liep. Jezus viel onder Zijn kruis voor de zesde keer. En boven aangekomen op de executieplaats viel Jezus met Zijn kruis nog een zevende keer. Deze plaats werd Golgota genoemd. Vanop deze heuvel kon men juist over de stadsmuur van Jeruzalem kijken. De namen Golgota en Kalvaria betekenen ‘schedel’, en ‘Calvariae locus’ betekent ‘schedelplaats’.  Anna Katarina Emmerich zei dat de schedel van Adam zich op dezelfde plaats bevond als het kruis van Jezus. De schedel was weliswaar veel, veel dieper in de aarde beland. Het paste dat het kostbaar bloed door de tweede Adam vergoten werd op de plaats waar de eerste Adam, die gezondigd had, met zijn schuld begraven lag.

    Simon van Cyrene voelde een diep medelijden, niettegenstaande hij zelf vermoeid en mishandeld was. Vol verontwaardiging en droefheid wilde hij Jezus helpen opstaan, maar hij werd terug naar beneden gejaagd. Hij heeft zich nadien bij de leerlingen van Jezus aangesloten. Ook de dragers van het materiaal werden teruggezonden. De schriftgeleerden die te paard waren gekomen, stonden hoog op de heuvelrug. Een honderdtal Romeinse soldaten maakten deel uit van de wacht. Zij waren afkomstig van Zwitserland. Een grote menigte vreemdelingen, knechten, slaven, heidenen en vele vrouwen volgde de kruisiging. Zij moesten zich niet houden aan de reinheidswetten.

    Bereiding tot de kruisiging

    Toen Jezus voor de zevende en laatste keer viel was het ongeveer kwart voor twaalf. Ze legden al de stukken bij elkaar om het kruis ineen te zetten op de grond. Ze duwden Hem op de stukken.

    Kruisigers : Wel koning der Joden, wij moeten de maat eens nemen van uw troon !

    Ze strekten Hem uit op het kruis en tekenden zijn lengte aan op de plaatsen van zijn handen en voeten. Daarna trokken ze Hem terug recht en brachten Hem geboeid ongeveer 30 meter van de top van de Kalvarieberg naar beneden. Daar was een plaats in een rots gehouwen die op een put geleek. Ze deden de deur omhoog en gooiden Hem daarin. Hij kermde van de pijn. Ze sloten de deur boven Hem en lieten soldaten bij Hem achter. Ondertussen zetten de kruisigers de verticale stammen van de twee moordenaars recht in de daartoe voorziene kuilen. Later werden dan de dwarsbalken waar de moordenaars aan vast hingen horizontaal op de verticale stammen bevestigd. Er waren geen verlengstukken voor opschriften. Ze waren kleiner dan Jezus’ kruis en stonden in T-vorm.

    Jezus’ kruis (= de verticale stam) legden ze bij de kuil waar het kruis moest neergelaten worden om het zo te kunnen rechttrekken. Ze voegden de dwarsbalken erin en nagelden het voetblok erop. Ze boorden de gaten voor de nagels en het opschrift van Pilatus.

                                                        

    Kruisnagels                                                opschrift van Pilatus

    Onder de ingezette dwarsbalken werden spieën bevestigd. Ze zorgden ook voor uitdiepingen in de verticale stam om te zorgen dat het hele gewicht van zijn lichaam de handen niet zouden doen doorscheuren. Wij hebben altijd voor ogen dat Jezus het volledig ineengezette kruis droeg naar Golgota, maar dit is een verkeerd beeld. Het volledig ineengezette kruis zou onmogelijk door de nauwe straatjes kunnen en bovendien zou het heel onpraktisch zijn om de dwarsbalken overal rond en over te dragen. Het kruis bestond uit een lange en dikke stam (de verticale) en de dwarsbalken waren er rond gebonden. Er kwam tijdens de optocht één dwarsbalk los en het was die dwarsbalk die Simon op zijn schouder droeg.

    Maria gaat naar Golgota

    Maria voelde de diepe liefde en het verlangen om bij haar Zoon te zijn. Ze wilde alles samen met Hem lijden. Hem gezelschap houden tot het bittere einde. Ze ging samen met de heilige vrouwen (en familie) de kruisweg, die Jezus had voorgegaan. Maria gaf de plaatsen aan ze geestelijk Jezus had zien lijden. De vrouwen die Haar vergezelden vereerden de plaatsen en Maria nam ze op in haar hart. Ze gingen ook bij Veronica binnen. Zij sloot zich bij de groep aan. De groep vertrok daarna naar Golgota. Er waren nog meer goede mensen die zich aansloten, waaronder ook meerdere mannen. De groep beklom de Kalvarieberg. De kruisstammen van de moordenaars waren reeds gezet en Jezus zat nog steeds opgesloten in de rotskuil. Veroordeelden mochten namelijk de voorbereidingen van hun terechtstelling niet zien en werden daarom tijdelijk opgesloten.

    Jezus wordt van zijn kleren beroofd

    De vier gerechtsdienaren gingen Jezus halen. Jezus had ondertussen tot Zijn hemelse Vader gebeden om sterkte. De zonden van zijn vijanden had Hij aan Zijn Vader opgeofferd. Opnieuw had Hij te lijden van mishandelingen en geweld. Ze gaven Hem wijn met alsem en mirre te drinken. Hij proefde, maar dronk er niet van. Deze drank werd gegeven aan veroordeelden om hen te bedwelmen tegen de pijn. Jezus weigerde die verzachting en was volledig bewust van het offer om Zijn leven aan God te geven. De gerechtsdienaren rukten Zijn mantel af. Ook zijn gordel, gordeldoek, wollen bovenkleed, halsdoek, bruine tuniek zonder naad en wollen schouderkleed werden afgedaan. De gordel met ijzeren pinnen werd afgenomen. Jezus had het meeste last van de wonde aan zijn rechterschouder die werd veroorzaakt door het dragen van het zware kruis. Ze namen ook nu weer de doornenkroon van zijn hoofd om Zijn kleding af te doen en zetten die met bruut geweld terug op Zijn hoofd. Ze boden Hem daarna een kruik aan met gal en azijn, maar ook dit weigerde Jezus te drinken.

    Ook nu nog worden de zeven hoofdwonden die Jezus had te verduren, aanbeden : de grote hoofdwonde boven Zijn rechteroog, de schouderwonde, de 4 nagelwonden in handen en voeten en de lanswonde in zijde en hart.

    De schouderwonde was de meest pijnlijke van al de wonden.

    De beulen grepen Hem vast bij de armen waarmee Hij zijn naaktheid bedekte en hieven Hem op om Hem op het kruishout neer te werpen. Maar een luid protest van verontwaardiging weerklonk om het eerloos gedrag van de beulen. Een man drong tot bij Jezus door en reikte Jezus een doek aan om zijn middel te bedekken.

    Jonadab (luid dreigend) : Belet deze arme mens zich te bedekken, als je durft !

    Hij was een neef van de H. Jozef.

    Jezus wordt aan het kruis genageld

    Jezus werd door de kruisigers op het kruishout uitgestrekt. Zij trokken zijn rechterhand tot boven het nagelgat in de dwarsbalk en bonden dan de arm met koorden stevig vast. Ze sloegen een lange, dikke driezijdige nagel in Zijn rechterhand met een ijzeren hamer. Het bloed spatte op de armen van de beulen. De Heer kermde van de pijn. Door het kruishout stak de nagel nog aan de achterkant uit. De linkerhand kwam niet boven het nagelgat en de kruisigers bonden koorden aan zijn linkerarm vast en trokken zijn arm uit tot de hand boven het nagelgat kwam. Zijn beide armen werden zo uit de gewrichten getrokken. Jezus kermde hartverscheurend. Zijn borst kwam omhoog en de knieën trokken zich krampachtig naar het benedenlijf toe. Na Zijn linkerarm met koorden te hebben vastgebonden, sloegen ze de tweede nagel door Zijn hand.

    Beide armen waren nu in een rechte lijn zo uitgespannen, dat ze de schuin opgaande kruisarmen niet meer bedekten. Men kon tussen de kruisarmen en zijn okselholten doorzien. De beulen hadden daarna op de verticale stam een voetstuk geslagen. Het lichaam was door het uitrekken van de armen naar boven getrokken en zijn knieën waren opgetrokken. Daarom trokken de beulen de knieën naar beneden tot aan het kruishout, maar zijn voeten waren nog altijd te ver van het voetblok. De beulen vloekten en gaven Jezus er de schuld van. Dan legden ze een touw rond Zijn rechterbeen en trokken het tot aan het voetblokje en bonden Zijn been vast. Deze uitrekking was zo wreed, dat Jezus’ borstkas kraakte en zijn beenderen ontwrichtten.

    Jezus schreeuwde het uit : Ach, mijn God, mijn God !

    Ze bonden daarna met evenveel geweld de linkervoet met koorden op de rechtervoet vast. Een enorme nagel werd eerst door de linkervoet en dan door de rechtervoet heen op het kruis geslagen.

    Zijn Moeder leed alle folteringen mee en zachte klaagtonen weerklonken van Haar mond. Tenslotte viel Ze in zwijm bij het rekken en kraken van Zijn lichaam. De heilige vrouwen namen Haar mee op enige afstand van de kruisen. Gedurende het kruisigen en de kruisoprichting verhief zich hier en daar, vooral onder de vrouwen, een medelijdend protest op de beulen, maar deze werkten onverstoorbaar verder. Jezus’ verzuchtingen waren enkel klanken van pijn, die Hem ontsnapten, terwijl Hij bepaalde psalmen en voorzeggingen bad op het ogenblik dat Hij ze vervulde. Ook op heel zijn weg en tot aan zijn dood was Hij ononderbroken in zo’n gebed verzonken en in deze vervulling verdiept. Het opschrift werd op het kruis genageld.

    Enige beulen hadden gekruide wijn, die bedoeld was voor Jezus, zelf uitgedronken. De heilige vrouwen hadden die meegebracht voor Jezus. De beulen voelden zich bedwelmd en het was alsof hun ingewanden brandden. Ze werden razend en scholden Jezus uit voor tovenaar. Bovendien waren ze woedend om Zijn zwijgend geduld.

    Oprichting van het kruis

    Het kruis werd opgericht en in de opening gestoten. Het kruis daverde van de stoot en Jezus slaakte luide kreten. Door Zijn gewicht trok het lichaam naar beneden, wonden werden breder, het bloed stroomde uit de wonden en de ontwrichte beenderen stootten tegen elkaar. De beulen sloegen wiggen om het kruis loodrecht vast te zetten. Afgrijselijk ! Toen het kruis met een luide schok rechtop in de put op de harde rots neerplofte was er voor een ogenblik een algemene stilte. Iedereen voelde iets nieuws. Het Heilig Kruis stond in het midden van de aarde opgericht als een levensboom in het paradijs. Jezus zou de nieuwe Adam worden.

    Op het ogenblik dat het kruis opgericht werd, weerklonk uit de tempel een luid bazuingeschal : het eerste paaslam was geslacht voor het Joodse Paasfeest. Het was kwart na 12 uur (volgens het zonneuur). De slachting van de lammeren duurde voort tot de avond. Het slachting van het echte paaslam, het Lam van God, Jezus Christus die alle zonden van de hele wereld op zich draagt, was ingezet. Daarna barstte het spot- en triomfgeschreeuw van de beulen, schriftgeleerden en gepeupel los. Maar ook andere stemmen verhieven zich tot Jezus : vrome, weeklagende, huldigende, bekommerde stemmen.

    Kruisiging van de moordenaars

    Beide moordenaars werden verdacht van een moord op een reizende joodse vrouw en haar kinderen. Ze hadden lang vastgezeten in afwachting tot het bewijs van hun schuld geleverd was. Ze maakten allebei deel uit van dezelfde roversbende. De misdadiger die nog enig goeds in zich had zei tot zijn maat verwonderd te zijn over zijn geduld van de Galileeër en zijn grote macht over alle mensen. De moordenaars kregen een mengsel van azijn en mirre te drinken. Bij het bestijgen van zijn kruis had de misdadiger met nog goeds in zich gezegd : Waren jullie met ons te werk gegaan zoals met die arme Galileeër, dan zouden jullie ons niet meer naar boven hebben moeten trekken. Daarna werden ze allebei naar boven getrokken. Hun armen waren over de dwarsbalken gespannen en hun benen door ingestoven stokken naar achter gespannen tot boven de knieën. De touwen werden daarna zo aangespannen dat hun beenderen kraakten. Ze brulden van de pijn.

    Verdeling van Jezus’ kleren

    De beulen verloten de kleren van Jezus onder elkaar. Dit was aanzien als hun ‘fooi’. Maar er kwam een afvaardiging van Nikodemus en Jozef van Arimatea tot bij hen. Deze groep mensen kocht Jezus’ kleren van de beulen. Deze groep bestond uit christenen. Zij hielden deze kleren als heilige relikwieën.

    Jezus aan het kruis

    De beulen klommen op ladders naar boven om de touwen aan de armen en de benen af te nemen. Jezus’ hoofd zonk op Zijn borst en Hij bleef zeven minuten lang zonder enig teken van leven. Het was precies alsof Hij dood was. Het was even stil rondom. Ondertussen stroomde Zijn bloed overvloedig uit al Zijn wonden. Later werd dat bloed bleek en waterachtig en Zijn lichaam werd steeds witter van kleur. Jezus’ kruis was hoger dan de andere twee. De boosaardige moordenaar hing links van Jezus. Hij was als een razende. Hij vloekte en schimpte. De andere moordenaar was stil.

    Iedereen vertrok nu van de Kalvarieberg : de beulen, schriftgeleerden, de laatste 100 Romeinse soldaten. Ook het gepeupel ging uiteen, de show was afgelopen. De Romeinse soldaten werden afgelost door een andere groep van 50 soldaten. Ook de schriftgeleerden hadden 34 man als aflossing gestuurd. Ook enkele oudsten gingen naar de Kalvarieberg.

    Jezushater 1 : Schande over U, leugenaar ! U breekt de tempel af en bouwt hem toch in drie dagen weer op ?

    Jezushater 2 : Anderen heeft Hij altijd willen helpen, maar nu kan Hij niet eens zichzelf helpen ! Als U Gods Zoon bent, kom dan van het kruis af !

    Jezushater 3 : Als Hij de koning van Israël is, dat Hij dan van het kruis afkomt. Dan zullen wij in Hem geloven ! Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld, dat God hem nu eens ter hulp komt.

    Boosaardige moordenaar : Zijn duivel laat Hem in de steek !

    Ondertussen stak een soldaat een met azijn gevulde spons op een stok en hield die tegen Jezus’ lippen en Jezus scheen er een weinig uit te zuigen. Dezelfde soldaat : Als U de Koning van de Joden bent, help dan Uzelf !

    Het spotten en schimpen duurde nog altijd verder. Na een tijd richtte Jezus Zijn hoofd omhoog en zei :

    Jezus : Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!

    De goedaardige moordenaar raakte onder de indruk door het gebed van Jezus voor zijn beulen. Hij bekwam door het gebed van Jezus een inwendige verlichting.

    Goedaardige moordenaar (tegen de lasteraars) : Hoe is het mogelijk ? Jullie beledigen Hem, terwijl Hij voor jullie bidt. Geduldig en zonder één klacht heeft Hij jullie beledigingen verdragen, Hij bidt zelfs voor jullie en jullie lasteren Hem ! Hij is een Profeet, Hij is onze Koning, Hij is echt de Zoon van God !

    De hoofdman van de Romeinse soldaten, Abenadar, moest tussenkomen, want ze wilden naar de moordenaar stenen gooien. Deze hoofdman was heel menselijk en liet ook Joannes, Maria en enkele vrouwen toe om bij het kruis te komen. Hij was arabier van geboorte.

    Boosaardige moordenaar (woedend) : Als U de Messias bent, help Uzelf en ons erbij !

    Goedaardige moordenaar (tegen de andere moordenaar) : Vrees jij, net zoals die anderen, God niet, terwijl jij toch dezelfde straf (zoals Jezus) ondergaat ? Wij ontvangen terecht loon naar werken, maar Deze (Jezus) heeft niets verkeerds gedaan. Bezin je in je laatste uur en bekeer je !

    Goedaardige moordenaar (tot Jezus) : Heer, indien U me verdoemt, dan treft mij de straf die ik verdien, maar toch smeek ik U, ontferm U over mij !

    Jezus : U zult mijn barmhartigheid ondervinden.

    Deze moordenaar ontving nu de genade van een intens berouw.

    05-04-2012, 21:20 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 3

    Overzicht van Jeruzalem ten tijde van Jezus : op de achtergrond de 4 grote, brede torens van Burcht Antonia en daarnaast de Tempel.

    Een deel van de hogepriesters en aanklagers gingen nu naar de stadswijk Akra waar de schriftgeleerden zich altijd ophielden. Zij moesten nog tegenstanders van Jezus naar het paleis van Pilatus sturen. Ze kregen ook veel geld mee om door middel van het volk gedaan te krijgen dat het volk met geweld de doodstraf van Jezus van Pilatus zou eisen. Anderen moesten het volk bang maken : het zou hun schuld zijn als ze een godslasteraar zouden laten gaan. Anderen vertelden dat Jezus meeheulde met de Romeinen om Zijn Rijk te vestigen tegen de Joden en dat ze wachtten op het Joodse Paasfeest om toe te slaan. Ze lieten ook leugens verspreiden dat Herodes Jezus had veroordeeld en dat het volk dat nog eens moest beamen. Intussen deelden andere aanklagers geld uit aan de soldaten om Jezus dodelijk te mishandelen, want zij wensten dat Hij zou sterven vooraleer Pilatus Hem vrijsprak.

                                                                                             

    Paleis van Herodes de Grote : dit was een versterkt paleis dat gebouwd werd om de bovenstad van Jeruzalem te versterken. Er werden 3 torens ten noorden van het paleis gebouwd om de westkant van Jeruzalem te beschermen.

    De goddeloze soldaten van Herodes sleurden Jezus het binnenplein van Herodes’ paleis op. Ze begingen de gruwelijkste mishandelingen en riepen Hem voortdurend beledigingen toe. De soldaten die geld hadden ontvangen om Jezus te mishandelen, sloegen met knuppels op Jezus’ hoofd. Onder wild gejoel en hoongetier, zakte Jezus drie keer neer door de zware knuppelslagen. Hier was hulp van boven nodig om te zorgen dat Jezus niet dodelijk gewond was onder al die knuppelslagen. De hogepriesters hadden niet veel tijd meer, want ze werden allemaal in de tempel verwacht om de voorbereidingen te treffen voor de slachting van de paaslammeren. Ze probeerden daarom nog een laatste maal om Herodes te overtuigen Jezus ter dood te laten veroordelen, maar deze zond Jezus in zijn spotkleed terug naar Pilatus.

    Terug naar Pilatus

    De hogepriesters en de aanklagers kookten van woede, omdat ze terug naar Pilatus werden gezonden. Bovendien werd Jezus door Pilatus onschuldig verklaard en vrijgesproken. Jezus werd op de terugtocht opnieuw geslagen en bespot. Niet alleen door de gerechtsdienaren, maar dit maal ook door het toegestroomde volk dat was gehersenspoeld. Jezus bad om niet voortijdig te sterven en zo zijn lijden voor ons te kunnen volbrengen. Zijn Moeder, Maria Magdalena en Joannes hadden op een afstand de stoet gevolgd van Pilatus naar Herodes en terug. Bij de terugkomst op het forum voor het paleis van Pilatus, voegden zich nog andere heilige vrouwen en familie bij hen.

                    

    Burcht Antonia : vesting tegen de Noordwestelijke hoek van de Joodse tempel in Jeruzalem. Daar was het praetorium gelegen.

    De bode van Herodes had zich bij Pilatus aangemeld om hem te verwittigen dat zijn meester Jezus niet had veroordeeld. Dit bericht verheugde Pilatus ten zeerste. Jezus werd terug voor Pilatus geleid. De aanklagers hadden de stenen zitplaatsen voor de scheidingslijn ingenomen. Het verzamelde volk op het forum kon Pilatus goed zien, omdat hij op een hogergelegen terras stond.

    Pilatus (roept tot de aanklagers) : U hebt deze persoon als volksopstoker aan mij overgeleverd. In uw bijzijn heb ik Hem ondervraagd en ik heb Hem onschuldig bevonden aan de misdaden waarvan u Hem beschuldigt. Ook Herodes heeft in Hem geen schuld kunnen ontdekken, want ik heb Hem naar deze viervorst verwezen. En zie : Hij heeft geen doodsvonnis gekregen ! Ik zal Hem daarom een tuchtstraf laten toedienen en Hem dan in vrijheid stellen !

    De schriftgeleerden schreeuwden uit protest tegen deze uitspraak. Ze hitsten het volk terug op en kochten hen met geld om.

    Pilatus (misprijzend tot de aanklagers) : Zult u straks bij het slachten van de paaslammeren niet genoeg onschuldig bloed zien vloeien ?

    Nu was het uur aangebroken waarop ieder jaar voor Pasen, volgens een oud gewoonterecht, een afvaardiging van het volk naar de landvoogd kwam om de invrijheidstelling van een gevangene te vragen. De hogepriesters hadden een delegatie gestuurd naar de stadswijk Akra om daar de vergaderde volksmenigte met geld te overhalen om zich te verzetten tegen de vrijspraak van Jezus en bovendien zijn kruisiging te vragen. Pilatus hoopte dat het volk Jezus zou kiezen om vrij te laten. Hij liet het volk kiezen tussen Jezus en een gevreesde moordenaar Barabbas. Deze was al ter dood veroordeeld en Pilatus dacht dat ze hem wel zouden kiezen om te laten terechtstellen.

    Woordvoerder van een groep aanklagers die uit de menigte naar voor kwamen (roepend vanop het forum) : Pilatus, verleen ons de gunst die u ieder jaar met het feest verleent !

    Pilatus : Inderdaad, uw gewoonterecht wil dat ik met het feest een gevangene vrijlaat. Wie wilt u dat ik vrijlaat ? Barabbas of Jezus, de Koning van de Joden, de Jezus, die de Gezalfde des Heren zou zijn ?

    Er volgde een aarzeling in de menigte.

    Enkel een paar stemmen weerklonken uit de menigte.

    Een paar stemmen : Barabbas !

    Ondertussen kwam de dienstbode van Claudia Procla bij Pilatus om hem eraan te herinneren dat hij haar had beloofd om Jezus niet te veroordelen. Een groot deel van de hogepriesters en schriftgeleerden mengden zich onder het volk en bedreigden hen. Maria, Joannes, Maria Magdalena en de andere heilige vrouwen stonden in een hoek van het plein. Maria wist dat Jezus zou moeten sterven omdat er geen andere manier was om de mensen te redden. Daarom had hij het menszijn aanvaard. Om de kruisdood te ondergaan. Toch onderging ze al de angsten en verdriet van een moeder die haar onschuldig kind zo’n wrede behandeling van een ondankbaar volk ziet ondergaan. Ze bleef hopen. Vooral nu Maria te horen kreeg dat Pilatus alle middelen aanwendde om Jezus vrij te kunnen spreken. Pilatus wilde zich aan de belofte van zijn vrouw houden.

    Pilatus : Wie van beide moet ik vrijlaten ?

    Nu schreeuwde het hele volk tesamen.

    Menigte : Weg met Jezus ! Laat Barabbas vrij voor ons !

    Pilatus : Wat zal ik dan doen met deze Jezus, van wie men zegt dat Hij de Christus, de Koning van de Joden is ?

    Menigte (brullend) : Kruisig Hem ! Kruisig Hem !

    Pilatus (met aandrang) : Maar welk kwaad heeft Hij dan gedaan ? Ik vind in Hem geen schuld die de dood verdient. Ik zal Hem dus de tuchtstraf laten toedienen en Hem dan vrijlaten !

    Menigte (uitzinnig schreeuwend) : Kruisig Hem ! Kruisig Hem !

    En ze bleven maar schreeuwen : Aan het kruis met Hem ! Pilatus stelde Barabbas in vrijheid en veroordeelde Jezus tot de Romeinse geselstraf. Gedurende Jezus’ geseling sprak Pilatus het volk nog verscheidene malen toe, maar uit de menigte steeg zelfs de kreet omhoog : Weg met Hem ! Hij moet weg, ook al zouden wij allen als gevolg daarvan moeten omkomen !

    Geseling

    De beulen dreven Jezus door het razende en schreeuwend volk naar de geselzuil op het forum. Er waren 6 beulen. Het waren Egyptische misdadigers die door hun daden slavenwerk moesten verrichten. Ze hielpen Romeinse bouwwerken oprichten. Sommigen werden door hun gepleegde misdaden gebruikt om beulenwerk te doen. Ze trokken Jezus’ spotkleed af. Jezus viel neer. Daarna werd Jezus naakt en met de borst tegen de zuil geduwd. Zijn handen werden boven aan een ring (die bevestigd was aan de zuil) vastgebonden en de voeten aan de zuil vastgemaakt. Hij werd uitgerokken tegen de zuil. De Romeinse geselstraf was de ergste. Het aantal slagen werd niet geteld en hing af van de willekeur van de beulen. Er werden riemen en zwepen gebruikt die voorzien waren van stukjes been of hard hout. Daarnaast werden ook riemen gebruikt met loden ballen, die aan hun einde pinnen, prikken, stekels of ijzeren haakjes hadden. Eerst werd de rug gegeseld en daarna werd de beschuldigde omgedraaid om de voorkant te treffen. De massa rond de geselzuil bleef maar schreeuwen : Weg met Hem en aan het kruis met Hem ! Jezus zuchtte en kreunde onder de slagen. Het hulpeloos geblaat van de vele paaslammeren die werden gewassen en voorbereid voor de slachting was nog hoorbaar. De lammeren zouden op het menu staan voor het Joodse Paasfeest.

    De beulen losten elkaar per twee af. Gerechtsdienaren van de hogepriesters schoven hen nog wat zakgeld toe en gaven hun een kruik met dikke rode drank. Het derde paar beulen gebruikte de riemen met ijzeren haakjes. Daardoor werden bij Jezus vel en vlees van de ribben gescheurd. Daarna bonden ze Jezus met de rug tegen de geselzuil. Er was geen enkele plek meer aan Zijn lichaam dat niet gewond was.

    Dit had ongeveer drie kwartier geduurd, toen een aanverwant van een genezen blinde, gewapend met een sikkelvormig mes vertoornd kwam aanstormen vantussen de menigte.

    Aanverwant (roepend) : Hou op ! Sla die onschuldige mens niet helemaal dood !

    Verrast keken de beulen op. De man sneed de koorden van Jezus door en keerde daarna terug. Hij verdween in de menigte. Jezus viel neer aan de voet van de zuil in een plas bloed. De beulen lieten Hem daar liggen. Na enkele minuten kwamen ze terug. Jezus greep moeizaam naar zijn lendendoek en kleed. Ook nu lieten ze Hem niet gerust. Bij het rechtstaan op Zijn wankele voeten en aankleden bleven ze slaan en schoppen. Jezus droogde het bloed op zijn gezicht af en veegde het bloed uit zijn ogen. Maria zag de geseling in haar geest en leed al het verdriet en pijn samen met Jezus mee. Haar ogen waren ontstoken van het wenen. Haar familie, Maria Magdalena en andere vrouwen stonden haar bij. Ze waren allen van angst en droefheid geslagen. Claudia Procla zond een pak grote doeken naar Maria. Maria zag haar Zoon met een verscheurd lichaam door de beulen voortgedreven worden. Jezus wiste opnieuw het bloed uit zijn ogen om Zijn Moeder te kunnen zien. Vol smart hief Zij haar handen naar Hem op en volgde met haar ogen zijn bloedige voetsporen. Wanneer het volk Jezus en zijn beulen volgden, gingen Maria en Maria Magdalena naar de geselplaats. Omringd door de andere vrouwen en enige vrienden van Jezus droogden ze met de ontvangen doeken Jezus’ heilig bloed op. Daarna verlieten ze het forum.

    Doornenkroning

    Jezus werd naar het soldatenplein binnen de kazerne gesleurd. Daar waren de gevangenissen. De twee moordenaars, die naast Christus zouden gehangen worden, zaten daar opgesloten. Er was daar een hoop gespuis bijeen : knechten van cipiers, gerechtsdienaren, boeven, slaven en geselbeulen. Ongeveer 50 man. Elk deden ze wel ergens actief aan de mishandelingen mee. Opnieuw rukten zij Jezus de kleren van zijn verwond lichaam en hingen Hem een korte, donkerrode gescheurde soldatenmantel om. Deze mantel diende om de gegeselde misdadigers te bespotten. Zo sleepten zij Jezus verder en duwden Hem op een met scherven bedekte steenblok om erop te zitten. Dan zetten zij Hem de doornenkroon op. Deze kroon was gevlochten uit doorntakken. Ze gaven Hem een rietstok. Dit was om Zijn koningschap belachelijk te maken : een troon, een scepter en een kroon. Daarna trokken ze de rietstok uit zijn hand en sloegen ermee op zijn hoofd. Dan knielden ze voor Hem neer, spuwden in Zijn gezicht en staken hun tong uit.

    Gespuis (spottend) : Wees gegroet, Koning van de Joden !

    Jezus had brandende dorst, want Hij had wondkoorts als gevolg van de vele geselingen. Bovendien deed de koorts Hem rillen over heel Zijn lichaam.

    In zijn zijden kon je hier en daar zijn ribben zien. Het bloed vloeide van Zijn hoofd. De omringende Romeinse soldaten die de orde moesten handhaven, moedigden de beulen nog aan. De geseling duurde zeker een half uur.

    Ecce Homo (Ziehier de mens)

    Ze brachten Jezus naar Pilatus’ paleis. Hij had de doornenkroon op, de rietstengel in de geboeide handen en was met een spotmantel omhangen. Jezus was onkenbaar door het bloed, striemen, builen en wonden. Hij ging gebukt en wankelde op zijn voeten. Opnieuw stond Hij voor Pilatus, die een huivering van afschuw en medelijden niet kon onderdrukken. De hogepriesters en het volk bleven daarentegen maar roepen en honen. Pilatus kon het niet nalaten een opmerking over hun wreedheid te maken.

    Pilatus : Indien de duivel van de Joden even wreed is, kan niemand het in de hel bij hem uithouden !

    Jezus werd op het terras van Pilatus gesleurd. Onder bazuingeschal vroeg Pilatus nu om aandacht en stilte.

    Pilatus : Zie ! Ik laat Hem nogmaals naar voor brengen, zodat u zou weten dat ik geen schuld in Hem vind !

    De beulen leidden Jezus op de voorgrond van het terras zodat iedereen op het forum Hem kon zien. De menigte was geschrokken van deze afgrijselijke verschijning. Ze werden stil. Pilatus ging naast Jezus staan.

    Pilatus : Daar hebt U de mens, bezie Hem maar !

    Jezus droeg zijn rode spotmantel, die nauwelijks zijn naaktheid bedekte. Hij hield Zijn hoofd gebogen. Zijn ziel was door verdriet verpletterd en Zijn lichaam door pijn verbrijzeld. Toch ging er van Jezus eindeloze liefde en zachtmoedigheid uit. Ook nu nog. Hij zweeg. Hij was het echte Paaslam, het Lam van God. De hogepriesters en gerechtsdienaren waren nog altijd woedend, zelfs bij de aanblik van de verscheurde Jezus. Zij haatten Jezus hartsgrondig omdat Hij wist hoe slecht ze waren. Bovendien had Hij hun ontelbare keren met de neus op de feiten gedrukt. Dit was het moment van hun wraak.

    Hogepriesters en aanklagers (hatelijk) : Weg met Hem ! Kruisig Hem !

    Pilatus : Is dat nog niet voldoende ? Zijn jullie nog niet tevreden ? Hij is zo toegetakeld, dat Hij geen lust meer kan voelen om nog koning te worden !

    Hogepriesters, aanklagers, menigte (schreeuwend en uitzinnig) : Weg met Hem ! Aan het kruis met Hem !

    Pilatus liet terug met bazuingeschal de menigte kalmeren.

    Pilatus : Wel, dan kunt u Hem nemen en kruisigen ! Ik vind hoegenaamd geen schuld in Hem !

    Hogepriesters : Wij hebben een wet en volgens deze wet moet Hij sterven, want Hij heeft zich uitgegeven voor de Zoon van God !

    Pilatus : Als volgens uw wet zulke mensen moeten sterven, dan wil ik echt geen Jood zijn !

    Hogepriesters (doordrammend) : Hij heeft gezegd de Zoon van God te zijn!

    Pilatus nam Jezus nogmaals terzijde en sprak onder vier ogen tot Jezus.

    Pilatus : Vanwaar komt U ?

    Jezus zweeg.

    Pilatus : Antwoordt U niet ? Weet U dan niet dat ik de macht heb om U te laten kruisigen en ook om U vrij te laten ?

    Jezus : U zou geen macht over Mij hebben, indien ze u niet van Boven gegeven was. Daarom begaan degenen, die Mij aan u overgeleverd hebben, een nog zwaardere zonde.

    Claudia stuurde haar man nogmaals een dienstbode om zich aan de belofte te houden. Ze kende zijn wankel karakter maar al te goed. En inderdaad : Pilatus twijfelde. De hogepriesters en schriftgeleerden kregen lucht van de positieve houding van Claudia tegenover Jezus en lieten onder het volk de leugen verspreiden dat de aanhangers van Jezus de vrouw van Pilatus hadden omgekocht. Ze beschuldigden Jezus ervan mee te heulen met de Romeinen tegen de Joden. Pilatus twijfelde of deze man dan toch niet een god kunnen zijn ? Uiteindelijk kon hij zijn interesse en nieuwsgierigheid niet meer de baas en stelde Hem vragen.

    Pilatus : Zeg me nu eens, bent U nu een god en meer dan alleen een mens ?

    Bent U die door de Joden verwachtte Koning ? Hoever strekt Uw rijksgebied zich uit en van welke rang is Uw godheid ? Zeg het me en dan wil ik U loslaten !

    Jezus gaf hem een waarheidsgetrouw antwoord op al zijn vragen. Hij toonde hem duidelijk aan, welk een koning Hij was en over wat voor Rijk het ging.

    Hij openbaarde aan Pilatus al de verborgen misdaden die hij op zijn geweten had, de toestand van zijn geweten en voorspelde hem het lot, de ballingschap die hem te wachten stonden en zijn afschrikwekkend levenseinde. Tenslotte vertelde Jezus hem dat Hij eens zou komen om een rechtvaardig vonnis over hem uit te spreken. Pilatus was fel onder de indruk en begaf zich terug naar de menigte.

    Pilatus : Ik vind werkelijk geen kwaad in deze man, daarom wil ik Hem in vrijheid stellen !

    Aanklagers : Indien u deze man loslaat, bent u geen vertegenwoordiger meer van de keizer, want al wie zich als koning opwerpt, is een vijand van de keizer !

    Hogepriesters : Wij moeten terug naar de tempel om de nodige voorbereidingen te treffen voor het Joodse Paasfeest. Indien u niet voortmaakt met de veroordeling en onze voorbereidingen belemmert, dan zullen wij u laten aanklagen bij de keizer ! 

    Menigte (luid) : Weg met Hem ! Aan het kruis met Hem !

    De volksmassa op het forum voor het paleis was zo opgewonden en kwaad dat een gewelddadige opstand kon uitbreken. Pilatus begreep dat er niet te onderhandelen viel. Ondertussen goot een dienaar water uit een schaal over Pilatus’ handen.

    Pilatus (tot de menigte) : Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. U mag het zelf verantwoorden !

    Menigte : Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen !

    Jezus had aan Anna Katarina Emmerich uitgelegd dat de vloek zijn uitwerking heeft als ze rechtvaardig en verdiend is. In dit geval hadden de Joden de redding door Jezus afgewezen en vervloekten ze zichzelf. Maar nog steeds verwerpen mensen Jezus’ redding. De vloek is dus niet bedoeld voor Joden alleen. Pilatus zocht zich een uitweg, maar streefde de waarheid niet na. Hij was besluiteloos. Zijn geweten geloofde in Jezus’ onschuld. En zijn vrouw had hem erop attent gemaakt dat Jezus heilig was. Aan de andere kant dacht hij dat Jezus zich als Godheid ging wreken op hem voor zijn ondergane mishandeling. Daarbij als Hij dood is, dan zou Hij zich niet meer kunnen wreken. Pilatus zag in Jezus ook een concurrent voor al zijn Romeinse goden die hij aanbad.

    Jezus wordt veroordeeld tot de kruisdood

    Het was echter de angst om voor de keizer gedaagd te worden dat Pilatus zijn mening deed veranderen. Zijn angst voor een aardse keizer was groter dan de angst voor Jezus’ koningschap, wiens Rijk niet van deze wereld is. Door de angst voor keizer Tiberius, leverde hij Jezus toch aan de Joden over. Tegen alle verwachtingen en beloften in. Hij was verantwoordelijk. Hij noemde Jezus rechtvaardig en hij toch laat hij Zijn onschuldig bloed vergieten. Hij is de onrechtvaardige en gewetenloze rechter. Onschuldig bloed bedekte zijn ziel. De Joden waren niet minder schuldig. Het bloed van Jezus waar wij barmhartig om smeken om onze zonden te delgen, riepen de Joden als wraak over hen uit. Pilatus liet zijn ambtsgewaad brengen en aandoen. Zijn kroon werd opgezet. Alles was nu klaar om plechtig de uitspraak te doen. Omringd door soldaten, gerechtsdienaren en griffiers trok Pilatus uit zijn paleis naar het forum. Tegenover de geselkolom was een tribune gebouwd. Daar moesten vonnissen plechtig worden afgekondigd om geldig te zijn. Op deze tribune of Gabbata nam Pilatus met zijn gevolg plaats. Jezus werd in hun midden tussen twee moordenaars geplaatst.

    Pilatus : Daar is nu uw koning !

    Aanklagers : Aan het kruis met Hem !

    Pilatus : Moet ik dan uw koning kruisigen ?

    Hogepriesters (vleiend) : Wij hebben geen koning buiten de keizer !

    Jezus stond terecht voor Pilatus aan de voet van de trap die naar de tribune leidde. Pilatus sprak het doodsvonnis over Jezus uit. De beide moordenaars waren al eens tot de kruisdood veroordeeld, maar de hogepriesters hadden hun executie uitgesteld. De kruisen van de moordenaars lagen naast hen klaar. De hogepriesters konden hun geluk niet op. Eindelijk waren al hun inspanningen bekroond. Maria had zich met enkele vriendinnen tussen de menigte begeven en deelde de diepe droefheid en angst met Haar terechtgestelde Zoon. Pilatus somde luidop de aanklachten tegen Jezus op : volksverleider, oproerkraaier, onruststoker. Schenner van de Joodse Wet, omdat Jezus zich Zoon van God en koning van de Joden liet noemen. Hij werd door de hogepriesters ter dood veroordeeld. En Zijn kruisiging werd éénparig door het volk geëist. Hij voegde er zelfs aan toe dat hij de veroordeling door de hogepriesters rechtvaardig bevonden had.

    Pilatus : Daarom veroordeel ik Jezus van Nazaret, koning van de Joden, om aan het kruis genageld te worden.

    De beulen gaf hij het bevel het kruis te halen. Hij brak een lange stok en gooide die voor Jezus voeten. Dit betekende dat het vonnis definitief en onherroepelijk was. Maria viel bewusteloos neer en Joannes, die er was bijgekomen, bracht haar samen met haar vriendinnen weg. 

    Het vonnis werd door Pilatus op schrift gesteld en overgeschreven door zijn griffiers. Het was een totaal ander vonnis dan hetgeen hij mondeling had verklaard. Zijn geweten speelde hem terug parten. Hij was zo laf geweest om de onschuldige Jezus te veroordelen. In het vonnis stond dat hij werd gedwongen door de hogepriesters, de Sanhedrin en de dreigende opstand van de bevolking. Er stond ook in dat ondanks het ontbreken van enige schuld hij Hem toch ter dood veroordeeld had, omdat hij niet wenste aangeklaagd te worden als een willekeurige, partijdige en opstand uitlokkende rechter bij de keizer. Daarom had Hij hun eisen uiteindelijk ingewilligd en Hem als een misdadiger, schuldig aan de overtreding van hun wetten, ter kruisiging overgeleverd. Daarna schreef hij het opschrift voor het kruis : Jezus van Nazaret, koning van de Joden. Dit maakte de hogepriesters woedend. Zij wilden het opschrift laten veranderen in : Hij gaf zich uit voor een koning van de Joden. Maar Pilatus riep toornig : Wat ik geschreven heb, blijft geschreven. Op het bordje stond de veroordeling in het hebreeuws, grieks en latijn. Het was bij de Romeinen de gewoonte dat de veroordeling boven het hoofd van de terechtgestelde werd aangebracht. Daarom liet Pilatus de middenpaal van het kruis verhogen. Zeer tot ongenoegen van de hogepriesters die zo het opschrift wel moesten bevestigen.

    Claudia Procla verklaarde zich na het uitspreken van het onrechtvaardige vonnis van haar man gescheiden en ze vluchtte dezelfde avond nog het paleis uit, naar vrienden van Jezus. Als christen zocht zij later de apostel Paulus op en werden goede vrienden.                           

    Jezus werd van z’n spotmantel ontdaan en Hij kreeg zijn kleren terug van voor de bespotting bij Kajafas. Hij omgorde zich bevend met het lendendoek, deed Zijn wollen schouderkleed aan en duwde zijn hoofd door het naadloze bruine kleed dat Zijn Moeder voor Hem gemaakt had. Zijn doornenkroon kon echter niet door de halsopening, zodat ze Hem eerst de doornenkroon van het hoofd rukten en het nadien terug plaatsten. Daarna deden ze Hem zijn witte wollen tuniek (of bovenkleed) aan. In Zijn middel kreeg Hij zijn brede gordel terug en nog een mantel. Daarna deden ze Hem terug de gordel aan met ijzeren punten. Ondertussen hielden ze niet op Hem te stoten en te slaan.

    De hogepriesters gingen vlug naar de tempel. Ze lieten het ware Paaslam, het verzoenende Lam van God dat genade brengt, in de steek. Zij zouden gereinigde, gewassen en gezegende lammeren slachten en nuttigen op het altaar. Ze waren zo op hun uiterlijke reinheidswetten gesteld, maar innerlijk waren ze rot.

    Joodse tempel

    Jezus werd naar het altaar van het kruis gesleurd. Ze hadden het echte Lam toegetakeld, gelasterd, beschimpt, gehaat, veracht en vervloekt. Pilatus keerde naar zijn paleis terug. Hij was de hoogmoedige, laffe slaaf van de wereld. Bang van degene die op aarde nog machtiger zijn dan hem. Bang van God en zijn daarom zijn valse goden dienend. Bang voor de dood. Eeuwige twijfelaar. Altijd meedoend met de kant van waar de wind waait. Nooit kan iemand op hem rekenen. Bang om gezichtsverlies te leiden. Heiden die eigenlijk verstrikt zat in de wereldse genoegens en wereldse macht. Macht, eer, roem. Dat is het enige dat telt. Hij was gedoemd om voor eeuwig te sterven.

    Jezus draagt zijn kruis naar Golgota

    Alles werd in gereedheid gebracht voor de optocht. Het eerste stuk van de optocht was de kruisigingsoptocht. Deze werd op enige afstand gevolgd door de optocht van Pilatus. Pilatus had namelijk zijn eigen optocht georganiseerd om mogelijke rellen in de stad te voorkomen. Slaven brachten het kruis tot bij Jezus. Als het kruis op de grond voor Jezus neerlag, knielde Hij, omhelsde het en kuste het driemaal, terwijl Hij zacht en stil tot zijn hemelse Vader een dankgebed richtte voor de Verlossing van het mensdom, die nu ging voltooid worden. Dit was het eeuwig altaar van zijn bloedig offer dienend als verzoening tot God.

    Via Crucis

    Schriftgeleerde (tot Jezus) : Het is uit met uw schijnheilige woorden !

    Schriftgeleerde (tot gerechtsdienaren) : Zorg dat we spoedig van Hem af zijn ! Voorwaarts ! Vooruit !

    Een bazuinblazer blies de start van de kruisigingsoptocht. Deze moest op alle straathoeken op zijn bazuin blazen en het vonnis afkondigen. Na de bazuinblazer kwamen mannen die het materiaal (touwen, spijkers, wiggen) en gereedschap droegen. Dan volgden de sterkere kerels, die ladders, de middenpalen van de twee moordenaars, het voetstuk en het verlengstuk voor het opschrift van Jezus’ Kruis droegen. Na hen reden 28 Farizeeën en de 6 beambten van bij de Olijfberg op hun paarden. Dan volgde een jongen die het opschrift van Pilatus op de borst hield. Bovendien droeg hij op een stok de doornenkroon van Jezus. Dan volgde Jezus. Hij torste op zijn rechterschouder het grote kruis en greep de dwarsbalk met zijn rechterarm vast. Hij liep gebogen en wankelend onder het zware kruis. Twee gerechtsdienaren hielden met touwen het achtereinde van het kruis omhoog, zodat het niet over de grond sleepte. Jezus droeg ook nog de gordel met ijzeren pinnen was nog om Zijn middel bevestigd met 4 koorden die de beulen vasthielden. Na Jezus volgden de twee moordenaars. De beiden droegen elk hun dwarsbalken op hun nek. Hun handen hingen eraan vast. Ook zij hadden gordels met ijzeren pinnen aan, die door koorden door beulen werden vastgehouden. De ene moordenaar was zeer stil, de andere daarentegen lasterde en vloekte.

    In de tweede optocht reed een trompetblazer voorop. Na hem kwam Pilatus met zijn paard op kop. Hij was in krijgsuitrusting. Hij werd gevolgd door officieren en andere ruiters. Hierna volgende een afdeling van ongeveer 300 soldaten te voet.

    De meeste Joden keerden naar huis terug of gingen naar de tempel. Degenen die overbleven waren vreemdelingen, slaven, ambachtslieden, straatjongens, vrouwen en allerlei gepeupel. In de smalle straatjes waar de optocht langs kwam? werd Jezus gehoond en kreeg slijk en stenen op Hem.

    Eerste val

    Jezus viel plat voorover, omdat Hij achter een steen in een straat bleef haperen. Zijn kruis gleed van zijn schouder. De gerechtsdienaren en beulen vloekten, rukten, sloegen en schopten Hem. Er ontstond een gedrang rond Jezus. Hij strekte Zijn hand uit, maar niemand wou Hem helpen.

    Jezus (zuchtend) : Ach ! Het is bijna voorbij !

    Schriftgeleerden : Drijf Hem verder, anders sterft Hij nog in onze handen !

    De beulen zetten Hem Zijn doornenkroon weer op het hoofd en legden Zijn kruis opnieuw op zijn schouder. Hij was genoodzaakt om Zijn hoofd naar de zijkant te buigen omdat het kruis anders op zijn doornenkroon zou duwen.

    05-04-2012, 20:49 Geschreven door Claudia  


    04-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 3

    Jezus voor Annas en Kajafas gebracht

    Omstreeks middernacht werd Jezus binnengeleid in een zaal. Daar zat Annas, een rechter, omringd door 28 raadsheren. Hij zat aan het hoofd van een commissie die tot taak had te waken over de zuiverheid van de Joodse Leer en het navolgen van de Gods’ Wet. Overtreders klaagde hij na de zitting aan bij hogepriester Kajafas. Annas beschuldigde Jezus van het overtreden van Gods Wet, godslastering, beledigen van de priesters en het schenden van de sabbat. Hij beschuldigde Hem van onruststoker en volksverleider.

    Annas : Wilt U soms een nieuwe leer invoeren ?

    Jezus : Mijn leer is geen geheim en sinds geruime tijd hebben vele mensen gehoord wat Ik te zeggen heb. U kunt hen gerust ondervragen.

    Maar Annas liet de aanklagers aan het woord en er werden vele beschuldigingen tegen Jezus opgesomd. Een greep uit de aanklachten was dat Jezus zich de Zoon van God noemde, dat Hij genezingen deed op de sabbat, dat Hij schriftgeleerden van overspel betichtte, dat Hij het volk opruide en de ondergang van Jeruzalem voorspelde. Ook zijn vriendschap met onreinen, heidenen, overspelige vrouwen, tollenaars en zondaars werd Hem zeer kwalijk genomen. Zijn zogezegd koningschap en koninkrijk maakten ze belachelijk. Jezus kreeg vuistslagen in Zijn gezicht. Annas schreef daarna de beschuldiging op een stuk papyrus en liet het vergezellen met Jezus.

    Na de zitting werd Hij naar het rechtshuis van Kajafas of Sanhedrin geleid.

    Het rechtshuis was ingedeeld als volgt : door de buitenste poort kwam men op de buitenplaats. Dan kwam men door een volgende poort op de binnenplaats. Van de binnenplaats kwam men door een ingang op de voorhof die omringd werd door overdekte zuilengangen. Het midden van die voorhof was echter niet overdekt en in het midden bevond zich ook een soort van haard die men aanstak als het koud werd. Daarna moest men de trappen op om het eigenlijke rechtshuis binnen te gaan. Er was een gerechtszaal en erachter nog een raadszaal. De raadszaal waar de leden zaten was een halve ronde. Voor de aankomst van Jezus waren Petrus en Joannes tot op de voorhof genaderd. Nikodemus en Jozef van Arimatea hadden hen binnengelaten. Daar konden ze het verhoog van de rechters goed konden zien. Nikodemus en Jozef van Arimatea gingen verder om te zetelen. Hogepriester Kajafas had plaats genomen in de gerechtszaal en ook de Sanhedrin rond hem. Er waren ook vele stadsambtenaren, schriftgeleerden en oudsten. Het binnenplein stond vol beschuldigers en valse getuigen. Jezus werd binnengeleid voor de raad. Kajafas las de beschuldiging van Annas voor. Daarna ondervroeg hij Jezus, maar Jezus gaf geen antwoord, ondanks de stompen die Hij kreeg. De valse getuigen konden het niets eens worden over de beschuldigingen die Jezus in diskrediet moesten brengen. Ze vielen terug op de aanklacht van tovenarij.

    Nikodemus weerlegde met de schriftrollen de aanklacht dat Jezus met zijn apostelen een overtreding hadden gedaan door de paasmaaltijd te nuttigen voor het eigenlijke paasfeest dat voor de Joden op de sabbat werd gehouden. De Galileeërs hadden namelijk sedert lang het recht om het paaslam een dag vroeger te eten. Onder het paasmaal had Jezus de eucharistie ingesteld. Jezus is het ware paaslam geworden. Hij diende als offer aan God. Hij werd als een echt offer geslacht. Daarom vierde Hij het paasmaal en Pasen een dag vroeger dan de Joden. Dit is het begin van het christendom. Kajafas begon zijn geduld langzamerhand te verliezen, omdat de aangevoerde bewijzen eigenlijk niet toereikend waren om Jezus te laten terechtstellen. Ze waren allemaal gebaseerd op leugens.

    Kajafas

    Kajafas : U antwoordt niets ? Wat brengen ze wel niet tegen U in !

    Maar Jezus gaf geen antwoord.

    Kajafas (woedend) : Zeg ons : Bent U de Christus, de Messias, de Zoon van de hooggeprezen en allerhoogste God ?

    Jezus (die tot nu toe had gezwegen) : Ja, Ik ben het ! U zegt het ! En Ik zeg u : Voortaan zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de goddelijke Majesteit en Hem zien komen op de wolken des hemels.

    Kajafas (razend kwaad en de zoom van zijn kleed scheurend) : Hij heeft God gelasterd, waarom zouden wij nog getuigen nodig hebben ?

    Kajafas (tot de leden) : U hebt nu allen zelf de godslastering gehoord. Wat vindt u ?

    Hogepriesters, schriftgeleerden, oudsten : Hij verdient de doodstraf !

    Kajafas (tot de beulsknechten) : Ik lever u die Koning over, bewijs die godslasteraar de eer die Hij verdient !

    Kajafas en de leden verlieten de gerechtszaal en gingen naar de raadszaal, die achter de gerechtszaal was gelegen. Joannes haastte zich uit de zaal om de H. Maagd op de hoogte te stellen van de uitslag van de zitting. Petrus daarentegen was door droefheid, angst en vermoeienis overmand en ging zich warmen aan het brandende vuur. Daar was ook alle gespuis verzameld. De omgekochte getuigen kregen nu hun fooi. Petrus had zich wat teruggetrokken. Hij was angstig en vertwijfeld. Hij wist eigenlijk niet meer wat aan te vangen. Hij weende maar verborg zijn tranen zo goed als hij kon, want hij stond tussen die ellendelingen. De liefde voor zijn Meester deed hem blijven. Petrus kon niets doen zonder zichzelf te verraden.

    In de gerechtszaal grepen aanwezige ellendelingen de Heer vast. Sommigen hadden al onder het verhoor van Kajafas Jezus vuistslagen en stokslagen gegeven. Ze spotten met Hem, omdat Hij zich de Zoon van God had genoemd. Ze vlochten een kroon van dik tarwestro en zetten die over een hoge muts die ze op Zijn hoofd hadden gezet. Ze hadden Hem zijn naadloos kleed en schouderkleed uitgetrokken. Hij had enkel nog een lendendoek aan. Ze hingen Hem een gescheurde soldatenmantel om, een lange ketting tot op de knieën (met aan het uiteinde stekels) om de hals en duwden een rietstok in Zijn handen. Ze deden Hem een blinddoek voor, sloegen Hem met vuisten en stokken en schreeuwden : Profeteer nu eens voor ons, Messias. Wie was het die je heeft geslagen ? Maar Jezus antwoordde niet en liet zich slaan. Hij bad in zichzelf voor hen en zuchtte.

    Na de mishandeling sleepten de beulen Hem naar de raadzaal. De knechten stampten Hem voor zich uit onder voortdurende spot over hun ‘strokoning’. Hogepriester Kajafas en de raadsleden dreven verder de spot met het doopsel en Zijn zalving door Maria Magdalena.

    Verloochening door Petrus

    Diepe droefheid stond op Petrus’ gezicht te lezen. Dat maakte Hem verdacht bij de vijanden van Jezus. De portierster van de tempel kwam de trappen af naar de voorhof.

    Portierster (luid) : U bent waarachtig ook een van de leerlingen van die Galileeër !

    Petrus (bang) : Vrouw, ik ken Hem niet, wat bedoelt u ? Ik weet niet wat u wilt !

    Petrus verliet de vuurplaats en op dat moment kraaide de haan. Bij de poort van de voorhof gekomen, trok Petrus de aandacht van een dienstmeid.

    Dienstmeid (luid) : Kijk, die daar is ook bij Jezus van Nazaret geweest !

    Omstaanders (geïnteresseerd) : Ben jij een leerling van Hem geweest ?

    Petrus (vastberaden) : Geenszins ! Dat ben ik niet geweest. Die persoon ken ik niet, ik ken Hem niet !

    Petrus vluchtte nu over het binnenplein naar de buitenplaats om enige bekenden die daar stonden, te waarschuwen. Er waren daar ook leerlingen van Jezus verzameld. Ze klampten Petrus aan om verder nieuws te krijgen, maar zijn angst om zich te verraden was zo groot dat hij hun met slechts enkele woorden de raad gaf zich van daar te verwijderen, omdat het te gevaarlijk voor hen was. De leerlingen verlieten daarop onmiddellijk de stad. Petrus dwaalde enige tijd treurig rond, maar zijn liefde tot Jezus dreef hem terug. Hij ging langs de zijkant van het gebouw naar de raadszaal waar ze juist Jezus met de kroon van stro op het hoofd voor de raadsleden de zaal rond sleurden. Jezus zag Petrus zeer ernstig en waarschuwend aan, zodat deze bij het zien van zijn mishandelde Meester als verpletterd was van smart. Toen ging hij van de deur weg en ging terug naar de voorhof om bij de vuurhaard neer te hurken. Enigen die hem op het plein gezien en zijn verwarring bemerkt hadden, traden op hem toe en knoopten een gesprek met hem aan. Ze maakten Jezus keer op keer belachelijk.

    Gesprekspartner : Ik zie dat u tot zijn aanhang behoort, u bent ook een Galileeër. Ik merk het aan uw tongval. Het verraadt u !

    Broer van Malchus : Hoe, u bent hier ! Heb ik u niet in de Olijfhof gezien ? Hebt u mijn broer niet verwond aan het oor ?

    Petrus (vloekend en zwerend van angst) : Ik ken die Galileeër niet !

    Op dit ogenblik kraaide de haan voor de tweede keer. Petrus liep naar het binnenplein. Op dit moment leidde men juist Jezus van de raadszaal naar de kerker over het binnenplein. Jezus passeerde Petrus en Hij keek naar hem met een blik vol droefheid en medelijden. Petrus herinnerde zich op dat moment wat Jezus gezegd had : Voordat de haan twee keer kraait, zul je Me drie keer verloochenen. Hij had gezondigd tegen zijn Meester, terwijl Deze voor hem mishandeld en onrechtvaardig ter dood veroordeeld werd. Hij onderging zwijgend het verschrikkelijkste lijden en bovendien had Hij Petrus kort voordien nog zo gewaarschuwd. Bijna zinneloos van berouw rende hij naar buiten en begon te wenen. Zijn angst om aangesproken te worden was verdwenen, nu was hij bereid aan iedereen te zeggen wie hij was en welk een verschrikkelijk kwaad op zijn geweten had. Hoe menselijk is Petrus’ zwakheid toch. Waak en bid, dat u niet in bekoring valt.

    Maria maakte in de geest alles met Jezus mee. Haar gefolterde ziel vertoefde gedurig bij Hem. Zij bad voor de beulen en ze bad tot God. Joannes kwam met het droevig nieuws. Maria wilde zo dicht mogelijk bij Jezus zijn. Joannes begeleidde Maria en de andere heilige vrouwen naar het huis van Kajafas. Maria en de Heilige Vrouwen deelden in de beschimpingen van haat door vijandige voorbijgangers. Maar ze hadden en zouden altijd onvoorwaardelijk voor Jezus kiezen. Enige goede mensen hadden toch aangedurfd hun spijt over de gebeurtenissen in het huis van Kajafas aan Jezus’ Moeder te betuigen.

    Goede voorbijgangers (ontroerd) : Ach ! Ongelukkigste der moeders, allertreurigste Moeder, smartvolle Moeder van de Allerheiligste Israëls !

    Maria (hartelijk) : Dank u voor uw troostende woorden !

    Maria en de heilige vrouwen, gevolgd door Joannes, haastten zich naar het gerechtshuis. Bij het huis gekomen kwam Petrus met betraande ogen naar buiten. Hij snelde hen met uitgestrekte armen tegemoet.

    Maria : Ach Simon, hoe is het gesteld met Jezus, mijn Zoon ?

    Petrus (zuchtend en klagend) : Ach Moeder, spreek niet tot mij. Uw Zoon lijdt onmenselijk. Spreek mij niet aan. Ze hebben Hem ter dood veroordeeld en ik heb Hem driemaal schandalig verloochend.

    Joannes trad op hem toe en wilde meer vernemen, maar Petrus rende door verdriet gedreven de stad uit naar de grot van de Olijfberg om vergiffenis te vragen voor zijn onstandvastigheid die werd ingegeven door menselijke zwakte. Maria zakte ineen. Als ze terug was bijgekomen leidde Joannes haar en de heilige vrouwen tot voor de deur van de kerker waar Jezus werd gevangen gezet. Maria luisterde naar de verzuchtingen van haar Zoon.

    Nadien ging ze nog even naar de voorhof waar het gepeupel stond. Zij zwegen allemaal van verbazing. Joannes en de heilige vrouwen namen Haar daarna bij de arm en brachten Haar weg.

    In de kerker

    De kerker bevond zich onder de gerechtszaal van Kajafas. Het was een kleine ronde cel. Jezus droeg terug zijn oude gescheurde soldatenmantel en zijn Handen waren opnieuw gebonden. De beulen lieten Hem geen ogenblik gerust. Ze bonden Hem in het midden van de cel aan een lage zuil. Hij kon nergens tegenaan leunen en wankelde heen en weer op zijn gezwollen en gewonde voeten. Ook zijn knieën waren door de ketting gewond. De beulen losten elkaar af en bleven hun mishandelingen verder zetten onder voortdurende verwensingen, woede en spot. Er kwam geen enkele klacht over Jezus’ lippen. Hij verdroeg alles en bad ondertussen tot Zijn hemelse Vader om Zijn offer van alle vorige, huidige en toekomstige mishandelingen en lijden als losprijs voor al onze vorige, huidige en toekomstige zonden te willen aanvaarden. Onze zonden begaan tegenover God en de medemensen. Daarbij moeten we vooral denken aan alle mishandelingen die wij Jezus aandoen door te zondigen. WIJ zijn het die Hem mishandelen, WIJ zijn het die Hem bespotten, WIJ nagels Hem aan het kruis, WIJ zijn het die zo’n onbaatzuchtig, onovertroffen liefdesoffer eigenlijk niet verdienen ! Door Zijn offer herstelde Jezus de glorie en macht van Zijn Vader. Zijn Vader is rechtvaardig en omdat onze zonden zo groot zijn zouden wij onszelf vernietigen door Gods rechtvaardige toorn over ons te roepen. De Vader toont echter barmhartigheid en vergeeft de zonden van hen die Jezus graag zien en Zijn offer aanvaarden ! Zo alleen kun je blijven leven. We moeten op onze blote knieën Jezus danken dat Hij ons gered heeft van het verpletterende gewicht van onze zonden. Voor de mensen die nog niet weten wat ze eigenlijk moeten doen om onder dit groot cadeau te vallen het volgende : in Jezus, Zijn Moeder, de Heilige Geest en Zijn Vader geloven en bovendien de sacramenten door Jezus ingesteld, naleven (doopsel, eucharistie, biecht, vormsel...).

    De dag brak aan. Jezus zou de toorn van Zijn Vader over het geheel van ieders begane zonden blussen. Jezus verwelkomde de dag en richtte een aangenaam dankgebed tot Zijn Vader. Dit was de langverwachte en hoopvolle dag van de Verlossing van de mensen. Het hoogtepunt in Jezus’ leven : ons verlossen, de Hemel heropenen, de hel overwinnen, voor de mensen de levende bron van alle geluk en zegeningen, heil zijn en de wil van zijn hemelse Vader volbrengen. Het geloof in Hem moet voor ons ook steeds een hoogtepunt zijn.

    Judas’ gedrag

    Judas had na zijn vlucht de hele nacht rondgezworven aan de zuidzijde van Jeruzalem waar een afvalplaats (Gê-Hinnom) was. Die plaats was gelegen in de vallei, waar Jeruzalem te zien was bovenop een steile hoogte. Tegen het aanbreken van de dag ging hij naar de gerechtszaal. Ondertussen zat Jezus in de kerker. Hij was veel te nieuwsgierig om te weten hoe het met Jezus verliep.

    Judas (aan enkele tempelsoldaten) : Hoe zal het met de gevangen genomen Galileeër verlopen, denkt u ?

    Tempelsoldaten : Hij is ter dood veroordeeld en zal gekruisigd worden.

    Judas (aan enkele toeschouwers) : Wat hebben ze met Hem gedaan ?

    Toeschouwers : Ze hebben Hem onmenselijk behandeld en bovendien heeft Hij geen enkele weerstand geboden !

    Daarna ging hij naar de achterzijde van het gerechtshuis. Maar daar waren ze bezig aan het kruis te monteren. Judas zag naar het kruis en sloeg als een waanzinnige op de vlucht. Hij hield zich verborgen en wachtte op de uitslag van de zitting.

    Jezus terug in de Hogeraad

    Jezus moest nogmaals verschijnen aan de Hogeraad met Annas, Kajafas, oudsten en schriftgeleerden. Daar werd het vonnis rechtsgeldig verklaard. De vergadering was voltallig en gekenmerkt door een grote haast.

    De terdoodveroordeling van Jezus werd aan de raadsleden ter stemming voorgelegd. Nikodemus, Jozef van Arimatea en enkele andere vrienden van Jezus protesteerden fel. Zij dienden een tegenvoorstel in om dit proces te verdagen. Zij wilden geen oproer tijdens het Joodse Paasfeest. Bovendien verklaarden zij dat men geen rechtvaardig vonnis kon vellen op grond van de ingediende beschuldigingen, omdat alle getuigen elkaar hadden tegengesproken. Maar de hogepriesters en hun partij, die in de meerderheid was, werden woedend en beschuldigden de tegenpartij van genegenheid voor de leer en de gezindheid van ‘die Galileeër’ te tonen. Zij sloten iedereen die Jezus genegen waren uit de raad en deze verlieten dan ook de raadszaal, na protest aangetekend te hebben tegen alles wat hier tegen Jezus zou besloten worden. Zij begaven zich naar de tempel en zouden zich nooit meer in de raad vertonen.

    Kajafas (luid) : Laat de Galileeër nu maar komen ! En kleed hem aan, want Hij moet na het vonnis voor Pilatus geleid worden !

    De gerechtsdienaren sleurden haastig Jezus uit de kerker en deden Hem zijn lang wollen kleed terug aan en brachten Hem voor Kajafas.

    Kajafas (hatelijk) : Indien U de Gezalfde des Heren, de Messias bent, zeg het ons !

    Jezus (ernstig) : Indien Ik het u zei, zou u Mij niet geloven, en indien Ikzelf u daarover ondervroeg, zou u niet antwoorden en Mij ook niet vrijlaten. Van nu af zal de Mensenzoon zetelen aan de rechterhand van de kracht van God !

    Kajafas (spottend) : Zo, U bent dus de Zoon van God. U ?

    Jezus : Ja, zoals u zegt, Ik ben het !

    Kajafas (tegen de raadsleden) : Waarom hebben wij nog getuigen nodig ! Het bewijs is geleverd. Een meer overtuigend bewijs kunnen wij niet verlangen. Nu hebben wij het immers uit zijn eigen mond gehoord.

    Al de raadsleden stonden nu op en begonnen Jezus uit te schelden. Hoe durfde Hij zich de Messias noemen, en zetelen aan de rechterhand van God !

    Jezus werd tussen de gerechtsdienaars en de soldaten naar het paleis van Pilatus gebracht. Het gepeupel volgde de stoet.

    Wanhoop van Judas

    Judas hoorde het rumoer van een aankomende stoet.

    Omstaander 1 : Zij brengen de Galileeër naar Pilatus, nu de Hogeraad Hem te dood heeft veroordeeld. Hij moet op het kruis. Het is toch onmogelijk na al die mishandelingen in leven te blijven...

    Omstaander 2 : Maar niettegenstaande zijn erbarmelijke toestand is Hij enorm geduldig. Hij spreekt niet en antwoordt niet. Hij zegt alleen maar dat Hij de Messias is en aan de rechterhand van God zal tronen. Zonder deze bekentenissen zou men Hem niet kunnen veroordeeld hebben. Maar nu moet Hij aan het kruis.

    Omstaander 3 : De schelm die Hem verkocht heeft, was een leerling van Hem en had enige uren eerder nog het paaslam met Hem gegeten. Van vrienden moet je het hebben. Ik zou niet graag in zijn schoenen staan. De Galileeër mag zijn wat hij wil, Hij heeft toch geen vriend voor geld in de dood gestort. Echt, de schurk verdient ook gehangen te worden !

    Judas hoorde het volk wel ! Hij liep naar de Tempel om het geld waar bloed aan kleefde kwijt te geraken en zo zichzelf wit te wassen. Hij ging naar enkele oudsten en raadsleden, die de priesters hielpen bij de dienst. Ze keken op hem neer met diep misprijzen.

    Judas (vertwijfeld) : Neem uw geld terug, waarmee u mij hebt verleid om een onschuldige over te leveren. Neem uw geld terug en laat Jezus vrij ! Ik zeg het u : de overeenkomst is niet meer geldig want ik heb zwaar gezondigd door onschuldig bloed te verkopen.

    Oudsten en raadsleden (minachtend) : Wat kan ons dat schelen dat u gezondigd hebt. Als u denkt onschuldig bloed verraden te hebben, dan is dat uw zaak ! Wij weten zelf wel wat wij van u gekocht hebben en wij hebben Hem schuldig bevonden. Hij verdient de dood. Hou uw geld ! Wij willen er niets van terug ! Er kleeft bloed aan het geld.

    Judas (als een waanzinnige) : Hier is het geld !

    Hij smeet het geld op de vloer in de Tempel. Daarna vluchtte hij de stad uit.

    Hogepriester 1 (tot de andere hogepriesters) : Raap het geld op ! Maar let op : we mogen ze niet bij de gaven doen, omdat het bloedgeld is !

    Hogepriester 2 : Ik stel voor dat we het land van de pottenbakker aankopen om er de vreemdelingen te begraven.

    Het stuk land is er nog steeds en wordt daarom nog altijd Bloedakker genoemd.

    Judas ging terug naar de afvalplaats van Jeruzalem. Hij werd krankzinnig van wanhoop. Hij hoorde steeds de woorden van Jezus in zijn hoofd naklinken : Vriend, waarvoor ben je gekomen ? Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus ? Judas werd gefolterd door zijn geweten. Hij heeft Jezus verkocht en Hem zo de dood ingejaagd. In een vlaag van zinsverbijstering en wanhoop greep Judas zijn gordel en verhing zich aan een boom. Hij had zich totaal aan de duisternis en Satan gegeven.

    Als je zonden, hoe zwaar ook, aan jezelf beginnen knagen, wordt dan niet moedeloos, woedend, angstig, vertwijfeld, waanzinnig, maar rustig. Ga naar Jezus toe en vraag met een berouwvol hart vergiffenis in het sacrament van de biecht. Judas ging de verkeerde richting uit. Als hij zich voor de voeten van Jezus op zijn knieën had laten vallen en de barmhartige Jezus om vergeving had gesmeekt, dan was hij gered geweest.

    Tocht naar het paleis van Pilatus

    In de stoet waren Kajafas, Annas, raadsleden, dienaren met schriftrollen, schriftgeleerden, valse getuigen, beulsknechten, beambten en soldaten. Jezus werd door de beulsknechten verder gesleurd. Zijn boeien deden Hem geweldig pijn. Hij was bijna onherkenbaar van de mishandelingen die nu al uren zonder ophouden duurden. Het volk kwam in dichte drommen naar deze stoet zien. Het volk werd opgeruid om Jezus te bespotten en te beschimpen. Ze gooiden bovendien met stenen naar Hem. Ze deden er ook alles aan om de blijde intocht van de vorige week in Ofel op Palmendag te hekelen. Nu passeerde hij in Akra (= stadswijk van Jeruzalem waar de schriftgeleerden hun bolwerk was). Hij werd er nog eens extra uitgejouwd. Maria was samen met Maria Magdalena en Joannes tot bij de stoet geraakt. Maria kon de lijdensweg inwendig voelen, maar toch wilde ze Jezus in levende lijve zien. Ze wist dat Haar Zoon er ellendig aan toe was. Toen Jezus voorbij passeerde keek Hij even naar Zijn Moeder. Voor Haar was het vreselijke aanblik van Haar onschuldige Zoon teveel en ze bezweek in de armen van Joannes en Maria Magdalena. Was dit de Zoon van God en de Mensen ? Deze gebroken man ?

    Daarna passeerde de stoet langs de mensen van Ofel. Maar daar sloeg de twijfel algemeen toe. Hun geloof wankelde. Was dit de Heiland die ze hadden verwelkomd ? Ze zeiden geen woord en keerden verslagen naar huis terug.

    Schriftgeleerden (honend) : Kijk eens naar uw ‘koning’ ! Begroet Hem maar ! Nu zwijgen jullie wel, hé ! We voeren Hem naar zijn kroning en troonsbestijging. Het is nu uit met zijn wonderen !

    Bij Pilatus aangekomen

    het forum of de marktplaats van Jeruzalem

    Omstreeks zes uur in de morgen kwam de stoet aan bij het paleis van Pilatus, de Romeinse landvoogd. De landvoogd was de enige die een doodvonnis kon uitvoeren. Daarom moest de Hogeraad Jezus laten voorkomen bij Pilatus. Ze wilden Hem beschuldigen van een misdaad tegen de Romeinse keizer om zo de doodstraf te kunnen laten uitvoeren. De raadsleden bleven staan voor het oude rechtshuis. Daar was een duidelijke lijn in het plaveisel aangelegd tot waar de Joden konden komen zonder hun strikte reinheidswetten te schenden. Zij konden ook geen heidens gebouw binnentreden. Ze gaven de gerechtsdienaren het bevel op Jezus voor de trappen van het Pilatus’ paleis te sleuren. Pilatus had de stoet zien aankomen vanop een hogerliggend terras van zijn paleis. Pilatus die omringd was door zijn Romeinse officieren en soldaten keek vol misprijzen naar de Hogepriesters en raadsleden of het Sanhedrin.

    Pilatus (schreeuwde misprijzend) : Wat is er nu weer zo vroeg aan de hand ? Waarom hebt u die mens zo ellendig toegetakeld ? U begint al vroeg te villen en te slachten ! (na de middag begon de slachting van de paaslammeren in de tempel)

    Sanhedrin (tot de gerechtsdienaren) : Vooruit met Hem ! In het rechthuis !

    Sanhedrin (roepend tot Pilatus) : Luister naar onze aanklachten tegen die misdadiger ! Wij mogen uw huis niet binnen door onze reinheidswetten ! Breng Hem maar in het rechtshuis !

    Maar een man die achter het Sanhedrin stond, bij het verzamelde volk op het forum of marktplaats, schreeuwde tot hen : Zeker mogen jullie het rechtshuis niet betreden, want het is geheiligd door onschuldig bloed. Hij (Jezus) alleen mag het betreden, want Hij alleen onder de Joden is rein, evenals de daar vermoorde onschuldige kinderen !

    De man was Sadok, een Jezusvriend. Hij had twee zoontjes die vermoord werden samen met nog andere kinderen op het plein van het gerechtshof. De oude Herodes had alle geboren jongens laten afslachten in de hoop Jezus te kunnen doden, Jozef en Maria waren echter met Jezus naar Egypte gevlucht.

    Daar was Jezus veilig tot na de dood van Herodes. Dan keerde de Heilige Familie terug naar Israël.

    Maar de Sanhedrin gaven geen krimp. Ondertussen sleurden de gerechtsdienaren Jezus tot op het terras van Pilatus. Pilatus ergerde zich blauw aan de hogepriesters en raadsleden toen hij zag hoe ze Jezus hadden mishandeld. Pilatus wist al op voorhand dat ze bij hem kwamen om Jezus’ veroordeling te bekomen, omdat Hij de doodstraf schuldig was, maar hij had geen zin om Jezus zonder klaar bewezen schuld te veroordelen.

    Pilatus (minachtend) : Welke misdaad wrijft u deze persoon aan ?

    Sanhedrin (geërgerd) : Als wij geen bewijzen hadden dat Hij een boosdoener is, dan zouden wij Hem niet tot u brengen !

    Pilatus (geënerveerd) : Wel, als dat zo is, neemt u Hem dan en spreek recht over Hem volgens uw Wet !

    Sanhedrin (kwaad) : U weet dat het Recht ons niet de onbeperkte macht toekent om een doodvonnis te laten voltrekken !

    De Sanhedrin met hun getuigen kleedden de zaak zo in dat ze Jezus beschuldigden van misdaden tegen de keizer en die niets met godsdienst of gebruiken te maken hadden. De eerste beschuldiging die zij inbrachten was deze : Jezus was een volksverleider, rustverstoorder en oproerkraaier. Bovendien lieten ze getuigen de beschuldigingen bevestigen.

    Sanhedrin : Hij reist het land door, houdt grote volksvergaderingen en schendt de sabbat door zieken op deze heilige dag te genezen.

    Pilatus (grijnzend) : U bent zeer zeker niet ziek, anders zouden die genezingen u niet zo verbitteren !

    Sanhedrin (aandringend) : Hij zegt ook dat men zijn vlees moet eten en zijn bloed moet drinken om eeuwig te leven !

    Pilatus (spottend) : Men zou haast zeggen dat u zijn leer volgt, want het ziet ernaar uit dat u zijn vlees wilt eten en zijn bloed wilt drinken !

    Bij de tweede aanklacht hadden de hogepriesters en raadsleden niet op een scherp antwoord van Pilatus gerekend.

    Sanhedrin : Hij stookt het volk op om de keizer geen belastingen te betalen!

    Pilatus (razend kwaad) : Dat is grof gelogen ! Dat zal ik toch wel beter weten, zeker !!!!!!!!

    Ze gingen vlug over tot de derde aanklacht :

    Sanhedrin : Hij is van lage, onbekende en verdachte afkomst en toch heeft zijn zo’n grote aanhang. Het rond Hem verzamelde volk heeft Hem tot koning willen laten uitroepen en omdat de gunstige tijd nog niet was aangebroken, heeft Hij zich verborgen. In de laatste dagen heeft Hij zich een luidruchtige intocht in Jeruzalem laten welgevallen, waar een ontelbare menigte mensen riepen : Hosanna de zoon van David ! Hooggezegend het Rijk van onze vader David, dat nu komt ! Hij beweert dat Hij de Christus, de Gezalfde des Heren, de Messias, de beloofde en sedert lang verwachte Koning van de Joden is. Hij laat zich ook zo noemen !

    Pilatus (geïnteresseerd) : Wachters, breng de beschuldigde in de rechtskamer !

    Daar kon Pilatus Jezus ondervragen. Niettegenstaande hij afgoden aanbad en een heiden was, wist Pilatus dat de Joodse profeten de komst van een Gezalfde van God hadden voorspeld. Hij zou een Verlosser, Bevrijder en Koning zijn en vele Joden wachtten op Zijn komst. Pilatus stelde zich daarbij, zoals vele Joden, een zegevierende, machtige heerser voor, met veel pracht en praal. De gedachte dat dit de hulpeloze, ellendige, mishandelde, onmachtige Jezus kon zijn, vond Pilatus belachelijk.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dus die verwachte Koning van de Joden ?

    Jezus : Bent uzelf op die gedachte gekomen of hebben anderen ze u voorgezegd ?

    Pilatus (geërgerd) : Ben ik misschien een Jood, dat ik aan zulke praatjes belang zou hechten ? Uw volk en uw priesters hebben U aan mij overgeleverd, om U te kunnen veroordelen als iemand die om deze reden de dood schuldig is. Zeg mij : Wat hebt u gedaan ?

    Jezus (waardig) : Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld ! Indien het van deze wereld was, zou Ik zeker dienaren hebben gehad om Mij te verdedigen en te beletten dat Ik aan u overgeleverd werd, maar mijn Rijk is niet van deze wereld.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dan toch Koning ?

    Jezus : Zoals u zegt : Ik ben Koning. Ik ben geboren en in deze wereld gekomen om te getuigen van de waarheid. Iedereen die deze waarheid aanvaardt, luistert naar hetgeen ik zeg !

    Pilatus : Waarheid ? Wat is waarheid ?

    Jezus gaf geen antwoord. Daarna ging Pilatus terug naar het terras. Pilatus zag in Jezus geen koning die voor de keizer gevaarlijk kon worden. Jezus’ Rijk was niet in deze wereld en dat was voor Pilatus het voornaamste.

    Pilatus (roepend tot het Sanhedrin) : Ik vind geen enkele schuld in deze mens !

    Sanhedrin (schreeuwden woedend) : Hij is een onruststoker ! Hij geeft zich uit voor Christus, Koning der Joden !

    Pilatus (verwonderd tot Jezus) : Hebt u op al die beschuldigingen niets te antwoorden ? Ik weet het wel, zij brengen leugens tegen U in !

    Sanhedrin (uitzinnig) : Hoe ? Vindt U geen schuld in Hem ? Is dit geen schuld soms ? Hij stookt het hele volk op en verspreidt zijn leer over heel Galilea tot hier !

    Pilatus (listig) : Is deze mens afkomstig uit Galilea en een onderdaan van Herodes ?

    Sanhedrin : Ja, want zijn ouders hebben te Nazaret gewoond en zijn tegenwoordige verblijfplaats is Kafarnaüm !

    Pilatus : Wel, omdat Hij een Galileeër en een onderdaan van Herodes is, ga dan met Hem naar de viervorst. Hij bevindt zich juist in de stad voor het feest. Ik laat deze rechtszaak over aan hem !

    Jezus werd terug naar beneden gezonden bij zijn vijanden. Nu waren ze pas echt razend ! Zij koelden hun woede op Jezus. Zij sleurden Hem over het forum en begaven zich naar het nabijgelegen paleis van Herodes. Onder de stoet waren ook Romeinse soldaten. Claudia Procla, de vrouw van Pilatus, stond heimelijk op het hoogste terras met angst en droefheid te kijken naar de stoet die over het forum verder trok. Daarna had ze een lang onderhoud met haar man. Ze smeekte hem Jezus geen onrecht aan te doen. Ze vertelde hem over de visioenen die zij over Jezus had gekregen. Ze had beelden uit Zijn leven als heilige Leraar en Heiland gezien. Ze zag ook de heiligheid en de smarten van Jezus’ Moeder Maria. Claudia had vele wonderen gezien en waarheden vernomen. Ze leed onder de beelden die de boosheid en de listen van Jezus’ vijanden aantoonden tegenover de Onschuldige.

    Toen ze later op het terras stond, herkende ze Jezus, de Zaligmaker. Toen ze Hem zo mishandeld zag, was ze angstig. Ze bad en smeekte Pilatus om Jezus niet te veroordelen. Pilatus stelde haar gerust en zei dat hij geen schuld in Jezus vond en dat hij Hem niet zou veroordelen. Hij had de boosheid van de Joden wel doorzien. Maar binnenin was Pilatus besluiteloos en onzeker. Hij wist wat de waarheid was : Jezus Nazarenus, de Koning der Joden, is waarheid !

    Jezus voor Herodes Antipas gebracht

    Herodes was door een bode van Pilatus op de hoogte gebracht en zat klaar op zijn troon. Hij was omringd door vele hovelingen en soldaten. Herodes voelde zich gevleid nu Pilatus hem het recht toekende het vonnis over een Galileeër te vellen. En dan nog wel voor alle hogepriesters, die hij hartsgrondig haatte. Hij was ook nieuwsgierig Jezus in levende lijve te zien. Joannes de Doper had het altijd over Jezus gehad, tot hij vermoord werd door deze Herodes.

    Herodes (verwijtend tegen de hogepriesters) : Breng die persoon hier weg en reinig Hem ! Hoe durft u iemand zo bevuild en zo toegetakeld onder mijn ogen brengen.

    Herodes (spottend tegen de hogepriesters) : Het is de Man aan te zien dat Hij in de handen van slachters is gevallen. U begint de slachting nu al !

    Opnieuw regende het van klachten en beschuldigingen tegen Jezus.

    Toen Jezus terug voor Herodes stond, veinsde Herodes Hem met grote hoffelijkheid te willen bejegenen en hij gaf het bevel Hem een beker wijn aan te bieden om zijn verloren krachten te herwinnen omdat Hij zich wel zwak moest voelen. Jezus schudde afwijzend het hoofd. Toen startte Herodes zijn verhoor en reeg een overvloed van vragen aaneen. Toen hij zag dat Jezus niets zei en zijn ogen neergeslagen hield, irriteerde het hem. Hij probeerde Jezus eerst te vleien dat men zoveel had verteld over Zijn grote wijsheid in gesprekken en onderrichtingen. Hij vroeg of Hij de verwachte Koning van de Joden was en de Zoon van God. Hij had al over de wonderen van Jezus gehoord en vroeg zelf om een teken of een wonder. Hij vroeg zich af hoe een triomftocht (Palmzondag) kon leiden naar zo’n dieptepunt. Maar Jezus reageerde niet. Toch weigerde hij Jezus te veroordelen omdat hij, bijgelovig als hij was, eigenlijk vreesde voor de invloed die Jezus had. Bovendien lag hij nog met zijn geweten overhoop door de moord op Joannes de Doper. Herodes had het ook niet begrepen op de hogepriesters omdat zij hem uit de synagoge hadden gebannen. Herodes werd op die manier ook beroofd van offeranden die ter zijner ere zouden worden opgedragen in de tempel. Deze ban werd ingesteld nadat Herodes echtbreuk had gepleegd met zijn minnares Herodias en ook de moord had gepleegd op Johannes de Doper. Pilatus had Herodes laten weten dat hij ‘geen schuld vond in die mens’. Dit zorgde er extra voor dat Herodes de mening zou volgen van Pilatus. Pilatus was landvoogd en Herodes had als viervorst minder macht dan Pilatus. Herodes wilde bij Pilatus in een goed daglicht komen te staan. Daarom wilde hij zeker geen veroordeling.

    Herodes : Brengt die dwaas weg van hier en bewijst die belachelijke koning de eer die Hem past; Hij is meer een dwaas, dan een misdadiger te noemen.

    Maar Herodes’ hofdienaren en lijfwachten namen het bevel heel ernstig en de mishandelingen waren ver buiten proportie. Ze namen Jezus mee en begonnen Hem te mishandelen en te bespotten. Ondertussen bleven de hogepriesters Annas en Kajafas aandringen op een veroordeling, maar Herodes zei hun dat het van zijn kant de grootste misdaad zou zijn, als hij Hem veroordeelde.


    04-04-2012, 22:44 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 2

    Voetwassing

    Ze stonden nu van tafel op en trokken hun gewone kleren terug aan. Ondertussen ruimden de hofmeester en twee bedienden de paastafel af. Daarna liet Jezus water in het voorportaal brengen. Jezus sprak hun eerst nog over zijn Rijk, over zijn heengaan naar de Vader en hoe Hij hun eerst alles zou nalaten wat Hij bezat. Vervolgens leerde Hij nog over boetvaardigheid, het inzien en bekennen van zijn schuld, over het berouw, de vergiffenis en de reiniging. Ieder kende zijn zonden en had er berouw over, behalve Judas. Jezus legde zijn mantel af, schortte zijn kleed op en bond zich een linnen doek om. Inmiddels geraakten de apostelen in een soort woordenstrijd omtrent de vraag wie van hen de eerste plaats zou verkrijgen. Zij dachten nog altijd dat Jezus bij zijn nakend vertrek een werelds Rijk zou stichten en zo de wereld voor een voldongen feit zou stellen. Jezus maakte hun een verwijt van hun twist en zei hun dat Hij gekomen was om te dienen. Jakobus de Mindere had de waterzak vast en Joannes de kom waar het water in terecht kwam. Jezus goot het water over de voeten van elke apostel en droogde ze dan af. Jezus waste de voeten van alle apostelen. De Heer toonde Zijn oprechte liefde en dienstbaarheid in deze daad.

    Petrus (protesterend) : Hoe Heer ? Wilt U mijn voeten wassen ?

    Jezus : Wat Ik doe, begrijp je nog niet, maar later zal het duidelijk voor je worden. Simon, je bent zo begenadigd geweest om van mijn Vader te vernemen dat Ik de Zoon ben van de levende God en dat Ik vandaar kom en daarheen terugkeer. Jij alleen hebt dit inzicht gehad en uitgesproken en Ik wil op jou Mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Bovendien zal Mijn macht bij jouw opvolgers blijven tot het einde van de wereld.

    Jezus (tot de andere apostelen) : Petrus zal Mijn plaats innemen, wanneer Ik van U zal zijn weggegaan. Hij zal het bestuur van de Kerk waarnemen, de missionering regelen en u uitzenden.

    Petrus : Maar Meester... Nooit zult U mijn voeten wassen !

    Jezus : Indien Ik uw voeten niet mag wassen, zul je geen deelname met Mij hebben.

    Petrus : Heer, was dan niet enkel mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd !

    Jezus : Wie een bad genomen heeft, is geheel rein en moet nog slechts zijn voeten wassen. Zo is het ook met jullie, jullie zijn rein, maar niet allen.

    Hiermee bedoelde Hij Judas. In zijn onderrichting had Jezus over de voetwassing gesproken als over een reiniging van dagelijkse zonden. De voetwassing was een teken en had een geestelijke kracht. Het was een soort absolutie van de overgebleven zonden. In zijn ijver en liefde zag Petrus daarin niets anders dan een te verregaande vernedering van zijn Meester. Maar hij wist nog niet dat de Heer om hem te helpen en zalig te maken zich de volgende dag uit liefde zou laten vernederen en kruisigen. Al de zonden zou Hij op zich nemen. Terwijl Jezus de voeten van Judas reinigde, was Hij buitengewoon teder en vriendelijk. Hij drukte zijn gezicht op Judas’ voeten en vermaande hem zacht en heimelijk zich toch te bezinnen. Maar Judas merkte het niet op. Hij gaf een ontwijkend antwoord, iets in de zin van : God behoede mij daarvoor.

    Jezus knoopte aan zijn handeling een lering vast over de nederigheid en zei dat degene die diende, de grootste was en hoe zij in het vervolg elkanders dienaren moesten zijn.

    Instelling van de Eucharistieviering

    Petrus en Joannes gingen nu de kelk halen en zetten die voor Jezus neer. Het waren de heilige handelingen zoals de priester die nu nog verricht vooraleer brood en wijn gezegend zijn. Ernaast stonden de paasbroden, die Jezus had opzij gelegd. Er stonden ook een wijnkruik en een waterkruik en dozen met olie. Het breken en ronddelen van het brood en het drinken uit dezelfde kelk bij het sluiten van de maaltijd was van oudsher een teken van verbroedering en liefde. Maar Jezus verhief dit gebruik nu tot het Heilig Sacrament. De deuren van het Cenakel waren nog altijd gesloten : alles gebeurde in het geheim en zeer plechtig. Jezus gaf hun uitleg over het avondmaal en ook hoe ze het heilig misoffer moesten opdragen. Onder deze handelingen werd de Heer steeds inniger. Hij zei dat Hij hun nu alles wilde geven wat Hij bezat, nl. Hijzelf. Jezus liet door Petrus en Joannes water over Zijn handen gieten en daarna werd de schaal met water doorgegeven aan alle apostelen om hun handen te wassen. Jezus bad en brak onder het gebed van de zegen het brood. Hij nam nu de schaal of pateen met stukken brood.

    Jezus : Neem en eet, dit is Mijn Lichaam dat voor U overgeleverd wordt.

    Eerst reikte Jezus Zijn Lichaam door het Brood aan Petrus en daarna aan Joannes uit. Judas was de derde aan wie de Heer dit Sacrament toereikte.

    Jezus (tot Judas) : Wat je van plan bent te doen, doe dat spoedig !

    Dan gaf Hij het Sacrament verder aan de overige apostelen. Zij naderden twee aan twee. Ze kregen het brood op hun tong en de een hield voor de ander onder de kin een doek dat op de kelk gelegen had. Daarna hield Jezus de kelk omhoog ter hoogte van zijn gezicht en sprak het dankgebed uit.

    Jezus : Drink er allen uit, want dit is Mijn bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.

    Hij liet Petrus en Joannes drinken uit de kelk, die Hijzelf in zijn handen hield en zette de kelk daarna neer. Joannes schepte nu met de kleine lepel van het H. Bloed uit de kelk in de kleine bekers, die door Petrus aan de overige apostelen toegereikt werden. Elke kleine beker diende voor twee van hen en zo dronken zij het H. Bloed. Na deze instelling ging Jezus verder met de rituele handelingen die ook nu nog worden gedaan door de priester.

    Jezus : Jullie moeten dit heilig Sacrament in de Kerk blijven voortzetten tot Mijn gedachtenis. Daarom zal dit Sacrament in de Kerk blijven tot het einde van de tijden.   

    Verder leerde Hij hun het hoofdzakelijke aan in de manier om de communie zelf klaar te maken en het aan anderen uit te delen. Ook werd hen uitgelegd hoe ze het wonderbaar geheim van het Sacrament geleidelijk aan de gelovigen moesten overdragen en het Sacrament voor hen uit te spraken. Nadat de apostelen de Heilige Geest op Pinksteren hadden ontvangen moesten ze zelf consacreren.

    Jezus bereidde ook het heilig chrisma. Zij leerden over de zalving met het heilig chrisma (olie) en het gebruik ervan (priesterwijding, sacrament van het vormsel). Jezus zalfde Petrus en Joannes. Zij moesten de andere apostelen op hun beurt de handen opleggen en zalven als ze de H. Geest ontvangen hadden op het Pinksterfeest. Dit was de grote doop met de H. Geest. Acht dagen erna deden ze hetzelfde aan verscheidene leerlingen om ze tot priesters te wijden. Jezus hield nu nog een lange afscheidsrede, die vele vurige gebeden bevatte. De apostelen waren blij en vol ijver. Ze stelden Hem vele vragen. Hij herhaalde tussendoor ook vroegere uitspraken en vertelde aan Petrus en Joannes deze mede te delen aan de overige apostelen die het op hun beurt aan de leerlingen en heilige vrouwen moesten voortzeggen en onderwijzen. Jezus sprak ook enkele keren over de verrader. Petrus verzekerde vol vuur dat hij Hem zeker trouw zou zijn en Hem nooit verlaten.

    Jezus : Simon, Simon, de satan beloert je om je te ziften als tarwe, maar ik heb voor jouw gebeden, zodat jouw geloof niet zou begeven; en je, eenmaal van jouw misstap teruggekeerd, je jouw broeders zou versterken !

    Waarheen Ik nu ga, kunnen jullie Mij niet volgen.

    Petrus (beslist) : Ik wil U volgen tot in de dood en met U sterven !

    Jezus (mistroostig) : Met Mij sterven ? Voorwaar, voordat de haan tweemaal kraait, zult jij Mij driemaal verloochenen.

    Jezus : Voor jullie zal een harde tijd aanbreken. Toen Ik jullie uitzond zonder beurs, zonder reiszak, zonder schoeisel, heeft het jullie dan aan iets ontbroken ?

    Apostelen : Neen !

    Jezus : Maar nu, moet hij die een reiszak heeft, deze meenemen, en wie niets heeft, maakt zijn kleed te gelde en koopt een zwaard, want nu moet ook dit woord in vervulling gaan : Hij zal onder de misdadigers gerekend worden. Alles moet waar gemaakt worden, wat over Mij geschreven staat !

    Petrus nam dit letterlijk. Hij wilde Jezus verdedigen en toonde twee hakmessen die hij bij zich had.

    Jezus (kortaf) : Genoeg ! Kom ! Laten wij heengaan.

    Na het zingen van de psalmen gingen ze naar buiten. Daar wachtten Zijn Moeder en Maria Magdalena op Hem. Ze smeekten Hem niet naar de Olijfberg te gaan, omdat ze het gerucht gehoord hadden dat men Hem wilde gevangen nemen. Maar Jezus sprak enige troostende woorden en vertrok haastig tussen hen door. Judas had zich vlug uit de voeten gemaakt (na het drinken van het H. Bloed) om zijn wrede plan tot uitvoer te brengen.

    In de Hof van Olijven

    Jezus en de elf apostelen verlieten het Cenakel dat op de berg Sion lag en gingen door het dal van Josafat. De maan steeg boven de Olijfberg op. Het was ongeveer negen uur.

    Jezus : Deze nacht nog zullen jullie allemaal ten val komen vanwege Mij, want er staat geschreven : Ik zal de Herder treffen, en de schapen van de kudde zullen verstrooid worden. Maar eenmaal verrezen zal Ik u voorgaan naar Galilea.

    De apostelen waren nog vol geestdrift en godsvrucht. Zij verdrongen zich om Hem en betuigden Hem, ieder op zijn wijze, hun liefde. Zij verzekerden Hem dat zij Hem niet konden en niet zouden verlaten.

    Petrus : Indien iedereen zich aan U ergert, nooit of nooit wil ik U verdriet aandoen.

    Jezus : Voorwaar, Ik zeg je, juist jij zult mij deze nacht, nog voor de haan kraait, driemaal verloochenen.

    Petrus (ontkennend) : Al moest ik zelfs met U sterven, toch zou ik U nooit verloochenen.

    En zo spraken ook alle andere apostelen. Zij begaven zich naar de tuin van Getsemane dat een half uur van het Cenakel verwijderd lag. Er stonden meerdere dichtgebladerde loofhutten. In een daarvan bleven acht van de apostelen achter. Bij deze achtergebleven apostelen voegden zich nadien nog leerlingen van Jezus. Jezus was diep bedroefd en zei hun dat het gevaar nabij was.

    Jezus : Blijf hier, terwijl ik verder ga om te bidden.

    Jezus en de andere apostelen trokken verder naar de Olijfhof. De Olijfhof is door een weg gescheiden van de tuin van Getsemane en hij strekt zich verder uit op de helling van de Olijfberg. Deze hof van Olijven is open en alleen door een aarden wal omringd. Hij is kleiner dan de tuin van Getsemane. Het is een tuin op de berghelling waar men grotten, terrassen en vele olijfbomen aantreft. Petrus, Joannes en Jakobus de Meerdere gingen met Hem mee. Jezus werd enorm bedrukt en onrustig.

    Joannes : Heer, U hebt ons vroeger allen getroost en nu bent U zo bang...

    Jezus : Mijn ziel is ten dode toe bedroefd. Blijf allen hier, en waak met Mij. Bidt om vooral niet in bekoring te vallen.

    Hij ging een eindje verder, maar de angstbeelden stormden zo geweldig op Hem aan dat Hij door schrik overmand links van de apostelen afdaalde en zich verborg in een grot met een overhangende rots.

    De Kerk van alle Naties ook wel de Doodsangstbasiliek genoemd, is tussen 1919 en 1924 gebouwd bovenop een rots in de Hof van Olijven, waarop Jezus in doodsangst bad in de nacht voor zijn aanhouding en kruisiging (Markus 14, 32-42). Het bouwwerk ziet er uit als een klassieke Byzantijnse basilica, met 12 koepels, symbool van de 12 apostelen.

                                                                


    de rots is zichtbaar aan het altaar

    Jezus gaf zich over aan zijn aanstaande lijden en offerde zich op aan de goddelijke Rechtvaardigheid om al de zonden van de wereld te voldoen. Hij liet vrijwillig zijn natuur van Godheid terugtrekken en was nu enkel gehuld in Mensheid. De natuur van mens te zijn, die Hij uit oneindige liefde voor de mensen had aangenomen. Nu was Hij alleen met de liefde van zijn rein en onschuldig menselijk Hart overgeleverd aan het geweld van alle angsten en smart voor de zonden van de wereld. Hij liet zich over aan de zwakke menselijke natuur. Hij was daardoor eindeloos angstig en bedroefd en Hij smeekte God om medelijden. Jezus wierp zich voorover en bad en ondertussen zag Hij alle zonden van de wereld en hun afschuwelijke boosheid in ontelbare beelden. Hij nam ze allemaal op zich en gaf Zich aan God, Zijn hemelse Vader en Vader van alle mensen. Hij beveelde alles in zijn gebed aan om Zich door zijn lijden voor die onmetelijke schuld voldoening te schenken aan God de Almachtige en Eeuwige, Vader van alle mensen, die allen zondaars zijn. Zo zouden alle mensen die in Jezus geloven en in de biecht tot Hem komen gered worden.

    Maar ook in dit uur liet Satan Hem niet los en deed Jezus bovenop de verpletterende schuldenlast nog hopeloos lijden door bekoringen. Bovendien werd zijn ziel nog eens met ontzetting geslagen bij het zien van de ontelbare misdaden van de mensen en van hun ondankbaarheid tegenover God.

    Jezus (huiverend) : Vader, indien het mogelijk is, neem dan deze kelk van Mij weg ! Maar niet mijn Wil, maar de Uwe geschiede !

    Zijn Wil en die van de Vader waren nochtans één, maar Jezus die uit liefde tot de mens de hele zwakte van de menselijke natuur wilde ondergaan, sidderde hier bij het aanblik van de naderende dood. De schrik voor de dood en de natuurlijke vrees voor de grootte van het zoenoffer.

    Maria, Zijn Moeder was in deze doodstrijd door droefheid en angst overstelpt. Zij bevond zich in de tuin van het huis van Maria Markus. Maria Magdalena en Maria Markus waren bij Haar. Zij verloor verschillende keren het bewustzijn, omdat ze innerlijk in haar geest het lijden van haar Zoon aanschouwde. Ze had boden op pad gestuurd om op de hoogte gehouden te worden, maar omdat ze te lang wegbleven ging ze zelf op weg. Zij werd vergezeld van Maria Magdalena en Salome.

    Het was ongeveer half elf toen hij opstond en zich terug naar de drie apostelen begaf. Hij vond hen in slaap.

    Jezus : Simon, slaap je ? Hebben jullie dan niet eens een uur met Mij kunnen waken ?

    Joannes (die Jezus nog niet als een verslagen mens had gezien ) : Meester, wat overkomt U ? Moet ik de andere leerlingen roepen ? Zouden wij niet beter vluchten ?

    Jezus : Indien Ik nogmaals 33 jaar leefde, onderwees en zieken genas, dan nog zou dat ontoereikend zijn om alles te verrichten. Het zou nog niet opwegen tegen alles wat Ik van nu tot morgen moet verrichten. Je moet dus de anderen niet roepen. Juist daarom heb Ik hen ginder achtergelaten, zodat zij Mij in deze allerellendigste toestand niet zouden zien en zich niet aan Mij zouden ergeren. Zij zouden in bekoring vallen, veel van mijn woorden en handelingen vergeten en aan Mij twijfelen. Jullie hebben echter de Zoon des Mensen in zijn verheerlijking en verheffing gezien (op de berg Tabor) : nu mogen jullie Hem ook zien in zijn verduistering, vernedering en totale verlatenheid. Maar Ik maan jullie aan te waken en te bidden zodat jullie niet in bekoring vallen, want de geest is wel van goede wil, maar het vlees is zwak.

    Jezus wilde hen aansporen tot doorzetting en hen ook wijzen op de strijd van de menselijke natuur tegen de dood en op de oorzaak van zijn zwakheid op het ogenblik. De drie apostelen waren verslagen door de droefheid van hun Meester en begonnen op hun beurt te bidden. Maar ze waren na een tijdje terug in slaap gevallen. Door hun gebrek aan vertrouwen waren ze terug in bekoring gevallen.

    De acht anderen die waren achtergebleven sliepen niet. De angst en de droefheid die weerklonken in Jezus’ laatste woorden hadden hen te zeer verontrust. Zij zochten naar een schuilplaats tegen mogelijk gevaar.

    En voor de tweede maal, ging Jezus bidden in de grot. Hij viel neer en bad. Opnieuw begon er een strijd in zijn ziel. Engelen lieten Hem al de folteringen en hun omvang aanschouwen. Deze zou Hij moeten verduren voor de voldoening van alle zonden. Zij toonden Hem een lichaams- en zielelijden die door de pijn ervan beantwoordde aan de straffen die God eiste voor alle zonden van de hele mensheid. Bovendien moest het een lijden zijn dat de schuld van de hele mensheid strafte op de onschuldige Mensheid die God had begrepen voor zijn mensen. De schuld en de straf van alle mensen moest daadwerkelijk en uit liefde op zich worden genomen. Hij moest de menselijke tegenzin voor lijden en dood, die een onderdeel van ieder lijden is overwinnen. Jezus brak uit in een bloedig zweet.

    De goddelijke Wil van Jezus Christus trok zich door zijn smeken in de Vader terug zodat zijn Mensheid (beroofd van goddelijke troost), al het lijden zou kunnen (en moeten) verduren. De Godheid van Christus was één met de Vader en bestemde voor haar Mensheid het vreselijkste lijden, terwijl de menselijke wil van Christus tot de Vader bad juist dat lijden van Hem af te willen wenden. Daarna werd Hij overvallen door een bijkomende angst : de onrust en bekommernis in zijn ziel. Deze angsten zijn aanwezig in ieder menselijk hart dat een zwaar en pijnlijk offer tegemoet gaat. Hij stelde zich de vraag : Wat zal het nut van al dat lijden zijn ? Wat zal erdoor gewonnen worden ? Hij voorzag de ondankbaarheid van de mensen. Jezus zag hen allen. Hij weende en treurde over hen en wilde lijden voor al degenen die Hem niet zien, die hun kruis na Hem niet willen dragen. Zijn Bruid de Kerk niet erkennen aan wie Hij zichzelf geschonken heeft in het H. Sacrament. De mensen die door Satan werden en nog altijd worden weggesleurd. In zijn vertwijfeling schreeuwde Hij een noodgeroep. De drie apostelen sprongen recht en wilden naar Hem toe snellen.

    Petrus (tegen Jacobus en Joannes) : Blijf hier, ik loop eens tot Hem !

    Petrus (de grot binnentredend) : Meester, wat overkomt U ?

    Hij deinsde terug toen hij Jezus zag vol bloed en van angst vervuld. Jezus antwoordde niet en scheen hem niet te bemerken. Daarop keerde Petrus noodgedwongen naar de andere twee apostelen terug. Ze gingen terug zitten en bidden. Maar Jezus’ strijd tegen de menselijke afkeer van het lijden duurde voort.

    Jezus : Vader, is het mogelijk te lijden voor mensen als dezen ? O Vader, indien de kelk mij niet voorbij kan gaan, dat dan Uw Wil geschiede !

    Jezus zag hoe duivels ontelbare mensenmassa’s verleiden, verscheuren en verslinden. Mensen voor wie Hij de weg naar de bittere kruisdood nu begonnen was om hen te verlossen uit Satans macht. Voor hen zou Jezus’ offer tevergeefs gebeuren. Jezus zag dat het H. Sacrament waar Hij zich als levende God iedere keer tot voedsel wegschenkt, werd en wordt ontheiligd en verkracht. Hij zag dat zijn Bruid, de Kerk, werd uiteengerukt en versplinterd. Bloed stroomde in dikke druppels van zijn bleke gelaat.

    Jezus keerde daarna terug naar de drie apostelen en vond hen wederom in slaap. Door droefheid, angst en vermoeidheid overvallen, waren zij terug ingesluimerd. Ze werden wakker en stonden onmiddellijk recht. Ze ondersteunden Jezus met medelijden en liefde. Hij zei hun dat men Hem zou gevangen nemen, Hem voor de rechter slepen, mishandelen en Hem daarna de wreedste dood zou laten ondergaan. Hij vroeg nadrukkelijk of ze Zijn Moeder wilden troosten. De apostelen waren stil, omdat ze voelden dat Hij de waarheid sprak. Jezus wilde terugkeren naar de grot en ze hielpen Hem erheen. Hij was zwak en moedeloos. Opnieuw bad Hij tot Zijn Vader.

    Jezus : Vader, indien het uw Wil is, neem deze kelk van Mij weg, maar niet mijn Wil, maar de Uwe geschiede !

    Jezus aanschouwde met diepe ontroering en troost alle toekomstige hemelbewoners uit het Oude Testament en alle toekomstige gelukkigen. Jezus ziet zijn broeders en zijn schepselen zo graag, dat Hij met vreugde alle smart en pijn op zich neemt, ook al zou Hij maar één enkele ziel kunnen redden.

    Daarna werden alle gebeurtenissen uit de doeken gedaan, te beginnen met de kus van Judas tot aan zijn laatste woord op het kruis. Hij werd gesterkt door hierboven om zijn angst en onrust wat te milderen. Jezus bleef nog een tijdje verdiept in stille overweging en dankzegging tot zijn hemelse Vader. Daarna ging Hij terug naar de apostelen en maande hen aan tot waken en bidden. Het was nog nooit zo nodig geweest.

    Jezus : Zie, het uur is gekomen waarop de Mensenzoon in handen van de zondaars zal overgeleverd worden. Sta daarom op en laten we weggaan !

    Zie, de verrader is reeds nabij. Oh ! Het was beter voor hem nooit geboren te zijn geweest !

    De apostelen sprongen verschrikt op en zagen angstig om zich heen.

    Petrus : Meester, ik laat de andere apostelen roepen ! Wij zullen U verdedigen.

    Maar Jezus wees naar een groep gewapende mannen. Zij naderden vanuit het dal met fakkels in de hand.

    Jezus : Eén van de twaalf heeft Mij verraden !

    Maar ze hielden dit voor onmogelijk. Nogmaals vroeg Jezus aan hen om zijn Moeder te troosten.

    Jezus : Laten wij de vijand tegemoet gaan. Ik wil Me zonder verweer in hun handen overleveren.

    Judas’ verraad

    Het verraad van Judas viel anders uit dan hij had verwacht. Hij spioneerde voor het geld en om in de gunst van de Farizeeën te komen. Zij bewogen Judas door vleierij tot verraad van Jezus. Aan een doodsvonnis en een kruisiging had hij niet gedacht. Het lag niet in zijn bedoeling Jezus pijn te doen. Judas was enkel het moeizame, lastige zwerversleven van de apostelen temidden van voortdurende vervolgingen moe. In de laatste maanden had hij zijn misdaad voorbereid door zich onrechtmatig aalmoezen toe te eigenen. Zijn gierigheid, die nog meer werd geprikkeld door de vrijgevigheid van Maria Magdalena bij de zalving van Jezus, had hem over de streep getrokken. Hij had altijd gehoopt dat Jezus een werelds koninkrijk zou stichten. Een echt koninkrijk met Jezus als koning. Hij zag zich al voorzien van een eervolle en winstgevende plaats. Doordat dit Rijk er niet kwam, probeerde hij op een andere manier roem te halen en rijkdom te vergaren. Wanneer hij de groeiende moeilijkheden en vervolgingen zag, vond hij het geraadzaam goede betrekkingen aan de knopen met de machtige en hooggeplaatste tegenstanders van Jezus en in hun gunst te komen. En dit voor het te laat was ! Maar die tegenstanders zaten nu niet direct op Judas te wachten. Zij behandelden hem als een vuile verrader, iemand die je niet kon vertrouwen. Judas deed er alles voor om hen tot actie te doen overgaan. Hij had Jezus en de apostelen met leugens beklad bij de hogepriesters en was bang dat zijn plan doorzien zou worden bij de apostelen. Tenslotte ging men dan toch op zijn voorstel in. Men zou volgens zijn aanwijzingen en onder zijn toezicht Jezus gevangen nemen. Hij had dertig zilverstukken gekregen voor zijn verraad. Hij moest alleen de taak nog uitvoeren. Judas zou een afgesproken teken doen om aan te duiden welke persoon de soldaten moesten grijpen nl. door een kus.

    Jezus was nog niet uitgesproken of Judas kwam eraan, en hij had een 20-tal soldaten bij zich. Een deel ervan behoorde bij de tempelwacht en de rest waren in dienst van Kajafas en Annas. Zij waren vergezeld van 4 beulsknechten (= gerechtsdienaren die heiden waren) met boeien en 6 beambten die gestuurd waren door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten van het volk. Er was veel geharrewar want de acht achtergebleven apostelen hadden het lawaai gehoord en kwamen aangelopen.

    Petrus : Heer, de andere apostelen zijn aangekomen. Wij gaan de gerechtsdienaars aanvallen.

    Jezus (gebiedend) : Blijf kalm en onderneem niets !

    Jezus ging enige schreden achteruit en ging naast de weg op het gras staan. Judas en zijn gevolg kwamen bij Jezus aan. Maar Judas kreeg geen kans om zijn mond open te doen. Drie apostelen vroegen Judas om uitleg. Bovendien kwam er nog een vriend van Jezus bij staan. Rond Judas stonden nu Jacobus de Mindere, Filippus, Tomas en Natanaël. De anderen stonden verder af, klaar om te vluchten.

    Jezus (luide toon) : Wie zoeken jullie ?

    Bende : Jezus van Nazaret !

    Jezus : Ik ben het !

    Judas wilde naderen, maar Jezus hief zijn hand tegen hem op.

    Jezus : Vriend, waarvoor ben je gekomen ?

    Judas was uit zijn lood geslagen en stamelde enkele woorden over een vervulde opdracht. Petrus en de andere leerlingen omringden Judas en scholden hem uit voor verrader en dief. Judas werd in bescherming genomen door de soldaten en kon zich daardoor niet redden met leugens. Hij werd woedend.

    Jezus (nog luider) : Wie zoeken jullie ?

    Bende : Jezus van Nazaret !

    Jezus : Ik ben het. Ik heb het u reeds gezegd ! Indien jullie Mij zoeken, laat hen dan gaan !

    Ondertussen waren de apostelen tegen Judas en de soldaten heftig te keer gegaan. De soldaten deden een tegenaanval en zo geraakte Judas uit zijn netelige positie bevrijd. De soldaten eisten nu van Judas het afgesproken teken om Jezus in te rekenen. Daarop ging Judas naar Jezus.

    Judas (Jezus een kus gevend) : Wees gegroet, Meester !

    Jezus : Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus ?

    Jezus werd omringd door de soldaten en de beulsknechten grepen Jezus vast.

    Judas wilde vluchten, maar de apostelen hielden hem tegen. Ze wilden zich verzetten tegen de soldaten.

    Apostelen : Heer, moeten wij erop slaan met het zwaard ?

    Petrus voegde de daad bij het woord, greep onmiddellijk zijn zwaard en sloeg een stuk van het oor van de knecht van de hogepriester.

    Jezus (tot Petrus) : Petrus, steek jouw zwaard terug in de schede, want allen die het zwaard trekken, zullen door het zwaard omkomen ! Of denk je dat Ik niet tot mijn Vader kan bidden en dat Hij Mij nu niet meer dan twaalf legioenen engelen zou kunnen zenden ? Maar hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, indien verhinderd werd, wat hier gebeurt ? En moet Ik de beker, die de Vader voor Mij bestemd heeft, niet drinken ?

    Laat Mij nu ook nog even die man genezen.

    Jezus raakte het gewonde oor aan en het was genezen. De soldaat heette Malchus. Hij was met verstomming geslagen. Hij was onmiddellijk bekeerd. Van nu af hield hij de gebeurtenissen verder in het oog en hield Jezus’ Moeder Maria en de andere vrienden op de hoogte. Maar de andere soldaten dreven de apostelen terug en achtervolgden hen zelfs. Toen de leerlingen waren gevlucht, keerden ze terug naar de beulsknechten en de gerechtsdienaren.

    Beambten van schriftgeleerden : Hij gaat met de duivel om. De soldaat is door tovenaarskunst genezen !

    Jezus : U bent uitgetrokken als tegen een rover, met zwaarden en stokken, om Mij als een moordenaar gevangen te nemen. Dagelijks onderwees Ik bij u in de tempel en U hebt uw hand niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is echter uw uur : het uur van de macht der duisternis.

    Beambten : Wij zullen Uw toverkunst wel afleren !

    De leerlingen hadden hem allemaal in de steek gelaten. De beulsknechten bonden Jezus handen vast voor zijn borst. Ondertussen beschimpten de beambten van de schriftgeleerden Hem onophoudelijk. Het eerste foltertuig dat ze bovenhaalden was de gordelboei. Dit was een gordel die met ijzeren punten bezet was. Ze hadden Hem ook een ijzeren halsband met scherpe punten om zijn nek gedaan. Deze boeien hielden ze met 4 touwen vast. Naargelang de 4 beulsknechten eraan trokken, werd Jezus van de ene naar de andere kant gesleurd. De leerlingen waren geheel buiten zichzelf en zwierven in de omgeving rond. Joannes was teruggekeerd en volgde dicht achter de laatste soldaten. Zij kregen hem in het oog en achtervolgden hem. De soldaten grepen hem vast bij zijn zweetdoek, maar hij liet het doek los en ontsnapte. Judas had van de het geharrewar gebruik gemaakt om te vluchten. Z’n knagend geweten liet hem niet meer los. Hij had zich in een onmogelijke positie gebracht. Maar hij was te laf om zijn fouten vooralsnog bij Jezus te biechten en vergeving te vragen. Zijn hart was zo verduisterd dat hij de hand van Jezus zou weigeren. Hij liep weg van Jezus. Weg van zijn enige redding.

    Tocht naar de berg Sion

    De bende ging door het Kedrondal.

                                                           

    de graftombe van Absalom                                                    zicht over de Kedronvallei

    Daar moesten ze over een brug. Er stroomde een beek onder. Daar lieten ze Jezus vanaf de brug in de beek zakken. Meer vallen dan zakken. De rotsbodem was duidelijk te zien door het lage waterpeil. Jezus kwam op zijn knieën op de rotsen neer en stuikte op zijn gezicht. Hij kon maar amper zijn handen voor zijn gezicht houden. Het was aan Gods bijstand te danken dat Hij niet dodelijk gewond was. Jezus dronk een beetje van het water van de beek. Daarna gingen de beulsknechten van de brug naar beneden aan de oever van de beek staan. Van daar af sleurden ze Jezus terug naar de kant. Zijn wollen kleed was nat geworden door het water uit de beek en woog zwaar. Daarna trokken ze met Jezus verder, sloegen Hem met koorden en riepen voortdurend beledigingen. Jezus was blootsvoets en daarom lieten ze Hem verder over de scherpe stenen van de weg lopen. Ze duwden Hem door distels en doornen. Onder het lopen staken de beulsknechten met foltertuigen tussen zijn ribben en sloegen Hem op de rug.

    Ze passeerden ook een stadswijk van Jeruzalem : Ofel. Daar was Jezus een week geleden als een koning binnengehaald. Hij had er veel goeds verricht en de bewoners waren dit niet vergeten. Ze liepen weeklagend rond en bleven Jezus steunen. Maar de soldaten joegen hen met geweld terug naar hun huizen. De bende hield eventjes stil en twee soldaten maakten gebruik van die gelegenheid om Jezus boeien iets losser te maken en Hem een beetje water te geven. Deze soldaten hebben zich nog bekeerd voordat Jezus stierf. De soldaten konden maar met grote moeite de vele inwoners die het onrecht aan de kaak stelden de baas.

    Inwoners van Ofel : Laat die man toch los ! Geef ons die man terug ! Wie zal ons voortaan helpen, wie ons troosten, wie ons genezen ? Geef Hem ons terug ! Laat Hem vrij !

    De bende liep vlug verder naar de berg Sion waar het paleis van Kajafas of het Sanhedrin was gelegen. 

    Maria, Jezus’ Moeder werd door de wijk Ofel naar het huis van Maria Markus geleid dat aan de voet van de berg Sion lag. De mensen betuigden hun medelijden en steun voor haar. Maria Magdalena en Salome waren bij haar gebleven. Ze was verscheurd door smart. Joannes was tot bij Haar gekomen om haar over Jezus’ gevangenneming te vertellen. Later werd Maria tot bij Marta gebracht. Petrus en Joannes trokken naar enige goede kennissen die gerechtsboden waren. Zo zouden ze de gerechtszitting kunnen bijwonen. Petrus en Joannes kregen elk een bodemantel om zich te vermommen en zo de rechtszaal van Kajafas binnen te geraken. In de Raad waren er ook vrienden van Jezus bij, waaronder Nikodemus en Jozef van Arimatea. Dit was zeer tegen de zin van de schriftgeleerden of Farizeeën.

    Alle vijanden van Jezus waren opgeroepen voor de zitting : raadslieden, schriftgeleerden, hogepriesters, ouderlingen, vijanden van Jezus uit vele landstreken. Het Joodse paasfeest was bijna aangebroken en op die gelegenheid verbleven zij in Jeruzalem. Er waren ook kooplieden bij die door Jezus uit de tempel waren verdreven. Zelfs nog schriftgeleerden, die Jezus op zijn 12 jaar de mond had gesnoerd op zijn eerste tempelonderricht. Er waren nog onboetvaardige en hervallen zondaars, wereldgezinde jongelingen die Hij niet tot leerling wilde aanvaarden, losbandigen, echtbrekers, erflustigen die hun erfenissen zagen weggegeven worden aan de armen, enz. Vele vijanden van Jezus waren flink in de weer om bewijzen tegen Hem te verzamelen. Daarbij werden ook getuigen omgekocht. Vele godvruchtige lieden en vrienden van Jezus waren bedroefd en vooral heel angstig. Vele goedmenende mensen werden in hun hart getroffen door Jezus’ geduld, want middenin dit verpletterende leed uitte Hij geen enkele klacht. Zij trokken zich moedeloos en zwijgend terug.

    04-04-2012, 21:28 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prachtig

    Ik keek in de maandelijkse brief van het Madonnacentrum Totus Tuus en er zat naast het maandblad een prachtig beeldje in met de 15 geheime martelingen van Onze Heer Jezus Christus. Ik las de tekst en het gebed. Achteraan stond bij Imprimatur : 11-08-2011, 17:35 Geschreven door Claudia. Dat was een aangename verrassing. Mijn vertalingen brengen iets teweeg. Bedankt!

    Bestelnr 246.00 -  15 geheime martelingen van Onze Heer Jezus Christus – verkrijgbaar in het Madonnacentrum Totus Tuus VZW – Frans van Dijckstraat 5 – 2100 Deurne (03/236 20 15)

    04-04-2012, 20:50 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkel door voorspraakgebeden kunnen de duistere zielen gered worden 3/4/2012

    Mijn dierbare dochter, er is een periode tussen nu en de Waarschuwing waarvan Ik wil dat Mijn volgelingen ze begrijpen.

    Jullie krachtige gebeden zijn nodig om zielen te redden die zichzelf niet kunnen redden. Vele van deze zielen zullen de Waarschuwing niet overleven, daarom is het belangrijk dat zij en alle anderen die in doodzonde verkeren gered worden door Goddelijke tussenkomst.

    Jullie smeekbeden voor de redding van hun zielen zijn nu nodig. Dit moet nu jullie prioriteit zijn tijdens de Goede Week, want wanneer jullie Mijn geliefde Vader in Mijn Heilige Naam vragen om die zondaars te redden zullen jullie gebeden verhoord worden. (zie kruistochtgebed nr 43)

    Bid voor alle zondaars. Mijn grootste wens is om de hele mensheid te redden. Enkel door voorspraakgebeden kunnen de duistere zielen gered worden.

    Jullie geliefde Jezus Christus

    04-04-2012, 20:12 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruistocht van Gebed 43

    Profeet : Maria van de Goddelijke Barmhartigheid

    43 Gebed om zielen te redden gedurende de Waarschuwing 3/4

    O Allerhoogste God, in naam van Uw geliefde Zoon Jezus Christus en in herinnering aan Zijn dood op het kruis om ons te redden van onze zonden, smeek ik U om de zielen te redden van diegenen die zichzelf niet kunnen redden en die misschien in doodzonde sterven tijdens de Waarschuwing.

    Als verzoening voor het lijden van Uw geliefde Zoon smeek ik U om die zielen te vergeven die niet in staat zijn om verlossing te zoeken omdat ze niet lang genoeg leven om Jezus, Uw Zoon om Barmhartigheid te vragen om hen van zonde te bevrijden. Amen.

    Jullie geliefde Jezus Christus

    04-04-2012, 20:01 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat ze tot Mij bidden om onderscheidingsvermogen 2/4/2012

    Mijn dierbare dochter, je moet nu rusten want de aanvallen door diegenen die mijn ware woord niet kunnen erkennen blijven voortduren.

    Het is je niet toegestaan om Mijn woord te verdedigen, maar nu draag Ik je op om je niet in te laten met diegenen die twijfelen aan Mijn woord, want het is jouw verantwoordelijkheid niet.

    Mijn dochter, hoe aanlokkelijk het ook is om de echtheid van mijn Heilig woord aan de mensheid in deze tijd te bewijzen, moet je dit niet doen.

    Ik heb nooit gereageerd op Mijn beulen tijdens Mijn kruisiging. Je moet niet proberen om te reageren op diegenen die Mij wensen te vervolgen door Mijn boodschappen.

    Mijn dochter, ze zijn niet kwaad op jou, maar op Mij.

    Ik kan alleen aan de wereld vertellen hoe ze zich moeten voorbereiden op Mijn Tweede Komst, Ik kan hen daartoe niet dwingen.

    Negeer dergelijke beschimpingen. Velen zijn van echte zielen die de behoefte voelen om vragen te stellen. Maar het is je niet toegelaten om dit te doen. Laat hen bidden tot Mij voor onderscheidingsvermogen. Alleen Ik heb de verantwoordelijkheid voor hun zielen. Zelfs wanneer je aanbiedt om te lijden om zielen te redden is het nog steeds niet jouw verantwoordelijkheid.

    Ga en vertel diegenen die in twijfel verkeren dat Ik het zelf was die tegenover Mijn apostel Thomas stond na Mijn verrijzenis. Het was pas toen hij Mijn wonden aanraakte dat hij ten volle tot geloof kwam.

    Helaas wordt vele zielen in de wereld deze luxe niet geboden.

    Zij moeten weten dat de tijd kort is om hun ziel voor te bereiden. Het is hun eigen vrije keuze of ze al dan niet reageren op Mijn oproep.

    Jullie Jezus

    04-04-2012, 19:06 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 1

    Het verhaal heb ik in rollen en gesprekken verdeeld om het verhaal echter te doen lijken. Het verhaal is gebaseerd op de visioenen van Anna Katarina Emmerich.

    Jezus

    Hij was groot en recht (1,80 m volgens de Lijkwade van Turijn) en had een hoge, brede borst met sterkgespierde armen. Hij had lange benen die gespierd waren door het vele rondtrekken. Hij had een lang, ovaalvormig hoofd en rood-bruin haar. Zijn gezichtstrekken waren mooi en indrukwekkend. Hij had een recht voorhoofd en een mooi gevormde neus en mond. Hij had een ontwapenende blik en Zijn ogen waren straalden onschuld uit. Zelfs zijn vijanden keken Hem met genoegen aan. Hij droeg zijn haar altijd met een middenstreep. Het kwam tot in de nek. Zijn baard was niet lang maar puntig en op zijn kin in twee gesplitst. Hij had een doordringende en beminnelijke tenorstem.

    Maaltijd in Betanië

    Jezus en zijn leerlingen hielden hun laatste grote maaltijd in Betanië, in het huis van Simon die door Jezus van zijn melaatsheid werd genezen. Daar kwam Maria Magdalena terug naar Hem toe. Ze had een albasten flesje kostbare nardusbalsem bij. Ze brak het flesje en goot het over zijn hoofd leeg, terwijl Hij aan tafel aanlag. Ze zalfde Hem en uitte zo haar diepe verering voor Jezus. 

                                                                                         

    Betanië

    Leerlingen : Waar was die verspilling van die balsem nu goed voor ? Want die had voor meer dan driehonderd denariën kunnen verkocht worden. Dat geld kon aan de armen gegeven worden.

    Jezus : Laat ze toch doen ! Waarom maken jullie het haar lastig ? Ze heeft een goed werk aan Mij gedaan. Want de arme mensen blijven hier en je kunt voor hen voortdurend iets goeds doen, maar Ik zal hier niet altijd blijven. Ze heeft gedaan wat ze kon. Want toen ze die balsem over mijn lichaam goot, heeft ze mijn lichaam gezalfd met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie, waar deze goede boodschap verkondigd wordt, daar zal men ook vertellen wat zij gedaan heeft.

    Daarna werd de voorbereiding op het paasmaal besproken :

    Leerlingen : Heer, waar wilt U dat wij het paasmaal U voorbereiden ?

    Jezus (tegen Petrus en Joannes) : Bij het beklimmen van de berg Sion (Jeruzalem) zullen jullie een man met een waterkruik ontmoeten. Jullie moeten hem volgen tot in het huis waar het maal gepland is en hem zeggen : De Meester laat u weten dat Zijn tijd nabij is; Hij verlangt het paasmaal bij U te houden. Daarna zal hij jullie de eetzaal tonen, die tot dit doel is voorzien. Breng daar al het nodige in gereedheid.

    Judas Iskariot , een van de twaalf leerlingen, had zich geërgerd aan de zalving van Jezus. Hij ging naar Jeruzalem om met de hogepriesters over de uitlevering van Jezus te onderhandelen. Ze gaven hem dertig zilverstukken. Van dan af zocht hij een gunstig moment om Hem in de handen van de hogepriesters over te leveren.

    Voorbereiding op het paasmaal

    De apostelen gingen in Jeruzalem de Sionberg op. Daar was een oud gebouw gelegen, dat door een binnenplein was omgeven. Daar vonden ze de man en ze gaven hem Jezus’ boodschap door. Het gebouw of Cenakel was eigendom van Jozef van Arimatea en Nikodemus. Zij verhuurden dit gebouw voor feestgelegenheden. De zaal was gereserveerd door de man, maar hij wist nog niet voor wie. Hij was verheugd toen hij vernam dat het voor de Heer was. De man, Heli, was een vriend van Jezus. Hij liet de apostelen het feesthuis zien. Het zag eruit als een tempel en bestond uit drie delen : de voorzaal, middenzaal en het allerheiligste met een haard. In de haard konden paaslammeren gebraad en paasbroden gebakken worden. Bovendien was er een bovenzaal en een benedenzaal. Jezus hield het maal in de bovenzaal.

                                                                        

    De bovenzaal van het Cenakel

    Daarna gingen de apostelen naar een zoon van Simeon. Hij was een tempelbediende of leviet. Samen gingen ze naar de veemarkt. De leviet koos vier paaslammeren eruit. Later werden de lammeren naar het Cenakel gebracht. Petrus en Joannes gingen daarna verder de stad in en kochten nog benodigdheden. Ze gingen een herberg binnen die onder het toezicht stond van Serafia, die later Veronica zou genoemd worden. Ze kwamen gerei afhalen en ontvingen hier ook de kelk die de Heer gebruikt voor de instelling van het Laatste Avondmaal.

    In Betanië nam Jezus van Zijn Moeder, zijn goede vriend Lazarus en de Heilige Vrouwen. De Heilige Vrouwen waren allen vriendinnen en familieleden van Zijn Moeder. Hij zei haar dat Hij Petrus en Joannes naar Jeruzalem had gezonden om het paasmaal voor te bereiden. Hij zei aan Zijn Moeder dat Petrus en Joannes Zijn boodschap omvatten : Petrus als het geloof en Joannes als de liefde. Hij vertelde haar ook over het verraderlijk plan dat Judas aan het voorbereiden was. Judas liep voortdurend bij de Farizeeën en vertelde leugens bij de apostelen. Toen de Heer aan Zijn Moeder bekend maakte wat Hem weldra zou overkomen smeekte zij Hem om toch met Hem te mogen sterven. Maar Hij moedigde haar aan zich sterk te houden. Hij voorzegde haar dat Hij zou verrijzen en op welke plaats Hij aan haar zou verschijnen. Toch bleef ze vol verdriet en verzonken in een diepe ernst achter. De Heer bedankte haar als een erkentelijke, liefhebbende Zoon voor haar liefde en zorgen. Hij legde zijn rechterarm om haar en hield haar gedrukt aan Zijn hart.

    Jezus ging met de negen apostelen (Petrus en Joannes waren in het Cenakel) naar Jeruzalem. Hij sprak tot hen, dat Hij hen tot nog toe had gevoed met zijn brood en wijn, maar dat Hij hun vandaag zijn vlees en zijn bloed wilde geven. Alles wat Hij bezat wilde Hij hun nu geven en nalaten. Zijn gezellen begrepen Hem niet; zij dachten dat Hij over het paaslam sprak.

    Laatste avondmaal

    Er waren drie gescheiden groepen in het Cenakel die het paaslam aten. Ieder van die groepen bestond uit 12 man en was voorgezeten door een 13de man als huisvader. Jezus at met de apostelen in de grote middenzaal. Afzonderlijk waren Natanaël en Eliakim. Zij hadden elk een groep van 12 man. Voor deze laatste twee groepen werden drie paaslammeren in de tempel geslacht en besprenkeld. Het vierde paaslam werd in het Cenakel geslacht en besprenkeld. Dit lam was bestemd voor Jezus en de 12 apostelen. In de aanklachten kwam dit feit naar voor. De vijanden van Jezus voerden aan dat het lam niet in de tempel was geslacht en daarom niet volgens de wetsregels was gebeurd. Maar Nicodemus heeft dit dan met de geschriften weerlegd. Judas wist van deze aparte slachting niets af omdat hij pas kort voor het eten van het paaslam aankwam.

    De slachting greep plaats in de voorzaal van het Cenakel en Simeons zoon was er bij behulpzaam. De slachting werd bijgewoond door de apostelen en leerlingen. Zij zongen de 118de psalm. Het lam moest geslacht worden zoals in de tijd in Egypte. Het oude verbond werd gesloten en er zou binnenkort een nieuwe tijd en een nieuw offer beginnen, die zou voortduren tot het einde van de wereld. De leviet hield de kop van het lam omhoog en Jezus stak een mes in de keel. Het bloed werd opgevangen in een kom. De leviet ging hierna verder met de verdere slachting en bereiding. Jezus sopte daarna met een hysoptwijg in de kom met bloed en tekende de twee stijlen van de deur en het slot met het bloed en bevestigde de bloedige twijg op de bovenste horizontale lat van de deur. Jezus zei dat de verderfengel hier voorbij zou gaan zonder te doden. Zij zouden hier veilig en rustig kunnen bidden, wanneer Hij, het ware Paaslam, geslacht zou zijn. De apostelen verbleven er na de verrijzenis van Christus en wachtten op de helper dat Jezus hen had beloofd nl. De Heilige Geest. Jezus wijdde het Cenakel tot een nieuwe tempel in. De apostelen zongen psalmen. Al deze tijd bleven de deuren gesloten. De vier geslachte dieren werden in de oven op een spit te braden geplaatst.

    Psalm 118

    Loof de HEER, want hij is goed,
    eeuwig duurt zijn trouw. 

    Laat Israël zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –  

    het huis van Aäron zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ – 

    wie de HEER vreest, zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’ 

    In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER
    En de HEER antwoordde,

    hij gaf mij ruimte.  

    Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen,
    wat kunnen mensen mij doen? 

    Met de HEER, mijn helper, aan mijn zijde,
    kijk ik op mijn haters neer. 

    Beter te schuilen bij de HEER
    dan te vertrouwen op mensen.  

    Beter te schuilen bij de HEER
    dan te vertrouwen op mannen met macht. 

    Alle volken hadden mij ingesloten
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER –  

    ze sloten mij van alle kanten in
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER – 

    ze sloten mij in als een zwerm bijen
    maar doofden snel als een vuur van dorens
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER

    Jullie sloegen mij en ik viel,
    maar de HEER heeft geholpen.  

    De HEER is mijn sterkte, mijn lied,
    hij gaf mij de overwinning. 

    Hoor, gejubel om de overwinning
    in de tenten van de rechtvaardigen:
    de rechterhand van de HEER doet machtige daden,  

    de rechterhand van de HEER verheft mij,
    de rechterhand van de HEER doet machtige daden. 

    Ik zal niet sterven, maar leven
    en de daden van de HEER verhalen:  

    de HEER heeft mij gestraft,
    maar mij niet prijsgegeven aan de dood. 

    Open voor mij de poorten van de gerechtigheid,
    ik wil binnengaan om de HEER te loven.  

    Dit is de poort die leidt naar de HEER,
    hier gaan de rechtvaardigen binnen. 

    Ik wil u loven omdat u antwoordde
    en mij de overwinning gaf. 

    De steen die de bouwers afkeurden
    is een hoeksteen geworden.  

    Dit is het werk van de HEER,
    een wonder in onze ogen. 

    Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt,
    laten wij juichen en ons verheugen.  

    HEER, geef ons de overwinning,
    HEER, geef ons voorspoed. 

    Gezegend wie komt met de naam van de HEER.
    Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.  

    De HEER is God, hij heeft ons licht gebracht.
    Vier feest en ga met groene twijgen
    tot aan de horens van het altaar. 

    U bent mijn God, u zal ik loven,
    hoog zal ik u prijzen, mijn God. 

    Loof de HEER, want hij is goed,
    eeuwig duurt zijn trouw. 

    Toen het uur was aangebroken werden de tafels gedekt. Ieder trok ceremoniekleren aan en ander schoeisel. De twee groepen trokken naar de zijzalen en de Heer en de apostelen naar de hoofdzaal. De tafel van Jezus zag er zo uit :

    De apostelen hielden elk een staf vast en Jezus had twee kleine ietwat gekromde staven kruisgewijs in zijn gordel voor Zijn borst gestoken.

    De sederschotel :

    * Drie matzo (Hebreeuws voor matze) worden geplaatst op elkaar op een schotel of servet en dan bedekt. De matzo zijn symbolisch voor de drie kasten van het Joodse Volk: de Priesters, Levieten en Israëlieten. Ze herinneren ook aan de drie maten van fijne bloem die Abraham aan Sara vertelde om matze van te bakken toen ze bezoek kregen van de drie engelen (Genesis 18:6).
    * Het gebraden beentje : Een stuk geroosterd vlees vertegenwoordigt het lam dat het speciale Pesach offer was op de avond van de exodus uit Egypte en jaarlijks op de middag voor Pesach, in de Heilige Tempel.
    (Het gebraden beentje wordt niet gegeten. Na de maaltijd wordt het in de koelkast gestopt en een tweede keer gebruikt op de sederschotel de volgende avond.)

    * het ei : Een hardgekookt ei vertegenwoordigt het speciale feestoffer gebracht in de dagen van de Heilige Tempel. Het vlees van dit dier bevat het belangrijkste deel van de Pesach maaltijd.
    * de bittere kruiden (maror) : De bittere kruiden herinneren aan de slavernij van de Joodse voorvaderen in Egypte.

    * de charoset : Een mix van appels, noten en wijn die het metsel en de stenen symboliseren die de Joden maakten in de slavernij.
    * De groente : Een niet-bittere groente zinspeelt op het rugbrekende werk van de Joden als slaven.

    * De sla : De sla symboliseert de bittere slavernij van de Joodse voorouders in Egypte. De bladen zijn niet bitter maar de stam is hard en bitter. Zo was het ook met de slavernij. Eerst was de benadering van farao zacht en gevoelig, maar later werd men gedwongen tot harde arbeid.

    Allen hadden de armen omhooggeheven en zongen : Gezegend zij de Heer, de God van Israël. Daarbij zongen ze nog een gebed. Nadien gaf Jezus Petrus en Joannes elk een staf. Midden op tafel stond een schotel met het paaslam. Op de schotel rond het paaslam lag knoflook. Er stonden verder nog een schotel met paasgebraad, twee schalen met groene kruiden, een schaal bittere kruiden, een schaal met latuw (= sla) en een schaal met bruinachtige saus. Als tafelborden gebruikte iedereen zich van ronde, dunne broodkoeken. Hun tafelmessen waren van been.

    Na het gebed legde de hofmeester het mes om het paaslam voor te snijden bij Jezus op tafel. Hij zette ook een beker met wijn voor Hem en uit een kan vulde hij zes bekers die elk tussen twee apostelen stonden. Jezus zegende de wijn en dronk. De apostelen dronken met tweeën uit één beker. De Heer sneed en verdeelde het paaslam en de apostelen reikten Hem in de orde waarin zij geplaatst waren, hun broodkoek toe. Zij ontvingen elk hun deel en aten het zeer haastig op. Met hun benen messen krabden zij het vlees van de beenderen, die daarna verbrand werden.

    Zij aten verder nog knoflook en groene kruiden die zij in de saus doopten. Ze aten zeer haastig en rechtstaande, zoals voorgeschreven door de Wet. Jezus brak ook één van de paasbroden. Een deel ervan legde Hij terzijde en legde er een doek over. Het ander deel gaf Hij aan de apostelen. Zij aten nu ook van de broodkoeken. Daarna bracht de hofmeester opnieuw een beker wijn gebracht. Jezus dankte maar dronk er niet van.

    Jezus : Neem en verdeel hem onder u, want Ik zeg u dat Ik van nu af aan niet meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok, totdat het Rijk Gods komt.

    Nadat ze per twee gedronken hadden, zongen ze. Dan bad en leerde Jezus weer en daarop volgde nog een handwassing. Dan pas gingen zij op hun plaatsen neerliggen. Alles gebeurde volgens de Joodse wetsvoorschriften.

    Jezus heeft nog een ander lam in delen gesneden. Dit paaslam droeg men naar Maria en de heilige vrouwen die in een zijgebouw hun maal hielden.

    Jezus was heel hartelijk, maar Hij werd overvallen door ernst en weemoed.

    Jezus : Eén onder u zal Mij verraden, een wiens hand met Mij aan dezelfde tafel is.

    Jezus deelde op dit ogenblik aan zijn kant een van de kruiden rond. Judas, die schuin tegenover Hem aangelegen was, had Hij bevolen de rest van het kruid aan de andere zijde van de tafel uit te delen. Hoewel Jezus van een verrader sprak, waarover allen ten zeerste ontsteld waren, maakte Hij Judas hierdoor niet aan de anderen bekend. Hij zei het op een wijze als was het één van de twaalf die met Mij eten en drinken, een met wie Ik mijn brood deel.

    Jezus : De Mensenzoon moet heengaan, zoals het geschreven staat over Hem, maar wee de mens door wie Hij verraden wordt. Het was voor die mens beter geweest nooit te zijn geboren.

    Alle apostelen waren zeer ontsteld en zij vroegen de een na de ander : Heer ! ben ik het ? Ze begrepen niet hoe iemand nu zoiets kon doen.

    Joannes (lag met zijn hoofd het dichtst bij Jezus’ borst) : Heer, wie is het ?

    Maar door een toeval van handelingen werd het hem duidelijk wie Jezus bedoelde.

    Jezus had namelijk een stuk brood met latuw omwonden en in de saus gedoopt en met grote liefde aan Judas gegeven. Judas vroeg daarop juist om beleefd te blijven : Heer, ben ik het ? Jezus keek hem vriendelijk aan en gaf hem een algemeen antwoord. Jezus gaf hem dit teken uit oprechte liefde om hem te waarschuwen zonder hem aan anderen te verraden. Maar Judas was te verbitterd en te toornig om deze reddende hand vast te grijpen.

    04-04-2012, 00:07 Geschreven door Claudia  


    03-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn nieuwe mirakels zullen aan de wereld getoond worden 31/3/2012

    Mijn dierbare dochter, je moet moedig blijven in je lijden en niet toelaten dat angst je hart binnenkomt.

    Je lijden zal, in ware vereniging met Mij, overeenstemmen met het Mijne, in de week waar Mijn Dood aan het Kruis wordt herdacht.

    Dit is geen toeval. WANT HET LIJDEN DAT JIJ EN ANDERE DERGELIJKE UITVERKOREN ZIELEN TE VERDUREN HEBBEN TIJDENS DEZE WEEK ZULLEN MILJOENEN ZIELEN REDDEN VAN HET VUUR VAN DE HEL.

    Net als Ik pijn, marteling en dood te verduren kreeg om de mensheid te redden van de eeuwige vervloeking, zo redden ook offerzielen andere zielen zodat ze het geschenk van eeuwig leven kunnen ontvangen.

    HOE MOEILIJK EN ANGSTAANJAGEND DIT LIJDEN OOK IS, HET DIENT ALTIJD OM HET GESCHENK AAN DE MENSHEID DAT HET VERTEGENWOORDIGT, TE HERINNEREN.

    Kinderen, als de Heilige Week begint, overweeg dan alsjeblieft Mijn Lijden op het Kruis.

    Overweeg niet alleen het lijden, maar ook het geschenk van vrijheid dat het aan de hele mensheid aanbiedt.

    Niet een ziel zal uitgesloten worden van Mijn  Barmhartigheid. Ook niet de wrede en verstokte zondaars die door Satan worden beïnvloed.

    De genade die mogelijk is gemaakt, vanwege de gave die Mijn geliefde Vader aan de wereld gaf, toen Hij Mij, Zijn enige Zoon zond die het grootste offer van allemaal heeft gedaan.

    Dit offer, dat het bewijs is van Zijn vurige liefde voor al Zijn kinderen, heeft ertoe geleid dat het mogelijk is om Satan voor eens en altijd te vernietigen.

    Omwille van de vrije wil dat aan de mensheid werd gegeven door Mijn Vader, zal aan iedere mens de keuze gegeven worden : je zult voor Mijn Vader kiezen ofwel Hem verwerpen. Jullie zullen ofwel kiezen voor het Paradijs van Eeuwig Leven of voor de verschrikking van de Hel.

    Satan, zal nu zijn dagen bijna ten einde zijn niet werkloos toekijken als Mijn nieuwe mirakels op dit moment aan de wereld getoond worden.

    Hij zal niet alleen de duistere zielen aanvallen, hen aanzetten tot meer duisternis en ze dichter tot zijn domein verleiden, maar hij zal zich ook richten op toegewijde Christenen.

    De mirakels waarover Ik het heb, zijn ten eerste Mijn boodschappen aan  jou, Mijn dochter. Mijn stem wordt gehoord en er zijn steeds meer bekeringen.

    Miljoenen zielen worden nu door deze boodschappen door Mij teruggevorderd.

    De andere mirakels behelzen ook de grote gave van Mijn Barmhartigheid die Ik binnenkort naar de wereld zal brengen wanneer de Waarschuwing plaatsvindt.

    Voor de eerste keer zal aan iedere man, vrouw en kind het bewijs gegeven worden dat niet alleen God de Vader bestaat maar dat ook Ik, Jezus Christus, Zijn enige Zoon besta.

    Dit betekent dat al de religies en volkeren, waaronder ook het Joodse volk, Mijn uitverkoren volk waar Ik vandaan kwam, de waarheid zullen beseffen.

    Het mirakel van wereldbekering zal Satan, die zelfs in dat stadium niet zal opgegeven, razend maken. De arme zielen, die reeds in verschrikkelijke zonde verkeren, zullen het heel moeilijk hebben om zich van hem af te keren.

    Andere mirakels behelzen wereldgebeurtenissen met natuurwonderen die door de Vader zullen worden gegeven uit liefde voor Zijn twee getuigen, de Christenen en de Joden.

    Macht zal gegeven worden aan deze twee geloofsovertuigingen wanneer ze vervolgd worden.

    Hun vijanden zullen te lijden hebben als ze een vreselijke straf aan hen toebrengen.

    En er zal ook Mijn Tweede Komst zijn, dat het grootste mirakel zal zijn sinds Mijn verrijzenis.

    Dit zal de dag zijn waarop Ik kom oordelen over de levenden en de doden.

    Dit is de dag waarop Ik Mijn familie kom verzamelen zodat we één worden.

    Dit zal het begin zijn van Mijn heerschappij, als de Hemel en de aarde samensmelten tot één geheel voor 1000 jaar.

    Dan zullen allen leven volgens de Goddelijke Wil van Mijn Vader.

    Jullie geliefde Jezus


    03-04-2012, 23:19 Geschreven door Claudia  


    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betuig Mij eer voor ieder moment van jullie leven 20/3/2012

    Mijn kind, deze wereld is vol chaos en wanhoop. Jullie kunnen het verschil maken door Mij eer te brengen. Ik voel me zo voldaan wanneer jullie Mij lof en eer betuigen. Lofprijzing en aanbidding kunnen een ziel van ellende zoveel genezen. Ik ben aanwezig in jullie lofprijzing en aanbidding en Ik luister naar jullie gebeden. Er zijn niet zoveel andere keren dat Ik zo nadrukkelijk aanwezig ben, als in jullie lofprijzing en aanbidding. Ik houd van jullie, mijn kinderen en Ik houd ervan om jullie liefde te voelen en te horen dat jullie Mij liefhebben. Het neemt de pijn weg van mijn heilige wonden. Ja, Ik ben werkelijk gesteund door jullie lofprijzing, gebeden en aanbidding. Het is ook een goede zaak voor jullie om dit te doen. Jullie worden dankbaarder voor de tijd dat jullie leven. Wat een zegening. Wat een genoegen om lof te prijzen voor ieder moment van jullie leven. Zowel de goede als de slechte. En koester deze momenten als kostbare geschenken van Mij. Jullie zijn mijn dierbare kinderen en onze liefde voor elkaar kan groeien door dankbaarheid, lofprijzing en gebed. Dit is wat Ik verlang voor ons, mijn kinderen. Een open, eerlijke relatie waarin we elkaar kennen. Wat kan Ik nog meer zeggen dan dat jullie je vreugden en zorgen naar Mij brengen in lofprijzing en Ik zal luisteren. Ik houd van jullie. Jullie God.

    Profeet : Divine Mercy Illumination


    02-04-2012, 20:26 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees niet bezorgd dat jullie je moe of eenzaam voelen 27/3/2012

    Ik wil een boodschap geven aan de eenzamen en de vermoeiden : God is altijd bij jullie. Of jullie mijn aanwezigheid kunnen voelen of niet, Ik ben bij jullie. De aarde is op dit moment geen plaats waar je echte vreugde zult voelen. Het is niet jullie echte thuis. Jullie lijden moet verenigd worden met het mijne in alle eeuwigheid. Wees niet bezorgd dat jullie je moe of eenzaam voelen. Ik voelde mij meest van de tijd zo op aarde. In die zin kan echt geloof een rol gaan spelen om mij te volgen, ongeacht hoe jullie je voelen. Gevoelens zijn niet jullie werkelijkheid. Jullie moeten leven in geloof en in mijn Heilig Hart. Al met al leven jullie in een tijd van veel wanhoop en veel moedeloosheid. Het is niet mijn plan voor jullie om op die manier te leven, maar het is een teken van de tijd en de beproevingen die nog komen. Een ware volgeling van Mij zal standvastig en trouw blijven aan mijn leer, ongeacht wat ze denken of hoe ze zich voelen. Dit is hoe onze zielen zich zullen verenigen. Maak je niet druk als jullie je moe en eenzaam voelen. Ik, jullie ware God, zal jullie nooit in de steek laten in deze tijd van problemen. Dat beloof Ik jullie. Alles komt in orde in het Koninkrijk. Ga in vrede. Jullie Jezus.

    Profeet : Divine Mercy Illumination


    02-04-2012, 20:06 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrede is : jullie God kennen 29/3/2012

    Ik heb een belangrijke boodschap voor jullie vandaag, mijn kind. Kijk niet naar afgoden in jullie leven om je rust te geven. Alleen Ik kan dit voor jullie in orde brengen, maar jullie moeten meewerken met Mij. Er komen nog vele dagen die veel onrust en leed kunnen veroorzaken. Waarom naar afgoden kijken om je ziel te kalmeren? Ik beloof dat Ik dat in orde zal brengen voor jullie. Er kunnen vele jaren voorbijgaan vooraleer jullie leren op mij alleen te vertrouwen, maar dat is OK. Het is het streven om afgoden te verwijderen waar Ik naar kijk. Iedere dag moeten jullie stappen ondernemen om je naar mij te richten. Waarom proberen jullie dat eens niet? Jullie andere manieren om rust te vinden werken niet. Hoe dwaas is het om in deze tijden van leed jullie niet tot mij te richten. Ik beloof jullie rust te geven. Jullie zullen het hier vinden naast mijn Heilig Hart. Jullie moeten veel tijd in stilte en gebed doorbrengen om Mij te vinden. Jullie moeten er iedere dag naar streven om meer verenigd te zijn met Mij. Als jullie je tijd verspillen met naar afgoden te kijken, zullen jullie Mij niet vinden en zullen jullie ook geen rust vinden. Vertrouw Mij voor deze waarheid. Het is een teken van de tijd dat er teveel afgoden te voorschijn komen om Mijn plaats in te pakken, en de Antichrist leidt de weg. Als jullie niet weten welke weg op te gaan, ga dan naar de H. Eucharistie waar je Mij aantreft. Ik zal antwoorden geven aan jullie. Vrede is : jullie God kennen. Ik houd van jullie, mijn kinderen, en Ik wil jullie enige God zijn in jullie leven. Ik ben de Alfa en de Omega. Geloof dit. Jullie Vader, God

    Profeet : Divine Mercy Illumination

    02-04-2012, 19:48 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik ben middelares. Door mij worden jullie gebeden aan mijn Dierbare Zoon gegeven 30/3/2012

    De H. Maagd Maria : Mijn kind, je moet weten dat je meer zult aangevallen worden als de boodschappen van mijn Zoon aan jou veranderen en gebeurtenissen uit het verleden en in de toekomst onthullen.

    HET HEILIG WOORD VAN MIJN ZOON ZAL ALTIJD VERWORPEN WORDEN DOOR DIEGENEN DIE WEIGEREN NAAR HEM TE LUISTEREN.

    De menselijke opinie is niet belangrijk.

    De communicatie van Mijn Zoon aan de wereld is op dit moment te belangrijk om diegenen die zich tegen deze boodschappen keren toe te laten deze boodschappen te hinderen en je af te leiden van dit werk.

    Nu is de tijd om nederig het Lijden van mijn Zoon op het Kruis te overwegen.

    MIJN KINDEREN MOETEN HET OFFER EREN DAT HIJ BRACHT VOOR DE HELE MENSHEID DOOR HUN EIGEN OFFER AAN HEM AAN TE BIEDEN TIJDENS DE GOEDE WEEK.

    Bid, bid, bid kinderen voor vrede in de wereld.

    BID OOK VOOR DE BESCHERMING VAN DE PAUS GEDURENDE DEZE TIJD VAN HEVIGE OPPOSITIE TEGEN DE KATHOLIEKE KERK.

    Gebed, nederigheid en eenvoudige trouw aan Mijn Zoon is noodzakelijk zodat jullie dichter naderen tot het Hart van Mijn Zoon.

    IK BEN MIDDELARES. DOOR MIJ WORDEN JULLIE GEBEDEN AAN MIJN DIERBARE ZOON GEGEVEN.

    Door mij zullen jullie geholpen worden om Hem meer lief te hebben en Hem de troost te bieden die Hij op dit moment nodig heeft, wanneer de wereld Zijn Dood op het Kruis herdenkt.

    Jullie geliefde Moeder – Moeder van Redding

    02-04-2012, 19:05 Geschreven door Claudia  


    Archief per maand
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011

    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • levend geloof 8
  • levend geloof 7
  • levend geloof 6
  • levend geloof 5
  • levend geloof 4
  • levend geloof 3
  • levend geloof 2
  • levend geloof

  • Willekeurig Bloggen.be Blogs
    joggingmario
    www.bloggen.be/jogging

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs