Levend Geloof 8
Inhoud blog
  • NIEUWE BLOGSITE
  • De Eucharistie volgens Bayside deel 2
  • Amoris Laetitia
  • De sacramenten
  • Wie mag te communie gaan
  • De zeven doodzonden
  • De Eucharistie volgens Bayside
  • Fulton Sheen over de valse kerk
  • H. Maria in iconen
  • Pantokrator
  • Goede gewoonten cultiveren deel 4
  • Het Russisch Kruis
  • IHS
  • Labarum
  • Ichthus
  • De pelikaan
  • Goede gewoonten cultiveren deel 3
  • O Bloed van Jezus
  • Geestelijke adoptie van een ongeboren kind
  • Geestelijke communie
  • Geestelijke werken van barmhartigheid
  • Boodschap aan Mario - Brindisi
  • Brandend actueel - boodschap van Mario van Brindisi
  • Korte gebedjes door Luisa Piccarreta
  • Gebed om uitstorting in de Goddelijke Wil
  • O Jezus
  • Toewijdingsakte aan de Goddelijke Wil - Luisa Piccarreta
  • Goede gewoonten cultiveren deel 2
  • Pastor Enoc 10/4
  • De duisternis omringt de wereld - Hille Kok 8/4/2016
  • Kinderen van de vernieuwing: 5/4 en 16/3
  • Armageddon volgens Bayside deel 2
  • Goede gewoonten cultiveren
  • Kroontje van de Goddelijke Wil
  • 4 eenvoudige stappen naar het leven in de Goddelijke Wil
  • Armageddon volgens Bayside deel 1
  • De Bol van Verlossing volgens Bayside deel 2
  • De Bol van Verlossing volgens Bayside deel 1
  • De Katholieke dag (wikipedia)
  • De Katholieke dag, week, maand deel 2
  • De Katholieke dag, week, maand deel 1
  • Noveen voor het kostbaar bloed
  • Pastor Enoc 27/3
  • Te Deum
  • 5 eerste zaterdagen devotie
  • Zegel van de levende God
  • Verenigde Harten afbeelding
  • Kamers van het Heilig Hart van Jezus
  • 7 geheimen van de eucharistie
  • Boodschap van Ned Dougherty 2/4/2016
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 3
  • Boodschappen van Pelianito
  • Boodschap van Mario te Brindisi
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 2
  • Hedendaagse sexuele moraal en het christelijk huwelijk deel 1
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 3
  • Wat het is...
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 2
  • Wereldoorlog III volgens Bayside deel 1
  • Voorspellingen 500 zieners komen uit
  • Pauselijke paasboodschap
  • Onze taak als missionaris
  • Vervolging volgens Bayside deel 2
  • Lazarus en de rijke man
  • Vervolging volgens Bayside deel 1
  • Zalig Pasen!!
  • Nederland en Belgie hebben zich ver van God verwijderd
  • Pastor Enoc 17/3
  • De opname volgens Bayside
  • De kruisweg deel 2
  • De kruisweg deel 1
  • De Antichrist volgens Bayside
  • Heilige Maria
  • De Jacinta-foto
  • De Waarschuwing en het Mirakel volgens Bayside
  • Een sprankeltje hoop
  • Dag van rouw
  • De komst van de geimplanteerde ID- en betaalchip
  • De nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde deel 2
  • De nieuwe Hemel en de nieuwe Aarde deel 1
  • Bij Jezus Terugkomst en erna
  • Tien kansen om een biddend mens te worden
  • Pastor Enoc 9/3
  • Na het grote wonder deel 2
  • Na het grote wonder
  • Na de waarschuwing - het grote wonder
  • De Waarschuwing deel 2
  • De Waarschuwing deel 1
  • Een boodschap voor nu
  • Boodschappen van Pelianito
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 5
  • Ik ben de redding van de wereld - Hille Kok 25/2/2016
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 4
  • Boodschap van Ned Dougherty 1/3/2016
  • Geestelijk pantser van Pastor Enoc
  • Pastor Enoc 28/2
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 3
  • Over de Maitreya en de Antichrist deel 2
  • Over de Maitreya en de Antichrist
  • De waarschuwing volgens Garabandal
    Zoeken in blog

    05-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 3

    Overzicht van Jeruzalem ten tijde van Jezus : op de achtergrond de 4 grote, brede torens van Burcht Antonia en daarnaast de Tempel.

    Een deel van de hogepriesters en aanklagers gingen nu naar de stadswijk Akra waar de schriftgeleerden zich altijd ophielden. Zij moesten nog tegenstanders van Jezus naar het paleis van Pilatus sturen. Ze kregen ook veel geld mee om door middel van het volk gedaan te krijgen dat het volk met geweld de doodstraf van Jezus van Pilatus zou eisen. Anderen moesten het volk bang maken : het zou hun schuld zijn als ze een godslasteraar zouden laten gaan. Anderen vertelden dat Jezus meeheulde met de Romeinen om Zijn Rijk te vestigen tegen de Joden en dat ze wachtten op het Joodse Paasfeest om toe te slaan. Ze lieten ook leugens verspreiden dat Herodes Jezus had veroordeeld en dat het volk dat nog eens moest beamen. Intussen deelden andere aanklagers geld uit aan de soldaten om Jezus dodelijk te mishandelen, want zij wensten dat Hij zou sterven vooraleer Pilatus Hem vrijsprak.

                                                                                             

    Paleis van Herodes de Grote : dit was een versterkt paleis dat gebouwd werd om de bovenstad van Jeruzalem te versterken. Er werden 3 torens ten noorden van het paleis gebouwd om de westkant van Jeruzalem te beschermen.

    De goddeloze soldaten van Herodes sleurden Jezus het binnenplein van Herodes’ paleis op. Ze begingen de gruwelijkste mishandelingen en riepen Hem voortdurend beledigingen toe. De soldaten die geld hadden ontvangen om Jezus te mishandelen, sloegen met knuppels op Jezus’ hoofd. Onder wild gejoel en hoongetier, zakte Jezus drie keer neer door de zware knuppelslagen. Hier was hulp van boven nodig om te zorgen dat Jezus niet dodelijk gewond was onder al die knuppelslagen. De hogepriesters hadden niet veel tijd meer, want ze werden allemaal in de tempel verwacht om de voorbereidingen te treffen voor de slachting van de paaslammeren. Ze probeerden daarom nog een laatste maal om Herodes te overtuigen Jezus ter dood te laten veroordelen, maar deze zond Jezus in zijn spotkleed terug naar Pilatus.

    Terug naar Pilatus

    De hogepriesters en de aanklagers kookten van woede, omdat ze terug naar Pilatus werden gezonden. Bovendien werd Jezus door Pilatus onschuldig verklaard en vrijgesproken. Jezus werd op de terugtocht opnieuw geslagen en bespot. Niet alleen door de gerechtsdienaren, maar dit maal ook door het toegestroomde volk dat was gehersenspoeld. Jezus bad om niet voortijdig te sterven en zo zijn lijden voor ons te kunnen volbrengen. Zijn Moeder, Maria Magdalena en Joannes hadden op een afstand de stoet gevolgd van Pilatus naar Herodes en terug. Bij de terugkomst op het forum voor het paleis van Pilatus, voegden zich nog andere heilige vrouwen en familie bij hen.

                    

    Burcht Antonia : vesting tegen de Noordwestelijke hoek van de Joodse tempel in Jeruzalem. Daar was het praetorium gelegen.

    De bode van Herodes had zich bij Pilatus aangemeld om hem te verwittigen dat zijn meester Jezus niet had veroordeeld. Dit bericht verheugde Pilatus ten zeerste. Jezus werd terug voor Pilatus geleid. De aanklagers hadden de stenen zitplaatsen voor de scheidingslijn ingenomen. Het verzamelde volk op het forum kon Pilatus goed zien, omdat hij op een hogergelegen terras stond.

    Pilatus (roept tot de aanklagers) : U hebt deze persoon als volksopstoker aan mij overgeleverd. In uw bijzijn heb ik Hem ondervraagd en ik heb Hem onschuldig bevonden aan de misdaden waarvan u Hem beschuldigt. Ook Herodes heeft in Hem geen schuld kunnen ontdekken, want ik heb Hem naar deze viervorst verwezen. En zie : Hij heeft geen doodsvonnis gekregen ! Ik zal Hem daarom een tuchtstraf laten toedienen en Hem dan in vrijheid stellen !

    De schriftgeleerden schreeuwden uit protest tegen deze uitspraak. Ze hitsten het volk terug op en kochten hen met geld om.

    Pilatus (misprijzend tot de aanklagers) : Zult u straks bij het slachten van de paaslammeren niet genoeg onschuldig bloed zien vloeien ?

    Nu was het uur aangebroken waarop ieder jaar voor Pasen, volgens een oud gewoonterecht, een afvaardiging van het volk naar de landvoogd kwam om de invrijheidstelling van een gevangene te vragen. De hogepriesters hadden een delegatie gestuurd naar de stadswijk Akra om daar de vergaderde volksmenigte met geld te overhalen om zich te verzetten tegen de vrijspraak van Jezus en bovendien zijn kruisiging te vragen. Pilatus hoopte dat het volk Jezus zou kiezen om vrij te laten. Hij liet het volk kiezen tussen Jezus en een gevreesde moordenaar Barabbas. Deze was al ter dood veroordeeld en Pilatus dacht dat ze hem wel zouden kiezen om te laten terechtstellen.

    Woordvoerder van een groep aanklagers die uit de menigte naar voor kwamen (roepend vanop het forum) : Pilatus, verleen ons de gunst die u ieder jaar met het feest verleent !

    Pilatus : Inderdaad, uw gewoonterecht wil dat ik met het feest een gevangene vrijlaat. Wie wilt u dat ik vrijlaat ? Barabbas of Jezus, de Koning van de Joden, de Jezus, die de Gezalfde des Heren zou zijn ?

    Er volgde een aarzeling in de menigte.

    Enkel een paar stemmen weerklonken uit de menigte.

    Een paar stemmen : Barabbas !

    Ondertussen kwam de dienstbode van Claudia Procla bij Pilatus om hem eraan te herinneren dat hij haar had beloofd om Jezus niet te veroordelen. Een groot deel van de hogepriesters en schriftgeleerden mengden zich onder het volk en bedreigden hen. Maria, Joannes, Maria Magdalena en de andere heilige vrouwen stonden in een hoek van het plein. Maria wist dat Jezus zou moeten sterven omdat er geen andere manier was om de mensen te redden. Daarom had hij het menszijn aanvaard. Om de kruisdood te ondergaan. Toch onderging ze al de angsten en verdriet van een moeder die haar onschuldig kind zo’n wrede behandeling van een ondankbaar volk ziet ondergaan. Ze bleef hopen. Vooral nu Maria te horen kreeg dat Pilatus alle middelen aanwendde om Jezus vrij te kunnen spreken. Pilatus wilde zich aan de belofte van zijn vrouw houden.

    Pilatus : Wie van beide moet ik vrijlaten ?

    Nu schreeuwde het hele volk tesamen.

    Menigte : Weg met Jezus ! Laat Barabbas vrij voor ons !

    Pilatus : Wat zal ik dan doen met deze Jezus, van wie men zegt dat Hij de Christus, de Koning van de Joden is ?

    Menigte (brullend) : Kruisig Hem ! Kruisig Hem !

    Pilatus (met aandrang) : Maar welk kwaad heeft Hij dan gedaan ? Ik vind in Hem geen schuld die de dood verdient. Ik zal Hem dus de tuchtstraf laten toedienen en Hem dan vrijlaten !

    Menigte (uitzinnig schreeuwend) : Kruisig Hem ! Kruisig Hem !

    En ze bleven maar schreeuwen : Aan het kruis met Hem ! Pilatus stelde Barabbas in vrijheid en veroordeelde Jezus tot de Romeinse geselstraf. Gedurende Jezus’ geseling sprak Pilatus het volk nog verscheidene malen toe, maar uit de menigte steeg zelfs de kreet omhoog : Weg met Hem ! Hij moet weg, ook al zouden wij allen als gevolg daarvan moeten omkomen !

    Geseling

    De beulen dreven Jezus door het razende en schreeuwend volk naar de geselzuil op het forum. Er waren 6 beulen. Het waren Egyptische misdadigers die door hun daden slavenwerk moesten verrichten. Ze hielpen Romeinse bouwwerken oprichten. Sommigen werden door hun gepleegde misdaden gebruikt om beulenwerk te doen. Ze trokken Jezus’ spotkleed af. Jezus viel neer. Daarna werd Jezus naakt en met de borst tegen de zuil geduwd. Zijn handen werden boven aan een ring (die bevestigd was aan de zuil) vastgebonden en de voeten aan de zuil vastgemaakt. Hij werd uitgerokken tegen de zuil. De Romeinse geselstraf was de ergste. Het aantal slagen werd niet geteld en hing af van de willekeur van de beulen. Er werden riemen en zwepen gebruikt die voorzien waren van stukjes been of hard hout. Daarnaast werden ook riemen gebruikt met loden ballen, die aan hun einde pinnen, prikken, stekels of ijzeren haakjes hadden. Eerst werd de rug gegeseld en daarna werd de beschuldigde omgedraaid om de voorkant te treffen. De massa rond de geselzuil bleef maar schreeuwen : Weg met Hem en aan het kruis met Hem ! Jezus zuchtte en kreunde onder de slagen. Het hulpeloos geblaat van de vele paaslammeren die werden gewassen en voorbereid voor de slachting was nog hoorbaar. De lammeren zouden op het menu staan voor het Joodse Paasfeest.

    De beulen losten elkaar per twee af. Gerechtsdienaren van de hogepriesters schoven hen nog wat zakgeld toe en gaven hun een kruik met dikke rode drank. Het derde paar beulen gebruikte de riemen met ijzeren haakjes. Daardoor werden bij Jezus vel en vlees van de ribben gescheurd. Daarna bonden ze Jezus met de rug tegen de geselzuil. Er was geen enkele plek meer aan Zijn lichaam dat niet gewond was.

    Dit had ongeveer drie kwartier geduurd, toen een aanverwant van een genezen blinde, gewapend met een sikkelvormig mes vertoornd kwam aanstormen vantussen de menigte.

    Aanverwant (roepend) : Hou op ! Sla die onschuldige mens niet helemaal dood !

    Verrast keken de beulen op. De man sneed de koorden van Jezus door en keerde daarna terug. Hij verdween in de menigte. Jezus viel neer aan de voet van de zuil in een plas bloed. De beulen lieten Hem daar liggen. Na enkele minuten kwamen ze terug. Jezus greep moeizaam naar zijn lendendoek en kleed. Ook nu lieten ze Hem niet gerust. Bij het rechtstaan op Zijn wankele voeten en aankleden bleven ze slaan en schoppen. Jezus droogde het bloed op zijn gezicht af en veegde het bloed uit zijn ogen. Maria zag de geseling in haar geest en leed al het verdriet en pijn samen met Jezus mee. Haar ogen waren ontstoken van het wenen. Haar familie, Maria Magdalena en andere vrouwen stonden haar bij. Ze waren allen van angst en droefheid geslagen. Claudia Procla zond een pak grote doeken naar Maria. Maria zag haar Zoon met een verscheurd lichaam door de beulen voortgedreven worden. Jezus wiste opnieuw het bloed uit zijn ogen om Zijn Moeder te kunnen zien. Vol smart hief Zij haar handen naar Hem op en volgde met haar ogen zijn bloedige voetsporen. Wanneer het volk Jezus en zijn beulen volgden, gingen Maria en Maria Magdalena naar de geselplaats. Omringd door de andere vrouwen en enige vrienden van Jezus droogden ze met de ontvangen doeken Jezus’ heilig bloed op. Daarna verlieten ze het forum.

    Doornenkroning

    Jezus werd naar het soldatenplein binnen de kazerne gesleurd. Daar waren de gevangenissen. De twee moordenaars, die naast Christus zouden gehangen worden, zaten daar opgesloten. Er was daar een hoop gespuis bijeen : knechten van cipiers, gerechtsdienaren, boeven, slaven en geselbeulen. Ongeveer 50 man. Elk deden ze wel ergens actief aan de mishandelingen mee. Opnieuw rukten zij Jezus de kleren van zijn verwond lichaam en hingen Hem een korte, donkerrode gescheurde soldatenmantel om. Deze mantel diende om de gegeselde misdadigers te bespotten. Zo sleepten zij Jezus verder en duwden Hem op een met scherven bedekte steenblok om erop te zitten. Dan zetten zij Hem de doornenkroon op. Deze kroon was gevlochten uit doorntakken. Ze gaven Hem een rietstok. Dit was om Zijn koningschap belachelijk te maken : een troon, een scepter en een kroon. Daarna trokken ze de rietstok uit zijn hand en sloegen ermee op zijn hoofd. Dan knielden ze voor Hem neer, spuwden in Zijn gezicht en staken hun tong uit.

    Gespuis (spottend) : Wees gegroet, Koning van de Joden !

    Jezus had brandende dorst, want Hij had wondkoorts als gevolg van de vele geselingen. Bovendien deed de koorts Hem rillen over heel Zijn lichaam.

    In zijn zijden kon je hier en daar zijn ribben zien. Het bloed vloeide van Zijn hoofd. De omringende Romeinse soldaten die de orde moesten handhaven, moedigden de beulen nog aan. De geseling duurde zeker een half uur.

    Ecce Homo (Ziehier de mens)

    Ze brachten Jezus naar Pilatus’ paleis. Hij had de doornenkroon op, de rietstengel in de geboeide handen en was met een spotmantel omhangen. Jezus was onkenbaar door het bloed, striemen, builen en wonden. Hij ging gebukt en wankelde op zijn voeten. Opnieuw stond Hij voor Pilatus, die een huivering van afschuw en medelijden niet kon onderdrukken. De hogepriesters en het volk bleven daarentegen maar roepen en honen. Pilatus kon het niet nalaten een opmerking over hun wreedheid te maken.

    Pilatus : Indien de duivel van de Joden even wreed is, kan niemand het in de hel bij hem uithouden !

    Jezus werd op het terras van Pilatus gesleurd. Onder bazuingeschal vroeg Pilatus nu om aandacht en stilte.

    Pilatus : Zie ! Ik laat Hem nogmaals naar voor brengen, zodat u zou weten dat ik geen schuld in Hem vind !

    De beulen leidden Jezus op de voorgrond van het terras zodat iedereen op het forum Hem kon zien. De menigte was geschrokken van deze afgrijselijke verschijning. Ze werden stil. Pilatus ging naast Jezus staan.

    Pilatus : Daar hebt U de mens, bezie Hem maar !

    Jezus droeg zijn rode spotmantel, die nauwelijks zijn naaktheid bedekte. Hij hield Zijn hoofd gebogen. Zijn ziel was door verdriet verpletterd en Zijn lichaam door pijn verbrijzeld. Toch ging er van Jezus eindeloze liefde en zachtmoedigheid uit. Ook nu nog. Hij zweeg. Hij was het echte Paaslam, het Lam van God. De hogepriesters en gerechtsdienaren waren nog altijd woedend, zelfs bij de aanblik van de verscheurde Jezus. Zij haatten Jezus hartsgrondig omdat Hij wist hoe slecht ze waren. Bovendien had Hij hun ontelbare keren met de neus op de feiten gedrukt. Dit was het moment van hun wraak.

    Hogepriesters en aanklagers (hatelijk) : Weg met Hem ! Kruisig Hem !

    Pilatus : Is dat nog niet voldoende ? Zijn jullie nog niet tevreden ? Hij is zo toegetakeld, dat Hij geen lust meer kan voelen om nog koning te worden !

    Hogepriesters, aanklagers, menigte (schreeuwend en uitzinnig) : Weg met Hem ! Aan het kruis met Hem !

    Pilatus liet terug met bazuingeschal de menigte kalmeren.

    Pilatus : Wel, dan kunt u Hem nemen en kruisigen ! Ik vind hoegenaamd geen schuld in Hem !

    Hogepriesters : Wij hebben een wet en volgens deze wet moet Hij sterven, want Hij heeft zich uitgegeven voor de Zoon van God !

    Pilatus : Als volgens uw wet zulke mensen moeten sterven, dan wil ik echt geen Jood zijn !

    Hogepriesters (doordrammend) : Hij heeft gezegd de Zoon van God te zijn!

    Pilatus nam Jezus nogmaals terzijde en sprak onder vier ogen tot Jezus.

    Pilatus : Vanwaar komt U ?

    Jezus zweeg.

    Pilatus : Antwoordt U niet ? Weet U dan niet dat ik de macht heb om U te laten kruisigen en ook om U vrij te laten ?

    Jezus : U zou geen macht over Mij hebben, indien ze u niet van Boven gegeven was. Daarom begaan degenen, die Mij aan u overgeleverd hebben, een nog zwaardere zonde.

    Claudia stuurde haar man nogmaals een dienstbode om zich aan de belofte te houden. Ze kende zijn wankel karakter maar al te goed. En inderdaad : Pilatus twijfelde. De hogepriesters en schriftgeleerden kregen lucht van de positieve houding van Claudia tegenover Jezus en lieten onder het volk de leugen verspreiden dat de aanhangers van Jezus de vrouw van Pilatus hadden omgekocht. Ze beschuldigden Jezus ervan mee te heulen met de Romeinen tegen de Joden. Pilatus twijfelde of deze man dan toch niet een god kunnen zijn ? Uiteindelijk kon hij zijn interesse en nieuwsgierigheid niet meer de baas en stelde Hem vragen.

    Pilatus : Zeg me nu eens, bent U nu een god en meer dan alleen een mens ?

    Bent U die door de Joden verwachtte Koning ? Hoever strekt Uw rijksgebied zich uit en van welke rang is Uw godheid ? Zeg het me en dan wil ik U loslaten !

    Jezus gaf hem een waarheidsgetrouw antwoord op al zijn vragen. Hij toonde hem duidelijk aan, welk een koning Hij was en over wat voor Rijk het ging.

    Hij openbaarde aan Pilatus al de verborgen misdaden die hij op zijn geweten had, de toestand van zijn geweten en voorspelde hem het lot, de ballingschap die hem te wachten stonden en zijn afschrikwekkend levenseinde. Tenslotte vertelde Jezus hem dat Hij eens zou komen om een rechtvaardig vonnis over hem uit te spreken. Pilatus was fel onder de indruk en begaf zich terug naar de menigte.

    Pilatus : Ik vind werkelijk geen kwaad in deze man, daarom wil ik Hem in vrijheid stellen !

    Aanklagers : Indien u deze man loslaat, bent u geen vertegenwoordiger meer van de keizer, want al wie zich als koning opwerpt, is een vijand van de keizer !

    Hogepriesters : Wij moeten terug naar de tempel om de nodige voorbereidingen te treffen voor het Joodse Paasfeest. Indien u niet voortmaakt met de veroordeling en onze voorbereidingen belemmert, dan zullen wij u laten aanklagen bij de keizer ! 

    Menigte (luid) : Weg met Hem ! Aan het kruis met Hem !

    De volksmassa op het forum voor het paleis was zo opgewonden en kwaad dat een gewelddadige opstand kon uitbreken. Pilatus begreep dat er niet te onderhandelen viel. Ondertussen goot een dienaar water uit een schaal over Pilatus’ handen.

    Pilatus (tot de menigte) : Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. U mag het zelf verantwoorden !

    Menigte : Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen !

    Jezus had aan Anna Katarina Emmerich uitgelegd dat de vloek zijn uitwerking heeft als ze rechtvaardig en verdiend is. In dit geval hadden de Joden de redding door Jezus afgewezen en vervloekten ze zichzelf. Maar nog steeds verwerpen mensen Jezus’ redding. De vloek is dus niet bedoeld voor Joden alleen. Pilatus zocht zich een uitweg, maar streefde de waarheid niet na. Hij was besluiteloos. Zijn geweten geloofde in Jezus’ onschuld. En zijn vrouw had hem erop attent gemaakt dat Jezus heilig was. Aan de andere kant dacht hij dat Jezus zich als Godheid ging wreken op hem voor zijn ondergane mishandeling. Daarbij als Hij dood is, dan zou Hij zich niet meer kunnen wreken. Pilatus zag in Jezus ook een concurrent voor al zijn Romeinse goden die hij aanbad.

    Jezus wordt veroordeeld tot de kruisdood

    Het was echter de angst om voor de keizer gedaagd te worden dat Pilatus zijn mening deed veranderen. Zijn angst voor een aardse keizer was groter dan de angst voor Jezus’ koningschap, wiens Rijk niet van deze wereld is. Door de angst voor keizer Tiberius, leverde hij Jezus toch aan de Joden over. Tegen alle verwachtingen en beloften in. Hij was verantwoordelijk. Hij noemde Jezus rechtvaardig en hij toch laat hij Zijn onschuldig bloed vergieten. Hij is de onrechtvaardige en gewetenloze rechter. Onschuldig bloed bedekte zijn ziel. De Joden waren niet minder schuldig. Het bloed van Jezus waar wij barmhartig om smeken om onze zonden te delgen, riepen de Joden als wraak over hen uit. Pilatus liet zijn ambtsgewaad brengen en aandoen. Zijn kroon werd opgezet. Alles was nu klaar om plechtig de uitspraak te doen. Omringd door soldaten, gerechtsdienaren en griffiers trok Pilatus uit zijn paleis naar het forum. Tegenover de geselkolom was een tribune gebouwd. Daar moesten vonnissen plechtig worden afgekondigd om geldig te zijn. Op deze tribune of Gabbata nam Pilatus met zijn gevolg plaats. Jezus werd in hun midden tussen twee moordenaars geplaatst.

    Pilatus : Daar is nu uw koning !

    Aanklagers : Aan het kruis met Hem !

    Pilatus : Moet ik dan uw koning kruisigen ?

    Hogepriesters (vleiend) : Wij hebben geen koning buiten de keizer !

    Jezus stond terecht voor Pilatus aan de voet van de trap die naar de tribune leidde. Pilatus sprak het doodsvonnis over Jezus uit. De beide moordenaars waren al eens tot de kruisdood veroordeeld, maar de hogepriesters hadden hun executie uitgesteld. De kruisen van de moordenaars lagen naast hen klaar. De hogepriesters konden hun geluk niet op. Eindelijk waren al hun inspanningen bekroond. Maria had zich met enkele vriendinnen tussen de menigte begeven en deelde de diepe droefheid en angst met Haar terechtgestelde Zoon. Pilatus somde luidop de aanklachten tegen Jezus op : volksverleider, oproerkraaier, onruststoker. Schenner van de Joodse Wet, omdat Jezus zich Zoon van God en koning van de Joden liet noemen. Hij werd door de hogepriesters ter dood veroordeeld. En Zijn kruisiging werd éénparig door het volk geëist. Hij voegde er zelfs aan toe dat hij de veroordeling door de hogepriesters rechtvaardig bevonden had.

    Pilatus : Daarom veroordeel ik Jezus van Nazaret, koning van de Joden, om aan het kruis genageld te worden.

    De beulen gaf hij het bevel het kruis te halen. Hij brak een lange stok en gooide die voor Jezus voeten. Dit betekende dat het vonnis definitief en onherroepelijk was. Maria viel bewusteloos neer en Joannes, die er was bijgekomen, bracht haar samen met haar vriendinnen weg. 

    Het vonnis werd door Pilatus op schrift gesteld en overgeschreven door zijn griffiers. Het was een totaal ander vonnis dan hetgeen hij mondeling had verklaard. Zijn geweten speelde hem terug parten. Hij was zo laf geweest om de onschuldige Jezus te veroordelen. In het vonnis stond dat hij werd gedwongen door de hogepriesters, de Sanhedrin en de dreigende opstand van de bevolking. Er stond ook in dat ondanks het ontbreken van enige schuld hij Hem toch ter dood veroordeeld had, omdat hij niet wenste aangeklaagd te worden als een willekeurige, partijdige en opstand uitlokkende rechter bij de keizer. Daarom had Hij hun eisen uiteindelijk ingewilligd en Hem als een misdadiger, schuldig aan de overtreding van hun wetten, ter kruisiging overgeleverd. Daarna schreef hij het opschrift voor het kruis : Jezus van Nazaret, koning van de Joden. Dit maakte de hogepriesters woedend. Zij wilden het opschrift laten veranderen in : Hij gaf zich uit voor een koning van de Joden. Maar Pilatus riep toornig : Wat ik geschreven heb, blijft geschreven. Op het bordje stond de veroordeling in het hebreeuws, grieks en latijn. Het was bij de Romeinen de gewoonte dat de veroordeling boven het hoofd van de terechtgestelde werd aangebracht. Daarom liet Pilatus de middenpaal van het kruis verhogen. Zeer tot ongenoegen van de hogepriesters die zo het opschrift wel moesten bevestigen.

    Claudia Procla verklaarde zich na het uitspreken van het onrechtvaardige vonnis van haar man gescheiden en ze vluchtte dezelfde avond nog het paleis uit, naar vrienden van Jezus. Als christen zocht zij later de apostel Paulus op en werden goede vrienden.                           

    Jezus werd van z’n spotmantel ontdaan en Hij kreeg zijn kleren terug van voor de bespotting bij Kajafas. Hij omgorde zich bevend met het lendendoek, deed Zijn wollen schouderkleed aan en duwde zijn hoofd door het naadloze bruine kleed dat Zijn Moeder voor Hem gemaakt had. Zijn doornenkroon kon echter niet door de halsopening, zodat ze Hem eerst de doornenkroon van het hoofd rukten en het nadien terug plaatsten. Daarna deden ze Hem zijn witte wollen tuniek (of bovenkleed) aan. In Zijn middel kreeg Hij zijn brede gordel terug en nog een mantel. Daarna deden ze Hem terug de gordel aan met ijzeren punten. Ondertussen hielden ze niet op Hem te stoten en te slaan.

    De hogepriesters gingen vlug naar de tempel. Ze lieten het ware Paaslam, het verzoenende Lam van God dat genade brengt, in de steek. Zij zouden gereinigde, gewassen en gezegende lammeren slachten en nuttigen op het altaar. Ze waren zo op hun uiterlijke reinheidswetten gesteld, maar innerlijk waren ze rot.

    Joodse tempel

    Jezus werd naar het altaar van het kruis gesleurd. Ze hadden het echte Lam toegetakeld, gelasterd, beschimpt, gehaat, veracht en vervloekt. Pilatus keerde naar zijn paleis terug. Hij was de hoogmoedige, laffe slaaf van de wereld. Bang van degene die op aarde nog machtiger zijn dan hem. Bang van God en zijn daarom zijn valse goden dienend. Bang voor de dood. Eeuwige twijfelaar. Altijd meedoend met de kant van waar de wind waait. Nooit kan iemand op hem rekenen. Bang om gezichtsverlies te leiden. Heiden die eigenlijk verstrikt zat in de wereldse genoegens en wereldse macht. Macht, eer, roem. Dat is het enige dat telt. Hij was gedoemd om voor eeuwig te sterven.

    Jezus draagt zijn kruis naar Golgota

    Alles werd in gereedheid gebracht voor de optocht. Het eerste stuk van de optocht was de kruisigingsoptocht. Deze werd op enige afstand gevolgd door de optocht van Pilatus. Pilatus had namelijk zijn eigen optocht georganiseerd om mogelijke rellen in de stad te voorkomen. Slaven brachten het kruis tot bij Jezus. Als het kruis op de grond voor Jezus neerlag, knielde Hij, omhelsde het en kuste het driemaal, terwijl Hij zacht en stil tot zijn hemelse Vader een dankgebed richtte voor de Verlossing van het mensdom, die nu ging voltooid worden. Dit was het eeuwig altaar van zijn bloedig offer dienend als verzoening tot God.

    Via Crucis

    Schriftgeleerde (tot Jezus) : Het is uit met uw schijnheilige woorden !

    Schriftgeleerde (tot gerechtsdienaren) : Zorg dat we spoedig van Hem af zijn ! Voorwaarts ! Vooruit !

    Een bazuinblazer blies de start van de kruisigingsoptocht. Deze moest op alle straathoeken op zijn bazuin blazen en het vonnis afkondigen. Na de bazuinblazer kwamen mannen die het materiaal (touwen, spijkers, wiggen) en gereedschap droegen. Dan volgden de sterkere kerels, die ladders, de middenpalen van de twee moordenaars, het voetstuk en het verlengstuk voor het opschrift van Jezus’ Kruis droegen. Na hen reden 28 Farizeeën en de 6 beambten van bij de Olijfberg op hun paarden. Dan volgde een jongen die het opschrift van Pilatus op de borst hield. Bovendien droeg hij op een stok de doornenkroon van Jezus. Dan volgde Jezus. Hij torste op zijn rechterschouder het grote kruis en greep de dwarsbalk met zijn rechterarm vast. Hij liep gebogen en wankelend onder het zware kruis. Twee gerechtsdienaren hielden met touwen het achtereinde van het kruis omhoog, zodat het niet over de grond sleepte. Jezus droeg ook nog de gordel met ijzeren pinnen was nog om Zijn middel bevestigd met 4 koorden die de beulen vasthielden. Na Jezus volgden de twee moordenaars. De beiden droegen elk hun dwarsbalken op hun nek. Hun handen hingen eraan vast. Ook zij hadden gordels met ijzeren pinnen aan, die door koorden door beulen werden vastgehouden. De ene moordenaar was zeer stil, de andere daarentegen lasterde en vloekte.

    In de tweede optocht reed een trompetblazer voorop. Na hem kwam Pilatus met zijn paard op kop. Hij was in krijgsuitrusting. Hij werd gevolgd door officieren en andere ruiters. Hierna volgende een afdeling van ongeveer 300 soldaten te voet.

    De meeste Joden keerden naar huis terug of gingen naar de tempel. Degenen die overbleven waren vreemdelingen, slaven, ambachtslieden, straatjongens, vrouwen en allerlei gepeupel. In de smalle straatjes waar de optocht langs kwam? werd Jezus gehoond en kreeg slijk en stenen op Hem.

    Eerste val

    Jezus viel plat voorover, omdat Hij achter een steen in een straat bleef haperen. Zijn kruis gleed van zijn schouder. De gerechtsdienaren en beulen vloekten, rukten, sloegen en schopten Hem. Er ontstond een gedrang rond Jezus. Hij strekte Zijn hand uit, maar niemand wou Hem helpen.

    Jezus (zuchtend) : Ach ! Het is bijna voorbij !

    Schriftgeleerden : Drijf Hem verder, anders sterft Hij nog in onze handen !

    De beulen zetten Hem Zijn doornenkroon weer op het hoofd en legden Zijn kruis opnieuw op zijn schouder. Hij was genoodzaakt om Zijn hoofd naar de zijkant te buigen omdat het kruis anders op zijn doornenkroon zou duwen.

    05-04-2012, 20:49 Geschreven door Claudia  


    04-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 3

    Jezus voor Annas en Kajafas gebracht

    Omstreeks middernacht werd Jezus binnengeleid in een zaal. Daar zat Annas, een rechter, omringd door 28 raadsheren. Hij zat aan het hoofd van een commissie die tot taak had te waken over de zuiverheid van de Joodse Leer en het navolgen van de Gods’ Wet. Overtreders klaagde hij na de zitting aan bij hogepriester Kajafas. Annas beschuldigde Jezus van het overtreden van Gods Wet, godslastering, beledigen van de priesters en het schenden van de sabbat. Hij beschuldigde Hem van onruststoker en volksverleider.

    Annas : Wilt U soms een nieuwe leer invoeren ?

    Jezus : Mijn leer is geen geheim en sinds geruime tijd hebben vele mensen gehoord wat Ik te zeggen heb. U kunt hen gerust ondervragen.

    Maar Annas liet de aanklagers aan het woord en er werden vele beschuldigingen tegen Jezus opgesomd. Een greep uit de aanklachten was dat Jezus zich de Zoon van God noemde, dat Hij genezingen deed op de sabbat, dat Hij schriftgeleerden van overspel betichtte, dat Hij het volk opruide en de ondergang van Jeruzalem voorspelde. Ook zijn vriendschap met onreinen, heidenen, overspelige vrouwen, tollenaars en zondaars werd Hem zeer kwalijk genomen. Zijn zogezegd koningschap en koninkrijk maakten ze belachelijk. Jezus kreeg vuistslagen in Zijn gezicht. Annas schreef daarna de beschuldiging op een stuk papyrus en liet het vergezellen met Jezus.

    Na de zitting werd Hij naar het rechtshuis van Kajafas of Sanhedrin geleid.

    Het rechtshuis was ingedeeld als volgt : door de buitenste poort kwam men op de buitenplaats. Dan kwam men door een volgende poort op de binnenplaats. Van de binnenplaats kwam men door een ingang op de voorhof die omringd werd door overdekte zuilengangen. Het midden van die voorhof was echter niet overdekt en in het midden bevond zich ook een soort van haard die men aanstak als het koud werd. Daarna moest men de trappen op om het eigenlijke rechtshuis binnen te gaan. Er was een gerechtszaal en erachter nog een raadszaal. De raadszaal waar de leden zaten was een halve ronde. Voor de aankomst van Jezus waren Petrus en Joannes tot op de voorhof genaderd. Nikodemus en Jozef van Arimatea hadden hen binnengelaten. Daar konden ze het verhoog van de rechters goed konden zien. Nikodemus en Jozef van Arimatea gingen verder om te zetelen. Hogepriester Kajafas had plaats genomen in de gerechtszaal en ook de Sanhedrin rond hem. Er waren ook vele stadsambtenaren, schriftgeleerden en oudsten. Het binnenplein stond vol beschuldigers en valse getuigen. Jezus werd binnengeleid voor de raad. Kajafas las de beschuldiging van Annas voor. Daarna ondervroeg hij Jezus, maar Jezus gaf geen antwoord, ondanks de stompen die Hij kreeg. De valse getuigen konden het niets eens worden over de beschuldigingen die Jezus in diskrediet moesten brengen. Ze vielen terug op de aanklacht van tovenarij.

    Nikodemus weerlegde met de schriftrollen de aanklacht dat Jezus met zijn apostelen een overtreding hadden gedaan door de paasmaaltijd te nuttigen voor het eigenlijke paasfeest dat voor de Joden op de sabbat werd gehouden. De Galileeërs hadden namelijk sedert lang het recht om het paaslam een dag vroeger te eten. Onder het paasmaal had Jezus de eucharistie ingesteld. Jezus is het ware paaslam geworden. Hij diende als offer aan God. Hij werd als een echt offer geslacht. Daarom vierde Hij het paasmaal en Pasen een dag vroeger dan de Joden. Dit is het begin van het christendom. Kajafas begon zijn geduld langzamerhand te verliezen, omdat de aangevoerde bewijzen eigenlijk niet toereikend waren om Jezus te laten terechtstellen. Ze waren allemaal gebaseerd op leugens.

    Kajafas

    Kajafas : U antwoordt niets ? Wat brengen ze wel niet tegen U in !

    Maar Jezus gaf geen antwoord.

    Kajafas (woedend) : Zeg ons : Bent U de Christus, de Messias, de Zoon van de hooggeprezen en allerhoogste God ?

    Jezus (die tot nu toe had gezwegen) : Ja, Ik ben het ! U zegt het ! En Ik zeg u : Voortaan zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de goddelijke Majesteit en Hem zien komen op de wolken des hemels.

    Kajafas (razend kwaad en de zoom van zijn kleed scheurend) : Hij heeft God gelasterd, waarom zouden wij nog getuigen nodig hebben ?

    Kajafas (tot de leden) : U hebt nu allen zelf de godslastering gehoord. Wat vindt u ?

    Hogepriesters, schriftgeleerden, oudsten : Hij verdient de doodstraf !

    Kajafas (tot de beulsknechten) : Ik lever u die Koning over, bewijs die godslasteraar de eer die Hij verdient !

    Kajafas en de leden verlieten de gerechtszaal en gingen naar de raadszaal, die achter de gerechtszaal was gelegen. Joannes haastte zich uit de zaal om de H. Maagd op de hoogte te stellen van de uitslag van de zitting. Petrus daarentegen was door droefheid, angst en vermoeienis overmand en ging zich warmen aan het brandende vuur. Daar was ook alle gespuis verzameld. De omgekochte getuigen kregen nu hun fooi. Petrus had zich wat teruggetrokken. Hij was angstig en vertwijfeld. Hij wist eigenlijk niet meer wat aan te vangen. Hij weende maar verborg zijn tranen zo goed als hij kon, want hij stond tussen die ellendelingen. De liefde voor zijn Meester deed hem blijven. Petrus kon niets doen zonder zichzelf te verraden.

    In de gerechtszaal grepen aanwezige ellendelingen de Heer vast. Sommigen hadden al onder het verhoor van Kajafas Jezus vuistslagen en stokslagen gegeven. Ze spotten met Hem, omdat Hij zich de Zoon van God had genoemd. Ze vlochten een kroon van dik tarwestro en zetten die over een hoge muts die ze op Zijn hoofd hadden gezet. Ze hadden Hem zijn naadloos kleed en schouderkleed uitgetrokken. Hij had enkel nog een lendendoek aan. Ze hingen Hem een gescheurde soldatenmantel om, een lange ketting tot op de knieën (met aan het uiteinde stekels) om de hals en duwden een rietstok in Zijn handen. Ze deden Hem een blinddoek voor, sloegen Hem met vuisten en stokken en schreeuwden : Profeteer nu eens voor ons, Messias. Wie was het die je heeft geslagen ? Maar Jezus antwoordde niet en liet zich slaan. Hij bad in zichzelf voor hen en zuchtte.

    Na de mishandeling sleepten de beulen Hem naar de raadzaal. De knechten stampten Hem voor zich uit onder voortdurende spot over hun ‘strokoning’. Hogepriester Kajafas en de raadsleden dreven verder de spot met het doopsel en Zijn zalving door Maria Magdalena.

    Verloochening door Petrus

    Diepe droefheid stond op Petrus’ gezicht te lezen. Dat maakte Hem verdacht bij de vijanden van Jezus. De portierster van de tempel kwam de trappen af naar de voorhof.

    Portierster (luid) : U bent waarachtig ook een van de leerlingen van die Galileeër !

    Petrus (bang) : Vrouw, ik ken Hem niet, wat bedoelt u ? Ik weet niet wat u wilt !

    Petrus verliet de vuurplaats en op dat moment kraaide de haan. Bij de poort van de voorhof gekomen, trok Petrus de aandacht van een dienstmeid.

    Dienstmeid (luid) : Kijk, die daar is ook bij Jezus van Nazaret geweest !

    Omstaanders (geïnteresseerd) : Ben jij een leerling van Hem geweest ?

    Petrus (vastberaden) : Geenszins ! Dat ben ik niet geweest. Die persoon ken ik niet, ik ken Hem niet !

    Petrus vluchtte nu over het binnenplein naar de buitenplaats om enige bekenden die daar stonden, te waarschuwen. Er waren daar ook leerlingen van Jezus verzameld. Ze klampten Petrus aan om verder nieuws te krijgen, maar zijn angst om zich te verraden was zo groot dat hij hun met slechts enkele woorden de raad gaf zich van daar te verwijderen, omdat het te gevaarlijk voor hen was. De leerlingen verlieten daarop onmiddellijk de stad. Petrus dwaalde enige tijd treurig rond, maar zijn liefde tot Jezus dreef hem terug. Hij ging langs de zijkant van het gebouw naar de raadszaal waar ze juist Jezus met de kroon van stro op het hoofd voor de raadsleden de zaal rond sleurden. Jezus zag Petrus zeer ernstig en waarschuwend aan, zodat deze bij het zien van zijn mishandelde Meester als verpletterd was van smart. Toen ging hij van de deur weg en ging terug naar de voorhof om bij de vuurhaard neer te hurken. Enigen die hem op het plein gezien en zijn verwarring bemerkt hadden, traden op hem toe en knoopten een gesprek met hem aan. Ze maakten Jezus keer op keer belachelijk.

    Gesprekspartner : Ik zie dat u tot zijn aanhang behoort, u bent ook een Galileeër. Ik merk het aan uw tongval. Het verraadt u !

    Broer van Malchus : Hoe, u bent hier ! Heb ik u niet in de Olijfhof gezien ? Hebt u mijn broer niet verwond aan het oor ?

    Petrus (vloekend en zwerend van angst) : Ik ken die Galileeër niet !

    Op dit ogenblik kraaide de haan voor de tweede keer. Petrus liep naar het binnenplein. Op dit moment leidde men juist Jezus van de raadszaal naar de kerker over het binnenplein. Jezus passeerde Petrus en Hij keek naar hem met een blik vol droefheid en medelijden. Petrus herinnerde zich op dat moment wat Jezus gezegd had : Voordat de haan twee keer kraait, zul je Me drie keer verloochenen. Hij had gezondigd tegen zijn Meester, terwijl Deze voor hem mishandeld en onrechtvaardig ter dood veroordeeld werd. Hij onderging zwijgend het verschrikkelijkste lijden en bovendien had Hij Petrus kort voordien nog zo gewaarschuwd. Bijna zinneloos van berouw rende hij naar buiten en begon te wenen. Zijn angst om aangesproken te worden was verdwenen, nu was hij bereid aan iedereen te zeggen wie hij was en welk een verschrikkelijk kwaad op zijn geweten had. Hoe menselijk is Petrus’ zwakheid toch. Waak en bid, dat u niet in bekoring valt.

    Maria maakte in de geest alles met Jezus mee. Haar gefolterde ziel vertoefde gedurig bij Hem. Zij bad voor de beulen en ze bad tot God. Joannes kwam met het droevig nieuws. Maria wilde zo dicht mogelijk bij Jezus zijn. Joannes begeleidde Maria en de andere heilige vrouwen naar het huis van Kajafas. Maria en de Heilige Vrouwen deelden in de beschimpingen van haat door vijandige voorbijgangers. Maar ze hadden en zouden altijd onvoorwaardelijk voor Jezus kiezen. Enige goede mensen hadden toch aangedurfd hun spijt over de gebeurtenissen in het huis van Kajafas aan Jezus’ Moeder te betuigen.

    Goede voorbijgangers (ontroerd) : Ach ! Ongelukkigste der moeders, allertreurigste Moeder, smartvolle Moeder van de Allerheiligste Israëls !

    Maria (hartelijk) : Dank u voor uw troostende woorden !

    Maria en de heilige vrouwen, gevolgd door Joannes, haastten zich naar het gerechtshuis. Bij het huis gekomen kwam Petrus met betraande ogen naar buiten. Hij snelde hen met uitgestrekte armen tegemoet.

    Maria : Ach Simon, hoe is het gesteld met Jezus, mijn Zoon ?

    Petrus (zuchtend en klagend) : Ach Moeder, spreek niet tot mij. Uw Zoon lijdt onmenselijk. Spreek mij niet aan. Ze hebben Hem ter dood veroordeeld en ik heb Hem driemaal schandalig verloochend.

    Joannes trad op hem toe en wilde meer vernemen, maar Petrus rende door verdriet gedreven de stad uit naar de grot van de Olijfberg om vergiffenis te vragen voor zijn onstandvastigheid die werd ingegeven door menselijke zwakte. Maria zakte ineen. Als ze terug was bijgekomen leidde Joannes haar en de heilige vrouwen tot voor de deur van de kerker waar Jezus werd gevangen gezet. Maria luisterde naar de verzuchtingen van haar Zoon.

    Nadien ging ze nog even naar de voorhof waar het gepeupel stond. Zij zwegen allemaal van verbazing. Joannes en de heilige vrouwen namen Haar daarna bij de arm en brachten Haar weg.

    In de kerker

    De kerker bevond zich onder de gerechtszaal van Kajafas. Het was een kleine ronde cel. Jezus droeg terug zijn oude gescheurde soldatenmantel en zijn Handen waren opnieuw gebonden. De beulen lieten Hem geen ogenblik gerust. Ze bonden Hem in het midden van de cel aan een lage zuil. Hij kon nergens tegenaan leunen en wankelde heen en weer op zijn gezwollen en gewonde voeten. Ook zijn knieën waren door de ketting gewond. De beulen losten elkaar af en bleven hun mishandelingen verder zetten onder voortdurende verwensingen, woede en spot. Er kwam geen enkele klacht over Jezus’ lippen. Hij verdroeg alles en bad ondertussen tot Zijn hemelse Vader om Zijn offer van alle vorige, huidige en toekomstige mishandelingen en lijden als losprijs voor al onze vorige, huidige en toekomstige zonden te willen aanvaarden. Onze zonden begaan tegenover God en de medemensen. Daarbij moeten we vooral denken aan alle mishandelingen die wij Jezus aandoen door te zondigen. WIJ zijn het die Hem mishandelen, WIJ zijn het die Hem bespotten, WIJ nagels Hem aan het kruis, WIJ zijn het die zo’n onbaatzuchtig, onovertroffen liefdesoffer eigenlijk niet verdienen ! Door Zijn offer herstelde Jezus de glorie en macht van Zijn Vader. Zijn Vader is rechtvaardig en omdat onze zonden zo groot zijn zouden wij onszelf vernietigen door Gods rechtvaardige toorn over ons te roepen. De Vader toont echter barmhartigheid en vergeeft de zonden van hen die Jezus graag zien en Zijn offer aanvaarden ! Zo alleen kun je blijven leven. We moeten op onze blote knieën Jezus danken dat Hij ons gered heeft van het verpletterende gewicht van onze zonden. Voor de mensen die nog niet weten wat ze eigenlijk moeten doen om onder dit groot cadeau te vallen het volgende : in Jezus, Zijn Moeder, de Heilige Geest en Zijn Vader geloven en bovendien de sacramenten door Jezus ingesteld, naleven (doopsel, eucharistie, biecht, vormsel...).

    De dag brak aan. Jezus zou de toorn van Zijn Vader over het geheel van ieders begane zonden blussen. Jezus verwelkomde de dag en richtte een aangenaam dankgebed tot Zijn Vader. Dit was de langverwachte en hoopvolle dag van de Verlossing van de mensen. Het hoogtepunt in Jezus’ leven : ons verlossen, de Hemel heropenen, de hel overwinnen, voor de mensen de levende bron van alle geluk en zegeningen, heil zijn en de wil van zijn hemelse Vader volbrengen. Het geloof in Hem moet voor ons ook steeds een hoogtepunt zijn.

    Judas’ gedrag

    Judas had na zijn vlucht de hele nacht rondgezworven aan de zuidzijde van Jeruzalem waar een afvalplaats (Gê-Hinnom) was. Die plaats was gelegen in de vallei, waar Jeruzalem te zien was bovenop een steile hoogte. Tegen het aanbreken van de dag ging hij naar de gerechtszaal. Ondertussen zat Jezus in de kerker. Hij was veel te nieuwsgierig om te weten hoe het met Jezus verliep.

    Judas (aan enkele tempelsoldaten) : Hoe zal het met de gevangen genomen Galileeër verlopen, denkt u ?

    Tempelsoldaten : Hij is ter dood veroordeeld en zal gekruisigd worden.

    Judas (aan enkele toeschouwers) : Wat hebben ze met Hem gedaan ?

    Toeschouwers : Ze hebben Hem onmenselijk behandeld en bovendien heeft Hij geen enkele weerstand geboden !

    Daarna ging hij naar de achterzijde van het gerechtshuis. Maar daar waren ze bezig aan het kruis te monteren. Judas zag naar het kruis en sloeg als een waanzinnige op de vlucht. Hij hield zich verborgen en wachtte op de uitslag van de zitting.

    Jezus terug in de Hogeraad

    Jezus moest nogmaals verschijnen aan de Hogeraad met Annas, Kajafas, oudsten en schriftgeleerden. Daar werd het vonnis rechtsgeldig verklaard. De vergadering was voltallig en gekenmerkt door een grote haast.

    De terdoodveroordeling van Jezus werd aan de raadsleden ter stemming voorgelegd. Nikodemus, Jozef van Arimatea en enkele andere vrienden van Jezus protesteerden fel. Zij dienden een tegenvoorstel in om dit proces te verdagen. Zij wilden geen oproer tijdens het Joodse Paasfeest. Bovendien verklaarden zij dat men geen rechtvaardig vonnis kon vellen op grond van de ingediende beschuldigingen, omdat alle getuigen elkaar hadden tegengesproken. Maar de hogepriesters en hun partij, die in de meerderheid was, werden woedend en beschuldigden de tegenpartij van genegenheid voor de leer en de gezindheid van ‘die Galileeër’ te tonen. Zij sloten iedereen die Jezus genegen waren uit de raad en deze verlieten dan ook de raadszaal, na protest aangetekend te hebben tegen alles wat hier tegen Jezus zou besloten worden. Zij begaven zich naar de tempel en zouden zich nooit meer in de raad vertonen.

    Kajafas (luid) : Laat de Galileeër nu maar komen ! En kleed hem aan, want Hij moet na het vonnis voor Pilatus geleid worden !

    De gerechtsdienaren sleurden haastig Jezus uit de kerker en deden Hem zijn lang wollen kleed terug aan en brachten Hem voor Kajafas.

    Kajafas (hatelijk) : Indien U de Gezalfde des Heren, de Messias bent, zeg het ons !

    Jezus (ernstig) : Indien Ik het u zei, zou u Mij niet geloven, en indien Ikzelf u daarover ondervroeg, zou u niet antwoorden en Mij ook niet vrijlaten. Van nu af zal de Mensenzoon zetelen aan de rechterhand van de kracht van God !

    Kajafas (spottend) : Zo, U bent dus de Zoon van God. U ?

    Jezus : Ja, zoals u zegt, Ik ben het !

    Kajafas (tegen de raadsleden) : Waarom hebben wij nog getuigen nodig ! Het bewijs is geleverd. Een meer overtuigend bewijs kunnen wij niet verlangen. Nu hebben wij het immers uit zijn eigen mond gehoord.

    Al de raadsleden stonden nu op en begonnen Jezus uit te schelden. Hoe durfde Hij zich de Messias noemen, en zetelen aan de rechterhand van God !

    Jezus werd tussen de gerechtsdienaars en de soldaten naar het paleis van Pilatus gebracht. Het gepeupel volgde de stoet.

    Wanhoop van Judas

    Judas hoorde het rumoer van een aankomende stoet.

    Omstaander 1 : Zij brengen de Galileeër naar Pilatus, nu de Hogeraad Hem te dood heeft veroordeeld. Hij moet op het kruis. Het is toch onmogelijk na al die mishandelingen in leven te blijven...

    Omstaander 2 : Maar niettegenstaande zijn erbarmelijke toestand is Hij enorm geduldig. Hij spreekt niet en antwoordt niet. Hij zegt alleen maar dat Hij de Messias is en aan de rechterhand van God zal tronen. Zonder deze bekentenissen zou men Hem niet kunnen veroordeeld hebben. Maar nu moet Hij aan het kruis.

    Omstaander 3 : De schelm die Hem verkocht heeft, was een leerling van Hem en had enige uren eerder nog het paaslam met Hem gegeten. Van vrienden moet je het hebben. Ik zou niet graag in zijn schoenen staan. De Galileeër mag zijn wat hij wil, Hij heeft toch geen vriend voor geld in de dood gestort. Echt, de schurk verdient ook gehangen te worden !

    Judas hoorde het volk wel ! Hij liep naar de Tempel om het geld waar bloed aan kleefde kwijt te geraken en zo zichzelf wit te wassen. Hij ging naar enkele oudsten en raadsleden, die de priesters hielpen bij de dienst. Ze keken op hem neer met diep misprijzen.

    Judas (vertwijfeld) : Neem uw geld terug, waarmee u mij hebt verleid om een onschuldige over te leveren. Neem uw geld terug en laat Jezus vrij ! Ik zeg het u : de overeenkomst is niet meer geldig want ik heb zwaar gezondigd door onschuldig bloed te verkopen.

    Oudsten en raadsleden (minachtend) : Wat kan ons dat schelen dat u gezondigd hebt. Als u denkt onschuldig bloed verraden te hebben, dan is dat uw zaak ! Wij weten zelf wel wat wij van u gekocht hebben en wij hebben Hem schuldig bevonden. Hij verdient de dood. Hou uw geld ! Wij willen er niets van terug ! Er kleeft bloed aan het geld.

    Judas (als een waanzinnige) : Hier is het geld !

    Hij smeet het geld op de vloer in de Tempel. Daarna vluchtte hij de stad uit.

    Hogepriester 1 (tot de andere hogepriesters) : Raap het geld op ! Maar let op : we mogen ze niet bij de gaven doen, omdat het bloedgeld is !

    Hogepriester 2 : Ik stel voor dat we het land van de pottenbakker aankopen om er de vreemdelingen te begraven.

    Het stuk land is er nog steeds en wordt daarom nog altijd Bloedakker genoemd.

    Judas ging terug naar de afvalplaats van Jeruzalem. Hij werd krankzinnig van wanhoop. Hij hoorde steeds de woorden van Jezus in zijn hoofd naklinken : Vriend, waarvoor ben je gekomen ? Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus ? Judas werd gefolterd door zijn geweten. Hij heeft Jezus verkocht en Hem zo de dood ingejaagd. In een vlaag van zinsverbijstering en wanhoop greep Judas zijn gordel en verhing zich aan een boom. Hij had zich totaal aan de duisternis en Satan gegeven.

    Als je zonden, hoe zwaar ook, aan jezelf beginnen knagen, wordt dan niet moedeloos, woedend, angstig, vertwijfeld, waanzinnig, maar rustig. Ga naar Jezus toe en vraag met een berouwvol hart vergiffenis in het sacrament van de biecht. Judas ging de verkeerde richting uit. Als hij zich voor de voeten van Jezus op zijn knieën had laten vallen en de barmhartige Jezus om vergeving had gesmeekt, dan was hij gered geweest.

    Tocht naar het paleis van Pilatus

    In de stoet waren Kajafas, Annas, raadsleden, dienaren met schriftrollen, schriftgeleerden, valse getuigen, beulsknechten, beambten en soldaten. Jezus werd door de beulsknechten verder gesleurd. Zijn boeien deden Hem geweldig pijn. Hij was bijna onherkenbaar van de mishandelingen die nu al uren zonder ophouden duurden. Het volk kwam in dichte drommen naar deze stoet zien. Het volk werd opgeruid om Jezus te bespotten en te beschimpen. Ze gooiden bovendien met stenen naar Hem. Ze deden er ook alles aan om de blijde intocht van de vorige week in Ofel op Palmendag te hekelen. Nu passeerde hij in Akra (= stadswijk van Jeruzalem waar de schriftgeleerden hun bolwerk was). Hij werd er nog eens extra uitgejouwd. Maria was samen met Maria Magdalena en Joannes tot bij de stoet geraakt. Maria kon de lijdensweg inwendig voelen, maar toch wilde ze Jezus in levende lijve zien. Ze wist dat Haar Zoon er ellendig aan toe was. Toen Jezus voorbij passeerde keek Hij even naar Zijn Moeder. Voor Haar was het vreselijke aanblik van Haar onschuldige Zoon teveel en ze bezweek in de armen van Joannes en Maria Magdalena. Was dit de Zoon van God en de Mensen ? Deze gebroken man ?

    Daarna passeerde de stoet langs de mensen van Ofel. Maar daar sloeg de twijfel algemeen toe. Hun geloof wankelde. Was dit de Heiland die ze hadden verwelkomd ? Ze zeiden geen woord en keerden verslagen naar huis terug.

    Schriftgeleerden (honend) : Kijk eens naar uw ‘koning’ ! Begroet Hem maar ! Nu zwijgen jullie wel, hé ! We voeren Hem naar zijn kroning en troonsbestijging. Het is nu uit met zijn wonderen !

    Bij Pilatus aangekomen

    het forum of de marktplaats van Jeruzalem

    Omstreeks zes uur in de morgen kwam de stoet aan bij het paleis van Pilatus, de Romeinse landvoogd. De landvoogd was de enige die een doodvonnis kon uitvoeren. Daarom moest de Hogeraad Jezus laten voorkomen bij Pilatus. Ze wilden Hem beschuldigen van een misdaad tegen de Romeinse keizer om zo de doodstraf te kunnen laten uitvoeren. De raadsleden bleven staan voor het oude rechtshuis. Daar was een duidelijke lijn in het plaveisel aangelegd tot waar de Joden konden komen zonder hun strikte reinheidswetten te schenden. Zij konden ook geen heidens gebouw binnentreden. Ze gaven de gerechtsdienaren het bevel op Jezus voor de trappen van het Pilatus’ paleis te sleuren. Pilatus had de stoet zien aankomen vanop een hogerliggend terras van zijn paleis. Pilatus die omringd was door zijn Romeinse officieren en soldaten keek vol misprijzen naar de Hogepriesters en raadsleden of het Sanhedrin.

    Pilatus (schreeuwde misprijzend) : Wat is er nu weer zo vroeg aan de hand ? Waarom hebt u die mens zo ellendig toegetakeld ? U begint al vroeg te villen en te slachten ! (na de middag begon de slachting van de paaslammeren in de tempel)

    Sanhedrin (tot de gerechtsdienaren) : Vooruit met Hem ! In het rechthuis !

    Sanhedrin (roepend tot Pilatus) : Luister naar onze aanklachten tegen die misdadiger ! Wij mogen uw huis niet binnen door onze reinheidswetten ! Breng Hem maar in het rechtshuis !

    Maar een man die achter het Sanhedrin stond, bij het verzamelde volk op het forum of marktplaats, schreeuwde tot hen : Zeker mogen jullie het rechtshuis niet betreden, want het is geheiligd door onschuldig bloed. Hij (Jezus) alleen mag het betreden, want Hij alleen onder de Joden is rein, evenals de daar vermoorde onschuldige kinderen !

    De man was Sadok, een Jezusvriend. Hij had twee zoontjes die vermoord werden samen met nog andere kinderen op het plein van het gerechtshof. De oude Herodes had alle geboren jongens laten afslachten in de hoop Jezus te kunnen doden, Jozef en Maria waren echter met Jezus naar Egypte gevlucht.

    Daar was Jezus veilig tot na de dood van Herodes. Dan keerde de Heilige Familie terug naar Israël.

    Maar de Sanhedrin gaven geen krimp. Ondertussen sleurden de gerechtsdienaren Jezus tot op het terras van Pilatus. Pilatus ergerde zich blauw aan de hogepriesters en raadsleden toen hij zag hoe ze Jezus hadden mishandeld. Pilatus wist al op voorhand dat ze bij hem kwamen om Jezus’ veroordeling te bekomen, omdat Hij de doodstraf schuldig was, maar hij had geen zin om Jezus zonder klaar bewezen schuld te veroordelen.

    Pilatus (minachtend) : Welke misdaad wrijft u deze persoon aan ?

    Sanhedrin (geërgerd) : Als wij geen bewijzen hadden dat Hij een boosdoener is, dan zouden wij Hem niet tot u brengen !

    Pilatus (geënerveerd) : Wel, als dat zo is, neemt u Hem dan en spreek recht over Hem volgens uw Wet !

    Sanhedrin (kwaad) : U weet dat het Recht ons niet de onbeperkte macht toekent om een doodvonnis te laten voltrekken !

    De Sanhedrin met hun getuigen kleedden de zaak zo in dat ze Jezus beschuldigden van misdaden tegen de keizer en die niets met godsdienst of gebruiken te maken hadden. De eerste beschuldiging die zij inbrachten was deze : Jezus was een volksverleider, rustverstoorder en oproerkraaier. Bovendien lieten ze getuigen de beschuldigingen bevestigen.

    Sanhedrin : Hij reist het land door, houdt grote volksvergaderingen en schendt de sabbat door zieken op deze heilige dag te genezen.

    Pilatus (grijnzend) : U bent zeer zeker niet ziek, anders zouden die genezingen u niet zo verbitteren !

    Sanhedrin (aandringend) : Hij zegt ook dat men zijn vlees moet eten en zijn bloed moet drinken om eeuwig te leven !

    Pilatus (spottend) : Men zou haast zeggen dat u zijn leer volgt, want het ziet ernaar uit dat u zijn vlees wilt eten en zijn bloed wilt drinken !

    Bij de tweede aanklacht hadden de hogepriesters en raadsleden niet op een scherp antwoord van Pilatus gerekend.

    Sanhedrin : Hij stookt het volk op om de keizer geen belastingen te betalen!

    Pilatus (razend kwaad) : Dat is grof gelogen ! Dat zal ik toch wel beter weten, zeker !!!!!!!!

    Ze gingen vlug over tot de derde aanklacht :

    Sanhedrin : Hij is van lage, onbekende en verdachte afkomst en toch heeft zijn zo’n grote aanhang. Het rond Hem verzamelde volk heeft Hem tot koning willen laten uitroepen en omdat de gunstige tijd nog niet was aangebroken, heeft Hij zich verborgen. In de laatste dagen heeft Hij zich een luidruchtige intocht in Jeruzalem laten welgevallen, waar een ontelbare menigte mensen riepen : Hosanna de zoon van David ! Hooggezegend het Rijk van onze vader David, dat nu komt ! Hij beweert dat Hij de Christus, de Gezalfde des Heren, de Messias, de beloofde en sedert lang verwachte Koning van de Joden is. Hij laat zich ook zo noemen !

    Pilatus (geïnteresseerd) : Wachters, breng de beschuldigde in de rechtskamer !

    Daar kon Pilatus Jezus ondervragen. Niettegenstaande hij afgoden aanbad en een heiden was, wist Pilatus dat de Joodse profeten de komst van een Gezalfde van God hadden voorspeld. Hij zou een Verlosser, Bevrijder en Koning zijn en vele Joden wachtten op Zijn komst. Pilatus stelde zich daarbij, zoals vele Joden, een zegevierende, machtige heerser voor, met veel pracht en praal. De gedachte dat dit de hulpeloze, ellendige, mishandelde, onmachtige Jezus kon zijn, vond Pilatus belachelijk.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dus die verwachte Koning van de Joden ?

    Jezus : Bent uzelf op die gedachte gekomen of hebben anderen ze u voorgezegd ?

    Pilatus (geërgerd) : Ben ik misschien een Jood, dat ik aan zulke praatjes belang zou hechten ? Uw volk en uw priesters hebben U aan mij overgeleverd, om U te kunnen veroordelen als iemand die om deze reden de dood schuldig is. Zeg mij : Wat hebt u gedaan ?

    Jezus (waardig) : Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld ! Indien het van deze wereld was, zou Ik zeker dienaren hebben gehad om Mij te verdedigen en te beletten dat Ik aan u overgeleverd werd, maar mijn Rijk is niet van deze wereld.

    Pilatus (verwonderd) : U bent dan toch Koning ?

    Jezus : Zoals u zegt : Ik ben Koning. Ik ben geboren en in deze wereld gekomen om te getuigen van de waarheid. Iedereen die deze waarheid aanvaardt, luistert naar hetgeen ik zeg !

    Pilatus : Waarheid ? Wat is waarheid ?

    Jezus gaf geen antwoord. Daarna ging Pilatus terug naar het terras. Pilatus zag in Jezus geen koning die voor de keizer gevaarlijk kon worden. Jezus’ Rijk was niet in deze wereld en dat was voor Pilatus het voornaamste.

    Pilatus (roepend tot het Sanhedrin) : Ik vind geen enkele schuld in deze mens !

    Sanhedrin (schreeuwden woedend) : Hij is een onruststoker ! Hij geeft zich uit voor Christus, Koning der Joden !

    Pilatus (verwonderd tot Jezus) : Hebt u op al die beschuldigingen niets te antwoorden ? Ik weet het wel, zij brengen leugens tegen U in !

    Sanhedrin (uitzinnig) : Hoe ? Vindt U geen schuld in Hem ? Is dit geen schuld soms ? Hij stookt het hele volk op en verspreidt zijn leer over heel Galilea tot hier !

    Pilatus (listig) : Is deze mens afkomstig uit Galilea en een onderdaan van Herodes ?

    Sanhedrin : Ja, want zijn ouders hebben te Nazaret gewoond en zijn tegenwoordige verblijfplaats is Kafarnaüm !

    Pilatus : Wel, omdat Hij een Galileeër en een onderdaan van Herodes is, ga dan met Hem naar de viervorst. Hij bevindt zich juist in de stad voor het feest. Ik laat deze rechtszaak over aan hem !

    Jezus werd terug naar beneden gezonden bij zijn vijanden. Nu waren ze pas echt razend ! Zij koelden hun woede op Jezus. Zij sleurden Hem over het forum en begaven zich naar het nabijgelegen paleis van Herodes. Onder de stoet waren ook Romeinse soldaten. Claudia Procla, de vrouw van Pilatus, stond heimelijk op het hoogste terras met angst en droefheid te kijken naar de stoet die over het forum verder trok. Daarna had ze een lang onderhoud met haar man. Ze smeekte hem Jezus geen onrecht aan te doen. Ze vertelde hem over de visioenen die zij over Jezus had gekregen. Ze had beelden uit Zijn leven als heilige Leraar en Heiland gezien. Ze zag ook de heiligheid en de smarten van Jezus’ Moeder Maria. Claudia had vele wonderen gezien en waarheden vernomen. Ze leed onder de beelden die de boosheid en de listen van Jezus’ vijanden aantoonden tegenover de Onschuldige.

    Toen ze later op het terras stond, herkende ze Jezus, de Zaligmaker. Toen ze Hem zo mishandeld zag, was ze angstig. Ze bad en smeekte Pilatus om Jezus niet te veroordelen. Pilatus stelde haar gerust en zei dat hij geen schuld in Jezus vond en dat hij Hem niet zou veroordelen. Hij had de boosheid van de Joden wel doorzien. Maar binnenin was Pilatus besluiteloos en onzeker. Hij wist wat de waarheid was : Jezus Nazarenus, de Koning der Joden, is waarheid !

    Jezus voor Herodes Antipas gebracht

    Herodes was door een bode van Pilatus op de hoogte gebracht en zat klaar op zijn troon. Hij was omringd door vele hovelingen en soldaten. Herodes voelde zich gevleid nu Pilatus hem het recht toekende het vonnis over een Galileeër te vellen. En dan nog wel voor alle hogepriesters, die hij hartsgrondig haatte. Hij was ook nieuwsgierig Jezus in levende lijve te zien. Joannes de Doper had het altijd over Jezus gehad, tot hij vermoord werd door deze Herodes.

    Herodes (verwijtend tegen de hogepriesters) : Breng die persoon hier weg en reinig Hem ! Hoe durft u iemand zo bevuild en zo toegetakeld onder mijn ogen brengen.

    Herodes (spottend tegen de hogepriesters) : Het is de Man aan te zien dat Hij in de handen van slachters is gevallen. U begint de slachting nu al !

    Opnieuw regende het van klachten en beschuldigingen tegen Jezus.

    Toen Jezus terug voor Herodes stond, veinsde Herodes Hem met grote hoffelijkheid te willen bejegenen en hij gaf het bevel Hem een beker wijn aan te bieden om zijn verloren krachten te herwinnen omdat Hij zich wel zwak moest voelen. Jezus schudde afwijzend het hoofd. Toen startte Herodes zijn verhoor en reeg een overvloed van vragen aaneen. Toen hij zag dat Jezus niets zei en zijn ogen neergeslagen hield, irriteerde het hem. Hij probeerde Jezus eerst te vleien dat men zoveel had verteld over Zijn grote wijsheid in gesprekken en onderrichtingen. Hij vroeg of Hij de verwachte Koning van de Joden was en de Zoon van God. Hij had al over de wonderen van Jezus gehoord en vroeg zelf om een teken of een wonder. Hij vroeg zich af hoe een triomftocht (Palmzondag) kon leiden naar zo’n dieptepunt. Maar Jezus reageerde niet. Toch weigerde hij Jezus te veroordelen omdat hij, bijgelovig als hij was, eigenlijk vreesde voor de invloed die Jezus had. Bovendien lag hij nog met zijn geweten overhoop door de moord op Joannes de Doper. Herodes had het ook niet begrepen op de hogepriesters omdat zij hem uit de synagoge hadden gebannen. Herodes werd op die manier ook beroofd van offeranden die ter zijner ere zouden worden opgedragen in de tempel. Deze ban werd ingesteld nadat Herodes echtbreuk had gepleegd met zijn minnares Herodias en ook de moord had gepleegd op Johannes de Doper. Pilatus had Herodes laten weten dat hij ‘geen schuld vond in die mens’. Dit zorgde er extra voor dat Herodes de mening zou volgen van Pilatus. Pilatus was landvoogd en Herodes had als viervorst minder macht dan Pilatus. Herodes wilde bij Pilatus in een goed daglicht komen te staan. Daarom wilde hij zeker geen veroordeling.

    Herodes : Brengt die dwaas weg van hier en bewijst die belachelijke koning de eer die Hem past; Hij is meer een dwaas, dan een misdadiger te noemen.

    Maar Herodes’ hofdienaren en lijfwachten namen het bevel heel ernstig en de mishandelingen waren ver buiten proportie. Ze namen Jezus mee en begonnen Hem te mishandelen en te bespotten. Ondertussen bleven de hogepriesters Annas en Kajafas aandringen op een veroordeling, maar Herodes zei hun dat het van zijn kant de grootste misdaad zou zijn, als hij Hem veroordeelde.


    04-04-2012, 22:44 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 2

    Voetwassing

    Ze stonden nu van tafel op en trokken hun gewone kleren terug aan. Ondertussen ruimden de hofmeester en twee bedienden de paastafel af. Daarna liet Jezus water in het voorportaal brengen. Jezus sprak hun eerst nog over zijn Rijk, over zijn heengaan naar de Vader en hoe Hij hun eerst alles zou nalaten wat Hij bezat. Vervolgens leerde Hij nog over boetvaardigheid, het inzien en bekennen van zijn schuld, over het berouw, de vergiffenis en de reiniging. Ieder kende zijn zonden en had er berouw over, behalve Judas. Jezus legde zijn mantel af, schortte zijn kleed op en bond zich een linnen doek om. Inmiddels geraakten de apostelen in een soort woordenstrijd omtrent de vraag wie van hen de eerste plaats zou verkrijgen. Zij dachten nog altijd dat Jezus bij zijn nakend vertrek een werelds Rijk zou stichten en zo de wereld voor een voldongen feit zou stellen. Jezus maakte hun een verwijt van hun twist en zei hun dat Hij gekomen was om te dienen. Jakobus de Mindere had de waterzak vast en Joannes de kom waar het water in terecht kwam. Jezus goot het water over de voeten van elke apostel en droogde ze dan af. Jezus waste de voeten van alle apostelen. De Heer toonde Zijn oprechte liefde en dienstbaarheid in deze daad.

    Petrus (protesterend) : Hoe Heer ? Wilt U mijn voeten wassen ?

    Jezus : Wat Ik doe, begrijp je nog niet, maar later zal het duidelijk voor je worden. Simon, je bent zo begenadigd geweest om van mijn Vader te vernemen dat Ik de Zoon ben van de levende God en dat Ik vandaar kom en daarheen terugkeer. Jij alleen hebt dit inzicht gehad en uitgesproken en Ik wil op jou Mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Bovendien zal Mijn macht bij jouw opvolgers blijven tot het einde van de wereld.

    Jezus (tot de andere apostelen) : Petrus zal Mijn plaats innemen, wanneer Ik van U zal zijn weggegaan. Hij zal het bestuur van de Kerk waarnemen, de missionering regelen en u uitzenden.

    Petrus : Maar Meester... Nooit zult U mijn voeten wassen !

    Jezus : Indien Ik uw voeten niet mag wassen, zul je geen deelname met Mij hebben.

    Petrus : Heer, was dan niet enkel mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd !

    Jezus : Wie een bad genomen heeft, is geheel rein en moet nog slechts zijn voeten wassen. Zo is het ook met jullie, jullie zijn rein, maar niet allen.

    Hiermee bedoelde Hij Judas. In zijn onderrichting had Jezus over de voetwassing gesproken als over een reiniging van dagelijkse zonden. De voetwassing was een teken en had een geestelijke kracht. Het was een soort absolutie van de overgebleven zonden. In zijn ijver en liefde zag Petrus daarin niets anders dan een te verregaande vernedering van zijn Meester. Maar hij wist nog niet dat de Heer om hem te helpen en zalig te maken zich de volgende dag uit liefde zou laten vernederen en kruisigen. Al de zonden zou Hij op zich nemen. Terwijl Jezus de voeten van Judas reinigde, was Hij buitengewoon teder en vriendelijk. Hij drukte zijn gezicht op Judas’ voeten en vermaande hem zacht en heimelijk zich toch te bezinnen. Maar Judas merkte het niet op. Hij gaf een ontwijkend antwoord, iets in de zin van : God behoede mij daarvoor.

    Jezus knoopte aan zijn handeling een lering vast over de nederigheid en zei dat degene die diende, de grootste was en hoe zij in het vervolg elkanders dienaren moesten zijn.

    Instelling van de Eucharistieviering

    Petrus en Joannes gingen nu de kelk halen en zetten die voor Jezus neer. Het waren de heilige handelingen zoals de priester die nu nog verricht vooraleer brood en wijn gezegend zijn. Ernaast stonden de paasbroden, die Jezus had opzij gelegd. Er stonden ook een wijnkruik en een waterkruik en dozen met olie. Het breken en ronddelen van het brood en het drinken uit dezelfde kelk bij het sluiten van de maaltijd was van oudsher een teken van verbroedering en liefde. Maar Jezus verhief dit gebruik nu tot het Heilig Sacrament. De deuren van het Cenakel waren nog altijd gesloten : alles gebeurde in het geheim en zeer plechtig. Jezus gaf hun uitleg over het avondmaal en ook hoe ze het heilig misoffer moesten opdragen. Onder deze handelingen werd de Heer steeds inniger. Hij zei dat Hij hun nu alles wilde geven wat Hij bezat, nl. Hijzelf. Jezus liet door Petrus en Joannes water over Zijn handen gieten en daarna werd de schaal met water doorgegeven aan alle apostelen om hun handen te wassen. Jezus bad en brak onder het gebed van de zegen het brood. Hij nam nu de schaal of pateen met stukken brood.

    Jezus : Neem en eet, dit is Mijn Lichaam dat voor U overgeleverd wordt.

    Eerst reikte Jezus Zijn Lichaam door het Brood aan Petrus en daarna aan Joannes uit. Judas was de derde aan wie de Heer dit Sacrament toereikte.

    Jezus (tot Judas) : Wat je van plan bent te doen, doe dat spoedig !

    Dan gaf Hij het Sacrament verder aan de overige apostelen. Zij naderden twee aan twee. Ze kregen het brood op hun tong en de een hield voor de ander onder de kin een doek dat op de kelk gelegen had. Daarna hield Jezus de kelk omhoog ter hoogte van zijn gezicht en sprak het dankgebed uit.

    Jezus : Drink er allen uit, want dit is Mijn bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.

    Hij liet Petrus en Joannes drinken uit de kelk, die Hijzelf in zijn handen hield en zette de kelk daarna neer. Joannes schepte nu met de kleine lepel van het H. Bloed uit de kelk in de kleine bekers, die door Petrus aan de overige apostelen toegereikt werden. Elke kleine beker diende voor twee van hen en zo dronken zij het H. Bloed. Na deze instelling ging Jezus verder met de rituele handelingen die ook nu nog worden gedaan door de priester.

    Jezus : Jullie moeten dit heilig Sacrament in de Kerk blijven voortzetten tot Mijn gedachtenis. Daarom zal dit Sacrament in de Kerk blijven tot het einde van de tijden.   

    Verder leerde Hij hun het hoofdzakelijke aan in de manier om de communie zelf klaar te maken en het aan anderen uit te delen. Ook werd hen uitgelegd hoe ze het wonderbaar geheim van het Sacrament geleidelijk aan de gelovigen moesten overdragen en het Sacrament voor hen uit te spraken. Nadat de apostelen de Heilige Geest op Pinksteren hadden ontvangen moesten ze zelf consacreren.

    Jezus bereidde ook het heilig chrisma. Zij leerden over de zalving met het heilig chrisma (olie) en het gebruik ervan (priesterwijding, sacrament van het vormsel). Jezus zalfde Petrus en Joannes. Zij moesten de andere apostelen op hun beurt de handen opleggen en zalven als ze de H. Geest ontvangen hadden op het Pinksterfeest. Dit was de grote doop met de H. Geest. Acht dagen erna deden ze hetzelfde aan verscheidene leerlingen om ze tot priesters te wijden. Jezus hield nu nog een lange afscheidsrede, die vele vurige gebeden bevatte. De apostelen waren blij en vol ijver. Ze stelden Hem vele vragen. Hij herhaalde tussendoor ook vroegere uitspraken en vertelde aan Petrus en Joannes deze mede te delen aan de overige apostelen die het op hun beurt aan de leerlingen en heilige vrouwen moesten voortzeggen en onderwijzen. Jezus sprak ook enkele keren over de verrader. Petrus verzekerde vol vuur dat hij Hem zeker trouw zou zijn en Hem nooit verlaten.

    Jezus : Simon, Simon, de satan beloert je om je te ziften als tarwe, maar ik heb voor jouw gebeden, zodat jouw geloof niet zou begeven; en je, eenmaal van jouw misstap teruggekeerd, je jouw broeders zou versterken !

    Waarheen Ik nu ga, kunnen jullie Mij niet volgen.

    Petrus (beslist) : Ik wil U volgen tot in de dood en met U sterven !

    Jezus (mistroostig) : Met Mij sterven ? Voorwaar, voordat de haan tweemaal kraait, zult jij Mij driemaal verloochenen.

    Jezus : Voor jullie zal een harde tijd aanbreken. Toen Ik jullie uitzond zonder beurs, zonder reiszak, zonder schoeisel, heeft het jullie dan aan iets ontbroken ?

    Apostelen : Neen !

    Jezus : Maar nu, moet hij die een reiszak heeft, deze meenemen, en wie niets heeft, maakt zijn kleed te gelde en koopt een zwaard, want nu moet ook dit woord in vervulling gaan : Hij zal onder de misdadigers gerekend worden. Alles moet waar gemaakt worden, wat over Mij geschreven staat !

    Petrus nam dit letterlijk. Hij wilde Jezus verdedigen en toonde twee hakmessen die hij bij zich had.

    Jezus (kortaf) : Genoeg ! Kom ! Laten wij heengaan.

    Na het zingen van de psalmen gingen ze naar buiten. Daar wachtten Zijn Moeder en Maria Magdalena op Hem. Ze smeekten Hem niet naar de Olijfberg te gaan, omdat ze het gerucht gehoord hadden dat men Hem wilde gevangen nemen. Maar Jezus sprak enige troostende woorden en vertrok haastig tussen hen door. Judas had zich vlug uit de voeten gemaakt (na het drinken van het H. Bloed) om zijn wrede plan tot uitvoer te brengen.

    In de Hof van Olijven

    Jezus en de elf apostelen verlieten het Cenakel dat op de berg Sion lag en gingen door het dal van Josafat. De maan steeg boven de Olijfberg op. Het was ongeveer negen uur.

    Jezus : Deze nacht nog zullen jullie allemaal ten val komen vanwege Mij, want er staat geschreven : Ik zal de Herder treffen, en de schapen van de kudde zullen verstrooid worden. Maar eenmaal verrezen zal Ik u voorgaan naar Galilea.

    De apostelen waren nog vol geestdrift en godsvrucht. Zij verdrongen zich om Hem en betuigden Hem, ieder op zijn wijze, hun liefde. Zij verzekerden Hem dat zij Hem niet konden en niet zouden verlaten.

    Petrus : Indien iedereen zich aan U ergert, nooit of nooit wil ik U verdriet aandoen.

    Jezus : Voorwaar, Ik zeg je, juist jij zult mij deze nacht, nog voor de haan kraait, driemaal verloochenen.

    Petrus (ontkennend) : Al moest ik zelfs met U sterven, toch zou ik U nooit verloochenen.

    En zo spraken ook alle andere apostelen. Zij begaven zich naar de tuin van Getsemane dat een half uur van het Cenakel verwijderd lag. Er stonden meerdere dichtgebladerde loofhutten. In een daarvan bleven acht van de apostelen achter. Bij deze achtergebleven apostelen voegden zich nadien nog leerlingen van Jezus. Jezus was diep bedroefd en zei hun dat het gevaar nabij was.

    Jezus : Blijf hier, terwijl ik verder ga om te bidden.

    Jezus en de andere apostelen trokken verder naar de Olijfhof. De Olijfhof is door een weg gescheiden van de tuin van Getsemane en hij strekt zich verder uit op de helling van de Olijfberg. Deze hof van Olijven is open en alleen door een aarden wal omringd. Hij is kleiner dan de tuin van Getsemane. Het is een tuin op de berghelling waar men grotten, terrassen en vele olijfbomen aantreft. Petrus, Joannes en Jakobus de Meerdere gingen met Hem mee. Jezus werd enorm bedrukt en onrustig.

    Joannes : Heer, U hebt ons vroeger allen getroost en nu bent U zo bang...

    Jezus : Mijn ziel is ten dode toe bedroefd. Blijf allen hier, en waak met Mij. Bidt om vooral niet in bekoring te vallen.

    Hij ging een eindje verder, maar de angstbeelden stormden zo geweldig op Hem aan dat Hij door schrik overmand links van de apostelen afdaalde en zich verborg in een grot met een overhangende rots.

    De Kerk van alle Naties ook wel de Doodsangstbasiliek genoemd, is tussen 1919 en 1924 gebouwd bovenop een rots in de Hof van Olijven, waarop Jezus in doodsangst bad in de nacht voor zijn aanhouding en kruisiging (Markus 14, 32-42). Het bouwwerk ziet er uit als een klassieke Byzantijnse basilica, met 12 koepels, symbool van de 12 apostelen.

                                                                


    de rots is zichtbaar aan het altaar

    Jezus gaf zich over aan zijn aanstaande lijden en offerde zich op aan de goddelijke Rechtvaardigheid om al de zonden van de wereld te voldoen. Hij liet vrijwillig zijn natuur van Godheid terugtrekken en was nu enkel gehuld in Mensheid. De natuur van mens te zijn, die Hij uit oneindige liefde voor de mensen had aangenomen. Nu was Hij alleen met de liefde van zijn rein en onschuldig menselijk Hart overgeleverd aan het geweld van alle angsten en smart voor de zonden van de wereld. Hij liet zich over aan de zwakke menselijke natuur. Hij was daardoor eindeloos angstig en bedroefd en Hij smeekte God om medelijden. Jezus wierp zich voorover en bad en ondertussen zag Hij alle zonden van de wereld en hun afschuwelijke boosheid in ontelbare beelden. Hij nam ze allemaal op zich en gaf Zich aan God, Zijn hemelse Vader en Vader van alle mensen. Hij beveelde alles in zijn gebed aan om Zich door zijn lijden voor die onmetelijke schuld voldoening te schenken aan God de Almachtige en Eeuwige, Vader van alle mensen, die allen zondaars zijn. Zo zouden alle mensen die in Jezus geloven en in de biecht tot Hem komen gered worden.

    Maar ook in dit uur liet Satan Hem niet los en deed Jezus bovenop de verpletterende schuldenlast nog hopeloos lijden door bekoringen. Bovendien werd zijn ziel nog eens met ontzetting geslagen bij het zien van de ontelbare misdaden van de mensen en van hun ondankbaarheid tegenover God.

    Jezus (huiverend) : Vader, indien het mogelijk is, neem dan deze kelk van Mij weg ! Maar niet mijn Wil, maar de Uwe geschiede !

    Zijn Wil en die van de Vader waren nochtans één, maar Jezus die uit liefde tot de mens de hele zwakte van de menselijke natuur wilde ondergaan, sidderde hier bij het aanblik van de naderende dood. De schrik voor de dood en de natuurlijke vrees voor de grootte van het zoenoffer.

    Maria, Zijn Moeder was in deze doodstrijd door droefheid en angst overstelpt. Zij bevond zich in de tuin van het huis van Maria Markus. Maria Magdalena en Maria Markus waren bij Haar. Zij verloor verschillende keren het bewustzijn, omdat ze innerlijk in haar geest het lijden van haar Zoon aanschouwde. Ze had boden op pad gestuurd om op de hoogte gehouden te worden, maar omdat ze te lang wegbleven ging ze zelf op weg. Zij werd vergezeld van Maria Magdalena en Salome.

    Het was ongeveer half elf toen hij opstond en zich terug naar de drie apostelen begaf. Hij vond hen in slaap.

    Jezus : Simon, slaap je ? Hebben jullie dan niet eens een uur met Mij kunnen waken ?

    Joannes (die Jezus nog niet als een verslagen mens had gezien ) : Meester, wat overkomt U ? Moet ik de andere leerlingen roepen ? Zouden wij niet beter vluchten ?

    Jezus : Indien Ik nogmaals 33 jaar leefde, onderwees en zieken genas, dan nog zou dat ontoereikend zijn om alles te verrichten. Het zou nog niet opwegen tegen alles wat Ik van nu tot morgen moet verrichten. Je moet dus de anderen niet roepen. Juist daarom heb Ik hen ginder achtergelaten, zodat zij Mij in deze allerellendigste toestand niet zouden zien en zich niet aan Mij zouden ergeren. Zij zouden in bekoring vallen, veel van mijn woorden en handelingen vergeten en aan Mij twijfelen. Jullie hebben echter de Zoon des Mensen in zijn verheerlijking en verheffing gezien (op de berg Tabor) : nu mogen jullie Hem ook zien in zijn verduistering, vernedering en totale verlatenheid. Maar Ik maan jullie aan te waken en te bidden zodat jullie niet in bekoring vallen, want de geest is wel van goede wil, maar het vlees is zwak.

    Jezus wilde hen aansporen tot doorzetting en hen ook wijzen op de strijd van de menselijke natuur tegen de dood en op de oorzaak van zijn zwakheid op het ogenblik. De drie apostelen waren verslagen door de droefheid van hun Meester en begonnen op hun beurt te bidden. Maar ze waren na een tijdje terug in slaap gevallen. Door hun gebrek aan vertrouwen waren ze terug in bekoring gevallen.

    De acht anderen die waren achtergebleven sliepen niet. De angst en de droefheid die weerklonken in Jezus’ laatste woorden hadden hen te zeer verontrust. Zij zochten naar een schuilplaats tegen mogelijk gevaar.

    En voor de tweede maal, ging Jezus bidden in de grot. Hij viel neer en bad. Opnieuw begon er een strijd in zijn ziel. Engelen lieten Hem al de folteringen en hun omvang aanschouwen. Deze zou Hij moeten verduren voor de voldoening van alle zonden. Zij toonden Hem een lichaams- en zielelijden die door de pijn ervan beantwoordde aan de straffen die God eiste voor alle zonden van de hele mensheid. Bovendien moest het een lijden zijn dat de schuld van de hele mensheid strafte op de onschuldige Mensheid die God had begrepen voor zijn mensen. De schuld en de straf van alle mensen moest daadwerkelijk en uit liefde op zich worden genomen. Hij moest de menselijke tegenzin voor lijden en dood, die een onderdeel van ieder lijden is overwinnen. Jezus brak uit in een bloedig zweet.

    De goddelijke Wil van Jezus Christus trok zich door zijn smeken in de Vader terug zodat zijn Mensheid (beroofd van goddelijke troost), al het lijden zou kunnen (en moeten) verduren. De Godheid van Christus was één met de Vader en bestemde voor haar Mensheid het vreselijkste lijden, terwijl de menselijke wil van Christus tot de Vader bad juist dat lijden van Hem af te willen wenden. Daarna werd Hij overvallen door een bijkomende angst : de onrust en bekommernis in zijn ziel. Deze angsten zijn aanwezig in ieder menselijk hart dat een zwaar en pijnlijk offer tegemoet gaat. Hij stelde zich de vraag : Wat zal het nut van al dat lijden zijn ? Wat zal erdoor gewonnen worden ? Hij voorzag de ondankbaarheid van de mensen. Jezus zag hen allen. Hij weende en treurde over hen en wilde lijden voor al degenen die Hem niet zien, die hun kruis na Hem niet willen dragen. Zijn Bruid de Kerk niet erkennen aan wie Hij zichzelf geschonken heeft in het H. Sacrament. De mensen die door Satan werden en nog altijd worden weggesleurd. In zijn vertwijfeling schreeuwde Hij een noodgeroep. De drie apostelen sprongen recht en wilden naar Hem toe snellen.

    Petrus (tegen Jacobus en Joannes) : Blijf hier, ik loop eens tot Hem !

    Petrus (de grot binnentredend) : Meester, wat overkomt U ?

    Hij deinsde terug toen hij Jezus zag vol bloed en van angst vervuld. Jezus antwoordde niet en scheen hem niet te bemerken. Daarop keerde Petrus noodgedwongen naar de andere twee apostelen terug. Ze gingen terug zitten en bidden. Maar Jezus’ strijd tegen de menselijke afkeer van het lijden duurde voort.

    Jezus : Vader, is het mogelijk te lijden voor mensen als dezen ? O Vader, indien de kelk mij niet voorbij kan gaan, dat dan Uw Wil geschiede !

    Jezus zag hoe duivels ontelbare mensenmassa’s verleiden, verscheuren en verslinden. Mensen voor wie Hij de weg naar de bittere kruisdood nu begonnen was om hen te verlossen uit Satans macht. Voor hen zou Jezus’ offer tevergeefs gebeuren. Jezus zag dat het H. Sacrament waar Hij zich als levende God iedere keer tot voedsel wegschenkt, werd en wordt ontheiligd en verkracht. Hij zag dat zijn Bruid, de Kerk, werd uiteengerukt en versplinterd. Bloed stroomde in dikke druppels van zijn bleke gelaat.

    Jezus keerde daarna terug naar de drie apostelen en vond hen wederom in slaap. Door droefheid, angst en vermoeidheid overvallen, waren zij terug ingesluimerd. Ze werden wakker en stonden onmiddellijk recht. Ze ondersteunden Jezus met medelijden en liefde. Hij zei hun dat men Hem zou gevangen nemen, Hem voor de rechter slepen, mishandelen en Hem daarna de wreedste dood zou laten ondergaan. Hij vroeg nadrukkelijk of ze Zijn Moeder wilden troosten. De apostelen waren stil, omdat ze voelden dat Hij de waarheid sprak. Jezus wilde terugkeren naar de grot en ze hielpen Hem erheen. Hij was zwak en moedeloos. Opnieuw bad Hij tot Zijn Vader.

    Jezus : Vader, indien het uw Wil is, neem deze kelk van Mij weg, maar niet mijn Wil, maar de Uwe geschiede !

    Jezus aanschouwde met diepe ontroering en troost alle toekomstige hemelbewoners uit het Oude Testament en alle toekomstige gelukkigen. Jezus ziet zijn broeders en zijn schepselen zo graag, dat Hij met vreugde alle smart en pijn op zich neemt, ook al zou Hij maar één enkele ziel kunnen redden.

    Daarna werden alle gebeurtenissen uit de doeken gedaan, te beginnen met de kus van Judas tot aan zijn laatste woord op het kruis. Hij werd gesterkt door hierboven om zijn angst en onrust wat te milderen. Jezus bleef nog een tijdje verdiept in stille overweging en dankzegging tot zijn hemelse Vader. Daarna ging Hij terug naar de apostelen en maande hen aan tot waken en bidden. Het was nog nooit zo nodig geweest.

    Jezus : Zie, het uur is gekomen waarop de Mensenzoon in handen van de zondaars zal overgeleverd worden. Sta daarom op en laten we weggaan !

    Zie, de verrader is reeds nabij. Oh ! Het was beter voor hem nooit geboren te zijn geweest !

    De apostelen sprongen verschrikt op en zagen angstig om zich heen.

    Petrus : Meester, ik laat de andere apostelen roepen ! Wij zullen U verdedigen.

    Maar Jezus wees naar een groep gewapende mannen. Zij naderden vanuit het dal met fakkels in de hand.

    Jezus : Eén van de twaalf heeft Mij verraden !

    Maar ze hielden dit voor onmogelijk. Nogmaals vroeg Jezus aan hen om zijn Moeder te troosten.

    Jezus : Laten wij de vijand tegemoet gaan. Ik wil Me zonder verweer in hun handen overleveren.

    Judas’ verraad

    Het verraad van Judas viel anders uit dan hij had verwacht. Hij spioneerde voor het geld en om in de gunst van de Farizeeën te komen. Zij bewogen Judas door vleierij tot verraad van Jezus. Aan een doodsvonnis en een kruisiging had hij niet gedacht. Het lag niet in zijn bedoeling Jezus pijn te doen. Judas was enkel het moeizame, lastige zwerversleven van de apostelen temidden van voortdurende vervolgingen moe. In de laatste maanden had hij zijn misdaad voorbereid door zich onrechtmatig aalmoezen toe te eigenen. Zijn gierigheid, die nog meer werd geprikkeld door de vrijgevigheid van Maria Magdalena bij de zalving van Jezus, had hem over de streep getrokken. Hij had altijd gehoopt dat Jezus een werelds koninkrijk zou stichten. Een echt koninkrijk met Jezus als koning. Hij zag zich al voorzien van een eervolle en winstgevende plaats. Doordat dit Rijk er niet kwam, probeerde hij op een andere manier roem te halen en rijkdom te vergaren. Wanneer hij de groeiende moeilijkheden en vervolgingen zag, vond hij het geraadzaam goede betrekkingen aan de knopen met de machtige en hooggeplaatste tegenstanders van Jezus en in hun gunst te komen. En dit voor het te laat was ! Maar die tegenstanders zaten nu niet direct op Judas te wachten. Zij behandelden hem als een vuile verrader, iemand die je niet kon vertrouwen. Judas deed er alles voor om hen tot actie te doen overgaan. Hij had Jezus en de apostelen met leugens beklad bij de hogepriesters en was bang dat zijn plan doorzien zou worden bij de apostelen. Tenslotte ging men dan toch op zijn voorstel in. Men zou volgens zijn aanwijzingen en onder zijn toezicht Jezus gevangen nemen. Hij had dertig zilverstukken gekregen voor zijn verraad. Hij moest alleen de taak nog uitvoeren. Judas zou een afgesproken teken doen om aan te duiden welke persoon de soldaten moesten grijpen nl. door een kus.

    Jezus was nog niet uitgesproken of Judas kwam eraan, en hij had een 20-tal soldaten bij zich. Een deel ervan behoorde bij de tempelwacht en de rest waren in dienst van Kajafas en Annas. Zij waren vergezeld van 4 beulsknechten (= gerechtsdienaren die heiden waren) met boeien en 6 beambten die gestuurd waren door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten van het volk. Er was veel geharrewar want de acht achtergebleven apostelen hadden het lawaai gehoord en kwamen aangelopen.

    Petrus : Heer, de andere apostelen zijn aangekomen. Wij gaan de gerechtsdienaars aanvallen.

    Jezus (gebiedend) : Blijf kalm en onderneem niets !

    Jezus ging enige schreden achteruit en ging naast de weg op het gras staan. Judas en zijn gevolg kwamen bij Jezus aan. Maar Judas kreeg geen kans om zijn mond open te doen. Drie apostelen vroegen Judas om uitleg. Bovendien kwam er nog een vriend van Jezus bij staan. Rond Judas stonden nu Jacobus de Mindere, Filippus, Tomas en Natanaël. De anderen stonden verder af, klaar om te vluchten.

    Jezus (luide toon) : Wie zoeken jullie ?

    Bende : Jezus van Nazaret !

    Jezus : Ik ben het !

    Judas wilde naderen, maar Jezus hief zijn hand tegen hem op.

    Jezus : Vriend, waarvoor ben je gekomen ?

    Judas was uit zijn lood geslagen en stamelde enkele woorden over een vervulde opdracht. Petrus en de andere leerlingen omringden Judas en scholden hem uit voor verrader en dief. Judas werd in bescherming genomen door de soldaten en kon zich daardoor niet redden met leugens. Hij werd woedend.

    Jezus (nog luider) : Wie zoeken jullie ?

    Bende : Jezus van Nazaret !

    Jezus : Ik ben het. Ik heb het u reeds gezegd ! Indien jullie Mij zoeken, laat hen dan gaan !

    Ondertussen waren de apostelen tegen Judas en de soldaten heftig te keer gegaan. De soldaten deden een tegenaanval en zo geraakte Judas uit zijn netelige positie bevrijd. De soldaten eisten nu van Judas het afgesproken teken om Jezus in te rekenen. Daarop ging Judas naar Jezus.

    Judas (Jezus een kus gevend) : Wees gegroet, Meester !

    Jezus : Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus ?

    Jezus werd omringd door de soldaten en de beulsknechten grepen Jezus vast.

    Judas wilde vluchten, maar de apostelen hielden hem tegen. Ze wilden zich verzetten tegen de soldaten.

    Apostelen : Heer, moeten wij erop slaan met het zwaard ?

    Petrus voegde de daad bij het woord, greep onmiddellijk zijn zwaard en sloeg een stuk van het oor van de knecht van de hogepriester.

    Jezus (tot Petrus) : Petrus, steek jouw zwaard terug in de schede, want allen die het zwaard trekken, zullen door het zwaard omkomen ! Of denk je dat Ik niet tot mijn Vader kan bidden en dat Hij Mij nu niet meer dan twaalf legioenen engelen zou kunnen zenden ? Maar hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, indien verhinderd werd, wat hier gebeurt ? En moet Ik de beker, die de Vader voor Mij bestemd heeft, niet drinken ?

    Laat Mij nu ook nog even die man genezen.

    Jezus raakte het gewonde oor aan en het was genezen. De soldaat heette Malchus. Hij was met verstomming geslagen. Hij was onmiddellijk bekeerd. Van nu af hield hij de gebeurtenissen verder in het oog en hield Jezus’ Moeder Maria en de andere vrienden op de hoogte. Maar de andere soldaten dreven de apostelen terug en achtervolgden hen zelfs. Toen de leerlingen waren gevlucht, keerden ze terug naar de beulsknechten en de gerechtsdienaren.

    Beambten van schriftgeleerden : Hij gaat met de duivel om. De soldaat is door tovenaarskunst genezen !

    Jezus : U bent uitgetrokken als tegen een rover, met zwaarden en stokken, om Mij als een moordenaar gevangen te nemen. Dagelijks onderwees Ik bij u in de tempel en U hebt uw hand niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is echter uw uur : het uur van de macht der duisternis.

    Beambten : Wij zullen Uw toverkunst wel afleren !

    De leerlingen hadden hem allemaal in de steek gelaten. De beulsknechten bonden Jezus handen vast voor zijn borst. Ondertussen beschimpten de beambten van de schriftgeleerden Hem onophoudelijk. Het eerste foltertuig dat ze bovenhaalden was de gordelboei. Dit was een gordel die met ijzeren punten bezet was. Ze hadden Hem ook een ijzeren halsband met scherpe punten om zijn nek gedaan. Deze boeien hielden ze met 4 touwen vast. Naargelang de 4 beulsknechten eraan trokken, werd Jezus van de ene naar de andere kant gesleurd. De leerlingen waren geheel buiten zichzelf en zwierven in de omgeving rond. Joannes was teruggekeerd en volgde dicht achter de laatste soldaten. Zij kregen hem in het oog en achtervolgden hem. De soldaten grepen hem vast bij zijn zweetdoek, maar hij liet het doek los en ontsnapte. Judas had van de het geharrewar gebruik gemaakt om te vluchten. Z’n knagend geweten liet hem niet meer los. Hij had zich in een onmogelijke positie gebracht. Maar hij was te laf om zijn fouten vooralsnog bij Jezus te biechten en vergeving te vragen. Zijn hart was zo verduisterd dat hij de hand van Jezus zou weigeren. Hij liep weg van Jezus. Weg van zijn enige redding.

    Tocht naar de berg Sion

    De bende ging door het Kedrondal.

                                                           

    de graftombe van Absalom                                                    zicht over de Kedronvallei

    Daar moesten ze over een brug. Er stroomde een beek onder. Daar lieten ze Jezus vanaf de brug in de beek zakken. Meer vallen dan zakken. De rotsbodem was duidelijk te zien door het lage waterpeil. Jezus kwam op zijn knieën op de rotsen neer en stuikte op zijn gezicht. Hij kon maar amper zijn handen voor zijn gezicht houden. Het was aan Gods bijstand te danken dat Hij niet dodelijk gewond was. Jezus dronk een beetje van het water van de beek. Daarna gingen de beulsknechten van de brug naar beneden aan de oever van de beek staan. Van daar af sleurden ze Jezus terug naar de kant. Zijn wollen kleed was nat geworden door het water uit de beek en woog zwaar. Daarna trokken ze met Jezus verder, sloegen Hem met koorden en riepen voortdurend beledigingen. Jezus was blootsvoets en daarom lieten ze Hem verder over de scherpe stenen van de weg lopen. Ze duwden Hem door distels en doornen. Onder het lopen staken de beulsknechten met foltertuigen tussen zijn ribben en sloegen Hem op de rug.

    Ze passeerden ook een stadswijk van Jeruzalem : Ofel. Daar was Jezus een week geleden als een koning binnengehaald. Hij had er veel goeds verricht en de bewoners waren dit niet vergeten. Ze liepen weeklagend rond en bleven Jezus steunen. Maar de soldaten joegen hen met geweld terug naar hun huizen. De bende hield eventjes stil en twee soldaten maakten gebruik van die gelegenheid om Jezus boeien iets losser te maken en Hem een beetje water te geven. Deze soldaten hebben zich nog bekeerd voordat Jezus stierf. De soldaten konden maar met grote moeite de vele inwoners die het onrecht aan de kaak stelden de baas.

    Inwoners van Ofel : Laat die man toch los ! Geef ons die man terug ! Wie zal ons voortaan helpen, wie ons troosten, wie ons genezen ? Geef Hem ons terug ! Laat Hem vrij !

    De bende liep vlug verder naar de berg Sion waar het paleis van Kajafas of het Sanhedrin was gelegen. 

    Maria, Jezus’ Moeder werd door de wijk Ofel naar het huis van Maria Markus geleid dat aan de voet van de berg Sion lag. De mensen betuigden hun medelijden en steun voor haar. Maria Magdalena en Salome waren bij haar gebleven. Ze was verscheurd door smart. Joannes was tot bij Haar gekomen om haar over Jezus’ gevangenneming te vertellen. Later werd Maria tot bij Marta gebracht. Petrus en Joannes trokken naar enige goede kennissen die gerechtsboden waren. Zo zouden ze de gerechtszitting kunnen bijwonen. Petrus en Joannes kregen elk een bodemantel om zich te vermommen en zo de rechtszaal van Kajafas binnen te geraken. In de Raad waren er ook vrienden van Jezus bij, waaronder Nikodemus en Jozef van Arimatea. Dit was zeer tegen de zin van de schriftgeleerden of Farizeeën.

    Alle vijanden van Jezus waren opgeroepen voor de zitting : raadslieden, schriftgeleerden, hogepriesters, ouderlingen, vijanden van Jezus uit vele landstreken. Het Joodse paasfeest was bijna aangebroken en op die gelegenheid verbleven zij in Jeruzalem. Er waren ook kooplieden bij die door Jezus uit de tempel waren verdreven. Zelfs nog schriftgeleerden, die Jezus op zijn 12 jaar de mond had gesnoerd op zijn eerste tempelonderricht. Er waren nog onboetvaardige en hervallen zondaars, wereldgezinde jongelingen die Hij niet tot leerling wilde aanvaarden, losbandigen, echtbrekers, erflustigen die hun erfenissen zagen weggegeven worden aan de armen, enz. Vele vijanden van Jezus waren flink in de weer om bewijzen tegen Hem te verzamelen. Daarbij werden ook getuigen omgekocht. Vele godvruchtige lieden en vrienden van Jezus waren bedroefd en vooral heel angstig. Vele goedmenende mensen werden in hun hart getroffen door Jezus’ geduld, want middenin dit verpletterende leed uitte Hij geen enkele klacht. Zij trokken zich moedeloos en zwijgend terug.

    04-04-2012, 21:28 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prachtig

    Ik keek in de maandelijkse brief van het Madonnacentrum Totus Tuus en er zat naast het maandblad een prachtig beeldje in met de 15 geheime martelingen van Onze Heer Jezus Christus. Ik las de tekst en het gebed. Achteraan stond bij Imprimatur : 11-08-2011, 17:35 Geschreven door Claudia. Dat was een aangename verrassing. Mijn vertalingen brengen iets teweeg. Bedankt!

    Bestelnr 246.00 -  15 geheime martelingen van Onze Heer Jezus Christus – verkrijgbaar in het Madonnacentrum Totus Tuus VZW – Frans van Dijckstraat 5 – 2100 Deurne (03/236 20 15)

    04-04-2012, 20:50 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkel door voorspraakgebeden kunnen de duistere zielen gered worden 3/4/2012

    Mijn dierbare dochter, er is een periode tussen nu en de Waarschuwing waarvan Ik wil dat Mijn volgelingen ze begrijpen.

    Jullie krachtige gebeden zijn nodig om zielen te redden die zichzelf niet kunnen redden. Vele van deze zielen zullen de Waarschuwing niet overleven, daarom is het belangrijk dat zij en alle anderen die in doodzonde verkeren gered worden door Goddelijke tussenkomst.

    Jullie smeekbeden voor de redding van hun zielen zijn nu nodig. Dit moet nu jullie prioriteit zijn tijdens de Goede Week, want wanneer jullie Mijn geliefde Vader in Mijn Heilige Naam vragen om die zondaars te redden zullen jullie gebeden verhoord worden. (zie kruistochtgebed nr 43)

    Bid voor alle zondaars. Mijn grootste wens is om de hele mensheid te redden. Enkel door voorspraakgebeden kunnen de duistere zielen gered worden.

    Jullie geliefde Jezus Christus

    04-04-2012, 20:12 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruistocht van Gebed 43

    Profeet : Maria van de Goddelijke Barmhartigheid

    43 Gebed om zielen te redden gedurende de Waarschuwing 3/4

    O Allerhoogste God, in naam van Uw geliefde Zoon Jezus Christus en in herinnering aan Zijn dood op het kruis om ons te redden van onze zonden, smeek ik U om de zielen te redden van diegenen die zichzelf niet kunnen redden en die misschien in doodzonde sterven tijdens de Waarschuwing.

    Als verzoening voor het lijden van Uw geliefde Zoon smeek ik U om die zielen te vergeven die niet in staat zijn om verlossing te zoeken omdat ze niet lang genoeg leven om Jezus, Uw Zoon om Barmhartigheid te vragen om hen van zonde te bevrijden. Amen.

    Jullie geliefde Jezus Christus

    04-04-2012, 20:01 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat ze tot Mij bidden om onderscheidingsvermogen 2/4/2012

    Mijn dierbare dochter, je moet nu rusten want de aanvallen door diegenen die mijn ware woord niet kunnen erkennen blijven voortduren.

    Het is je niet toegestaan om Mijn woord te verdedigen, maar nu draag Ik je op om je niet in te laten met diegenen die twijfelen aan Mijn woord, want het is jouw verantwoordelijkheid niet.

    Mijn dochter, hoe aanlokkelijk het ook is om de echtheid van mijn Heilig woord aan de mensheid in deze tijd te bewijzen, moet je dit niet doen.

    Ik heb nooit gereageerd op Mijn beulen tijdens Mijn kruisiging. Je moet niet proberen om te reageren op diegenen die Mij wensen te vervolgen door Mijn boodschappen.

    Mijn dochter, ze zijn niet kwaad op jou, maar op Mij.

    Ik kan alleen aan de wereld vertellen hoe ze zich moeten voorbereiden op Mijn Tweede Komst, Ik kan hen daartoe niet dwingen.

    Negeer dergelijke beschimpingen. Velen zijn van echte zielen die de behoefte voelen om vragen te stellen. Maar het is je niet toegelaten om dit te doen. Laat hen bidden tot Mij voor onderscheidingsvermogen. Alleen Ik heb de verantwoordelijkheid voor hun zielen. Zelfs wanneer je aanbiedt om te lijden om zielen te redden is het nog steeds niet jouw verantwoordelijkheid.

    Ga en vertel diegenen die in twijfel verkeren dat Ik het zelf was die tegenover Mijn apostel Thomas stond na Mijn verrijzenis. Het was pas toen hij Mijn wonden aanraakte dat hij ten volle tot geloof kwam.

    Helaas wordt vele zielen in de wereld deze luxe niet geboden.

    Zij moeten weten dat de tijd kort is om hun ziel voor te bereiden. Het is hun eigen vrije keuze of ze al dan niet reageren op Mijn oproep.

    Jullie Jezus

    04-04-2012, 19:06 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De successtory van het lijden van Jezus : deel 1

    Het verhaal heb ik in rollen en gesprekken verdeeld om het verhaal echter te doen lijken. Het verhaal is gebaseerd op de visioenen van Anna Katarina Emmerich.

    Jezus

    Hij was groot en recht (1,80 m volgens de Lijkwade van Turijn) en had een hoge, brede borst met sterkgespierde armen. Hij had lange benen die gespierd waren door het vele rondtrekken. Hij had een lang, ovaalvormig hoofd en rood-bruin haar. Zijn gezichtstrekken waren mooi en indrukwekkend. Hij had een recht voorhoofd en een mooi gevormde neus en mond. Hij had een ontwapenende blik en Zijn ogen waren straalden onschuld uit. Zelfs zijn vijanden keken Hem met genoegen aan. Hij droeg zijn haar altijd met een middenstreep. Het kwam tot in de nek. Zijn baard was niet lang maar puntig en op zijn kin in twee gesplitst. Hij had een doordringende en beminnelijke tenorstem.

    Maaltijd in Betanië

    Jezus en zijn leerlingen hielden hun laatste grote maaltijd in Betanië, in het huis van Simon die door Jezus van zijn melaatsheid werd genezen. Daar kwam Maria Magdalena terug naar Hem toe. Ze had een albasten flesje kostbare nardusbalsem bij. Ze brak het flesje en goot het over zijn hoofd leeg, terwijl Hij aan tafel aanlag. Ze zalfde Hem en uitte zo haar diepe verering voor Jezus. 

                                                                                         

    Betanië

    Leerlingen : Waar was die verspilling van die balsem nu goed voor ? Want die had voor meer dan driehonderd denariën kunnen verkocht worden. Dat geld kon aan de armen gegeven worden.

    Jezus : Laat ze toch doen ! Waarom maken jullie het haar lastig ? Ze heeft een goed werk aan Mij gedaan. Want de arme mensen blijven hier en je kunt voor hen voortdurend iets goeds doen, maar Ik zal hier niet altijd blijven. Ze heeft gedaan wat ze kon. Want toen ze die balsem over mijn lichaam goot, heeft ze mijn lichaam gezalfd met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie, waar deze goede boodschap verkondigd wordt, daar zal men ook vertellen wat zij gedaan heeft.

    Daarna werd de voorbereiding op het paasmaal besproken :

    Leerlingen : Heer, waar wilt U dat wij het paasmaal U voorbereiden ?

    Jezus (tegen Petrus en Joannes) : Bij het beklimmen van de berg Sion (Jeruzalem) zullen jullie een man met een waterkruik ontmoeten. Jullie moeten hem volgen tot in het huis waar het maal gepland is en hem zeggen : De Meester laat u weten dat Zijn tijd nabij is; Hij verlangt het paasmaal bij U te houden. Daarna zal hij jullie de eetzaal tonen, die tot dit doel is voorzien. Breng daar al het nodige in gereedheid.

    Judas Iskariot , een van de twaalf leerlingen, had zich geërgerd aan de zalving van Jezus. Hij ging naar Jeruzalem om met de hogepriesters over de uitlevering van Jezus te onderhandelen. Ze gaven hem dertig zilverstukken. Van dan af zocht hij een gunstig moment om Hem in de handen van de hogepriesters over te leveren.

    Voorbereiding op het paasmaal

    De apostelen gingen in Jeruzalem de Sionberg op. Daar was een oud gebouw gelegen, dat door een binnenplein was omgeven. Daar vonden ze de man en ze gaven hem Jezus’ boodschap door. Het gebouw of Cenakel was eigendom van Jozef van Arimatea en Nikodemus. Zij verhuurden dit gebouw voor feestgelegenheden. De zaal was gereserveerd door de man, maar hij wist nog niet voor wie. Hij was verheugd toen hij vernam dat het voor de Heer was. De man, Heli, was een vriend van Jezus. Hij liet de apostelen het feesthuis zien. Het zag eruit als een tempel en bestond uit drie delen : de voorzaal, middenzaal en het allerheiligste met een haard. In de haard konden paaslammeren gebraad en paasbroden gebakken worden. Bovendien was er een bovenzaal en een benedenzaal. Jezus hield het maal in de bovenzaal.

                                                                        

    De bovenzaal van het Cenakel

    Daarna gingen de apostelen naar een zoon van Simeon. Hij was een tempelbediende of leviet. Samen gingen ze naar de veemarkt. De leviet koos vier paaslammeren eruit. Later werden de lammeren naar het Cenakel gebracht. Petrus en Joannes gingen daarna verder de stad in en kochten nog benodigdheden. Ze gingen een herberg binnen die onder het toezicht stond van Serafia, die later Veronica zou genoemd worden. Ze kwamen gerei afhalen en ontvingen hier ook de kelk die de Heer gebruikt voor de instelling van het Laatste Avondmaal.

    In Betanië nam Jezus van Zijn Moeder, zijn goede vriend Lazarus en de Heilige Vrouwen. De Heilige Vrouwen waren allen vriendinnen en familieleden van Zijn Moeder. Hij zei haar dat Hij Petrus en Joannes naar Jeruzalem had gezonden om het paasmaal voor te bereiden. Hij zei aan Zijn Moeder dat Petrus en Joannes Zijn boodschap omvatten : Petrus als het geloof en Joannes als de liefde. Hij vertelde haar ook over het verraderlijk plan dat Judas aan het voorbereiden was. Judas liep voortdurend bij de Farizeeën en vertelde leugens bij de apostelen. Toen de Heer aan Zijn Moeder bekend maakte wat Hem weldra zou overkomen smeekte zij Hem om toch met Hem te mogen sterven. Maar Hij moedigde haar aan zich sterk te houden. Hij voorzegde haar dat Hij zou verrijzen en op welke plaats Hij aan haar zou verschijnen. Toch bleef ze vol verdriet en verzonken in een diepe ernst achter. De Heer bedankte haar als een erkentelijke, liefhebbende Zoon voor haar liefde en zorgen. Hij legde zijn rechterarm om haar en hield haar gedrukt aan Zijn hart.

    Jezus ging met de negen apostelen (Petrus en Joannes waren in het Cenakel) naar Jeruzalem. Hij sprak tot hen, dat Hij hen tot nog toe had gevoed met zijn brood en wijn, maar dat Hij hun vandaag zijn vlees en zijn bloed wilde geven. Alles wat Hij bezat wilde Hij hun nu geven en nalaten. Zijn gezellen begrepen Hem niet; zij dachten dat Hij over het paaslam sprak.

    Laatste avondmaal

    Er waren drie gescheiden groepen in het Cenakel die het paaslam aten. Ieder van die groepen bestond uit 12 man en was voorgezeten door een 13de man als huisvader. Jezus at met de apostelen in de grote middenzaal. Afzonderlijk waren Natanaël en Eliakim. Zij hadden elk een groep van 12 man. Voor deze laatste twee groepen werden drie paaslammeren in de tempel geslacht en besprenkeld. Het vierde paaslam werd in het Cenakel geslacht en besprenkeld. Dit lam was bestemd voor Jezus en de 12 apostelen. In de aanklachten kwam dit feit naar voor. De vijanden van Jezus voerden aan dat het lam niet in de tempel was geslacht en daarom niet volgens de wetsregels was gebeurd. Maar Nicodemus heeft dit dan met de geschriften weerlegd. Judas wist van deze aparte slachting niets af omdat hij pas kort voor het eten van het paaslam aankwam.

    De slachting greep plaats in de voorzaal van het Cenakel en Simeons zoon was er bij behulpzaam. De slachting werd bijgewoond door de apostelen en leerlingen. Zij zongen de 118de psalm. Het lam moest geslacht worden zoals in de tijd in Egypte. Het oude verbond werd gesloten en er zou binnenkort een nieuwe tijd en een nieuw offer beginnen, die zou voortduren tot het einde van de wereld. De leviet hield de kop van het lam omhoog en Jezus stak een mes in de keel. Het bloed werd opgevangen in een kom. De leviet ging hierna verder met de verdere slachting en bereiding. Jezus sopte daarna met een hysoptwijg in de kom met bloed en tekende de twee stijlen van de deur en het slot met het bloed en bevestigde de bloedige twijg op de bovenste horizontale lat van de deur. Jezus zei dat de verderfengel hier voorbij zou gaan zonder te doden. Zij zouden hier veilig en rustig kunnen bidden, wanneer Hij, het ware Paaslam, geslacht zou zijn. De apostelen verbleven er na de verrijzenis van Christus en wachtten op de helper dat Jezus hen had beloofd nl. De Heilige Geest. Jezus wijdde het Cenakel tot een nieuwe tempel in. De apostelen zongen psalmen. Al deze tijd bleven de deuren gesloten. De vier geslachte dieren werden in de oven op een spit te braden geplaatst.

    Psalm 118

    Loof de HEER, want hij is goed,
    eeuwig duurt zijn trouw. 

    Laat Israël zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –  

    het huis van Aäron zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ – 

    wie de HEER vreest, zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’ 

    In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER
    En de HEER antwoordde,

    hij gaf mij ruimte.  

    Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen,
    wat kunnen mensen mij doen? 

    Met de HEER, mijn helper, aan mijn zijde,
    kijk ik op mijn haters neer. 

    Beter te schuilen bij de HEER
    dan te vertrouwen op mensen.  

    Beter te schuilen bij de HEER
    dan te vertrouwen op mannen met macht. 

    Alle volken hadden mij ingesloten
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER –  

    ze sloten mij van alle kanten in
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER – 

    ze sloten mij in als een zwerm bijen
    maar doofden snel als een vuur van dorens
    – ik weerstond ze met de naam van de HEER

    Jullie sloegen mij en ik viel,
    maar de HEER heeft geholpen.  

    De HEER is mijn sterkte, mijn lied,
    hij gaf mij de overwinning. 

    Hoor, gejubel om de overwinning
    in de tenten van de rechtvaardigen:
    de rechterhand van de HEER doet machtige daden,  

    de rechterhand van de HEER verheft mij,
    de rechterhand van de HEER doet machtige daden. 

    Ik zal niet sterven, maar leven
    en de daden van de HEER verhalen:  

    de HEER heeft mij gestraft,
    maar mij niet prijsgegeven aan de dood. 

    Open voor mij de poorten van de gerechtigheid,
    ik wil binnengaan om de HEER te loven.  

    Dit is de poort die leidt naar de HEER,
    hier gaan de rechtvaardigen binnen. 

    Ik wil u loven omdat u antwoordde
    en mij de overwinning gaf. 

    De steen die de bouwers afkeurden
    is een hoeksteen geworden.  

    Dit is het werk van de HEER,
    een wonder in onze ogen. 

    Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt,
    laten wij juichen en ons verheugen.  

    HEER, geef ons de overwinning,
    HEER, geef ons voorspoed. 

    Gezegend wie komt met de naam van de HEER.
    Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.  

    De HEER is God, hij heeft ons licht gebracht.
    Vier feest en ga met groene twijgen
    tot aan de horens van het altaar. 

    U bent mijn God, u zal ik loven,
    hoog zal ik u prijzen, mijn God. 

    Loof de HEER, want hij is goed,
    eeuwig duurt zijn trouw. 

    Toen het uur was aangebroken werden de tafels gedekt. Ieder trok ceremoniekleren aan en ander schoeisel. De twee groepen trokken naar de zijzalen en de Heer en de apostelen naar de hoofdzaal. De tafel van Jezus zag er zo uit :

    De apostelen hielden elk een staf vast en Jezus had twee kleine ietwat gekromde staven kruisgewijs in zijn gordel voor Zijn borst gestoken.

    De sederschotel :

    * Drie matzo (Hebreeuws voor matze) worden geplaatst op elkaar op een schotel of servet en dan bedekt. De matzo zijn symbolisch voor de drie kasten van het Joodse Volk: de Priesters, Levieten en Israëlieten. Ze herinneren ook aan de drie maten van fijne bloem die Abraham aan Sara vertelde om matze van te bakken toen ze bezoek kregen van de drie engelen (Genesis 18:6).
    * Het gebraden beentje : Een stuk geroosterd vlees vertegenwoordigt het lam dat het speciale Pesach offer was op de avond van de exodus uit Egypte en jaarlijks op de middag voor Pesach, in de Heilige Tempel.
    (Het gebraden beentje wordt niet gegeten. Na de maaltijd wordt het in de koelkast gestopt en een tweede keer gebruikt op de sederschotel de volgende avond.)

    * het ei : Een hardgekookt ei vertegenwoordigt het speciale feestoffer gebracht in de dagen van de Heilige Tempel. Het vlees van dit dier bevat het belangrijkste deel van de Pesach maaltijd.
    * de bittere kruiden (maror) : De bittere kruiden herinneren aan de slavernij van de Joodse voorvaderen in Egypte.

    * de charoset : Een mix van appels, noten en wijn die het metsel en de stenen symboliseren die de Joden maakten in de slavernij.
    * De groente : Een niet-bittere groente zinspeelt op het rugbrekende werk van de Joden als slaven.

    * De sla : De sla symboliseert de bittere slavernij van de Joodse voorouders in Egypte. De bladen zijn niet bitter maar de stam is hard en bitter. Zo was het ook met de slavernij. Eerst was de benadering van farao zacht en gevoelig, maar later werd men gedwongen tot harde arbeid.

    Allen hadden de armen omhooggeheven en zongen : Gezegend zij de Heer, de God van Israël. Daarbij zongen ze nog een gebed. Nadien gaf Jezus Petrus en Joannes elk een staf. Midden op tafel stond een schotel met het paaslam. Op de schotel rond het paaslam lag knoflook. Er stonden verder nog een schotel met paasgebraad, twee schalen met groene kruiden, een schaal bittere kruiden, een schaal met latuw (= sla) en een schaal met bruinachtige saus. Als tafelborden gebruikte iedereen zich van ronde, dunne broodkoeken. Hun tafelmessen waren van been.

    Na het gebed legde de hofmeester het mes om het paaslam voor te snijden bij Jezus op tafel. Hij zette ook een beker met wijn voor Hem en uit een kan vulde hij zes bekers die elk tussen twee apostelen stonden. Jezus zegende de wijn en dronk. De apostelen dronken met tweeën uit één beker. De Heer sneed en verdeelde het paaslam en de apostelen reikten Hem in de orde waarin zij geplaatst waren, hun broodkoek toe. Zij ontvingen elk hun deel en aten het zeer haastig op. Met hun benen messen krabden zij het vlees van de beenderen, die daarna verbrand werden.

    Zij aten verder nog knoflook en groene kruiden die zij in de saus doopten. Ze aten zeer haastig en rechtstaande, zoals voorgeschreven door de Wet. Jezus brak ook één van de paasbroden. Een deel ervan legde Hij terzijde en legde er een doek over. Het ander deel gaf Hij aan de apostelen. Zij aten nu ook van de broodkoeken. Daarna bracht de hofmeester opnieuw een beker wijn gebracht. Jezus dankte maar dronk er niet van.

    Jezus : Neem en verdeel hem onder u, want Ik zeg u dat Ik van nu af aan niet meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok, totdat het Rijk Gods komt.

    Nadat ze per twee gedronken hadden, zongen ze. Dan bad en leerde Jezus weer en daarop volgde nog een handwassing. Dan pas gingen zij op hun plaatsen neerliggen. Alles gebeurde volgens de Joodse wetsvoorschriften.

    Jezus heeft nog een ander lam in delen gesneden. Dit paaslam droeg men naar Maria en de heilige vrouwen die in een zijgebouw hun maal hielden.

    Jezus was heel hartelijk, maar Hij werd overvallen door ernst en weemoed.

    Jezus : Eén onder u zal Mij verraden, een wiens hand met Mij aan dezelfde tafel is.

    Jezus deelde op dit ogenblik aan zijn kant een van de kruiden rond. Judas, die schuin tegenover Hem aangelegen was, had Hij bevolen de rest van het kruid aan de andere zijde van de tafel uit te delen. Hoewel Jezus van een verrader sprak, waarover allen ten zeerste ontsteld waren, maakte Hij Judas hierdoor niet aan de anderen bekend. Hij zei het op een wijze als was het één van de twaalf die met Mij eten en drinken, een met wie Ik mijn brood deel.

    Jezus : De Mensenzoon moet heengaan, zoals het geschreven staat over Hem, maar wee de mens door wie Hij verraden wordt. Het was voor die mens beter geweest nooit te zijn geboren.

    Alle apostelen waren zeer ontsteld en zij vroegen de een na de ander : Heer ! ben ik het ? Ze begrepen niet hoe iemand nu zoiets kon doen.

    Joannes (lag met zijn hoofd het dichtst bij Jezus’ borst) : Heer, wie is het ?

    Maar door een toeval van handelingen werd het hem duidelijk wie Jezus bedoelde.

    Jezus had namelijk een stuk brood met latuw omwonden en in de saus gedoopt en met grote liefde aan Judas gegeven. Judas vroeg daarop juist om beleefd te blijven : Heer, ben ik het ? Jezus keek hem vriendelijk aan en gaf hem een algemeen antwoord. Jezus gaf hem dit teken uit oprechte liefde om hem te waarschuwen zonder hem aan anderen te verraden. Maar Judas was te verbitterd en te toornig om deze reddende hand vast te grijpen.

    04-04-2012, 00:07 Geschreven door Claudia  


    03-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn nieuwe mirakels zullen aan de wereld getoond worden 31/3/2012

    Mijn dierbare dochter, je moet moedig blijven in je lijden en niet toelaten dat angst je hart binnenkomt.

    Je lijden zal, in ware vereniging met Mij, overeenstemmen met het Mijne, in de week waar Mijn Dood aan het Kruis wordt herdacht.

    Dit is geen toeval. WANT HET LIJDEN DAT JIJ EN ANDERE DERGELIJKE UITVERKOREN ZIELEN TE VERDUREN HEBBEN TIJDENS DEZE WEEK ZULLEN MILJOENEN ZIELEN REDDEN VAN HET VUUR VAN DE HEL.

    Net als Ik pijn, marteling en dood te verduren kreeg om de mensheid te redden van de eeuwige vervloeking, zo redden ook offerzielen andere zielen zodat ze het geschenk van eeuwig leven kunnen ontvangen.

    HOE MOEILIJK EN ANGSTAANJAGEND DIT LIJDEN OOK IS, HET DIENT ALTIJD OM HET GESCHENK AAN DE MENSHEID DAT HET VERTEGENWOORDIGT, TE HERINNEREN.

    Kinderen, als de Heilige Week begint, overweeg dan alsjeblieft Mijn Lijden op het Kruis.

    Overweeg niet alleen het lijden, maar ook het geschenk van vrijheid dat het aan de hele mensheid aanbiedt.

    Niet een ziel zal uitgesloten worden van Mijn  Barmhartigheid. Ook niet de wrede en verstokte zondaars die door Satan worden beïnvloed.

    De genade die mogelijk is gemaakt, vanwege de gave die Mijn geliefde Vader aan de wereld gaf, toen Hij Mij, Zijn enige Zoon zond die het grootste offer van allemaal heeft gedaan.

    Dit offer, dat het bewijs is van Zijn vurige liefde voor al Zijn kinderen, heeft ertoe geleid dat het mogelijk is om Satan voor eens en altijd te vernietigen.

    Omwille van de vrije wil dat aan de mensheid werd gegeven door Mijn Vader, zal aan iedere mens de keuze gegeven worden : je zult voor Mijn Vader kiezen ofwel Hem verwerpen. Jullie zullen ofwel kiezen voor het Paradijs van Eeuwig Leven of voor de verschrikking van de Hel.

    Satan, zal nu zijn dagen bijna ten einde zijn niet werkloos toekijken als Mijn nieuwe mirakels op dit moment aan de wereld getoond worden.

    Hij zal niet alleen de duistere zielen aanvallen, hen aanzetten tot meer duisternis en ze dichter tot zijn domein verleiden, maar hij zal zich ook richten op toegewijde Christenen.

    De mirakels waarover Ik het heb, zijn ten eerste Mijn boodschappen aan  jou, Mijn dochter. Mijn stem wordt gehoord en er zijn steeds meer bekeringen.

    Miljoenen zielen worden nu door deze boodschappen door Mij teruggevorderd.

    De andere mirakels behelzen ook de grote gave van Mijn Barmhartigheid die Ik binnenkort naar de wereld zal brengen wanneer de Waarschuwing plaatsvindt.

    Voor de eerste keer zal aan iedere man, vrouw en kind het bewijs gegeven worden dat niet alleen God de Vader bestaat maar dat ook Ik, Jezus Christus, Zijn enige Zoon besta.

    Dit betekent dat al de religies en volkeren, waaronder ook het Joodse volk, Mijn uitverkoren volk waar Ik vandaan kwam, de waarheid zullen beseffen.

    Het mirakel van wereldbekering zal Satan, die zelfs in dat stadium niet zal opgegeven, razend maken. De arme zielen, die reeds in verschrikkelijke zonde verkeren, zullen het heel moeilijk hebben om zich van hem af te keren.

    Andere mirakels behelzen wereldgebeurtenissen met natuurwonderen die door de Vader zullen worden gegeven uit liefde voor Zijn twee getuigen, de Christenen en de Joden.

    Macht zal gegeven worden aan deze twee geloofsovertuigingen wanneer ze vervolgd worden.

    Hun vijanden zullen te lijden hebben als ze een vreselijke straf aan hen toebrengen.

    En er zal ook Mijn Tweede Komst zijn, dat het grootste mirakel zal zijn sinds Mijn verrijzenis.

    Dit zal de dag zijn waarop Ik kom oordelen over de levenden en de doden.

    Dit is de dag waarop Ik Mijn familie kom verzamelen zodat we één worden.

    Dit zal het begin zijn van Mijn heerschappij, als de Hemel en de aarde samensmelten tot één geheel voor 1000 jaar.

    Dan zullen allen leven volgens de Goddelijke Wil van Mijn Vader.

    Jullie geliefde Jezus


    03-04-2012, 23:19 Geschreven door Claudia  


    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betuig Mij eer voor ieder moment van jullie leven 20/3/2012

    Mijn kind, deze wereld is vol chaos en wanhoop. Jullie kunnen het verschil maken door Mij eer te brengen. Ik voel me zo voldaan wanneer jullie Mij lof en eer betuigen. Lofprijzing en aanbidding kunnen een ziel van ellende zoveel genezen. Ik ben aanwezig in jullie lofprijzing en aanbidding en Ik luister naar jullie gebeden. Er zijn niet zoveel andere keren dat Ik zo nadrukkelijk aanwezig ben, als in jullie lofprijzing en aanbidding. Ik houd van jullie, mijn kinderen en Ik houd ervan om jullie liefde te voelen en te horen dat jullie Mij liefhebben. Het neemt de pijn weg van mijn heilige wonden. Ja, Ik ben werkelijk gesteund door jullie lofprijzing, gebeden en aanbidding. Het is ook een goede zaak voor jullie om dit te doen. Jullie worden dankbaarder voor de tijd dat jullie leven. Wat een zegening. Wat een genoegen om lof te prijzen voor ieder moment van jullie leven. Zowel de goede als de slechte. En koester deze momenten als kostbare geschenken van Mij. Jullie zijn mijn dierbare kinderen en onze liefde voor elkaar kan groeien door dankbaarheid, lofprijzing en gebed. Dit is wat Ik verlang voor ons, mijn kinderen. Een open, eerlijke relatie waarin we elkaar kennen. Wat kan Ik nog meer zeggen dan dat jullie je vreugden en zorgen naar Mij brengen in lofprijzing en Ik zal luisteren. Ik houd van jullie. Jullie God.

    Profeet : Divine Mercy Illumination


    02-04-2012, 20:26 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees niet bezorgd dat jullie je moe of eenzaam voelen 27/3/2012

    Ik wil een boodschap geven aan de eenzamen en de vermoeiden : God is altijd bij jullie. Of jullie mijn aanwezigheid kunnen voelen of niet, Ik ben bij jullie. De aarde is op dit moment geen plaats waar je echte vreugde zult voelen. Het is niet jullie echte thuis. Jullie lijden moet verenigd worden met het mijne in alle eeuwigheid. Wees niet bezorgd dat jullie je moe of eenzaam voelen. Ik voelde mij meest van de tijd zo op aarde. In die zin kan echt geloof een rol gaan spelen om mij te volgen, ongeacht hoe jullie je voelen. Gevoelens zijn niet jullie werkelijkheid. Jullie moeten leven in geloof en in mijn Heilig Hart. Al met al leven jullie in een tijd van veel wanhoop en veel moedeloosheid. Het is niet mijn plan voor jullie om op die manier te leven, maar het is een teken van de tijd en de beproevingen die nog komen. Een ware volgeling van Mij zal standvastig en trouw blijven aan mijn leer, ongeacht wat ze denken of hoe ze zich voelen. Dit is hoe onze zielen zich zullen verenigen. Maak je niet druk als jullie je moe en eenzaam voelen. Ik, jullie ware God, zal jullie nooit in de steek laten in deze tijd van problemen. Dat beloof Ik jullie. Alles komt in orde in het Koninkrijk. Ga in vrede. Jullie Jezus.

    Profeet : Divine Mercy Illumination


    02-04-2012, 20:06 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrede is : jullie God kennen 29/3/2012

    Ik heb een belangrijke boodschap voor jullie vandaag, mijn kind. Kijk niet naar afgoden in jullie leven om je rust te geven. Alleen Ik kan dit voor jullie in orde brengen, maar jullie moeten meewerken met Mij. Er komen nog vele dagen die veel onrust en leed kunnen veroorzaken. Waarom naar afgoden kijken om je ziel te kalmeren? Ik beloof dat Ik dat in orde zal brengen voor jullie. Er kunnen vele jaren voorbijgaan vooraleer jullie leren op mij alleen te vertrouwen, maar dat is OK. Het is het streven om afgoden te verwijderen waar Ik naar kijk. Iedere dag moeten jullie stappen ondernemen om je naar mij te richten. Waarom proberen jullie dat eens niet? Jullie andere manieren om rust te vinden werken niet. Hoe dwaas is het om in deze tijden van leed jullie niet tot mij te richten. Ik beloof jullie rust te geven. Jullie zullen het hier vinden naast mijn Heilig Hart. Jullie moeten veel tijd in stilte en gebed doorbrengen om Mij te vinden. Jullie moeten er iedere dag naar streven om meer verenigd te zijn met Mij. Als jullie je tijd verspillen met naar afgoden te kijken, zullen jullie Mij niet vinden en zullen jullie ook geen rust vinden. Vertrouw Mij voor deze waarheid. Het is een teken van de tijd dat er teveel afgoden te voorschijn komen om Mijn plaats in te pakken, en de Antichrist leidt de weg. Als jullie niet weten welke weg op te gaan, ga dan naar de H. Eucharistie waar je Mij aantreft. Ik zal antwoorden geven aan jullie. Vrede is : jullie God kennen. Ik houd van jullie, mijn kinderen, en Ik wil jullie enige God zijn in jullie leven. Ik ben de Alfa en de Omega. Geloof dit. Jullie Vader, God

    Profeet : Divine Mercy Illumination

    02-04-2012, 19:48 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik ben middelares. Door mij worden jullie gebeden aan mijn Dierbare Zoon gegeven 30/3/2012

    De H. Maagd Maria : Mijn kind, je moet weten dat je meer zult aangevallen worden als de boodschappen van mijn Zoon aan jou veranderen en gebeurtenissen uit het verleden en in de toekomst onthullen.

    HET HEILIG WOORD VAN MIJN ZOON ZAL ALTIJD VERWORPEN WORDEN DOOR DIEGENEN DIE WEIGEREN NAAR HEM TE LUISTEREN.

    De menselijke opinie is niet belangrijk.

    De communicatie van Mijn Zoon aan de wereld is op dit moment te belangrijk om diegenen die zich tegen deze boodschappen keren toe te laten deze boodschappen te hinderen en je af te leiden van dit werk.

    Nu is de tijd om nederig het Lijden van mijn Zoon op het Kruis te overwegen.

    MIJN KINDEREN MOETEN HET OFFER EREN DAT HIJ BRACHT VOOR DE HELE MENSHEID DOOR HUN EIGEN OFFER AAN HEM AAN TE BIEDEN TIJDENS DE GOEDE WEEK.

    Bid, bid, bid kinderen voor vrede in de wereld.

    BID OOK VOOR DE BESCHERMING VAN DE PAUS GEDURENDE DEZE TIJD VAN HEVIGE OPPOSITIE TEGEN DE KATHOLIEKE KERK.

    Gebed, nederigheid en eenvoudige trouw aan Mijn Zoon is noodzakelijk zodat jullie dichter naderen tot het Hart van Mijn Zoon.

    IK BEN MIDDELARES. DOOR MIJ WORDEN JULLIE GEBEDEN AAN MIJN DIERBARE ZOON GEGEVEN.

    Door mij zullen jullie geholpen worden om Hem meer lief te hebben en Hem de troost te bieden die Hij op dit moment nodig heeft, wanneer de wereld Zijn Dood op het Kruis herdenkt.

    Jullie geliefde Moeder – Moeder van Redding

    02-04-2012, 19:05 Geschreven door Claudia  


    31-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Palmzondag volgens A. K. Emmerick :

    Jezus zei tot drie apostelen dat de dag van zijn intocht in Jeruzalem op de 15e maart was vastgesteld. Daarna stuurde Hij iemand naar de andere apostelen die ergens anders verbleven. (Jezus werd verborgen in het huis van Lazarus in Betanië omdat de Joodse schriftgeleerden en Farizeeën Hem zochten) Als ze alle apostelen samen bij Jezus waren gekomen, had Hij een lang onderhoud met hen. Ze waren door verdriet overvallen. Jezus toonde zich nog vriendelijker tot Judas en belastte hem met een opdracht. Hij moest leerlingen en volgelingen bijeenroepen. Dat deed Judas graag, want hij wilde altijd gewichtig zijn.

    De volgende dag (15e) liet Jezus Eremenzear en Silas bij zich komen en beval hen naar zte gaan langs een binnenweg over Betfage. Deze weg liep tussen tuinen en omheinde landgoederen. Doordat het een soort privaatweg was en door eigenaars niet altijd open was, hadden zij hadden de taak om alles uit de weg te ruimen en versperde paden te openen. Bij een herberg in Betfage aangekomen, zouden zij een ezelin met haar veulen in de wei vinden. Zij moesten de ezelin vastbinden aan het hek van een tuin en indien iemand hen daar rekenschap van vroeg, moesten zij antwoorden dat de Heer het zo wilde. Verder moesten ze dan zorgen dat er geen belemmeringen waren tot aan de tempel en dan terugkeren.

    De twee jongelingen trokken erop uit en openden de tuinen en zorgden dat de weg vrij was. Ze kwamen bij de grote herberg aan. Het had een voorhof en een bron. Daar stonden ook de ezels. De dieren behoorden toe aan mensen die naar Jeruzalem naar de tempel waren gegaan en die de ezels hier in de weide hadden gezet. De leerlingen bonden de ezelin vast en lieten het veulen vrij.

    Daarna zetten ze hun tocht verder. De verkopers die Jezus had verdreven uit de tempel, hadden zich terug voor de ingang van de tempel in hun winkels in de muur geïnstalleerd.

    De leerlingen gingen tot hen en zeiden dat zij van die plaats moesten weggaan omdat de Heer zijn intocht wilde doen. Na dit alles volbracht te hebben gingen ze over Betfage terug. Jezus had de leerlingen in 2 groepen verdeeld. De oudsten, die bij de apostelen waren, zond Hij vroeg naar Jeruzalem vooruit. Zij gingen in kleine groepjes. Zij moesten zich tot Maria Markus, Veronika, Nicodemus, de zonen van Simeon en nog vrienden begeven en hen allen op de hoogte stellen van Jezus’ intrede.

    Jezus nam de apostelen en jongere leerlingen met zich mee en vertrok.

    Maria en 6 andere vrouwen volgden op wat grotere afstand. Onderweg was bij een huis een mooie hof met prachtige bomen. En daar vertoefde Jezus enige tijd. Ondertussen zond Jezus van daaruit twee leerlingen om de ezelin los te maken en te gaan halen. En aan degenen die iets zouden vragen te zeggen dat de Heer het dier nodig had.

    Er was een grote toeloop van mensen rond Jezus komen opdagen om te luisteren naar zijn toespraak. Hij stond op een verhoog en gaf een toespraak. De voorhof stond vol luisteraars : leerlingen en andere mensen. Ook de Heilige Vrouwen stonden op zij, aan de zuilengang, naar Hem te luisteren.

    De leerlingen hadden Hem gevraagd waarom Hij deze binnenweg had genomen. Hij antwoordde dat het was om onnodig gevaar te vermijden. Hij zei ook dat men op zijn hoede moest zijn en niets aan het toeval moest overlaten. Daarom had hij ook de ezelin van tevoren laten vastbinden. De twee leerlingen die de ezelin hadden losgemaakt zaten op Jezus en zijn gevolg te wachten. Maar ook rond deze leerlingen werd de kring van volk steeds groter.

    Jezus rangschikte zijn stoet. Hij zei tot de apostelen dat zij voortaan, en zeker vanaf zijn dood, zich altijd en overal aan het hoofd van de gemeenschap moesten stellen en haar voorgaan. Hij liet hen twee per twee voor Hem uitlopen. Petrus was de eerste en op hem volgden zij, die nadien het Evangelie het verst hebben verspreid. De twee laatste voor Jezus waren Joannes en Jacobus de Mindere.

    Toen de stoet van Jezus Betfage begon te naderen trokken de wachtende leerlingen met de dieren Hem tegemoet. De leerlingen legden mantels en dekens, die ze van Lazarus hadden meegebracht, op de ezelin. Alleen de kop en de staart van het dier bleven zichtbaar. Ook Jezus trok zijn feestgewaad aan. Een leerling had die meegedragen. Het was van fijne, witte wol en had van achteren een soort van sleep. Jezus deed ook een brede gordel om, waarop lettertekens stonden en om de hals hing Hij een soort van brede stool, die tot onder de knieën kwam. Op de beide einden waren er twee bruinkleurige schilden geborduurd. De apostelen en leerlingen droegen palmtakken die zijn in de vorige hof hadden afgebroken. Aan de ene zijde van de Heer ging Eliud, aan de andere zijde Silas. Achter Hem Eremenzear. Hierop volgden alle jongste leerlingen die Hij de laatste tijd had aangenomen. Na de rangschikking van de stoet, sloten de Heilige Vrouwen zich twee per twee erbij aan. Maria die zich anders altijd bescheiden op de achtergrond en als laatste hield, ging nu aan het hoofd van de vrouwen. Zodra de stoet zich in beweging zette begonnen zij te zingen. De inwoners van Betfage volgden erachterna.

    Jezus had tegen de leerlingen gezegd dat ze moesten kijken wie hun klederen voor Hem openspreidden, wie palmtakken afbraken en wie allebei. Hij zei dit omdat het de laatste groep is die Hem met de opoffering van zichzelf en ook met de rijkdommen van deze wereld zullen eren.

    Dezelfde kramers en andere mensen in Jeruzalem, waartegen Eremenzear en Silas gezegd hadden de hindernissen weg te ruimen voor de Heer zijn intocht, waren enthousiast bezig de weg te versieren. Zij hadden enige stenen van de weg opgebroken en bomen geplant, hun takken bovenaan samen genomen en allerlei gele vruchten aangehangen. De leerlingen die al vroeg in de morgen naar Jeruzalem gegaan waren, samen met de vrienden van Jezus, die waren verwittigd, en nog ontelbare vreemdelingen en Joden waren present. Er waren veel reizigers op weg naar Jeruzalem voor het aanstaande feest. Bovendien waren er ook zeer veel Joden die de laatste leerrede van Jezus gehoord hadden in de hof. Zij stroomden toe naar het gedeelte van de stad waar Jezus langs ging komen : de wijk Ofel tussen de oostelijke tempelpleinmuur en de stadsmuur. In Jeruzalem waren ook vele mensen uit verre gewesten, die zelfs in hun ver vaderland het wonder van Lazarus’ opwekking vernomen hadden en nu de wonderdoener wensten te zien. Omdat het bericht zich verspreidde dat Jezus in aantocht was, trokken zij Hem al tegemoet.

    De apostelen en leerlingen rondom Jezus zongen vreugdezangen en jubelden het uit. En uit de stad kwam het volk Hem in drommen tegemoet. Maar nu traden ook verscheidene oude priesters in hun ambtsornaat naar voren, belemmerden de weg en hielden de apostelen tegen. Deze waren ontdaan en durfden niet antwoorden. Maar de priesters riepen Jezus ter verantwoording en vroegen of Hij geen orde onder zijn aanhangers kon handhaven, en zo ja, waarom Hij dan dat lawaai en gewoel niet verbood. Maar Jezus antwoordde hun dat, indien zijn aanhangers zwegen, de stenen op de weg zouden beginnen roepen. Daarop gingen de priesters weg.

    Ondertussen hielden de opperpriesters een raad en lieten alle mannen en verwanten van de vrouwen en kinderen, die Jezus uit Jeruzalem tegemoet getrokken waren, tot zich roepen. Zij hielden hen opgesloten in het binnenhof van het rechtshuis en zonden spionnen uit om na te gaan hoe de zaken verliepen.

    Nu braken de mensen de takken (palmen) af en strooiden die op de weg, trokken hun bovenklederen uit en spreidden ze erover uit en hieven blij geroep en vreugdegezang aan.

    De kinderen waren met geweld uit alle scholen gerend en juichten met de menigte.

    Veronica had twee kinderen bij zich. Zij spreidde haar sluier op de weg open. Zij en andere vrouwen voegden zich bij de Heilige Vrouwen die de processie sloten.

    De weg was zo dicht bestrooid met takken, klederen en tapijten, dat de tocht langzaam vorderde. Ze moest onder vele zegebogen door, die men boven de weg tussen de muren had opgericht. Ze ging door de stadswijk Ofel, naar de Gouden Poort, onder de steunmuren van het tempelplein door en kwam men op het Tempelplein zelf.


    De Gouden Poort is al bijna 1000 jaar gesloten. Zij staat op zichzelf in afzondering met een aureool van grote waardigheid, zich als het ware bezinnend op het einde der tijden. Volgens de traditie zal de Messias Jeruzalem binnenkomen door de Gouden poort. Om dat te voorkomen hebben de moslims de ingang dichtgemetseld en er pal voor een Islamitische begraafplaats aangelegd. In vroeger tijden baden Joden bij deze poort om Goddelijke genade, vandaar dat de Joden hem 'de poort van de Barmhartigheid' noemen. Ook in de Islam heeft de poort een grote betekenis. In het Arabisch heet de poort Gab el-Dahiryeh (poort van de Eeuwigheid). Men beweert dat de gehele mensheid op de Dag des Oordeels door deze poort zal gaan.

    Jezus en ook de apostelen weenden, toen Hij zei dat velen, die nu zo juichten, Hem binnenkort zouden bespotten en dat zelfs één van hen Hem zou verraden. Hij aanschouwde ook de stad onder tranen, omdat ze, zoals Hij zei, weldra verwoest zou worden. Als Jezus door de poort trok, vermeerde het gejuich nog en zij brachten op zijn weg vele zieken met ziektes van allerlei aard. Er waren er die tot Hem geleid werden of ondersteund, en anderen gedragen. Jezus hield voordurend halt, kwam van zijn rijdier en genas hen allen zonder onderscheid of uitzondering. Ook waren daar vele vijanden van Jezus, die met de menigte schreeuwden en tierden om het rumoer nog te vermeerderen (en Hem achteraf wellicht als een rustverstoorder aan te klagen).

    Nabij de tempel was de weg nog fraaier versierd. Aan beide zijden waren aftuiningen gemaakt, en daarachter waren boompjes geplant, en kleine dieren met lange halzen, bokjes en schapen met kransen om de hals (offerdieren) sprongen daarin rond, als in kleine tuintjes. Hier stonden altijd, vooral met het naderen van het paasfeest, uitgezochte, reine offerdieren te koop. De tocht van de poort tot aan de tempel duurde wel 3 uur.

    Maar de Joden hadden nu alle huizen en ook de stadspoort laten sluiten, en wanneer Jezus voor de tempel afgestegen was en de leerlingen de ezelin terug wilden doen, moesten zij binnen de poort tot tegen de avond wachten. Ook de Heilige Vrouwen en zeer veel volk, allen die in de tempel waren, moesten de hele dag zonder eten blijven, want men had heel deze stadswijk doen afsluiten.

    ’s Avonds was de poort van Jeruzalem terug open. De vrouwen keerden naar Betanië terug. Jezus en zijn apostelen volgden later. Toen de Heer met de apostelen in het park van Lazarus’ landgoed kwam was het al donker. Magdalena  (= Maria van Magdala, = Maria Magdalena, = zuster van Marta en Lazarus) kwam op Hem toe met een waterkan en waste Jezus de voeten en droogde deze af met een doek. Zij had een voorgerecht bereid voor Jezus en de apostelen. Daarop kwam ze met kostbare reukolie en goot die op Jezus’ hoofd. Judas bekeef haar in het voorbijgaan. Maar zij antwoordde dat ze de Heer niet dankbaar genoeg kon zijn voor de weldaden die Hij aan haar en aan haar broer Lazarus had bewezen.

    Na de maaltijd begaf Jezus zich naar het huis van Simon de melaatse waar verschillende leerlingen waren en hield daar nog een korte toespraak. Daarna ging Hij buiten het dorp naar de herberg van de leerlingen en sprak ook daar nog enige tijd. Dan keerde Hij terug naar Simon, in wiens huis Hij met de apostelen sliep.

    31-03-2012, 23:03 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik smeek jullie : kruisig Mij niet opnieuw 30/3/2012

    Mijn dierbare dochter, het is belangrijk dat al Gods kinderen begrijpen waarom Ik stierf : Ik stierf om de wereld te redden van de eeuwige verdoemenis.

    Satan, die in het hart van de mensheid regeerde sinds de val van Adam en Eva, heeft door hun val met succes zielen gestolen.

    Het grootste deel van de mensheid wou niet instemmen met het woord van God, vooral niet met de Geboden die aan hen werden gegeven door Mozes.

    IK WERD DAN GEZONDEN OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE MENSHEID DE WAARHEID WERD GEGEVEN, IN DE HOOP DAT DE WERELD DIT ZOU AANVAARDEN EN TERUGKEREN NAAR DE VADER.

    Hoewel velen Mijn Heilig Woord erkenden, weigerde de meerderheid Mij te aanvaarden als de Messias.

    De waarheid is dat ze niemand wilden aanvaarden, zelfs niet de profeten, omdat ze tevreden waren om in zonde te leven. Zonde, die in hun ziel gevangen was.

    ALS ZE MIJ HADDEN AANVAARD, ZOU IK OP AARDE GEREGEERD HEBBEN EN DE HELE MENSHEID ZOU DE EEUWIGE REDDING HEBBEN GENOTEN.

    Maar in plaats daarvan werd Ik verworpen.

    De Joden, die Mijn eigen volk was, verachtten Me.

    De Farizeeën keken op Mij neer, toch konden ze toen ze Mijn Heilig Woord hoorden Mij niet gewoonweg negeren.

    Dit kwam omdat Mijn woorden een vonk van licht gaven in hun ziel, die ze moeilijk konden wegvegen.

    DAAROM BLEVEN ZE STEEDS TERUGKOMEN NAAR MIJ OM MIJ VRAGEN TE STELLEN.

    TEGENWOORDIG GELDT HETZELFDE. DIEGENEN ONDER JULLIE DIE BEWEREN MIJN WOORD, DAT DOOR MIJN PROFEET WORDT GESPROKEN, TE ONTKENNEN KUNNEN NIET GEWOONWEG ERVAN AFSTAPPEN.

    Ondanks jullie beweringen van afwijzing blijven jullie steeds opnieuw terugkeren.

    Na verloop van tijd zullen jullie Mijn woord, dat tot jullie vandaag wordt gesproken,  erkennen.

    Maak niet dezelfde fout als degenen die Mij niet alleen verwierpen maar die Mij kruisigden.

    Ik smeek jullie : kruisig Mij niet opnieuw.

    Laat Me toe jullie te leiden naar redding, door nu naar Mij te luisteren wanneer Ik jullie oproep vanuit de Hemelen om jullie voor te bereiden op redding en Mijn Nieuwe Paradijs.

    Jullie geliefde Jezus

    31-03-2012, 22:05 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het rechter/noordelijk dwarsschip

    Dit deel van de basilica is gewoonlijk enkel toegankelijk voor diegene die het sacrament van de Biecht, dat in verschillende talen beschikbaar is,  willen ontvangen. Het Eerste Vaticaans Concilie werd in dit deel gehouden in 1869 voor 700 kerkvaders. Op een gouden achtergrond van het fries zijn de woorden "O Petere, dixisti: Tu es Christus, filius Dei vivi. Ait Iesus: Beatus es Simon Bar Iona: quia caro, et sanguis non revelavit tibi" (Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en bloed hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel.’ Matteϋs 16:16-17).

     

    Het hoofdaltaar is gewijd aan de martelaren H. Processus en H. Martinianus uit de 1ste eeuw. In de dagen van de wrede keizer Nero, bedroog Simon Magus (zie tekst hieronder uit Wikipedia) het volk en werd de HH. Petrus en Paulus in de Mamertine kerker geworpen in opdracht van Paulinus, die een magistraat was. Maar er kwamen vele zieke christenen hen opzoeken, die allen van hun kwalen werden genezen.

     

    Het Mamertine gebouw

     

    H. Petrus - fresco uit de catacomben van St Tecla uit de 4de eeuw

     

    H. Paulus - fresco uit de catacomben van St Tecla uit de 4de eeuw

    Over de Mamertine :

    In Rome bestaat een kerker, die al drieduizend jaar oud is en de Mamerti ne (of ook Tullianum) wordt genoemd.
    Een Romeinse staatsgevangenis onder het Kapitool, van het gruwelijkste soort. Het is een grot, in een rots uitgehouwen, van twee vertrekken onder elkaar, waarvan het onderste alleen door een luik in de vloer van het bovenste kan worden benaderd. Talloze staatsvijanden en verraders van het oude Rome zijn er door uithongering, verdroging, marteling en worging ter dood gebracht.
    Historici zeggen dat de Mamertine wellicht de wreedste martelkamer uit de geschiedenis is en een huiveringwekkend bewijs van Rome’s bestiale aard.

     

    Het bovenste deel van de gevangenis

     

    Het onderste deel van de gevangenis waar de HH. Petrus en Paulus werden opgesloten.


    De plaat waarop vermeld staat dat zowel de apostel Petrus als Paulus daar werden opgesloten.

    Er waren twee officieren, Processus en Martinianus die de apostelen bewaakten, maar toen ze de vele wonderen zagen die daar gebeurden kwamen ze tot geloof.

    Processus en Martinianus :
    "Er kan geen twijfel over bestaan dat Nero jullie helemaal vergeten is. Het is nu de negende maand dat jullie in de gevangenis zit. We smeken jullie om te vertrekken. We vragen enkel dat jullie ons doopt in naam van Hem die zulke wonderen doet."

    Dan zeiden de H. Petrus, "Als jullie in je hart en ziel willen geloven in de naam van de Drie-eenheid."   
    Toen ze dit hoorden vroegen ze : “Geef ons water dat we gedoopt kunnen worden."  
    Toen zei de H. Petrus, "Geloof in God de Almachtige Vader, en in Jezus Christus onze Heer, Zijn 
    eniggeboren Zoon, en in de Heilige Geest, en jullie zullen hebben wat je verlangt."  
    Ze worpen zich aan de voeten van de apostelen en smeekten om gedoopt te worpen. Dan maakte Petrus 
    een kruisteken op de rots Tarpeia, en er stroomde water uit. Allen die het zagen stonden verbaasd en
    wilden gedoopt worden. Er werden nog 47 anderen gedoopt. Daarna dankte Petrus de Heer en namen ze
    allen deel aan het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus."
     
    Processus en Martinianus hielpen de apostelen vluchten. Ze liepen langs de Appia heerweg en kwamen 
    aan bij de Appia poort. Doordat Petrus’ voet was verwond door de ijzeren kettingen hinkte hij achterop.
    Hij
    kwam de Heer Jezus tegen en herkende Hem. “Heer! Waar gaat U heen?”
    Jezus antwoordde : “Naar
    Rome, opdat Ik daar opnieuw gekruisigd word.” Toen keerde Petrus met zijn bewakers terug naar Rome
    en werd opgepakt door soldaten. Paulinus kreeg te horen dat zijn officieren Processus en Martinianus
    waren bekeerd tot het Christendom. Daarom liet hij hen ook opsluiten. De volgende dag werden ze voor
    hem geleid.
    Paulinus : “Zijn jullie je verstand verloren, dat jullie de goden en godinnen in de steek laten? Jullie 
    verdienen je militaire kentekens niet."  
    Processus en Martinianus : "We hebben de geloften afgelegd om het hemelse leger te vervoegen."  
    Paulinus : "Stop deze waanzin, en aanbid de onsterfelijke goden die jullie van in de wieg al aanbidden."  
    Maar de martelaren antwoordden, "We zijn Christenen."  
    Paulinus was woedend en beval dat ze met stenen op hun mond werden geslagen. Maar ze schreeuwden :
    " Glorie aan God in den hoge!" Daarop liet Paulinus een gouden beeltenis van Jupiter binnenbrengen.
    Maar daar spuwden de martelaren op.  
    Paulinus was uitzinnig van woede en liet hen ophangen en slaan. Ze bleven het uitschreeuwen, "We 
    danken U, Heer Jezus Christus!"  
    Er was een edele dame aanwezig, Lucina, die de martelaren aanmoedigde en zei, "Wees standvastig, 
    soldaten van Christus! Wees niet bang voor de pijnen die voorbijgaan." Toen Paulinus ze wilde laten slaan
    met schorpioenen, verloor hij het zicht van zijn linkeroog. Hij schreeuwde dat ze magie gebruikten en liet
    ze terugbrengen naar de Mamertine kerker. Na drie dagen stierf Paulinus. Waarna zijn zoon Pompinius
    door het paleis liep en riep, " Ho, gouverneurs van de republiek, help! Dat diegene die deze tovenaars-
    kunsten plegen het met de dood bekopen."
     
    Toen Caesarius, de prefect van de stad, dit hoorde informeerde hij Nero, die de executie van de twee 
    soldaten beval. Ze werden buiten de stad geleid en daar onthoofd. Lucina nam hun lichamen en liet ze
    bijzetten in de catacomben van St Agatha die langs de Via Aurelia waren gelegen.
    Later werden hun
    relikwieen in opdracht van Paus Paschalis I pausschap van 817-824) onder het altaar ter ere van hun
    martelaarschap bijgezet. De miraculeuze fontein wordt getoond in de Mamertine kerker.
    De plaat waar de miraculeuze fontein wordt uitgebeeld
      
    De twee heiligen worden uitgebeeld in Romeinse gevechtskledij, met zwaarden en palmen.

    Simon Magus of Simon de tovenaar is een personage uit het Nieuwe Testament van de Bijbel. Simon Magus komt voor in het boek Handelingen van de Apostelen 8:9-13:

    Voordien had een zekere Simon in de stad magie bedreven en de bevolking versteld doen staan. Hij beweerde over bijzondere gaven te beschikken, en iedereen, van groot tot klein, keek vol ontzag naar hem op omdat ze werkelijk meenden dat de grote macht van God in hem zichtbaar werd. Hij boezemde de bevolking ontzag in omdat hij hen geruime tijd verbaasd had met zijn magische kunsten. Maar toen Filippus hen door zijn verkondiging van het koninkrijk van God en de naam van Jezus Christus tot geloof had gebracht, lieten ze zich dopen, mannen zowel als vrouwen. Ook Simon aanvaardde het geloof, en na zijn doop bleef hij voortdurend bij Filippus; en hij stond versteld van de tekenen en de machtige wonderen die hij zag gebeuren.

    Maar daarna gedroeg hij zich minder netjes (Handelingen 8:18-22):

    Toen Simon zag dat de mensen door de handoplegging van de apostelen vervuld raakten van de Geest, bood hij Petrus en Johannes geld aan en zei: ‘Geef ook mij deze macht, zodat iedereen wie ik de handen opleg de heilige Geest ontvangt.’ Maar Petrus zei tegen hem: ‘U zult in het verderf worden gestort, u met uw geld, omdat u denkt te kunnen kopen wat God geschonken heeft. U kunt beslist geen deel hebben aan onze taak, want uw houding tegenover God is niet oprecht. Toon berouw over uw verfoeilijke gedrag en smeek de Heer of hij u uw slechte gedachten wil vergeven, want ik zie dat u vol venijn zit en verstrikt bent in het kwaad.’ Toen zei Simon: ‘Bid voor mij tot de Heer dat het me niet zal vergaan zoals u hebt gezegd'.

    Uit deze poging van Simon om spirituele macht of autoriteit aan te wenden tot eigen gewin, komt de term 'simonie' voort. Meer in het bijzonder geldt simonie in de Rooms-katholieke kerk als misbruik van het priesterlijk ambt tot geldelijk gewin.

    Simon Magus leefde in de eerste eeuw. In de tweede eeuw beriep de gnostische sekte van de Simonianen zich op hem als hun grondvester. We kennen hun leer voornamelijk van Irenaeus van Lyon die deze beschreef en aanviel als ketterij in zijn Adversus Haereses.

    Simon Magus komt ook voor in de apocriefe Handelingen van Petrus. Daarin vertelt Petrus het verhaal van Simons dood. Simon Magus was in het Colosseum om zijn mogelijkheid om te vliegen te demonstreren aan keizer Claudius. Petrus vond dit echter godslastering en bad tot God om hem te laten vallen, die zijn verzoek inwilligde, en Simon Magus stortte neer. Hij brak zijn been op 3 plaatsen en werd gestenigd door de volgelingen van Petrus.

    Dit is de volgende reeks van nissen waar de beelden van stichters van ordes worden uitgebeeld :

    Links naar het altaar van HH. Processus en Martinianus op :

    Bovenste nissen :

    1 St Paulus van het Kruis

    2 St Bonfiglio Monaldi

    Onderste nissen :

    3 St Bruno

    4 St Jozef Calasanctius

    Rechts :

    Bovenste nissen :

    5 St Maria Pellettier

    6 St Louise de Marillac

    7 St Johannes de Deo

    8 St Petrus Nolasco

    31-03-2012, 21:19 Geschreven door Claudia  


    29-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jezus onthult details van Zijn Kruisiging 29/3/2012

    Mijn dierbare dochter, Mijn tijd van meer lijden zal aanbreken als Mijn Lijden op het kruis zal worden herdacht.

    Geen mens begrijpt de omvang van Mijn lijden gedurende Mijn kruisiging of de manier waarop Ik werd gegeseld.

    MIJN GESELING WAS HET ERGSTE. IK WERD ZWAAR GESLAGEN DOOR TIEN MANNEN EN IEDERE CENTIMETER VAN MIJN LICHAAM WAS MET STRIEMEN BEDEKT.

    Het vlees op Mijn rug hing vaneen en Mijn schouderbladen waren zichtbaar.

    Ik kon amper blijven staan en één oog was gekneusd en geplet.

    IK KON ENKEL DOOR MIJN LINKEROOG ZIEN.


    Tegen de tijd dat ze Mij bij Pontius Pilatus brachten en de doornenkroon op Mijn hoofd plaatsten, kon Ik amper blijven staan.

    Vervolgens deden ze al Mijn kleren uit en trokken een kort rood kleed over Mijn hoofd en duwden een palmtak in Mijn rechterhand.

    Iedere doorn van de doornenkroon was zo scherp als een naald. EEN VAN DEZE DOORNEN DOORBOORDE MIJN RECHTEROOG EN IK WAS NAUWELIJKS IN STAAT OM NOG IETS TE ZIEN.

    Ik verloor zoveel bloed dat Ik moest overgeven en Ik was zo duizelig toen Ik Mijn klim op de Kalvariëberg begon, dat Ik het kruis niet kon vasthouden.

    Kalvariëberg - heuvel buiten de stadsmuren van Jeruzalem

    Ik viel zoveel keer dat het uren duurde vooraleer Ik de top van de Kalvariëberg bereikte.

    Ik werd bij elke stap van de weg gegeseld en geslagen.

    Mijn lichaam bloedde helemaal en was bedekt met een dikke zweetlaag die geproduceerd werd door de brandende zon.

    Ik viel een paar keer flauw.

    Hoe pijnlijk en kwellend dit ook was, het meest angstaanjagende van alles was de haat die Mij werd betoond, niet alleen door de volwassenen die langs de weg stonden, maar door JONGE KINDEREN DIE MIJ SCHOPTEN OMDAT ZE HET VOORBEELD VAN HUN OUDERS VOLGDEN.

    De kreten die uit hun mond en de haat was niets vergeleken met de angst die ze voor Mij hadden.

    Want, per slot van rekening, waren ze nog altijd niet zeker of Ik in feite de Messias was waar ze al zolang op wachtten of niet.

    HET WAS DAAROM GEMAKKELIJKER MIJ TE HATEN, MIJ AAN TE KLAGEN DAN MIJ TE ERKENNEN WANT DAT ZOU BETEKENT HEBBEN DAT ZE HUN (ZONDIGE) WEGEN MOESTEN VERANDEREN.

    Mijn pijnlijkste moment was toen Ik op Mijn zijde op de grond lag, na opnieuw in de rug te werden geschopt, en Mijn geliefde Moeder zag die naar Me keek.

    Ze was er het hart van in en moest door twee van Mijn discipelen ondersteund worden.

    IK KON HAAR ENKEL DOOR MIJN ENE OVERGEBLEVEN OOG ZIEN EN IK KON HET AANBLIK VAN HAAR BEPROEVING NIET VERDRAGEN.

    Het gejoel, geschreeuw en gebrul van de honderden mensen kon gevoeld worden op de grond waar Ik lag en ER WAREN 600 SOLDATEN NODIG OM MIJN KRUISIGING EN DE TERECHTSTELLING VAN ZES ANDEREN TE ORGANISEREN EN TOEZICHT OVER TE HOUDEN.

    Ik was het middelpunt van hun aandacht en de anderen hadden niet te lijden zoals Ik.

    Toen ze Mijn polsen, aan het begin van Mijn duimen, aan het kruis nagelden had Ik geen gevoel meer.

    Mijn lichaam was zo gehavend en gekneusd, dat Ik in shock was gegaan.

    MIJN SCHOUDERS WAREN ONTWRICHT EN MIJN ARMEN WERDEN UIT HUN KOM GETROKKEN.

    De ergste lichamelijke schade, dat op Mijn lichaam werd gepleegd, werd toegebracht vóór Ik aan het kruis werd genageld.

    Ik slaakte geen kreet.

    Geen protest.

    Enkel een gefluister.

    Dit maakte Mijn beulen woedend. Ze wilden een reactie om hun lusten te bevredigen.

    Ik heb Me nooit met hen ingelaten, omdat dit zou betekend hebben dat Ik inliet met Satan en zijn demonen, die deze zielen kwelden.

    Daarom was hun wreedheid tegenover Mij zo intens.

    IK HEB 5 UUR AAN HET KRUIS GEHANGEN.

    De zon was verzengend zonder wolken en hielp het branden van Mijn huid verminderen.

    Van zodra Ik Mijn laatste adem uitblies zond Mijn Vader zwarte wolken, donder en bliksem.

    De storm dat plaatsvond was van zulk een angstaanjagende omvang en zo ineens dat Mijn toeschouwers er in dat stadium niet aan twijfelden dat Ik inderdaad de Redder was die door God de Vader was gezonden.

    Mijn dochter, Ik onthul dit als geschenk aan jou in ruil voor de enorme daad van lijden die je Mij hebt aangeboden.

    ZEG AAN MIJN KINDEREN DAT IK GEEN SPIJT HEB VAN MIJN LIJDEN AAN HET KRUIS.

    Waar Ik spijt van heb is dat Mijn offer vergeten is en dat zovelen ontkennen dat Mijn kruisiging heeft plaatsgevonden.

    VELEN HEBBEN ER GEEN IDEE VAN WAT IK MOEST LIJDEN, WANT MIJN APOSTELEN WAREN GEEN GETUIGE VAN MIJN KLIM OP DE KALVARIЁBERG.

    Wat Mij tegenwoordig het meest pijn doet is dat zovelen Me nog steeds verloochenen.

    Mijn smeekbede aan jullie, Mijn volgelingen, is de volgende : laat Mijn Kruisiging niet voor niets zijn.

    Ik stierf voor ALLE zonden met inbegrip van diegene die vandaag werden gepleegd.

    Het is nodig dat zelfs diegene die Mij zelfs tegenwoordig ontkennen gered worden. Bovendien wil Ik dat ze gered worden.

    Jullie Geliefde Redder

    Jezus Christus           

     


    29-03-2012, 19:45 Geschreven door Claudia  


    28-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vastendag op Goede Vrijdag om de wereldmunt te voorkomen 27/3/2012

    Vraag mijn kinderen om een vastendag te doen op Goede Vrijdag om de wereldmunt te voorkomen :

    De H. Maagd Maria : Mijn kind je lijden, samen met andere uitverkoren zielen, zal toenemen tijdens de Heilige Week.

    De bedrieger zal in deze week zoveel mogelijk Gods kinderen pijn doen door oorlogen, vervolging en geweld.

    Het is op dit moment dat hij groot lijden toebrengt, net zoals Mijn dierbare Zoon te doorstaan kreeg tijdens Zijn lijden aan het kruis.

    MIJN KIND, JE MOET AAN ALLEN DIEGENEN DIE OVERAL ZIELEN HEBBEN AANGEMOEDIGD OM MIJN HEILIGE ROZENKRANS TE BIDDEN, IEDERE VRIJDAG TOT EN MET PASEN, DAT IK ZEER TEVREDEN BEN.

    De zielen dat ze redden, samen met het lijden van hun eigen land/volk, worden door deze devoties geholpen.

    De liefde van mijn Zoon wordt nu in een tijd van groot lijden door meer mensen over de hele wereld gevoeld.

    Hij verzacht hun pijn met Zijn speciale genaden en Hij troost hun ziel door de kracht van de Heilige Geest.

    KINDEREN, JULLIE GEBEDEN DIE ZO LIEFDEVOL DOOR JULLIE GEPRESENTEERD WORDEN IN DE HEMELEN, WORDEN GEHOORD.

    Jullie moeten te allen tijde de hulp zoeken van mijn Zoon en Mijn Eeuwige Vader. Ieder gebed, hoe klein ook, wordt gehoord en verhoord volgens de Wil van de Allerhoogste God.

    MIJN KIND, VRAAG MIJN KINDEREN OM EEN VASTENDAG TE DOEN OP GOEDE VRIJDAG OM DE INTRODUCTIE VAN DE WERELDMUNT TE VOORKOMEN.

    JULLIE GEBEDEN EN VASTEN KAN DIT VOORKOMEN.

    Van zodra dit gebed gebeden wordt gedurende jullie Vasten, zal Mijn Eeuwige Vader deze mensen stoppen in het toebrengen van deze harde maatregel die ze plannen in te voeren zodat ze jullie kunnen controleren.

    Dezelfde mensen willen het Christendom afschaffen zodat het belangrijk is dat jullie dit stoppen door speciale offers te brengen. (Kruistochtgebed nr 42)

    Mijn kind, een dag van vasten op Goede Vrijdag zal veel vrijheid brengen aan de landen,  tegen de Boze en diegene die hem volgen. Zij zijn het die ernaar verlangen om de financiën van alle landen te controleren.

    Jullie geliefde Moeder - Moeder van Redding - Moeder van God

    28-03-2012, 22:26 Geschreven door Claudia  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruistocht van Gebed 42

    Profeet : Maria van de Goddelijke Barmhartigheid

    40 Gebed van vasten om de Wereldmunt te stoppen 27/3

    O Allerhoogste God, ik bied U mijn geschenk van vasten aan zodat U de greep van het kwaad in de wereld zult stoppen, dat gepland wordt om het voedsel te controleren en mijn land honger te doen lijden, waaronder ook het Brood dat Leven geeft. Aanvaard mijn offer en luister ook naar mijn smeekbede voor andere landen. Zorg dat het lijden dat gepland wordt door de Antichrist, hen gespaard blijft. Red ons, Lieve Heer van deze goddeloosheid en bescherm ons geloof, zodat we U eer kunnen brengen met de vrijheid die we nodig hebben om U te kunnen liefhebben en lofprijzen voor eeuwig en altijd. Amen.

    Jullie geliefde Moeder – Moeder van Redding – Moeder van God

    28-03-2012, 22:23 Geschreven door Claudia  


    27-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruistocht van Gebed 41

    Profeet : Maria van de Goddelijke Barmhartigheid

    41 Gebed voor de zielen van de ongelovigen 25/03

    O Mijn Jezus, help Uw arme kinderen, die blind zijn voor Uw belofte van redding. Ik smeek U, om met de hulp van mijn gebeden en lijden, de ogen van de ongelovigen te openen zodat ze Uw tedere liefde kunnen zien en naar Uw heilige armen kunnen rennen voor bescherming. Help hen om de waarheid in te zien en vergeving te zoeken voor al hun zonden, zodat ze kunnen gered worden en de eerste zijn om de Poorten van het Nieuwe Paradijs binnen te gaan. Ik bid voor deze arme zielen, zowel mannen, vrouwen als kinderen en ik dring er bij U op aan hen te vergeven van hun zonden. Amen.

    Jullie geliefde Redder

    Jezus Christus

    27-03-2012, 21:24 Geschreven door Claudia  


    Archief per maand
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011

    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • levend geloof 8
  • levend geloof 7
  • levend geloof 6
  • levend geloof 5
  • levend geloof 4
  • levend geloof 3
  • levend geloof 2
  • levend geloof

  • Willekeurig Bloggen.be Blogs
    evertsuitlaatklep
    www.bloggen.be/evertsu

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs