Binnen de opleiding vinden
we een viertal specifieke vakken terug:
In het vak omgangskunde wordt de wereld van de jonge
en de oudere zorgvrager verkend. Leerlingen leren hier sociaal vaardig
te zijn en de juiste attitudes aan te nemen tegenover de verschillende
zorgvragers. In het vak zorg voor leef- en woonsituatie leren leerlingen
een huiselijke leefsfeer creëren. Leerlingen proberen leef- en
woonproblemen creatief op te lossen. De nadruk ligt hier veelal op het
omgaan met de omgeving van de zorgvrager.
Binnen het vak verzorging leren leerlingen aangepaste
zorgen verstrekken door gebruik te maken van verzorgend handelen en
het bevorderen van de algemene dagelijkse levensverrichtingen. Hier
wordt eveneens aandacht besteed aan gezondheidsvoorlichting- en opvoeding.
In het vak participatie aan de arbeidswereld tenslotte
wordt de beroepswereld van de verzorgende uitgespit. Hier maken de leerlingen
kennis met de rechten en plichten in het werkveld.
Met het diploma secundair onderwijs kan men verdere studies aanvatten in een vierde graad of in het Hoger Onderwijs buiten de universiteit, zoals bvb : verpleegkundige, diëtist(e), enz. Kortom verzorgingis een afdeling waar toekomst in zit !
Ik heb gekozen voor verzorging! In de optie verzorging worden de leerlingen opgeleid tot handige en sociale verzorgenden. Naast een brede algemene vorming en een vlotte tweetaligheid wordt bijzondere aandacht besteed aan hygiëne, voeding, de arbeidswereld, kinderverzorging en bejaardenzorg. De leerlingen lopen gedurende de hele studiecyclus stage in revalidatiecentra, kinderkribben, onthaalgezinnen, bejaardentehuizen, RVT's, thuisverzorging en geriatrische diensten. Wekelijkse stages en blokstages verhogen de vaardigheid van de leerling.