Inhoud blog
  • Duikdagboek
  • Duiktekens
  • De geschiedenis van het duiken
  • Duikongevallen
    Over mijzelf
    Ik ben Tessa Van Slagmolen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lagoondiver.
    Ik ben een vrouw en woon in / (België) en mijn beroep is Student.
    Ik ben geboren op 07/11/1989 en ben nu dus 34 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: internet, films, fantasie, mythologie, lezen, duiken, muziek (rock/gothic).
    Ik duik al sinds mijn 12de in clubverband en het is zowat mijn passie geworden. Mijn vader en tante duiken ook. Ik ben
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Enkele links
  • bloggen.be
  • Mijn club
  • Duiken: het magazin waarop ik ben geabonneerd
  • Duikplaatsen in Nieuw-Zeeland
  • Foto
    Zoeken in blog

    Lagoondiver's blog
    Ontdek de onderwaterwereld
    19-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duikdagboek
    Zaterdag 19 augustus 2006

    Enkele leden van de club zijn sinds donderdag 17 augustus 2006 naar Spanje voor enkele dagen.
    Ik wou erg graag mee maar ik kon niet.
    Vandaag kreeg ik echter bericht van mijn moeder (ik logeer nu voor enkele dagen bij mijn grootouders) en ze zei dat ze rotslecht weer hadden in Spanje. Misschien heb ik dit jaar wel geluk gehad.

    Ik hoop wel dat ik volgend jaar meekan.

    19-08-2006 om 19:35 geschreven door lagoondiver  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duiktekens

    Het betekent niet dat men, omdat men onder water zit, niet kan communiceren.
    Hiervoor bestaan er speciale duiktekens:


    19-08-2006 om 19:24 geschreven door lagoondiver  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (134 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geschiedenis van het duiken
    Geschiedenis van het Duiken 1

    . De vroegste geschiedenis

    Het moderne duiken zoals wij dat kennen is relatief jong, zo’n 50 jaar. Het is veilig om te veronderstellen dat mensen eerst werden gedreven door honger of door de noodzaak om te ontsnappen aan een vijand of een natuurlijk gevaar. Maar er is bewijs dat door de geschiedenis heen mensen niet alleen voor eten naar de zee gingen, maar ook door de sterkste drijfveer van de mens: nieuwsgierigheid. Mensen over de hele wereld gebruikten schelpen uit de zee als geld of als sierraad, haaienhuid als schuurpapier en olie uit walvissen voor brandstof en parfum. Hierdoor zijn mensen de zee in gegaan en zonder twijfel hebben ze vanaf het begin staan dagdromen over manieren om lucht met zich mee te nemen om zich te bevrijden van de noodzaak om steeds terug te moeten keren naar de oppervlakte.

    Mythologie

    De eerst bekende duiker was Gilgamesh. Het episch gedicht van Gilgamesh vertelt dat hij heerser was over Uruk en de meest bekende van alle Soemerische helden ergens in de eerste helft van het derde millennium voor Christus. Een andere held uit die periode, Enkidu, hielp Gilgamesh een huwelijksvoorstel af te slaan, waarvoor Enkidu moest sterven.

    Gilgamesh ging op zoek naar een plant die Enkidu onsterfelijk zou maken en vond Utnapisthim die hem beschreef waar hij de plant kon vinden die de jeugd herstelde. Gilgamesh dook onder naar de grot, ver onder de oppervlakte van het water en vond de plant. Maar deze werd gestolen door een slang. Diep bedroefd keerde Gilgamesh terug naar Uruk.

    De vroege beschavingen van Kreta (3000 tot 1400 voor Christus) bouwden veel van de economie en kunst rond de zee en haar

    producten: vissen, sponzen, en purperen kleurstof uit schelpen. Er zijn beschrijvingen gevonden dat gedurende die perioden duikers werden gebruikt om sponzen en schelpen te verzamelen, bij het bergen van gezonken schepen, als saboteurs onder water tijdens oorlogen en bij onderhoudswerk aan de huid van schepen. In de Ilias van Homerus (ongeveer 750 v.C.) bespotte een figuur een strijder die gevallen was en zei hem dat hij leek op een duiker die om eten uit de zee dook.

    Veel van de Griekse mythologie is gebaseerd op duiken. Neptunes was natuurlijk de God van het water. Dan had je ook nog Atlantis en een hele rij goden. De Romeinen gingen hiermee door. De Romeinen en de Grieken hadden duikende vernietigingsgroepen. Duikers zwommen onder water en boorden gaten in de romp van schepen. Dit waren allemaal duikers die hun adem inhielden of snorkelaars. Ze hadden geen vinnen of maskers.

    Een ander verhaal uit de vroege geschiedenis waar een duiker in voorkomt is het verhaal van Scyllias, een populaire Griekse duiker waaraan veel heldendaden worden toegeschreven. Scyllias was gevangen genomen door de Perzen onder Xerxes en werd gedwongen om te werken aan boord van een Perzisch schip. Toen hij hoorde dat de Perzen van plan waren om de Griekse vloot die bij Artemisium lag bij verrassing te overvallen, sprong hij overboord tijdens een storm en sneed de kabels door van de Perzische schepen, zodat ze ongecontroleerd door de storm werden meegenomen. Daarna zwom hij 15 kilometer naar Artemisium om de Grieken te waarschuwen. De legende wilt dat hij de hele afstand onderwater zwom, een aanduiding van hoe populair hij was als held in die dagen….

     

    Er wordt ook verteld dat Alexander de Grote in 325 v.C. in een afzinkbaar schip of iets dergelijks zat en keek naar de onderwaterwereld (figuur 1-2). Hij wordt vaak geciteerd als de pionier onder de diepzee duikers. Het is waarschijnlijk meer een legende die door de eeuwen heen steeds verder werd aangedikt. Het middeleeuwse idee van de wereld onderwater wordt goed weergegeven in één van de observaties van Alexander in dit werk. Nadat hij in een ‘glazen vat’ was gegaan en zichzelf had laten ‘inslikken’ door de zee, komt Alexander weer aan de oppervlakte, ontzet, en roept uit, "Baronnen, ik heb net gezien dat deze hele wereld verloren is en dat de grote vissen meedogenloos de kleine opeten."

    Dit kan een les zijn geweest in economie, maar het gaat wel over de wereld onder water.

    Adembuizen en ademzakken

    De meest voor de hand liggende en meest cruciale stap om de capaciteit van de duiker onder water te vergroten was om hem te voorzien van een luchttoevoer zodat het verblijf onder water kon worden verlengd. Holle buizen kwamen tot aan de oppervlakte waardoor de duiker onder water kon blijven voor een langere periode, maar hij kon nog niet veel nuttig werk doen. Ademhalingsbuizen werden gebruikt in militaire operaties om duikers ongemerkt naar de vijand te laten gaan wat een enorm voordeel betekende.

    Op het eerste gezicht leek het alleen maar nodig om een lange buis naar de oppervlakte te brengen die aan een drijflichaam was vastgemaakt. Vroege ontwerpen maakten gebruik van een leren masker net een lange buis. Er is alleen geen aanwijzing dat deze uitvindingen ook in de praktijk zijn gebruikt. Het resultaat zou dan waarschijnlijk het verdrinken van de duiker zijn geweest, want op een diepte van 1 meter is het praktisch onmogelijk om de ademen door de druk die daarvoor nodig is. In het begin werden de problemen met druk onder water niet erg goed begrepen.

    Een hele serie van ontwerpen was gebaseerd op het idee van het meenemen van een zak met lucht door de duiker (de voorloper dus van onze duikflessen!!).

    Een Assyrische afbeelding uit de negende eeuw voor Christus laat een duiker zien met iets dat op een opgeblazen dierenhuid lijkt met een luchtvoorraad. Maar het kan ook zijn dat dit een afbeelding is van een duiker die een opgeblazen huid gebruikt als een drijflichaam. Het zou onmogelijk zijn geweest om onder water te blijven met zo’n hulpmiddel.

    De lange snorkel heeft blijkbaar veel mensen in de oudheid geïnspireerd. Natuurlijk waren er veel toepassingen denkbaar, maar het meeste kwamen militaire operaties in aanmerking en het bergen van verloren ladingen. Of het inderdaad tot een werkelijke uitvoering is gekomen moeten we wel betwijfelen, maar een prachtige afbeelding levert het wel op.

     





    Leonardo da Vinci

    Leonardo da Vinci (1452-1519) had een blauwdruk voor duiken. Zijn aantekeningen laten, naast ontwerpen voor allerdaagse dingen, schetsen zien van verschillende typen duikapparatuur. De ontwerpen omvatten eenvoudige pijpen naar drijfvoorwerpen aan de oppervlakte tot wat bijna een compleet afzonderlijk duikpak is, met een masker dat de neus en mond omvatte en was aangesloten op een luchtvoorraad op de borst van de duiker. Zandzakken als ballast en zelfs een uitgang voor urine. Het lijkt erop dat hij de duikpijp, of snorkel heeft uitgevonden. In één van zijn tekeningen (figuur 1-6) heeft die een redelijke lengte, zo’n 50 cm. In een andere tekening maakt hij echter de klassieke fout door een buis te tekenen die veel te lang is, zodat duikers er in feite niet door zouden hebben kunnen ademen.

    In één van zijn schetsen laat da Vinci ook een ontwerp zien voor zwemhandschoenen met vliezen. Dit was mogelijk een inspiratie voor commandant de Corlieu tussen de eerste en de tweede wereldoorlog, want hij wordt gezien als de eerste die vinnen voor aan de voeten ontwierp.






    Geschiedenis van het Duiken (2)

    2. Eerste technologische ontwikkelingen

    Duikklok

    In het begin van

    de zestiende eeuw kwam de duikklok. De eerste keer waarvan bekend is dat er een duikklok werd gebruikt was in 1531 toen Guglielmo Lorena twee ceremoniële galeien onderzocht van Caligula die in ondiep water waren gezonken naar de bodem van het Naemi meer.

     

    Later gingen twee

    Grieken naar de bodem van de Taag, bij Toledo in Spanje. Ze gebruikten een grote ketel als duikklok en kwamen tot ontsteltenis van de wachtende menigte weer aan de oppervlakte met droge kleren en een kaars die nog steeds brandde.In augustus 1628 zonk de Wasa op haar ‘maiden trip’ net buiten Stockholm. Het nieuws van de ramp verspreide zich snel en binnen drie dagen was een Engelsman, genaamd Ian Bulmer, aangekomen in Stockholm die een poging ondernam om het schip te lichten. Het lukte hem niet, maar hij kon het schip wel iets meer recht overeind krijgen. Er werden nog verschillende pogingen ondernomen om het schip omhoog te brengen, maar men mistte de noodzakelijke hulpstukken. Tenslotte werd de duikklok uitgevonden en gebruikt door twee Zweden, Hans Albracht von Treileben en Andreas Peckell, die de meeste van de bronzen kanonnen boven wisten te brengen. Het bergen van de kanonnen werd beschreven door de Italiaanse priester Francesco Negri. De duikers op de Wasa waren gekleed in waterdichte flexibele leren pakken.

     

    De duikklok was gemaakt van lood, ongeveer 1,25 m hoog met in het midden een vierkant stuk lood net een meter onder de rand van de klok, waar de duiker op stond. De duikers, die vaak klaagden over een lekkende klok,

    gebruikten een paal van ongeveer 2 meter en konden door middel van lijnen boodschappen doorgeven naar de mensen aan de oppervlakte. Een duiker werkte daar een kwartier lang. De gaswetten over samendrukken werden toen nog niet goed begrepen en op een diepte van 35 m moest de ruimte met lucht zijn samengeperst tot een kwart. Geen wonder dat de duikers klaagden over lekkage. De bronzen kanonnen die uit de modderige diepten werden geborgen waren een aanzienlijk bedrag waard en werden verkocht aan Duitsland. Ze brachten in totaal 50 van de kanonnen boven, die elk tussen en 1 en 2 ton wogen.

     

    In 1715 ontwierp de Engelsman John Lethbridge een duiktoestel dat geheel was afgesloten. (figuur 2-1) Het apparaat valt onder de verzameling ‘duikpakken’ en bestond uit een met leer versterkt vat met lucht, uitgerust met een glazen patrijspoort om door te kijken en twee waterdichte, lederen manchetten waaruit alleen de armen staken. Dit toestel kon nooit op grote diepte worden gebruikt, omdat dan het drukverschil tussen de binnenzijde van het apparaat en het omringende water te groot zou worden. Lethbridge was redelijk succesvol met deze uitvinding en slaagde erin een aantal Europese wrakken te bergen. Het apparaat werd in het water gelaten op dezelfde manier als een duikklok. Later experimenten in 1980 toonden aan dat het apparaat kon werken, maar dat het voor bergingswerkzaamheden in volle zee en enorme prestatie moet zijn geweest.

    Peckell introduceerde later een manier om verse lucht aan de klok toe te voeren met behulp van houten vaten waardoor de beschikbare tijd voor de duikers om te werken toenam (figuur 2-2). In de literatuur van 1716 wordt deze uitvinding toegeschreven aan de Britse astronoom Edmund Halley (1656-1741).

    Natuurlijk weten we nu dat het nodig was om de lucht onder druk naar de duiker omlaag te pompen, maar de zuiger-compressor was nog maar net uitgevonden en nieuws kwam toen maar langzaam door. Pogingen werden ondernomen om lucht omlaag te pompen door gebruik te maken van balgen, maar met een beperkte mate van succes.

     

    De duikklok werd pas echt praktisch gemaakt door het werk van een Engelsman, genaamd John Smeaton aan het einde van de achttiende eeuw, in het bijzonder door een luchtpomp vast te maken aan de klok.

    Eerste stappen naar het moderne duiken

     

    Er waren vele stappen op weg naar de ontwikkeling van een succesvol zelfstandig onderwatersysteem. In 1808 ontwierp Freiderich von Drieberg een ‘balg-in-een-doos’ die op de rug van een duiker werd gedragen en samengeperste lucht vanaf de oppervlakte leverde. Het apparaat, Triton (figuur 2-3), werkte niet echt maar het hielp het idee ondersteunen dat samengeperste lucht kon worden gebruikt bij het duiken, een idee dat oorspronkelijk was bedacht door Halley in 1716.

    Één van de grootste mijlpalen was een ontdekking door Augustus Siebe, een Duitser die in Engeland werkte. Hij ontwikkelde de ‘open rok’ in 1819. Lucht werd onder druk in de helm van de duiker gebracht door een pomp en slang en de lucht kwam weer vrij onder de taille van de duiker (figuur 2-4). Inmiddels denkt men dat Siebe niet zelf een merkbare bijdrage heeft gegeven aan het fundamentele ontwerp van de duikrok. Dit wordt nu toegeschreven aan Charles en John Deane, de werkelijke uitvinders. De ‘Siebe helm en rok’ was tenminste het vijfde model dat uitkwam.

     

    Het eerste zelfstandige duikpak dat een voorraad samen geperste lucht met zich meenam was ontworpen door William H. James in 1825. De lucht (30 bar) was bevat in een ijzeren reservoir dat rond het middel werd gedragen (figuur 2-5).

    Het zelfstandige pak werd niet als belangrijk beschouwd en in 1837 ontwikkelde Siebe een gesloten pak dat de standaard duikuitrusting werd gedurende ongeveer een eeuw. Dit was een verbetering ten opzichte van de open rok in die zin dat de duiker voorover kon buigen zonder dat water in het pak spoelde.

    W.H. Taylor vond in 1838 ook het eerste gepanserde duikpak uit. Hierdoor konden duikers een diepte bereiken tot 50 meter zonder dat er noodzaak was tot decompressie.

     

     

    Gedurende jaren beschouwde men het gesloten pak van Siebe als het ultieme in duikuitrusting. Twee Fransmannen, Benoit Rouquayrol, een mijningenieur, en Auguste Denayrouze, een marine luitenant, voegden er in 1865 een tank aan toe met samengeperste lucht die was uitgerust met een vraagsysteem dat door een diafragma werd geopend. Hierdoor onstond een zelfstandig apparaat dat de naam Aerophore kreeg (lucht drager). Het werd zeven jaar lang door de Franse marine gebruikt en had ook enkele van de kenmerken die door Siebe waren ontworpen. Een compressor aan de oppervlakte voerde lucht toe door een slang. Maar in plaats van dat deze naar de helm van de duiker voerde, ging de slang naar een reservoir dat op de rug werd gedragen (figuur 2-7).

    Lucht werd afgegeven uit deze trommel door een slang naar de helm van de duiker via een ingenieuze automaat die in staat was de druk in de longen van de duiker even groot te maken als die van de omgevingsdruk. Het was maar een kleine stap van dit apparaat naar de moderne automaat. Mogelijk door de zware voetgewichten werd deze zelfstandige duikunit niet populair.

     

    Jules Verne rustte in 1870 kapitein Nemo in zijn roman ‘20.000 mijlen onder de zee’ uit met een Aerophore apparaat. Jules Verne voegde een bolvormige helm van koper toe om de kapitein te beschermen tegen de immense druk op die diepte. Wist hij veel dat deze verbetering de praktische werking van het systeem vernietigde. De manier waarop het was getekend gaf geen bescherming aan de rest van het lichaam. De helm moest een atmosferische druk hebben, waardoor de rest van het lijf al op een geringe diepte in de helm zou worden gezogen.

     

    Onderwater fotografie werd werkelijkheid in 1873 toen de Fransman Louis Bouton de eerste foto’s nam onderwater voor de kust van Frankrijk.

    Laat in de 19de eeuw was er waarschijnlijk voor het eerst een functionele SCUBA eenheid. De manier waarop het was getekend en door wat goed ingelichte onderzoekers konden vaststellen zou het hebben kunnen werken, maar ze wisten nooit dat het bestond. De uitvinder ging de Seine in en verdronk, dus hij kon het dus ook niet vertellen.

    H.A. Fleuss van de Britse firma Siebe, Gorman & Company ontwikkelde in 1878 een zuurstof re-breather (figuur 2-9) die gebruik maakte van een mengsel van ruwe delen van hennep en kalium om de uitgeademde koolzuur te absorberen. Sir Robert H. Davis werkte met Fleuss samen om het apparaat te verbeteren door gebruik te maken van meer effectieve koolzuurgas absorberende stoffen, stalen cilinders voor de zuurstof en een automatische klep. Deze uitrusting werd gedurende de eerste wereldoorlog gebruikt als bescherming tegen gifgas.

    Sir Robert was voornamelijk geïnteresseerd in het redden van de bemanning uit gezonken onderzeeërs. Het Davis apparaat werd aan alle duikers van de Britse Royal Navy gegeven in de tweede wereldoorlog. Het had het grote voordeel dat de aanwezigheid van duikers niet werd opgemerkt door het opstijgen van luchtbellen naar de oppervlakte.

     

    In 1925 ontwikkelde een Franse marineofficier, commandant Yves Le Prieur en Maurice Fenez een zelfstandig apparaat dat samengeperste lucht bevatte in plaats van zuurstof zoals bij het Davis apparaat. Op het apparaat werd in 1926 patent verleend. Het was een verbetering ten opzichte van het Davis apparaat omdat de duiker dieper kon gaan zonder het gevaar van zuurstofvergiftiging. Het apparaat van Le Prieur (figuur 2-10) was een stalen cilinder met samengeperste lucht die op de rug werd gedragen en via een slang was verbonden met een mondstuk. De duiker droeg een neusklem en een luchtdicht duikbrilletje dat alleen de ogen omsloot en geen mogelijkheid tot compenseren gaf. In de cilinder zat ongeveer 15 bar lucht en daarmee kon Le Prieur een kwartier onder blijven. Het belangrijkste probleem met dit apparaat was het feit dat er geen vraagsysteem op zat, waardoor er een constante stroom lucht werd afgegeven en de uitgeademde lucht in het water verdween. De luchtstroom werd voornamelijk met de hand bijgeregeld. Het apparaat werd overgenomen door de Franse marine.

    Algemeen

    De geboorte van SCUBA duiken

    De duikapparatuur die in de vorige aflevering van de Geschiedenis van het duiken is beschreven gaf de mensen de mogelijkheid om onder water te werken en te blijven voor langere periodes, maar bewegen werd sterk beperkt door de noodzaak om lucht vanaf de oppervlakte toe te voeren. Onderzoekers zochten naar methoden om de vrijheid van bewegen voor duikers te vergroten zonder de gevaren te verhogen. De beste oplossing was om de duiker te voorzien van een draagbare, zelfstandige luchtvoorziening. Gedurende veel jaren was het Self-Contained Underwater Breathing Apparatus (SCUBA) alleen maar een theoretische mogelijkheid. Eerdere pogingen om duikers uit te rusten met een zelfstandige voorraad lucht waren niet erg succesvol vanwege de beperkingen van de luchtpompen uit die tijd. Het was (nog) niet mogelijk om lucht onder voldoend hoge druk samen te persen. De ontwikkeling van SCUBA ging wel geleidelijk door en ontwikkelde zich in drie basis typen:

    • Open-circuit scuba (waar de uitademinglucht direct aan het omringende water wordt afgegeven)
    • Gesloten-circuit scuba (waar de zuurstof wordt gefilterd en opnieuw gebruikt), en
    • Semigesloten-circuit scuba (dat eigenschappen van het open en gesloten-circuit scuba combineert)

    Open-circuit scuba

    De eerste en hoogst noodzakelijke component van een open-circuit apparaat is een vraagsysteem. Al in 1866 (zie vorige aflevering) was er een ontwerp gepatenteerd door Benoist Rouquayrol. De automaat regelde de aanvoer van lucht zodat die overeenkwam met die eisen van de ademhaling van de duiker. Maar omdat in die tijd nog geen cilinders konden worden gemaakt die sterk genoeg waren om lucht onder een hoge druk op te slaan, paste Rouquayrol zijn automaat aan zodat er vanaf de oppervlakte lucht kon worden toegevoerd en de technologie veranderde naar die van gesloten-circuit systemen. De aanpassing van het concept van Rouquayrol naar een vraag-systeem voor een succesvolle toepassing in open-circuit scuba moest nog 60 jaren wachten.

    Ook in de vorige aflevering is beschreven hoe commandant LePrieur een open-circuit systeem ontwierp door gebruik te maken van een tank met samengeperste lucht. Maar hij nam geen vraag-systeem op in zijn ontwerp. Hierdoor werd het praktische gebruik van dit systeem sterk beperkt.

    In 1937 was het een Fransman, Georges Comheines, die schijnbaar een vraagsysteem had ontworpen gebaseerd om een apparaat dat door de brandweer werd gebruikt. Ongelukkigerwijs kwam hij om het leven tijdens het testen van het systeem; misschien de reden dat hij in de geschiedenis geen vooraanstaande positie heeft gekregen ...

    In 1939, tijdens de voordagen van de oorlog ontwikkelde een Amerikaanse professor, Dr. Christian Lambert, een zelfstandig zuurstof-ademsysteem. Het Amerikaanse leger noemde dit top-secret systeem SCUBA. Het werkte goed op geringere dieptes, maar op grotere dieptes kwamen veel duikers om het leven door zuurstofvergiftiging en het project werd stopgezet.

    De Aqualong van Cousteau en Gagnan

    Op hetzelfde moment dat gevechtsactiviteiten werden uitgevoerd met gesloten systemen bereikten twee Fransmannen een belangrijke doorbraak in het ontwerp van open-circuit systemen. Terwijl ze werkten onder moeilijke omstandigheden in het door de Duitsers bezette Frankrijk combineerden Emiel Gagnan en Jacques-Yves Cousteau een verbeterde versie van een vraagsysteem met een hoge-druk luchttank om hiermee het eerste werkelijk efficiente en veilige open-circuit systeem te bouwen dat bekend werd onder de naam Aqualong.

    Gedurende de oorlog waren de enige vernietigingsteams onder water de Italianen. Ze werden kikvorsmannen genoemd vanwege hun vinnen en de mogelijkheid om lang onder water te blijven. Maar de Amerikanen versloegen de Italianen en daarom zaten de Duitsers zonder hun kikvorsmannen. Daarop gingen ze naar de Franse marine, waarvan bekend was dat ze aan het experimenteren waren met zelfstandige ademhalingssystemen.

    De marine ging op haar beurt naar Air Liquide France, waar de directeur hen de naam gaf van Emile Gagnan. Emile Gagnan was een Frans-Canadese expert op het gebied van systemen voor industriële gasvoorziening en was beroemd door het feit dat hij zuurstof ademhalingssystemen had ontworpen voor de Franse luchtmacht. Gagnan had een vraagsysteem ontworpen voor een op brandend hout gebaseerde gasgenerator die gebruikt werd voor de automobielindustrie tijdens de oorlog. Houtskoolgas was een uitstekende brandstof voor auto's, net zoiets als LPG vandaag. Zijn ontwerpen zijn ook gebruikt in operatiekamers tijdens de oorlog.

    Gagnan nam het basisidee van de eerste automaten die ontworpen waren aan het eind van de 19e-eeuw en gebruikte informatie die hij nam van een butaan systeem. Hieruit ontwikkelde hij de eerste automaat met een vraagsysteem dat geschikt was voor het ademen van samengeperste lucht onderwater.

    Hij ging aan het werk en vroege pogingen in januari en februari 1943 leidden uiteindelijk tot de ontwikkeling van een dubbelslangsysteem met een inademingslang, een mondstuk en een uitademingslang. Het patent werd aangevraagd op het dubbelslagontwerp, de automaat zelf kon niet echt worden gepatenteerd.

     

    Jacques-Yves Cousteau, een luitenant in de Franse marine, was in die tijd een fanatieke snorkelaar en een amateur onderwaterfotograaf die in Nice woonde waar de Franse marine was gevestigd. De Franse marine was door de bezetting inactief en het belangrijkste levensdoel op dat moment (en later....) van Cousteau was fotografie. Hij stelde zich als vrijwilliger beschikbaar om de automaat te testen. Na een paar bijna fatale pogingen kwamen beiden uiteindelijk met de automaat die bekend werd als de Cousteau-Gagnan automaat. In de eerste uitvoering werd de automaat gecombineerd met drie cilinders die elk lucht bevatten tot een druk van 180 bar.

     

    Jacques-Yves Cousteau

     

    Helaas moet worden gemeld dat ik op mijn omzwervingen op het Internet weinig tegen ben gekomen over Gagnan, alhoewel hij eigenlijk moet worden gezien als de feitelijke ontwerper van de eerste bruikbare automaat, ook al lijkt Cousteau voor de meerderheid van de mensen de 'uitvinder van het scuba apparaat'. Blijkbaar was Cousteau een figuur die zich beter in de belangstelling kon zetten dan Gagnan ...

    Cousteau werd in St.-André-de-Cubzac, Gironde geboren in 1910 en sloot zich bij de marine aan als spion tijdens de bezetting door de Duitsers. Al in 1936 experimenteerde hij met duiktechnieken. Bij het testen van de apparatuur verloor hij een paar keer bijna het leven, maar in juni 1943 maakte hij een duik tot een diepte van 18 meter met de Aqualong. Drie jaren later werd de Aqualong de eerste commercieel verkrijgbare automaat.

     

    Cousteau is mede zo bekend geworden doordat zijn commandant zichzelf niet in staat achtte om het apparaat te demonstreren aan de Franse admiraliteit. Dus Cousteau werd naar Parijs gestuurd en er werd een groot feest georganiseerd waar hij het resultaat kon tonen.

    Samen met vinnen die ontworpen waren door commandant Louis DeCorlieu en met een duikmasker dat rechtstreeks afstamt van duikers in de Stille Oceaan stelde dit apparaat mensen in staat om te duiken met nieuwe vrijheid en veiligheid. Samen met zijn duikpartner Frederic Dumas en Philippe Tailliez werden verdere pogingen ondernomen tot een diepte van 40 meter. Later was Dumas zelfs in staat een diepte te bereiken van 70 m.

    We moeten dus (helaas?) echt wel tot de conclusie komen dat het de Fransen zijn geweest die de aanzet hebben gegeven tot deze doorbraak in het duiken. Met deze automaat is het duiken mogelijk gemaakt voor 'de massa' en de huidige populariteit van recreatief duiken veroorzaakt.

    Bron:  http://www.duikplas.nl/archief/artikel.php3?code=316

    19-08-2006 om 19:19 geschreven door lagoondiver  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duikongevallen

    Duiken verloopt natuurlijk niet zonder risico's.
    Als men duikt volgens de regels en geen stommiteiten gaat uithalen zijn de kansen zeer klein tot miniem dat er iets kan gebeuren.
    Hier zijn de bekendste duikongevallen op een rijtje gezet:

    Zuignapeffect van de duikbril of Duikbrilsqueeze

    Wat gebeurt er?

    Naarmate men dieper afdaalt, zal de omringende waterdruk verhogen.
    Het masker wordt dus tegen uw gezicht aangedrukt.
    Als hier niets aan gedaan wordt en men blijft dieper duiken, zal het masker uiteindelijk zo hard aangespannen zijn dat de bloedvaatjes om de ogen kunnen springen.

    Wat kan eraan gedaan worden?

    Zorgen dat je, als je daalt, zachtjes een beetje lucht door je neus uitblaast zodat het masker losser op het aangezicht zit.

    Trommelvliesscheur

    Wat gebeurt er?

    Dit heeft weer te maken met de toenemende druk als we dalen.
    De druk zal tegen het trommelvlies drukken en als er niets gedaan wordt kan het trommelvlies scheuren.

    Wat kan eraan gedaan worden?

    Meteen als je begint af te dalen (en liefst ook nog eens daarvoor), moet je je neus toeknijpen en zachtjes blazen tot je een soort van "klik" in je oren voelt. Let wel, je moet het in beide oren voelen!

    Barotrauma van het gebit

    Wat gebeurt er?

    Als je een gaatje in je tand hebt, en je gaat duiken, zal de lucht tijdens het stijgen in deze holte komen te zitten door het in-en uitademen.
    Wanneer je stijgt, zal de lucht terug uitzetten, maar omdat de lucht in het gaatje van je tand nergens heen kan, zal je tand (pijnlijk genoeg) eruit springen.

    Wat kan eraan gedaan worden?

    Altijd goed je tanden laten nakijken en verzorgen

    Duikerkolieken

    Wat gebeurt er?

    Als je tijdens de duik lucht inslikt komt dit in je maag terecht.
    Tijdens het stijgen zet de lucht uit, wat gepaart gaat met hevige buikkrampen of duikkolieken.

    Wat kan eraan gedaan worden?

    Enkele meters stijgen en laten herdrukken.

    Longoverdruk of Barotrauma

    Wat gebeurt er?

    Als men niet uitademt tijdens het stijgen, zal de lucht die in de longen zit uitzetten en zullen de longblaasjes knappen.
    Daarom is het heel belangrijk om ALTIJD UITADEMEN!!!!! als je stijgt.

    Wat kan eraan gedaan worden?

    Altijd uitademen als je stijgt en de stijgsnelheid (10m/min) respecteren.

    Decompressieongeval

    Wat gebeurt er?

    Tijdens de duik stromen er zuurstofbelletjes door ons lichaam.
    Deze gaan van het hart naar de organen en voorzien die van zuurstof, terwijl ze ook de koolstofdioxide uit ons lichaam verdrijven.
    Als je stijgt, zal de druk rondom je verlagen, die in je lichaam daarentegen zet uit (wet van Boyle-Mariotte).
    Als je dus te snel stijgt, zullen de zuurstofbelletjes uitzetten.
    Hierdoor zullen ze bepaalde bloedvaten en de delen die daarachter liggen blokkeren waardoor verlamming, shock en de dood erop kunnen volgen.

    Wat is eraan te doen?

    Steeds de stijgsnelheid respecteren (10m/min).
    Ook moet de duiker een goede fysieke conditie hebben en mag er zeker niet gevlogen worden vlak na een duik.
    Er zijn ook enkele bezwarende factoren die gemeden moeten worden (o.a. alcoholische dranken, vettig eten, zwaarlijvigheid,...)

    Voor een volledige lijst en meer details over duikongevallen, kijk op:

    http://www.seamasters.be/Xdata/Duikongevallen.PDF#search=%22duikongevallen%22

    19-08-2006 om 19:16 geschreven door lagoondiver  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)


    Archief per week
  • 14/08-20/08 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs