DEN HAAG -
Roddelen en
schelden op internetforums, kwetsende foto's en filmpjes op social
media. Er is steeds meer aandacht voor pesten op internet, maar voor het
derde jaar op rij zijn de cijfers over cyberpesten onder jongeren
nauwelijks veranderd, blijkt maandag uit cijfers van het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS). Van de vijftien- tot achttienjarigen zegt
ruim 11 procent dat ze in 2014 met cyberpesten te maken hebben gehad.
De cijfers van 2012 (10,3 procent) en 2013 (12,5 procent)
verschillen iets met die van 2014, maar doordat de uitkomst in
werkelijkheid kan afwijken, komt het op ongeveer hetzelfde neer, aldus
een woordvoerder van het CBS.
Twee derde van alle jongeren die met
cyberpesten te maken hebben gehad, kent de dader. Het vaakst maken
internetpesters gebruik van laster: bijvoorbeeld het plaatsen van
kwetsende teksten op internetforums of profielsites, of het verspreiden
van foto's, filmpjes of roddel via het web.
Bijna 5 procent van
hen geeft aan hiermee te maken te hebben gehad. Ook stalken en
bedreiging met geweld worden genoemd, aldus het CBS.
Van de
jongeren tussen de vijftien tot 25 jaar kreeg 8 procent vorig jaar te
maken met cyberpesten. Onder alle Nederlanders van vijftien jaar en
ouder is dat 3 procent. In het onderzoek van het CBS zeiden 400.000
mensen dat ze wel eens zijn geconfronteerd met pesters op internet.
Vorig
jaar hebben staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, basisscholen
en scholen in het voortgezet onderwijs afspraken gemaakt over de aanpak
van pesten. Scholen zijn verplicht om in de gaten te houden of er gepest
wordt en zo ja, er iets aan te doen. De onderwijsinspectie houdt daar
toezicht op. De afspraken gaan niet alleen over pesten in de klas, maar
nadrukkelijk ook over pesten op bijvoorbeeld social media.
Eigenlijk
gaat het om alles wat redelijkerwijs in het bereik van de school ligt,
zei staatssecretaris Dekker vorig jaar. Niet alleen in de klas wordt
gepest, maar het probleem wordt vaak wel de klas in getrokken. De
afspraken gaan in het nieuwe schooljaar in. Dat begint maandag in het
noorden. (bron: De Telegraaf)
Wij vinden het natuurlijk niet goed dat er mensen zijn die dit doen. De cijfers zijn dan ook schokkend.Deze gegevens zijn van kinderen uit Nederland, maar ze blijven schokkend. Zo zie je dat het zelfs niet ver van huis gebeurd.