Inhoud blog
  • Ziektes van kwartels
  • Kweken met kwartels
  • Voeding kwartels
  • Huisvesting kwartel
  • Soorten kwartels
  • Geschiedenis kwartels
  • Beginnen met kwartels
  • Welkom
    Zoeken in blog

    Kwartel Blog
    Een blog met informatie over alle soorten kwartels.
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Welkom

    Welkom op deze Kwartel website

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Kwartels zijn levendige, kleine vogels die geschikt zijn om in een groepje in een grote voliére of een kwartelhok te houden. Er bestaan allerlei soorten kwartels, zoals boomkwartels, kuifkwartels en grondkwartels. Interessant is dat veel kwartelsoorten nog oorspronkelijk zijn in hun gedrag. Dat maakt hen soms wat schrikkerig, maar met een rustige benadering kunnen ze vrij tam worden.

    Op deze Kwartel website vind je meer informatie over kwartels, de geschiedenis, de verschillende soorten, de voeding, ziektes, kweek en veel meer. De beestjes zijn ideaal voor mensen met een kleine tuin, maar deze mooie vogels kunnen ook als toevoeging in een voliére worden gehouden. Tevens hebben we ook een eigen webshop waar af en toe een aantal kwartels en toebehoren te koop aangeboden worden.

    De groep kwartels bestaat uit zeer veel ondersoorten en er is altijd wel een geschikt soort te vinden om te fokken of in je voiliére te houden. Er komen naast de vele verschillende soorten ook nog eens een groot aantal kleurmutaties voor, o.a. de Japanse - en Chinese dwerg en de virginische boomkwartels staan hierom bekend.

    Kwartels behoren tot de familie der fazantachtigen (Phasianidae) in de orde hoenderachtigen (Galliformes). Het zijn de kleinste hoenderachtigen en ze worden geschaard onder de siervogels. Vrijwel alle kwartels die als huisdier worden gehouden zijn zogenaamde oorspronkelijke, dus niet-gedomesticeerde soorten, wat inhoudt dat deze dieren in hun vorm en gedrag in feite nog natuurlijke vogels zijn. Kwartels worden in gevangenschap tot vijf jaar oud.

    15-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    16-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziektes van kwartels

    Ziektes van de Kwartel

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel

    Zieke dieren zijn gemakkelijk te herkennen. Een ziek dier komt niet graag naar de voerbak, zit in elkaar gedoken, zet de veren een beetje op, is suf of vertoont niet het normale gedrag. Een ziek dier moet snel geïsoleerd worden van de andere dieren door het apart in een kooi of hok te zetten, dat bij voorkeur ook verwarmd kan worden. Op deze manier worden de andere dieren niet besmet en krijgt het zieke dier rust.

    Het is niet mogelijk alle ziekten te beschrijven. Daarom worden alleen de meest voorkomende ziekten kort beschreven.

    Uitwendige parasieten

    Luizen, vlooien en mijten zitten tussen de veren op de huid. De risicoplekken zijn de kop, onder de vleugels en achter op het onderlijf. Met zandbaden bestrijden de kwartels zelf op een natuurlijke manier deze uitwendige parasieten. Zij doen dat graag en vele malen per dag, zie pagina: 'huisvesting'. Mochten de dieren toch last houden van deze parasieten, dan zijn er middelen om deze parasieten te bestrijden. Deze zijn verkrijgbaar bij de dierenarts en bij de dierenspeciaalzaak.

    Ingewandswormen

    Er zijn vele soorten ingewandswormen. Jonge dieren zijn gevoeliger voor worminfecties dan oudere dieren. De meest voorkomende wormen zijn spoel-, haar- en lintwormen. Soms zijn in de mest van de dieren de bleekgekleurde wormen te zien. Meestal is het echter aan de dieren en de mest niet te zien dat zij last hebben van wormen. Pas als de besmetting met wormen erge vormen aanneemt, is het aan de dieren te zien: zij zitten dan suf in het hok en komen niet naar de voerbak. Er zijn goede middelen beschikbaar voor de bestrijding van wormen. Goede dierenspeciaalzaken hebben deze middelen in voorraad. Beter is om met zieke dieren naar een dierenarts te gaan, bij voorkeur een dierenarts die in gezelschapsdieren is gespecialiseerd.

    Coccidiose

    Coccidiose is een darmziekte die veroorzaakt wordt door een kleine darmparasiet. Mestonderzoek door een dierenarts geeft de juiste diagnose en er zijn goede middelen om deze parasiet bestrijden. Hygiëne in het hok en de ren kan veel problemen met coccidiose voorkomen, zie pagina: 'huisvesting'.

    Blackhead

    Dit is een ziekte die door een kleine protozo (darmparasiet) wordt veroorzaakt. Vooral fazanten, kalkoenen, maar ook kwartels zijn vatbaar voor deze ziekte. Deze protozo veroorzaakt een ontsteking van de blindedarm en veel diarree. Later kan de lever ook aangetast worden. In dit stadium is het zieke dier niet mee redden.

    Een door blackhead aangetast dier herkent met snel aan de houding: ingedoken houding met kromme rug en vaak opgezette veren. Soms is de kop wat donker gekleurd. Bij deze ziekte moet de dierenarts ingeschakeld worden. Er zijn goede geneesmiddelen.

    Virusziekten

    Hoenderachtigen zijn vatbaar voor een aantal virusziekten. Deze ziekten zijn moeilijker te bestrijden dan de hierboven beschreven ziekten. Kleine dieren zoals kwartels sterven vrij snel aan deze ziekten.

    De meest bekende virusziekte is New Castle Disease (afgekort NCD). Dit virus verstoort de ademhaling, zorgt voor bewegingsstoornissen en ernstige diarree (vaak met een groene kleur). Vele dieren sterven aan deze ziekte. Alle hoenderachtigen in Nederland worden jaarlijks ingeënt tegen deze gevaarlijke ziekte. Het is aan te raden de dieren altijd te laten inenten. Neem hiervoor contact op met een fokker in de buurt of met een dierenarts.

    Een andere virusziekte is de klassieke vogelpest of Aviaire influenza. Dieren met deze ziekte moeten direct worden afgemaakt om verdere besmetting te voorkomen. Neem bij problemen altijd direct contact op met een dierenarts.

    Verenpikken

    Een lastig verschijnsel is verenpikken. Kwartels pikken elkaar soms de veren van het lichaam, vaak tot bloedens toe. Meestal is de oorzaak overbevolking. Zorg ervoor dat er niet te veel dieren in de hokken zitten. Hanen kunnen in het voortplantingsseizoen niet samen in een hok geplaatst worden. Plaats de hanen apart met één of enkele hennen. Dan komt het probleem meestal niet voor. Zorg ook voor afleiding in de vorm van groenvoer en schuilruimte voor de dieren (zie pagina: huisvesting). Er is een vorm van beschadiging van de veren bij de hennen (op de kop en op de rug) die niets te maken heeft met verenpikken. Hanen pakken de hennen tijdens de paring vast bij de veren op de kop. Kwartelhanen en vooral de Japanse kwartelhanen zijn in het voortplantingsseizoen nogal actief en daardoor slijten de veren van de hennen wat sneller. Ook de rugveren van de hennen hebben te lijden tijdens de paring. Het ziet er soms niet fraai uit, maar het is niet ernstig. Na de rui (zie hieronder) komen er weer prachtige nieuwe veren terug.

    Teenkluiten

    Kwartels hebben vaak last van samengeklonterde mest en zand rond de tenen en nagels. Uiteindelijk kan hierdoor de nagel afsterven. De oorzaak is een vochtige bodem(bedekking) of veel mest op de bodem. De oplossing is de grond in de ren en het strooisel in de hokken goed droog te houden.. Heeft een kwartel een teenkluit, week deze kluit dan enkele minuten in een bakje met lauw water. De kluit kan dan met de hand gemakkelijk zonder beschadiging van de teen worden losgemaakt.

    Ruien

    Kwartels ruien eenmaal per jaar, waarbij de oude veren worden vervangen door nieuwe veren. Ruien is geen ziekte, maar de dieren zijn wel gevoeliger voor ziekte in de periode van de rui. Door het verlies van de oude veren zijn de dieren vatbaarder voor kou en tocht. Het is daarom verstandig de ruiende dieren een week of twee binnen te houden, vooral bij slecht en vochtig weer. Zodra de meeste nieuwe veren volledig zijn uitgegroeid is het dier weer in een normale conditie. De duur van de rui varieert per soort en ook wel per dier. Gemiddeld duurt de rui twee tot vier weken. Vitale gezonde dieren ruien sneller dan minder vitale dieren.

    Lange teennagels en snavels

    Kwartels die altijd op een zachte bodembedekking leven (zoals houtkrullen) krijgen te lange nagels, omdat de normale slijtage van de nagels ontbreekt. Bij deze dieren moeten zo nu en dan de nagels worden geknipt. Blanke nagels zijn goed te knippen, als deze voor een lamp worden gehouden. Het ‘leven’ onder nagel is dan zichtbaar. Blijf met het knippen nog een stukje voor dit ‘leven’. Bij donkere nagels is het ‘leven’ echter niet goed te zien. Het knippen moet dan zeer voorzichtig gebeuren. Te lange teennagels kunnen gemakkelijk worden voorkomen. Bij gebruik van droog zand en/of gebroken boomschors als bodembedekking slijten de nagels op een natuurlijke manier voldoende. Leg als extra nog één of twee bakstenen in het hok en de ren. Kwartels gaan graag op een steen staan en hierdoor worden de nagels vanzelf op een normale lengte gehouden. Kwartels hebben ook wel eens last van te lange snavels. De dieren houden zelf hun snavel ook op lengte door deze geregeld bij te slijpen op een baksteen.

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kweken met kwartels

    Kweken met Kwartels

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Fokken houdt in dat van de (ouder)dieren eieren worden uitgebroed om jonge dieren te krijgen. Eieren van kwartels kunnen prima kunstmatig worden uitgebroed. Bijna alle soorten kwartels broeden zelf de eieren ook goed uit als de omstandigheden hiervoor goed zijn. In beide situaties is kennis van zaken nodig.

    Twee belangrijke punten zijn:
    • voldoende ruimte voor de jonge dieren. Is deze ruimte er niet, begin dan niet met fokken en voorkom problemen met overbevolking. Als alternatief kunnen zo nu en dan ook jonge dieren bij een fokker worden gekocht, zie onze webshop.
    • kunstmatig broeden en opfokken kan alleen met een broedmachine en een kunstmoeder.

    Broedmachines zijn dure apparaten. Een kunstmoeder kan gemakkelijk zelf gemaakt worden. Kunstmoeders worden in dit hoofdstuk beschreven. Een andere oplossing is eieren uit te laten broeden bij collega-fokkers of bij fokkers die grote machines hebben en vaak in verenigingsverband eieren uitbroeden tegen een geringe vergoeding, wij beschikken tevens ook over een eigen broedmachine, voor meer informatie ga naar onze webshop.

    Fokmateriaal

    Een voorwaarde is dat begonnen wordt met goede en gezonde fokdieren, die voldoen aan de eisen van de soort. Koop daarom de fokdieren bij goede fokkers, bij voorkeur fokkers die regelmatig mee doen op tentoonstellingen en goede beoordelingen van hun dieren krijgen. Het is niet moeilijk om adressen te vinden. Het is ook belangrijk om te beginnen met onverwante dieren. Koop bijvoorbeeld een goede haan bij één fokker en een hen of meerdere hennen bij een andere fokker.

    Kwartels worden meestal één op één gekoppeld. Dit betekent één haan en één hen bij elkaar. Bij de meeste grondkwartels kunnen ook wel twee tot drie hennen bij een haan worden geplaatst. Het koppelen van kwartels die vreemd voor elkaar zijn geeft soms problemen. Een oplossing is om de haan een paar dagen te laten wennen aan zijn territorium. Daarna wordt de hen (of hennen) bij deze haan in zijn territorium geplaatst. Meestal is hij dan meteen de ‘baas’ en gaat alles goed.

    Verloopt de gewenning nog niet goed, dan is een andere oplossing om alle dieren die aan elkaar moeten wennen tegelijk in een nieuw (dus voor alle dieren onbekend) hok te plaatsen. In deze situatie heeft geen enkel dier een territorium te verdedigen en verloopt de gewenning meestal probleemloos.

    Eileg

    Zoals bij alle vogels wordt bij kwartels de voortplanting gestuurd door de daglengte. Ongeveer 14 uur daglicht is voldoende om de hormonale veranderingen in het lichaam op gang te brengen waardoor de kwartels in voortplantingsconditie komen. De hennen beginnen meestal in april te leggen. Het aantal gelegde eieren is afhankelijk van de soort. Fokkers die eerder willen beginnen met het fokken verlengen de daglengte kunstmatig door de dieren bij te lichten met lampen tot de daglengte op ongeveer 14 uur of meer per 24 uur uitkomt.

    De dieren kunnen gestimuleerd worden om een nest te maken. De bodembedekking moet hiervoor uitnodigend zijn, dus een dikke laag strooisel of beter nog droog zand. Verder moet de hen een beschutte plaats voor haar nest kunnen vinden. Kort geknipt hooi of stro in het hok stimuleert de hen ook. Het nest is een ondiep kuiltje, dat slordig bekleed wordt met dit hooi of stro. De hennen kunnen ook gestimuleerd worden om zelf de eieren te gaan broeden. Laat hiervoor de eieren gewoon in het nest liggen. Elke soort heeft van nature een nestgrootte (is het aantal eieren) waarbij de hen broeds wordt en op het nest blijft zitten. De uitzondering is vooral de Japanse kwartel. De hennen van deze soort worden slecht of vaak helemaal niet broeds.

    Figuur 1: Eieren van de Japanse kwartel

    Natuurlijk broeden

    Het is prachtig om te zien hoe een broedse hen een aantal eieren uitbroedt en de jongen groot brengt.

    Natuurbroed heeft een aantal voordelen:
    • de hen zorgt altijd voor de juiste temperatuur van de eieren
    • de hen keert de eieren op de juiste manier
    • de luchtvochtigheid in het nest is meestal wel goed, al kunnen we daar wel enige invloed op uit oefenen door een paar keer met een bloemenspuit de eieren en het nest nat te maken
    • de hen verzorgt de jonge kuikens uitstekend tot zij geen extra warmte meer nodig hebben
    • er hoeft geen apparatuur aangeschaft te worden, de hen doet al het werk zelf.

    Er zijn ook nadelen bij natuurbroed:
    • een hen is niet altijd broeds wanneer de fokker dat wil
    • een broedse hen kan ophouden broeds te zijn, kan ziek worden of dood gaan en dan gaat het legsel verloren
    • de hen kan gemakkelijk ziekten overdragen aan de kuikens
    • een hen kan per nest maar een beperkt aantal eieren bebroeden. Een vuistregel is zeven - negen eieren. Zit de hen op het legsel en zijn er nog eieren zichtbaar, dan heeft zij teveel eieren. Het beste is om één of twee eieren weg te halen
    • de kuikens zijn moeilijker tam te maken. Een hen beschermt haar kuikens en dit gedrag zorgt er voor dat de kuikens moeilijker benaderbaar zijn. Het wennen aan mensen en tam worden moet direct na de geboorte al beginnen en dat wordt in deze situatie lastig. Natuurlijk opgefokte kuikens worden daardoor meestal niet zo tam als kunstmatig opgefokte kuikens. Redelijk tamme dieren zijn wel gewenst om later gemakkelijker de dieren te kunnen vangen zonder beschadiging van het verenkleed en deze dieren voelen zich ook beter thuis in tentoonstellingskooien. Rustige dieren zijn voor het publiek ook aantrekkelijker.

    Figuur 2: Japanse kwartel geel wildkleur kuiken twee dagen oud

    Kleine krielkippen kunnen ook gebruikt worden voor het uitbroeden van kwarteleieren. Broeden met een broedse hen, hoe gaat dat? Een broedse hen blijft op het nest zitten en komt per dag maar enkele keren kort van het nest om te eten, te drinken en zich te ontlasten. Laat de hen met rust en ga niet geregeld kijken. Zij weet zelf precies wat ze moet doen. Afhankelijk van de soort komen de eieren uit na 16 tot 23 dagen. Wanneer het zo ver is, komt de hen met de kuikens van het nest. Verwijder dan de eischalen en het nestmateriaal. De hen gebruikt dit nest niet meer. Op dit moment begint de opfok van de kuikens (zie hieronder bij Opfokken).

    Kunstmatig broeden

    Wordt een broedmachine gebruikt voor het uitbroeden van de eieren, dan is het nodig elke dag de eieren te rapen. Op deze manier worden de hennen gestimuleerd om door te leggen, dus meer eieren te leggen.

    Broedeieren kunnen acht tot tien dagen bewaard worden zonder dat de kwaliteit verslechtert. De bewaarcondities van de broedeieren moeten wel goed zijn. Na 14 dagen gaat de kiemkracht snel achteruit.

    Broedeieren worden bewaard bij ongeveer 10 - 15 graden Celsius. De eieren mogen niet op de tocht liggen. Tocht zorgt voor extra waterverdamping en dat is uiteindelijk funest voor het broedei. De luchtvochtigheid bij de eieren moet rond de 50 - 60% blijven om te veel verdamping van vocht te voorkomen. Eieren waaruit teveel vocht is verdampt zijn slechte broedeieren.

    Elke dag worden de eieren minimaal tweemaal gekeerd. Worden de eieren niet gekeerd, dan is de kans groot dat de dooier met daarop de kiem (dit is het hele kleine embryo) vastplakt aan de eischaalvliezen. Als dit gebeurt, is het ei ongeschikt als broedei. Broedeieren kunnen liggend en staand bewaard worden. De ene fokker zweert bij staand bewaren, de ander bij liggend bewaren. Liggend bewaren kan in droog zand of houtkrullen. De eieren worden minimaal twee maal per dag 180 graden gekeerd.

    Staand bewaren kan goed onder een hoek van ongeveer 45 graden. De eieren staan met de spitse punt naar beneden. Door de eihouder steeds te kantelen keren de eieren ruim 90 graden. Figuur 3 laat zien hoe dit werkt.

    Kunstmatig broeden is minder natuurlijk, maar heeft ook een mooi aspect: het uitkomen van de kuikens is prachtig te volgen. Voor een fokker die een flink aantal kuikens wil uitbroeden, is kunstmatig broeden de beste manier.

    Figuur 3: Keren van broedeireren tijdens het bewaren

    Voordelen van kunstmatig broeden:
    • afhankelijk van de capaciteit van de machine kunnen veel eieren tegelijk worden uitgebroed
    • ook weer mede afhankelijk van de capaciteit van uw machine kunnen kort achter elkaar eieren ingelegd worden (bijvoorbeeld elke week). Op deze manier hoeven de broedeieren niet zo lang te worden bewaard en dit komt de kwaliteit van de broedeieren ten goede
    • de luchtvochtigheid, de temperatuur en het keren van de eieren kunnen automatisch door de broedmachine worden uitgevoerd. Bij goedkopere machines gaat dit minder goed of moet dit grotendeels handmatig gebeuren
    • ziekteoverdracht door de hen op de kuikens is niet mogelijk
    • de kuikens kunnen vanaf de geboorte gemakkelijker tam worden gemaakt. Er zijn ook nadelen bij kunstmatig broeden:
    • goede broedmachines zijn duur; van €150 tot ver over €1000
    • behalve een broedmachine is er ook een kunstmoeder met een betrouwbare verwarming nodig
    • de methode is minder natuurlijk.

    Het is belangrijk eerst de handleiding van de broedmachine goed te lezen. De broedmachine moet eierroosters hebben voor de kleine kwarteleieren. Het is best mogelijk dat het eerste broedsel in de machine niet vlekkeloos verloopt. Dit is niet vreemd, maar een kwestie van wennen.

    Gewoon alle ervaringen opschrijven en nog een keer broeden. Al doende leert men. Plaats de broedmachine bij voorkeur in een niet te warme ruimte en voorkom sterke temperatuurschommelingen en tocht.

    De broedmachine moet ook waterpas staan. Daarna kan de broedmachine gestart worden. Volg exact de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor het instellen van de thermostaat, de ventilatie, de luchtvochtigheid en de eventuele automatische keerinrichting.

    Het is verstandig de broedmachine een aantal dagen te laten draaien alsof er eieren in liggen. Zodra de machine een paar dagen exact de ingestelde broedtemperatuur (meestal rond 98 -100 graden Fahrenheit) vasthoudt, staat de thermostaat goed afgesteld. Oefen ook met de watertoevoer voor de luchtvochtigheid en houdt de waarde aan die de
    fabrikant in de gebruiksaanwijzing opgeeft. Kijk ook of de automatische keerinrichting goed werkt. Heeft de broedmachine geen automatische keerinrichting, dan moeten de eieren in de machine minimaal twee keer per 24 uur met de hand worden gekeerd op dezelfde manier zoals beschreven bij het bewaren van broedeieren.

    Draait de machine een paar dagen zoals het hoort, dan worden de eieren ingelegd. Het is aan te raden de broedeieren voor de inleg in de broedmachine zes - acht uur te laten opwarmen tot bijvoorbeeld kamertemperatuur (20 - 22 graden Celsius). Op deze manier wordt een temperatuurschok, die nadelig kan zijn voor de embryo’s, voorkomen.

    Het is verstandig om in een broedmachine, die automatisch de eieren keert, de eerste dag de keerinrichting uit te zetten.
    Deze rustperiode is beter voor de start van het jonge embryo. Op de tweede broeddag wordt de keerinrichting gestart of de eieren handmatig gekeerd. Het kort openen van de broedmachine om de eieren handmatig te keren is niet nadelig voor de eieren. De temperatuur in de machine loopt wat naar beneden, maar dat is niet nadelig. Broedse hennen verlaten ook het nest voor korte tijd en deze eieren koelen in de natuur vaak nog meer af. Integendeel, het even afkoelen schijnt een gunstig effect te hebben op de ontwikkeling van de embryo’s.

    Tijdens het broedproces moet het ei 12 - 13% van haar gewicht verliezen. Verdamping van water uit het ei zorgt voor het meeste gewichtsverlies. Teveel, maar ook te weinig verdamping is schadelijk voor het embryo en kan leiden tot afsterven van het embryo. Het is dus belangrijk de waterverdamping in de eieren te beheersen door middel van het vochtgehalte in de broedmachine.

    Vanaf het begin tot het aanpikken van het eerste kuiken is het gewenste vochtgehalte 55 - 60%. De waterverdamping uit de eieren kan ook gecontroleerd worden. Kippeneieren kunnen met een schouwlamp belicht worden om de vochtverdamping te controleren. Bij kwarteleieren kan dit niet altijd, omdat de schaal vaak donker van kleur is.

    De verdamping kan ook gecontroleerd worden door het gewichtsverlies van de eieren te meten. Voorbeeld van een berekening: er worden 30 eieren voor de inleg in de broedmachine gewogen. Deze eieren hebben een broedduur van 21 dagen. Zij wegen samen 300 gram. Op dag 21 moeten de eieren dus 13% minder wegen. De eieren wegen dan samen 264 gram.

    Maak nu een grafiek met op de horizontale as 21 punten die de 21 dagen van het broedproces voorstellen. Op de verticale as komen 6 punten, te beginnen met 250 gram, het volgende punt 260 gram tot het zesde punt dat 300 gram weergeeft.

    Dag 0 (inlegmoment) en het punt voor 250 gram vallen samen in het kruispunt van de beide assen van de grafiek. Trek nu een rechte lijn van het punt 300 gram op de verticale as naar het punt op de horizontale as dat dag 21 aangeeft.

    Een paar keer tijdens het broedproces, bijvoorbeeld op dag 6, dag 13 en dag 18, worden de 30 eieren gewogen en het gewicht in de grafiek uitgezet. Het gewicht van de 30 eieren moet dicht in de buurt van de rechte lijn (die de ideale situatie voorstelt) liggen. Is dit niet zo, dan moet het vochtgehalte in de broedmachine worden bijgesteld. Zijn de eieren te licht, houdt dan enkele dagen het vochtgehalte wat hoger. Zijn de eieren nog te zwaar, verlaag dan enkele dagen het vochtgehalte.

    Het keren van de eieren wordt ongeveer 4 dagen voor de eieren uitkomen gestopt. Keren is dan niet meer nodig noch zinvol, omdat de kuikens al helemaal zijn gevormd.

    Drie dagen voor het uitkomen worden de eieren in de uitkomstlade onderin de broedmachine
    gelegd.

    Uitkomen in de broedmachine

    Als het eerste ei is aangepikt, is het verstandig het vochtgehalte in de broedmachine van ongeveer 50% - 60% te verhogen tot 70 - 75% te verhogen om te voorkomen dat de eischaalvliezen te snel uitdrogen. Worden deze vliezen tijdens het uitkomen geel van kleur, dan zijn ze opgedroogd. Het kuikens loopt het risico om vast te blijven zitten aan het vlies, komt niet meer verder uit het ei en gaat dood.

    Stoor op deze dagen het proces niet door de broedmachine te openen. Alles met rust laten is het beste. Wordt de broedmachine geopend tijdens het uitkomen, dan is het vochtgehalte in de broedmachine verstoord en drogen de eischaalvliezen sneller uit. Kuikens helpen bij het uitkomen is niet goed, zij moeten dit zelf doen. Dus gewoon de natuur haar gang laten gaan en niet ingrijpen.

    De kuikens komen na het aanpikken van de eischaal binnen een aantal uren uit het ei. De snelheid van uit het ei kruipen is afhankelijk van de soort. De kuikens mogen niet direct na het uitkomen uit de broedmachine gehaald worden. Dat kan pas als alle kuikens droog zijn.

    Het is echter verstandig de kuikens nog een aantal uren rustig te laten zitten in de broedmachine. Voedsel hebben ze de eerste 24 uur niet nodig, warmte des te meer. Het restant van de dooier is vlak voor het uitkomen opgenomen in de einddarm van het kuiken. Op deze voedselvoorraad kunnen de kuikens desnoods enkele dagen teren. Deze dooier moet door het kuiken ook verteerd worden, anders bestaat het gevaar dat deze dooier in de darm van het kuiken gaat rotten. Dit is vaak dodelijk voor het kuiken.

    Opfokken van de kuikens in een kunstmoeder

    De kuikens zijn uit de broedmachine gehaald en in de kunstmoeder geplaatst. Voedsel hebben de kuikens de eerste 24 uur na het uitkomen niet nodig. Water geven is wel nodig.

    Gebruik voor de kleine kuikens fijne houtkrullen. Op een leeftijd van vier tot vijf weken kunnen de houtkrullen door droog zand worden vervangen, voor meer informatie ga naar 'huisvesting'.

    Als kunstmoeder is een oude aquariumbak waarvan het glas aan de voorzijde is vervangen door fijn gaas goed te gebruiken. Het deksel van deze kunstmoeder is ook van gaas. Op deze manier is er voldoende beschutting, maar ook ventilatie.

    Figuur 4: Kuiken Japanse kwartel geel wildkleur: één dag oud.

    Op de bodem van de kunstmoeder komt eerst een dikke laag fijne houtkrullen. Daarbovenop kan dan nog voor de eerste 24 uur een oude badstoffen handdoek gelegd worden om de kuikens wat extra houvast te geven.

    Als verwarming is een infrarode warmtelamp geschikt die in het begin op ongeveer 10 centimeter hoogte van de bodem hangt. De kunstmoeder wordt wel een uur voordat de kuikens erin gaan opgewarmd. In plaats van infrarode lampen kunnen ook warmteplaten worden gebruikt.

    Als de kuikens ouder worden, wordt de lamp steeds een beetje verder omhoog getrokken. Het voordeel van deze lamp is dat geen licht maar wel warmte wordt gegeven. De kuikens groeien dan op bij een natuurlijk dag- en nachtritme. Dit is beter dan lampen te gebruiken die licht afgeven, want dan zitten de kuikens 24 uur per dag in fel licht.

    Het is belangrijk om de kuikens precies de goede verwarming te geven. Een goede maatstaf is te bekijken hoe de kuikens onder de lamp liggen. Liggen zij op elkaar recht onder de lamp, dan hebben zij het te koud. Liggen ze in een wijde cirkel onder lamp, dan is het te warm. De temperatuur is goed als de kuikens wel onder de lamp liggen, maar niet op elkaar. De kuikens groeien snel en kunnen na ruim twee tot drie weken al naar hun definitieve hok. In dit hok kan nog bijverwarmd (met dezelfde infrarode warmtelamp) worden, al naar gelang dat nodig is.

    De temperatuur in de kunstmoeder kan ook gemeten worden. Meten kan met een normale thermometer die onder de lamp op de bodem wordt gelegd. In het begin moet deze temperatuur ongeveer 38 graden Celsius zijn. Na enkele dagen kan de temperatuur al een paar graden lager worden. Naarmate de kuikens groter worden en meer veren krijgen, is de temperatuur minder kritisch. Aan de hand van het gedrag van de kuikens (zoals hierboven beschreven), wordt de temperatuur verder geregeld.

    Figuur 5: Eenvoudige zelf te maken kunstmoeder met infrarode lamp voor de verwarming.

    Kuikens hebben vers drinkwater nodig. Pasgeboren kuikens willen nog wel eens verdrinken in een te diepe drinkbak. Een klein open schaaltje of bakje (één of twee centimeter diep) is prima. Leg dan wel de eerste 5 dagen kiezelstenen of knikkers in het bakje om verdrinken van de kuikens te voorkomen.

    Drinkbakken met een drinknippel kunnen ook gebruikt worden. In de drinkbakken kunnen de kuikens nooit verdrinken. Het nadeel is dat de kuikens er soms langer over doen om deze drinkbakken te vinden.

    U kunt de kuikens leren te drinken uit de waterbak. Druk een paar keer de kuikens met de snavel voorzichtig in het water en zij weten het. Vaak is het voldoende als één kuiken de waterbak weet te vinden. Alle anderen volgen dan snel door af te kijken.

    Kwartelkuikens kunnen prima opgroeien met kuikenopfokmeel of –kruimel voor siervogels. Pas op dat de korrel niet te groot is. Is dit wel zo, dan worden de eerste dagen de korrels fijngemalen met een koffiemolen.

    De fabrikant van het voer beschrijft op de verpakking precies hoe gevoerd moet worden. Er is ook opfokvoer met anticoccidiostatica. Dit zijn geneesmiddelen die er ervoor zorgen dat uw kuikens geen coccidiose krijgen (voor meer informatie zie de pagina 'ziektes'). Als de kuikens in een goed en schoon hok worden opgefokt, zijn deze voertoevoegingen niet nodig. De kans is groot dat de kuikens zelf een weerstand opbouwen tegen deze ziekte. Dit is de beste waarborg om later bij de volwassen dieren geen coccidiose te krijgen.

    Figuur 6: Japanse kwartelkuikens geel wildkleur vijf dagen oud.

    Opfokvoer voor de kuikens kan vanaf het eerste moment van voeren met een beetje uitgezeefde maagkiezel worden gemengd. Koop hiervoor maagkiezel in de kleinste soort en zeef dit de eerste dagen door een keukenzeef. Door te zeven wordt alleen het allerfijnste grit gevoerd.

    Na enkele weken kan worden begonnen met heel fijn geknipt groenvoer, bij voorkeur gras ofvogelmuur. De kuikens moeten eerst wennen aan groenvoer, maar daarna zijn ze er gek op.

    Figuur 7: Japanse kwartelkuikens geel wildkleur (14 dagen oud) in het opfokhok.

    Opfokken van de kuikens na natuurbroed

    Het opfokken van kuikens met een hen verloopt nogal anders. In ieder geval zijn er geen zorgen over verwarming en temperatuur; dat doet de hen perfect. De hen met de kuikens kunnen niet samen met andere dieren in een hok gehouden worden. Dit betekent dat voor elke hen met kuikens een apart hok nodig is. Bij sommige soorten kan de haan wel bij de hen met kuikens blijven. Gaat het toch niet goed, dan moet de haan tijdelijk naar een ander hok.

    De voederwijze is vergelijkbaar met de situatie in de kunstmoeder. Het is echter niet de bedoeling dat de hen al het kuikenvoer gaat opeten. Om dit te voorkomen schermt u het kuikenvoer af met een soort rooster met openingen, waardoor de kuikens bij het voer kunnen komen en de hen niet. Voor het drinkwater geldt ook hetzelfde als hierboven beschreven.

    Het is nodig om het hok (en de ren) van de hen met de kuikens goed schoon te houden. Via de mest van de hen kunnen de kuikens gemakkelijk ziekten zoals darmparasieten oplopen. Jonge kuikens zijn erg gevoelig voor deze ziekten en gaan er snel aan dood.

    Zijn de kuikens helemaal bevederd en kruipen ze nauwelijks of niet meer onder de hen, dan kan de hen van de kuikens gescheiden worden. De kuikens hebben haar niet meer nodig. De hen moet teruggezet worden in het hok met de andere hennen of de haan kan weer bij deze hen geplaatst worden.

    En hoe nu verder met de fokkerij


    De eerste jonge dieren zijn gefokt, maar hoe nu verder? Zijn de jonge dieren goede dieren, dan is de combinatie van de ouderdieren een goede combinatie. Deze ouderdieren worden de volgende keer weer gebruikt.

    Het is niet verstandig met de gefokte jonge dieren een broer-zuster paring toe te passen. Dat is een sterke manier van inteelt en geeft kans op minder vitale dieren. De dieren kunnen ook ziektegevoeliger worden en de hennen leggen soms minder eieren.

    Een paring toepassen van dochter op vader en zoon op moeder is prima. Dat is een minder sterke inteelt. Op deze manier vaker terugparen binnen de ‘familie’ (dus inteelt) is de beste manier om een echte ‘stam’ op te bouwen. Voorwaarde hierbij is dat er streng wordt geselecteerd op uiterlijke kenmerken die behoren bij de soort, maar evengoed op vitaliteit en gezondheid. Wordt de selectie op deze laatstgenoemde eigenschappen uit het oog verloren, dan is de
    opbouw van de stam gedoemd te mislukken.

    Koop als het nodig is een onverwant fokdier, maar bedenk dan wel dat een totaal nieuw genenpakket in de eigen stam wordt binnengehaald. Dus niet alleen goede, maar ook minder goede of echt slechte eigenschappen. In feite begint de stamvorming dan weer opnieuw. Wees dus streng in de selectie en wees zuinig met het introduceren van stamvreemde genen. Niemand is zomaar een fokker. Dat wordt ook niet uit een boekje geleerd.

    Door ervaring op te doen, door te kijken op tentoonstellingen en door informatie uit te wisselen met collega-fokkers kan veel geleerd worden over het fokken van dieren. Het gevoel voor fokken moet ook een beetje aangeboren zijn.

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voeding kwartels

    Voeding voor de Kwartel

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Op deze pagina wordt het de voeding van volwassen dieren behandeld. De voeding van kuikens wordt bij het fokken van kwartels beschreven, zie de pagina 'kweek'.

    Voeding

    Kwartels zijn zaad- en insecteneters, maar groene delen van planten worden ook regelmatig gegeten. Voor kleinere soorten kwartels is een zaadmengsel dat gevoerd wordt aan kleinere tropische vogels geschikt. Elke dierenwinkel heeft dit voer in voorraad. Alleen dit zaadmengsel is niet voldoende voor deze actieve dieren. Er kan ter aanvulling een kleine hoeveelheid universeelvoer bijgevoerd worden. Dit voer is speciaal voer voor vruchten- en insectenetende vogels en is bij elke dierenspeciaalzaak verkrijgbaar. De vorm van dit voer verschilt per merk. Soms is het in korrelvorm, soms in een soort kruimelvorm. De kruimelvorm is het meest geschikt voor de kleine grondkwartels. Bij voorkeur wordt universeelvoer met daarin gedroogde insecten gebruikt, omdat de kwartels goed reageren op de gedroogde insecten. Er is ook insectenvoer (insectenpaté) te koop. Dit voer bevat alleen maar gedroogde insecten en is geschikt om zo nu en dan bij te voeren. Er is sinds kort ook volledig siervogelvoer op de markt, dat uitstekend geschikt is voor kwartels. Volledig wil zeggen dat het bijvoeren met ander voer niet nodig is. Dit soort voer is meestal verkrijgbaar in korrelvorm. Kies voor de kleinste grondkwartels bij voorkeur de kruimelvorm, als deze beschikbaar is. De grotere kwartels kunnen prima de korrels opnemen.

    Aanbevolen wordt ’s ochtends de kwartels zoveel voer te geven dat zij de hele dag genoeg hebben en 's avonds de voerbak leeg is. Door ervaring leert men snel hoeveel voer dat is. Volle voerbakken trekken ’s nachts vaak muizen
    aan. Keutels van muizen zijn schadelijk voor kwartels. Voerbakken die verkocht worden voor kipkuikens zijn prima geschikt voor kwartels. Dit zijn lage voerbakken voorzien van een beugel. Deze beugel voorkomt dat de kwartels in de voerbak gaan krabben en het voer verspillen. De beste manier is om bij het aanschaffen van kwartels te vragen welk voer de dieren gewend. Later van voer veranderen kan prima, als het maar geleidelijk gebeurt.

    Figuur 1: Voerbak voor kleine kuikens (Japanse kwartels)

    Figuur 2: Lage voerbak met beugel voor grotere kwartels (Japanse kwartels)

    Drinkwater

    Kwartels hebben altijd behoefte aan schoon en fris drinkwater dat elke dag wordt ververst. Bij warm weer is vaker verversen nodig.

    Figuur 3: Drinkfles voor kleine kuikens (Japanse kwartels) waarin ze niet kunnen verdrinken.

    Figuur 4: Drinkbak voor grotere kwartels (Japanse kwartels)

    Bevriezen de drinkbakken in de winter, dan is het minimaal nodig dat ’s ochtends en ’s avonds, ruim voor het donker wordt, de dieren voldoende vers water krijgen. Zij hoeven niet de hele dag te kunnen drinken, omdat in de winter de behoefte aan water minder is dan in de zomer. Drinkbakken voor kleine krielkippen kunnen ook voor kwartels worden gebruikt. Drinkflessen met een tuitje of een drinknippel zijn ook prima. Elke dierenspeciaalzaak heeft een ruime keuze aan waterbakken.

    Kwartels zijn actieve dieren die veel op de grond krabben en daardoor de waterbak vervuilen met het materiaal dat als bodembedekking wordt gebruikt. Om dit tegen te gaan, is een waterbak op enige hoogte een uitkomst. De waterbak kan op een baksteen geplaatst worden. Zorg er wel voor dat de dieren bij de waterbak kunnen komen, bijvoorbeeld door rondom de waterbak ook bakstenen te leggen.

    Drinkflessen met of zonder drinktuitje kunnen ook op enige hoogte aan de muur van het hok worden opgehangen. De hoogte is afhankelijk van de grootte van de kwartels, zij moeten altijd goed bij de drinkfles kunnen komen.

    Groenvoer

    Regelmatig groenvoer bijvoeren is een goede aanvulling op de voeding van kwartels. Het beste groenvoer is fris jong gras (geen gazongras want dat is hard gras) en vogelmuur, een onkruid dat overal groeit. Gras uit de wegberm is niet geschikt, want dat is vervuild. Ander geschikt groenvoer is het blad van de paardebloem, brandnetel, andijvie en boerenkool. Het groenvoer wordt met een schaar in kleine stukjes geknipt. Het bijvoeren met groenvoer kan al
    op jonge leeftijd (bij voorbeeld vanaf de 3e week) beginnen. De dieren moeten eerst wennen aan groenvoer, maar dan zijn ze er ook dol op.

    Levend voer

    Als extra kan ook levend voer aan de kwartels gegeven worden geven in de vorm van meelwormen en buffalowormen. Deze wormen zijn te koop in dierenspeciaalzaken. Geef niet teveel ineens. Sommige kwartels krijgen dan last van de huid van de wormen. Deze huid is onverteerbaar en teveel wormen tegelijk in het spijsverteringskanaal veroorzaken verstoppingen. Kleine wormen kunnen al aan de kuikens worden gevoerd vanaf de geboorte. Opfokvoer voor siervogelkuikens bevat ook veel wormen, maar dan in gedroogde vorm. De kleine kuikens eten deze gedroogde wormen graag. Kwartels zijn dol op levende of gedroogde wormen, leren snel dat deze traktatie ‘er aan komt’ en worden hierdoor ook tammer.

    Grit en maagkiezel

    Kwartels moeten altijd de beschikking hebben over een bakje met fijngemalen oesterschelpengrit en een bakje met fijne maagkiezel. Alle vogels hebben maagkiezel nodig om het voer in de maag fijn te malen. Immers, vogels hebben geen tanden en kiezen. Het grit bevat veel kalk. De dieren kunnen naar behoefte kalk eten. Deze kalk is vooral voor leggende hennen belangrijk. Bij de vorming van de eischaal wordt er kalk aan het skelet van de hen onttrokken. Kan de hen deze kalk niet snel via het voer aanvullen, dan wordt het skelet zwakker. In erge gevallen kunnen leggende hennen aan kalkgebrek dood gaan. Het hele jaar door kalk geven is de beste manier om dit te voorkomen. De dieren eten nooit teveel kalk, zij weten precies hoeveel kalk zij nodig hebben.

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huisvesting kwartel

    Huisvesting van de Kwartel

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Er is niet echt een kant en klare beschrijving van hokken of voliéres voor kwartels, dit is helaas niet mogelijk omdat de hokken afhankelijk zijn van de beschikbare ruimte, de eigen wensen en mogelijkheden voor de hokken, de kwartelsoort, het aantal kwartels dat je wilt houden, ..


    Om ideeën op te doen over zowel de soorten kwartels als de mogelijkheden voor huisvesting, is het verstandig voldoende tijd vrij te maken om te kijken bij ervaren fokkers. Deze bezoeken betalen zich later terug in een goede keuze van zowel dieren als hokken. Er zijn verschillende manieren om adressen van fokkers te krijgen, op internet vind je er redelijk wat, mocht je er geen vinden mag je ons altijd contacteren op: kwartel@e-mike.be.

    Algemeen

    Voor het houden van kwartels zijn er globaal drie mogelijkheden:
    • in voliéres, vaak samen met andere vogels, meestal tropische vogels of kleine duiven
    • in aparte, voor kwartels gemaakte, hokken met of zonder uitloop (ren)
    • in kleine kweekkooien of vitrines (kamervoliéres), meestal in een schuur of garage, maar soms ook in huis.

    Regelmatig wordt gevraagd of kippen en kwartels samen gehouden kunnen worden. Dit is echter geen goede combinatie. Kippen spelen de baas in de groep, de kwartels worden weggepikt en verjaagd, komen daardoor niet tot hun recht en worden vaak erg schuw. Er is ook meer kans op ziekten.

    Bovendien hebben kippen en kwartels verschillend voer nodig en dat is in een gezamenlijk hok en/of ren lastig te regelen.

    Voliéres

    Grondkwartels leven op de grond en kunnen goed met tropische vogels en duiven samen gehouden worden in voliéres.
    De kwartels vliegen soms, als ze schrikken, omhoog maar zitten nooit op takken of zitstokken. Er zijn ook kwartels (zoals de kuif- en boomkwartels) die overdag vooral op de grond leven, maar omhoog willen in bomen of struiken als het nacht wordt. Zij brengen bij voorkeur de nacht door op takken of zitstokken. De andere bewoners van de voliére schrikken van de opvliegende kwartels. Hierdoor kan het in de voliére erg onrustig worden. Deze boom- en kuifkwartels kunnen beter een eigen voliére of hok hebben zonder inwoning van andere vogels.

    De leefwijze van kwartels van een bepaalde soort wordt beschreven op de pagina 'soorten'.

    Het hok

    Het (binnen)hok kan op vele manieren worden gemaakt. Hieronder worden op basis van praktijkervaringen enkele nuttige richtlijnen gegeven:
    • hout is prima materiaal en gemakkelijker te verwerken dan stenen
    • denk aan de grootte van het hok. Maakt het hok niet te krap en te klein. Het hok kan zo gemaakt worden dat de verzorger ook binnen staat om met de dieren bezig te zijn. Dit is erg plezierig bij slecht weer. Hokken met sta- en werkruimte zijn ook handig omdat kwartels watervlug zijn en gemakkelijk ontsnappen. De extra binnenruimte werkt dan als een soort sluis. De ervaring leert dat het binnen kunnen werken in de hokken veel extra plezier geeft aan de hobby. Het kost meer om deze hokken te bouwen, maar dat is het wel waard.
    • de hokken hebben voor optimale lichtinval bij voorkeur de ramen op het zuiden
    • het fokken van jonge dieren vraagt meerdere hokken die nodig zijn om de jonge dieren te kunnen onderbrengen. Hanen kunnen, afhankelijk van de soort en het jaargetijde, meestal niet bij elkaar geplaatst worden. Vaak draait dit uit op vechten.
    Ook voor extra hanen zijn aparte hokken nodig.
    • de hokken kunnen dubbelwandig worden gebouwd en eventueel nog worden voorzien spouwisolatie. Deze bouwwijze maakt de hokken vorstbestendig. Dit is niet alleen gemakkelijk om de waterbakken ijsvrij te houden, maar sommige soorten kwartels verdragen ook geen vorst
    • bij open-fronthokken (dit zijn hokken met één open zijde die is afgedicht met gaas) moet worden voorkomen dat er regen naar binnen slaat
    • kwartels kunnen niet goed tegen tocht. De hokken moeten echter wel voldoende ventilatie hebben.
    • het is aan te bevelen om elektriciteit aan te leggen in de hokken. In de donkere wintermaanden werkt het plezieriger met lamplicht bij de hand. Bovendien is het soms nodig de hokken te verwarmen voor jonge kuikens en voor kwartels die de winterkou niet verdragen.

    Grootte van het hok

    De grootte van het hok of de hokken is afhankelijk van de soort kwartels die is gekozen, van de beschikbare ruimte voor het hok, de financiële middelen, de gemeentelijke richtlijnen, het aantal te houden dieren en de keuze om al dan niet jonge dieren te gaan fokken. Bij de bespreking van de soorten worden enige richtlijnen voor de grootte van de hokken gegeven.

    Rennen

    Rennen kunnen op vele manieren worden gemaakt. Voor de rennen is het nodig om dubbeltjes- of voliéregaas te gebruiken, omdat jonge kwartels erg klein zijn. Voor de bovenkant van de rennen of voliéres wordt hetzelfde gaas of golfplaten gebruikt. Vaak wordt ruim 20 centimeter onder het bovengaas of de dakbedekking een tweede laag gaas
    gespannen. Voor deze tweede laag wordt zacht kunststofgaas gebruikt, dat in vele maten te koop
    is. Dit zachte gaas voorkomt dat omhoogvliegende kwartels hun kop beschadigen. Bij hoge voliéres (ruim twee meter) is een dubbele laag niet nodig. De voorkeur heeft het overkappen van de ren met doorzichtige golfplaten. Hiermee wordt
    voorkomen dat de mest van overvliegende vogels in de voliére terecht komt en mogelijk ziekten worden overgebracht

    In de natuur gebruiken kwartels graag schuilgelegenheden om zich te verbergen bij gevaar of als zij schrikken. In de hokken en voliéres moeten de dieren ook schuilgelegenheden ter beschikking hebben. Op deze manier wordt ook voorkomen dat de dieren bij schrikken veel opvliegen. De hennen kunnen ook al te opdringerige hanen ontlopen door te schuilen. Voldoende beschutting is ook noodzakelijk om de hennen aan het broeden te krijgen. Schuilgelegenheid maken is niet moeilijk. Schuingeplaatste stukken boombast, grote bloempotten met een gat in de zijkant, een stapeltje stenen met daaronder enige ruimte, stukken rietmatten, planten of grote pollen gras voldoen prima. Kortom, er zijn mogelijkheden genoeg.

    Een tweede ‘dak’ in de hokken is minder nodig omdat de dieren binnen niet zo snel schrikken. Kwartels kunnen snel leren dat de verzorger er aan komt en zijn in de hokken dan ook niet zo schrikachtig. Gebruik direct vanaf de geboorte altijd eenzelfde fluittoon of een ander geluid zodat de dieren ‘weten’ dat er een bekende aan komt en er geen gevaar dreigt.

    Kwartels hebben zowel in het hok als in de ren een droge bodem nodig omdat:
    • een natte ondergrond of nat strooisel kwartels ziek maakt. Zij kunnen er van nature niet tegen
    • een droge ondergrond en strooisel grotendeels darmwormen, coccidiose en blackhead voorkomt, voor meer informatie ga naar de pagina 'ziektes'.
    • een droge bodem de dieren de mogelijkheid geeft om zandbaden te nemen. Zij kunnen niet zonder zandbaden en doen dit vele malen per dag. Zo voorkomen zij zelf de uitbraak van luizen- en vlooienplagen. Schoon scherp zand is prima materiaal, zowel binnen als buiten. Keutels en veren worden met een oude keukenzeef uit het zand gezeefd en alles is weer schoon. Er is wel een maar: kuikens mogen tot een leeftijd van drie – vier weken nooit op zand lopen. Zij eten zand en worden ziek. Gebruik in deze eerste weken fijne houtkrullen. Zaagsel is ongeschikt omdat het teveel stuift. In plaats van zand als bodembedekking, kunnen ook aparte zandbakken in de hokken geplaatst worden. Neem dan een kist of doos van ongeveer 30 bij 30 bij 15 centimeter. Doe in deze kist een laag zand van ongeveer vijf centimeter. De dieren kunnen op deze manier ook voldoende zandbaden nemen.

    Om de grond in de voliére droog te houden, is het verstandig om ten minste een deel ervan te overdekken (zie bij beschrijving van de ren hierboven). De dieren hebben dan altijd een stuk droge grond met zand. Het ‘natte’ gedeelte kan bedekt worden met graszoden en enkele lage struiken of planten. Als het ‘natte’ gedeelte bedekt is met zand, is het nodig de bovenste laag regelmatig te verversen. Hiermee wordt voorkomen dat de dieren last van darmwormen en andere
    darmparasieten krijgen (zie de pagina 'ziektes'). Het ‘natte’ van de ren kan ook belegd worden met gebroken boomschors. Boomschors kan gemakkelijk met water worden schoongespoten.

    Aparte hokken voor kwartels

    Vrijwel alles wat hierboven is beschreven voor voliéres, geldt ook voor deze kwartelhokken. Voor grondkwartels is een hoogte van één meter of zelfs minder voor de ren al voldoende. Bij deze lage rennen is een tweede ‘dak’ wel noodzakelijk, zoals boven vermeld. Deze lage ren geeft de verzorger echter wel wat ongemakken.

    Boomkwartels hebben een hogere ren (ruim twee meter) nodig, omdat ze graag omhoog willen. Als voorbeeld en voor de gedachtevorming wordt een bestaand hok voor grondkwartels beschreven. Met enige creativiteit, handigheid en voldoende informatie zijn prachtige hokken te ontwerpen en te (laten) maken.

    Dit hok is volledig overdekt. De verzorger heeft een overdekte loop- en werkruimte. De loopruimte is een gang met haaks daarop vijf deelhokken op een rij. Deze deelhokken zijn 75 centimeter breed en 130 centimeter lang. De afstand tussen vloer en dak is ongeveer 110 centimeter. Het bijzondere aan het hok is dat de vloer 90 centimeter boven de grond is gemaakt.

    Dit hok heeft enkele voordelen:
    • krom staan en bukken is niet of nauwelijks nodig bij het verzorgen van de dieren
    • de dieren blijven rustiger en worden tammer omdat zij op hoogte ten opzichte van de verzorger staan. Dat schrikt veel minder af
    • de verzorger heeft veel meer zicht op en plezier van de dieren, ook bij slecht (winter)weer.

    De voer- en drinkbakken staan in de binnenhokken. Grondkwartels hebben weinig neiging om omhoog te gaan, noch voor voer en water, noch om ’s nachts in de binnenhokken te slapen. Om dit probleem op te lossen, zijn de vijf buitenrennen op dezelfde hoogte gebracht als de binnenhokken. De buitenrennen zijn dus ook 90 centimeter boven de grond gemaakt. Elk deelhok heeft dus een eigen leefbalkon. De dieren lopen op gelijke hoogte de hokken in en uit.

    De buitenrennen zijn afgedekt door lichtdoorlatende golfplaten (zie figuur 1 en figuur 2).

    Figuur 1: Kwartelhok met rennen voor grondkwartels.

    De buitenrennen hebben een houten vloer die bedekt is met gebroken boomschors. De rennen blijven droog omdat zij zijn afgedekt met doorzichtige golfplaten. In de binnenhokken wordt een dikke laag droog zand gebruikt.

    Vooral voor het houden van kleine soorten grondkwartels is het op hoogte brengen van de hokken en rennen plezierig. Het op hoogte brengen van de rennen gaat gemakkelijk door een vloer op palen te maken. Hetzelfde wordt bereikt door stenen muurtjes te metselen tot ruim 90 cm hoogte en de ruimte op te vullen met puin en/of grond. Als bodembedekking wordt vervolgens nog een laag droog zand gebruikt.

    Figuur 2: Plattegrond van het kwartelhok.

    Er zijn ook kant en klare hokken te koop. Meestal worden deze hokken verkocht als kippenhokken voor stads- of kleine tuinen. Deze hokken hebben het nadeel dat er geen ruimte is om binnen te staan en te werken. Bovendien zijn de nachthokken vaak op hoogte gemaakt om ruimte te besparen. De ruimte onder het hok wordt dan gebruikt als ren voor de kippen. Voor kwartels is dit hok niet geschikt. Zoals beschreven hebben grondkwartels geen neiging om omhoog te gaan en leren slecht om een trapje op te lopen. Een lage trap gaat nog wel, maar een steile trap wordt lastig. Het is maar de vraag of boomkwartels leren om het trapje op te gaan naar het nachthok.

    Kleinere hokken zonder uitloop (kweekhokken of vitrines)

    Deze hokken worden vaak gemaakt in een garage, een schuurtje of in huis (op zolder). Deze manier van huisvesting kan prima, vooral bij de kleinere soorten grondkwartels. Voor deze kleinere hokken geldt precies hetzelfde als voor de grotere hokken of rennen, zowel wat betreft inrichting, bodembedekking als materialen.

    Kleine hokken kunnen ook worden gestapeld. Hierbij is meer diepte belangrijker dan breedte en hoogte, omdat grondkwartels altijd op de grond leven. Een tweede ‘dak’ in deze lage hokken is wel nodig om kopbeschadigingen bij opvliegen te voorkomen. In dit soort hokken voldoet noppenfolie prima. Deze kleinere hokken zijn voor boomkwartels minder geschikt. Op deze manier wordt deze kwartels hun natuurlijk gedrag om op hoogte te slapen ontnomen. Zij moeten altijd de mogelijkheid hebben om ’s nachts omhoog te gaan op stokken. Dit natuurlijke gedrag mag hen
    niet onthouden worden.

    Figuur 3: Kleine stapelhokken met tussenverbindingen voor grondkwartels.

    Het voordeel van deze hokken is dat de dieren alvast wennen aan kleine hokken, zoals die ook op tentoonstellingen worden gebruikt. Bovendien zien de dieren in deze hokken vaker mensen van dichtbij en zijn daardoor minder schuw.

    Het is niet noodzakelijk dat de dieren altijd naar buiten kunnen. Kwartels zijn echter wel graag buiten. Zij krijgen buiten frisse lucht en zonneschijn. Het verenkleed van kwartels die veel buiten zijn blijft ook mooier dan dat van kwartels die altijd binnen worden gehouden. Het is handig om naast het grote buitenhok ook nog enkele kleinere (binnen)hokken te hebben, zoals hierboven beschreven.

    In deze kleine binnenhokken kunnen de kuikens opgroeien en zij kunnen als tijdelijke hokken gebruikt worden als er in het buitenhok te veel dieren zitten. In deze kleine binnenhokken kunnen ook dieren geplaatst worden als de winter erg streng en/of vochtig is. Een bijkomend voordeel is dat de waterbakken in de garage of de schuur minder snel bevriezen.

    Bovendien kunnen de binnenhokken uitstekend gebruikt worden als trainingshokken voor de dieren die later naar de tentoonstellingen gaan.

    Figuur 4: Stapelhok van binnen gezien.

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soorten kwartels

    Soorten kwartels

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 
    De links en foto's werken niet en dienen bezocht te worden op de website.

    Grondkwartels:
    Chinese dwergkwartel | Coromandel kwartel | Europese kwartel | Frankolijn kwartel | Harlekijn kwartel | Japanse kwartel

    Boomkwartels:
    Kortkuif boomkwartel | Virginische boomkwartel | Zwartmasker boomkwartel

    Kuifkwartels:
    Blauwschubben kuifkwartel | Californische kuifkwartel

    Harlekijn kwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer


    Japanse kwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Chinese dwergkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Europese kwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Coromandel kwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Frankolijn kwartel (Jungle Bush)

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Virginische boomkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Kortkuif boomkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Zwartmasker boomkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Blauwschubben kuifkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    Californische kuifkwartel

    Nederlandse naam: Chinese dwergkwartel
    Latijnse naam: Coturnix chinensis
    Familie: Grondkwartel
    Grootte: 12 cm
    Kleuren: Wild, zilver, bont, koekoek en wit.
    Broedduur: 16 tot 18 dagen

    Bekijk op onze webshop Lees meer

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis kwartels

    Geschiedenis en domesticatie van de Kwartel

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Historie

    Kwartels worden al sinds lange tijd door de mens gebruikt als voedselbron. In oude Egyptische geschriften van meer dan 4000 jaar oud worden al kwartels beschreven. Het ging niet om gefokte kwartels, maar om kwartels die in het wild werden gevangen. Ook in de Bijbel wordt beschreven dat kwartels (of kwakkels) ‘uit de lucht vielen’ en tot voedsel dienden voor het Joodse volk in de Sinai-woestijn. De kwartel komt zelfs voor in het Egyptische hiëroglyfen schrift en staat voor de letter W. Het is bekend dat de oude Grieken en later de Romeinen kwartels hielden. Niet zozeer voor vlees
    en/of eieren, maar voor zijn roep (d.i. zang) en voor hanengevechten.

    Kwartels van het geslacht Coturnix werden in het oude China gehouden als huisdier, ook voor zijn roep en voor hanengevechten. Het betrof de soort die wij kennen als Coturnix japonica, de Japanse kwartel. In de 11de eeuw werden deze kwartels vanuit China naar Japan gebracht. De eerste geschriften over het houden van kwartels in Japan dateren uit de 12de eeuw. In dit land werden kwartels gefokt en gehouden voor hun roep. Het bedrijfsmatig houden en fokken van kwartels voor de productie van vlees en eieren kwam pas in het begin van de vorige eeuw goed op gang. Het vlees van kwartels is zeer fijn van structuur en smaak. Kwarteleieren worden geprezen om hun smaak en in sommige landen gelden ze als een echte delicatesse. Vroeger werden vooral in Japan aan kwarteleieren geneeskundige eigenschappen toegekend.

    In vele ontwikkelingslanden wordt steeds vaker de Japanse kwartel gehouden als producent van eieren. Deze kwartel is gemakkelijk te houden, is een alleseter en een productieve legger van eieren. Op deze manier zorgt de Japanse kwartel voor de broodnodige aanvulling van dierlijke eiwitten in de voeding in die landen. Pas sinds een jaar of 50 worden kwartels in de Westerse wereld als hobby gehouden en gefokt.

    Domesticatie

    Wilde dieren kunnen na verloop van tijd, door er bewust mee te fokken, veranderen in ‘huisdieren’ met andere eigenschappen en meestal ook andere uiterlijke kenmerken. Dit proces noemen we domesticatie. Denk bijvoorbeeld aan de oorspronkelijke wilde hoenders die werden gedomesticeerd met als resultaat de vele huidige rassen ‘tamme’ kippen.

    Het woord domesticatie wordt ook wel gebruikt bij verschillende soorten kwartels en dat is niet juist. We kunnen bij kwartels niet spreken over domesticatie zoals die heeft plaats gevonden bij de hoenders. Alle kwartels, behalve de Japanse kwartel en de Chinese dwergkwartel, zijn in feite nog natuurlijke vogels in hun vorm en gedrag. De huidige Japanse kwartel bij de fokkers en liefhebbers verschilt wel van de wilde vorm. Deze Japanse kwartel wordt daarom wel als gedomesticeerd beschouwd.

    De eerste geschreven meldingen van tamme kwartels komen uit China en Japan en dateren uit de 11de en de 12de eeuw. De Japanse kwartels bij de liefhebbers, fokkers en in de bedrijfsmatige pluimveehouderij zijn groter dan de wilde vorm en de kleur en tekening zijn ook anders dan die van de wilde vorm. Bovendien komen er naast de wildkleur veel meer kleuren voor. Tegenwoordig kennen we ook nog speciaal op de productie van vlees en eieren doorgefokte Japanse kwartels. Deze leg- en vleesrassen wijken ook af van de wilde vorm.

    De Chinese dwergkwartel, ook al eeuwen lang door de mens gehouden, wordt ook als gedomesticeerd beschouwd. Bij de dwergkwartel zijn niet zulke opvallende veranderingen in uiterlijk en grootte doorgefokt als bij de Japanse kwartel. Ook bij de andere dan de Japanse kwartel en de Chinese dwergkwartel zien we meer kleurslagen dan alleen de natuurlijke wildkleur.

    Dit feit is geen uiting van domesticatie, maar heeft te maken met het natuurlijke proces van mutaties. Worden er grote aantallen van een soort gefokt, dan is de kans groter dat er spontane mutaties optreden. Deze mutanten worden door fokkers beschermd en vermeerderd door er mee verder te fokken.

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Beginnen met kwartels

    Beginnen met het houden van Kwartels

    Deze blog is een onderdeel van de website ' http://www.e-mike.be/kwartel ' 

    Heb je nog geen ervaring met kwartels maar zou je er wel graag mee beginnen? Dan is deze pagina een goed startpunt.

    Voor het houden van kwartels is weinig ervaring vereist. Wel is het belangrijk om je te verdiepen wat je in huis haalt, zoals bij de aanschaf van alle dieren. De kwartel is een vogel uit de familie der fazanten. Onder de fazantachtigen behoren ook de kip, pauw, patrijs, fazant en frankolijn.

    Tam
    Een kwartel is van oorsprong een schuwe vogel, maar is wel enigszins tam te maken. Toch zullen ze niet zo tam als een kip worden. Met wat geduld en aandacht krijg je een kwartel wel zover dat hij uit je hand eet. Bij sommige mensen loopt het beestje zelfs achter de verzorger aan, maar dit komt minder voor. Is een tamme vogel belangrijk en heb je wat meer ruimte in de tuin probeer dan de krielkippen van het ras Cochin of Wyandotte.

    Hok of los?
    Kwartels hebben geen homing instinct, zoals kippen dit hebben. Kippen blijven altijd rondom hun hok en gaan bij schemer terug om op stok te gaan. Kwartels doen dit niet. Het is dus niet aan te raden ze los te laten in de tuin. Door hun formaat zijn ze ook een makkelijke prooi voor katten en roofvogels. Ondanks dat de beesten zich altijd op de grond bevinden, kunnen ze wel degelijk vliegen/springen. Ze komen soms wel tot een hoogte van anderhalve tot twee meter. Dus zelfs met een schutting om je tuin kunnen ze er vandoor gaan.

    Welke soort?
    Voor beginners is het ideaal om te starten met de Japanse kwartel of Chinese dwergkwartel. De Japanse heeft mijn persoonlijke voorkeur omdat deze wat groter is en daardoor wat beter op te pakken, maar ook grotere (en mooie gespikkelde) eieren legt. Bovendien kunnen de Chinese dwergkwartel hanen nogal erg fel reageren op de hennen in het broedseizoen. De Chinese is door zijn formaat wel weer ideaal voor een kleine tuin.

    Wat voor hok?
    De Japanse kwartel en de Chinese dwergkwartel zijn grondkwartels en slapen niet op een stok zoals kippen. Een nachthok is echter wel een vereiste waar ze vocht- en tochtvrij kunnen zitten, al heb je er kwartels bij de vrijwel nooit het nachthok binnen gaan. Een kwartel loopt tevens geen hoog trappetje op zoals een kip. Het nachthok moet zich dus niet te hoog bevinden. Het beste is gelijkvloers of een klein trappetje of opstapje. Een broedhok zal de kwartel meestal niet gebruiken, veelal leggen ze hun eieren in een kuiltje in het zand, vaak nabij beplanting. Een enkeling zal de eieren netjes in het nachthok leggen.

    Waar kopen?
    Chinese en Japanse kwartels zijn veelal bij dierenwinkels te verkrijgen. Toch kan ik afraden de dieren hier te halen. Vaak zijn het afgedankte dieren van kwekers en is het onduidelijk hoe oud ze zijn. Ze zijn vaak slecht gehuisvest in een klein kooitje waardoor ze erg zenuwachtig zijn. Beter is om naar een kweker te gaan. Via internet of marktplaats kunnen veel hobbykwekers gevonden worden. Wij hebben tevens ook een webshop opgericht waar af en toe een aantal kwartels te koop aangeboden worden, om het huidige aanbod kwartels te bekijken klikt u hier. Dit zijn mensen die met liefde voor de dieren handelen en je bovendien over veel betere informatie kunnen verschaffen dan in een dierenwinkel. Hier kunnen vaak ook kuikens of broedeieren gekocht worden.

    Meer informatie?

    Als beginnende kwartel-liefhebber kan je op deze website zeker terecht voor de juiste informatie, zo vindt je hier informatie over de verschillende soorten, de geschiedenis van de kwartel, voeding, huisvesting, ziektes alsook informatie over het kweken van de kwarteltjes.

    Mocht je nog vragen hebben kan je altijd Mike contacteren op volgend emailadres: kwartel@e-mike.be

    16-07-2012 om 00:00 geschreven door De Rocker Mike  




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs