Beste Herman,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
t Is alweer een tijd geleden een jaar of twee, als ik mij niet vergis dat je door één van je patiënten deerlijk werd toegetakeld: schedelbreuk, gebroken neus, gebroken ribben
En toch, wees blij, dat je er het hachje niet hebt bij ingeschoten. t Had veel erger kunnen zijn, nietwaar? Ik mag hopen dat je er geen hersenletsel aan over gehouden hebt.
Je vraagt je natuurlijk af waarom ik je deze brief schrijf. Het is om mijn medeleven te betuigen, naar aanleiding van het artikel in Het Laatste Nieuws van woensdag 21 mei. Een paar jaar na de feiten is dus uitspraak gedaan door de rechtbank: een weloverwogen uitspraak ongetwijfeld, aangezien ze er zo lang over nagedacht hebben. De rechter vindt het niet billijk jou een schadevergoeding toe te kennen, rekening houdende met het grote verschil in vermogen tussen de dokter en de dader. Dat de zesentwintigjarige dader minder vermogend is dan de zesenzestigjarige dokter kan ik mij voorstellen, maar de formulering doet vermoeden dat men er van uitgaat dat jij een zéér vermogend man bent. Kijk, dáárvan was ik nu niet op de hoogte. Heb jij de rechter inzage gegeven in je bankrekening? Dát had je nou niet moeten doen, Herman. Hoge bomen moeten immers in staat zijn om veel wind te vangen, zal de rechter geoordeeld hebben. In jouw geval zijn dat zware klappen geweest met de ongetwijfeld serieuze fysieke en psychische nasleep, de werkonbekwaamheid, de medische kosten, de advocaatskosten en geen mens die het kan geloven de gerechtskosten, die allemaal te jouwen laste vallen. Dat zal je leren onvermogenden, zeker als ze nogal opvliegend zijn, onder je cliënteel te dulden en je eigen vermogen kenbaar te maken aan de rechter! Misschien ook moet je in sommige gevallen wat toeschietelijker kunnen zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld in mijn hele carrière nooit geweigerd een bepaald medicijn of een aantal dagen werkonbekwaamheid voor te schrijven als dat mij met aandrang werd gevraagd.
Kan ik veel meer doen dan je mijn sympathie betuigen, mijn beste Herman? Je weet waarschijnlijk wel dat ik geen ziekenhuispraktijk meer heb. Anders had ik jou met het meeste genoegen een gratis behandeling aangeboden, voor het geval je er nog een neusletsel aan over gehouden mocht hebben, dat chirurgische therapie zou vereisen. Neen, geen dank: trouw aan de oude Hippocratische eed heb ik mijn collegas en hun gezinsleden immers te allen tijde gratis behandeld
Maar om het nu over een luchtiger onderwerp te hebben om het gesprek over een andere boeg te gooien, zoals men zegt , heb je naar de halve finale van het Songfestival gekeken? Natuurlijk wel. En heb je een stem uitgebracht? Natuurlijk niet. Om voor O julissi te kunnen stemmen had je immers naar het buitenland moeten trekken, en dat zou tóch geen zin gehad hebben: er zitten veel te weinig Vlamingen in het buitenland. Voor een ander lied stemmen? Wat zouden we! Je vermindert er de eigen kansen mee en
buiten O julissi was er, mijn inziens, maar weinig goeds. Vind je het grappig dat ik het daarover heb? Het komt gewoon doordat er in diezelfde krant van 21 mei nogal wat over nagekaart wordt. Jammer en onbegrijpelijk (!), wordt er geschreven, maar
komend jaar zullen we wel met een beter lied voor de dag trachten te komen.
Met genegen groeten en hou je haaks!
Kris.
|