Appelflensjes - appelpannenkoekjes oktober 27, 2008 Ingrediënten:
150 cc Melk - 100 gr zelfrijzendebloem - 1 snuifje zout - 2 eieren - 1 appel - witte suiker - olie Bereiding van het beslag: Melk, bloem, een snuifje zout en 4 eetlepels witte suiker en een scheutje olie mengen in een kom. Klop de eieren los en meng ze er doorheen. Laat het deeg een kwartier rusten. Gebruik de appel ongeschild. Haal het klokhuis er uit en snijd in dunne ronde schijfjes van ongeveer 3 mm dik. Bakken: Neem een koekenpan, bedek de bodem met olie en strooi wat witte suiker in de pan. Leg drie tot vier appelschijfjes (naargelang de grootte van de pan) in het midden van de koekenpan tegen elkaar. Laat de appels even bakken. (strooi er eventueel wat kaneel over) Giet het beslag in de pan. Belangrijk: Verdeel het beslag in de pan vanaf de randen, als de randen zijn volgelopen giet dan pas de rest van het deeg in het midden en over de appels. Schud de pan even om het deeg gelijkmatig te verdelen. Strooi wat suiker over het flensje, vooral over de appels. Let op: De suiker in de pan zal snel karameliseren. Bak op een zeer zacht vuurtje en laat vooral niet verbranden! Als de bovenkant van het flensje bijna droog is draai het om. Let op: Ervaren koks gooien pannekoeken en flenjes omhoog en vangen ze omgekeerd in de pan. Dat kan alleen met ervaring en handigheid. Anderen gebruiken dan weer twee koekenpannen en brengen ze op elkaar om het flensje om te draaien. Je kunt eventueel ook een spatel gebruiken, of schuif het flensje op een omgekeerd (plat) deksel van een pan en draai dit daarna om. Gekarameliseerde suiker kan zeer heet zijn. Verbrand jezelf niet door suikerspatten. Normaal hoef je geen extra suiker toe te voegen bij het opdienen. Natuurlijk mag er altijd nog wat suiker bij voor echte zoetebekken.