Welkom in Brussel

Foto

Gratis rondleidingen in hartje Brussel
neem contact op met
Julie Gilson
Kerk & Toerisme Brussel

Postadres

Wildewoudstraat 15
1000 Brussel

Secretariaat

Sint-Goedeleplein 20

1000 Brussel
tel fax 02.219.75.30
9-12.30 & 13.30-17 uur (ma di do)

9-12.00 (wo)

etkt@skynet.be

KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.

Zoeken in blog

  • Vlaamse Kunstenaars in de Kathedraal
  • Michiel van Coxie
  • Conrad Meit
  • Camille Colruyt
  • Hiëronymus Duquesnoy1
  • Hiëronymus Duquesnoy2
  • Foto
    Christelijk patrimonium in Brussel
  • St-Jan Nepomucenus (Nepomuk)
  • Stadszegel St-Michiel
  • Kanunnik Sint-Goedele
  • Wapen Pius IX in Brussel
  • Juliana van Cornillon
  • Bonifacius van Brussel
  • Luminaris
  • Brusselse heiligen
  • Sint-Goedele - Een maagd belaagd
  • Mère Barat
  • Devotie rond Brussel
  • Jezus-Eik
  • De kruisweg in de St-Niklaaskerk in Ottenburg
  • O.-L.-V. van Affligem
  • Foto
    Congregaties in Brussel
  • De Clarissen - 1
  • De Clarissen - 2
  • Kerken in Brussel
  • De Sint-Bonifaciuskerk
  • De St-Jan-de-Doperkerk (Molenbeek)
  • De Kapellekerk 1
  • De Kapellekerk 2
  • De Basiliek van Koekelberg
  • Geschiedenis
  • Tijdbalk kerken
  • 450 jaar Aartsbisdom Mechelen
  • Ontstaan van Brussel op de helling 1
  • Ontstaan van Brussel op de helling 2
  • Ontstaan van Brussel op de helling 3
  • Historische gebeurtenissen in de kathedraal
  • Vijf kardinalen in de kathedraal
  • Kardinalen uit onze streken
  • De Belgische Kerkprovincie
  • Symboliek en iconografie
  • 01 Inleiding
  • 1 De kerk als gebouw
  • 2 De kerk als gebouw
  • Foto
    Het kerstverhaal
  • De tijd rond Kerstmis
  • De Advent
  • De geboorte van Jezus
  • De aanbidding van de herders
  • Drie Koningen
  • De vlucht naar Egypte
  • De boom van Jesse
  • Archief rondleidingen
  • Davidsfonds naar Ter Kameren
  • Varia
  • Slechtvalken in onze Kathedraal
  • De Hemel in Tegenlicht
  • Interview van kardinaal Cardijn uit 1967
  • Joannes Roucourt
  • Afkortingen

    MB Maria Bogaert
    PW  Paul Wieërs
    GvE  Guido van Eeden
    LF Luk Faems
    MG  Michel Govaerts

    JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek



    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KERK EN TOERISME BRUSSEL

    08-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd rond Kerstmis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    HET KERSTVERHAAL IN BEELD EN VERBEELDING


    DE TIJD ROND KERSTMIS

    ======================

     

    Geen feest is zo populair in de Westerse wereld als Kerstmis. Maar wat betekent Kerstmis als feest? Een opgeklopt commercieel zoeterig sfeertje van witgespoten groene dennenbomen en tsingelbel-synthesizer-melodietjes en een overvloed aan kerst-producten. Of roept kerstmis bij u een al dan niet uitzonderlijk moment van algemeen-menselijk geluk op van huiselijkheid, vrede, geborgenheid? Of mag het kerstfeest nog de verjaardag van Jezus’ geboorte zijn?

    Wie weet wat kerst-mis letterlijk betekent? M.a.w. waar staat mis voor en vooral waar staat kerst voor ?  Wedden dat het juiste antwoord op deze vraag eerder uitzondering dan de regel is? Voor sommigen lijkt er wel degelijk iets mis te zijn met kerst…

     

    Wie toch nog onder de kerstballen beladen kerstboomtakken een stalletje ontwaart, verstopt tussen de cadeautjes, krijgt een bijbels geboortetafereel in de gaten. Maar wanneer je navraag doet naar de omstandigheden van die geboorte zal menig christen een antwoord geven dat meer geïnspireerd is door het kerststalletje uit zijn kinderjaren dan door het echte bijbelse kerstverhaal. En dat men op de vraag naar de geboortedag van Jezus 25 december als fout antwoord krijgt, hoeft niet te verwonderen gezien die dag in het Westen van oudsher als het geboortefeest van Jezus wordt gevierd. Edoch!

     

     

    HET KERSTFEEST op datum van 25 december

     

     

    Feestdag 25 december

    In de eerste drie eeuwen kende de christenheid geen jaarlijkse feesten, tenzij Pasen. Pas in de 4de eeuw begon men in Rome op 24 december het feest van de geboorte van Christus te vieren. Iets eerder zette in het Oosten en in sommige streken van het Westen 6 januari zich door als feest van de openbaring van Christus (Epifanie).

     

    Het bijbelverhaal vermeldt niets over de datum. In tegenstelling tot Pasen en Pinksteren heeft Kerstmis ook geen aanknopings­punt in de joodse feest­kalender. De oudste gegevens over de viering van het geboortefeest van Christus op de datum van 25 december dateren uit de 4de eeuw. In Rome werd het ingevoerd in samenhang met of als tegenhanger van het heidense feest van de zegevierende zonnegod, d.i. de onoverwinnelijke zon die vanaf 21 december opnieuw zijn glorievolle opgang begint. Dat zonnewendefeest werd bovendien later nog verbonden met een cultus ter ere van de regerende Romeinse keizer. Als reactie daartegen begonnen de christenen in Rome op die dag de geboorte te vieren van Christus, een licht voor de volkeren (Lc.2,32), de Opgaande Zon (Lc.1,78). Het kerkelijke feest volgt dan ook niet het maanjaar, zoals Pasen, maar het zonnejaar, en heeft dus een vaste datum.

     

    Vanuit Rome verspreidde het feest zich geleidelijk in de landen van de westerse christenheid. Andere gegevens spreken over een viering van de geboorte van Jezus in mei of april. Maar ook die dateringen zijn duidelijk het product van theologische speculaties en missen elke historische grond.

     

    Dat alles toont dat de vroege kerk geen bijzondere interesse heeft gehad voor de exacte geboorte­datum van Jezus, zelfs indien ze die zou gekend hebben. Het toont ook dat het de kerk van de 4de eeuw, bij het instellen van het geboortefeest, vooral te doen was om de blijvende betekenis van de geboorte van Christus voor elke christen, veel meer dan om een historisch juiste datum. Het gaat immers om de kern van ons christelijk geloof: God die in Jezus mens is geworden.

    De gelovige weet zich dankbaar en blij rechtstreeks door het evangeliewoord aangesproken: Heden is voor ú een Redder geboren.... En hij weet dat heden niet beperkt is tot die vermeende kerstdag 25 december anno 1.


    Naam

    De benaming kerstmis duidt op de bijzondere mis (eucharistieviering) bij het vieren van de geboorte van Christus. Het betreft dus een bijzondere mis van Christus, in het Engels: Christmas. Om de uitspraak wat te vergemakkelijken heeft men niet alleen de dubbele s-klank, voorafgegaan door een klinker, verenkelvoudigd; men is bovendien overgegaan tot een metathesis: de medeklinker r is tot achter de volgende klinker versprongen, zodat men gemakkelijk begon te spreken van kerst-mis. Diezelfde letterverspringing vind je terug bij bv. kerstekind i.p.v. het Christuskind; kerstenen / christianiseren, Kirsten / Kristine.

    Een Frans kerstlied, ook in het Nederlands noël genoemd, is afgeleid van het Franse Noël (Kerstmis), in het oudfrans nouel, nael, dat dan weer afstamt van het Latijnse dies natalis: geboortedag (van Christus); natus: geboren, verl. deelw. v. nasci, geboren worden. Het Italiaans en andere Romaanse talen hebben dezelfde stam.

    (tussen haakjes: toen Vasco da Gama een gebied ontdekte op kerstdag 1497 noemde hij het Terra Natalis, afgekort Natal)

     

     

    DE KERSTKRING

     

    Gaandeweg neemt de behoefte toe om de heilsgeschiedenis historiserend te ontvouwen en de afzonderlijke fasen van het leven van Christus met afzonderlijke feesten te vieren. Daarbij kan men duidelijke parallellen herkennen met de vormgeving van de paaskring: ook het kerst- of openbaringsfeest kreeg een eigen voorbereidingstijd (advent), het kreeg een eigen feestweek (octaaf) en een feesttijd (kersttijd) die daar nog boven uit reikt. Als slotfeest van de kersttijd geldt traditioneel het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel (later genoemd Maria Lichtmis) op 2 februari, d.i. de 40ste dag nadien. Ook de kerkdienst in de kerstnacht vertoont bepaalde overeenkomsten met de paasnacht.

     

    In tegenstelling tot Pasen en Pinksteren hebben Kerstmis en Epifanie echter geen aanknopings­punt in de joodse feestkalender. Ze volgen ook niet het maanjaar, zoals Pasen, maar het zonnejaar en hebben dus een vaste datum. Bovendien volgt de kersttijd niet het voor Pasen toonaangevende zevendaagse ritme van het wekelijkse Pasen te beginnen vanaf Pasen, d.i. de 1ste paaszondag tot de zgn. 7de paaszondag, d.i. Pinksteren. Dit verschil in verankering op de kalender tussen de beide feestkringen leidt tot de bekende problemen bij de indeling van het kerkelijk jaar in zijn geheel: paas- en kerstkring zijn elk jaar opnieuw op een andere manier ten opzichte van elkaar verschoven, wat de datering bij historische studies geenszins vergemakkelijkt.

    (Bieritz, p.169-170)

     

    Opbouw van de kerstkring

    4 zondagen vóór kerstmis: begin van de advent; liturgische kleur: paars

    3de zondag van de advent: Gaudete (verheug u): vanuit psychologische gevoeligheid wil de Kerk ons laten aanvoelen we tellen af, het wachten zal niet meer zolang duren; vandaar dat het ingetogen purper van de andere zondagen vervangen wordt door met roze gewaden) (cfr. Laetare (verblijd u), de 4de zo in de Vasten; ook met roze gewaden)

    17 dec. : begin van de O-antifionen

    24 dec.: Kerstvigilie of kerstwake

    24 dec. 24u (voor wie zeker op tijd komt), 25 dec., 00.00u: Kerstnachtmis

    25 dec.: Kerstdag, Kerstmis

    25 dec. 1 jan.: het octaaf van Kerstmis; liturgische kleur: goud/wit

    26 dec., 2de kerstdag: St.-Stefanus, de eerste martelaar

    27 dec.: Johannes de evangelist, Jezus beminde leerling, tevens gemarteld

    28 dec.: Onnozele Kinderen, d.i. de Onschuldige Kinderen, vermoord door koning Herodes

    1 jan.: Besnijdenis, feest van de Moeder Gods

    6 jan.: Openbaring, Driekoningen

    2 febr.: Opdracht in de tempel, O.-L.-Vrouw-Lichtmis

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
    Foto : Giovan Geralomo Savoldo, Aanbidding van de herders, Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia
    -  Bron Internet


    >> Reageer (0)
    29-11-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Advent
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE ADVENT

     

     

    Naam

    De Oude Romeinen gebruiken het Latijnse woord adventus (komst) voor het eerste officiële bezoek van de keizer aan een stad (wat wij later bij de vorsten in onze gewesten een blijde intrede noemen). De eerste (Romeinse) christenen passen dit begrip toe op de komst van de Gods Zoon Jezus onder de mensen.

     

    Betekenis

    De adventstijd is de voorbereidingstijd op het grote feest van Kerstmis, de Geboorte van Christus. Deze periode vangt aan op de vierde zondag vóór 25 december (Kerstmis) en duurt dus ongeveer 3 à 4 weken. Waakzaam wil de christen gelovige uitkijken naar de komst van Jezus in eigen hart en in de wereld rondom. In de prefatie van de eucharistieviering wordt er in deze periode gebeden: Moge Hij [Christus] ons vinden, waakzaam, biddend, vol van dat geheim.

    Deze verwachting kleurt de lezingen en hymnen van deze tijd.

     

    Epistellezing in de advent (1ste zondag van de advent, jaar A)

                Rom.13,11-12: ontwaak voor de nieuwe dag

                Gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken.

                Thans is ons heil dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.

                De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan.

                Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht.

                (d.i. tevens de lezing in het morgengebed in het brevier voor de zondagen in de advent)

     

    Brevier: morgenhymne in de advent

    Hoor hoe een heldere stem weerklinkt,              Het hart dat aards en donker is

    het is met slaap en droom gedaan,                     aanschouwt het licht waarop het wacht.

    het is tijd om op te staan,          (Rom.13,11)         Een nieuwe ster staat in de nacht

    zie hoe de ster van Jezus blinkt.                         en overwint de duisternis.

     

    Evangelielezingen in de advent  sinds IIde Vat. Concilie               tot IIde Vat. Concilie

    - 1ste zondag: wees waakzaam: de eindtijd nadert                            id. (Lc.21,25-33)

    - 2de, 3de zondag: de voorloper tot bekering: Johannes De Doper    id. (Mt.11,2-10); Joh.1,19-28)

    - 4de zondag:     jaar A: droom Jozef (Mt.1,18-25)                          Johannes de Doper (Lc.3,1-6)

                            jaar B: Boodschap (Lc.1,26-38)

                            jaar C: Bezoek aan Elisabeth (Lc.1,39-56)

     

    Adventsfiguren

    Een van figuren die in deze verwachtingstijd centraal staat is de profeet Johannes de Doper.  Niet alleen heeft hij ons de komst van Jezus voorzegd; opdat we de komst van Jezus goed zouden voorbereiden lanceert hij een vurige oproep tot bekering.

    En zeker leven de christenen graag mee met de moeder van Jezus Maria, die in blijde verwachting is.

     

    Liturgische kleur: paars

    Paars is een ingetogen kleur.

     

    Liturgische tijd: de O-antifonen

    Vanaf 17 december vangt de antifoon bij het Magnificat in het avondgebed aan met een beeldrijke naam, ontleend aan het Oude Testament, waarmee de komende Redder wordt aanroepen. 

     

    17 dec. : O Sapientia (O Wijsheid)

    O Wijsheid, voortgekomen ui t de mond van de Allerhoogste; Gij doordringt alle dingen met mildheid en kracht. Kom nu en wijs ons uw wegen.

    18 dec. : O Adonai (O Heer)

    O Adonaï, Heer van Israëls huis, Gij zijt aan Mozes verschenen in het brandend braambos en hebt hem de wet gegeven op de Sinaï. Kom nu en bevrijd ons met sterke hand.

    19 dec. : O Radix Jesse (O Wortel van Jesse)

    O Wortel van Jesse, Gij zijt het teken waarop de volken hebben gewacht; voor U zullen koningen verstommen, de volken zullen tot U smeken. Kom nu en bevrijd ons, wacht niet langer meer.

    20 dec. : O Clavis David (O Sleutel van David)

    O Sleutel van David en scepter van Israëls huis, wat Gij opent, zal niemand meer sluiten, wat Gij besluit, zal niemand meer openen. Kom nu en bevrijd ons uit de kerker, uit de duisternis en de schaduw van de dood.

    21 dec. : O Oriens (O Opgaande)

    O Opgaande (Dageraad), afglans van het eeuwig licht en Zon der gerechtigheid. Kom nu en verlicht hen die in de duisternis leven, die gezeten zijn in de schaduw van de dood.

    22 dec. : O Rex (O Koning)

    O Koning der volkeren, zo lang verwacht. Gij hoeksteen die alles één maakt. Kom nu en red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.

    23 dec. : O Emmanuel (O God met ons)

    O God met ons, onze wetgever en koning, verwachting der volkeren en hun Verlosser. Kom nu en red ons, Heer, onze God.

     

    Adventskrans

    Het gebruik van de adventskrans is nog niet zo oud en dateert waarschijnlijk van omstreeks 1860. Net als de dennenboom binnenkamers, de zgn. kerstboom, komt de adventskrans met zijn eveneens immer groene dennentakken uit de Duitse gewesten. Net zoals bij de kerstboom verwijst dat groen in de herfstige tijd al hoopvol naar het nieuwe lenteleven en dus naar Christus, onze hoop en ons leven. Elke zondag wordt er één van de 4 rode kaarsen ontstoken zodat na 4 zondagen de lichtkrans ten volle straalt net voor het grote geboortefeest van Christus, het Licht van de wereld.


    Adventshymne: ♪ ♪ Rorate caeli (Dauwt hemelen)

     

    (refr.) Rorate caeli desuper,                       (refr.) Dauwt, hemelen, van boven

              et nubes pluant Justum.                    en wolken regent de Rechtvaardige.

     

    1.                                                              1.

    Ne irascaris, Domine,                                 Wees niet vertoornd, Heer,       

    ne ultra memineris iniquitatis.                       gedenk niet langer onze zonden. 

    Ecce civitas sancti facta est deserta,      Zie, Uw heilige stad is een woestenij geworden,

    Sion deserta facta est,                                 Sion verruïneerd,

    Ierusalem desolata est,                                verlaten is Jeruzalem,

    Domus sanctificationis tuae et gloriae tuae,   het huis van Uw heiligheid en glorie,

    ubi laudaverunt Te patres nostri.                  waar onze voorouders U loofden.

     

    Refr.                                                          Refr.

     

    2.                                                               2.

    Peccavimus,                                                Wij hebben gezondigd

    et facti sumus tamquam immundus nos,          en wij zijn zwak geworden,

    et cecidimus quasi folium universi,                  en wij vallen neer als bladeren neerwaarts,

    et iniquitates nostrae                                      en wij zijn verstrooid geraakt en

    quasi ventus abstulerunt nos.                          door de winden opgejaagd.

    Abscondisti faciem tuam a nobis,                    U hebt uw gelaat van ons afgewend

    et allisisti nos in manu iniquitatis nostrae.     En u hebt ons in de hand van de verlorenheid

     

    Refr.                                                            Refr.

     

    3.                                                                 3.

    Vide Domine afflictionem populi tui,          Aanschouw, Heer, de verdrukking van uw volk,

    et mitte quem misurus es.                         en zend uw afgezant.

    Emitte Agnum dominatorem terrae,           Zend het Lam dat over de wereld heersen zal,

    de petra deserti ad montem filiae Sion:       vanuit de steenwoestijn naar de berg van de dochter van Sion,

    ut auferat ipse iugum captivitatis nostrae.   opdat het het juk van de ballingschap van ons zou wegnemen.

     

    Refr.                                                            Refr.

     

    4.                                                                  4.

    Consolamini, consolamini, popule meus;           Troost u, troost u, mijn volk,

    cito veniet salus tua:                                       weldra zal uw redding komen.

    Quare moerore consumeris,                            Waarom wordt gij door smart verteerd

    quia innovavit te dolor.                                    en waarom houdt de pijn bij u altijd aan?

    Salvabo te, noli timere,                                    Ik zal u redden, gij moet niet vrezen

    ego enim sum Dominus Deus tuus,                  want Ik ben de Heer, uw God,

    Sanctus Israel, redemptor tuus.                       de Heilige van Israël, uw Redder.


    Refr.                                                             Refr.

     
    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen


    >> Reageer (0)
    09-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vlucht naar Egypte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE VLUCHT NAAR EGYPTE

     

     

    d.i. de vlucht van de Heilige Familie naar Egypte




    G.David.  De vlucht naar Egypte



     

    Bijbel (Mt.2,13-14)

    13 Na hun vertrek [van de Wijzen] verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden”.

    14 Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit. 15 Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet: “Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte”.

    16-18: [de kindermoord te Betlehem]

    19 Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: 20 “Sta op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.”

    21 Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël. 22 Toen hij echter hoorde dat Archelaüs in plaats van zijn vader Herodes over Juda heerste, vreesde hij daarheen te gaan; van Godswege in een droom gewaarschuwd, begaf hij zich daarom naar het gebied van Galilea. 23 Hier aangekomen vestigde hij zich in een stad, Nazaret geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door de profeten gezegd was: “Hij zal een Nazoreeër genoemd worden”.

     

    Betekenis

    De evangelist ziet in de terugkeer ‘uit Egypte’ de vervulling van wat gezegd is door de profeet Hosea over het volk Israël, als afbeelding van de Messias. Politieke vluchteling

     

    Feestdag: /

     

    Naam

    Al naargelang een andere fase van de vlucht uitgebeeld wordt, krijgt het tafereel een andere naam:

    1) de (eigenlijke) vlucht naar Egypte; 2) De rust op de vlucht naar Egypte; 3) De terugkeer uit Egypte

     

    Devotie

    Behoort tot ‘De zeven smarten van Onze-Lieve-Vrouw’. Evangelisch inspiratiebeeld voor politieke vluchtelingen, cfr. het huis aan de Steenhouwersvest: “Uyt Egypten hebbe Ik Mynen Zoon geroepen”, ter herinnering aan de protestantse Antwerpenaren die omwille van hun geloofsovertuiging de stad moesten verlaten en uitweken naar het Noorden.

     

    Voorstellingswijze

     

    Al naargelang de fase die men uitbeeldt, krijgt je een ander soort tafereel en een andere naam:

    1) de (eigenlijke) vlucht naar Egypte: het pasgeboren Jezuskind wordt gedragen door zijn moeder

    2) De rust op de vlucht naar Egypte:

    3) De terugkeer uit Egypte: de twee-jarige knaap Jezus wandelt nu zelfstandig mee met zijn ouders

     

    De personen in het algemeen:

    Maria: - kledij in blauw-witte en rode kleuren, blauwe mantel

    Jozef: - oudere man, baard

    - een bruin kleed, laarzen, een hoed

    aureool: bij Jezus en Maria, soms ook bij Jozef

    Tekst: Rudi Mannaerts. Toerismepastoraal Antwerpen.
    Afbeelding: internet


    >> Reageer (0)
    05-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie Koningen 1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 1

     

      

    Bijbel (Mt.2,1-12)

    1 Toen dan Jezus te Betlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten 2 en vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.’


    9 En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. 10 Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. 11 Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. 12 En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

     

    Betekenis


    Ligt bij Kerstmis het accent op de afdaling, de vernedering; d.i. de menswording van God in de eenvoudige menselijke gestalte van Jezus, dan ligt de klemtoon bij het Feest van de Openbaring (van God) op de heerlijkheid, het vorstelijke aspect; d.i. de gods­verschijning: het goddelijke koningschap van (de mens) Jezus. Want in Jezus is het werkelijk God, de Heer, die zich tot de mensheid wendt en zijn koninklijke heerschappij over de wereld wil vestigen. Christus maakt hier Zijn ware ik kenbaar: Hij toont, Hij openbaart Zijn goddelijk karakter.


    Een van de eersten aan wie deze openbaring gebeurt, zijn de Wijzen uit het Oosten, die gekomen zijn om “de Koning der Joden, die geboren is” (Mt.2,2) te aanbidden. Christus werd reeds als kind miskend door zijn eigen volk. Daarentegen komen enkele vreemdelingen - ‘heidenen’ - Hem herkennen en huldigen. Daar waar de joden - de schriftgeleerden op kop - geen moeite doen om het Kind op te zoeken: gebrek aan belangstelling bij gebrek aan geloof. Het wezenlijke van het verhaal bevindt zich dus in de tegenstelling tussen de afwijzende houding van de joden én het geloof van de heidenen. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat God - over de grenzen van het uitverkoren volk heen - Zich richt tot alle volken en alle culturen.In het theologische jargon de ‘universele heilswil van God’ genoemd. Vandaar de missionaire opdracht van de Kerk, de eerste en meest wezenlijke taak. Dit ligt aan de grondslag van ware ‘katholiciteit’, de zichtbare eenwording van alle volken. De katholieke Kerk, is dan ook ‘verspreid over heel de aarde’ (canon van de mis).


    Echte wijze mensen die wijsheid in zich dragen, hebben nooit de indruk dat zij de wijsheid in pacht hebben. Een wijze blijft dan ook zoeken, onophoudelijk, naar de volle wijsheid, zoals deze enkel in Jezus te vinden is. [Er is eigenlijk “maar één leraar” (“laat u geen leraar noemen”).] Vandaar dat keizer Justinianus zijn grootse tempel toewijdde aan de Heilige Wijsheid (‘Hagia Sofia’), d.i. aan de Wijsheid Gods, zoals deze zich in Christus heeft laten zien. Zo ook is de levensweg van een christen een tocht, een schrijden naar het eeuwige licht, naar Christus, die als Godmens verschenen is.

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
    Afbeelding Internet


    >> Reageer (0)
    04-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie Koningen 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 2



    Feestdag 6 januari


    Officieel luidt de naam: het Feest van de Openbaring, Openbaring des Heren: God toont zich in Zijn Zoon Jezus. Grieks: epiphaneia of theophaneia; gelatiniseerd: epifania (
    ® epifanie): verschijning, d.i. verschijning van God (in Zijn Zoon Jezus). Zoals bij andere feesten wordt het ook in de genitiefvorm gebezigd: ‘epifanias’, waarbij verzwegen is ‘feest’ (festus, ) of ‘dag’ (dies). Voor de Orthodoxe christenen is dit feest voornamer dan Kerstmis omdat ‘Kerstmis’ enkel staat voor de (nog verborgen) geboorte van het Kind, terwijl de betekenis van het Christuskind bij Epifanie ten volle kenbaar wordt “voor alle volkeren”.

    De populaire benaming ‘Driekoningen’ wijst geenszins op een liturgisch, laat staan een theologisch aspect van dit bijbelverhaal, maar berust enkel op de paraliturgische toneelmatige uitbeelding van de ‘Wijzen’ als drie koningen; een interpretatie die gebaseerd is op de 3 rijkelijke geschenken (zie verder).


    Voorstellingswijze


    Het moet gezegd: het betreft een van de meest populaire bijbelvoorstellingen in de christelijke kunst. De universele betekenis van het verhaal in combinatie met de quasi unieke gelegenheid om koninklijke rijkdom in beeld te brengen heeft de verbeeldingskracht bij menig kunstenaar aangewakkerd.


      
    Aantal ‘wijzen’

    Alhoewel in de evangeliën hun aantal niet vermeld wordt, worden van oudsher de Wijzen die het Christuskind kwamen aanbidden, met drieën afgebeeld (bv. Cappella Greca in de Catacomben van Priscilla te Rome). De keuze voor dit aantal hangt ontegensprekelijk samen met de drie genoemde geschenken (“goud, wierook en mirre”) die de Wijzen aanboden.


     
    ‘Koningen’


    De Wijzen uit het Oosten waren “magiërs”, lees: sterrengeleerden zoals er meer in Mesopotamië actief waren van op terrasvormige zikoerats. Blijkbaar zouden zij een bijzondere ster, de zgn. ster van Bethlehem, in het visier gekregen hebben. Dat zij (ook) koningen zouden zijn geweest, staat echter niet in het evangelie. Het is louter omwille van de kostbare, ‘royale’, ‘koninklijke’ geschenken die ze meebrachten: goud, wierook en mirre, dat de Wijzen – al in de eerste eeuwen van het christendom - als vorsten werden beschouwd en bijgevolg met aangepaste vorstelijke gewaden voorgesteld werden.

    Maar de geschenken zelf betreffen ongetwijfeld een interpretatieve invulling. Mattheus die schrijft voor de christen-bekeerlingen uit het jodendom, wil voldoen in hun behoefte om de nieuwe zienswijze in hun geloof in overeenstemming te brengen met de oude profetieën. Psalm 71 (v.10) vervat de profetie: “de koningen van Tharsis en de eilanden zullen hem geschenken brengen, de koningen van de Arabieren en van Saba zullen hem schatting betalen”. Hierin schildert de dichter de komende Messias af als een machtige Koning; alle andere koningen zullen Hem hulde brengen en geschenken aanbieden. Daarom dat de evangelist de geboorte van Christus graag illustreert met de luister van het oude Joodse koningschap, met inbegrip van ‘koninklijke’ geschenken en andere dito attributen. Zo geraakten de Wijzen met hun geschenken in het evangelie. Omdat ook de theologen sinds de 3de eeuw in de Wijzen de vervulling van deze profetie (h-)erkennen, en deze psalm als offerandelied in de misviering wordt opgenomen, kan de volksverbeelding de rest doen.

    Omstreeks 500 is deze opvatting algemeen verbreid. Na 1000 worden ze meestal als koningen afgebeeld en sinds de 12de eeuw noemt men hen nog slechts ‘de Heilige Drie Koningen’.


       kledij


    Oosterse, exotische kledij; aanvankelijk meer bepaald in Phrygische kledij, bv. San Apollinare Nuovo Ravenna. Om hun vermeende koninklijke waardigheid te onderstrepen worden zij later in de middeleeuwen in koninklijke gewaden gehuld. Op het hoofd krijgen ze een koninklijke kroon, die ze dan bij wijze van eerbied afnemen naarmate ze het Kind naderen.

      
       geschenken


    Overeenkomstig de Schrift (Mt.2,11d) “Zij haalden hun schatten te voorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre”. Om te benadrukken dat de Wijzen echt rijke gaven aanbrachten, werden ze door de schilders bedacht met kostbare voorwerpen in edelsmeedwerk of zelfs in toenemende mate in exotische materialen.

    1) goud: in een kist of ciborie; vaak als eerste geschenk aangeboden; het Kind zit in die geldkoffer te graaien naar de blinkende en ‘klinkende’ gouden muntstukken.

    2) wierook: teken van eerbied en gebed. In de vroege barok is het recipiënt vaak een wierookvat, in de hoogbarok een nautilusbeker omdat tussen de 16de en de 18de eeuw de nautilusschelp dikwijls gebruikt werd voor wierookscheepje.

    3) mirre: d.i. kostbare zalf, vaak in een ciborie-achtige beker met deksel.

    San Apollinare Nuovo Ravenna: eerste Wijze: schaal met goud; 2de : schaal met deksel, 3de gesloten pot: bolle ciborie-vaas voor de mirre.


       leeftijden


    Bij San Apollinare Nuovo: lange witte baard: vooraan, middelste: baardloze jongere, derde: volle baard en bolle ciborie-vaas voor de mirre.

    Na de Legenda Aurea (@@ eeuw) krijgt elk der drie koningen niet alleen een eigen naam, maar ook een eigen leeftijd toebedeeld: een jonge, een van middelbare leeftijd en een grijsaard. Elk van hen vertegenwoordigt a.h.w. een bepaalde levensfase: volgens middeleeuwse opvatting was Melchior 60 jaar, Balthasar 40 en Caspar 20 jaar oud. Vaak is de eerste een grijsaard, de tweede een man in de kracht van zijn leven en de derde een jongeman. Immers, wie is het meest wijs? Diegene met de meeste levens­ervaring, dus de oudste: herkenbaar aan het meeste haar onder de kin, maar het minste haar boven... Hij (h-)erkent als eerste Jezus, Gods Wijsheid in deze wereld. De persoon van middelbare leeftijd, met een fifty-fifty haarverdeling boven- en onderaan, komt op de tweede plaats, meestal nog staande. De jongste komt als laatste binnen, en ofschoon hij toch voor Jezus een geschenk bij heeft, gaat zijn aandacht blijkbaar nog naar de genoegdoeningen van de wereld: hij kijkt achter zich om: is daar iets ‘plezanters’ te beleven ?

    Na 1100 werd dit onderscheid in leeftijd vrijwel altijd op de afbeeldingen aangegeven.

      
       rassen


    Nog niet in Ravenna S. Apollinare Nuovo (begin 6de eeuw), maar
    ) Na de 6de eeuw krijgt één van de koningen, de jongste, een donkere huids­kleur en wordt voorge­steld als een Moor. Nog later fungeert het trio als een representatie voor de drie gekende rassen: blank, Arabisch lichtbruin, en diep-Afrikaans zwart. Al naargelang de opdrachtgever wil het kleurenpalet van hun huidskleur zich wel eens aanpassen, zodat men niet hoeft te verschieten van een meer gele Chinees of een meer rode Amerikaanse indiaan.

      
       ster


    De Wijzen ijlen naar de ster toe die hen in de hemel voorafgaat en leidt.

     

       opstelling


    omwille van het gelijklopende thema vormt De aanbidding der Wijzen – zeker als retabelfragment, altaarzijpaneel of predellastuk - de pendant van De aanbidding der herders. In de bijbelse chronologie staat de Aanbidding der herders eerst – dus links, gevolgd door die van de Wijzen – rechts.

    Het thematische parallellisme wordt soms nog sterker in de verf gezet doordat het aantal herders gespiegeld wordt aan het bekende drietal van de Wijzen.

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
     Afbeelding Internet


    >> Reageer (0)
    03-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie Koningen 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE AANBIDDING VAN DE WIJZEN, alias DE HEILIGE DRIE KONINGEN - 3

    Verwerking door de traditie


    Zo zie je maar, hoe vanuit de letterlijke bijbeltekst over vrome interpretaties en (para-)liturgische gebruiken, de ‘Wijzen uit het Oosten’ via grootse en volkse kunst ons ingeprent werden als de ‘Drie Koningen’ en als zodanig verder leven.

    Maar de ‘Wijzen’ lenen zich tot nog veel meer ..


      
    naamgeving

    Steeds vaker worden de Wijzen met name genoemd: Caspar (Gaspar, Kasper), Balthasar en Melchior; zo reeds in een geschrift uit Alexandrië van ca. 500. Dankzij de populariteit van de Legenda aurea van Jacobus de Voragine kwamen  deze namen in zwang.

       verdere levensloop

    Later zouden zij door de apostel St.-Thomas (de ‘Ongelovige’) op diens doorreis in het Oosten gedoopt zijn en met hem meegetrokken zijn tot in Indië waar ze als bisschoppen werkzaam zouden geweest zijn.

       de vierde koning

    Om de betekenis van ‘Jezus zoeken’ te actualiseren heeft zich op het verhaal van de Drie Wijzen, het verhaal van de vierde koning geënt.

    Devotie


    a) Keulen


    In 1164 worden hun relieken vanuit Milaan naar de dom van Keulen overgebracht, waar ze vele bedevaarders aantrekken. Het thema van de wereldjongerendagen aldaar, met Paus Benedictus in 2005, was erdoor geïnspireerd: ‘Volg de ster’.

    In Duitsland is het de gewoonte dat de misdienaars rond 6 januari op de deurlijst links de twee eerste en rechts de twee laatste cijfers van het nieuwe jaartal met krijt komen schrijven en in het midden de initialen van de drie ‘Koningen’. Dit tijdelijke opschrift “20 C+M+B 08” moet dan in het Latijn gelezen worden als: ‘Christus mansionem benedicat’ (moge Christus dit huis zegenen in het jaar 2008). Ten voordele van de Duitse missieactie Misereor gaan de misdienaars, verkleed als ‘Drie Koningen’, bij de parochianen ster-zingen ten voordele van de arme kinderen aan wie Jezus zich nog des te meer (dankzij ons toedoen) kan tonen.


    b) Rome, Vaticaan

    Omwille van hun terugkeer naar hun land na Jezus erkend te hebben (Mt.2,12b) gaan zij door voor de eerste zendelingen / geloofsverkondigers. Zij staan dan ook model voor de missionering de ‘katholiciteit’ van de Kerk. Daarom dat jaarlijks op 6 januari door de paus te Rome een aantal bisschoppen van verschillende continenten en culturen gewijd worden. De Wijzen gaan dan ook door als patroonheiligen van de missionering.


    c) Antwerpen

    O.-L.-Vrouwekerk, het altaar van de magistraatskapel (alias Besnijdeniskapel, nu St.-Antoniuskapel) was hen toegewijd, net als – begrijpelijk - het altaarschilderij van de kleermakers@@.


    Huis (nu Museum) van Plantin-Moretus: de zonen van Johannes Moretus waren genoemd naar de Drie Wijzen: Balthasar, Caspar en Melchior. Hun leuze ‘stella duce’ (onder leiding van de ster) duidt op de goddelijke inspiratie die de Wijzen op hun tocht begeleidt. De ster die met deze leuze op de consoles in de grote vertrekken staat; geeft aan dat men ook in dit intellectuele centrum van de boekdrukkunst rekent op Gods inspiratie.


    Als kerkelijke feestdag stond ‘Driekoningen’ voor een dag vrijaf en indachtig het ‘grote bezoek’ stond het ook voor een groot familiefeest. Erg populair was ook de gewoonte om op 6 januari iemand van de familie ‘koning’ te laten zijn, wat zeer levendig in beeld werd gebracht door het schilderij van Jacob Jordaens: De koning drinkt (Brussel, KMSK). Rond een tafel gedekt met brood, wafels en een taart, maakt een vrolijk gezelschap plezier. Er wordt getoost op de nieuwe koning, terwijl men zingt en musiceert. Vooral door de luidkeels zingende man op de voorgrond die opspringt met een drinkkan in de ene en zijn hoed in de andere hand, wordt het een uitbundige scène.   


    Het Latijnse opschrift “NIL.SIMILIUS.INSANO.QUAM.EBRIUS” (niets lijkt meer op een krankzinnige dan een dronkeman).

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
    Afbeelding Internet


    >> Reageer (0)
    31-01-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria-Lichtmis
    2 februari : Maria-Lichtmis 

    Op 2 februari is algemeen geweten dat er pannenkoeken gegeten worden. Maar het is ook een christelijk feest. Dan worden er kaarsen gewijd, op sommige plaatsen gaan er processies uit en pasgeborenen worden gezegend in de kerk. Sinds 1969 heet het feest het feest van de opdracht van de Heer. Maria-Lichtmis herdenkt het zuiveringsritueel van Maria na haar bevalling. In het Frans heet het feest trouwens nog altijd la fête de la Purification de la Vierge. In Israël waren vrouwen als onrein beschouwd tot 40 dagen na de bevalling van een jongen en 80 dagen na de bevalling van een meisje. Tijdens die periode mochten de vrouwen de tempel niet betreden. In de volksmond was de kerkgang dan het eerste kerkbezoek van de moeder na de bevalling. Zij en het kindje werden dan gezegend door de priester.

     
                                                    

    Op de veertigste dag moesten de rijken een lam offeren zodat ze wettelijk gereinigd zouden zijn. Maria en Jozef offerden twee duiven, omdat ze arm waren en ze zich geen lam konden veroorloven.  Volgens de toen geldende Wet van Mozes trokken Jozef en Maria 40 dagen na de geboorte van Jezus naar de tempel om hun zoon op te dragen aan God. Daar werden ze ontvangen door de oude man Simeon, die in Jezus de Messias herkende en hem beschreef als Licht van de nieuwe wereld. Daarom spreekt men over Lichtmis.  In het Frans wordt ook nog altijd la fête de la  chandeleur gezegd, (la chandeleur = het feest van de kaarsen).  Op vele plaatsen worden nog op die dag kaarsen gewijd en lichtprocessies in de kerk gehouden. De cantate van Johann Sebastian Bach, Ich habe genug, (Cantate BWV 82) heeft het ‘Feest van de Opdracht van de Heer als onderwerp. Ze is geschreven voor een bas-stem, vanuit het standpunt van de oude Simeon die voldaan is na het zien van Jezus in de tempel.

    In de rooms-katholieke kerk werd het feest ingesteld in 494 door de toenmalige paus Gelasius. De gewoonte om de kaarsen te wijden in de kerk dateert uit de elfde eeuw.  In vele landen (bv. Frankrijk, Teneriffe, Peru) wordt Lichtmis uitvoerig gevierd.  Bij ons is dit het geval niet meer.  Voor velen is de betekenis van het feest dan ook onbekend.

    Maar wat nog altijd in ere gehouden wordt, dat is het eten van pannenkoeken op die dag. Waarom is dat zo ? 


    2 februari was vroeger één van de twee dagen waarop de bevolking op het platteland van werk of hoeve kon veranderen – de andere dag was 11 november (Sint-Maarten). Dat werd ÿs avonds gevierd met een soort haardkoeken, die later evolueerden naar pannenkoeken. De vorm en kleur van de pannenkoeken worden ook gezien als een verwijzing naar de zon en het licht. De traditie zegt dat wie met Lichtmis pannenkoeken eet een voorspoedig jaar zal hebben.  We hebben er ook een spreekwoord van overgehouden : Er is geen vrouwke zo arm, of ze maakt op Lichtmis haar panneke warm.

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bronnen:

    Heiligen en tradities in Vlaanderen. 2018. Davidsfonds.

    Internet

    Leca, Kerknet Gezinspastoraal


      



    >> Reageer (0)
    23-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nationale Basiliek van het Heilig Hart

    Nationale Basiliek van het Heilig Hart

    (beter gekend als de Basiliek van Koekelberg)

    Basiliekvoorplein 1, 1083 Brussel

    Bouwgeschiedenis

    In 1880 wou Koning Leopold II op de hoogte van Koekelberg een pantheon laten bouwen, maar hij ondervond hiervoor weinig steun. In de buurt verwijzen de Pantheon- en Landsroemlaan hiernaar. Ter gelegenheid van 75 jaar België greep in 1905 de eerste-steenlegging van een nationaal heiligdom plaats, naar het voorbeeld van de Parijse Sacré-Coeur. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog waren alleen de funderingen voor het neo-gotische gebouw gerealiseerd. Na de oorlog werd het project om financiële redenen volledig herzien. Een nieuw ontwerp in art deco (1925) van architect Albert Van huffel werd aanvaard en in 1929 werden de bouwwerken heropgestart. Na het overlijden van Van huffel (1935), nam ir. Paul Rome zijn taak over. Ook de tweede wereldoorlog bracht vertraging mee. In 1951 werd het reeds afgewerkte gedeelte van de kerk ingewijd en haar de titel van 'basilica minor' verleend. Het duurde nog tot 1970 eer de basiliek, na het plaatsen van de grote koepel, volledig was afgewerkt.

    Gebruikt materiaal

    De basiliek, 164 m lang, 108 m breed en 93 m hoog, behoort tot de grootste kerken ter wereld. Het buitenzicht wordt bepaald door Hollandse baksteen en witte steen uit Bourgondië. Daken en koepels zijn bekleed met koper uit Kongo. Binnenin zorgen verschillende soorten marmer samen met de okergele terracottabekleding voor een warm gevoel.

    Interieur

    Het Sacramentskoor (aan de westzijde) wordt gebruikt door de parochie. Op het Sacramentsaltaar zien wij het Heilig-Hartbeeld van Georges Minne en het reliekschrijn van de H. Albertus van Leuven. De zijkapellen zijn toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en Sint Jozef, patroonheilige van België. Het hoogkoor bevindt zich op de kruising. De Sint-Jorisbidkapel is de middenste kranskapel van de noorderdwarsbeuk. Ontdek de talrijke glasramen geschonken door katholieke organisaties, congregaties en particulieren. Enkele behandelde onderwerpen: ordestichters, verering van het Heilig Hart door heiligen, de zaligsprekingen. Het grootste glasraam Het Laatste Oordeel en de Verheerlijking van het Lam bevindt zich op de galerij, boven het hoofdportaal aan de oostzijde.


    In de ondergrondse ruimte bevinden zich vergaderzalen, een toneelzaal en een restaurant.

    Vanop de buitengalerij onderaan de koepel, op een hoogte van 52,8 m, kan je genieten van een prachtig panorama op Brussel en omgeving (€ 5). Met het toegangsbewijs van het panorama, kan je ook gratis de twee in de basiliek ondergebrachte musea bezoeken (beperkte openingstijden of op afspraak) : Museum van Moderne Religieuze Kunst van het Bisdom Brugge met 250 kunstwerken, o.m. van Albert Servaes, Constant Permeke, Gustave van de Woestyne en Joan Miró. Museum Zwartzusters Brussel met kunst- en religieuze voorwerpen uit het voormalige klooster : schilderijen, beelden, kant, vaatwerk en meubilair.

    In de basiliek is ook de vrije katholieke zender Radio Spes gevestigd. Te beluisteren 24 uur op 24 in Brussel op FM 105.0 of wereldwijd via www.radiospes.com.

    Info over vieringen, evenementen, rondleidingen en openingsuren van de musea : www.basilicakoekelberg.be.


    >> Reageer (0)
    10-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parochies in Brussel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het ontstaan van Brussel op de helling - deel 1

    Wandeling op 25 april 2009

     

    Afbeelding: Afbraak van de Sint-Gorikskerk in 1799. Ill. anoniem.  Stedelijk museum Brussel



    De uiteenzetting beschouwt het onderwerp tussen de 11e en de 15e eeuw.  Het gaat over

    het ontstaan van de parochies in het centrum van de stad in relatie met het ontstaan van

    Brussel. Over het onderwerp wordt al sinds 100 jaar "geruziet". B. zal de

    verschillende standpunten aanhalen en zijn eigen visie erover geven.

     

    Hoofdrolspelers zijn 7 kerken: Sint-Jan-de-Doper van Molenbeek, de Kapellekerk, Sint-

    Katelijne, Sint-Gorik, Sint-Niklaas, Sint-Michiel-en Sint-Goedele, Sint-Jakob.

    De Begijnhofkerk is geen parochiale kerk en heet Sint-Jan-de-Doper zoals de kerk van

    Molenbeek waarvan ze afhangt. De kerk van Molenbeek heeft trouwens een ambigue rol

    in de parochiegeschiedenis.

     

    Parochiale geschiedenis is geschreven door Placide Lefevre (oud-archivaris van Sint-

    Goedele, Despy, Bonenfant, Guillaume Demarez, jonge vorsers van de ULB en BVNH.

    De stelling van Placide Lefevre zou zijn dat er in Brussel één voorname moederkerk zou

    zijn geweest, waarvan latere parochies zijn afgesplitst. Dat is ook wat het Sint-

    Goedelekapittel vanaf de 12e eeuw wil laten verstaan. Dat kan opgemaakt worden uit het

    oprichtingsdocument van het Sint-Goedelekapittel uit 1047, dat een vervalsing uit latere

    tijd blijkt te zijn.

     

    Oprichtingsaktes van de Kapellekerk dateert van 1210, van Sint-Gorik van 1540, Sint-

    jacob 17e eeuw, Sint-Katelijne 15e eeuw, Sint-Niklaas 17e eeuw.  Demarez zoekt de oorsprong eerst bij Anderlecht, daarna Molenbeek.  Despy heeft een voorkeur voor Ukkel.

    Verbesselt gaat van de these van Lefevre naar die van Despy.

     

    In de 12e eeuw zijn er reeds meerdere parochies want in een document (?) wordt reeds

    verwezen naar parochiegrenzen. In de 13e eeuw zijn "Huisarmen" of "Tafels van

    Barmhartigheid (bramhartigheid -grapje) of van de Heilige Geest" expliciet verbonden

    aan parochies. Giften van rijkere burgers worden via die instellingen uitgedeeld aan de

    armen vanuit de kerk.

     

    Sint-Goedele is daadwerkelijk de moederkerk van Brussel vanaf de 15e eeuw. Er wordt

    geen onderscheid gemaakt tussen kerken of kapellen, het zijn alle "ekkleisia"'s.

     

    Wat is een parochiekerk?

    Het is een kerk die essentiële kerkelijke sacramenten mag uitvoeren, doop, huwelijk en

    begrafenis.  Een parochiekerk heeft bijgevolg altijd een kerkhof.  De kerk houdt de

    cijnsregisters bij zowel van armen als hertogen. De stad is onderverdeeld in zones, in de

    14e eeuw zijn dat de parochies. Die zones komen ook voor in de hertogelijke

    documenten. Bedienaars zijn de prebaan, parochianen, terwijl de kerkmeester behoort

    tot de kerkfabriek.

     

    Is Sint-Gorik de wieg van Brussel? Met als datum 977? Tijdens de 19e eeuw zijn er

    opgravingen geweest op het Sint-Gorikseiland.. Slechts resten van de 16e-eeuwse kerk

    zijn gevonden. Van de kerk ervoor bestaan maar 2 kleine schetsen. Er is de legende

    over het bestaan van een castrum en de kerk waarin de relieken van Sint-Goedele in

    985 door Karel van Frankrijk zijn ondergebracht, om in 1047 overgebracht te worden

    naar de Sint-Michiel. De benedenstad zou verdedigd zijn geweest door een wal die tot de Sint-Niklaaskerk (Serhuyghskintssteen) zou gelopen hebben. Die gegevens komen uit de Vita van Sint-Goedele, die 2 à 300 jaar na de feiten is geschreven.

     

    De parochie van Sint-Gorik is gesticht in de 16e eeuw omdat wegens wateroverlast de

    gelovigen niet ter kerke konden in de Sint-Michiel-en-Sint-Goedelekapittelkerk.

     

    Volgens B. is een belangrijk gegeven in de interpretatie van gegevens over parochies

    is de drooglegging in de 12e eeuw.  Tijdens die eeuw zijn in de hele streek lage zones

    afgewaterd, waarom zou dat fenomeen zich niet in dezelfde tijd in het Brussels broek

    hebben voorgedaan? In de streek zijn er in de 12e eeuw veel nieuwgestichte dorpen.

     

    Zowel Sint-Gorik als Sint-Niklaas zijn rond het midden van de 12e eeuw gebouwd. In die

    tijd zijn de Zenne-armen rechtgetrokken, zijn molens gebouwd, komt er een portus.

    (Wordt vervolgd)


    http://dev.ulb.ac.be/philo/urhm/EtudesMed/biblio.php?image=etudes.jpg&zone=EtudesMed


    Placide LEFEVRE , Philippe GODDING et Françoise GODDING-GANSHOF , éds, Chartes du chapitre de Sainte-Gudule de Bruxelles, 1047- 1300. Louvain-la-Neuve, College Érasme et Bruxelles, Nauwelaerts, 1993 (Université de Louvain). Recueil de travaux d’Histoire et de Philologie, 6ème s., fasc. 45).

     

    Georges DESPY,  "Un dossier mystérieux : les origines de Bruxelles", dans Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences Morales et Politiques (de l') Académie Royale de Belgique, 1997, p. 241 -303.

     

    Placide LEFEVRE, L'organisation ecclésiastique de la ville de Bruxelles au Moyen Age. Louvain, 1942 (Université de Louvain. Recueil de travaux d’Histoire et de Philologie, 3ème s., fasc. 11)., surtout p. 13- 34.


    Deze tekst is samengesteld door Mw. M.-C. Van Grunderbeek (musea stad Brussel - Broodhuis) en baseert zich op een doctoraatswerk over de geschiedenis van de parochies in Brussel.  Zij gaat uit van een wandeling die door de doctorant geleid werd op 25 april 2009.
    Marie-Claude.VanGrunderbeek@brucity.be





    >> Reageer (0)
    08-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parochies in Brussel 2

    Het ontstaan van Brussel op de helling - deel 2

    Wandeling van Sint-Gorik via Borgwal, over Anspachlaan, via Steenstraat, Zuidstraat tot

    de Sint-Niklaaskerk. Sint-Katelijne en Kapellekerk worden links gelaten want te ver.

     

    Sint-Niklaas was een parochiale kerk. Als patroonheilige van handelaars en schippers wordt, Sint-Niklaas geassocieerd met de haven, annex handelsnederzetting, annex oude kerk van Sint-Gorik. De Steenstraat die we doorliepen was één van de parochiegrenzen tussen Sint-Gorik- en Sint-Niklaasparochies (tegen argumenten Lefevre). Dat zien we op de kaart van Brusselse parochies van Philippe Godding. Sint-Niklaas is, net als Sint-Gorik gelegen in de beemden of drassige gronden van Brussel, die pas in de 12e eeuw bewoonbaar werden gemaakt. Er is sprake van een "portus" zonder juiste bepaling van wat het is of waar het lag.

    Er was een Romaanse donjontoren, ongeveer 50 m hoog, die verbonden was met de kerk (raakte de kerk niet). Die toren zou er volgens de legende vóór de kerk gestaan hebben.  Zeker is dat de Sint-Niklaaskerk dateert van de 12e eeuw (afwaterings- en kanaliseringsoperatie). Er is een donjon, zoals Sint-Goedele een "westbouw" heeft.

     

    ---

     

    Wandeling terug langs de Steenstraat terug om via de Violetstraat op het Sint-Jansplein

    te geraken.

     

    Op de kaart van Philippe Godding, die René Laurent gebruikt, staan de parochies uit de

    15e eeuw aangetekend. Sommige van die parochies gaan wel over de omwallingen.

    Vaststellingen zijn dat er grote en kleine parochies zijn en dat ze zeer onregelmatig zijn.

    Het Sint-Jansplein is een knooppunt van de parochies St.-Goedele, St.-Gorik, St.-Niklaas.

    Sint-Goedele is de enige parochie die volledig binnen de eerste omwalling is gelegen.

    Registers vermelden gegevens van de verschillende parochies en .'omtrent het Sint-

    Jansgasthuis. Deze plaats is de grens tussen de droge helling en het drassige gebied

    van de Zenne. Logisch zou zijn dat Sint-Goedele, Sint-Jakob en Kapellekerk de oudste

    parochies zouden zijn, in het droge gedeelte, terwijl Sint-Gorik, Sint-Niklaas en Sint-

    Katelijne in het overstromingsgebied pas later ingesteld worden. De Sint-Jansgasthuiskerk uit de 13e eeuw is in Romaanse stijl.

     

    Woeste gronden zijn van de heer. De graaf (Boudewijn), later de hertog (Hendrik), zal in

    de 12e eeuw het natte land in concessie geven tot drooglegging, kanalisering en bouw van watermolens.

     

    ---

    Wandeling van het Sint-Jansplein via de Duquesnoystraat, Steenweg, Grasmarkt, Bergstraat naar het Sint-Goedelevoorplein.

     

    Sint-Goedelekerk is voor Placide Lefevre de enige hoofdkerk, moederkerk en tevens oudste kapel, bij een Merovingische nederzetting. Na de brand is begonnen aan de Romaanse kerk, begin 13e eeuw, ongeveer dezelfde tijd als de Ceure werd toegekend.

    Volgens Lefevre zou pas na de middeleeuwen de andere parochies afgesplitst zijn.

    Volgens een document van 1047, dat een vervalsing uit de 2e helft van de 12e eeuw zou

    zijn, gebeurde dan van alles: stichting van het Sint-Goedelekapittel en de bouw van de

    stenen kerk.

    Onbetwist echt is het document van 1073 dat bevestigt in een compromis tussen Kamerijk en Sint-Goedele, dat er in de 11e eeuw een kapittel van kanunniken werd ingesteld (seculiere organisatie, de kanunniken woonden zelfstandig waar ze het wilden). Dertig jaar later, en nog eens 15 jaar later vinden we in teksten de vermelding en bevestiging van dat compromis om rechten te bevestigen of te geven, en dat er bouwwerken worden gedaan, o.a. de westbouw. (heb ik dat allemaal wel goed begrepen?)

    De archeologie vindt een crypte en gebouwen uit het midden van de 11e eeuw.

     

    In de 2e helft van de 12e eeuw vinden we teksten:

    1. een vervalsing op zoek naar legitimatie zogezegd uit 1047;
    2. uit 1074 een akte van de bisschop van Kamerijk die de rechten van Sint-Michiel-en-Sint-Goedele bevestigd als officiële hoofdkerk;
    3. bevestiging door de hertog (document?) door hertog Godfried dat de parochies belasting te betalen hebben aan de hoofdkerk;
    4. er wordt een vita Sancti Gudulae opgesteld, een nazaat van Karel de Grote. De relieken worden naar een waardige plaats (Sint-Michielskerk) overgeheveld, want de relieken van Sint-Goedele zijn in Sint-Gorik zomaar tentoongesteld, wat niet mag, en de hertog heeft ze zelfs mogen aanraken. Ze worden er verwaarloosd (negligenter)
    5. Waarom is Sint-Gorik ineens niet goed genoeg meer? In die 12e eeuw wordt de
    6. benedenstad aangelegd (haven, kanalisering, molens, handel), boomt die wijk en wordt een oord van verderf in contrast met de integritei van de bovenstad waar ook handel en ambachten zijn, en zelfs markten met een naam (veemarkt, houtmarkt, paardenmarkt, ...

     

    De Kapellekerk is officieel ingesteld in 1210 met bevestiging van een reeds bestaande situatie. Het zou kunnen dat de graven van Leuven hun machtsbasis op de Koudenberg, met Sint-Jacob, wensten uit te breiden naar het noorden met Sint-Michiel en naar het zuiden met de Kapellekerk. De graaf schenkt prebenden aan Sint-Goedele met kanunniken. In de Kapellekerk komt een reguliere gemeenschap. Dit initiatief loopt parallel met de initiatieven in de benedenstad, ook om de machtsbasis te verstevigen.t-

    Katelijne in he overstromingsgebied pas later ingesteld worden. De Sint-Jansgasthuiskerk uit de 13e eeuw is in Romaanse stijl.

     

    Woeste gronden zijn van de heer. De graaf (Boudewijn), later de hertog (Hendrik), zal in de 12e eeuw het natte land in concessie geven tot drooglegging, kanalisering en bouw van watermolens.

     

    de Kapellekerk komt een reguliere gemeenschap. Dit initiatief loopt parallel met de initiatieven in de benedenstad, ook om de machtsbasis te verstevigen.


    Deze tekst is samengesteld door Mw. M.-C. Van Grunderbeek (musea stad Brussel - Broodhuis) en baseert zich op een doctoraatswerk over de geschiedenis van de parochies in Brussel.  Zij gaat uit van een wandeling die door de doctorant geleid werd op 25 april 2009.
    Marie-Claude.VanGrunderbeek@brucity.be


    >> Reageer (0)
    07-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parochies in Brussel 3

     

    Het ontstaan van Brussel op de helling - deel 3

    Wandeling op 25 april 2009



    Wandeling van Sint-Goedele via de Parochiaanstraat, Kantersteen, Stuiverstraat, Ter Arkenstraat (Jodentrap) naar het Koningsplein tot aan Sint-Jakob. De omweg langs Ter Arken is bedoeld om de middeleeuwse realiteit aan de lijve te ondervinden.

     

    Voor Bram is dit de belangrijkste halte. Op dit kleine plateau stond een Sint-Jakobskerk, met toegang langs de huidige Naamsestraat. Nu is het een 18e eeuwse kerk in functie van het gelijktijdige Koningsplein. Na de brand van het paleis van de hertogen van Brabant is aan de stad gevraagd hun afval te komen afzetten om een groter plein te kunnen aanleggen.


    De Koudenberg is een militair en politiek strategische hoogte (summum), buiten het overstromingsgebied, met uitzicht op de Zenne- en Maalbeekvallei.

    Bij een morfologische studie van de eerste omwalling blijkt dat het kasteel + kerk + ovaal plein overeenkomt met de structuur van een typisch “Driesdorp” met 3-hoekig gemeenschapsplein waar vee mocht grazen, hout werd gesprokkeld en volk kon ontmoeten of verzamelen. Er is weinig informatie over de Sint-Jakobskerk. Vanaf de 12e eeuw is er een kerk, een priester en een connectie met het kasteel. Volgens Bram zou het wel eens de oudste kerk kunnen zijn. In de ouste registers over cijnzen wordt Sint-Jakobs steeds vermeld als libertas Bruxellae, wat dan het oudste rechtsgebied, de oudste vrijheid van Brussel zou zijn.


    In de 2e helft van de 12e eeuw wordt Sint-Michiel-en-Sint-Goedele de hoofdkerk. Waarom claimt Sint-Jakob, met gasthuis, dat statuut dan niet? Sint-Jakob wordt dan weggeschonken aan de Ridders van Malta. Over wat er verder gebeurt met het goed is er geen spoor in de archieven van desbetreffende orde. 20 jaar later wordt de gemeenschap omgevormd tot een regulier klooster met de regel van Augustinus (Jan van Ruusbroek zal ook overgaan tot die regel, na deel te hebben uitgemaakt van het seculiere college van kanunniken van Sint-Goedele).

     

    Wanneer we vergelijken met wat in andere steden gebeurt, kunnen we veronderstellen dat Sint-Goedele de tegenstanders heeft willen uitschakelen, door Sint-Gorik voor te stellen als temidden een oord van verderlf, terwijl Sint-Jakob een gesloten klooster wordt, zonder enig verband met de stad. Dat Sint-Jakob wellicht de oudste kerk was lezen we in een kroniek uit de 16e eeuw uit ’s Hertogenbos van Peter van Oss. Daarin staat dat Lodewijk de Vrome (zoon van Karel de Grote) in de 9e eeuw een Sint-Jakobsklooster in Brussel heeft gesticht.

     

    Wat betekent de toponiem Koudenberg? Koud kan betekenen “onbewoond” of koud (vanwege de winden?)

    Deze tekst is samengesteld door Mw. M.-C. Van Grunderbeek (musea stad Brussel - Broodhuis) en baseert zich op een doctoraatswerk over de geschiedenis van de parochies in Brussel.  Zij gaat uit van een wandeling die door de doctorant geleid werd op 25 april 2009.
    Marie-Claude.VanGrunderbeek@brucity.be


    >> Reageer (0)
    14-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slechtvalken in onze Kathedraal

    Slechtvalkennest in één van de torens van onze kathedraal

                                               

    Het is al enkele jaren de gewoonte geworden: een koppel slechtvalken nestelt opnieuw in één van de torens van onze Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal.  Ook dit jaar zijn er eitjes gelegd en worden ze uitgebroed.

                                        

    Zoals de vorige jaren is het via televisieschermen die in het “Valken Observatiepunt” beneden aan de kathedraal geïnstalleerd zijn, mogelijk het mooie schouwspel live mee te maken.  De hele broedperiode, het opvoeden en de eerste vlucht kunnen op de voet gevolgd worden.

    De slechtvalk (Falco peregrinus) behoort tot de grootste valken.  Deze roofvogel staat bekend als de snelst duikende vogel ter wereld.  Hij voedt zich met vogels, duiven en eenden.

    De slechtvalk was in de jaren 50 haast verdwenen.  Dankzij een gericht beleid van bescherming kwamen de slechtvalken opnieuw in Vlaanderen overwinteren.  Ze gebruiken de hoge gebouwen, die zij als rotskliffen beschouwen, om er te broeden.

    Het Valken Observatiepunt is open van dinsdag tot vrijdag van 9.00u tot 17.00u en op zon- en feestdagen van 11.00u tot 17.00h, en dit tot eind mei.

    Bronnen:
    http://www.natuurwetenschappen.be/active/sciencenews/falcon2008
    http://www.sciencesnaturelles.be/cb/fauconvalken/index.htm
    Foto's: internet
    Tekst: JPVB

    >> Reageer (0)
    14-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Symboliek rond Pasen

    Symboliek rond Pasen

    Zoals voor andere feesten is Pasen een feest vol symboliek.  Het ei, de paashaas en het paasvuur behoren tot de symbolen van het grootste kerkelijk feest van het jaar.

    Het ei                          

    is symbool voor de opstanding, dus voor Pasen.

    Vandaag nog  op Paaszaterdag of op Paaszondag verstoppen ouders eieren die hun kinderen iets later mogen zoeken.

    Het verstoppen van eieren gaat terug tot een oude gewoonte: eieren werden in akkers begraven om ze vruchtbaar te maken.

    Met Pasen worden eieren ook geschilderd.  Dit is een eeuwenoude traditie.  Men kleurde de eieren in de kleuren van het altaar en liet ze in de kerk wijden.  De heldere kleuren stonden voor het zonlicht en de lente.



                                De Paashaas

    Is symbool voor de vruchtbaarheid , vanwege de voortplantingsdrang van de haas.

    Het verhaal doet tevens de ronde dat de haas eigenlijk een vogel was die zich misdragen had.  Voor zijn straf werd hij in een haas veranderd en mocht hij alleen met Pasen eieren leggen die hij moest verbergen.

    Het Paasvuur                

    Vuur is symbool voor reiniging en vruchtbaarheid.

    Vroeger werden op hoogten vuren aangestoken om de winter te verjagen.  Het Paasvuur heeft dus een heidense herkomst.

    We wensen u een zalig Paasfeest


    Afbeeldingen Internet
    JPVB


    >> Reageer (0)
    09-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kardinalen uit onze streken

    Kardinalen uit onze streken ...

    (met de duur van hun kardinaalschap)


    1192-1192

    Heilige Albertus van Leuven, prins-bisschop van Luik

    1195-1196

    Simon van Limburg, prins-bisschop van Luik

    1517-1521

    Willem van Croÿ, bisschop van Kamerijk, aartsbisschop van Toledo, abt van Affligem

    1517-1522

     

    Adriaan Floriszoon Boeyens, bisschop van Tortosa, regent van Spanje onder Karel V, paus van 1522 tot 1523 als Adrianus VI

    1520-1538

     

    Everhard van der Mark, prins-bisschop van Luik, bisschop van Chartres, aartsbisschop van Valencia

    1523-1534

    Willem van Enckevoirt, bisschop van Tortosa, bisschop van Utrecht

    1561-1586

     

    Antoine Perrenot de Granvelle, aartsbisschop van Mechelen, aartsbisschop van Besançon

    1577-1598

     

    Albrecht van Oostenrijk, aartsbisschop van Toledo, landvoogd der Zuidelijke Nederlanden (1596-1621)

    1578-1580

    Gerard van Groesbeek, prins-bisschop van Luik

    1619-1641

     

    Ferdinand van Oostenrijk, aartsbisschop van Toledo, landvoogd der Zuidelijke Nederlanden (1634-1641)

    1719-1759

    Thomas d'Alsace-Boussut de Chimay, aartsbisschop van Mechelen

    1746-1763

    Johann Theodor von Bayern, prins-bisschop van Luik

    1778-1804

    Johann Heinrich von Frankenberg, aartsbisschop van Mechelen

    1838-1867

    Engelbert Sterckx, aartsbisschop van Mechelen

    1875-1883

    Victor-Auguste Dechamps, aartsbisschop van Mechelen

    1889-1906

    Pierre-Lambert Goossens, aartsbisschop van Mechelen

    1907-1926

    Désiré-Joseph Mercier, aartsbisschop van Mechelen

    1927-1961

    Jozef Ernest Van Roey, aartsbisschop van Mechelen

    1962-1996

    Leo Jozef Suenens, aartsbisschop van Mechelen-Brussel

    1965-1967

    Jozef Cardijn, stichter KAJ (a)

    1967-1988

    Maximilien de Furstenberg, prefect Congregatie voor de Oosterse Kerken (a)

    1983-2019

    Godfried Danneels, aartsbisschop van Mechelen-Brussel

    1985-1996

    Jean Jérôme Hamer, prefect Congregatie voor de Clerus (a)

    1994-2005

    Jan Schotte, secretaris Bisschoppensynode (a)

    2003-2004
    2006-........

    Gustaaf Joos, kanunnik Sint-Baafskapittel (a)
    Albert Vanhoye, ere-secretaris Pauselijke Bijbelcommissie

    2012-2013

    Julien Ries, theoloog en antropoloog, prof. em. UCL (a)

    2016-........

    Jozef De Kesel, aartsbisschop van Mechelen-Brussel (a)


    (a) titelvoerend aartsbisschop / (°) uit Frans-Vlaanderen, priester gewijd in Edingen, geen bisschop.

    MG (maart 2019)


    MG (maart 2016)




    MG (maart 2016)




    MG (maart 2016)


    >> Reageer (0)
    02-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerststal St Niklaaskerk

    Kerststal in de Sint-Niklaaskerk

     

    De kerststal De geboorte van Christus in Brussel is teruggekeerd naar de Brusselse Sint-Niklaaskerk, waar hij permanent tentoongesteld wordt. Marionettenspeler Christian Ferauge heeft deze kerststal in 1993 voor deze kerk gecreëerd, waarbij hij het kerstgebeuren in Brussel aan de oever van de Zenne situeert. Een indrukwekkend tafereel qua afmetingen (6 m breed, 4,5 m hoog en 2,5 m diep) en levendigheid. Men herkent links de Sint-Niklaaskerk met zijn voormalige Belforttoren en de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal. Rechts is de toren van het Stadhuis te zien. De ruim 50 personages komen recht uit schilderijen van Pieter Brueghel de Oude. Zo herkennen wij onder meer de blinden, de bakkers, de schoorsteenvegers en de draailierspelers.







    Tijdens de restauratiewerken aan de Sint-Niklaaskerk kreeg de Brusselse kerststal een onderkomen in het Krippanamuseum (Ars Krippana) in Büllingen. Hier op de grens met Duitsland vind je de grootste verzameling kerstkribben van Europa. Een bezoek aan dit museum is zeker de moeite waard.


    Tekst en foto : MG



    >> Reageer (0)
    25-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het glasraam De Barmhartige Samaritaan in de Brusselse kathedraal

    Het glasraam De Barmhartige Samaritaan in de Brusselse kathedraal

    Dit glasraam in 1879 gerealiseerd door Jean-Baptiste Capronnier, is geschonken door Isabelle de Clermont-

    Tonnerre. Het bevindt zich in de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal te Brussel, aan de westzijde van de

    zuiderdwarsbeuk. Op onderstaande foto is alleen het middengedeelte ervan weergegeven. Hierna volgt een

    beschrijving van het volledige glasraam.

    Bovenaan zien we de familiewapens. Links de wapens met drie heraldische eendjes van de familie d’Ursel.

    Rechts de wapens van de Franse familie Clermont-Tonnerre. Als dank voor bewezen militaire steun had paus

    Calixtus II aan hen toelating verleend pauselijke elementen in hun schild op te nemen : de gekruiste sleutels

    van Petrus en een tiara als bekroning.




    In het kort de parabel van de Barmhartige Samaritaan

    Een man werd onderweg naar Jericho mishandeld en beroofd. De overvalers lieten hem voor dood achter.

    Een priester en een tempeldienaar deden of zij niets gezien hadden. Een Samaritaan - nochtans geen vriend

    van de Joden - gaf de gewonde man te drinken, verzorgde hem en bracht hem met zijn paard naar een veilige

    plaats om te bekomen. Barmhartig is hij die zorg draagt voor zijn naaste.


    Latijnse tekst onderaan (+ vertaling)


    IN MEMORIAM CAROLI MARIÆ HENRICI E DVCIBVS AB VRSEL

    QVI MILITIBVS VVLNERATIS INSERVIENS MORBO CORREPTVS

    OBIIT V IDVS SEPTEMBRIS ANNI MDCCCLXXV

    EJVSQVE AMITÆ CAROLINÆ COMITISSÆ AB URSEL NONIS DECEMBRIS

    ANNI MDCCCLXVIII DEFVNCTA

    FIDA IN CHRISTO CONJVX ISABELLA A CLERMONT TONNERRE

    ANNO MDCCCLXXIX POSVIT SVPERSTITI FILLÆ CAROLINÆ FAVEAT DEVS

    Ter nagedachtenis van Charles Marie Henri uit de hertogelijke familie van Ursel,

    bij het verzorgen van gewonde soldaten ziek geworden, overleden op 9 september 1875,

    en van zijn tante Caroline gravin van Ursel, overleden op 5 december 1868.

    Zijn echtgenote Isabelle de Clermont-Tonnerre, betrouwend op Christus,

    liet dit in 1879 plaatsen. Dat God hun nog levende dochter Caroline behoede.

    Aanvullende gegevens over schenkster en familie

    Charles Marie Henri d’Ursel (Brussel, 12.12.1839 - Funchal (M), 9.9.1875) (1) (2)

    Zijn echtgenote : Isabelle Charlotte Sophie Isabelle Léontine de Clermont-Tonnerre

    (Glisolles (F), 6.3.1849 - Sceaux (F), 3.7.1921)

    Zijn dochter : Caroline Chantal Léonie Marie Noël d’Ursel

    (Brussel, 25.12.1874 - Virieu (F), 6.12.1933)

    Zijn tante : Marie Augustine Caroline d’Ursel (Hingene, 21.6.1807 - Brussel, 5.12.1868)

    (1) getrouwd op 9.9.1873 in Parijs

    (2) uitvaart in de Sint-Michiel-en-Goedelekerk te Brussel op 28.9.1875

    (F) Frankrijk

    (M) Madeira (Portugal)

    Tekst en foto : MG



    >> Reageer (0)
    10-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Belgische kerkprovincie

    De Belgische kerkprovincie: indeling en hiërarchie (1)



    BISDOM EN KATHEDRAAL                                   Het bisdom omvat ...                     BISSCHOP

    Aartsbisdom Mechelen-Brussel (2)                          acht gemeenten                            Kardinaal Jozef de Kesel, aartsbisschop (4)

    (sinds 1559)                                                                 uit prov. Antwerpen (3)                Leon Lemmens, hulpbisschop

    Sint-Romboutskathedraal                                            Vlaams-Brabant                            Vlaams-Brabant en Mechelen

    Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal                             Brussels gewest                            Jean Kockerols, hulpbisschop Brussel

                                                                                          Waals-Brabant                              Jean-Luc Hudsyn, hulpbisschop Waals-Brabant


    Bisdom Brugge                                                              West-Vlaanderen                         Lode Aerts

    (1559-1801, heropgericht in 1834)

    Sint-Salvatorkathedraal


    Bisdom Gent (sinds 1559)                                               Oost-Vlaanderen                            Luc Van Looy

    Sint-Baafskathedraal                                                        plus gemeente Zwijndrecht


    Bisdom Antwerpen                                                            prov. Antwerpen                             Johan Bonny

    (1559-1801, heropgericht in 1962)                                    min acht gemeenten (3)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal                                          min gemeente Zwijndrecht


    Bisdom Hasselt (sinds 1967)                                               Limburg                                           Patrick Hoogmartens

    Sint-Quintinuskathedraal


    Bisdom Doornik                                                                    Henegouwen                                    Guy Harpigny

    (6de eeuw, heropgericht in 1146)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal


    Bisdom Namen (sinds 1559)                                                   prov. Namen                                    Rémy Vancottem

    Sint-Albinuskathedraal                                                             prov. Luxemburg                             Pierre Warin, hulpbisschop


    Bisdom Luik (sinds de 8ste eeuw)                                             prov. Luik                                       Jean-Pierre Delville

    Sint-Pauluskathedraal


    (1) laatste aanpassing : oktober 2016

    (2) tot 1961 aartsbisdom Mechelen

    (3) Bonheiden, Bornem, Duffel, Mechelen, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver, Willebroek

    (4) voorzitter van de Belgische bisschoppenconferentie



    >> Reageer (0)
    01-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michel van Coxie

       MICHIEL van COXIE (ca. 1500-1592), DE GOEDE VAKMAN

    M. van Coxie  -  Het laatste avondmaal 


    De Mechelaar Michiel van Coxie, ook Coxcie geschreven, was één van de Vlaamse schilders in dienst van de Spaanse koningen. Zijn leertijd in het atelier van RAFAËL had hem geromaniseerd. Daarom wordt hij soms de 'Vlaamse Rafaël' genoemd. Grote bewondering voor zijn leermeester blijkt o.m. uit de naam van één van zijn zonen: schilder Rafaël Coxie (1540-1616). Alhoewel hij bijna alle contacten met de Vlaamse schilders had verloren, genoot hij toch de bescherming van Magaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije. Filips II benoemde hem tot hofschilder.


     

    Michiel van Coxie was een zeer goede schilder (origineel werk) maar hij had ook de hand van een zeer goede kopieerder. De lofbetuigingen gingen in de eerste plaats naar de oorspronkelijke werken. Kopieën werden gemaakt in opdracht van Filips II, zoals van De Kruisafneming van Rogier Van Der Weyden. Het origineel bevindt zich in het Prado te Madrid en de kopie in het Escorial. In 1939 baseerde Jozef Van de Veken zich op Coxies kopie van Het Lam Gods van Van Eyck om het gestolen paneel met de Rechtvaardige Rechters na te schilderen. Onderdelen van de kopie zijn nu verspreid over de musea van Brussel, München en Berlijn. "Kopiëren was een zeer ernstig werk", volgens hem en zo werd het ook door alle goede meesters beschouwd.

     

    De weergave van de juiste kleuren, zoals het bekoorlijk blauw dat hij niet kon vinden, vernam hij bij Titiaan. Het was een natuurlijk blauw uit Hongarije, waar het gemakkelijk te krijgen was.

    De weergave van de juiste kleuren, zoals het bekoorlijk blauw dat hij niet kon vinden, vernam hij bij Titiaan. Het was een natuurlijk blauw uit Hongarije, waar het gemakkelijk te krijgen was.

    Hij schilderde onder meer voor de collegiale Sint-Goedelekerk in 1585 de triptiek Het Leven van Onze Lieve Vrouw. Dit werk, besteld door Filips II voor het altaar van de boogschutters, bevindt zich thans in het Stadsmuseum van Brussel (Broodhuis).

     

    In de Kathedraal van Brussel bevinden zich drie schilderijen van Coxie. Tegen de westelijke muur van de zuiderkruisbeuk kunnen wij het gerestaureerde drieluik De Kruisiging bewonderen. In de schatkamer (Sacramentskapel) vinden wij twee triptieken : De Legende van Sint-Goedele en Het Laatste Avondmaal.

     

    Waar bevinden zich nog schilderijen van Coxie? Triptiek van de gilde van de Grote Voetboog, Triptiek met taferelen uit het leven van Christus en De doornenkroning (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel), Morillontriptiek en Hosdentriptiek (Stedelijk Museum, Leuven), De besnijdenis en De marteling van Sint-Joris (Sint-Romboutskathedraal, Mechelen), Het oordeel van Salomon (Schepenhuis, Mechelen), Sint Cecilia en De moord op Abel (Prado, Madrid), De Zondeval (Kunsthistorisches Museum, Wenen), De Annunciatie (Hermitage, Sint-Petersburg), enz.

     

    Fresco's met taferelen uit het leven van de Heilige Barbara in de Santa Maria dell'Anima zijn van zijn hand. In deze Romeinse barokkerk bevindt zich het graf van Adrianus VI, de enige paus uit de Nederlanden.

     

    Michiel van Coxie maakte ook kartons, ontwerptekeningen voor wandtapijten en glasramen. Hij werkte o.a. mee aan de voltooiing van de glasramen in de Sacramentskapel, waar Barend Van Orley mee begonnen was.

     

    Tekst MB  
    Foto's MG


         

                                               M. van Coxie - De Kruisiging  (foto  Michel Govaerts)

    Onmiskenbaar verwijst De Kruisiging van Michiel van Coxie naar het oeuvre van Rafaël door het rijke koloriet, de harmonische opbouw en de houding van de personages. Op het middenpaneel van de triptiek: Jezus tussen de twee moordenaars. Links de Heilige Maagd, Sint-Jan en de Heilige Vrouwen. Rechts de soldaten die dobbelen om het kleed van Jezus. De Kruisdraging en de Kruisafneming zien wij op de zijpanelen. Op de achterkant staan de Geseling, de Doornenkroning en de portretten van de opdrachtgevers, leden van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw.


    >> Reageer (0)
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met kardinaal Cardijn uit 1967

    Interview met kardinaal Cardijn uit 1967




    23 mei 1967. Als oud-leerlingen uit de retorica 1957 van het Klein Seminarie te Mechelen, werden wij door Jozef Cardijn zeer hartelijk ontvangen in zijn woning in de Paleizenstraat 90 te Schaarbeek. Het was helemaal geen paleis ; slechts enkele vertrekken op de gelijkvloerse verdieping van een groot herenhuis, de zogenaamde Kajotterscentrale. Boven de Brusselse binnenstad hingen nog de zwarte rookwolken van de zware brand daags voordien in de Innovation, waarbij 325 mensen omkwamen.

    Al na enkele minuten werden we overdonderd door een niet te stuiten woordenvloed. Hij sprak opvallend luid en stond regelmatig recht om zijn woorden kracht bij te zetten met zwierige armbewegingen. Het was alsof hij op de Heizel achter een micro een toespraak hield voor duizenden kajotters/kajotsters. Maar soms onderbrak hij zijn betoog, wreef met zijn handen over zijn lichaam en zuchtte : “Dat doet hier allemaal vreselijk pijn.” Zo’n twee maand later werd hij opgenomen in de Heilig-Hartkliniek in de Leuvense Naamsestraat, waar hij op 25 juli aan darmkanker overleed.

    Het werd een historisch interview, waarschijnlijk het laatste dat Cardijn had toegestaan, omdat hij erin getuigt over zijn jeugdjaren, waarover in andere bronnen maar weinig is te vinden.



    Men raadde hem af priester te worden. Hij werd kardinaal.

    De toen veertienjarige Jozef Cardijn uit Halle werd in 1897 als leerling-intern van de vierde Grieks-Latijnse in het Klein Seminarie te Mechelen aangenomen. Hoe en waarom kwam de jonge Hallenaar in Mechelen terecht ?

    “Dat heb ik in feite te danken aan de directeur van het Onze-Lieve-Vrouwcollege van Halle. Hij zag in mij een goed student en wist dat ik priester wilde worden. Maar ik was de oudste van veel kinderen en... mijn ouders waren niet rijk, om niet te zeggen arm. Mijn vader was bovendien ziek, en ik moest normaal werken gegaan zijn om voor de kost te zorgen. Mijn vader was koetsier en conciërge bij rijke mensen. Mijn vader is terug gaan werken om mij te kunnen laten verder studeren en zij het tegen verminderde prijs. In het Klein Seminarie was het zo dat de meeste leerlingen van bemiddelde families waren, hoewel daar niet werd over gesproken.”


    Reeds voor hij in het Klein Seminarie aankwam, was de jonge Cardijn bezeten door zijn levensideaal.

    “Het was mijn bedoeling priester te worden om de arme mensen te helpen. Dat heeft vader mij doen inzien. In mijn tijd was het zo dat de kinderen uit de arbeidersstand, eenmaal zij op tien jaar hun eerste communie hadden gedaan, naar de fabriek moesten gaan werken. Die jonge arbeiders, jongens en meisjes, in feite nog kinderen, werden in de fabriek zeer hard onthaald. Men bespotte ze en lachte ze uit. De ouderen trachtten op alle mogelijke manieren van hen misbruik te maken. Met die toestanden was mijn vader verschrikkelijk begaan. Toen kwam in mij de gedachte op om voor die arme jongens en meisjes iets te doen. Het was de tijd van de pauselijke encycliek Rerum Novarum (1891). Ik was toen negen jaar. Eindelijk had de paus gesproken ! Eindelijk ging de Kerk ook wat doen voor de arbeidersstand ! Priester Daens was een der eersten om de pauselijke leer in werkelijkheid om te zetten en mijn vader en ik, klein maar vinnig, gingen naar hem luisteren. Ik moest de woorden van de paus voorlezen aan mijn vader die lezen noch schrijven kon. Het moest veranderen ! Er moest eerbied komen voor de arme man ! Waarom mocht de arme man niet heilig worden, omdat hij niet altijd de tijd had om naar de mis en te communie te gaan ? Was dat alleen een voorrecht van de rijken, omdat zij wel de tijd hadden ? Ik vroeg mijn vader om priester te mogen worden. Met die gedachten kwam ik in het Klein Seminarie aan.”


    Maar idealisten en hervormers worden niet altijd gewaardeerd. Zo is het niet te verwonderen dat men ook hier de jonge bruisende Cardijn wantrouwde.

    “Toen ik in de retorica te kennen gaf dat ik priester wilde worden, werd ik bij de superior, kanunnik De Coster, ontboden : ‘... en gij zijt nogal zelfstandig, en waarom wilt gij absoluut priester worden. Anderzijds, gij zijt een goed student, er is wel ’n middel om de onkosten te dekken...’ Ik heb hem geantwoord dat ik priester, een gewone priester wilde worden. Daarmee uit ! Nadien werd ik in het Groot Seminarie door de president aangeduid om aan de Leuvense Universiteit Romaanse Letteren te gaan studeren. Ik naar kardinaal Mercier om te zeggen dat ik dat niet wenste te doen. ‘Gij moogt sociologie studeren’ antwoordde mij de kardinaal en de president natuurlijk kwaad ! Maar ik bekwam mijn wens.”

    Over de intermenselijke relaties in de school van die tijd weet Zijne Eminentie ook zijn woordje mee te praten. De priester-leraars waren heren, liefst met een zeer grote H. Torenhoog boven de leerlingen stonden zij verheven. Ex cathedra doceerden zij. Ongenaakbaar boven de massa. Zij zagen hun stof. En verder zagen zij niets. Van de persoonlijke en directe stuwkracht die van een goed leraar, tenminste op enkele leerlingen zou moeten uitgaan gaven de meesten in die tijd geen getuigenis. Veilig was het in ieder geval, en gemakkelijk ook. Toch waren er ook in die periode reeds andere leraars op het Sem.

    “Eén leraar herinner ik mij bijzonder goed. Professor Desmedt van de poësis. Hij was afkomstig uit Sint-Amands, de gemeente van Emile Verhaeren. Terwijl bij de anderen de leerstof stipt werd aangeleerd, zonder dat men u vroeg waarom dit of waarom dat of wat denkt u daarvan, ging hij vaak buiten de stof. Van hem kreeg ik boeken te lezen van Verhaeren, Victor Hugo enz. Als ik in plaats van mijn huiswerk te maken al eens een boek las, begreep hij dat. Nadien volgde daar een bespreking over. Zeer interessant ! Bij hem heb ik zeer veel geleerd.”


    “Ieder heeft zijn karakter. Ik kon het mijne niet verbergen.”

    De schooljeugd anno 1968 zou waarschijnlijk aardig opkijken als ze nog eens, al was het maar voor een paar dagen, zou moeten leven in de school anno 1898. In volgende getuigenis komt iets van de Brabantse keikoppigheid en de eigen persoonlijkheid van Cardijn tot uiting, zelfs reeds op jonge leeftijd.

    “Eenmaal per trimester mochten wij naar huis, 'sortie'. Dat was een affaire ! Oh la la ! En dan mocht je geen slechte noten gekregen hebben ! Ik ben wel enkele keren moeten blijven. Maar wij lachten daar toch mee. Wij namen dat niet erg op. Evenmin 'de signe'. In die tijd was het Frans de voertaal in de school. Als men toch eens Nederlands durfde praten mocht een leerling die 'signe' aan u doorgeven. Maar dat was allemaal niet zo erg. Wij waren, enkele Brusselaars buiten beschouwing gelaten, allen Vlaamsgezind. Het was de tijd van de Vlaamse studentenbeweging. En, hoewel het niet mocht, staken wij op de feestdag van de Heilige Lutgardis ons leeuwenspeldje op ! Dan zat het er tegen bij de overheid ! Maar ieder heeft zijn karakter, en ik kon het mijne niet verbergen. Ik ben steeds uitgekomen voor mijn mening. In 1906, toen Mercier aartsbisschop werd, kwam er verandering. Voordien onder kardinaal Goossens was het veel strenger geweest.

    Als ontspanning speelden wij op de speelplaats met een lederen kaatsballetje tegen de muur. In de vensters was een ijzeren zeef geplaatst. Aan toneel deden wij bijzonder veel. Ik geloof niet dat er één stuk gespeeld is waar ik geen rol in had. Soms zelfs twee. Bezoek kreeg ik niet. Vader is mij nooit komen bezoeken. In Halle was ik tevens secretaris van de studentenbeweging. Wij speelden vaak toneel om de opbrengst te besteden aan arme mensen, zo in het Pajottenland en omstreken. Eens ben ik, samen met Jules Van Nuffel, de latere directeur van het Lemmensinstituut, en met Jan Stas, later onderpastoor in Ukkel en deken in Halle en nog enkele anderen, per fiets tijdens de vakantie in Hoogstraten naar een opvoering van 'Athalie' gaan kijken.”

    Ook op latere leeftijd bleef Cardijn een man die zijn ideeën wist door te drijven en pseudo-bezwaren kon wegwimpelen. Bij de eerste Romereis van de K.A.J. in 1929 is kardinaal Van Roey meegegaan.


    De Romereis in 1929. Definitieve doorbraak van de K.A.J.

    “1929 : onze eerste Romereis. En de kardinaal ging mee ! Hij had schrik, grote schrik, om met die eenvoudige jongens en meisjes samen op reis te gaan met de trein. – ‘En ze gaan misschien brutaal zijn, en onbeleefd enz...’ zegde hij mij. – ‘Eminentie, antwoordde ik zelfzeker, ik verzeker u dat de trein properder zal zijn als we toekomen in Rome, dan wanneer wij er in Brussel mee vertrokken zijn !’ En inderdaad, reeds tijdens de reis kon de kardinaal zijn ogen niet geloven, toen hij zag hoe fijn en net die jongens en meisjes zich gedroegen ! Het was een overwinning voor ons ! De kardinaal steunde ons nadien zoveel hij kon. Wij werden ontvangen, ik een eenvoudige onderpastoor, door paus Pius XI. Eén uur lang ! Geweldig ! En bekommerd dat de paus was om ons, om de arbeiders. Hij zuchtte : ‘Wij moeten de arbeidersstand redden, en dat is goed en dat is goed en doe zo voort ...’. Hij is onze grote steun geweest.”

    Er staat nog zoveel op ons historisch geluidsbandje. Over Cardijns contacten met paus Johannes XXIII, de onvergetelijke paus die de encycliek Pacem in terris voor de ganse wereld heeft afgekondigd. Over zijn omgang met mensen van alle standen en alle rassen. Over het Daensisme en de christelijke sociale beweging. Over de wantoestanden tijdens de liberale 19de eeuw.

    Alleen nog deze boodschap van kardinaal Jozef Cardijn aan de mensen van nu.

    “Ik zegde het al, wij staan in een tijd van dialoog, zoals de paus dat zegt. Wij moeten omgaan met mensen die bv. niet naar de mis gaan, met boeddhisten en anderen. Met hen spreken, ongegeneerd. Uw mening hebben, er voor uitkomen en ernaar leven. Wij moeten beseffen dat wij een taak hebben in het leven. Hoe nederig deze ook zij. De paus zegde het vaak : ‘Ik kan geen werkman vervangen in de fabriek.’ De jonge mensen moeten wij trachten te doen inzien dat zij nodig zijn. Niemand kan uw plaats innemen ! Als ge dat aanneemt, dan zijt ge een echte christen. Zij die ’s zondags alleen maar eens naar de mis gaan, en al eens te communie, dat zijn geen christenen.”

    Wij beschouwen dit vraaggesprek als een weerspiegeling van zijn leven, dat getuigde van dienstbaarheid, openhartigheid en strijdvaardigheid.

     

    Interview en bindteksten : Michel Geerts. Foto en bandopname : Louis De Troij. Gepubliceerd in april 1968 in De Torenblazer, kwartaaltijdschrift van de oud-leerlingenbond van het Klein Seminarie Mechelen. Geluidsband overgebracht op cassette en cd-rom. De tekst en de geluidsband van dit interview werden door Marc Walckiers gebruikt voor zijn doctoraatsthesis aan de Université Catholique de Louvain in 1981, gepubliceerd onder de titel Joseph Cardyn jusqu’avant la fondation de la J.O.C.



    >> Reageer (0)
    26-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aanbidding van de herders
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE AANBIDDING VAN DE HERDERS

     

     

    Bijbel (Lc.2,8-20)

    8 In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. 9 Plotseling stond een engel van de Heer voor hen en zij werden omstraald door de glorie van de Heer, zodat zij door grote vrees werden bevangen.

    10 Maar de engel sprak tot hen: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. 11 Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. 12 En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.’

    13 Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: 14 ‘Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft.’

    15 Zodra de engelen weer van hen waren heengegaan naar de hemel, zeiden de herders tot elkaar: ‘Komt, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt.’ 16 Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag.

    17 Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. 18 Allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. 19 Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.

    20 De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was.

     

    Betekenis

    Gods Zoon is allereerst gekomen voor iedereen, in het bijzonder voor de kleinen. Hij wordt dan ook eerst herkend door kleine mensen: herdersknechten, marginalen; alleszins niet door schriftgeleerden.

     

    Feestdag

    (als onderdeel van het geboorteverhaal) 25 december

     

    Devotie

    ???.  Ofschoon de hoveniers een altaarstuk bezaten in de O.-L.-Vrouwekathedraal, door Frans Floris (1568) met op het middenpaneel dit tafereel, is er van een echt patronaat geen sprake. 

     

    Voorstellingswijze

    Geleidelijk aan nemen de herders een belangrijke plaats in op de kerstvoorstelling:

    1) (op de achtergrond) ‘s Nachts scheurt de hemel open en daarin verschijnen een of meerdere engelen aan enkele herders om hen het goede nieuws van Jezus’ geboorte te verkondigen. De herders die hun kudde bewaakten worden blij verrast.

    2) Ze begeven zich op weg, komen aan en kijken (over een omheining) toe.

    3) Ze staan in aanbidding bij het Kind. Deze laatste houding blijft de standaardvorm, zij het vaak als sluitstuk van een verhaal in combinatie met de voorafgaande handelingen.

     

    Herders

    - van alle leeftijden: oudere en jongere, ook herdersknapen; ook herderinnen

    1) de verkondiging (oudste traditie) (Lc.2,8-14): Op de achtergrond wordt een groep herders die haar kudde bewaakte, door een of meerdere engelen verrast: “plotseling... zodat zij door grote vrees werden bevangen” (d.i. dus niet ‘gewekt’). Van deze hemelse boodschappers krijgen zij het bericht dat hun Redder geboren is.

    In een volgende etappe:

    2) begeven ze zich op weg, soms in volle vaart, “Ze haastten zich er heen” (Lc.2,16a)


    en wijzen elkaar de kribbe aan: cfr. “zeiden... tot elkaar: ‘Komt, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat er gebeurd is...” (Lc.2,15bc),

    3) komen aan: “en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind” (Lc.2,16b)

    4) of zijn reeds in aanbidding bij het Kind: cfr. ibidem (Lc.2,16b)

    - verwarmen zich aan een vuurtje: omwille van de koude ‘s nachts: “die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten” (Lc.2,8); en/of verwijst naar de wintertijd (rond 25 december).

    - met hun schapen (cfr. Lc.2,8): “herders die in het open veld ... hun kudde bewaakten”.

    - herdersstaf

    - soms een hond: hulp bij het hoeden van schapen

    - dragen gaven met zich mee, en tonen deze bij aankomst, zoals hanen en schapen: echter niet ver-

      meld in het bijbelverhaal.

    - doedelzak, fluiten en andere muziekinstrumenten

     

    engelen

    - ver op de achtergrond (goed kijken!), in de hemel verschijnen engelen die de herders het goede nieuws komen brengen dat hun Redder geboren is (Lc.2,11-12).

    - begeleid door vele kleine zwevende engeltjes (“een hemelse heerschare”; Lc.2,13a)

    - begeleid door een schare zingende en musicerende engelen (“zij verheerlijkten God met de woorden: ...”; Lc.2,13b)

    - één of meerderen houden (samen) een banderol met de tekst van Lc.2,14 volgens de vulgaat-vertaling; hetzij meestal beperkt tot “Gloria in excelsis Deo” (Eer aan God in den hoge), hetzij soms geheel, met het vervolg: “et in terra pax hominibus bonae voluntatis” (en op aarde vrede onder de mensen van goede wil) (doch vanuit de meer getrouwe vertaling uit het Grieks: “aan de mensen die Hij lief heeft”).

    - veelkleurige kledij, zelfs hun vleugels zijn polychroom rood, groen en blauw

     

    Christuskind

    - kijkt naar de herders ter begroeting

    Maria

    - /

    Jozef

    - geeft uitleg over het hele gebeuren aan aandachtige herders.

    - óf (?) drukt zijn verwondering uit over wat de herders hem vertelden (Lc.2,17-18)

     

    locatie

    1) verkondiging: “in het open veld” (Lc.2,8), kampvuur, tent

    2) onderweg: een kronkelende weg die van de achtergrond leidt naar het de Geboortegrot op de voorgrond

    3) aankomst en 4) in aanbidding en 5) andere activiteiten: binnen de stal / grot, in een nabij gang of in een weiland

     

    voorwerpen: kruiken, manden...

     

    compositie

    Wanneer verschillende fasen tegelijkertijd afgebeeld staan als één verhaal, kijkt de toeschouwer vanuit het hoofdtafereel van de Aanbidding verder naar de achtergrond waar andere herders nog onderweg zijn en a.h.w. in flashback uiteindelijk naar de achtergrond waar de aankondiging van de engelen nog afgebeeld staat.

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
     Foto JPVB: Kerstmis in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. - Beeldengroep van May Claerhout. 


    >> Reageer (0)


    Ontdek Brussel met ons
    Gratis rondleiding in
    volgende kerken
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Foto

    ofwel
    kiest u voor een parcours
    met gratis begeleiding

    Hieronder voorbeelden
    'à la carte' is ook mogelijk
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Nuttige informatie
  • Programma-vooruitzichten
  • Activiteitenkalender
  • Spelregels
  • Op zoek naar info
  • Nuttige links

  • Blog als favoriet !

    Gastenboek


    Archief per week
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 31/01-06/02 2022
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 29/10-04/11 2018
  • 21/11-27/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 14/10-20/10 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 08/10-14/10 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 31/10-06/11 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs