Welkom in Brussel

Foto

Gratis rondleidingen in hartje Brussel
neem contact op met
Julie Gilson
Kerk & Toerisme Brussel

Postadres

Wildewoudstraat 15
1000 Brussel

Secretariaat

Sint-Goedeleplein 20

1000 Brussel
tel fax 02.219.75.30
9-12.30 & 13.30-17 uur (ma di do)

9-12.00 (wo)

etkt@skynet.be

KERK & TOERISME BRUSSEL v.z.w. wil het Brusselse in hoofdzaak religieuze kunstpatrimonium beter bekend en toegankelijk maken door informatie, animatie, onthaal en vorming, in een christelijk en kunsthistorisch perspectief.

Zoeken in blog

  • Vlaamse Kunstenaars in de Kathedraal
  • Michiel van Coxie
  • Conrad Meit
  • Camille Colruyt
  • Hiëronymus Duquesnoy1
  • Hiëronymus Duquesnoy2
  • Foto
    Christelijk patrimonium in Brussel
  • St-Jan Nepomucenus (Nepomuk)
  • Stadszegel St-Michiel
  • Kanunnik Sint-Goedele
  • Wapen Pius IX in Brussel
  • Juliana van Cornillon
  • Bonifacius van Brussel
  • Luminaris
  • Brusselse heiligen
  • Sint-Goedele - Een maagd belaagd
  • Mère Barat
  • Devotie rond Brussel
  • Jezus-Eik
  • De kruisweg in de St-Niklaaskerk in Ottenburg
  • O.-L.-V. van Affligem
  • Foto
    Congregaties in Brussel
  • De Clarissen - 1
  • De Clarissen - 2
  • Kerken in Brussel
  • De Sint-Bonifaciuskerk
  • De St-Jan-de-Doperkerk (Molenbeek)
  • De Kapellekerk 1
  • De Kapellekerk 2
  • De Basiliek van Koekelberg
  • Geschiedenis
  • Tijdbalk kerken
  • 450 jaar Aartsbisdom Mechelen
  • Ontstaan van Brussel op de helling 1
  • Ontstaan van Brussel op de helling 2
  • Ontstaan van Brussel op de helling 3
  • Historische gebeurtenissen in de kathedraal
  • Vijf kardinalen in de kathedraal
  • Kardinalen uit onze streken
  • De Belgische Kerkprovincie
  • Symboliek en iconografie
  • 01 Inleiding
  • 1 De kerk als gebouw
  • 2 De kerk als gebouw
  • Foto
    Het kerstverhaal
  • De tijd rond Kerstmis
  • De Advent
  • De geboorte van Jezus
  • De aanbidding van de herders
  • Drie Koningen
  • De vlucht naar Egypte
  • De boom van Jesse
  • Archief rondleidingen
  • Davidsfonds naar Ter Kameren
  • Varia
  • Slechtvalken in onze Kathedraal
  • De Hemel in Tegenlicht
  • Interview van kardinaal Cardijn uit 1967
  • Joannes Roucourt
  • Afkortingen

    MB Maria Bogaert
    PW  Paul Wieërs
    GvE  Guido van Eeden
    LF Luk Faems
    MG  Michel Govaerts

    JPVB Jean-Pierre Van Binnebeek



    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KERK EN TOERISME BRUSSEL

    25-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het glasraam De Barmhartige Samaritaan in de Brusselse kathedraal

    Het glasraam De Barmhartige Samaritaan in de Brusselse kathedraal

    Dit glasraam in 1879 gerealiseerd door Jean-Baptiste Capronnier, is geschonken door Isabelle de Clermont-

    Tonnerre. Het bevindt zich in de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal te Brussel, aan de westzijde van de

    zuiderdwarsbeuk. Op onderstaande foto is alleen het middengedeelte ervan weergegeven. Hierna volgt een

    beschrijving van het volledige glasraam.

    Bovenaan zien we de familiewapens. Links de wapens met drie heraldische eendjes van de familie d’Ursel.

    Rechts de wapens van de Franse familie Clermont-Tonnerre. Als dank voor bewezen militaire steun had paus

    Calixtus II aan hen toelating verleend pauselijke elementen in hun schild op te nemen : de gekruiste sleutels

    van Petrus en een tiara als bekroning.




    In het kort de parabel van de Barmhartige Samaritaan

    Een man werd onderweg naar Jericho mishandeld en beroofd. De overvalers lieten hem voor dood achter.

    Een priester en een tempeldienaar deden of zij niets gezien hadden. Een Samaritaan - nochtans geen vriend

    van de Joden - gaf de gewonde man te drinken, verzorgde hem en bracht hem met zijn paard naar een veilige

    plaats om te bekomen. Barmhartig is hij die zorg draagt voor zijn naaste.


    Latijnse tekst onderaan (+ vertaling)


    IN MEMORIAM CAROLI MARIÆ HENRICI E DVCIBVS AB VRSEL

    QVI MILITIBVS VVLNERATIS INSERVIENS MORBO CORREPTVS

    OBIIT V IDVS SEPTEMBRIS ANNI MDCCCLXXV

    EJVSQVE AMITÆ CAROLINÆ COMITISSÆ AB URSEL NONIS DECEMBRIS

    ANNI MDCCCLXVIII DEFVNCTA

    FIDA IN CHRISTO CONJVX ISABELLA A CLERMONT TONNERRE

    ANNO MDCCCLXXIX POSVIT SVPERSTITI FILLÆ CAROLINÆ FAVEAT DEVS

    Ter nagedachtenis van Charles Marie Henri uit de hertogelijke familie van Ursel,

    bij het verzorgen van gewonde soldaten ziek geworden, overleden op 9 september 1875,

    en van zijn tante Caroline gravin van Ursel, overleden op 5 december 1868.

    Zijn echtgenote Isabelle de Clermont-Tonnerre, betrouwend op Christus,

    liet dit in 1879 plaatsen. Dat God hun nog levende dochter Caroline behoede.

    Aanvullende gegevens over schenkster en familie

    Charles Marie Henri d’Ursel (Brussel, 12.12.1839 - Funchal (M), 9.9.1875) (1) (2)

    Zijn echtgenote : Isabelle Charlotte Sophie Isabelle Léontine de Clermont-Tonnerre

    (Glisolles (F), 6.3.1849 - Sceaux (F), 3.7.1921)

    Zijn dochter : Caroline Chantal Léonie Marie Noël d’Ursel

    (Brussel, 25.12.1874 - Virieu (F), 6.12.1933)

    Zijn tante : Marie Augustine Caroline d’Ursel (Hingene, 21.6.1807 - Brussel, 5.12.1868)

    (1) getrouwd op 9.9.1873 in Parijs

    (2) uitvaart in de Sint-Michiel-en-Goedelekerk te Brussel op 28.9.1875

    (F) Frankrijk

    (M) Madeira (Portugal)

    Tekst en foto : MG



    >> Reageer (0)
    10-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Belgische kerkprovincie

    De Belgische kerkprovincie: indeling en hiërarchie (1)



    BISDOM EN KATHEDRAAL                                   Het bisdom omvat ...                     BISSCHOP

    Aartsbisdom Mechelen-Brussel (2)                          acht gemeenten                            Kardinaal Jozef de Kesel, aartsbisschop (4)

    (sinds 1559)                                                                 uit prov. Antwerpen (3)                Leon Lemmens, hulpbisschop

    Sint-Romboutskathedraal                                            Vlaams-Brabant                            Vlaams-Brabant en Mechelen

    Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal                             Brussels gewest                            Jean Kockerols, hulpbisschop Brussel

                                                                                          Waals-Brabant                              Jean-Luc Hudsyn, hulpbisschop Waals-Brabant


    Bisdom Brugge                                                              West-Vlaanderen                         Lode Aerts

    (1559-1801, heropgericht in 1834)

    Sint-Salvatorkathedraal


    Bisdom Gent (sinds 1559)                                               Oost-Vlaanderen                            Luc Van Looy

    Sint-Baafskathedraal                                                        plus gemeente Zwijndrecht


    Bisdom Antwerpen                                                            prov. Antwerpen                             Johan Bonny

    (1559-1801, heropgericht in 1962)                                    min acht gemeenten (3)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal                                          min gemeente Zwijndrecht


    Bisdom Hasselt (sinds 1967)                                               Limburg                                           Patrick Hoogmartens

    Sint-Quintinuskathedraal


    Bisdom Doornik                                                                    Henegouwen                                    Guy Harpigny

    (6de eeuw, heropgericht in 1146)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal


    Bisdom Namen (sinds 1559)                                                   prov. Namen                                    Rémy Vancottem

    Sint-Albinuskathedraal                                                             prov. Luxemburg                             Pierre Warin, hulpbisschop


    Bisdom Luik (sinds de 8ste eeuw)                                             prov. Luik                                       Jean-Pierre Delville

    Sint-Pauluskathedraal


    (1) laatste aanpassing : oktober 2016

    (2) tot 1961 aartsbisdom Mechelen

    (3) Bonheiden, Bornem, Duffel, Mechelen, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver, Willebroek

    (4) voorzitter van de Belgische bisschoppenconferentie



    >> Reageer (0)
    01-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michel van Coxie

       MICHIEL van COXIE (ca. 1500-1592), DE GOEDE VAKMAN

    M. van Coxie  -  Het laatste avondmaal 


    De Mechelaar Michiel van Coxie, ook Coxcie geschreven, was één van de Vlaamse schilders in dienst van de Spaanse koningen. Zijn leertijd in het atelier van RAFAËL had hem geromaniseerd. Daarom wordt hij soms de 'Vlaamse Rafaël' genoemd. Grote bewondering voor zijn leermeester blijkt o.m. uit de naam van één van zijn zonen: schilder Rafaël Coxie (1540-1616). Alhoewel hij bijna alle contacten met de Vlaamse schilders had verloren, genoot hij toch de bescherming van Magaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije. Filips II benoemde hem tot hofschilder.


     

    Michiel van Coxie was een zeer goede schilder (origineel werk) maar hij had ook de hand van een zeer goede kopieerder. De lofbetuigingen gingen in de eerste plaats naar de oorspronkelijke werken. Kopieën werden gemaakt in opdracht van Filips II, zoals van De Kruisafneming van Rogier Van Der Weyden. Het origineel bevindt zich in het Prado te Madrid en de kopie in het Escorial. In 1939 baseerde Jozef Van de Veken zich op Coxies kopie van Het Lam Gods van Van Eyck om het gestolen paneel met de Rechtvaardige Rechters na te schilderen. Onderdelen van de kopie zijn nu verspreid over de musea van Brussel, München en Berlijn. "Kopiëren was een zeer ernstig werk", volgens hem en zo werd het ook door alle goede meesters beschouwd.

     

    De weergave van de juiste kleuren, zoals het bekoorlijk blauw dat hij niet kon vinden, vernam hij bij Titiaan. Het was een natuurlijk blauw uit Hongarije, waar het gemakkelijk te krijgen was.

    De weergave van de juiste kleuren, zoals het bekoorlijk blauw dat hij niet kon vinden, vernam hij bij Titiaan. Het was een natuurlijk blauw uit Hongarije, waar het gemakkelijk te krijgen was.

    Hij schilderde onder meer voor de collegiale Sint-Goedelekerk in 1585 de triptiek Het Leven van Onze Lieve Vrouw. Dit werk, besteld door Filips II voor het altaar van de boogschutters, bevindt zich thans in het Stadsmuseum van Brussel (Broodhuis).

     

    In de Kathedraal van Brussel bevinden zich drie schilderijen van Coxie. Tegen de westelijke muur van de zuiderkruisbeuk kunnen wij het gerestaureerde drieluik De Kruisiging bewonderen. In de schatkamer (Sacramentskapel) vinden wij twee triptieken : De Legende van Sint-Goedele en Het Laatste Avondmaal.

     

    Waar bevinden zich nog schilderijen van Coxie? Triptiek van de gilde van de Grote Voetboog, Triptiek met taferelen uit het leven van Christus en De doornenkroning (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel), Morillontriptiek en Hosdentriptiek (Stedelijk Museum, Leuven), De besnijdenis en De marteling van Sint-Joris (Sint-Romboutskathedraal, Mechelen), Het oordeel van Salomon (Schepenhuis, Mechelen), Sint Cecilia en De moord op Abel (Prado, Madrid), De Zondeval (Kunsthistorisches Museum, Wenen), De Annunciatie (Hermitage, Sint-Petersburg), enz.

     

    Fresco's met taferelen uit het leven van de Heilige Barbara in de Santa Maria dell'Anima zijn van zijn hand. In deze Romeinse barokkerk bevindt zich het graf van Adrianus VI, de enige paus uit de Nederlanden.

     

    Michiel van Coxie maakte ook kartons, ontwerptekeningen voor wandtapijten en glasramen. Hij werkte o.a. mee aan de voltooiing van de glasramen in de Sacramentskapel, waar Barend Van Orley mee begonnen was.

     

    Tekst MB  
    Foto's MG


         

                                               M. van Coxie - De Kruisiging  (foto  Michel Govaerts)

    Onmiskenbaar verwijst De Kruisiging van Michiel van Coxie naar het oeuvre van Rafaël door het rijke koloriet, de harmonische opbouw en de houding van de personages. Op het middenpaneel van de triptiek: Jezus tussen de twee moordenaars. Links de Heilige Maagd, Sint-Jan en de Heilige Vrouwen. Rechts de soldaten die dobbelen om het kleed van Jezus. De Kruisdraging en de Kruisafneming zien wij op de zijpanelen. Op de achterkant staan de Geseling, de Doornenkroning en de portretten van de opdrachtgevers, leden van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw.


    >> Reageer (0)
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview met kardinaal Cardijn uit 1967

    Interview met kardinaal Cardijn uit 1967




    23 mei 1967. Als oud-leerlingen uit de retorica 1957 van het Klein Seminarie te Mechelen, werden wij door Jozef Cardijn zeer hartelijk ontvangen in zijn woning in de Paleizenstraat 90 te Schaarbeek. Het was helemaal geen paleis ; slechts enkele vertrekken op de gelijkvloerse verdieping van een groot herenhuis, de zogenaamde Kajotterscentrale. Boven de Brusselse binnenstad hingen nog de zwarte rookwolken van de zware brand daags voordien in de Innovation, waarbij 325 mensen omkwamen.

    Al na enkele minuten werden we overdonderd door een niet te stuiten woordenvloed. Hij sprak opvallend luid en stond regelmatig recht om zijn woorden kracht bij te zetten met zwierige armbewegingen. Het was alsof hij op de Heizel achter een micro een toespraak hield voor duizenden kajotters/kajotsters. Maar soms onderbrak hij zijn betoog, wreef met zijn handen over zijn lichaam en zuchtte : “Dat doet hier allemaal vreselijk pijn.” Zo’n twee maand later werd hij opgenomen in de Heilig-Hartkliniek in de Leuvense Naamsestraat, waar hij op 25 juli aan darmkanker overleed.

    Het werd een historisch interview, waarschijnlijk het laatste dat Cardijn had toegestaan, omdat hij erin getuigt over zijn jeugdjaren, waarover in andere bronnen maar weinig is te vinden.



    Men raadde hem af priester te worden. Hij werd kardinaal.

    De toen veertienjarige Jozef Cardijn uit Halle werd in 1897 als leerling-intern van de vierde Grieks-Latijnse in het Klein Seminarie te Mechelen aangenomen. Hoe en waarom kwam de jonge Hallenaar in Mechelen terecht ?

    “Dat heb ik in feite te danken aan de directeur van het Onze-Lieve-Vrouwcollege van Halle. Hij zag in mij een goed student en wist dat ik priester wilde worden. Maar ik was de oudste van veel kinderen en... mijn ouders waren niet rijk, om niet te zeggen arm. Mijn vader was bovendien ziek, en ik moest normaal werken gegaan zijn om voor de kost te zorgen. Mijn vader was koetsier en conciërge bij rijke mensen. Mijn vader is terug gaan werken om mij te kunnen laten verder studeren en zij het tegen verminderde prijs. In het Klein Seminarie was het zo dat de meeste leerlingen van bemiddelde families waren, hoewel daar niet werd over gesproken.”


    Reeds voor hij in het Klein Seminarie aankwam, was de jonge Cardijn bezeten door zijn levensideaal.

    “Het was mijn bedoeling priester te worden om de arme mensen te helpen. Dat heeft vader mij doen inzien. In mijn tijd was het zo dat de kinderen uit de arbeidersstand, eenmaal zij op tien jaar hun eerste communie hadden gedaan, naar de fabriek moesten gaan werken. Die jonge arbeiders, jongens en meisjes, in feite nog kinderen, werden in de fabriek zeer hard onthaald. Men bespotte ze en lachte ze uit. De ouderen trachtten op alle mogelijke manieren van hen misbruik te maken. Met die toestanden was mijn vader verschrikkelijk begaan. Toen kwam in mij de gedachte op om voor die arme jongens en meisjes iets te doen. Het was de tijd van de pauselijke encycliek Rerum Novarum (1891). Ik was toen negen jaar. Eindelijk had de paus gesproken ! Eindelijk ging de Kerk ook wat doen voor de arbeidersstand ! Priester Daens was een der eersten om de pauselijke leer in werkelijkheid om te zetten en mijn vader en ik, klein maar vinnig, gingen naar hem luisteren. Ik moest de woorden van de paus voorlezen aan mijn vader die lezen noch schrijven kon. Het moest veranderen ! Er moest eerbied komen voor de arme man ! Waarom mocht de arme man niet heilig worden, omdat hij niet altijd de tijd had om naar de mis en te communie te gaan ? Was dat alleen een voorrecht van de rijken, omdat zij wel de tijd hadden ? Ik vroeg mijn vader om priester te mogen worden. Met die gedachten kwam ik in het Klein Seminarie aan.”


    Maar idealisten en hervormers worden niet altijd gewaardeerd. Zo is het niet te verwonderen dat men ook hier de jonge bruisende Cardijn wantrouwde.

    “Toen ik in de retorica te kennen gaf dat ik priester wilde worden, werd ik bij de superior, kanunnik De Coster, ontboden : ‘... en gij zijt nogal zelfstandig, en waarom wilt gij absoluut priester worden. Anderzijds, gij zijt een goed student, er is wel ’n middel om de onkosten te dekken...’ Ik heb hem geantwoord dat ik priester, een gewone priester wilde worden. Daarmee uit ! Nadien werd ik in het Groot Seminarie door de president aangeduid om aan de Leuvense Universiteit Romaanse Letteren te gaan studeren. Ik naar kardinaal Mercier om te zeggen dat ik dat niet wenste te doen. ‘Gij moogt sociologie studeren’ antwoordde mij de kardinaal en de president natuurlijk kwaad ! Maar ik bekwam mijn wens.”

    Over de intermenselijke relaties in de school van die tijd weet Zijne Eminentie ook zijn woordje mee te praten. De priester-leraars waren heren, liefst met een zeer grote H. Torenhoog boven de leerlingen stonden zij verheven. Ex cathedra doceerden zij. Ongenaakbaar boven de massa. Zij zagen hun stof. En verder zagen zij niets. Van de persoonlijke en directe stuwkracht die van een goed leraar, tenminste op enkele leerlingen zou moeten uitgaan gaven de meesten in die tijd geen getuigenis. Veilig was het in ieder geval, en gemakkelijk ook. Toch waren er ook in die periode reeds andere leraars op het Sem.

    “Eén leraar herinner ik mij bijzonder goed. Professor Desmedt van de poësis. Hij was afkomstig uit Sint-Amands, de gemeente van Emile Verhaeren. Terwijl bij de anderen de leerstof stipt werd aangeleerd, zonder dat men u vroeg waarom dit of waarom dat of wat denkt u daarvan, ging hij vaak buiten de stof. Van hem kreeg ik boeken te lezen van Verhaeren, Victor Hugo enz. Als ik in plaats van mijn huiswerk te maken al eens een boek las, begreep hij dat. Nadien volgde daar een bespreking over. Zeer interessant ! Bij hem heb ik zeer veel geleerd.”


    “Ieder heeft zijn karakter. Ik kon het mijne niet verbergen.”

    De schooljeugd anno 1968 zou waarschijnlijk aardig opkijken als ze nog eens, al was het maar voor een paar dagen, zou moeten leven in de school anno 1898. In volgende getuigenis komt iets van de Brabantse keikoppigheid en de eigen persoonlijkheid van Cardijn tot uiting, zelfs reeds op jonge leeftijd.

    “Eenmaal per trimester mochten wij naar huis, 'sortie'. Dat was een affaire ! Oh la la ! En dan mocht je geen slechte noten gekregen hebben ! Ik ben wel enkele keren moeten blijven. Maar wij lachten daar toch mee. Wij namen dat niet erg op. Evenmin 'de signe'. In die tijd was het Frans de voertaal in de school. Als men toch eens Nederlands durfde praten mocht een leerling die 'signe' aan u doorgeven. Maar dat was allemaal niet zo erg. Wij waren, enkele Brusselaars buiten beschouwing gelaten, allen Vlaamsgezind. Het was de tijd van de Vlaamse studentenbeweging. En, hoewel het niet mocht, staken wij op de feestdag van de Heilige Lutgardis ons leeuwenspeldje op ! Dan zat het er tegen bij de overheid ! Maar ieder heeft zijn karakter, en ik kon het mijne niet verbergen. Ik ben steeds uitgekomen voor mijn mening. In 1906, toen Mercier aartsbisschop werd, kwam er verandering. Voordien onder kardinaal Goossens was het veel strenger geweest.

    Als ontspanning speelden wij op de speelplaats met een lederen kaatsballetje tegen de muur. In de vensters was een ijzeren zeef geplaatst. Aan toneel deden wij bijzonder veel. Ik geloof niet dat er één stuk gespeeld is waar ik geen rol in had. Soms zelfs twee. Bezoek kreeg ik niet. Vader is mij nooit komen bezoeken. In Halle was ik tevens secretaris van de studentenbeweging. Wij speelden vaak toneel om de opbrengst te besteden aan arme mensen, zo in het Pajottenland en omstreken. Eens ben ik, samen met Jules Van Nuffel, de latere directeur van het Lemmensinstituut, en met Jan Stas, later onderpastoor in Ukkel en deken in Halle en nog enkele anderen, per fiets tijdens de vakantie in Hoogstraten naar een opvoering van 'Athalie' gaan kijken.”

    Ook op latere leeftijd bleef Cardijn een man die zijn ideeën wist door te drijven en pseudo-bezwaren kon wegwimpelen. Bij de eerste Romereis van de K.A.J. in 1929 is kardinaal Van Roey meegegaan.


    De Romereis in 1929. Definitieve doorbraak van de K.A.J.

    “1929 : onze eerste Romereis. En de kardinaal ging mee ! Hij had schrik, grote schrik, om met die eenvoudige jongens en meisjes samen op reis te gaan met de trein. – ‘En ze gaan misschien brutaal zijn, en onbeleefd enz...’ zegde hij mij. – ‘Eminentie, antwoordde ik zelfzeker, ik verzeker u dat de trein properder zal zijn als we toekomen in Rome, dan wanneer wij er in Brussel mee vertrokken zijn !’ En inderdaad, reeds tijdens de reis kon de kardinaal zijn ogen niet geloven, toen hij zag hoe fijn en net die jongens en meisjes zich gedroegen ! Het was een overwinning voor ons ! De kardinaal steunde ons nadien zoveel hij kon. Wij werden ontvangen, ik een eenvoudige onderpastoor, door paus Pius XI. Eén uur lang ! Geweldig ! En bekommerd dat de paus was om ons, om de arbeiders. Hij zuchtte : ‘Wij moeten de arbeidersstand redden, en dat is goed en dat is goed en doe zo voort ...’. Hij is onze grote steun geweest.”

    Er staat nog zoveel op ons historisch geluidsbandje. Over Cardijns contacten met paus Johannes XXIII, de onvergetelijke paus die de encycliek Pacem in terris voor de ganse wereld heeft afgekondigd. Over zijn omgang met mensen van alle standen en alle rassen. Over het Daensisme en de christelijke sociale beweging. Over de wantoestanden tijdens de liberale 19de eeuw.

    Alleen nog deze boodschap van kardinaal Jozef Cardijn aan de mensen van nu.

    “Ik zegde het al, wij staan in een tijd van dialoog, zoals de paus dat zegt. Wij moeten omgaan met mensen die bv. niet naar de mis gaan, met boeddhisten en anderen. Met hen spreken, ongegeneerd. Uw mening hebben, er voor uitkomen en ernaar leven. Wij moeten beseffen dat wij een taak hebben in het leven. Hoe nederig deze ook zij. De paus zegde het vaak : ‘Ik kan geen werkman vervangen in de fabriek.’ De jonge mensen moeten wij trachten te doen inzien dat zij nodig zijn. Niemand kan uw plaats innemen ! Als ge dat aanneemt, dan zijt ge een echte christen. Zij die ’s zondags alleen maar eens naar de mis gaan, en al eens te communie, dat zijn geen christenen.”

    Wij beschouwen dit vraaggesprek als een weerspiegeling van zijn leven, dat getuigde van dienstbaarheid, openhartigheid en strijdvaardigheid.

     

    Interview en bindteksten : Michel Geerts. Foto en bandopname : Louis De Troij. Gepubliceerd in april 1968 in De Torenblazer, kwartaaltijdschrift van de oud-leerlingenbond van het Klein Seminarie Mechelen. Geluidsband overgebracht op cassette en cd-rom. De tekst en de geluidsband van dit interview werden door Marc Walckiers gebruikt voor zijn doctoraatsthesis aan de Université Catholique de Louvain in 1981, gepubliceerd onder de titel Joseph Cardyn jusqu’avant la fondation de la J.O.C.



    >> Reageer (0)
    26-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aanbidding van de herders
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE AANBIDDING VAN DE HERDERS

     

     

    Bijbel (Lc.2,8-20)

    8 In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. 9 Plotseling stond een engel van de Heer voor hen en zij werden omstraald door de glorie van de Heer, zodat zij door grote vrees werden bevangen.

    10 Maar de engel sprak tot hen: ‘Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. 11 Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. 12 En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.’

    13 Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: 14 ‘Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft.’

    15 Zodra de engelen weer van hen waren heengegaan naar de hemel, zeiden de herders tot elkaar: ‘Komt, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt.’ 16 Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag.

    17 Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. 18 Allen die het hoorden, stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. 19 Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.

    20 De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was.

     

    Betekenis

    Gods Zoon is allereerst gekomen voor iedereen, in het bijzonder voor de kleinen. Hij wordt dan ook eerst herkend door kleine mensen: herdersknechten, marginalen; alleszins niet door schriftgeleerden.

     

    Feestdag

    (als onderdeel van het geboorteverhaal) 25 december

     

    Devotie

    ???.  Ofschoon de hoveniers een altaarstuk bezaten in de O.-L.-Vrouwekathedraal, door Frans Floris (1568) met op het middenpaneel dit tafereel, is er van een echt patronaat geen sprake. 

     

    Voorstellingswijze

    Geleidelijk aan nemen de herders een belangrijke plaats in op de kerstvoorstelling:

    1) (op de achtergrond) ‘s Nachts scheurt de hemel open en daarin verschijnen een of meerdere engelen aan enkele herders om hen het goede nieuws van Jezus’ geboorte te verkondigen. De herders die hun kudde bewaakten worden blij verrast.

    2) Ze begeven zich op weg, komen aan en kijken (over een omheining) toe.

    3) Ze staan in aanbidding bij het Kind. Deze laatste houding blijft de standaardvorm, zij het vaak als sluitstuk van een verhaal in combinatie met de voorafgaande handelingen.

     

    Herders

    - van alle leeftijden: oudere en jongere, ook herdersknapen; ook herderinnen

    1) de verkondiging (oudste traditie) (Lc.2,8-14): Op de achtergrond wordt een groep herders die haar kudde bewaakte, door een of meerdere engelen verrast: “plotseling... zodat zij door grote vrees werden bevangen” (d.i. dus niet ‘gewekt’). Van deze hemelse boodschappers krijgen zij het bericht dat hun Redder geboren is.

    In een volgende etappe:

    2) begeven ze zich op weg, soms in volle vaart, “Ze haastten zich er heen” (Lc.2,16a)


    en wijzen elkaar de kribbe aan: cfr. “zeiden... tot elkaar: ‘Komt, laten we naar Betlehem gaan om te zien wat er gebeurd is...” (Lc.2,15bc),

    3) komen aan: “en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind” (Lc.2,16b)

    4) of zijn reeds in aanbidding bij het Kind: cfr. ibidem (Lc.2,16b)

    - verwarmen zich aan een vuurtje: omwille van de koude ‘s nachts: “die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten” (Lc.2,8); en/of verwijst naar de wintertijd (rond 25 december).

    - met hun schapen (cfr. Lc.2,8): “herders die in het open veld ... hun kudde bewaakten”.

    - herdersstaf

    - soms een hond: hulp bij het hoeden van schapen

    - dragen gaven met zich mee, en tonen deze bij aankomst, zoals hanen en schapen: echter niet ver-

      meld in het bijbelverhaal.

    - doedelzak, fluiten en andere muziekinstrumenten

     

    engelen

    - ver op de achtergrond (goed kijken!), in de hemel verschijnen engelen die de herders het goede nieuws komen brengen dat hun Redder geboren is (Lc.2,11-12).

    - begeleid door vele kleine zwevende engeltjes (“een hemelse heerschare”; Lc.2,13a)

    - begeleid door een schare zingende en musicerende engelen (“zij verheerlijkten God met de woorden: ...”; Lc.2,13b)

    - één of meerderen houden (samen) een banderol met de tekst van Lc.2,14 volgens de vulgaat-vertaling; hetzij meestal beperkt tot “Gloria in excelsis Deo” (Eer aan God in den hoge), hetzij soms geheel, met het vervolg: “et in terra pax hominibus bonae voluntatis” (en op aarde vrede onder de mensen van goede wil) (doch vanuit de meer getrouwe vertaling uit het Grieks: “aan de mensen die Hij lief heeft”).

    - veelkleurige kledij, zelfs hun vleugels zijn polychroom rood, groen en blauw

     

    Christuskind

    - kijkt naar de herders ter begroeting

    Maria

    - /

    Jozef

    - geeft uitleg over het hele gebeuren aan aandachtige herders.

    - óf (?) drukt zijn verwondering uit over wat de herders hem vertelden (Lc.2,17-18)

     

    locatie

    1) verkondiging: “in het open veld” (Lc.2,8), kampvuur, tent

    2) onderweg: een kronkelende weg die van de achtergrond leidt naar het de Geboortegrot op de voorgrond

    3) aankomst en 4) in aanbidding en 5) andere activiteiten: binnen de stal / grot, in een nabij gang of in een weiland

     

    voorwerpen: kruiken, manden...

     

    compositie

    Wanneer verschillende fasen tegelijkertijd afgebeeld staan als één verhaal, kijkt de toeschouwer vanuit het hoofdtafereel van de Aanbidding verder naar de achtergrond waar andere herders nog onderweg zijn en a.h.w. in flashback uiteindelijk naar de achtergrond waar de aankondiging van de engelen nog afgebeeld staat.

    Tekst : Rudy Mannaerts - Toerismepastoraal Antwerpen
     Foto JPVB: Kerstmis in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. - Beeldengroep van May Claerhout. 


    >> Reageer (0)
    14-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Historische gebeurtenissen in de Brusselse kathedraal

    Historische gebeurtenissen in de Brusselse kathedraal

     

    HERTOGDOM BRABANT

    1047 – Kapittelkerk en overbrenging van de relieken van Sint Goedele

    1312 – Uitvaart van Jan II, hertog van Brabant

    1330 – Uitvaart van Margaretha van York, echtgenote van Jan II (1)

    BOURGONDISCHE TIJD

    1435 – Kapittel van de Ridders van het Gulden Vlies bijeengeroepen door Filips de Goede

    1446 – Uitvaart van Catharina van Valois, echtgenote van Karel de Stoute

    1480 – Doopsel van Margaretha van Oostenrijk, dochter van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk

    HABSBURGSE/SPAANSE TIJD

    1498 – Doopsel van Eleonora, dochter van Filips de Schone en Johanna van Castilië

    1516 – Karel V wordt uitgeroepen tot koning van Spanje

    1568 – De graven Egmont en Hoorne worden opgebaard

    1599 – Blijde Inkomst van de aartshertogen Albrecht en Isabella

    1622 – Uitvaart van aartshertog Albrecht

    1650 – Bijzetting van aartshertogin Isabella, overleden in 1633

    OOSTENRIJKSE TIJD

    1745 – Uitvaart van aartshertogin Maria-Anna, echtgenote van Karel van Lorreinen

    1780 – Uitvaart van Karel van Lorreinen

    FRANSE TIJD

    1803 – Te Deum in aanwezigheid van Napoleon

    VERENIGD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

    1815 – Te Deum voor de overwinnaars van de slag bij Waterloo

    KONINKRIJK BELGIË (2)

    1926 – Huwelijk van prins Leopold en prinses Astrid

    1934 – Uitvaart van koning Albert I

    1935 – Uitvaart van koningin Astrid

    1959 – Huwelijk van prins Albert en prinses Paola

    1960 – Huwelijk van koning Boudewijn en koningin Fabiola

    1962 – De kapittelkerk wordt tot kathedraal verheven

    1965 – Uitvaart van koningin Elisabeth

    1993 – Uitvaart van koning Boudewijn

    1995 – Bezoek van paus Johannes-Paulus II

    1999 – Huwelijk van prins Filip en prinses Mathilde

    2014 – Uitvaart van koningin Fabiola

     

    (1) exacte datum niet gekend.

    (2) De laatste rustplaats van de overleden leden van het Belgische koningshuis is de crypte in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken.


    MG

    MG

     

    MONUMENTUM BELGII GUBERNATORUM. Graftombe van de landvoogden van België voor het altaar in de Sacramentskapel van de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal. Een sluitsteen : eenvoudiger kan het niet. Hier rusten de aartshertogen Albrecht en Isabella, prins Jozef-Ferdinand van Beieren en prins Karel van Lorreinen.





    >> Reageer (0)
    02-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hiëronymus II Duquesnoy (1)

    Hiëronymus II Duquesnoy (1)

    Leven en werk

    Hiëronymus Duquesnoy de Jonge (Brussel, 1602 - Gent, 1654), beeldhouwer en architect, was de zoon van Hiëronymus Duquesnoy de Oudere, vooral bekend van het Brussels Manneken, en de broer van Frans Duquesnoy.

    Hij kreeg zijn opleiding van zijn vader in Brussel, en vertrok in 1618 samen met zijn broer Frans naar Rome om zijn opleiding te voltooien. Na een ruzie gaan ze uit elkaar en werkt hij achtereenvolgens in Madrid, Lissabon en Florence. In 1641 keert hij terug naar het atelier van zijn broer in Rome. Na diens dood in 1643 (a) komt hij terug naar Brussel, waar hij carrière maakt. De barokke werken van zijn broer blijven een voorbeeld voor hem. Samen met Artus Quellinus en Rombout Pauwels verspreidde hij de gematigd barokke stijl in de Nederlanden.

    In 1644-1646 maakt hij vier apostelbeelden - met name Paulus (1), Thomas (2), Mattias (3) (b) en Bartholomeus (4) - voor de kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele  in Brussel, waarvan hij tevens de Onze-Lieve-Vrouwekapel ontwierp. Hij wordt in 1651 benoemd tot hofarchitect en -beeldhouwer. Hij maakte verschillende portretten van aartshertog Leopold Willem.



    Een van zijn meesterwerken is zeker het beeld van de Heilige Ursula (1651) in de Zavelkerk te Brussel, te vinden in de barokke grafkapel (c) van de familie 'von Thurn und Taxis', oprichters van het internationale postwezen (d).

                                                             

    Ook in de Brusselse Kapellekerk zijn er twee apostelbeelden van zijn hand: Mattias (5) en Filippus (6).

                                                


    Vanaf 1651 was hij echter vooral werkzaam aan het praalgraf van bisschop Antoon Triest (e) in de Sint-Baafskathedraal te Gent. Dit monument toont Maria en Christus die op de halfliggende bisschop neerkijken. Het levenseinde van Duquesnoy de Jonge oogt minder fraai. In 1654 werd Hiëronymus in de Gentse kathedraal betrapt op 'vuile manieren', hiervoor veroordeeld en terechtgesteld.

                                  


    (a) Volgens sommigen zou Hiëronymus verantwoordelijk kunnen zijn voor de dood van zijn broer, jaloers als hij was over diens succes.

    (b) Het bordje onder het beeld vermeldt verkeerdelijk Thaddeus.

    (c) Deze kapel bevindt links van het koor.

    (d) Een gedenkplaat in de Regentschapsstraat op de hoek met de Kleine Zavel, schuin tegenover de Zavelkerk, vermeldt: [Hier stond tot in het jaar 1872 het herenhuis der prinsen 'de la Tour et Tassis' in de nabijheid waarvan François de Tassis in 1516 de eerste internationale postdienst heeft ingericht]. Oorspronkelijk ging het om de familie 'de la Torre', die hun naam wijzigden in 'del Tasso'. Thurn und Taxis werd dan in het Frans Tour et Taxis (of Tassis).

    (e) Bisschop Antonius Triest (Beveren-Waas 1577 - Gent 1657), niet te verwarren met kanunnik Petrus Jozef Triest (Brussel 1760 - Gent 1836).


    Bronnen: De Kathedraal van Sint-Michiel & Sint-Goedele (Lannoo, 2000) en Wikipedia.

    Tekst en foto's  MG

    >> Reageer (0)
    01-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hiëronymus II Duquesnoy (2)

    Hiëronymus II Duquesnoy (2)

    De opvoeding van de Heilige Maagd door Sint Anna

    Dit mooie beeld van Hiëronymus Duquesnoy de Jonge vinden wij terug op drie verschillende plaatsen.

    Beginnen wij met Brussel. Het oorspronkelijke beeld (1) in steen stond in de nis van de voorgevel van de Sint-Annakapel in de Bergstraat, halverwege de Grote Markt en de kathedraal. De gevel en het beeld hebben het bombardement van de troepen van Lodewijk XIV op de Grote Markt en omgeving in 1695 overleefd. In 1885 werd het beeld naar de Sint-Goedelekerk overgebracht, de huidige Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal, waar het beeld zich nog steeds bevindt. Het staat spijtig genoeg wat verloren in de noorderdwarsbeuk. Duquesnoy, die in de Bergstraat woonde, had het beeld aan de Sint-Annakapel geschonken, nadat de Jezuïeten het hadden geweigerd omdat zij een beeld in marmer hadden besteld.

                                            

    De Sint-Annakapel moest plaats ruimen voor de Noord-Zuidverbinding en werd in 1927 gedeeltelijk gesloopt. In 1958 werd de overgebleven westgevel gedemonteerd en niet ver daar vandaan heropgebouwd, met name tegen de noordkant van de Magdalenakerk. In de nis van deze Sint-Annagevel werd dan een kopie (2) van het originele beeld geplaatst. Dit stadskerkje, gelegen aan de Magdalenasteenweg tussen het Centraal Station en de Grote Markt, is een oase van rust.

    Duquesnoy maakte voor de Jezuïeten alsnog een tweede origineel (3), in marmer ditmaal. Bij de opheffing van de Jezuïetenorde in 1773 werd het beeld waarschijnlijk verkocht. Rond 1830 kwam het in het bezit van baron Van de Venne. Het siert thans het grafgedenkteken van de familie Leyen-Van de Venne in de zuiderzijkapel van de Sint-Janskerk te Mechelen.

    De drie beelden zijn ongeveer 1m70 groot, op mensenmaat dus. Het geheel straalt een innerlijke rust uit en de compositie zou verwijzen naar P.P. Rubens.

    Bronnen: De Kathedraal van Sint-Michiel & Sint-Goedele (Lannoo, 2000) en Wikipedia.

    MG


    >> Reageer (0)
    17-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joannes Roucourt

     

    Joannes Roucourt, plebaan van de Sint-Goedelekerk (1667-1676)

     


     

    Afbeelding op het voorblad van Aen-leydinge tot de deught van penitentie, ofte Oprechte bekeeringhe des sondaers.
    Door J.(oannes) R.(oucourt) P.(riester), 1673.


    Priester Joannes (Jean, Jan) Roucourt (Leuven, 1636 - Brussel, 1676) was een christelijke theoloog, die in de periode 1667-1676 de functie van plebaan vervulde bij de kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele te Brussel.

    Roucourt was de zoon van lakenmaker Theodorus en Joanne Verwijst. Zijn voorouders kwamen waarschijnlijk uit het Luikse en de oorspronkelijke familienaam was 'de Rocourt'. Joannes heeft theologie gestudeerd aan de Oude Universiteit Leuven, volgde colleges op 'de Burght' en behaalde in 1660 de 'sacrae theologiae baccalaureus'. Vanaf dat jaar studeerde hij ook filosofie en in 1663 behaalde Joannes zijn 'sacrae theologiae licentiatus'. In het afstudeerwerk van Gerardus van der Masen Tractatus de Aristotelis metaphysica (1661-62), wordt hij vernoemd als professor aan de Universiteit van Leuven.

    In de periode 1667-1676 was Joannes als plebaan van de kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele verantwoordelijk voor de zielzorgtaken in de omliggende parochie. Hij stond bekend als vader van de armen en leefde zelf in grote soberheid. Indien hij gebruiksmiddelen kreeg van welgestelden, verkocht hij deze en verdeelde de opbrengsten onder de 'souffrants de Jésus-Christ'. Zijn vrijgevigheid was blijkbaar zo groot, dat hij regelmatig bij zijn vrienden moest aankloppen om in zijn eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.

    Joannes Roucourt heeft middels een aantal publicaties zijn sporen nagelaten in de geschiedenis van de christelijke theologie, vooral op het gebied van de penitentie. Zijn werken zijn gebaseerd op een sterke pastorale gedachte en vrij van doctrines. Hij wenste dat de belijders van de penitentie ook actief oefenden in de christelijke deugden en werkten aan het voorkomen van hun gebreken, zoals godslastering en vloeken. De Italiaanse kardinaal Giovanni Bona complimenteerde Roucourt in 1674 met zijn boeken en schreef o.a.: “Ik prijs uw methode van vragen en antwoorden, die heel geschikt is om gelovigen te instrueren en ketters te overtuigen. Waar anderen niet in slagen door het schrijven van (te) dikke boeken, bent U in staat om in een korte bewoording de essentie weer te geven”. Joannes was ook referent van theologische werken.


    Terwijl Joannes eenieder nog van raad voorzag, is hij op 26 september 1676 aan een kwaadaardige koorts te Brussel overleden. Hij was toen amper veertig jaar oud. Hij is begraven in de kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele, waarschijnlijk in het graf van de familie Schockaert die een grote achting voor hem had.

    Voor het overlijdensbericht van Johannes Roucourt, bewaard in het Rijksarchief te Anderlecht, verwijzen wij naar [commons.wikimedia.org/wiki/File:Joannes_Roucourt_death_notice].


    Naar de Wikipediapagina Joannes Roucourt, geschreven door Kees Recourt.


    >> Reageer (0)
    07-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Belgische Kerkprovincie: indeling en hiërarchie

    De Belgische kerkprovincie: indeling en hiërarchie (juli 2013)

     

    BISDOM EN KATHEDRAAL

    Het bisdom omvat ...

    BISSCHOP

    Aartsbisdom Mechelen-Brussel (1)

       (sinds 1559)

    Sint-Romboutskathedraal

    Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal

    acht gemeenten

       uit prov. Antwerpen (2)

    Vlaams-Brabant

    Brussels gewest

    Waals-Brabant

    André-Jozef Léonard, aartsbisschop

    Leon Lemmens, hulpbisschop

       Vlaams-Brabant en Mechelen

    Jean Kockerols, hulpbisschop Brussel

    Jean-Luc Hudsyn, hulpbisschop

       Waals-Brabant

    Bisdom Brugge

       (1559-1801, heropgericht in 1834)

    Sint-Salvatorkathedraal

    West-Vlaanderen

    Jozef De Kesel

    Bisdom Gent (sinds 1559)

    Sint-Baafskathedraal

    Oost-Vlaanderen

    plus gemeente Zwijndrecht

    Luc Van Looy

    Bisdom Antwerpen

       (1559-1801, heropgericht in 1962)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

    prov. Antwerpen

    min acht gemeenten (2)

    min gemeente Zwijndrecht

    Johan Bonny

    Bisdom Hasselt (sinds 1967)

    Sint-Quintinuskathedraal

    Limburg

    Patrick Hoogmartens

    Bisdom Doornik

       (6de eeuw, heropgericht in 1146)

    Onze-Lieve-Vrouwekathedraal

    Henegouwen

    Guy Harpigny

    Bisdom Namen (sinds 1559)

    Sint-Albinuskathedraal

    prov. Namen

    prov. Luxemburg

    Rémy Vancottem

    Pierre Warin, hulpbisschop

    Bisdom Luik (sinds de 8ste eeuw)

    Sint-Pauluskathedraal

    prov. Luik

    Jean-Pierre Delville

     

    (1)     tot 1961 aartsbisdom Mechelen

    (2)     Bonheiden, Bornem, Duffel, Mechelen, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver, Willebroek


    >> Reageer (0)
    20-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luminaris

    Luminaris of lichtbalk

    Het koperen geheel bestaat uit twee of vier pilaren op stenen sokkels als steun voor een horizontale kandelaar. De functie is het mystiek verlichten van een altaar, schrijn, heiligenbeeld, enz.

     Zoutleeuw, overblijfsel in de Sint-Leonarduskerk

    In de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw was er vroeger een luminaris. In de vloertegels zijn er nog sporen zichtbaar. Toen Willem I van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1827

    land wou bijkopen, werd er veel koper verkocht. Misschien is dit de reden waarom de luminaris in Zoutleeuw en op vele andere plaatsen is verdwenen, ook in de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal te Brussel.


     Xanten, luminaris in de Sankt Victor Dom

    Voor een kunsthistorische studie over de luminaris van Zoutleeuw vragen wij jullie hulp. 
     Mogelijk weet je een antwoord op volgende vragen: 
    l
      Waar bevindt zich de luminares van Brussel ?
    l
      Zijn er nog op andere plaatsen overblijfselen of sporen te vinden ?
    l  Heeft er iemand oude afbeeldingen van een luminaris ?

     Wij verwachten je antwoord op paulwieers@hotmail.com


    Zerlina Van Belle


    >> Reageer (1)
    10-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mère Barat
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mère Barat

    De Heilige Madeleine-Sophie Barat werd in 1779 geboren in een familie van kuipers in Joigny (Bourgondië), halfweg tussen Parijs en Dijon.  Zij sterft op Hemelvaartsdag 1865 in Parijs.
    Op twintigjarige leeftijd sticht ze samen met jezuïet Joseph Varin, bevriend met haar broer-priester, een nieuwe congregatie onder de naam Les Religieuses du Sacré Coeur de Jésus. Deze orde gewijd aan de verering van het Heilig Hart van Jezus, zet zich in voor het onderwijs aan jonge meisjes. In 1801 opent ze in Amiens het eerste klooster. Amper 26 jaar wordt ze tot algemeen overste van de nieuwe congregatie verkozen. Ze bezoekt over een periode van veertig jaar de meer dan honderd kloosters die onder haar bezielende leiding in verschillende landen tot stand kwamen.

    In België richt zij onder andere in 1836 een huis voor religieuzen op in Sint-Pieters-Jette (1). In 1904 brachten de uit Frankrijk verdreven religieuzen van het Heilig-Hart het lichaam van hun stichteres, de ondertussen ‘eerbiedwaardige’ moeder Barat, over naar deze gemeenschap in België. Haar ongeschonden lichaam (2) werd gedurende bijna honderd jaar bewaard in een schrijn in het Heilig-Hartklooster aan de Heilig-Hartlaan te Jette. In 1908 werd ze zalig verklaard en toen werd een neogotisch schrijn in verguld brons ontworpen door een zekere Scherer en gerealiseerd door de edelsmederij Bourdon uit Gent.
    D
    e heiligverklaring door paus Pius XI volgde in 1925.

    In 1998 verhuisde de kleiner geworden zustergemeenschap van de Heilig-Hartlaan in Jette naar de Overvloedstraat in Sint-Joost-ten-Node.   De zusters namen het schrijn met hun stichster mee naar hun nieuwe onderkomen.  In juni 2009, na 105 jaar, keerde het lichaam van Mère Barat terug naar Frankrijk en kreeg haar schrijn een definitieve plaats in de Heilig-Hartkapel van de Sint-Franciscus-Xaveriuskerk te Parijs, place du Président Mithouard, ten zuiden van de Dôme des Invalides (3), dicht bij de plaats waar ze lange tijd heeft geleefd.  Het moederhuis van de orde bevond zich in het Hôtel Biron (4),

                                    
                                          

    (1) Thans Jette.

    (2) Bij het openen van de kist in 1893 heeft men haar lichaam intact teruggevonden, onverklaarbaar want ze zou niet gebalsemd zijn geweest. In 1908 heeft men een gezichtsmasker aangebracht.

    (3) Metrohalte St François Xavier.

    (4) Hier aan de boulevard des Invalides is nu het Musée Rodin gevestigd.

    Foto 1: glasraam uit de reeks heiligen met een speciale devotie tot het Heilig Hart in de Basiliek van Koekelberg, vooraan rechts op de tweede verdieping van de kooromgang.

    Foto 2: schrijn met het lichaam van Mère Barat in de Franciscus-Xaveriuskerk te Parijs.

    Michel Govaerts, oud-leerling van de Heilig-Hartschool (1949-1951).

    Bronnen: Kerk & Leven (13 mei 2009), www.rscj.com, www.rscjinternational.org, Franse Wikipediapagina 'Madeleine-Sophie Barat'.


    >> Reageer (0)
    14-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een maagd belaagd

    EEN MAAGD BELAAGD

    1300 JAAR HEILIGE GUDULA

    IN 20 CULTUURHISTORISCHE BIJDRAGEN

     

     

    Naar aanleiding van het 13de eeuwfeest van het overlijden van de Heilige Goedele (Gudula), heeft de heemkring De Faluintjes een gelegenheidspublicatie uitgegeven, in samenwerking met de Stad en de Erfgoedcel Aalst en met de steun van de Provincie Oost-Vlaanderen. 

     

     

    In de publicatie EEN MAAGD BELAAGD leveren 20 auteurs vanuit hun specifieke, al dan niet academische invalshoek, een bijdrage over de Heilige Gudula.

     

    Gudula 2012 ... een jubeljaar

    Het levensverhaal van Gudula: de Vita Gudilae

    Een archeologische kijk op de ontwikkeling van de dorpskern van Moorsel

    Wenemar: een 9de-eeuwse moord verpakt in de Vita Gudilae

    De Heilige Berlendis en het klooster van Moorsel

    De sibbe van Gudula

    De geschiedenis van Sint-Gudula (beeldverhaal)

    Het Hof ter Hamme te Herdersem bij Aalst

    De duivel en de kaars: het befaamde wonder uit de Vita Gudilae

    De relieken van de Heilige Gudula

    De Gudulaverering te Moorsel

    De Gudulakapel en haar vrome weldoener

    Antoon Blancart, de schilder van de tien doeken in de Gudulakapel te Moorsel

    De Heilige Gudula in de spiegel van de legende

    Goedele, een Brusselse heilige?

    Sint-Goedele (beeldverhaal)

    Hoe de Heilige Gudula verscheen in Lochem

    Beelden van Sint-Gudula, een heilige uitgebeeld

    Het Gudula-officie

    Sankt Gudula in Rhede

    In de naam van Gudula. Aalsterse verenigingen en organisaties

    Bibliografie

     

    De prijs van dit 304 pagina’s tellende en rijkelijk in kleur geïllustreerde boek bedraagt € 20. Verzendingskosten € 5.

    Info: www.defaluintjes.be - www.gudula2012.be - www.erfgoedcelaalst.be.

    Te verkrijgen in:

    l de winkel van de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal te Brussel

    l het stedelijk museum 't Gasthuys, Oude Vismarkt 13, 9300 Aalst

    l de Standaard Boekhandel, Nieuwstraat 38, 9300 Aalst

    l de dagbladhandel Huis Van Hoorde, Grote Baan 191, 9310 Herdersem (Aalst)

    l de dagbladhandel Yvan en Micheline, Geensbeekstraat 15, 9310 Moorsel (Aalst)

    en bij:

    l Fons Dierickx, Grote Baan 193, 9310 Herdersem (Aalst), tel. 053.21.61.72

    l Fred Van Biesen, Hollestraat 32, 9310 Moorsel (Aalst), tel. 053.70.18.90.


    >> Reageer (0)
    01-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kruisweg St-Niklaaskerk Ottenburg

    De kruisweg in de Sint-Niklaaskerk van Ottenburg

    Huldenbergs patrimonium

     

    Max van der Linden, ontwerper van de kruisweg

     

    Max van der Linden werd op 1 juni 1922 in Nodebais (Waals Brabant) geboren.

     

    Hij werd in een landelijke omgeving opgevoed en in 1941 ging hij naar het Seminarie van Mechelen dat hij in 1945 verliet.  Nadat hij 4 jaar in de keramiekschool van Ter Kameren in Brussel gestudeerd had, installeerde hij zijn atelier in 1952 in de boerderij van Agbiermont in Nodebais.


                          
                                         (Foto Internet)


    Hier wijdde hij zich aan het beroep van keramist en ontving hij tal van bezoekers en vrienden uit alle horizonten.

     

    Het werk van Max van der Linden werd sterk beïnvloed door een brede bekommernis om het sacrale over te brengen.  Het is verankerd in het dagelijkse en landelijke leven.  Thema’s zoals muziek, eenzaamheid, dood en angst maar ook solidariteit en ontmoetingen in onze hedendaagse wereld komen sterk aan bod.

     

    Voor Max van der Linden heeft ieder van ons een sacrale boodschap voor de toekomst van de mensheid.  




    De kruisweg van de Sint-Niklaaskerk van Ottenburg

     

    De kruisweg is één van de waardevolste kunstwerken van de kerk.  Hij werd in de jaren negentig besteld en vervaardigd en past uitstekend in de classicistische omgeving van het bedehuis.



             

                            Jezus wordt ter dood veroordeeld.

     

    “Ecce homo”: de menigte eist zijn kruisiging.



            

                          Jezus neemt het zware kruis.

     

    “Toen brachten ze Hem naar buiten om hem te kruisigen” (Marcus 15, 20)



                 

                       Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis

     

    Jezus valt.  Niet alleen een mens die valt.  Gods Zoon valt.

    Als je valt, ben je nog niet mislukt.  Zelfs Jezus is gevallen.  Dan mag ik, en dan mag jij ook vallen.


                 

                                      Jezus ontmoet zijn H. Moeder

     

    "Uw wonden zijn groot als de zee en niemand die u geneest" (Klaagliederen, 2, 13)



                 

                        Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen

     

    De eerste mens die in de geschiedenis Jezus’ Kruis heeft gedragen is geen leerling geweest, heeft er niet voor gekozen, maar is ertoe gedwongen.  Dat zijn dingen die tot nadenken stemmen.



                 

                           Veronica droogt het gelaat van Jezus af

     

    Zij ontvangt het mooiste cadeau, het gezicht van Christus dat in de zweetdoek werd gedrukt.  Hoe meer men geeft, hoe meer men zich toewijdt, hoe meer men vergeeft en hoe meer Christus ons leven zal bepalen !



                  

                                   Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis

     

    "Zoals een lam dat naar het slachthuis geleid wordt, zoals een schaap dat stom blijft voor zijn scheerders, heeft hij zijn mond niet geopend" (Jes 53,7).


                   

                                Jezus ontmoet de wenende vrouwen van Jeruzalem

     

    "Als men de groene boom zo behandelt (= de onschuldige Christus), wat zal er dan met de dorre boom gebeuren ? (= de zondaars)".  “Als iemand verenigd blijft met het groene hout, zal hij vele vruchten dragen.”  Ontroostbaar klinken hun klaagkreten, even ontroostbaar hun verdriet, hun woede en protest.

    Bronnen :

    www.maxvanderlinden.be

    http://beauraing.catho.be

    Willen de Christenen opstaan ?  Halewijn. Averbode

     

    Samenstelling en foto’s:

    JPVB


    >> Reageer (0)
    31-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kruisweg van de St-Niklaaskerk in Ottenburg - 2

    De Kruisweg van de St-Niklaaskerk in Ottenburg - deel 2



    Jezus valt voor de derde maal onder het kruis


    Links een farizeeër die tracht zichzelf te rechtvaardigen. "Wee u, farizeeërs, huichelaars ! Gij lijkt op gekalkte graven die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol zijn met doodsbeenderen en allerhande onreinheid" (Mt 23,27).



    Jezus wordt van zijn klederen beroofd

    Jezus wordt van zijn klederen ontdaan om ons te kunnen bekleden met zijn genade in het Doopsel.



    Jezus wordt aan het kruis genageld


    Het mysterie van het kruis begon reeds in de stal van Bethlehem ...Zo vaak spijkeren wij, mensen, elkaar vast op voorbije zwakheid en tekortkoming.




    Jezus sterft aan het kruis

    Jezus sterft, Johannes noteert de laatste woorden van Jezus. Eén ervan is gericht tot zijn moeder : "Vrouw, ziehier uw zoon". Maria wordt Moeder van de Kerk, zij neemt onder haar mantel heel het Godsvolk bij zich. Achter Johannes bevindt zich een priester die Eucharistie viert. "Dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed". Deze woorden verwijzen naar het laatste avondmaal en de Lijdensweg van Jezus.




    Jezus wordt van het kruis afgenomen

    De mooiste van de mensenkinderen komt verminkt terecht in de armen van zijn moeder. Al zijn discipelen, zelfs de apostelen, hebben hem verlaten, op enkele vertrouwelingen na.




    Jezus wordt in het graf gelegd


    De vrouwen uit Galilea, Jozef van Arimatea, de heilige Maagd en Nicodemus leggen het lichaam van Jezus neer in de graftombe. Het lijk is symbool van het lot van alle mensen : de dood.





    De engel met de opgeheven vinger verkondigt dat hij zal verrijzen. En de verrezen Christus verzekert ons : als wij via het Kruis gaan, zullen wij deel hebben aan zijn Verrijzenis.


    Bronnen :

    www.maxvanderlinden.be

    http://beauraing.catho.be

    Willen de Christenen opstaan ?Halewijn. Averbode

    Samenstelling en foto’s:

    Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    14-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Clarissen in Brussel

    De orde van de Clarissen in Brussel - deel 1

     

    De Kerk van de Rijke Klaren staat nog altijd in het hartje van Brussel.  Inmiddels zijn de zusters reeds twee eeuwen uit het straatbeeld van de stad verdwenen.  Maar de Arme Klaren zijn er nog altijd.  Meer over deze merkwaardige orde.

     

                                                                                                                               De Heilige Clara

     

    De clarissen zijn een vrouwelijke contemplatieve orde die in de Middeleeuwen door de Heilige Clara gesticht werd.

    Clara werd in 1193 in Assisi geboren. Nadat ze sterk onder de indruk was gekomen van het leven van de twaalf jaar oudere stadsgenoot Franciscus (1182-1226), verliet zij op 18 maart 1212 het huis van haar ouders om zich aan te sluiten bij Franciscus.

    Als dochter van een rijke Italiaanse edelman zou zij worden uitgehuwelijkt om zo het bezit en het aanzien van de familie te verstevigen.

    Door zich tot Franciscus te wenden gaf ze haar maatschappelijke positie op en  legde zich toe op een leven van radicale armoede.


    In de geest van de pas ontstane broederschap stichtte zij, in San Damiano een nieuwe orde van slotzusters.  Zij wilde, zoals Franciscus, de arme Christus volgen en leven volgens het evangelie.

    Zij  zal de geschiedenis ingaan als de eerste vrouw die een kloosterregel schreef.  Door haar naam CLARA  “de lichtende” werd zij de patrones van het weer.  Vandaar de gewoonte om eieren te brengen naar de clarissen om goed weer te bekomen.


    De nieuwe orde kende al snel succes en trok alsmaar meer jonge vrouwen aan.  Armoede was één van de orderegels.  In tegenstelling tot de bestaande orden wilde Clara zonder bezittingen leven, wat in die tijd ondenkbaar was: eigendom was in de Middeleeuwen één van de enige bronnen van inkomen.  De clarissen werden dus opgedragen zich van elke vorm van persoonlijk bezit te ontzien, vandaar de naam “arme klaren”. 



     

    De Heilige Clara (bron Internet)

     

    In 1216 verkreeg ze van Paus Innocentius III het voorrecht om in armoede te leven.  De talloze pogingen van de overheid om haar een andere regel te doen aanvaarden noopten haar tot het schrijven van haar eigen regel, de eerste die ooit door een vrouw opgesteld werd en die door Paus Innocentius IV enkele dagen voor haar dood op 11 augustus 1253 goedgekeurd werd.


                                                                                                                            Arme klaren en rijke klaren

     

    In 1263 vaardigde Paus Urbanus IV een andere regel uit, die de zusters toeliet te leven van de opbrengst van hun bezittingen.  De clarissen die ingingen op deze tweede regel werden de ‘urbanisten’ of ‘rijke klaren’ genoemd.

     

    Dit viel o.a. in goede aarde bij de stad Brussel die niet happig was op bedelordes.  Zij gaf haar akkoord op 5 mei 1345 en verbood het bedelen.  Zo kwamen de rijke klaren in het straatbeeld van Brussel terecht. 

     

    De urbanistenkloosters werden rijk omdat ze veel goederen en eigendommen bezaten en daardoor omvangrijke inkomsten hadden. Een reactie was haast niet te vermijden.  Er ontstond in onze streken een dubbele hervormingsbeweging.

     

    Zo startte Colette Boëllet (1381-1447) uit Corbie in het begin van de 15e eeuw (1408) vanuit Bourgondië en Picardië een grote hervorming waarbij zij het herstel van de oude en strenge eerste regel van de heilige Clara in vele kloosters opnieuw invoerde.  Zo ontstonden de “Coletinen” of “arme clarissen”.

    In Gent werd door Coletta in 1443 een klooster gesticht waar de volstrekte armoede als belangrijkste streefdoel gold. 





    De H. Coleta van Corbie in Gent overleden (bron Internet)

     

    Een tweede hervormingsbeweging ontstond onder impuls van de minderbroeders.  De eerste gemeenschap ontstond in Brussel in 1503 niet ver van het Begijnhof in de Van der Elststraat.  Nadat een pestepidemie talloze slachtoffers had gemaakt, drong het stadsbestuur aan op het oprichten ervan.  Franciscaanse ‘grijze zusters’ – onder invloed van Pater Diederik Coelde -  kregen als opdracht te bidden opdat de kwaal niet zou terugkeren en volgden de eerste regel van de heilige Clara.  

     

    Woelige tijden

     

    Religieuze gemeenschappen kregen het in de volgende eeuwen hard te verduren.

    Zo werden de arme (en ook de rijke) klaren tijdens de Calvinistische periode (1578-1585) verdreven.  De plunderingen van de kerken, de verbanning van de religieuze ordes, het verbod van katholieke erediensten ontmoedigden de zusters ; zij kregen het bevel zich terug te trekken in hun families. Na de overgave van de stad op 10 maart 1585 werden de religieuze orden hersteld.

     

    Op het einde van de 18de eeuw verbood Jozef II de contemplatieve orden ; in 1783 werd het klooster van de arme klaren in Brussel gesloten.  Na een korte terugkeer in 1790 werden de zusters definitief tijdens de Franse periode (1796) uit hun huis weggejaagd.

     

    De 19de eeuw bracht een heropflakkering.  Door toedoen van pater-jesuïet Jean-Baptiste Boone (1794-1871) en de inzet van zuster Marie-Dominique Berlamont (1799-1871) abdis van de Arme Klaren-Coletinen te Brugge kon een gemeenschap te Brussel gevestigd worden.  Graaf Guillaume de Limburg Stirum en gravin Constance de la Serna traden als ‘syndic’ op en zorgden voor financiële hulp.  Een huis in de Van Moerstraat werd aangekocht.  Op 7 september 1843 was het dan zover : tien zusters (onder wie twee buitenzusters) konden het werk van de H. Clara voortzetten.

    Het opzet moet succesvol geweest zijn want 8 jaar later was het huis te klein en werd gezocht naar een ruimere locatie.  Op de hoek van de Kapucijnenstraat en de Blaesstraat (in het hartje van de Marollenwijk) werd een stuk grond van 33 a gekocht.  Het klooster werd snel gebouwd en op 9 juli 1852 namen de zusters er hun intrek. Iets later, in 1854, werd begonnen  met de bouw van een kapel.

     


    (wordt vervolgd)

    JPVB


    >> Reageer (0)
    13-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zusters Clarissen in Brussel 2


    De orde van de Clarissen in Brussel - deel 2


    De Kerk van de Rijke Klaren staat nog altijd in het hartje van Brussel. Inmiddels zijn de zusters reeds twee eeuwen uit het straatbeeld van de stad verdwenen. Maar de Arme Klaren zijn er nog altijd. Meer over deze merkwaardige orde.



    Ik was 15 toen ik me aanmeldde


    Gedurende meer dan een eeuw zijn de Arme Klaren gehuisvest in het hartje van de Marollenwijk. Hoewel ze van de buitenwereld afgezonderd leefden, hebben ze in die periode de vinger aan de pols gehouden van alles wat leefde in de binnenstad.  Zij konden inspelen op het hartelijk en warm temperament van de marolliens en stonden dichtbij de naakte realiteit van iedere dag en hadden een klare kijk op wat er enkele straten verder gebeurde. 

    Maar toch leefden ze afgezonderd, “cloîtrées”, zoals ze zelf zeggen.  De regel was : niets zien en niet gezien worden.

     
                                                                  

                                             

     

    In de schaduw van het Justitiepaleis in de Kapucijnenstraat stond in het hartje van de Marollen het klooster van de Arme Klaren (het donkere gebouw rechts op de foto)

    (foto uit het archief van de zusters Clarissen).



    Twee van de drie zusters, die nadien nog in Loonbeek verbleven, waren in het marollenklooster vrijwillig ingetreden en denken nog met een zekere nostalgie aan deze periode.  ‘Ik was 15 toen ik me aanmeldde’ vertelt zuster Claire. ‘Men heeft me teruggestuurd en gevraagd te wachten tot ik 18 was’.    

     

                                           

     Zuster Claire : “Men heeft me gevraagd te wachten tot ik 18 was”.(eigen foto)

     

    “…deze mensen hebben iemand nodig die voor hen bidt…”

     

    De roeping van de zusters ging duidelijk gepaard met een diepgaande overtuiging. Zuster Colette woonde in Sint-Gillis en kende de buurt van het Zuidstation zeer goed. “Er waren zoveel noden dat mijn rol in een gewoon leven een druppel in de zee zou geweest zijn.  Als kloosterlinge zou ik voor iedereen kunnen bidden.  Dankzij het gebed kon ik meer armslag krijgen en tot een daadwerkelijke actie overgaan.”

                                            

     Zuster Colette : “Dankzij het gebed kon ik tot een daadwerkelijke actie overgaan”(eigen foto)



                                                

    De zusters Clarissen tijdens het gebed.  De tweede zuster vertrekkend van rechts is zuster Colette (Foto uit het archief van de zusters clarissen).



    Zij hebben gekozen voor de Arme Klaren.  Het was een keuze voor een bepaalde armoede, alleszins voor soberheid. "Dit geeft je meer vrijheid ten aanzien van wat er rond je gebeurt", vertelt zuster Claire verder. "Er zijn tal van mensen die opgevreten zijn door hun activiteit ; deze gunt hen geen tijd meer om eventjes tot bezinning te komen.  Deze mensen hebben iemand nodig die voor hen bidt opdat zij tot inkeer kunnen komen en tot waardevolle handelingen zouden overgaan."
     

    “… we wisten exact wat er zich buiten afspeelde…”

     

    Een deel van de zusters was afkomstig van een Brusselse gemeente en kon zodoende de Brusselse mentaliteit beter dan wie ook begrijpen en op afstand deelnemen aan de gemoedsgesteldheid van de inwoners van de binnenstad.  Zij voelden zich thuis in de Marollen, daar waar arme mensen wonen, en zij werden ook gerespecteerd en gedragen door hun buren.  In moeilijke momenten konden ze rekenen op de solidariteit van de hele wijk. Tijdens de oorlog  bezweken op enkele weken tijd vijf zusters tijdens een griepepidemie.  Zij waren ondervoed en de kloostergemeenschap was niet bij machte in te staan voor een aangepaste verzorging.  Er werd een beroep gedaan op de Jezuïeten die overal gingen vertellen dat de zusters van honger stierven.  Er kwam een grootse solidariteitsactie tot stand ; iedere marollien legde zijn steentje bij, hoe klein het ook was, en de overblijvende zusters waren gered.  "Dat waren de Marollen” zegt zuster Colette, “een grenzeloze hartelijkheid" .  

       

    Zo was er ook de jaarlijkse braderij. .  Zij begon op 12 september (de datum van de kerkwijding in de collegiale Sint-Goedele) en duurde tot 29 september (het feest van Sint-Michiel, de patroonheilige van Brussel).  Luidsprekers op iedere hoek van de straat zonden 24 uur op 24 muziek uit afgewisseld met boodschappen en berichten over evenementen.  ‘We konden moeilijk tijdens deze soms nog warme maand ramen en deuren sluiten’, vertelt zuster Claire.  “Wij volgden dus alle feestelijkheden op de voet  en wisten exact wat er zich buiten afspeelde”. 


    Ook van geuren werden ze niet gespaard.  In functie van de richting van de wind kregen ze alle parfums van de Côte d’Orfabriek ofwel alle geuren van de nabijgelegen koffiebranderij van Jacqmotte binnen.

     

     

     Zuster Eudonie : ondanks haar 92 jaar nog altijd een aanstekelijke glimlach (eigen foto)

     

    Het zwembad en geruchten van onteigening

     

    Toen de stad Brussel een zwembad op een braakliggend terrein naast het klooster liet bouwen, werden ze voor goed in het nauw gedreven ; graag hadden ze zelf uitgebreid maar de prijs lag veel te hoog. 

    Het zwembad bracht veel hinder met zich mee : lawaai, minder licht door de hoge muren maar vooral rook en as.  Bovendien werd het op een bepaalde afstand van de straat gebouwd; er was sprake van de Kapucijnenstraat te verbreden over haar hele lengte.  Dit zou betekend hebben dat de zusters voor het voorste deel van het klooster zouden onteigend worden.  Op dit gedeelte stond het gebouw dat de 'buitenzusters' herbergde. Zij waren zusters van de 'derde orde' en mochten het gebouw van de 'binnenzusters' of ‘koorzusters’ niet delen (pas later zijn ze Clarissen geworden).  Overtuigd dat ze zouden onteigend worden, werd gezocht naar een andere locatie.  Het Blauwhof van Loonbeek werd weerhouden.

    Men slaagde er niet in het bestaande gebouw te verkopen.  Er waren wel geïnteresseerden, maar de dreiging van onteigening hing als het zwaard van Damocles boven ieders hoofd.  Uiteindelijk werd het gebouw aangekocht door de Stad Brussel door tussenkomst van Paul Van Den Boeynants.  "En we kregen op de koop toe nog een premie voor afbraak van een krotwoning", vertellen de zusters en ze moeten er nog mee lachen.

    …40 jaar in Loonbeek-Huldenberg…

     

    Voor de arme klaren kwam het Blauwhof in Loonbeek in aanmerking als nieuwe vestigingsplaats.  Zij konden er leven volgens de regels van Sint-Franciscus in afzondering en gebed. 



              

    Bovenaan van links naar rechts : de zusters Marie-Josephe, Marie-Madeleine, Marie-Claire, Véronique, Marieke, Gabrielle (abdis), Marie de Jésus, Marie-Aimée, Françoise, Marguerite Marie (tuinvrouw).

    Tweede rij van links naar rechts : de zusters Colette, Angèle, Gertrude, Josephine.

    Derde rij van links naar rechts : Claire, Marie des Anges

    Ontbreken : de buitenzusters en twee reeds overledene zusters.

     

    Groepsfoto genomen op 9 september 1967 (uit het archief van de zusters Clarissen)

    In 2004 verlieten de drie overblijvende zusters Clarissen Loonbeek.  Na meer dan 40 jaar discrete aanwezigheid namen ze hun intrek in het Franciscaner klooster van Vogelzang te Woluwe. 

    Op het ogenblik herbergen de gebouwen, naast een gemeenschap van franciscanen, de parochie O.-L.-V. der genade en een internationaal opleidingscentrum voor de missies.  Men vindt er ook een gemeenschap van Clarissen die wegens kloostersluitingen dit oord vervoegen. "La communauté Sainte Claire" telt vandaag een tiental zusters.



    Bronnen

     

    Dank aan de zuster clarissen.

    Na 40 jaar aanwezigheid in het Blauwhof verlaten de zusters Clarissen Loonbeek. J.-P. Van Binnebeek. Heemblad Huldenberg  2004_1

    De zusters Clarissen hebben Loonbeek verlaten. J.-P. Van Binnebeek. Heemblad Huldenberg 2004_2


    Foto’s :

      

    archief zusters Clarissen
    JP Van Binnebeek

     

    Tekst JPVB



    >> Reageer (0)
    07-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


     




    >> Reageer (0)
    11-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OLV Affligem

    Onze Lieve Vrouw van Affligem

     
                                        

    In de Sint-Katelijnekerk werd O.L.Vrouw van Affligem vereerd. Ingevolge de sluiting van deze kerk zal dit beeld een andere locatie moeten krijgen. Dit beeldje uit de 17de eeuw werd gesculpteerd uit de restanten van een beeld afkomstig van het klooster van de Benedictinessen van Affligem. Het oorspronkelijke beeld werd vernield door de beeldenstormers in 1580, meer bepaald door een knecht van de abdij die sympathiseerde met de geuzen.


    Over dit beeld bestaat een mooie legende. Wanneer in 1146 de H. Bernardus van Clairvaux een bezoek bracht aan deze abdij, begroette hij dit beeld met een “Ave Maria”. Daarop boog het beeld het hoofd en antwoordde “Salve Bernarde”. De hele monnikengemeenschap was er getuige van, zo luidt de legende.


    Dit voorval gaf de aanzet tot de verering van Onze Lieve Vrouw aldaar. Zij zal vereerd worden in de hoedanigheid van O.L.Vrouw van de Vrede. In de Sint-Niklaaskerk vinden we ook een O.L.Vrouw van de Vrede, met de bijkomende v
    ermelding: “a peste, a fame et bello libera nos Maria pacis” (Verlos ons van de pest, de hongersnood en de oorlog, Maria van de vrede). Dit waren dus de gruwelen waar de bevolking aan bloot stond.


    De link tussen Affligem en vrede is begrijpelijk als we de historie van deze abdij kennen. Immers deze abdij was de belangrijkste in de Nederlanden. Door haar ligging op de grens van Vlaanderen en Brabant was ze zeer kwetsbaar. Haar faam en haar rijkdom waren de aanleiding tot vele plunderingen. Zij zal dan ook in de loop van haar geschiedenis vele tegenslagen kennen. O.L.Vrouw van de Vrede werd aldaar niet onterecht aanroepen.

    PW (wordt vervolgd)


    >> Reageer (0)
    04-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kardinalen in de kathedraal

    Vijf kardinalen afgebeeld (1) in de Sint-Michiel-en-Goedelekathedraal te Brussel

    1. Albert van Leuven

    Het glasraam 'De Annunciatie', uit de reeks over het leven van Maria in de Mariakapel, brengt ook de landvoogden Albrecht en Isabella, initiatiefnemers voor deze kapel, in beeld samen met hun patroonheiligen. De Heilige Albertus van Leuven is de patroon van Albrecht en de Heilige Elisabeth van Hongarije de patrones van Isabella. Jan de Labarre en Theodoor van Thulden, twee kunstenaars uit 's-Hertogenbosch, vervaardigden dit glasraam in 1663.

                                       

    Albert van Leuven (ca.1166-1192) was de jongere broer van Hendrik I (1165-1235), hertog van Brabant. Reeds op twaalfjarige leeftijd werd hij kanunnik van het Sint-Lambertuskapittel te Luik. In 1187 werd hij tot ridder geslagen, maar weigerde op kruistocht te gaan. In 1191 werd hij als kandidaat van Brabant tot prins-bisschop van Luik gekozen. Dit was niet naar de zin van de graaf van Henegouwen en keizer Hendrik VI. Paus Celestinus III bevestigde zijn benoeming en creëerde hem tot kardinaal. De keizer belette hem echter zijn functie op te nemen, maar hij bestuurde zijn bisdom zo goed als hij kon vanuit Reims. In 1192 werd hij daar in opdracht van Hendrik VI vermoord. Hij leefde eenzaam en teruggetrokken. Het blijkt dat hij een vergevingsgezinde, beminnelijke en wijze man was. In 1613 keurde paus Paulus V Alberts verering goed, hetgeen gelijkstaat met een heiligverklaring. Meestal staat Albertus afgebeeld als bisschop (tabberd, mijter, staf) met drie zwaarden of een moordwapen in de hand of in zijn lichaam gestoken; ook met het wapen van Brabant. Zijn schrijn maakt deel uit van het Heilig-Hartaltaar in de basiliek van Koekelberg.

    2. Willem van Croÿ

    Op het door Jean-Baptiste Capronnier getekende en geschilderde glasraam uit 1848 'De Triomf van het Heilig Sacrament' boven het altaar in de Sacramentskapel, thans Schatkamer, zien we de wereldlijke en geestelijke macht het Heilig Sacrament aanbidden. Links Keizer Karel en Isabella van Portugal met hun kinderen Filips, Maria en Johanna. Rechts paus Adrianus VI, kardinaal Willem van Croÿ, zijn broer bisschop Jacob van Croÿ en de deken van de kathedraal. Alle figuren, behalve Isabella, met hun patroonheilige.

                                          

    Willem van Croÿ (1497-1521) is op zeer jonge leeftijd opgeklommen op de kerkelijke ladder: bisschop van Kamerijk (Cambrai) in 1516, kardinaal in 1517 en in datzelfde jaar, zeer tegen de zin van de Spanjaarden, aartsbisschop van Toledo. Alhoewel hij deze functie nooit uitoefende, was een aanzienlijk inkomen zijn deel. De man achter deze benoemingen was zijn oom en naamgenoot, Willem van Croÿ (1458-1521), een van de belangrijkste raadslieden van Filips de Schone en Keizer Karel. Tijdens de Rijksdag van Worms in 1521 werd een jachtongeval hem fataal. Zijn graf(monument) bevindt zich in het voormalige Kapucijnenklooster te Edingen.

    3. Everhard van der Mark

    Het grote glasraam 'Het Laatste Oordeel' boven het westportaal uit 1528 is geschonken door Everhard van der Mark, prins-bisschop van Luik. Onderaan in het midden is hij met de scharlakenrode kardinaalsmantel als schenker afgebeeld. Achter hem een engel met een dubbele staf, verwijzend naar zijn dubbele functie: prins en bisschop. Hij kijkt naar het zuiden, de kant van de zon, waar de gelukzaligen te vinden zijn. De figuur tegenover hem verbeeldt het Geloof. In het timpaan zien we ook tweemaal zijn wapenschild met kardinaalsymbool afgebeeld.
     
                                      

    Everhard van der Mark (in het Frans: Érard de la Marck) (Sedan, 1472 – Luik, 1538) werd prins-bisschop van Luik in 1505. Aanvankelijk stelde hij zich neutraal op in het conflict tussen Frankrijk en Bourgondië. Toen hij in 1518 onvoorwaardelijk de zijde van Karel V koos in de strijd voor de keizerskroon, zorgde Karel ervoor dat hij in 1521 beloond werd met het kardinaalschap. Later werd hij ook bisschop van Chartres (1507-1525) en aartsbisschop van Valencia (1520-1538), hetgeen hem heel wat bijkomende inkomsten opleverde. Everhard heeft dit glasraam geschonken om Keizer Karel te bedanken en zichzelf in het zonnetje te plaatsen. Onder zijn bewind (begin 16de eeuw) kende het prinsbisdom Luik door de toename van handel en nijverheid zijn grootste bloei.


    4. Engelbert Sterckx

    15 glasramen uit de tweede helft van de 19de eeuw, in wijzerzin in de zijbeuken aangebracht, vertellen het 14de-eeuwse verhaal van het Sacrament van Mirakel. Wegens zijn anti-joodse context is deze legende zeer omstreden. Op het laatste glasraam, dat zich in de tweede kapel van de noorderzijbeuk bevindt, leidt kardinaal Sterckx, aartsbisschop van Mechelen, de plechtige heroprichting van de Broederschap van het Sacrament van Mirakel (1861). Dit glasraam ter nagedachtenis van burggraaf Auguste de Jonghe d'Ardoye, lid van het Nationaal Congres en senator, werd geschonken door zijn echtgenote ter gelegenheid van 500 jaar Sacrament van Mirakel.

                                          


    Engelbert(us) Sterckx werd geboren te Oppem (bij Meise) in 1792  en overleed te Mechelen in 1867. Priester gewijd in 1815, was hij achtereenvolgens leraar aan het grootseminarie van Mechelen, vicaris-generaal van het aartsbisdom en aartsbisschop (1832-1867). In 1838 volgde zijn creatie tot kardinaal. De bekende Mechelse Catechismus is van zijn hand. Hij verzette zich tegen de inmenging van de antiklerikale liberale overheid in kerkelijke aangelegenheden.


    5. Désiré-Joseph Mercier

    Bij de zuidgevel van de kathedraal, aan het Sint-Goedeleplein, staat een bronzen standbeeld van kardinaal Mercier, het laatste grote werk (1941) van beeldhouwer Egide Rombaux (1865-1942). De kardinaal is hier afgebeeld met een rijk versierde koorkap. Hij schrijdt vooruit; hij weet waar hij naartoe wil. Naast hem zien we zijn theologische geschriften. Op de voorzijde van de sokkel staan zijn naam, geboorte- en sterfdatum, en wapenschild.

                                             

    Een kardinaal heeft boven zijn wapen een kardinaalshoed, voorzien van twee maal 15 kwasten. Een aartsbisschop is herkenbaar aan een tweearmig processiekruis (2), mijter en staf. Zijn wapen verwijst naar Thomas van Aquino (zon), de band met Rome (kruisjes van het pallium) (3) en de devotie voor het Heilig Hart (hart). 'Apostel van Jezus Christus' was zijn bisschopsleuze.  Op de achterzijde van de sokkel staat:
    ARCHIEPISCOPUS MECHLINIENSIS / PHILIOSOPHIAE MAGISTER / DEFENSOR CIVITATIS (4).

                                                          

    Désiré-Joseph Mercier (Eigenbrakel, 1851 – Brussel, 1926). Priester gewijd in 1874. Leraar grootseminarie Mechelen. Titularis van de leerstoel thomistische wijsbegeerte (1882) en stichter Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de K.U.Leuven. Aartsbisschop van Mechelen (1906) en een jaar later kardinaal. Initiatiefnemer en voorzitter van de informele Mechelse Gesprekken (1921, 1923 en 1925) tussen rooms-katholieken en anglicanen om tot hereniging te komen. Jozef Ernest Van Roey, die als theologisch expert aan de besprekingen deelnam en Mercier na diens overlijden in 1926 opvolgde als aartsbisschop, beëindigde de gesprekken tijdens de laatste sessie in 1927. Het minste wat men kan zeggen is dat kardinaal Mercier in Vlaamse kringen niet zo geliefd was, omdat hij het Nederlands als minderwaardig aanzag. Dichter Hubert van Herreweghen (°1920) verwoordde het als volgt (5): Drie tienermeisjes langs de kathedraal / reien als nimfen lentezot een dans. / Zij kwamen uit het park. De bronzen kardinaal / begrijpt het niet: zij lachen Nederlands.

    (1) Albrecht VII van Oostenrijk staat als landvoogd op het glasraam, beschreven sub 1., en Adriaan Boeyens figureert op het glasraam, beschreven sub 2., als paus Adrianus VI. Vermits zij niet als kardinaal zijn uitgebeeld, worden zij hier niet behandeld. Hetzelfde geldt voor aartsbisschop Victor-Auguste Dechamps, die ten tijde van Vaticanum I nog geen kardinaal was. Hij staat afgebeeld op het bovenste tafereel van het vierde glasraam in de kooromgang.  

    (2) een gewone bisschop heeft een enkelvoudig kruis.

    (3) het pallium is een wollen schouderband met zes zwarte kruisjes door de paus uitgereikt aan de aartsbisschoppen als symbool van hun verbondenheid met Rome.

    (4) vertaling: aartsbisschop van Mechelen / leraar in de wijsbegeerte / verdediger van de democratie.

    (5) gedicht Dans, te vinden in Brussel XL in woorden, wandeling 2: langs pleinen en paleizen, een uitgave van Onthaal en Promotie Brussel.

    Tekst en foto's  MG


    >> Reageer (0)


    Ontdek Brussel met ons
    Gratis rondleiding in
    volgende kerken
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Foto

    ofwel
    kiest u voor een parcours
    met gratis begeleiding

    Hieronder voorbeelden
    'à la carte' is ook mogelijk
    (klik op de foto voor meer info)


    Foto

    Foto

    Nuttige informatie
  • Programma-vooruitzichten
  • Activiteitenkalender
  • Spelregels
  • Op zoek naar info
  • Nuttige links

  • Blog als favoriet !

    Gastenboek


    Archief per week
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 31/01-06/02 2022
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 29/10-04/11 2018
  • 21/11-27/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 26/01-01/02 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 14/10-20/10 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 08/10-14/10 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 31/10-06/11 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs