Welkom - Bienvenue!


Foto
Gastenboek

Als je zin hebt kun je een berichtje achterlaten in het gastenboek!

Inhoud blog
  • Flamands, Wallons, soyons unis!
  • Op zoek naar dé manier om de getallen in het Frans te leren? Ga bij de fanfare!!
  • Bonne merde – Goeie stront!
  • Muziek: een (universeel) wondermiddel!
  • Grote buitenlandse reis ;-)
  • Halfvastenfeesten
  • Relluhhh!! – update
  • Relluhhh!!
  • Karlijn en het project «Internet op de kamer van Karlijn»
  • Het buitenlandgevoel
  • Cursus huisje bouwen in België
  • Zoenuh, zoenuh, zoenuh!!
  • Ergens tussen Bergen en Mons...de logica van tweetalige bewegwijzering
    Karlijn in Bels
    Les aventures d'une petite fille néerlandaise en Belgique...
    25-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Flamands, Wallons, soyons unis!

    tekst op sokkel:
    Soyons unis
    Flamands, Wallons
    ce ne sont là que des prénoms
    Belge est notre nom de famille!

    (Laten we verenigd zijn
    Vlamingen, Walen,
    dat zijn alleen maar voornamen,
    Belg is onze achternaam!)

    Waarschijnlijk was de beeldhouwer van dit standbeeld in een nogal idealistische bui toen hij dit aan het uithouwen was. Ook al leven Vlamingen en Walen al vanaf 1830 officieel samen in één land, als je zo een beetje geïntegreerd begint te raken dan merk je op bepaalde plaatsen echt wel dat het niet altijd een even gelukkig huwelijk is…

    Bijvoorbeeld bij de fanfare. Aangezien de gemiddelde leeftijd van de -voornamelijk mannelijke- leden zo ongeveer rond de 72 ligt (prototype fanfarelid is gepensioneerd, komt op vrijdagavond met instrument onder de arm binnengesloft, mompelt tegen iedereen iets wat op bonjour moet lijken maar meestal onverstaanbaar is door afwezigheid tanden, pakt een pilske om mee te beginnen en gaat z’n partijen zoeken), ligt de vroegere hevige taalstrijd bij de meesten van hun nog vers in het geheugen. En als we dan ook nog concert in Louvain-la-Neuve hebben, dat is natuurlijk de goden verzoeken he.
    Louvain-la-Neuve is namelijk een stadje onder Brussel dat in 1968 uit het niets opgetrokken is naar aanleiding van de kwestie Leuven Vlaams. Bij deze Vlaams-Waalse ruzie wilden de Vlamingen dat de universiteit van Leuven (dat in Nederlandstalig gebied ligt) geheel Nederlandstalig zou worden, en dat de Walen dus óf Nederlands moesten spreken óf op moesten rotten (wat leidde tot kreten als ‘Walen buiten! Leuven Vlaams!’). Op een gegeven moment waren de Walen het zo beu dat ze hun boeltje bij elkaar pakten en dachten van ‘nou dan beginnen we toch lekker zelf een universiteit’. Zo gezegd zo gedaan; ze gingen naar de gemeente Ottignies, kochten een stuk land en begonnen daar hun eigen nieuwe stad: Louvain-la-Neuve (‘Leuven-het-nieuwe’). Lekker puh dus.
    Maar er zit toch nog veel oud zeer, zo bemerkte ik toen ik met een aantal fanfareleden op leeftijd in de auto naar Louvain-la-Neuve reed. Toen het gesprek op de oorsprong van het stadje kwam, begon met name de chauffeur vol vuur te vertellen over die @#$% Vlamingen die de Walen toen buiten hadden geschupt, en aan het vuur in z’n ogen was te zien dat ie het meende!! (terwijl ik het op zich ook wel een goed idee vond als ie ook nog even op de weg lette, maar ok) Ja en toen kwamen de anderen natuurlijk ook op dreef, en begonnen ze allemaal te vertellen over hun slechte ervaringen met de Vlamingen, t was zomaar stom volk en je kon er maar beter niet te veel mee van doen moeten hebben etc. etc. Ik begon het al bijna warm te krijgen, totdat één van de oudere mannetjes mij geruststellend toevertrouwde dat dat natuurlijk allemaal niet voor mij gold, want ja ik was Nederlands en ik kon er ook allemaal niks aan doen…

    Het moge duidelijk zijn dat ik tot op heden mijn origine van moederskant maar wijselijk verborgen heb gehouden bij de fanfare… ;-)


    04-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op zoek naar dé manier om de getallen in het Frans te leren? Ga bij de fanfare!!


    Iedereen die op de middelbare school een beetje Frans heeft gehad, weet zich vast nog wel te herinneren hoe hopeloos het Franse getallensysteem in mekaar zit. Tachtig is niet gewoon iets met acht, nee het is iets met vier en met twintig: quatre-vingts. Vijfenzeventig is is niet gewoon iets met vijf en met zeventig, nee het is zestig en vijftien: soixante-quinze. (al moet hierbij natuurlijk wel opgemerkt worden dat de Belgen op dit gebied al een stuk hendiger uitgevallen zijn: niks te zestig-tien (soixante-dix) voor zeventig, maar gewoon iets met zeven: septante, en idem voor negentig-nonante)

    Hoe belangrijk deze getallen zijn, ontdekte ik ook al gauw op de eerste repetitie van de fanfare. In het kader van de integratie was ik namelijk via Internet op zoek gegaan naar een muziekvereniging in de omgeving van Mons waar ik een paar maandjes mee zou kunnen spelen. Aangezien er in Mons zelf niets te vinden was, kwam ik al gauw uit bij de Fanfare Communale van Havré, een dorpje een paar kilometer buiten Mons. Ik stuurde een mailtje naar de secretaris, en binnen 10 minuten had ik een enthousiast mailtje terug: tot vrijdag op de repetitie!! Kijk dat schiet tenminste op.
    Klein probleempje nog: het was een fanfare, en ik speel klarinet. En in een fanfare zitten geen klarinetten. Gelukkig kon ik via m’n eigen club Sirena een altsax regelen (waarvoor dank!), want in een fanfare zitten wel saxen. Vrijdags ging ik dus naar de eerste repetitie, en wat was het eerste wat ik zag toen ik binnenkwam? Klarinetten. En bugels. Huh? Moraal van het verhaal: in Bels komt het allemaal niet zo nauw met de benamingen harmonie-fanfare en de bijbehorende bezettingen.
    Maar goed, ik ging dus maar gewoon bij de saxen zitten en na overleg met de dirigent besloot ik de week daarna ook maar m’n klarinet mee naar de repetitie te nemen, dan konden we per stuk een beetje kijken wat het beste uitkwam (er was nog iemand die ook allebei deed, dus dan konden we een beetje afwisselen als we daar zin in hadden).
    Nou en toen begon dus de repetitie, de stukken waren niet echt moeilijk, maar o wee als de dirigent afsloeg... Voor de niet-muziek-mensen onder jullie: over het algemeen is het zo dat je op een repetitie niet alleen maar stukken van voor naar achter doorspeelt, maar dat je ook regelmatig stopt om bepaalde stukjes nog eens opnieuw te doen. Aangezien de muziek verdeeld is in genummerde maten, roept de dirigent dan meestal het nummer waar we weer opnieuw beginnen et c’est parti.
    Ziehier ook meteen mijn probleem… ‘On commence à deux cent quatre-vingt trois.’ Situatie: heel de fanfare begint te spelen, Karlijn zit zich nog koortsachtig af te vragen wat deux cent quatre-vingt trois ook alweer is, owja tweehonderddrieëntachtig, zoek zoek zoek op partij, ja gevonden, shit de rest is al 5 maten verder, help waar zijn ze nou gebleven, owja hehe gevonden, en met een beetje geluk speelt Karlijn nog 2 maten mee voor de dirigent alweer voor de volgende keer afgeslagen heeft…;-)

    Kortom: de eerste repetitie was een beetje hopeloos, maar ik moet zeggen dat het nu na drie maanden al een heel stuk beter gaat, «usage rend maître» zullen we maar zeggen he…


    24-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bonne merde – Goeie stront!


    Nee hier is geen boerendochter aan het woord die concludeert dat de uitwerpselen van het vee dit jaar toch wel van een uitzonderlijke kwaliteit zijn voor het bemesten van het land. Wat het dan wel is? Het creatieve gebruik van het multifunctionele Franse bijvoeglijk naamwoord «bon»…

    Mocht je nu nog steeds denken van waar gaaaaat dit over: ik zal me nader verklaren.
    In het Frans kun je het woordje «bon» voor een zelfstandig naamwoord plakken om iemand iets toe te wensen. Gaat iemand bijvoorbeeld op reis, dan wens je hem Bon voyage, Goede reis dus, niks nieuws vergeleken met het Nederlands.
    In het Frans komt dit echter veel vaker voor, of beter gezegd als je iemand iets toe wilt wensen dan kun je hier zo ongeveer overal «bon» voor plakken. Moet iemand veel lezen voor school en wil je hem daar succes bij wensen? Bonne lecture! Staat iemand op een vriend te wachten die hem op komt halen en wil je hem veel plezier bij het wachten toewensen? Bonne attente! (ja ze wensen elkaar de vreemdste dingen toe)
    Maar wat als iemand nu iets heel vervelends moet gaan doen en je hebt zoiets van ja het is wel niet leuk voor je maar toch succes ermee he? De oplossing: Bonne merde. Goeie stront. De eerste keer dat iemand dit tegen mij zei stond ik nogal raar te kijken. Wat nou goeie stront? Waar? (Sta ik bijna in een hondendrol ofzo, ja maar we staan nu in de keuken en daar ligt volgens mij normaal toch geen stront hoor)
    Best moeilijk dus, die Franse taal...

    Maar wil je me dus succes wensen met m’n aankomende tentamenperiode, stuur me ff een mailtje waarin je me goede stront wenst, en ik weet dat ik er weer tegenaan kan! ;-)


    14-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziek: een (universeel) wondermiddel!

     
    Vraag: hoe krijg je een Nederlander helemaal doorgedraaid?
    Antwoord: zet hem/haar in een klas met 15 Franstalige kleuters die al de hele dag op school zijn geweest en dan om kwart voor vier nog een uur Nederlands moeten krijgen. Maar niet langer gevreesd: de oplossing is gevonden!!

    Een aantal weken geleden kreeg ik via een docent van de Vertaalschool een oproepje onder ogen: native Nederlandssprekenden gezocht voor lessen Nederlands aan Walen. De docent moedigde mij en nog twee Vlamingen aan om hier toch zeker op te reageren, zelfs als het niks zou worden dan was het toch een heel goede ervaring om eens een sollicitatiegesprek in het Frans te hebben gedaan. Kortom: een paar dagen later ging ik behoorlijk zenuwachtig op gesprek bij het bureau dat het taalonderwijs verzorgde. Gelukkig was de mevrouw daar geen getrainde P&O-er die allerlei psychologische doorzaag-vragen stelde, maar concludeerde ze al gauw dat het op basis van mijn Bedrijfscommunicatie-achtergrond wel OK was als ik conversatielessen met volwassenen uit het bedrijfsleven zou gaan doen. Joepie, een bijbaantje!
    Ze had echter ook nog dringend behoefte aan een native Nederlands-spreker die een aantal lessen in het lager onderwijs wilde vervangen, groep 4, groep 7 en de kleuters. Nou, op zich wel leuk, gaf ik aan, maar ehm daar heb ik helemaal geen diploma ofzo voor…Maar dat bleek niet uit te maken, het was namelijk voor een privé-school, en daar kunnen ze dus in principe iedereen voor de klas zetten.
    Nou dat was dan geregeld. (huh?) Of ik woensdag om 15.30u in St.Symphorien bij de kleuterschool wilde staan voor de eerste les, ik kon vantevoren de mappen van de kinderen ophalen bij het bureau, dan kon ik zien wat ze allemaal al gehad hadden en dan kon ik op basis daarvan een nieuwe les in elkaar zetten. Aha. Ik moest dus ook nog even zelf bedenken wat ik met die kinders ging doen.

    Niet gehinderd door enige kennis van het kleuteronderwijs ging ik er dus de eerste keer maar op af. Vijftien gillende en rennende kleuters in een lokaal, een breed lachende directeur erbij: hier heb je ze, ik kom over een uur wel weer eens kijken. Eerste indruk: whaaaaaaaaaaaaaa.
    Maar de eerste anderhalve minuut viel toch mee, want zo’n echte Nederlander, dat was toch wel mega-interessant (zo veel lopen die hier nou ook weer nie zomaar in het wild rond). Ik begon daarna maar eens te vragen wat ze eigenlijk al allemaal kenden in het Nederlands (want uit de mappen op te maken was dat nog niet zo veel). En inderdaad kwamen sommigen tot een twijfelachtige ‘ond’ of ‘kiep’ (nee niet op z’n Brabants maar meer op z’n ik-ben-Franstalig-en-ik-spreek-alle-i’s-als-ie-uit). Slik. Deze rennende en krijsende kinders kenden dus inderdaad geen woord Nederlands en ik moest ze het komende uur (en alle volgende weken ook nog…) bezig houden. En dan zou het wel fijn zijn als ze ook nog een beetje Nederlands leerden.
    Toch maar met een soort van lesje beginnen dan; ik had wat dingen voorbereid over ‘kleuren’ in het Nederlands, dus ik had viltstiften meegenomen en wat kleurplaten, dan konden ze mooi een beetje braaf kleuren dan kon ik ondertussen proberen om ze wat kleuren in het Nederlands te leren: rood, geel, blauw, groen etc. Iedere kleuterjuf met een béétje ervaring had me waarschijnlijk vantevoren al kunnen vertellen dat je daarvoor beter geen viltstiften kunt nemen. Met viltstiften kun je namelijk niet alleen op je blaadje kleuren, maar ook op je hand. Of op de tafel. Of op de buurman z’n gezicht. Dus had ik na 10 minuten een groen kindje en een paars kindje. (gelukkig waren het wel kinderviltstiften (=afwasbaar) fjoe).

    Exit kleurplaten dus, volgende project: verhaaltje voorlezen. Ik had een voorleesboek in het Nederlands weten te scoren en ik probeerde dus maar om dat zo goed en zo kwaad als dat ging voor te lezen, eigenlijk voornamelijk in het Frans te vertalen en dan af en toe een Nederlands woord er tussendoor te gooien. Maar ja hoe vaker ik iets in het Nederlands zei, hoe minder ze op gingen letten. En als je de namen van de kinderen (nog) niet kent, dan kun je ze ook niet persoonlijk aanspreken als ze iets doen waar jij nou niet zo heel blij mee bent (en om heel de tijd ‘eee’ te roepen dat vind ik ook gewoon zeer onbeleefd). Kortom: m’n Frans werd bijzonder op de proef gesteld…
    Ik wilde dus al bijna naar plan C gaan: een Nederlandse video. (de directeur had gezegd dat als het niet zo wilde lukken dat ik dan maar gewoon een (Nederlandse) video op moest zetten – daar verstonden ze dan wel geen bal van maar goed dan waren ze wel een beetje rustig). Maar goed het was nog een half uur en ik wilde ze ook geen half uur voor de televisie zetten, dus tijd voor het laatste plan. Ik had namelijk m’n klarinet meegenomen met het idee van: misschien kan ik er nog iets mee doen, dus toen begon ik die maar uit te pakken. En dat was toch wel reuze interessant, ineens stonden vijftien nieuwsgierige gezichtjes zich voor het koffertje te verdringen en te discussiëren wat dit nou voor apparaat was, een trompet, een fluit? Uitgelegd dat dit nou een klarinet was, en dat je daar dus ook geluid mee kon maken. Nou en toen maar even het hele assortiment Nederlandse kinderliedjes uit de kast gehaald, van «Hoedje van papier» tot «Vader Jacob», maar ook «Dikkertje Dap» en «de kikkertjes» (vooral deze twee laatsten blijken enorm grappig te klinken voor een Franstalige kleuter, vooral van het «oewak-wak-wak» bij de kikkertjes lagen ze helemaal in een deuk) (voor degenen die dit liedje niet kennen: het komt neer op een geweldige kikkerimitatie in het refrein, maar dat was vast al duidelijk…)

    Nou en toen was het resterende half uurtje dus zo om en zag ik dat de papa’s en mama’s al allemaal bij de poort stonden te wachten. Snel allemaal jassen aan, tassen pakken, netjes twee aan twee in een rij bij de deur…Wat een brave kindertjes ineens…
    Missie voor deze week dus uiteindelijk nog redelijk geslaagd. Wat zal ik volgende week gaan doen? Ik heb hier ook nog een sax staan he… ;-)


    07-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grote buitenlandse reis ;-)


    Al voordat ik naar België ging, wist ik dat ik waarschijnlijk een keertje terug naar Nederland zou moeten komen om in Nijmegen een paar tentamentjes te maken (ja ook daar gaan de colleges gewoon door he, of je nu daarbij aanwezig kunt zijn of niet). Afgelopen week was het dan zo ver, maar ja zo’n buitenlandse vakantie is geestelijk gezien natuurlijk niet niks (wahaaa cultuurshock, hellup). Karlijn heeft echter de ideale manier gevonden om de overgang België-Nederland op een geleidelijke manier te laten plaatsvinden: ga met de trein!

    Ten eerste is het dan niet mogelijk dat het een shock is, want zo snel gaan de Belgische spoorwegen niet. In tegenstelling tot het Nederlandse systeem, waarbij alles zo super strak gepland is dat de minste vertraging meteen alles in de war stuurt, staan de Belgische treinen op elk station rustig een paar minuten stil. Conducteur kan ff eruit om een sjekske te draaien, mensen kunnen op hun gemak in- en uitstappen, en als je in de trein zit kun je dus ook op je gemak een beetje rondgapen (niet dat er nou overal zo veel te zien is, want ja af en toe stopt de trein ook in the middle of nowhere dat je denkt van is hier de laatste vijftig jaar nog iemand in- of uitgestapt, maar goed blijkbaar is er dan toch iets wat op een stationnetje lijkt).
    Verder verandert ook het landschap heel geleidelijk. Naarmate je meer noordelijk komt, wordt het sowieso steeds platter, maar ook steeds strakker en netter. Steeds minder zooi in de achtertuintjes, steeds minder self made aanbouwsels, en steeds meer huizen met dezelfde stenen en dakpannen als de buren. Steeds saaier ook wel, misschien.
    Ook wat betreft de taal hoef je niet bang te zijn voor een cultuurshock. In het begin roepen de conducteurs de stations alleen nog in het Frans om (Mons, Soignies, Jurbise) om te zorgen dat je niet meteen afkickverschijnselen krijgt. Vervolgens beginnen ze vanaf Forest voorzichtig ook de Nederlandse naam te vermelden (Forest-Vorst, Bruxelles Midi-Brussel Zuid, Bruxelles Chapelle-Brussel Kapellekerke) zodat je een beetje kunt wennen, eerst nog met de Franse naam voorop, maar later met de Nederlandse naam voorop (Mechelen-Malines) en tenslotte wordt alleen nog de Nederlandse naam vermeld (Lier, Herentals).
    Nou en op deze manier heb ik dus mijn verblijf in Nederland op een relaxte manier kunnen beginnen. Heb daarna wat tentamentjes gemaakt in Nijmegen, ben naar de tandarts geweest (want te veel werk om dat in België te regelen). En heb natuurlijk die dingen gedaan die ik al meer dan twee maanden niet meer gedaan had: met Nard op de bank liggen, fietsen (enne ik kon het nog), televisie kijken (ja want die heb ik geen in Mons) en natuurlijk op de koffie gaan op Hoogcasteren.

    Maar nu zit m’n grote buitenlandse reis er dan toch weer op. Dadelijk ga ik me met de trein weer rustig laten afzakken naar het Belgische land, om me dan geleidelijk weer onder te dompelen in het Franstalige Waalse leven…




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs