Voettocht naar Santiago de Compostela
Voorbereiding en reisverslag van Karel Demeulemeester
19-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19.08.08 Terug naar Santiago de Compostela
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om 8 uur stond ik aan de bushalte. De bus was er al. Er zat niet veel volk op. Van Finisterra naar Santiago is het langs de kustroute 3 uur rijden met de bus. De bus stopt aan vele haltes en wacht in grotere dorpen.
Deze bus deed het anders... hij nam slechts gedeeltelijk de kustroute. Het doet eigenaardig om in een kwartiertje reeds 15 km te hebben overbrugd. Na ongeveer een uur moest ik uitstappen en wachten op een andere bus die ons meteen naar Santiago bracht. Ik zag nog de (verkeerde) weg die ik met de Nederlanders had gewandeld. Het was inderdaad de autoweg naar Finisterra die men ons had aangewezen. Om 10u30 was ik in Santiago. Om 11 uur was ik aan de kathedraal en ik zag o.a. Jean Claude (Canadees waarmee ik eens een hele avond had gebabbeld) en de onvermijdelijke vriend schooldirecteur Gunnar... Hij heeft eindelijk zijn compostela gehaald.
Gunnar en ik volgden samen de pelgrimsmis om 12 uur. Deze keer zat ik vooraan en kon ik er meer van genieten (vorige keer kwam ik helemaal bezweet toe en er was toen veel meer volk). Het zwaaien met het wierookvat is indrukwekkend. Vier man trekken aan de touwen. Soms gaat het vat zo hoog dat het tegen het plafond van de kathedraal tikt.
Ik nam mijn intrek in het bijzonder mooie hotel  Rua Villar (zelfde straat als vorige keer maar deze keer met drie sterren). Voor de laatste nacht in Santiago mag het wel eens.
Ik dronk nog een wijntje met Gunnar en een Schots koppel + Jean-Claude (bijzonder interessante man) en Annie die ik eerder op de camino had leren kennen. We aten in het hotel rechtover de kathedraal (Praza de Immaticulada)... soep, varkensribbetjes met frieten en een yoghurt. Ik nam afscheid van de groep en trok naar mijn kamer. Ik luisterde nog naar de CD van de groep "Cuarteto Saravani" die mij eerder bijzonder had ontroerd. Ik nam nog een heerlijk bad.
Ik had overal jeuk door de beten die ik had opgelopen in Negreira. Gelukkig heb ik nog calamine om de jeuk wat te milderen. Carine telefoneerde en we praatten nog lang... dat deed deugd!!!

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/190808


18-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18.08.08 Naar Finisterra
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik bleef liggen tot 7 uur. Waarom mij haasten? Slechts 16 km voor de boeg en ik had alle tijd. Om 8 uur vertrok ik na een ontbijtje van vezelkoekjes. Er was een stevig klimmetje in Corcubion. De weg was mooi. Af en toe had ik zicht op de zee links van me. Ik slenterde voort en omstreeks 10u45 kreeg ik Finisterra in de gaten, Ik besloot om meteen door te stappen tot de vuurtoren, het uiterste punt. Om 12 uur arriveerde ik aan de kilometerpaal nr. 0. Ik zette me voor de vuurtoren op een rotsblok en keek naar de zee. Ik bleef lang zitten. Er waren heel wat toeristen die de rotsen op en af klauterden. Geen pelgrims te zien. Ineens kwamen er enkele (uit Frans-Vlaanderen). Ze waren vertrokken uit Montélimar. We verbrandden onze onderbroek. Heel wat mensen namen foto´s van het gebeuren. Naast het terras van het restaurant (op punta de Finisterra) was er een webcam. Ik ging in het zicht staan. Thuis konden Dries en Carine mij zien. Na een bocadillo en een pintje vertrok ik terug naar Finisterra (+- 2.5 km). Ik stapte meteen naar de toeristische dienst voor mijn tweede compostela (bewijs van afgelegde weg tussen Santiago en Finisterra). Daar vernam ik dat de gemeentelijke refugio van Negreira was gesloten. Ook daar waren bedwantsen gesignaleerd. Ook dit heb ik geweten. Mijn armen waren nog maar genezen van de beten in Fromista... Ik had enkele ferme beten die momenteel erg jeuken. Ik boekte een kamer in hotel Cabo Finisterra (gedaan met de gemeentelijke refugio´s) en trok het stadje in. Ik vond de Canadese Joseline. Het was een heel gelukkig weerzien. Mimi was al teruggekeerd naar Frankrijk. Joseline was vergezeld van een Parijse zuurpruim.
Ik bleef nog een tijdje babbelen met Joseline en nam afscheid. Ik zal ze wel nooit meer zien. Joseline heeft in Canada haar werk opgegeven en haar appartement verkocht. De camino heeft haar veel geleerd. Ze zit er niet mee in om nieuw werk te zoeken.
In het hotelrestaurant at ik een pulpo con almejas... de lekkerste die ik in heel Galicië heb gegeten... tja we zitten aan de zee nietwaar. Pulpo is inktvis en almejas zijn schelpdieren... Heerlijk gekruid, lekker warm, zacht... een goed wijntje erbij. Zalig!

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/180808

17-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17.08.08 Naar Cee
Klik op de afbeelding om de link te volgen Vanmorgen was het zeven uur als ik het hotel verliet. De kamer was koud en vochtig. Buiten was het mistig. Mijn broek en T-shirt waren niet droog. Tja... dat gebeurt. Ik zal de was aan mijn rugzak moeten hangen om te drogen. Ik verliet Olveiroa en spoedig bereikte ik het dorp Hospital. In een plaatselijke bar dronk ik wat en al spoedig kwam ik de kruising tegen tussen de weg naar Muxia en Finisterra. Ik nam de originele caminoweg door de heuvels (vele pelgrims nemen hier de weg langs de autoweg... 4 km. korter) naar Cee. Ik liep de hele weg praktisch alleen... wat een zalig gevoel. Aan de Ermita San Pedro Martir stopte ik om wat te eten. Ik schreef een boodschap in het boek dat in de nis lag. Ik passeerde mooie landschappen en enkele km. voor Cee zag ik ineens de oceaan voor me opdoemen. Wat een prachtig gevoel!!!. Na een scherpe afdaling (tussen vele bomen die verbrand waren) kwam ik in het dorp aan. Cee ziet er vuil uit (er was een plaatselijke kermis, de kerk was volledig aan het oog onttrokken door kermiskramen en een podium). Ik trok naar de plaatselijke refugio. Er was weer geen hospitalero te bespeuren. Alleen een Duitser (van een groep die ik al eerder tegenkwam) lag te slapen. De slaapplaats zag er zeer vuil uit - luizenbakken van bedden. Ik besloot verder te stappen. Net op de rand van Cee en Corcubion vond ik een heel mooi pensionnetje. Mooie kamer, propere douche en toilet...leuk!
Corcubion is veel mooier dan Cee. Ik sprak er nog met een Belgische uit Brussel (Franstalig) die ook stilaan naar huis verlangde. Morgen nog een kleine etappe en het is gedaan met "tjolen". Ik plan om nog een nachtje in Finisterra te slapen, daarna neem ik de bus naar Santiago waar ik ook nog een nacht zal verblijven. Woensdag neem ik de trein naar huis.
Mijn was kan ik nog nauwelijks doen. Ik zal zien of de refugio in Finisterra mogelijkheden biedt.
´s Avonds verkende ik nog Cee, er was de zondagsmarkt... ik at een pizza en trok om 21 uur naar mijn bed.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/170808

16-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16.08.08 Naar Olveira
Klik op de afbeelding om de link te volgen Het had vannacht veel geregend. Vele pelgrims moesten buiten onder het afdak slapen en in tenten rondom de albergue. Het dak lekte en het drupte af en toe op mijn matras. Ik sliep naast een jonge Spanjaard die soms goed snurkte. Ik maakte hem af en toe wakker... had ik van de Nederlanders geleerd... een snurker moet je uit zijn bed sleuren en uit de kamer schoppen. Ik dreef het nog niet op de spits maar ze hebben gelijk. Een snurker ontneemt de slaap van velen, je moet er niet veel respect voor hebben. Ze moeten er maar iets aan doen (vermageren, geen bier drinken, op de zij gaan liggen, in een hostal gaan slapen... op de camino zijn er ook grenzen). Ik nam afscheid van Johan en Erzsi en vertrok met de française Hélène. Ze had een gedetailleerde beschrijving van de weg en ik niet. Ze stapte voor mij ietsje te vlug maar paste zich aan. Ze was nogal onzeker over de weg en had weinig ervaring (had maar een stukje van de camino norte gelopen en was met de bus naar Santiago gekomen). Ze is van Agèn en werkt in het onderwijs. Ik stopte af en toe (bijna in iedere bar... er waren er niet veel). Zij paste zich aan. ´s Middags (in Santa Marina) aten we een bocadillo en namen afscheid. Ze wou per sé vlug de albergue in Olveira bereiken. Geen probleem... mijn bed was gereserveerd.
Het landschap is groen. Het doet een beetje denken aan de Vlaamse Ardennen (denk de eucalyptusbossen, de hogere heuvels en de windmolens van hier even weg). Heel lastig was de etappe niet maar ze was wel lang. Drieëndertig km. is voor mij geen probleem als het maar niet te warm is. Het was bewolkt en af en toe regende het... ideaal wandelweer. Rond 15u15 kwam ik aan in het pension Residencia As Pias. Ik zette me buiten onder het genot van een pintje en een wijntje... tijd om mijn dagboek aan te vullen. Ik waste me, deed mijn was, hield een siësta en om 19 uur trok ik naar het hostalrestaurant. Ik ontmoette de ingenieur Reiner en de pedagoge Magret, allebei uit Duitsland. We haalden herinneringen op van de camino en lachten veel. Margret had maar een klein stukje van de camino norte gelopen. Reiner en ik hebben haar overtuigd om de volgende keer de camino francès te lopen. Om 22 uur ging ik slapen. 

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/160808

15-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15.08.08 Naar Negreira
Klik op de afbeelding om de link te volgen Omstreeks 6u30 was ik al op stap. Na enkele honderden meter was ik de weg al kwijt. Wat wil je, het is niet goed aangeduid in de stad (of je vindt de pijlen niet terug in het donker). Ik ontmoette het Nederlandse gepensioneerde koppel Johan en Erzsi (zij is van Hongaarse afkomst). Zij waren de camino vanuit hun woonplaats gestart. Je zou ze moeten zien... Hij, een zestiger met een grijze baard en een Lennon-brilletje, zij met de twinkeling van een schoolmeisje in haar ogen. Ze zijn allebei heel leuke mensen en een beetje Bourgondiërs. Als iedere Nederlander zo zou zijn, ik vroeg direct aan Leterme de "anschluss" met Nederland. Ze hebben wandelstokken waarop alle veren die ze vinden, prijken... net Indianen. We vroegen de weg aan enkele (zatte) Spanjaarden die ons de autoweg opstuurden, richting Finistera maar dan in noordelijke richting. Na 12 km stopten we in een bar en vroegen de weg. Tja... er zat niets anders op dan 6 km zijweg te nemen om dan uiteindelijk nog maar 4 km uit Santiago geraakt te zijn. We hadden er genoeg van en bestelden een taxi (voor hen en voor mij de eerste keer). Deze zette ons terug op de weg. We wonnen geen tijd maar we werden terug op de goede weg gezet. Na een prachtige route - wel heel mistig -  (heuvelachtig) kwamen we omstreeks 11u30 aan in de albergue municipal van Negreira. Er was al een Franse dame aanwezig die wellicht met de bus was aangekomen. De hospitalero was nergens te bekennen. We namen onze douche en aten een beetje (voor mij wat oud brood en een stuk chorizo + enkele donuts die ik had gekocht).
Iedereen die in de albergue binnenkwam, vroeg naar de hospitalero... op de duur zeiden we... He's not here... we´ve killed him tonight... Hilariteit alom natuurlijk... Met Johan en Erzsi heb ik nog veel lol gehad, eigenlijk de hele dag... Deze mensen hebben al de hele wereld gezien, het zijn levensgenieters en maken graag plezier. We fantaseerden erop los, soms speelde ik hospitalero en zette me achter het bureau. Het verhaal "Murder on the camino" begon meer en meer vorm te krijgen. We fantaseerden hoe andere pelgrims aan hun einde zouden komen enzovoort... we hebben gelachen.
Heel veel pelgrims kwamen na ons toe maar hadden geen plaats meer. Het ziet er naar uit dat we hier hetzelfde verhaal zullen meemaken als de laatste 5 dagen... geen plaats meer in de albergues.
In de namiddag trokken we naar het stadje (heel mooi standbeeld met vertrekkende vader op pelgrimstocht, familie achterlatend). We bezochten een bar met een Duitstalige opdienster en nadien een leuk restaurantje. Ik maakte nog kennis met Stephan en Tabea uit Duitsland die ook heerlijk meefantaseerden over de moord op de camino. Fantastisch toch als mensen een beetje de fantasie op hol kunnen laten.

In hetzelfde restaurant werkte ik nog de blog bij en ging slapen omstreeks 22 uur. Mijn hotel heb ik voor morgen al gereserveerd. Ik heb wel een dagtocht van 33 km voor de boeg.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/150808

14-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14.08.08 Naar Santiago de Compostela
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik stond op na een goede nacht. Om 6u45 was ik al op de weg. Deze keer was er minder volk. Wellicht sliep iedereen wat langer. Het was mistig, koud en het regende maar daarom niet minder mooi. Er waren nog een aantal hellingetjes te beklimmen (genre Kwaremont) maar het viel mee. Ik deed een praatje met de Duitser Patrick die de Camino Norte (kustroute) had gelopen. Leuke gast. Ik stapte met hem tot we in Santiago waren.
Ik raapte een aantal stenen op langs een origineel stuk weg (correidor).
Weetje: In vele talen heb je familienamen met koning erin (Deconinck, Leroy, King...). Donald (de Canadese priester) wist me te vertellen waar de naam vandaan komt. Mensen trokken vroeger veel in groepen op pelgrimstocht. Wie als eerste groepslid de toren(s) van hoofdkathedraal kon zien, mocht zich koning van de groep noemen. Mensen droegen deze naam met eer en lieten zichzelf en ook de latere generaties zo noemen.
Ik meende bij het binnenkomen van Santiago, tussen twee moderne betongebouwen, de torens te ontwaren. Ik was niet zeker.
Ik kwam omstreeks 11u55 aan de kathedraal van Santiago. Een muziekgroepje zat aan de zij-ingang (ingang voor de pelgrims) en speelde het Ave Maria (dwarsfluit en gitaar). Dit was zo mooi... een heel emotioneel moment voor me. Ik zette me, met mijn rugzak nog aan op een muurtje en luisterde... prachtig... het kon op geen mooier moment in mijn leven worden gespeeld. Waaw... ontroerend!
Met de rugzak aan trok ik in de kathedraal. Het was een mooie dienst, helaas in het Spaans. Ook Donald was één van de celebranten. Het grote wierookvat werd gezwaaid en er was de communie.
Toen ik de kathedraal buitenkwam, speelde het orkestje de Canon in C-dur van Pachelbell ... Aai daar waren de emoties terug... dit muziekstuk is zo mooi...
Ik zocht een hotelletje en vond er één in het oude centrum (Rua de Villar nr.12) bij Maria. Een oud pand, parketvloer, geen groot comfort maar zeer authentiek (grote deuren met Engelse sloten, groot bed, balkon met ijzeren en kunstig smeedwerk)
Ik waste me (en waste mijn kleren) en trok de stad in. Eerst bekwam ik mijn compostela. In dezelfde straat als het hotel is een bureau gevestigd waar je op de eerste verdieping binnengelaten wordt in een kamer. Daar zitten enkele bedienden die je credential bekijken en beoordelen. Ze vragen je een beetje waar je gestart bent en voor welke reden. Er was geen probleem... mijn naam werd ingeschreven in hun register en ik kreeg de compostela. Yes... I made it! Fier als een gieter legde ik het document op de kamer en verkende verder de stad. Ik reserveerde o.a. mijn terugreis (op vrijdag 22 augustus kom ik thuis) en keek of ik niemand van mede-stapgenoten kon herkennen. Wellicht was ik een dag te vroeg. Ik herkende de Nederlander Jan die ik al een paar dagen eerder had ontmoet. We wensten elkaar proficiat en spraken af om samen te gaan eten. Santiago is een heel mooie stad, oude straatjes, vele mooie pleintjes en mooie gebouwen. Ik bezocht nogmaals de kathedraal  en bekeek het schrijn  van de Heilige Jacobus. Ik ontstak wat kaarsjes met het geld dat ik van enkelen had gekregen... Hier geen echte kaarsen maar van die elektrische lampjes...
Ik woog me in een apotheek (met kleren aan en schoenen... 79.5 kg., ik moet zo´n 7 kg. zijn afgevallen ( Tja... ik had het al gemerkt... mijn broeksriem zit aan het laatste gaatje)
Om 19 uur stond ik aan de fontein dichtbij het hotel. Carine kon me thuis op het internet herkennen.
Ik at nadien met Jan en de Duitser Helmut een klein menu in een restaurantje dichtbij de kathedraal. Het is hier veel duurder dan elders op de camino... Ja het is dan ook Santiago zelf.

Ik liep nog wat rond om eventueel andere groepsleden te vinden... helaas... Ik trok naar mijn kamer omstreeks 22 uur en ging slapen. Morgen zou ik verder gaan naar Finistera.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/140808

13-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13.08.08 Naar Rua
Klik op de afbeelding om de link te volgen De laatste loodjes wegen het zwaarst... Ik had deze nacht bijna niet geslapen. Ik had koorts en buikkrampen. Ik bleef liggen tot 7 uur en vertrok. Er was heel veel volk op de weg. Het was alsof ze 100 blikken met verse pelgrims hadden opengetrokken. Verse pelgrims bewegen zich in groepen, hebben nieuwe en lichte rugzakjes, nieuwe schoentjes.Veel van deze gasten lopen heel vlug. Tegen dat ze blaren hebben, zijn ze in Santiago. Ik had moeite. Er waren enkele stevige klimmetjes (4X Kwaremont, 5X Kluisberg). Zonder slaap loop je als een zombie. Op het laatste moest ik elke kilometer stoppen. Ik was het beu. De weg is wel mooi, je moet door bossen (eucalyptus, dat ruikt heel lekker) en door mooie landschappen.
In Santa Irene was de albergue al helemaal vol geboekt. Velen die enkel de laatste honderd kilometer lopen, reserveren al maanden van tevoren en zijn zeker van een plaats. Ik stapte verder tot Rua waar ik de pijlen volgde van de hostal O Pino. Ik kon er nog de laatste kamer (single) bekomen. Ik dronk er een cider en telefoneerde met Carine. Het deed eens deugd om haar stem te horen en wat opgebeurd te worden. Op mijn kamer deed ik mijn was en nam een verkwikkend bad. Ik kon een siësta houden tot 18 uur. Ik keek nog wat TV (o.a. BBC-World) en ging omstreeks 20 uur naar het hotelrestaurant. Een "menu del dia", blog bijwerken en gaan slapen. Oef... Nog 20 km en ik ben in Santiago.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/130808

12-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12.08.08 Naar Arzua
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het was 3u45 toen ik de deur van de refugio achter me dichttrok. Ik had een lange etappe voor de boeg. In het begin volgde ik de N547. Deze weg is iets langer dan de camino maar is, zeker ´s nachts, wat gemakkelijker. Op de camino moet je door gehuchten en daar liggen heel dikwijls grote herdershonden te waken. Als je voorbijkomt in de nacht worden ze wakker, lopen op je toe en blaffen. Ik kwam het een paar keer tegen en deze keer wou ik dat vermijden. ´s Nachts zie je toch niets van de landschappen. Het was trouwens redelijk aan het regenen. Ik stapte door tot Melide en vervolgde vanaf daar de camino. Je moet door mooie bossen (soms eucalyptus... de geur is heerlijk) en langs weiden. Soms is het behoorlijk steil (cfr. 7X Koppenberg op en af). De streek doet een beetje denken aan de Belgische Ardennen. Het is hier groen en er zijn redelijke heuveltjes te beklimmen. Heel mooi allemaal. Onderweg overstak ik Mimi en Joseline die ik sinds Sahagun niet meer had gezien. Het is altijd een emotioneel moment als je een medepelgrim na lange tijd weer tegenkomt. Ook zij ergerden zich aan het vele volk op de weg. Joseline verlangde om in SDC te zijn. Ze had er genoeg van.
Je ziet hier veel "toeristogrino´s"... mensen met dikke wandelstokken en op nieuwe, lage sportschoentjes. Ook wielerpregrims snellen je voorbij en verwittigen nauwelijks. Gisteren zag ik bv. op de weg een taxi stoppen. Een dame in rennersoutfit stapte uit. De fiets werd uit de koffer gehaald en madame bolde verder, bergafwaarts. Tja ... zo kan iedereen het. Ik heb er geen problemen mee zolang niemand plaatsen gaat innemen in de refugio´s. Dit gebeurt hier veel. Je ziet ze in het begin van de rij staan... de schoenen nog glimmend... ze nemen de beste plaatsen in. De hospitalero van de refugio van Molinas de los Mulas wist ons te vertellen dat hij aan een pelgrim kon zien of hij/zij de boel belazerde en met de bus of taxi pelgrimeerde. Ik denk dat hij het rook... Een pelgrim die de hele dag heeft gestapt... dat ruik je. Deodorant helpt niet. Heel je lijf is bezweet, je rugzak stinkt, je bent moe, je hebt nood aan een douche.
Omstreeks 10u45 uur kwam ik hier in hostal O Retiro aan (de hostal ligt helemaal in het begin van Arzua). Ik bestelde meteen een groot glas witte wijn om te bekomen. Dertig km. (met flink klimmen en dalen) in 7 uur... goed gedaan.

In de namiddag kon ik me eens goed wassen... er is een bad op de kamer. Nadien nam ik een siësta. Vervolgens trok ik naar het stadje... niet zo mooi! Ik ging op zoek naar Mimi en Joseline die ik al van St.-Jean-Pied-de-Port kende. Helaas ik vond ze niet. Ik zag de Canadese jongeren die de camino doen onder leiding van priester Donald. De priester was er niet bij. De jongeren zeiden dat hij ziek was. Ik liet vele groeten doen.
Ik ontmoette de Nederlandse Jan die nog hospitalero was geweest in Villamayo de Monjardin. Het doet deugd eens in het Nederlands te kunnen praten. Ook Stefanie en Pamela (de Ierse leerkrachten) kwamen erbij en we dronken enkele wijntjes. Het avondmaal nam ik in het hotel. Ook de Ierse meisjes waren er. We hadden nog een goed gesprek over het onderwijs in Ierland en Vlaanderen. Het was 23 uur als ik ging slapen.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/120808


11-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11.08.08 Naar Palas de Rei
Klik op de afbeelding om de link te volgen Iedereen sliep nog in de refugio toen ik om 6u15 vertrok. Het regende. Ik trok mijn jasje aan en over de rugzak werd de hoes bevestigd. Via een voetgangersbrugje ging ik over het meer. De weg was in het begin erg steil en lang (5X Koppenberg, 7X Kluisberg)). Je gaat over een bergrug met granietrotsen en heide. Na een tijd zie je een mooi dal. Af en toe staan er hoge stenen kruisen (cruzeiros) in de gehuchten. Het was een heel gelukkig weerzien met de Ierse Eileen. Het was geleden van voor Burgos dat ik ze had gezien. Zij had niet in de meseta gestapt maar was voor een tijdje buspelgrim geweest. Er was veel volk op de weg. Soms lijkt het een autostrade vol mensen. In Palas de Rei (een lelijk stadje) was ik de laatste pelgrim die kon overnachten in de gemeentelijke refugio. Ik zag Sylvia, Virginia (Française uit Poitiers) en Claudia uit de "Italiaanse" groep. Ze lopen hetzelfde tempo zodat we elkaar af en toe ontmoeten (samen met Guiseppe, Marc uit Luxemburg, Antonio en Philippe uit Napels). We aten tesamen polpo (lekkere inktvis). Ook Eileen kwam binnen en ook voor de Italiaanse groep was het een heel gelukkig weerzien met haar. Eileen wandelt samen met Chantal uit Gent, een lerares Spaans. Chantal startte haar camino in Sarria (laatste 100 km). Ik vroeg aan Chantal om (in het Spaans) een hotel te reserveren in Arzua. Zo zou ik morgen geen zorgen hebben om slaping te vinden.
De gemeentelijke refugio van Palas de Rei is niet zo proper. Er is een keuken maar vaatwerk ontbreekt. De hospitalero (wellicht het nichtje van een plaatselijke hoge pief) is niet vriendelijk en te lui om van achter haar bureau te komen. Ik zag ze verschillende pelgrims afsnauwen omdat de refugio vol was. Om 17 uur meldde men dat de plaatselijke sporthal was geopend om pelgrims op te vangen. In de hele stad was er geen plaats meer in de hotels. Ik zag nog de Kim-sisters omstreeks 17 uur. Zij waren gehaast en wilden nog een plaatsje vinden. Ook voor hen zal het de sporthal worden.
Cecilia (Italiaanse) en Maria (Roemeense advokate) kwamen aan om 18 uur en kregen nog een plaatsje in de gemeentelijke refugio (vrouwelijke charme of waren misschien enkele pelgrims vertrokken?). We konden onze was gezamenlijk drogen in de droogkast van de refugio.
Met de Italiaanse groep probeerden we een restaurant te vinden. Overal zat het vol en moest er gewacht worden tot tafels vrij waren (12 man zetten is niet zo eenvoudig). Ik wou vroeg gaan slapen en nam afscheid van de groep. Ik vond een leuk restaurantje en at een pelgrimsmenu... deze keer met een heerlijke soep, kippenfilets en frietjes.
Om 22 uur ging ik slapen.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/110808

10-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10.08.08 Naar Portomarin
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Spanjaarden zijn zeer efficiënte organisatoren. Belgen kunnen er nog een puntje aan zuigen. Neem hun bars bijvoorbeeld. Je vindt er nauwelijks een asbak. Niet nodig... iedereen gooit alles op de grond... sigarettenpeuken, papiertjes, plastiek, stukjes brood of restjes chorizo... alles gaat op de vloer. ´s Morgens, bij de eerste klant, haalt de waardin haar grote bezem uit. Twee minuten werk en alles is weer proper... heel efficiënt!
Alle gekheid op een stokje... de weg begint er op bepaalde plaatsen als een stort uit te zien. Er liggen lege flesjes, papierresten, plastiekzakken... bah... Ik denk niet dat dit allemaal van de Spaanse pelgrims komt maar vanaf hier krijg je toch geen al te beste indruk van een aantal medepelgrims.

Ik startte vandaag om 6u15. Wat ik moeilijk kan verdragen zijn wieltjeszuigers. Van die gasten die voortdurend bij het wandelen een meter achter je aan lopen. Noem ze rug- of lagerplakkers. Ik verdraag het niet...
Vanmorgen, in het donker, volgde me een hele groep Spanjaarden in de bossen. Ik had mijn lampje aan en ze volgden me. Ik liet ze voorgaan. Ineens floepten hun lampjes aan en liepen ze door. Verstandige jongens!

De weg was andermaal heel mooi. Het landschap is vlakker maar je gaat door prachtige eikenbossen en op wegen die af en toe afgeboord zijn met leistenen muurtjes. Ik stopte af en toe en dronk wat. Er was flink wat mist vanmorgen. Om 12 uur kwam ik in Portomarin aan. Deze stad is prachtig gelegen aan een stuwmeer. Je moet een brug over en dan een flinke trap beklimmen om de stad te bereiken.

In de private refugio was alles volzet (je kon er reserveren). Ik trok naar de gemeentelijke refugio. Deze opende pas om 13 uur en er stond al een rijtje aan te schuiven om u tegen te zeggen.
Ik kwam Gunnar, de Australische schooldirecteur tegen. Hij had een private refugio gevonden in een parallelle straat. Het onthaal was er heel vriendelijk, alles was proper en ik maakte er kennis met een Israëlische mama en een medepelgrim uit Hongarije. Ook het Baskische koppel dat me veilig uit Leon had geloodst, verbleef er.
Gunnar is een beetje de opa van de camino. Hij is vlot, heeft een vreselijk Australisch accent maar is zeer charmant. Hij is tot nog toe buspelgrim. De dokter verbood hem te stappen. Hij staat laat op, neemt de bus naar de volgende stad en zet zich in een bar langs de camino. Iedereen kent hem. Samen met hem ging ik het stadje verkennen. We ontmoetten algauw twee leerkrachten (Stephanie en Pamela) uit Ierland, geraakten aan de praat en gingen het hen eten. Bij het terugkeren kochten we nog een goede fles Rioja en trokken naar onze albergue. Daar zaten een groep jonge wielerpelgrims uit Spaans Baskenland. We geraakten aan de praat... hun hoop is (ze twijfelden om het te zeggen) dat Baskenland ooit onafhankelijk wordt. Ik had veel sympathie voor deze jongeren (ik kwam ze trouwens de volgende dag tegen en we namen een fotootje). Om 22u30 nam ik afscheid van Gunnar en ging slapen. Vanaf nu zou hij de camino proberen te stappen (elke dag 10 km) en zo zijn compostela verdienen. Ik zal hem wellicht niet meer zien. 

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/100808


 


09-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.09.08.08 Naar Sarria
Klik op de afbeelding om de link te volgen Wat eet een pelgrim? 's Morgens zou je zeggen: tandpasta. Bijna niemand van de jongeren eet nog. Ze lopen met een tandenborstel rond en poetsen. Ik eet 's morgens meestal een muëslireep of enkele koekjes met wat koffie, choco (als er in de refugio een automaat staat) of water.
Bij het wandelen stop ik ieder uur en eet wat (nootjes, koekjes, rozijnen, gedroogde bananen)... met een volle maag kan je niet wandelen. Ik vergeet ook niet te drinken... water, veel water. Rond 8u30 probeer ik ergens te stoppen voor een choco met een croissant of een koek. Rond 10u30 krijg ik ferme honger en dan moet ik iets stevigers hebben. Ik heb altijd chorizo, kaas en een doosje paté mee. Eén van deze dingen moet er dan aan geloven.

Ik kom meestal in het dorp of stadje aan om 13u00. Ik bestel me een grote pint bier met een bocadillo (brood met hesp, kaas of eieren of nog ander beleg) of een tortilla ( stevige taart met vlees en groenten erin ). Helaas krijg je er geen salade bij.
Tussendoor ga je al eens de stad of het dorp bezoeken. Ik proef dan dikwijls  wel eens de plaatselijke wijn. De wijnen zijn hier altijd gekoeld. Bij je wijn krijg je dikwijls kleine hapjes.
´s Avonds is er veel variatie. Op restaurant eet ik meestal een pelgrimsmenu. Er zijn 3 gangen, wijn inbegrepen voor dikwijls maar 10 euro.
Voorgerecht: keuze uit soep of gemengde salade of Russisch ei (prak met ei en aardappel). Hoofdgerecht: keuze uit een stuk gebakken vis, varkens-,  runds- of kippenvlees met frietjes. Dessert: flan, yoghurt, gebak of ijs. Als je een pelgrimsmenu vraagt, krijg je dikwijls een volledige fles wijn erbij. Die krijg ik niet op. Je deelt die dan met iemand anders of je geeft de helft terug (als ik teveel rode wijn drink ´s avonds voel ik dit de volgende morgen bij het stappen in mijn dikke teen). Dikwijls wordt er in de refugio´s ook samen gekookt. Je deelt dan de kosten en meestal kan je voor 5 euro goed eten.

Ik stond vanmorgen op rond 6u00 na een verkwikkende nacht. Om 6u30 trok ik de hoteldeur achter me dicht. De weg was terug heel mooi. Fraaie holle wegen, mooie gehuchtjes, prachtige landschappen met de wolken in de dalen als toetje.
Er is veel volk op de weg... nieuwe verse pelgrims. Ze staan nog te stretchen langs de weg of snellen je voorbij zonder "ola" te zeggen (iedere normale pelgrim zegt "ola" of "buenas dias" als hij iemand oversteekt - een verse pelgrim weet dit nog niet...). Ze stappen te rap en nemen geen tijd. Je weet beter... morgen zitten ze met krampen en blaren.
Veel Spanjaarden lopen met van die grote pelgrimsstokken die ze kopen in die toeristenwinkels. Je hoort ze al van ver aankomen. De stokken tikken op de stenen. 
In Sarria zat er al veel volk te wachten voor de gemeentelijke refugio die pas om 13 uur opende. Ik trok naar de private (de netste die ik tot nog toe tegenkwam) Albergue International (Rua Major). Je betaalt wat meer maar het pand is kraaknet, de douches en toiletten... je kan van de vloer eten. Het beddengoed is proper... zoals het zou moeten zijn. De hospitalera is een taaie Spaanse tante. Ze spreekt naast Spaans vloeiend Frans en ook Engels. Als ze niet aan haar bureau zit, is ze aan het poetsen.
Ik liet al mijn kleren wassen in de albergue want na een tijd begint alles een beetje te ruiken.

Om 15u00 was er in heel de stad geen enkel vrij bed meer te vinden. Ik zag Claudia en Cecilia (Italiaanse groep) en zij moesten buiten slapen. Tja het wordt vroeg opstaan de volgende dagen.

Sarria is een mooi stadje met leuke terrasjes. Je kan hier cider krijgen van de tapkraan. Goedkoper en niet zo sterk als bier.
´s Avonds werd ik voor de maaltijd uitgenodigd door een Canadese priester vergezeld van een groep jongeren (14-19 jaar oud). De priester is een heel vlotte man (Donald). Hij ontmoette tijdens zijn studies in het Belgische College te Rome koningin Fabiola. Ook kende hij kardinaal Danneels. Ik deelde zijn bewondering voor de man. We praatten over jongeren, verantwoordelijkheid, geloven... Leuke avond.
Na de maaltijd deed ik nog een wandelingetje. Er was een folkloristische avond op een pleintje met optredens van groepen uit Polen, Frankrijk en Spanje... Mooi, ik genoot ervan!


http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/090808

 

08-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.08.08.08 Naar Triacastela
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik moet iets bekennen. Enkele dagen geleden vergat ik mijn pet in een refugio. Een pelgrim keert niet terug voor een pet. Een T-shirt op je hoofd is ook goed. In Santoibanes de Valdeiglesias kreeg ik van de hospitalero een strooien hoedje. Tot daar geen probleem. Op het hoedje was echter een band bevestigd met een reclame voor Amstelbier. De band kon ik er niet af krijgen zonder het hoedje volledig te beschadigen. Ik draaide de band een beetje maar het lukte niet zo goed. Op de zij- en achterkant was de reclame nog goed te zien. Stel je voor... een Vlaming met reclame voor een Hollands bier op zijn hoofd... hoe laag kan je vallen? Er zijn geen foto´s van... gelukkig. In Ponferrado kocht ik een toeristenhoed...  zo één met een geel pijltje op... Ook niet je dát maar ik kan weer met opgeheven hoofd stappen.
Deze nacht deed ik weer geen oog dicht. De Spanjaard in het bed boven me lag voortdurend te draaien. Ook de Italiaan hield af en toe een concertje. Hij kon echter niet tippen aan de kunsten van Garcia.
Zonder slaap dus de baan op. Het landschap was weer bijzonder mooi. In Galicië (want momenteel ben ik in deze provincie) moet je dikwijls door kleine gehuchten. De weg ligt vol koeienvlaaien of schapenkeutels. De geur is behoorlijk landelijk en ook de vliegen volgen de camino.

Bij afdalingen kon ik me soms moeilijk concentreren (vermoeidheid). Ik besloot in Triacastela (na een etappe van slechts 13 km) te stoppen want het was voor me te gevaarlijk. Ik vond een hotelletje. Ik hoop dat ik vannacht eens goed kan uitrusten.
In Triacastela zag ik Guiseppe wandelen. Hij is me nog altijd dankbaar voor de behandeling van zijn knie en nodigde me uit om samen te eten (met een grote groep, vooral Italianen). Hij logeert in de plaatselijke refugio. Ik heb de uitnodiging in dank aangenomen.
 Ik haalde nog een flesje wijn (een goede Rioja)... à l´amitié.' s Avonds dus een Italiaans gerecht (spaghetti carbonara met gemengde salade als voorgerecht). Guiseppe had moeite gedaan. Het was heel lekker! Deze groep Italianen zijn eigenlijk heel gezellige mensen om mee te tafelen. We hebben veel plezier gemaakt. Na het eten, deed ik samen met de Luxemburger Michel en de Spanjaard Conzales de afwas. Op een bepaald moment kwam Cecilia in de keuken. Cecilia is een Italiaanse en een beetje de clown van de groep en een echt fuifnummer. We vroegen haar naam en begonnen het nummer van de gebroeders Garfunkel ("Cecilia, you're breaking my heart, ..") te zingen. Nu is er bij Italianen niet veel nodig om de vlam in de pan te krijgen. Zing een liedje en ze worden zot... Deze keer zonder gitaar... het werd een heel leuke boel !!!

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/080808

07-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.07.08.08 Naar Alto de Pojo
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik heb hem ontmoet. Hij sliep 3 meter van mijn bed. De échte kampioen snurken van de camino. Geen Zweed, geen Fransman en ook geen Duitser. Het is een echte Spanjaard. Ik noem hem Garcia, zoals die dikke uit Zorro. Kortgestuikt, een buik van hier tot in Barcelona én glimmend. ´s Avonds draagt hij paarse teenslippers.
Ik had het kunnen weten. Tijdens mijn siësta was hij al aan het trainen. Gisteravond en vannacht gaf hij een heel concert. Ongelooflijk wat die man kon. Lange solo´s, tremolo´s, tweestemmig, driestemmig (alhoewel ik hier niet zeker ben of hij altijd dezelfde lichaamsopeningen gebruikte). Hij kon zelfs snurken in morse (het was wel in het Spaans).
De aanwezige pelgrims (we waren met zo´n 25 in dezelfde kamer) waren verrast. Een aantal zaten rechtop in hun bed. Sommigen gingen van pure adoratie buiten op de grond liggen. Ook daar was de symfonie te horen. Dit moet je meemaken... de kracht, de souplesse. Zowaar een grootse prestatie.
Vanmorgen zag ik hem. Hij zag er uitgeslapen uit. Deemoedig boog ik mijn hoofd. Ik zag zijn paarse teenslippers. Deze man zal het nog ver schoppen op de camino! Ik ben ervan overtuigd dat nog veel pelgrims onder de indruk zullen komen van zijn kunnen.

Soit... het was 6u15 als ik al aan het stappen was. Vandaag een heel zware etappe (hoogteverschil van 700 meter) maar heel mooi. Vanaf Hospital Inglès gaat de route heel steil omhoog. Er is een heel stuk originele geplaveide pelgrimsweg en het landschap is bijzonder mooi.
In O Cebreiro (mooi dorpje maar m.i. iets te commercieel en teveel op toeristen gericht) dronk ik een koffie en vervolgde mijn weg.
Omstreeks12u30 kwam ik gezond en wel boven. Ik koos de albergue op de top van de Alto de Pojo... een private refugio.
Op de weg kwam ik heel veel mensen tegen die problemen hadden met knieën en voeten. Ik heb mijn eigen stijl gevonden om te stappen. Bergop neem ik soms heel grote stappen ("comme un montagnard" leerde me een Fransman). Afdalen doe ik soms al lopend heel breed met de armen zwaaiend. Ik gebruik de zwaartekracht van de rugzak om me vooruit te duwen. Het werkt en dat is het voornaamste. Je zweet er wel veel van maar ik drink zeer veel water. Ook was het vanmorgen heel fris zodat ik niet verhitte.
´s Avonds at ik nog een pelgrimsmenu, samen met Guy. Guy is een heel joviale kerel en in tegenstelling tot enkele van zijn landgenoten, kan hij heel goed luisteren. Morgen doet hij heel veel kilometer. We dronken nog verschillende glazen wijn... à l'amitié.
Toen ik ging gaan slapen, merkte ik dat heel veel mensen waren bijgekomen in de slaapkamer... enkele heel vriendelijke Italianen (waaronder een snurker... tweede klasse) en een koppel Spaanse fietspelgrims. Het zou me weer het nachtje worden.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/070808

06-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.06.08.08 Naar Vega de Valcarce
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik vertrok om 6u15 na een voortreffelijke nacht. Na een tijdje langs de N6 te hebben gewandeld, volgde ik een heel mooi pad... dwars door de wijngaarden van Bierzo. Al voor Ponferrado kan je ze hier zien... de wijnranken van deze streek. Niet zo mooi verzorgd als de Rioja (dit is mijn indruk) maar de wijn van hier is zeker lekker (kon ik al enkele avonden proeven). Ik kreeg een machtig zicht op Villafranca de Bierzo. Ik werd door een man uitgenodigd om een kerkje te bezoeken. Je ziet dat hier af en toe... een man of vrouw langs de straat die je uitnodigt om het plaatselijk kapelletje of kerkje te bezoeken... Ik sla zo´n uitnodiging nooit af. De mensen zijn fier op hun dorpskerk en vinden het eervol als een pelgrim binnengaat. Meestal geven ze nog een stempel in je credencial.
 De stad Villafranca is heel mooi. Er is een burcht en talloze mooie kerken. Aan de andere zijde van de rivier at ik een croissant (met boter en confituur). Daarna zette ik mijn tocht verder. Ik volgde de sportleraar uit Luxemburg met wie ik gisteren tafelde. Hij wou ook de camino duro doen. Na enkele km.stopte hij. We misten de afslag en stapten nu langs de autoweg... merde... we hadden hem dus gemist!!! Ik troostte me met de gedachte dat ik de originele camino francès had gevolgd. De camino duro zal voor een andere keer zijn en ik weet dat ik een prachtig landschap heb gemist. Na enkele km.zag ik een Italiaans koppeltje langs de weg zitten. Voor de jongen was de camino afgelopen. Hij had zijn voet omgeslagen (de stakker liep op sandalen). Er stonden Spanjaarden langs en er was een auto klaar om hem naar het ziekenhuis te voeren.  
Na een tiental km. kwam ik Pierre Lise weer tegen. Haar zoon had geld gestort en dit zou ze vandaag kunnen afhalen. Op hetzelfde moment begon mijn rechterknie pijn te doen... misschien gelukkig dat ik de camino duro heb gemist. Ik kwam omstreeks 12u30 aan in Vega de Valcarce. Ik kon mijn knie verzorgen en een siësta nemen.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/060808

05-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.05.08.08 Naar Cacabelos
Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik stond laat op (6 uur). Geen snurkers op de kamer. Alleen Spanjaarden die ´s avonds laat nog lang liggen te babbelen en te lachen.
Spanjaarden doen in de namiddag hun siësta. Ze zijn bijgevolg goed uitgerust en blijven heel laat op. Het zijn echte nachtraven. Gezellig volkje maar je moet er tegen kunnen.
Om 6u45 was ik al aan het wandelen. Er was veel volk op de weg. Ik geraakte zelf niet vooruit. Ik had dorst, honger, moest veel stoppen. De voorbije dagen waren zeer inspannend geweest ( telkens ongeveer 35 km waaronder vele kilometers in de Spaanse zon). In een cafeetje zaten twee leuke gasten (een Italiaan en een Galliciër). Ze herkenden me nog van gisteravond ("the guitarman"). Ze namen de camino heel vrolijk op. Iedere pelgrim die ze zagen voorbijlopen, begroetten ze met een liedje: "Ola, Buenas Dias, Buen Camino". Hilariteit alom, iedereen die passeerde had plezier.
Het eerste stuk van de weg (van Ponferrado tot Camponaraya) is niet zo mooi. Het pad is meestal dat van de autoweg. Nadien ga je door mooie landschappen. Ik besloot te stoppen in Cacabelos, een mooi dorpje. Ik zocht deze keer een hotel. In de hoofdstraat heb je er verschillende.. La Gallega is een heel mooi hotelletje... de kamer is netjes, er is douche, WC, televisie, je hebt zelfs een balkonnetje. (voor de prijs van 22 euro). Eindelijk... het was geleden van in Burgos... eens tijd om je goed te verzorgen en alleen te zijn. Ik hield mijn siësta tot 4 uur en kon daarna, in het hotel, mijn blog bijwerken.
Door hier te stoppen en morgen een plaats te bereiken tussen Villafranca en O Cebreiro, kan ik de zwaarste helling in de morgen doen. Dit is wellicht het lastigste deel maar ik doe dit liever in het begin van een etappe.
In een restaurantje in de straat bestelde ik enkele witte wijntjes als aperitief. Ik kreeg er voortdurend leuke hapjes bij. Ik ging in het restaurantgedeelte zitten en bestelde het pelgrimsmenu met rode wijn. Spoedig had ik het gezelschap van Michel uit Luxemburg (een sportleraar) en Bruno uit Bordeaux. Leuke babbel over de camino, de ongemakken en uiteindelijk over het leven zelf. Leuke gasten... Ze stappen vele km. De kans is klein dat ik ze terugzie. Dit is de camino. Ze verblijven in de refugio.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/050808

04-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.04.08.08 Naar Ponferrada
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om 5 uur was ik aan het stappen. Ik was vergeten om in Astorga geld af te halen. Ik moest naar Ponferrada, zo´n 35 km verder en het was warm. De sterrenhemel zag er weer adembenemend uit.

Het landschap vanaf Foncebadon is ongelooflijk mooi. Je moet een pas over (redelijke klim) en je ziet dorpjes in de diepte liggen. Het was rond 6u45 en de lichtjes van de dorpen  in de verte brandden, er was de zon die al de hemel kleurde... Waaw !!! Niet te beschrijven (en ook niet te fotograferen). Verderop was iedere pelgrim stil. Je bereidt je voor op één van de belangrijkste momenten van de tocht... de Cruz de Ferro. Aan dat kruis laten vele pelgrims een steentje, een tekst, een foto... iets persoonlijks achter. Ik had diverse zaken mee die ik in een plastieken zakje had gestopt.
Aan het kruis stond een groep Spaanse wielertoeristen onnozel te doen. Met de hele groep stonden ze boven op het heuveltje met de handen omhoog voor de foto... alsof ze een col hadden bedwongen. ...Jammer...
Ik wachtte tot de groep weg was en koos mijn moment om het zakje aan het Cruz de Ferro te bevestigen. Ik zocht het koetje van  Laura Catteeuw (haar pa had vorig jaar de camino gelopen en o.a. een speelgoedkoetje aan de cruz de ferro gehangen). Jawel, ik zag er eentje maar ik moet nog de foto van Corry zien om zeker te zijn dat het het juiste koetje is.

Ik vervolgde mijn weg... het landschap is hier heel mooi.

Om 2 uur (juist op tijd voor de grote hitte) kwam ik in Ponferrada aan. Na geld te hebben afgehaald, zocht ik de parochiale refugio. Heel mooi maar het is er heel druk. Ook Gunnar, de schooldirecteur uit Australië, was er. Hij doet de rest van de camino met de bus of met de taxi want zijn knie mag hij niet meer belasten.. Hij had 35 euro betaald voor een taxi naar Cruz de Ferro. Tja... Op zijn blog kan je zijn relaas lezen:

http://gunnarscamino.blogspot.com/2008/08/week-4-astorga-and-towards-galicians.html


Ik at nog een pelgrimsmenu in het stadje, de wijn die je erbij krijgt (1 fles per man), krijg je niet op.
's Avonds kreeg ik nog een blaar bij... op mijn vinger.
Het zit zo... in de refugio hadden ze een gitaar en jawel 's avonds onder de pelgrims... "La Bamba, de blues, Guantanamera (de Spanjaarden kenden de tekst), een beetje rock (waarop enkele Italianen heerlijk  improviseerden), Oh when the saints... Ambiance!!! Op een bepaald moment waren hier meer dan 10 pelgrims aan het rondhossen op het binnenpleintje. Na het zingen en het spelen zat er een blaar op mijn vinger.

Gunnars commentaar (was ik wel blij mee): "An hour or so later my friend and fellow school principal from Belgium came and got hold of a guitar and started to play - and could he play. He played the most fantastic blues and all of a sudden the whole place just gathered around us to listen and enjoy the music. It didn´t take long and we sang all sorts of songs, both Italian as well as Spanish - great evening which lasted to 10.30 when the hospitalier came and asked us all to go to bed. Once again a great night just happening (an old guy can´t even get peace just to sit and read - what a shame!)"


Om 22u30 kwam de hospitalero ons vriendelijk verzoeken het allerlaatste nummertje te zingen.
Ik ging slapen om 22u50. De matrassen waren met een soort plastieken hoes overtrokken. Ik zweette enorm en kon de slaap moeilijk vinden.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/040808

03-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.03.08.08 Naar Rabanal del Camino
Klik op de afbeelding om de link te volgen Het landschap tot aan Astorga heb ik niet gezien. Ik stond op om 3u30. Om 4u00 was ik al aan het stappen. Lampje aan en vooruit. Er was geen maanlicht, alleen de sterren. Je ziet eigenlijk alleen enkele meters voor je, af en toe katten- of hondenogen die het licht reflecteren... ook spinnen die over de weg lopen. Sommige spinnenogen reflecteren ook het licht ... je verschiet wel. Af en toe stond ik stil - lampje uit - om naar de sterren te kijken... zo prachtig! De poolster aan mijn rechterkant, de melkweg in oost-westrichting... ongelooflijk! Ik kan me voorstellen dat in de middeleeuwen de melkweg werd gebruikt om zich naar Santiago de Compostela (= veld van sterren) te oriënteren. Je kan niet missen.
Een nadeel van het pikdonker is dat je de pijlen niet altijd ziet. Ik keek dan op de grond en zocht de sporen van de vorige pelgrims.
Enkele kilometer voor San Justo de la Vega wou ik wat eten. Ik stopte en zette mijn rugzak op de grond om wat koekjes en nootjes uit te halen. Ineens zag ik een auto naderen. Ik had de indruk dat ik midden in de velden stond. Dit kon niet waar zijn. De auto stopte. Na een halve minuut zette hij zich stilletjes in beweging... in mijn richting. Ik stond recht, deed mijn rugzak aan en stapte. Ik wuifde naar de auto. Het bleek de Guardia Civil (politie) te zijn die patrouilleerde. Ik vertelde aan de agenten dat ik liever ´s nachts wandel vanwege de warmte in de dag. No problem... Dat was toch even schrikken.
Het was rond 7u30 als ik Astorga binnenkwam... heel mooi stadje. Hier en daar waren jongeren nog in groepjes aan het roepen en praten.
Ik vond de mooie kathedraal en op de stoep at ik de rest van mijn ontbijt op.

Ik vervolgde mijn weg, kwam heel wat bekend volk tegen (Sylvia, Myriam en Diane, Guiseppe, een Frans en een Engels koppeltje, een groepje Italianen die al een paar dagen mijn pad kruisen, enz...)
Het laatste stuk naar Rabanal was heel zwaar tengevolge de drukkende hitte. Op 5 km. heb ik in de middagzon 1 liter water nodig. Ik kwam heelhuids aan omstreeks 13u00 in de refugio "El Pilar".
Morgen moet ik naar Ponferrada want ik moet geld afhalen.
In de refugio kwamen ook de Kim-sisters. Nini was ziek. De meisjes hebben de gewoonte om ´s avonds hun drinkflesjes water in de diepvriezer te stoppen. De dag nadien hebben ze dan tijdens hun tocht ijswater. Niets is slechter natuurlijk dan in extreme warmte heel koele dranken te drinken. Guiseppe had vreselijk veel pijn in zijn knie. Ik hielp hem met "het electromachientje"van Carine (een toestelletje dat ik meekreeg voor de behandeling van tendinitis en andere kwalen. Guiseppe was me enorm dankbaar. Hij was diep ontroerd en weende. De behandelingen (2 X een halfuur) hadden geholpen.
Ik kocht wat kaas voor het avondmaal. De Canadezen kookten pasta met veel look, ajuin en wortelen. Alles tesamen werd het een heel lekker maaltje. We vertelden nog wat over ons land. Myriam is 20 en doet theater. Ze zou dolgraag naar Nederland of België komen voor een theaterproject. Diane vertelde over de taalstrijd die ook in haar land bestaat.
Ik vroeg een "mantas" (deken) aan de hospitalero en kon goed slapen.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/030808

02-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.02.08.08 Naar Santo Ibanes de Valdeigleisias
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om kwart voor zes was ik al wakker. Ik had een heel rustige nacht. De Koreaanse zusjes waren al vroeger opgestaan en hadden  hun rugzak heel stilletjes ingepakt. Sunny draagt een zak van wel 15 kg. Ik vroeg hen wat er zoal in zat mischien. Ze hadden 'toys' gekocht in Leon. Welke 'toys' het waren, zeiden ze niet maar ik kon me er wel iets bij voorstellen.
We aten gezamenlijk (Guiseppe, Sylvia een advokate uit Barcelona, Jean-Claude, de Koreaanse zusjes en ikzelf. Ik had nog wat yoghurt en ik deelde het vlees dat ik eerder had gekocht. Koreanen smakken zeer luid als ze eten. Wellicht willen ze ermee zeggen dat het hen smaakt. Om 6u45 vertrok ik. Na een eerste stop in San Martin del Camino wandelde ik verder. In Hospital de Orbigo (heel mooi stadje, grote oude brug) kwam ik Josiane en Marie-France tegen. Zij zouden vandaag stoppen. De rest van de camino doen ze volgend jaar, bij leven en welzijn. Heel leuke dames, we hebben veel plezier gehad onderweg.
Ik vervolgde mijn weg en nam deze keer de alternatieve route naar Astorga. Prachtig landschap, groen en in de verte het gebergte. Ik stopte in Santo Ibanes de Valdeigleisias. Er is een refugio maar hij opende pas om 13u. Tijd voor een pintje en een bocadillo. Ik zat buiten en met iedereen die passeerde deed ik een praatje. De meesten hadden de snurksymfonie meegemaakt in Leon. We konden er om lachen.
Om 12u45 deed Hercules, de hospitalero, open. Hij spreekt Frans, Italiaans en uiteraard ook Spaans... nerveuze jongen.
Estelle kwam ook aan en even later twee Duitse meisjes. In totaal zouden we slechts met vier in de refugio slapen.  Estelle is joodse en kent niet veel van katholieke kerken. Het naburig kerkje konden we bezoeken en ik mocht één en ander uitleggen. Ze was heel geïnteresseerd.

Hercules maakte nog risotto voor ons klaar... heerlijk. Daarna hadden we nog met ons vieren een heel goed gesprek. Ik sliep alleen want ik wou heel vroeg starten morgen.


http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/020808


01-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.01.08.08 Naar Villadangos del Paramo
Klik op de afbeelding om de link te volgen Heb je ooit al geslapen in een zaal met 60 zwetende en snurkende mannen? Neen ? Wel... ik ook niet!
Gisteravond werden we na het gebed en de zegening binnengelaten in de slaapzaal. De ramen waren dicht want er was naast het klooster een openluchtoptreden. De stekkers van de ventilatoren waren uitgetrokken want sommigen wilden hun GSM opladen. Er hangt een geur die ik kan omschrijven als een mengeling van heel zure room, hervekaas, Voltaren en vergevorderde chorizo... zoiets maar dan in het kwadraat. Er zijn op dit punt van de camino mannen die zich niet meer wassen. Ze stappen, drinken bier, eten wat en leggen zich in een refugiobed. Hoogstens doen ze 's avonds nog eens hun T-shirt uit om te slapen. Bah...
Deze keer geen gewone competitie maar de bekerfinale snurken. Het was alweer een Duitser die won... Albert (afkomstig van Aachen) lag in het bed boven mij op zijn rug. Hij was niet meer wakker te krijgen. Even vóór middernacht had  ik er genoeg van. Ik pakte mijn rugzak en verhuisde met heel mijn boeltje naar het afdak van de nonnen. Op mijn matje en in mijn slaapzak (met een dekentje) kon ik nog bijna zes uur slapen.
Om 6u20 was ik al weg na een ontbijt aangeboden door het klooster. Ik stapte met een Baskisch koppel probleemloos de stad uit. Daarna ging er één en ander mis. Ik moest een grote stop maken, ik had mijn eerste blaar te verzorgen... (de boorzuurschilfers zijn bijna op en ik kan ze hier alleen krijgen op doktersvoorschrift... ze hebben wel iets dat er op trekt... morgen koop ik dat). Bovendien nam ik de verkeerde route.
Ik wou het alternatieve pad nemen en kwam toch op de minder interessante route terecht... tussen autostrade en de N120 (de originele camino Francès). Ik was moe en stopte in Valladangos del Paramo omstreeks 12 uur. De albergue is gevestigd in een oud schooltje. Er arriveerde veel volk dat ik ken. Gunnar (de schooldirecteur), Guiseppe, Jean-Claude (een vijftiger uit Canada) en jawel... de Kim-sisters uit Korea. Die avond kookte Guiseppe pasta met courgette, ajuin, look en parmesankaas... heerlijk! We hielpen allemaal bij de bereiding en de afwas.
We hadden nog een lange babbel met de Koreaanse zusjes. Sonny en Nini zijn resp. 31 en 29 jaar oud. De ene ontwerpt mode en de andere doet traditionele Koreaanse dans voor de toeristen. Achter de lachende gezichten van de meisjes schuilt eigenlijk heel veel verdriet. Ze vertelden over de zeer prestatiegerichte Koreaanse maatschappij, het vele geweld, het weinige respect voor vrouwen. Ongeveer 80 procent van de huwelijken loopt op de klippen. De meisjes doen de camino om te herbronnen en wie weet, een andere job te nemen. Sunny zou graag een cafeetje openen waar mensen tot rust kunnen komen en kunnen ontstressen. Het was 22u30 als de hospitalero ons goedenacht kwam wensen en de lichten doofde.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/010808
 

31-07-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31.07.08 Naar Léon
Klik op de afbeelding om de link te volgen Om 5u30 stond ik op. Samen met Marie-France en Josiane (twee pelgrims uit Grenoble) en nog anderen dronken we koffie.
Ik vertrok omstreeks 6u00 . Het landschap is (duidelijk zichtbaar na zonsopgang natuurlijk) hier groener en minder vlak. Dit is al een tijdje de meseta niet meer. In het dorp Arcaheja kwam ik de Italiaan Guiseppe tegen... "Hallo Carlo... hallo Guiseppe..." Guiseppe was vanmorgen om 4 uur vertrokken, hij kon toch niet slapen. Zijn knie deed pijn en hij ging dus heel traag.

Ik kwam al omstreeks 10u45 aan in Léon. Meteen zette ik koers naar de refugio van de Benedictinen. Groot gebouw... we mochten binnen om 11 uur. Het onthaal was heel vriendelijk en hartelijk. Vrouwen en mannen slapen hier apart, er is misviering en een pelgrimszegen om 21u30. Om 21u30 gaat ook de grote poort van de refugio dicht. Morgenochtend is er ontbijt om 6 uur.
 We slapen in een grote zaal.
Léon is een heel mooie stad. Nauwe straatjes, gezellige buurten... veel leuker dan Burgos. Ik at een kleine schotel in een restaurant aan de kathedraal. In de stad zag ik al heel veel bekenden terug... de "Kim-sisters" (de Koreaanse zussen), Pierre-Lise (Guadeloupe), Guy (St.-Etienne), Guiseppe (Firenze), Albert (Genève), Marie-France en Josiane (Grenoble)... We vroegen ons af waar de drie Franse priesters zijn. We zullen ze wel vinden.
Pierre-Lise wou opgeven... Haar kredietkaart werkte blijkbaar niet en ze zit zonder geld. Misschien houden we een collecte voor haar.

Ik bezocht de kathedraal... prachtige brandramen. Ik vond hier een cybercafé en kon mijn foto´s opladen. Veel kijkplezier !!!

In de refugio van de Benedictinen gaat de kloosterpoort zonder pardon dicht om 21u30. De enige mogelijkheid om nog buiten te geraken, is het avondgebed en de zegening bijwonen.
Met zo'n 30 pelgrims deden we dit. We werden door een klein nonnetje ontvangen in een sobere ruimte. Ze verwelkomde ons in het Spaans, we kregen een boekje met daarin gebeden en liederen die ook vertaald waren. De zuster leerde ons enkele gebeden en liederen aan.
Wij, de pelgrims,  werden binnengelaten in de kapel en mochten achteraan zitten. In het koorgestoelte links en rechts zaten in totaal zo'n 20 zusters. Ze keken recht voor zich. Niet één draaide zich naar ons. Er werd gebeden en gezongen.... op dezelfde toon, soms alleen, soms in meerdere stemmen. De zusters stonden heel dikwijls recht en draaiden zich naar het altaar. Ik vond het een prachtig ritueel. Het deed me denken aan boedhistische monniken met hun gebedstrommels... soms ook aan de eentonigheid van het stappen in de meseta.
Op het einde werden we door een jonge zuster ook in het Engels aangesproken. Ik onthield verre van alles maar toch dit: "Wij hopen dat je op de camino antwoord mag vinden op vragen. Wie ben ik als mens? Wat is het doel of bestemming van mijn leven? Hoe plaats ik God hierin?" Het nonnetje wenste ons en onze familie het allerbeste.
Waar de zusters van Clarion de los Condes rock en roll waren, zijn deze zusters de klassieke muziek... moeilijk toegankelijk maar to the point en herkauwd...
Nog iets om mee te nemen. Ik ging slapen om 22u30.

http://picasaweb.google.be/kareluitvichte/310708



E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !




Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs