|
|
|
|
|
|
05-05-2012 |
De Adem van de Dagen (34) |
E
quindi uscimmo a riveder le stelle.
Hij beseft dat er
in het Westen, ook onder invloed van de New
Physics een beweging is ontstaan in het religieuze denken die een raakvlak
heeft met de metafysica. Zo heeft de religieuze mens nood aan het onzichtbare
dat te zichtbaar werd en wordt voorgesteld. Die tijd is voorbij, de begrenzing
van het woord maakt plaats voor de ruimte van de geest. De mens overschrijdt
thans de drempel van een totaal nieuwe dimensie, deze van zijn oorsprong als
stof van de sterren.
De Bijbel, het
grote epos van de mens in zijn relatie tot zijn God, die woorden sprak en daden
stelde, is te hernieuwen in een epos van de mens in zijn zoektocht naar zijn integratie
in het kosmische gebeuren.
En hij weet zijn
verbondenheid intens. Als hij elke zondagochtend, langs de weg die hij samen
met enkele vrienden loopt, dezelfde boom groet - zijn hand even op de schors
houdt en dag boom zegt - dan gelooft hij dat de boom deze groet opneemt en
doorgeeft aan de andere bomen. En al weet hij wel dat velen dit geloof niet
delen toch denkt hij dat mens en boom iets gemeen hebben.
Hij kan er opnieuw
Paulus bij roepen die schrijft dat we een tempel Gods zijn en dat de geest van
God in ons woont. Zou hij dan ook niet wonen in die boom die hij groet en
zouden de contacten tussen mens en boom niet gebeuren precies langs het deeltje
God dat boom en mens bezielt en levend houdt?
Het is het doel van
zijn bestaan hier op aarde, wat is van God-Elohim in hem, te benaderen en af te
tasten, te omcirkelen en erin binnen te dringen. Het is zijn queeste naar de
negenennegentig namen van die God, neergeschreven (18 + 81, weliswaar in
Arabische cijfers) in de palm van ons beide handen. Namen die hij ziet, niet
als de negenennegentig eigenschappen van God/Allah, maar als zovele
mogelijkheden om Hem te omschrijven.
Hij weet dat deze
queeste doorlopen moet tot het allerlaatste ogenblik van zijn bestaan. Maar hij
beseft tezelfdertijd dat deze zoektocht niet altijd kan volgehouden worden, dat
er breekpunten zijn, momenten dat hij begaan is met andere zaken waarbij hij
amper de dag ziet opengaan en de dag ziet sluiten.
Maar het is
duidelijk : zijn beeld van God valt niet samen met het beeld dat Paulus ons
voorhoudt. Paulus schrijft trouwens, dat alleen de geest van God het wezen van
God kan kennen. Hij schrijft ook dat we niemand, behalve onszelf, kunnen
kennen.
Paulus echter is
een uitzondering hierop. Hij kent Jezus omdat God besloten had zijn zoon aan hem te openbaren. Wat betekenen
moet dat dankzij deze openbaring
Paulus in de mogelijkheid is te spreken over de Jezus van Jezus en niet, zoals
men logisch denken zou, over de Jezus van Paulus.
Waar deze
openbaring heeft plaatsgevonden en onder welke vorm zal wel niemand weten, want
Paulus aarzelt niet te bekennen dat hij, op de weg naar Damascus, na de roep
van de Heer te hebben gehoord, onmiddellijk,
zonder een mens te raadplegen naar Arabië vertrokken is, om pas drie jaar
later naar Jerusalem te komen waar hij Kefas (Petrus) en Jacobus, de broeder
van de Heer, zal ontmoeten.
Welke Jezus is hij
in Arabië gaan opzoeken. Is het zo dat hij drie jaar als postulant in het
klooster van Qumram zou verbleven hebben, zoals hij het las in The Dead Sea Scrolls Deception van Michael
Baigent en Richard Leigh?
Neen, zijn beeld
van God loopt niet parallel met dit van Paulus omdat zijn opvatting over God,
van binnen in hem vertrekt en niet vanuit de geschriften van Paulus. Hij kan
enkel zijn eigen weg bewandelen doorheen de diepste roerselen van zijn geest.
Aldus kunnen allen
die hem lezen de essentie vernemen van wat levend is binnen in hem. Zoals
anderen in de geschriften van Paulus alles kunnen vernemen over de essentie van
Jezus in Paulus.
*
Maar hij beseft,
aangekomen waar hij zich nu bevindt dat hij een (te) lange omweg heeft gemaakt,
met het godsbegrip als centraal punt, trachtend keer op keer het te belichten
in andere bewoordingen. Maar er zijn er wel die een even lang verhaal bouwen
rond het het. Vandaag voelt hij zich verlost van een zware last. Zoals Dante
zich verlost voelde toen hij zijn pelgrimstocht door de Hel beëindigde met: E quindi uscimmo a riveder le stelle, en toen kwamen we buiten en zagen we de
sterren terug. Ik ook, dacht Ugo, ik ook wil nu terug de de sterren weten
boven mijn hoofd.
05-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
04-05-2012 |
Frederico Garcia Lorca |
Van Frederico
Garcia Lorca die in Spanje beschouwd wordt als een van de grootste schrijvers
na Cervantes, vond ik in een boekje, uitgegeven in juni 2000 door het poëzie-atelier
van Grupo Anaya, s.a. Madrid, van Benjamin Prado: Siete maneras de decir manzana, of zeven mogelijkheden om over
poëzie te spreken maar Prado vervangt hier poëzie door manzana, appel een even vreemd als prachtig gedicht dat voor mij
de zuiverste poëtische expressie is. Een gedicht dat zijn kracht haalt uit de
eenvoud van de opgeroepen beelden, en dat, alhoewel het kinderlijk schijnt, toch
een zeer dramatische inslag kent, Frederico Garcia Lorca werd immers tijdens de
Spaanse burgeroorlog in augustus 1936 gevangen genomen door de aanhangers van
Franco en enkele dagen later gefusilleerd. Ik vrees zelfs dat zijn graf nog
steeds niet gelokaliseerd werd, maar ik zou me kunnen vergissen.
Ik breng u hier de
originele versie, de vertaling komt verder:
Por
las ramas del laurel
vi
dos palomas oscuras:
la
una era el sol,
la
otra la luna.
Vecinitas,
les dije,
¿Dónde
està mi sepultura?
En
mi cola dijo el sol
En
mi garganta dijo la luna.
Y
yo que estaba caminando
con
la tierra por la cintura
vi
dos aguilas de nieve
y
una muchacha desnuda.
La
una era la otra
y
la muchacha era niguna
Aguilitas,
les dije,
¿Dónde
està mi sepultura?
En
mi cola dijo el sol
En
mi garganta dijo la luna.
Por
las ramas del laurel
vi
dos palomas desnudas
la
una era la otra
y
las dos eran ninguna.
Terwijl Lorca ons
een poëtische mengeling nalaat van woord, beeld en klank, gaat de klank en kleurrijkheid
door de vertaling verloren omdat het woord meer aandacht krijgt dan het
verdient.
Ik dacht er het
volgende van over te houden:
Tussen de takken
van de laurier
zag ik twee donkere
duiven,
de ene was de zon,
de andere de maan.
Lieve buren zegde
ik tot hen:
Waar is mijn graf
gelegen?
In mijn staart
zegde de zon,
In mijn keel
zegde de maan.
En ik, reizend
met de aarde aan
mijn zijde
zag twee arenden
van sneeuw
en een meisje naakt.
De ene was de
andere
en het meisje was
geen ene.
Arendjes zegde
ik:
Waar is mijn graf
gelegen?
In mijn staart
zegde de zon,
In mijn keel
zegde de maan.
Tussen de takken
van de laurier
zag ik twee naakte
duiven.
De ene was de
andere
en de twee waren geen
ene.
Heb ik nu niet
gezondigd tegen het auteursrecht door dit gedicht hier over te nemen?
04-05-2012, 00:31 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
03-05-2012 |
TRACK, kunst in Gent |
Op 12 mei opent in
Gent de tentoonstelling TRACK, een kunstmanifestatie buiten de muren van het
museum, waaraan een dertigtal mondiaal gekende kunstenaars deelnemen.
In dit kader plant
de Chinese kunstenaar Tazu Rous hij heeft nog een viertal namen in meer - een
hotelkamer te bouwen rond de toren, met uurwerk, van het Sint-Pietersstation. Hij plant niet
alleen de bouw van een hotelkamer, hij wil er ook de ganse duur van de
tentoonstelling die loopt tot 16 september verblijven.
IK heb er helemaal
niets tegen, trouwens het ligt in zijn aard te bouwen, reeds in 2005, bouwde
hij een slaapkamer rond het bronzen Christusbeeld in het Sint-Anna park, hij is
dus een kunstenaar-bouwer die zich plagieert in Gent.
Het is natuurlijk
zo dat al degenen die de trein nemen in het Gentse station onvermijdelijk
geconfronteerd worden met het glazen veronderstel ik - kamercomplex omheen de
enorme klok in de toren die de achtergrond wordt van zijn bed in zijn
slaapkamer. Hopelijk verliest hij het uur niet uit het oog, hopelijk is het een
elektrische klok en niet een mechanische, hopelijk houdt hij het vier maanden uit.
Aan lef ontbreekt
het hem dus niet maar, zijn dergelijke manifestaties, kunst te noemen, en als
het kunst is - en dat zal wel, gezien het de bedoeling is van TRACK - zal het
ooit iemand beroeren in de ziel of, zal er naar opgekeken worden met een
glimlach?
Een andere kunstenaar,
Benjamin Verdonck een Antwerpenaar, realiseert in een grote boom in het
Vogelenzangpark een getrouwe replica van een van de bungalows in het park uit
de jaren vijftig. Hier wordt het maar een kopie te klein om te bewonen, wat jammer
is, maar niet voor de boom.
Wat niet belet dat
deze tentoonstelling een excellente gelegenheid is om het waardevolle en het
historische van bepaalde stadsgedeelten een betere bekendheid te geven. In elk
geval is het zo dat een deel van TRACK zich zal situeren in de hoogte.
Hoogstaande kunst
dus.
Wie hierover het
essentiële oprapen wil, surfe naar www.track.be.
03-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
02-05-2012 |
Literatuur |
Ik denk literatuur
te bedrijven als ik schrijf. Ik denk zelfs dat ik altijd, vanaf ik begonnen
ben met het bijhouden van een dagboek, literatuur heb bedreven.
Maar wat mijn
dagboek betreft is er een wijziging opgetreden. Het is niet veel meer nog dan
het neerschrijven van de gedachten die plots opduiken in mijn vingers,
gedachten die ik zo maar laat vloeien en ik er meer op uit ben
mijn blad te vullen in plaats van toe te zien dat wat ik schrijf, én duidelijk
leesbaar is, én inhoud heeft.
Ik vrees dat noch
aan het ene noch aan het andere wordt voldaan en dat eens opgepropt met
woorden, het materiële aspect van een volgeschreven blad, me volstaat. Ik ben dus in een
stadium terecht gekomen dat mijn dagboek, althans dit van de laatste dagen,
niet meer de waarde heeft die het had in den beginne.
Dit is een
vaststelling, die ik me maakte, heel vroeg deze morgen, vóór het gekweel van de
vogels in de tuin. Het is niet iets om fier over te zijn.
Misschien is het om
deze reden dat al mijn geestelijke krachten gebundeld liggen in mijn blog, en
is dit het enige literaire werk dat ik presteer.
Of het literair is,
zal er iemand opstaan om het me te zeggen?
02-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
01-05-2012 |
Moedeloosheid |
Moedeloosheid
overvalt me. Het leven is plots een grote onzekerheid, een open vlakte zonder
horizon, een woestijn, een dorheid.
Vanwaar deze
gedachten, terwijl ik gisteren nog aan het dromen was; terwijl ik de vorige
dagen nog een eeuwigheid voor mij had; terwijl ik dacht mijn vijfde maand te
beginnen, met nog zeven voor de boeg; terwijl ik dacht canto 34 van mijn
A.vd.D. in te loggen met als laatste zin de laatste versregel van Dantes Hel?
Vanwaar deze
gevoelens, alles te laten voor wat het is, die moeë lichaam, deze moeë geest,
zijn rust te gunnen. Geen woorden meer, geen gedachten meer, een totale
leegheid van hart en ziel.
Ademen om nog wat
dagen in leven te blijven. Terwijl ik buiten loop, de zon voel in mijn hals, in
mij witte haren, zie hoe alles in kleur komt, hoe een spinnen ei is opengebarsten
met honderden minuscule spinnen tegen het raam, valt alles stil in mij,
opgelost, vergeten, verlaten.
Mijn boeken
waardeloos, alle dingen die ik schreef of tekende, of de stukjes steen en
wortels die ik samen kleefde onder glas, waardeloos, uitingen van de laatste
stuiptrekkingen. En dan, wat me overviel toen ik neer zat om deze woorden te
schrijven, begoocheling te denken dat mijn blog de remedie was die alles
oplossen zou.
De dag die naar
zijn einde neigt: in het minivijvertje één rode vis nog opgedoken, een
vergetelheid van de reiger, en als ik voor mijn klavier zit, een vage schaduw,
een laatste ekster neergestreken op de tafel in de tuin waar ik een hoopje
kaassnippers had neergelegd.
Zeg ik, dat het al
wat beter gaat?
01-05-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
30-04-2012 |
Volendam |
Queens Day (Holiday
Netherlands)
zie ik bovenaan de dag van 30 april in mijn Dagboek van The
Economist. En ik denk aan die jonge man, bedolven onder de sneeuwlawine,
roerloos nu in een ziekenhuis in Londen. Ik denk aan de moeder die zal lachen
en lachend handen drukken.
Ik denk ook aan Volendam.
Het was in 1947 dat we, Luc De Landsheer (+) en ik, van uit ons dorp aan de
Schelde met de fiets, Nederland zijn binnengereden, om na zoveel dagen aan te
komen in Volendam, vraag me niet waarom we Volendam hadden uitgekozen. Maar we
waren er, we kampeerder er ergens op een boerenhof denk ik. Het was daar dat ik
Miet ik meen dat het Miet was kennen leerde, dat er tussen ons beide iets
had kunnen groeien dat zich achteraf beperkte tot wat over en weer geschrijf,
een uitwisseling van gedachten, van dromen. Hoe het stil gevallen is weet ik
niet meer, wellicht zoals alle briefwisseling stil valt. Weet ook niet meer of
we elkaar gekust hebben, ooit, geloof van niet, in die tijd was dit nog een
ernstige bezigheid.
Maar ik dacht eraan,
stel dat het nu gebeuren zou. Stel dat ze ook een blog zou bijhouden waarin ze
elke dag iets zou schrijven over haar, stel dat jij haar blog lezen zou en zij
dat van jou. Stel het maar.
Een gevaarlijke
business zou het worden, jij 20, zij 20 en elke dag iets vernemen van elkaar,
wat woorden, wat gevoelens. Vast stellen aan een woord, een zin dat zij je leest; zij, bemerken
dat jij haar leest, maar twijfelen nog.
Dangerous,
hoogst gevaarlijk. Een ondergronds gevoel dat groeien zou, waarvan de groei
niet meer te stoppen is. Een beeld dat zich vormt, verbazing over wat je dag
aan dag te weten komt, kleine dingen, kleine misschien zelfs uitgekozen
gebeurtenissen die je verneemt en die je gaat uitschrijven in gedachten. Die je
gaat ver-dromen tot realiteit. Beiden weten hoe ze elkaar kunnen benaderen,
onschuldig - als blogger smeekt je erom
dat iemand je zou zeggen dat je blog gelezen wordt het voelt aan als een
dagelijks rendez-vous in het woord, dat je niet meer kunt missen, het prille
begin van een amoureus parfum, het meest heerlijke parfum dat er is en elk
woord dat je leest dat je, zelfs al is het uit het dagelijkse leven, zelfs al
is het uit een andere wereld, een aanraking is, een aai, een blik die je
vertedert, die je openbreekt, zoals je een bolster breekt. En je bent twintig
of tweeëntwintig, of welke ouderdom ook: het wonder dat internet is biedt vele
mogelijkheden.
Veertig,
vijftig jaar, een leven later, je bent nog altijd samen en iemand vraagt je, zo
maar, waar je elkaar hebt leren kennen.
Vroeger zou je
gezegd hebben, in Volendam, tijdens het verlof. Nu, wel ons blog, Vrouwe
Fortuna, bracht ons samen, we waren elke dag benieuwd elkaars blog te lezen.
Tot er een e-mail kwam, tot er een ontmoeting kwam, zij komende uit Volendam, hij
uit een boerendorp in Vlaanderen. Wat ze gemeen hadden buiten hun verliefdheid,
waren de klompen die ze droegen in hun kinderjaren.
30-04-2012, 01:25 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
29-04-2012 |
Inspanning |
Ik vroeg gisteren
een lange inspanning aan mijn lezer, het was een nog langere voor mij om te schrijven
wat ik schreef.
Gaf het me enige
vreugde bij het inloggen, en eens ingelogd, keek ik er met vertrouwen op neer?
Twijfel is mijn
deel, twijfel mijn gegoochel met de naam van God, twijfel mijn gestamel, want
meer is het niet. En jij, je vraagt me of het wel nodig was dergelijke zaken te
verwoorden/verwerken.
Zijnde wie ik
geworden ben, was het nodig en blijft het nodig, want er is droefheid om wat me
werd aangeleerd in mijn jeugd en nu grote twijfel genereert dat het, hoe mooi
en geruststellend het ook moge geweest zijn, niets te maken had met het grote
enigma dat de naam van de Onnoembare omkleedt.
Er is ook grote
kommer, omdat de jeugd geen nood meer heeft aan wat van vroeger was, de
teloorgang van wat gekend staat als de christelijke beschaving is aan de gang, de
Kerk houdt schijnbaar de ogen gesloten voor wat zich aan het afspelen is, alsof
alles, door gebed en door de tussenkomst van de Heer, terug in zijn plooi zal vallen.
Waar ik niet in
geloof. Maar men zou kunnen beginnen met de nadruk te leggen op die meer
diepgaande woorden van een totaal andere gerichtheid die Jezus sprak: Het rijk
Gods zoek je niet, het bevindt zich binnen in jou.
Waaruit we, om te
beginnen, leren konden te leven zoals het hoort te leven: open voor het grote
mysterie dat het leven is; bewust dat je lichaam stof van de sterren is en je
geest, even onsterfelijk als de geest die van de kosmos is.
Maar of we hier ver
zullen mee komen, weet ik niet, misschien brengen de tijden ons zes eeuwen
terug.
Ondertussen vergat
ik dat gisteren, 28 april, in Hong Kong, de geboorte van Buddha werd gevierd.
Heb er hier niets over gelezen.
29-04-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
|
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
|