|
|
|
|
|
|
07-01-2012 |
Ontmoeting |
Het
gebeurt dat in mijn blog een zin, een woord, zich richt tot een bepaald persoon,
zodat het enkel door die persoon begrepen wordt, tenminste zo hij/zij me
leest. Zo was er gisteren in mijn gedicht sprake van een steen met een
tekening erin gebrand door de natuur. Vanavond (de avond van 6 januari) ook wil
ik iets vermelden dat persoonsgebonden is, namelijk dat ik aangenaam verrast
was te horen dat een goede kennis, die ik graag vriend zou noemen, me dingen
vertelde over mijn blogs die hij las en die hij apprecieerde, maar dan meer mijn
woorden dan de woorden van schrijvers die ik aanhaalde. Waaruit ik besluiten
kon dat ik het misschien beter niet zou doen of dan toch maar met mate.
Maar mijn
tijd was kort, te kort om met hem over dingen te spreken die ons boven het
dagelijkse verheffen, al komt die tijd wel eens, het mag zelfs in augustus
zijn, het mag zelfs met een glas wijn in de hand zijn.
Hij
stamt, zegde hij me eens, uit een Hugenotenfamilie. Je leest het in zijn
houding, je hoort het in zijn woorden, je hebt achting voor hem omdat zijn
leven geankerd is in de tijd en teruggaat tot de Calvinistische Reformatie uit
de XVIde
eeuw.
Het fenomenale is dat hij iemand uit een Bretoense
familie geboren in Indonesië me eens vertelde, que les Genevois, à la vue de son nom de famille, reconnaissaient en
lui un des leurs et le traitèrent comme tel.
Er is weinig nodig voor een blogger om gelukkig te
zijn als hij iets goed hoort over zijn blog.
07-01-2012, 01:10 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
06-01-2012 |
Gedicht voor vrienden. |
De Leie
hier is onze perfecte gastvrouw,
al zeggen
we het niet, we weten het,
we accentueren
het in onze woorden,
of dacht
je dat het niet kon?
Of dacht
je dat we niet zagen dat het licht,
zoals
Rimbaud het wist, met water gemengd
een
gedicht kon zijn.
Zuiver een
gedicht kon zijn als we maar zagen
wat er
was, de fonkeling, de glinstering,
de wind
een kind, spelend met het water
en de
meerkoeten, in kleine getale,
ongeschreven
gedachten die we later
optekenen
zullen, herop zoeken op een blad
Japans
papier, van een steen de tekening
erin
gebrand door de hand
van de
natuur, te geniaal om van de mens
te zijn,
al weet men maar nooit wat de mens
vermag, al
weten we heel weinig van wat is
en van wat
komen zal.
Maar van
de Leie kennen we de schilders
en de
schrijvers en hoe groen de beemden
en hoe stil
de vlakte en de bomen
met Ooidoncks
torens boven uit,
een hand,
een groet. Een ademtocht
de kerk, de enkele
huizen aan de horizont.
Je weet
maar nooit wat komen zal, later.
Het land
dat zwaar op de aarde ligt
en wat er
is van de simpelheid der dingen
is ons bijgebleven al zijn we te oud geworden
om ons te
herinneren hoe de poëet erover sprak
in zijn
gezangen, nu het bloed trager vloeien gaat.
Maar op het einde handen gedrukt zoals het hoorde,
en gegroet de Leie,
de geliefde van ons allen.
06-01-2012, 10:03 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
05-01-2012 |
Mens en Universum |
Hoe is de
notelaar in de tuin van mijn gebuur als ik er niet naar kijk of als ik er niet
ben? Of hoe is de bocht aan de Leie waar ik jarenlang elke zondag met de
vrienden even ben blijven stilstaan; of hoe is de bank in San Juan-Alicante
waar ik neerzat om te lezen of te schrijven; of hoe is la plaine de la Lé in Zinal als ik er niet wandel?
Ik heb me
dit dikwijls afgevraagd, zoals José Saramago zich een zelfde vraag stelde in
zijn Blog van 2010. Wel wetende dat die dingen zijn zoals ze zijn of ik er nu ben
of niet.
Maar er
is een andere vraag die ik me blijf stellen, welk is het belang van al die
dingen, of beter welk is het belang van het Universum als er noch hier noch op
het even welke plaats op aarde, niemand zou zijn om er zich vragen over te
stellen?
En dan
kom ik tot een totaal ander antwoord. Namelijk dat de mens er is, opdat geweten
zou zijn dat die dingen bestaan; opdat die dingen een eigenheid zouden hebben,
die ze anders niet zouden hebben. Ze zouden enkel zijn en er zijn zonder
toeschouwer.
Ik lees
dit ook bij Titus Burckhardt in
zijn vraag naar het mystische in de astrologie.
De mens, gezien door Ibn Arabi, zegt hij, was niet alleen het centrum van de Kosmos
toen de aarde nog het centrum was, maar is, toen geweten was dat de aarde
omheen de zon draaide, in die positie gebleven.
Of we er
naar kijken of niet de dingen zijn. Maar om te zeggen hoe ze er zijn is de mens
nodig. Kunnen we dan zeggen dat de dingen er zijn, enkel en alleen omdat de
mens er is.
Er zijn
oneindig vele zonnen met planeten omdat we weten dat ze er zijn. Ze waren er
ten tijde van Dante en toch waren ze er niet omdat niet geweten was dat ze er
waren. Zo denken we dat de denkende mens hier is omdat geweten zou zijn dat de
dingen bestaan. Dat hij hier is om te getuigen dat het Universum IS.
En als
dit Universum er nog is als een (ten dele) onbegrepen geheel, dan is de mens er
om dit verder uit te zoeken met een steeds groeiende behoefte om te weten.
The fact that the
terrestial position of the human being, serving as the fixed point to which
will be related all the movements of the stars, here symbolises the central
role of man in the cosmic whole, of which man is like the goal and the center
of gravity.
05-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
04-01-2012 |
Euro-crisisoverleg |
'Nieuw Crisisoverleg gepland'
Ik
lees wat Nout
Wellink, voormaling president van de Nederlandsche Bank zich liet ontvallen in
het Financieele Dagblad,
dat
niet alleen de financiële sector, maar ook overheden rekening moeten houden met
een Griekse wanbetaling. Het is, zegt Wellink niet realistisch om te
veronderstellen dat alle noodleningen die de afgelopen jaren Griekenland zijn
verleend, terugbetaald worden.
Griekenland
is virtueel in staat van faillissement, het kan zijn schulden niet meer betalen
zonder nieuwe schulden aan te gaan. Er wordt gesuggereerd 50%, of zelfs 75% van
de Griekse schuld bij de banken af te schrijven. Hoe de toestand van de banken
na die afschrijving er zal uitzien wordt niet vernoemd.
Is
er ooit enige waarschuwing gekomen van de Heer Barroso om de banken te wijzen
van 2005 af, op het gevaar, in te tekenen op uitgiften van Griekse
Staatsobligaties?
Ik
geloof het niet. Europa sliep. Nochtans als er iemand was die een oog in het
zeil moest houden dan was het Barroso die heel goed wist dat Griekenland niet
te vertrouwen was.
Wie
is dan hier de schuldige, de banken die maar al te graag een hoog rendement
viseerden en in de val liepen, of de Europese Overheden, die veel te laat
hebben ingezien wat er aan het gebeuren was?
Als
er iemand in de fout is, dan is het minstens elk voor fifty/fifty. Ik voeg er
aan toe voor Europa is het schuldig verzuim.
Ik
heb mijn oordeel al gegeven over een mogelijke oplossing, maar dat de laatst
voorgestelde 3% oplossing maar wat geblaat van schapen was, wordt nu
duidelijk.
Wat
mij het meest verbaasd is dat er geen enkele bank is die van zich laat horen,
na de Lehman Brothers, na Dexia, hangt hen een nieuwe ramp boven het hoofd,
gaan ze die maar zo ondergaan?
04-01-2012, 00:30 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
03-01-2012 |
Het jaar is begonnen |
Het jaar is begonnen, eens te meer wordt het een
aftellen naar einde van de week, van de maand, van het jaar. Eens te meer wordt hij meegesleurd
in het verschuiven van de minuten, de uren, de dagen. Wat achteraf van al dat zal
overblijven, zijn de ogenblikken dat hij voor zijn dagboek zat of voor zijn
klavier, en registreerde wat hij dacht of kon denken.
Van al het overige zou weinig overblijven, enkel
wat anderen er dachten te kunnen over vertellen, maar dit ook zou uitsterven.
Maar wat geschreven stond, wat in tekens was uitgedrukt zou kunnen ontcijferd
worden. Bleef dan nog de vraag of het de waarheid was.
Zo, alles bij elkaar genomen - en tot troost van
zij die niets te schrijven hebben - wat zin heeft het of er nu iets door jou en
over jou geschreven, overblijft of niet?
En toch, toch is het de reden waarom hij schrijft,
hij kan dit niet ontkennen en hij is gelukkig dat hij aldus is ingesteld. Het
kleurt zijn dagen, al is het maar in aquarel het is dan toch op Japans papier,
En ik zie wel om me heen, hoe anderen bezeten zijn om zich te manifesteren, getekend
door het woord.
Het
woord is almachtig, het is een boom in het regenwoud waarvan hij hoopt dat het overleven
zal.
03-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
02-01-2012 |
Dagboek en Blog |
Hij had op het einde van het jaar dan toch een
nieuw dagboek gekocht, zijn zoveelste page-a-day
diary van The Economist.
Thans vroeg hij zich af wat hij nog, naast zijn
Blog, in meer zou kunnen schrijven. Het was een vraag die hij zich vorig jaar
al had gesteld en toch waren alle paginas van 1 januari af tot 31 december
beschreven. Maar zijn hoop voor dit jaar was merkelijk kleiner. Hij vermoedde
dat zijn inspiratie geluwd was en eigenlijk dat zijn Blog ruim volstond als uitdaging
voor elke dag.
Maar een gewoonte van dertig jaar laat je zo maar
niet van vandaag op morgen zonder wroeging achter. Schrijf dan maar, echter
over wat?
Heeft hij aan allen die hem regelmatig lezen een
vruchtbaar jaar toegewenst, een jaar zonder al te veel kommer, een jaar van een
goede gezondheid en veel aangename gebeurtenissen. Nog niet, maar hij doet het
nu, gisteren was hij te zeer begaan met Psalm 139 die alles zegt en toch niets
nieuws. Alleen was hij verbaasd het te lezen in de Psalmen van de Bijbel. Het
bewijs dat anderen, ver voor hem, er hebben over nagedacht. Zoals ook Borges,
die in zijn Nueve
Ensayos dantescos
evenmin eraan dacht zijn ontmoeting met de drie kleine volumes van de Divina Commedia toeval te noemen, want schrijft hij in deze Ensayos - en ik ben het volledig eens met hem - toeval bestaat niet. Wat we zo
graag toeval noemen is onze onwetendheid over de complexiteit van de machine die alle gebeurtenissen opvangt
en verwerkt naar het komende.
En het was me overduidelijk dat mijn ontmoeting
met Borges verweven lag in de oneindig vele vertakkingen van het web van
gebeurtenissen, waarvan ik niet de minste notie en waarover ik niet de minste
controle had. En dit is altijd het geval. Ik heb dan ook - en je zult het
gisteren vernomen hebben - heel wat problemen met het aanvaarden van een vrije
wil. Natuurlijk nemen we beslissingen, maar hoe ontstonden deze, wat ging er
vooraf aan een ontmoeting die bepalend zal zijn voor ons verder leven. Een
minimaal detail soms, een oogopslag kan soms voldoende zijn om onze wil te
moduleren in een bepaalde gewenste of achteraf, niet meer gewenste richting.
Een zware Blog om een jaar mee te beginnen.
02-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
01-01-2012 |
Psalm 139 |
Psalm 139, 16
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de
Parme van Stendhal me wees op de inhoud van Psalm 139, vers 16. Wat me
toen verraste is dat hij zijn tekst haalde uit de King James versie van de
Bijbel, van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Hij legde vooral de nadruk op het laatste deel van vers 16: which in continuance were fashioned, when as
yet there was none of them.
Een zin die Bergher vertaald terugvond:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours existât.
Is er een meer intense zin om er het jaar mee te
beginnen:
Alles wat mij
betreft Heer, staat opgetekend in je Boek, ik ontkom er niet meer aan, alles is
vastgelegd en omdat het vastgelegd is voor mij is het ook vastgelegd voor allen
die van ver of van dichtbij in relatie staan met mij en zo verder en verder,
tot in het oneindige.
Natuurlijk is het zo, de gebeurtenissen waarin ik
bewust of onbewust zal mee geconfronteerd worden zullen mijn dagen bepalen. Wat
ik eventueel tegendraads zou oplossen is ook al voorzien. Mijn vrije wil wordt
me opgelegd door de omstandigheden waarin ik verkeren zal, en dit is
onontkoombaar.
Is er enige twijfel mogelijk, dat iets niet zou
opgetekend staan, bijvoorbeeld een wijziging die ik in de allerlaatste seconde
zou aanbrengen? Natuurlijk staat die wijziging opgetekend.
Het is om
er duizelig bij te worden, wat een wereld er al geschreven staat. Om te
beginnen, in de Psalmen waar vele geschriften inspiratie hebben gezocht. En ik,
wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig of beter, niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat en het eventueel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag.
Maar dit
hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in
andere verbanden, in andere omstandigheden.
Dit ook
staat geschreven in het boek wat mij betreft, en nog, dat dit mijn leven is,
dat het woord mijn adem is, mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010, pag.41.
01-01-2012, 06:06 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
|
Psalm 139 |
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de Parme van Stendhal wees op het bestaan
van vers 16 in Psalm 139. Wat me toen verraste is dat hij de tekst haalde uit
de King James versie van de Bijbel van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Of, het laatste deel ervan waar Bergher vooral de nadruk op
legde:
Which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
En hij vertaalde:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours
existât.
Is er een prachtigere zin om er het jaar mee te beginnen:
Het is om
er duizelig bij te worden, vast te stellen wat een wereld er al geschreven
staat, om te beginnen, wat het westen betreft, in de boeken van de Bijbel, waar
alles mee begonnen is. Wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig, of
beter niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat. Ik kan het enkel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag. Maar dit hernemen
is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in andere verbanden,
in andere omstandigheden.
Dit is
mijn leven, het woord is mijn adem, is mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010
01-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
|
Psalm 139 |
Psalm 139
Het is
Pierre Alain Bergher die in zijn boek over
het mysterieuze in La Chartreuse de
Parme van Stendhal me wees op de inhoud van Psalm 139, vers 16. Wat me
toen verraste is dat hij zijn tekst haalde uit de King James versie van de
Bijbel, van 1611:
Thine eyes did see my substance, yet being unperfect;
and in thy book all my members were written, which in continuance were
fashioned, when as yet there was none of them.
Hij legde vooral de nadruk op het laatste deel van vers 16: which in continuance were fashioned, when as
yet there was none of them.
Een zin die Bergher vertaald terugvond:
Et sur ton livre étaient
inscrits tous les jours qui métaient réservés, avant quun seul de ces jours
existât.
Is er een meer intense zin om er het jaar mee te
beginnen:
Alles wat mij
betreft Heer, staat opgetekend in je Boek, ik ontkom er niet meer aan, alles is
vastgelegd en omdat het vastgelegd is voor mij is het ook vastgelegd voor allen
die van ver of van dichtbij in relatie staan met mij en zo verder en verder,
tot in het oneindige.
Natuurlijk is het zo, de gebeurtenissen waarin ik
bewust of onbewust zal mee geconfronteerd worden zullen mijn dagen bepalen. Wat
ik eventueel tegendraads zou oplossen is ook al voorzien. Mijn vrije wil wordt
me opgelegd door de omstandigheden waarin ik verkeren zal, en dit is
onontkoombaar.
Is er enige twijfel mogelijk, dat iets niet zou opgetekend
staan, bijvoorbeeld een wijziging die ik in de allerlaatste seconde zou
aanbrengen? Natuurlijk staat die wijziging opgetekend.
Het is om
er duizelig bij te worden, wat een wereld er al geschreven staat. Om te
beginnen, in de Psalmen waar vele geschriften inspiratie hebben gezocht. En ik,
wat heb ik er nog aan toe te voegen, heel weinig of beter, niets in meer.
Ik kan
enkel herhalen wat geschreven staat en het eventueel verhalen op een andere
wijze, een betere of een mindere. Dit is het enige dat ik vermag.
Maar dit
hernemen is een noodzaak voor mij, hernemen en herkleuren, herschikken in
andere verbanden, in andere omstandigheden.
Dit ook
staat geschreven in het boek wat mij betreft, en nog, dat dit mijn leven is,
dat het woord mijn adem is, mijn bloed.
Pierre Alain Bergher: Les
Mystères de la Chartreuse de Parme, Editions Gallimard, 2010, pag.41
01-01-2012, 00:00 geschreven door Ugo d'Oorde
|
|
|
|
|
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
E-mail mij |
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
|
|
|
|