De Karelische Berenhond is een aantrekkelijke hond met een opvallende verschijning.
Hij (of zij) heeft zwart-witte tekening gelijkend op de Border Collie, er wordt beweerd dat de Vikingen hun honden meebrachten naar Groot Britannië en door kruising met de lokale rassen zou de Border Collie ontstaan zijn.
De Kareliër is afkomstig uit Finland meer bepaald Karelië, de grensstreek tussen Finland en Rusland. Hij toont heel veel gelijkenis met de Russisch-Europeese Laika die echter iets kleiner is. De Finse benaming is Karjalankarhukoira Oorspronkelijk werd de Kareliër gebruikt voor de jacht en niet enkel op beren zoals zijn naam doet vermoeden. In gebieden waar nog beren voorkomen is hij een geschatte partner van de mens altijd bereid zijn familie te beschermen tegen de aanval van roofdieren. In Amerika worden ze ingezet om beren weg te houden van parkings in de nationale parken. Zoals de meeste werkende honden is de Kareliër waakzaam en actief en vereist regelmatige aandacht en oefening. Het is zeker geen hond voor een beginnende hondenliefhebber hij heeft een vaste maar zeker rechtvaardige hand nodig. Mits een goede opvoeding is hij een partner voor het leven, aanhankelijk zonder opdringerig te zijn. Een hondenschool is een must zeker om de pup te socialiseren met andere honden en mensen. Hij neemt zeker geen genoegen met elke dag even het blokje om aan de leiband, als van oorsprong zelfstandig jager kan het wel eens problemen opleveren als hij een spoor opneemt doch hij zal steeds contact met zijn baasje houden, zelfs al zie je hem niet hij weet je steeds terug te vinden.
Het ras werd officieel erkend door de Finse Kennelclub in 1946 en ingedeeld bij de Groep 5 sektie 2 (Noorse jachthonden) onder het nummer 48 van de FCI .
Rasbeschrijving
De Karelische Berenhond is een middelgrote, rechthoekige, krachtig gebouwde hond met een weelderige vacht en rechtopstaande oren. Hij is een beetje gereserveerd.
Hoofd: driekantig en vrij breed over het voorhoofd en de wangen. Enigszins gewelfde schedel zonder uitgesproken stop, licht uitgesproken wenkbrauwbogen. Diepe voorsnuit, smal toelopend naar de punt, rechte neusrug, zwarte neusspiegel, droge, dunne lippen. Ogen: vrij klein, bruin, wakkere blik. Oren: middelgroot, rechtopstaand, iets afgeronde punten. Gebit: schaargebit. Hals: gematigd lang, gespierd, licht gebogen. Lichaam: krachtig, soepel, goed gespierd. Vlakke rug. Ruime borstkas, licht hellend. Iets opgetrokken buiklijn. Ledematen: sterke botten, goed naar achteren liggende, gespierde schouders, rechte voorbenen,. Krachtige, evenwijdige achterbenen, gespierde en brede dijbenen. Voeten: stevig, rond, goed gesloten. Staart: hoog aangezet, gematigd lang, wordt gekruld gedragen, dusdanig dat de staart de rug raakt. Mag langs het lichaam worden gedragen. Vacht: grove, rechte dekharen, langer in de hals en aan de achterkant van de dijbenen. Dichte en zachte ondervacht. Kleur: zwart, bij voorkeur mat of met bruine gloed, vaak scherp omlijnde witte aftekening op het hoofd, de borst, de buik, de hals en de benen. Schofthoogte: reu 57 cm, teef 52 cm. Een afwijking van 3 cm is toegestaan
Met onderstaande link vind je de officiële rasbeschrijving(Engels).
http://www.fci.be/nomenclatures_detail.asp?lang=en&file=group5
