David gaat op de luchthaven een toilet binnen.Na een paar stappen voelt hij een klap op zijn hoofd. Hij valt recht op de grond.Als hij weer ontwaakt,zit hij in een vieze overall,doordrenkt met een zure pisgeur. Zijn hoofd bonst en de felle verlichting brandt in zijn hoofd.Hij probeert op te staan,maar hij is vastgebonden. Nadat er een paar mensen het toilet binnenkwamen,wrikte hij zich los en kon hij op zoek gaan naar de dader.
De buitenlander beschrijft in een reeks brieven naar David waarom hij zijn identiteit gestolen heeft. Hij vertelt over zijn familie in Marokko,hoe hij in bendes terecht kwam en dat hij jarenlang aan boord van een schip werkte. Uiteindelijk sloop hij Nederland binnen waar hij,na zijn eerste job die hij verloor door de vreemdelingenpolitie,terechtkwam in de luchthaven.Hij werkte daar als schoonmaker.Na enkele opruiingen kon hij onmogelijk nog werken in de luchthaven en nam hij Davids plaats in.
