De laatste maanden word ik vaak omringd door vreemdsoortige
woorden en taalgebruik.
Wellicht heeft één en ander te maken met het feit dat er op dat moment een
klein meisje aan mijn zijde staat. Twee jaar is ze intussen, mijn oogappeltje.
Woorden als komaan, nog een klein hapje, hoor ik stereotiep door stembanden
weerklinken wanneer het eten van bijzonder gezond voedsel eventjes niet zo vlot
verloopt
Meestal is dat kleine hapje een leugentje om bestwil en volgen nadien
verplicht nog enkele grote happen.
Soit
Ik moest aan die woorden denken wanneer ik afgelopen zondag
in Visé mijn eerste kilometer had gelopen van de 42,195 die ik voorgeschoteld
kreeg.
Ergens aan de kant van de weg,( want een deelnemer zelf hoor je zulke
ontmoedigende uitspraak nooit in zijn mond nemen), werden we aangemoedigd door
één of andere slappe komiek, die niets beter wist dan te roepen komaan, nog
een klein stukkie.
Nou, jij met je vette reet en je dikke sigaar mag anders ook wat aan beweging
doen dreigde ik hem nog na te roepen maar ik bleef bedeesd, schuchter als ik
ben.
Voor de vierde keer was ik in de stad Visé, ergens in de
provincie Luik.
Samen met zon kleine 700 andere atleten stonden we daar te wachten om iets te
doen wat we graag doen en laat nu net dat, juist ja, hardlopen zijn
Zonder al te veel moeite sprong ik hiervoor om klokslag 6 uur uit mijn bed. Of
uit het bed van de bed&breakfast waar ik een kamertje had geboekt,
welteverstaan.
Zondagochtend 6uur, ook wel midden in
de nacht genaamd, maar ik had er tien weken lang keihard voor getraind en ik
keek er dagenlang enorm enthousiast naar uit.
Na het verwerken van de lulkoek door die dwaas in de dikke
supportersrij, bemerkte ik al heel snel de enorme warmte, vroeg in de ochtend.
Het was niet langer midden in de nacht en stilaan zag je her en der mensen
ontwaken, naar buiten kijkend en niet goed wetend wat er gebeurde. Het anders
zo rustige Visé, waar in feite geen moer is te beleven, was nu het eldorado van
menig hardloper.
Ze bekeken de hardlopende atleten zoals een neanderthaler die je naar een
aflevering van Star Wars laat zien, om maar iets te zeggen dan.
Niet dat ik inwoners van het vredige Visé wil vergelijken met Neanderthalers
maar het gevoel was wel navenant
Na 45 had ik 10km
achter de kiezen. Beetje te snel volgens mijn plan.
Voor de zoveelste keer wilde ik proberen 3H15 te halen. Ik diende hiervoor 10km te lopen in 46minuten en een
peulschilletje.
Het was warm en er stond wind. Veel te veel wind.
Om de broeierige hitte baas te blijven, nam ik steevast aan elke drankpost twee
bekertjes water én ik had mijn camelbag, waar ik ook nog eens 1.5liter vocht in
meezeulde.
Alles deed ik om zo weinig mogelijk kloppen te krijgen.
Het halve marathonpunt haalde ik in een tijd van 1H3830.
Net een minuut te traag om mijn begeerde 3H15 te halen.
Ach, ik zou wel zien waar ik zou belanden. Toch hield ik steevast mijn chrono
in de gaten, ik diende 218 te lopen per 500meter en het was duidelijk dat dat
onbegonnen werk werd.
Tijden liepen op naar 225 / 230 .
Ikzelf voelde me nog krachtig voldoende, mijn benen echter dreigden het
zwaarder en zwaarder te krijgen. Het soepele was er af en ik liep verder, maar
duidelijk op één of ander tempo dat ik 1 miljoen kilometer lang kan volhouden.
Of zoiets.
Kilometer 30 kwam in zicht in een tijd van 2uur20. Nog
steeds liep ik ruim boven de 12km/uur of onder de 5/km maar ik kreeg het
alsmaar zwaarder.
Het parcours begon op mijn zenuwen te werken.
Om alles nóg wat zwaarder te maken, had één of andere barbaarse wreedaard
ervoor gekozen om hier en daar wat sympathieke heuveltjes te voorzien. Dankuwel
organisatie, krijg ik dan nu mijn geld terug
Bah! Ik begon er van te walgen en ik verlangde naar de finish.
3H15 kon ik in mijn r..t steken. Het was duidelijk dat dit onhaalbaar werd.
Vanaf kilometer 34 liepen we, naar trouwe gewoonte, samen
met de atleten van de halve marathon. Op dat moment hadden zij 14kms in de
benen. De Marathoniens 34
Een klein verschilletje en dat zag je aan .tja, waaraan zag je het niet
Aan kilometer 36 werd ik voorbijgelopen door een jongedame. Mooie loopstijl,
goed tempo en ze zag er leuk uit.
Voldoende reden om haar te volgen, vond ik, en ik waagde me er aan.
2kms lang ging dat voortreffelijk. Mijn tijden gingen opnieuw naar 437/km en
even maakte ik plannen om vanaf 40km van haar weg te lopen.
Energetisch geen enkel probleem, doch bleven mijn twee ledematen vragen,
roepen, schreeuwen, Stop ermee!.
Voor hen was het genoeg. Stop nu onmiddellijk en ga ergens een boek lezen of
zo
Vergeet het, voor mij was het niet genoeg, ik zat aan kilometer 40, het meisje,
mijn persoonlijke haas voor even, was intussen volledig uit het zicht en dat
was niet omdat ik .juist ja .
Net als voorbije deelnames passeerde ik een garage waar een
onvoorstelbare discobar kabaal stond te maken voor een de rest van de stad en
waar enkele vulgair geklede lellebellen hoogst interessante dingen stonden te
doen. Een poging tot wellustig dansen, was daar één van.
Dit soort dingen wil je niet zien wanneer je in de laatste kilometers zit van
een verschrikkelijk zware marathon en om één ding was ik blij. Ik was er bijna
Ik zat aan kilometer 42 en alles deed zeer. Even moest ik stoppen.
Mijn linkerbeen protesteerde volledig. Wanneer je me zag lopen dacht je
steevast dat er een bezemsteel in mijn reet zat. Misschien zelfs twee, of drie
Ik haalde de finish in net geen 3H25.
Eigenlijk ben ik blij met deze tijd.
Het is 10 langer dan mijn doel maar het
parcours is niet te onderschatten, het was retewarm en 42km, dat is ver. Echt heel ver.
Misschien had ik vroeger maar beter wat meer gegeten, dan had ik nu groot
geweest en sterk. Beresterk.