Zondagmorgend 06:00 sta ik op voor een licht ontbijt, binnen vier uur start de marathon van Kasterlee. Om 07:15 staat Carine op, en om 07:45 rijden we richting Kasterlee, ruim op tijd om alles op het gemak te doen. De auto aan de sporthal parkeren en te voet naar de technofit waar zoals elk jaar de tent staat opgetrokken. We zijn nieuwsgierig naar de levensgrote afbeelding van de winnaar van verleden jaar, die samen met de vorige winnaars, hoog in de tent hangt, een mooie en geslaagde foto, en ik fier als een gieter.
Carine gaat achter mijn startnummer, terwijl ik sta te praten met een paar bekende en veel lopende collega's. Nog een moment om fier op te zijn is het gepersonaliseerde borstnummer 1, als winnaar van vorig jaar. Van de organisatie krijgen we te horen dat de nr 1 tot en met de nr 10 een apart startvak krijgen voor de grote massa. Dat komt goed uit want het regent al een ganse tijd, dat beloofd voor het parkoer, het word een lange veldloop. Weer naar de sporthal om de sportkledij aan te trekken en de dringende boodschappen te plegen.
Begeleider van dienst is Geert Caers net als vorig jaar, wacht hem een helse rit met de mtb door de Kastelse modder. Aan de startlijn staan al de favorieten al gereed, Marc Papanikitas, Jan Daems, Nid Rumphakwaen, Bart de Grove enz. Het startschot word gegeven, ik moet me reppen om bij de marathontoppers mee te kunnen, en de start lukt goed. Na een kilometer hang ik achteraan de omvangrijke groep, en schuif door tot bij Bart en Nid een 50-tal meter achter Marc en Jan. We zijn amper 2 km ver als er al sprake is van vaste positie's, een handvol halve marathonlopers, met Jan en Marc er bij.
Dan volgen Bart, Nid en ikzelf op 100 meter en 100 meter achter ons een omvangrijke groep met o.a Jan Hendrickx. Na drie kilometer krijg ik er al spijt van, om mee te lopen met Bart en Nid, en niet met de groep achter ons. Het parkoer op de veldwegen ligt er glibberig bij, en ik voel dat ik geen superdag heb, ik zal de twee zo lang als mogelijk volgen. Bart doet alle kopwerk, ik ben een beetje verlegen dat ik geen handje kan helpen, maar loop al op het randje om te volgen. Er staat toch wel wat wind op de vlakke open stukken, maar Bart vraagt zelf niet om even afgelost te worden.
Na twaalf kilometer krijgen we de eerste hellingen voorgeschoteld, normaal test ik me daar elk jaar, eens goed doortrekken. Dit jaar dus niet ik zit a bloc om de twee te volgen, Marc en Jan zijn niet meer in het zicht, ik hoop er toch door te komen. In het bos is het een echte slijkboel, hoewel het er beter bij ligt als verleden jaar, heb ik weinig grip en schuif voordurend. Af en toe moet ik na een bocht die ik te voorzichtig in ga, een klein kloofje dichten, en het zwaarste gedeelte moet noch komen. Na 15 km komt het zware stuk er aan met enkele pittige hellingen en nog meer modder, maar ik klamp vast beraden aan.
Gelukkig trekt Bart niet echt door op de hoge mouw, de zwaarste beklimming, zo overleef ik het bos en de 20 kilometer. Terug op het afsalt en in de lange lus aan de aankomst, zien we dat de twee koplopers maar 2 minuten voorsprong hebben. Op onze beurt hebben we maar 1 dikke minuut op de achtervolgers, alles ligt nog binnen bereik van plaats 1 tot 10. Deze wetenschap heeft Bart weer vleugels en hij trekt goed door, ik moet lossen maar op de ijzeren stelling kom ik terug. Op kilometer 27 gebeurt het onvermijdelijke en moet ik de twee laten gaan, nog 5 kilometer allen tegen de wind op.
De bil voelt verkrampt aan en ik heb al een tijdje last van lichte buikkrampen, het word nog een zware eenzame tocht. Het duurt nog tot kilometer 30 voor ik word bijgehaald door twee atleten, waar van de namen me niet direkt binneschieten. Geert moet op me inpraten, om er het beste van te maken, niet zien naar de anderen, en zo goed mogelijk finishen. Op de hoge mouw komt Jan Hendrickx aansluiten, maar ook bij hem kan ik niet aan pikken, ik voel me leeg. De laatste drie kilometer is het rustig joggen geblazen, de hartslag zakt zelf onder de 130 slagen, maar de pijn blijft.
Ik finish in 2:50:01 en had gans de wedstrijd geen benul welke tijd er in zat, mijn garmin te laat opgezet. Een achtste plaats en eerst in mijn categorie, niet slecht om een ganse dag met een slecht gevoel te lopen op een zwaar parkoer. Vooraan was er nog een felle strijd achter de verdiende winnaar Jan Daems, tweede werd Nid Ramphakwaen. Maar de prijs voor doorzettingsvermogen gaat naar Bart De Grove, die een schitterende marathon liep en luxe haas speelde. Het is nu weer een jaartje wachten om de mooiste marathon van Vlaanderen te mogen lopen, we komen terug.
|