Na het licht ontbijt, trokken we met gans het gezin op, voor een dagje Nederland. Ruim op tijd vertrokken, dat zou geen luxe betekenen, De wegenwerken in Nederland, zijn nog van grotere omvang als in Belgie, zeker nabij de grote steden. De nieuwe stukken ring en de klavererbladen, die de gps niet kent zijn talrijk. Maar toch geraken we op tijd op de bestemming, Beneden-Leeuwen in Provincie Gelderland.
We komen veel bekende gezichten van de Marathon en Ultracup tegen, altijd leuk. Het is de tiende maal dat de Dijkenmarathon word georganiseerd, een jubileum-editie. Ik vertrek samen met een volle laatste bus richting Altfrost, waar de start van de marathon is. De opkomst is redelijk te noemen, met ruim 130 atleten staan we klaar,voor ons volgend avontuur. Spijtig genoeg voelen we de wind aanwakkeren nog voor het startschot gegeven word.
Bij de start sta ik op de tweede rij, het startschot word gegeven, vier man stuiven er van door. De mannen gaan voor het parkoersrecord van Lucien Taelman (2:40:28) te breken. Ze hebben besttijden op hun naam staan tussen de 2:29:00 en de 2:37:00, dat moet lukken. Door de tragere deelnemers op de eerste rij, moet ik al een extra inspanning leveren, om tot bij Bart de Groove te geraken, de winnaar van verleden jaar, die hoop ik tot 21 km te volgen.
De vier mannen voor aan lopen na drie km (0:10:56) al ruim 100 meter voor ons uit. Het zijn Jay Sauer, Arthur schramade, filip Rondelez en Milan Perc, succes mannen tot aan de aankomst. De benen voelen echt niet goed aan en tussen km vier en vijf beslis ik te lossen bij Bart, te hoge hsm! Een kleine vijftig meter achter mij loopt Kees ven Helmond, die ook voor een tijd onder de 2:40:00 gaat. Kees proberen volgen, want na een eerst lus van 7 km, lopen we tot km 27 met de wind tegen.
Km zes (0:22:19) komt Kees aansluiten, ik direct in zijn spoor, Kees loopt aan 03:45/ km. Het voelt iets comfortabeler aan dan de 3:39/km van de eerste drie km, maar ik moet nog forceren. Spijtig genoeg heb ik een mindere dag vandaag en het zwaarste komt er nog aan 20 km tegen de wind. Dit is vrijwel onbeschut op de hoge dijken de toppen van de maisvelden liggen ruim een meter dieper. Bij km negen (33:34) komen we terug aanslluiten bij Bart, met drie zolang mogelijk bijeen blijven.
Gelukkig blaast de wind niet altijd uit volle kracht, Kees doet het meeste van het kopwerk. Ondanks de slechte benen neem ik af en toe eens over, maar dan loop ik al in het rood, hsm boven de 150. Ik besef nu al dat het een pijnlijke zaak word om de finish te halen, en ik moet nog ruim 32 kilometer. De drankposten staan dramatisch slecht geplaatst, telkens buitenkant van een grote bocht. Kees en Bart hebben een fietsbegeleider mee, ik verlies 20 meter bij de drankpost, maar knok me terug in hun spoor.
Bij km twaalf (0:44:49) moet ik ze laten gaan, zelf zonder op kop te lopen blijft mijn hartslag boven de 150 slagen. Nog 15 kilometer alleen op de hoge dijken tegen de wind opboksen, met nu al pijnlijke benen, dat komt niet goed. Km vijftien (0:56:35) Kees en Bart lopen al een 150 meter voor me uit, en mijn hsm gemiddelde is 147. Wil ik proberen nog wat te herstellen zal deze nog wat moeten zakken, ik probeer een aangenaam tempo te vinden. Maar het zware gevoel in de benen gaat niet over, ik kan zelf niet genieten van het prachtige landschap.
Ik probeer de gedachten toch wat laten af te dwalen, door de prachtige vergezichen, maar de pijn overheerst. De toeschouwers zijn van de partij in de pitoreske dorpjes die we passeren en moedigen ons fel aan. Bij kilometer 21 (1:20:47) zie ik een bord Beneden-Leeuwen 7 km, ondanks de pijn laat ik me niet verleiden. De linkervoetpees en rechter-achillespees beginnen ook te protesteren tegen het geweld die ik hen aan doe. Zevenentwintig kilometer ver (1:45:15) het gevecht tegen de wind is gedaan, ik ben uitgeput, maar nu heb ik wind mee.
Het vet is van de soep, ik neem twee extra druivesuikers in en drink wat cola, maar de suikers voeden de spieren niet. Kilometer dertig (1:57:32) de tank is nu echt leeg, elke pas doet pijn, ik moet het tempo nog laten zakken. Maar als ik de laatste 12.200 meter in het uur loop kom ik nog ruim onder de drie uur aan, een van de doelstellingen. De volgende zes kilometer gaan in 0:27:50, nu word het echt aftellen zesendertig kilometer (2:25:22) nog zes te gaan. Ik probeer me sterk te houden maar de enen atleet na de andere loopt me voorbij, gelukkig allemaal van de halve marathon.
Maar echt goed voor de moraal is het niet die soepel lopende atleten, die dit stukje ellende voorbij razen. Kilometer negeendertig (2:37:34), die muur ik geraak er niet over, die slagen van de hamer ik raak er niet voorbij. De kilometers lijken eindeloos lang, de laatste drie draaien we ook weer tegen de wind in, of denk ik dat alleen maar. Nog vijfhonderd meter te gaan Carine, Jorgi en Kenney zijn me komen op halen en schreeuwen me naar de meet. Ik finish als zevende in 2:54:06 en eerste in mijn categorie, amper negentig seconden later komt de tweede 45+ binnen.
|